17
NEDELRLANDS
Blijft de kaart mag(net)isch aan de tovenaarsleerling hangen?
• Ja?
Wat een toverkracht - je hebt de kaart onttoverd! Haal de
kaart van de tovenaarsleerling en leg hem voor je. Trek ver-
volgens een kaart van de stapel en leg hem op de vrijge-
komen plek in het toverbosje.
•
Nee?
Wat een duivelse toverpech! Je krijgt in deze ronde helaas
geen kaart. De kaart blijft in het toverbosje liggen. Alle
kinderen moeten deze kaart goed onthouden, want hij is niet
door tovenaar Borstelbaard betoverd.
Daarna is het volgende kind aan de beurt. Het krijgt de tovenaars-
leerling en gooit met het dobbeltoverstokje.
Einde van het spel
Het spel is afgelopen zodra de laatste kaart van de stapel in één
van de toverbosjes is gelegd.
Het kind met de hoogste stapel kaarten wint het spel. Bij
gelijkspel zijn er meerdere winnaars.
Speelvariant „Puntentoverij“
Op de kaarten staan verschillende levende wezens afgebeeld.
Aan het einde van het spel telt ieder kind het aantal wezens dat
op zijn kaarten staat afgebeeld, bij elkaar op. Het kind met het
hoogste aantal punten wint het spel. Bij gelijkspel zijn er
meerdere winnaars.
Kinderen die nog niet zo goed kunnen tellen, worden geholpen
door een medespeler of een volwassene.
16
Doel van het spel
Wie vindt en onttovert de meeste betoverde wezens?
Spelvoorbereiding
Leg de vier toverbosjes in het midden van de tafel. Schud de 28
kaarten en leg ze op een stapel naast één van de toverbosjes
naar keuze. Leg in ieder toverbosje vier kaarten. Houd de toven-
aarsleerling en het dobbeltoverstokje klaar.
Spelverloop
Er wordt kloksgewijs om de beurt gespeeld. Wie als laatste in
een toverbos geweest is, mag beginnen.
Wat, niemand? Jullie zijn nog nooit in een toverbos geweest?
Dan begint het jongste kind en gooit met het dobbeltoverstokje.
Vervolgens kies je één van de vier kaarten van het toverbosje uit
waarvan je de kleur hebt gegooid. Pak de tovenaarsleerling, zet
hem op de uitgekozen kaart en til hem op.