ATIKA KS 2201 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de ATIKA KS 2201 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
Sie dürfen das Gerät nicht in Betrieb nehmen, bevor Sie diese Betriebsanleitung gelesen, alle
angegebenen Hinweise beachtet und das Gerät wie beschrieben montiert haben.
Anleitung für künftige Verwendungen aufbewahren.
Do not operate machine before having read the operating instructions, understood all the notes and assembly the
machine as described here.
Keep the instructions in a safe place for future use.
Vous ne devez pas mettre la machine en route avant d’avoir lu attentivement ce mode d’emploi, d’avoir observé
toutes les informations indiquées et d’avoir monté la machine comme décrit.
Conserver ces notice d’utilisation pour tout utilisateur futur.
Stroj nesmíte obsluhovat bez dokonalého prostudování tohoto návadu, respeitování všech daných pokynů a jeho
řádného smootování.
Návod uschovejte pro případné další použití.
Anvend ikke apparatet, før De har læst betjeningsvejledningen, iagttaget de angivne henvisninger og monteret
apparatet som beskrevet.
Bør opbevares til senere anvendelse.
Älä ota laitetta käyttöön, ennenkuin olet lukenut sen käyttöohjeen, huomioinut kaikki huomautukset ja asentanut
laitteen kuvatulla tavalla.
Säilytettävä tulevaa käyttlö varten.
A gépet nem szabad üzembe helyezni, amíg a jelen használati utasítást útmutatót el nem olvasta, valamennyi leírt
tudnivalót figyelembe nem vett és a készüléket a leírtak szerint nem szerelte össze.
Az utasítást a további használathoz kérjük megőrizni.
Stroj ne smijete pustiti u pogon prije, nego što pročitate ovu uputu za uporabu, ako ne slijedite sve naznačene
upute i uređaj ne montirate kao što je opisano.
Uputu spremiti za buduću uporabu.
La macchina non deve essere messa in esercizio se non prima sono state lette le istruzioni per l’uso, tutte le
indicazioni sono state osservate e l’apparecchio è stato montato come descritto.
Custodire queste istruzioni per l’uso per una eventuale consultazione successiva.
Du må ikke ta dette apparatet i drift før du har lest denne bruksanvisningen, studert de angitte henvisningene og
montert apparatet slik det beskrives.
Skal oppvevares for senere bruk.
U mag het apparaat niet in bedrijf nemen, voordat U deze bedieningsaanwijzing heeft gelezen, alle instructies hebt
gevolgd en het apparaat volgens de beschrijving heeft gemonteerd.
Bewaar deze bedieningsaanwijzing voor alle toekomstige toepassingen.
Zanim nie przeczytają Państwo niniejszej Instrukcji obsługi, nie przyjmą do wiadomości i przestrzegania
zawartych w niej wskazówek oraz nie zmontują urządzenia w opisany poniżej sposób, nie wolno uruchomić
urządzenia.
Niniejszą instrukcję należy przechować dla późniejszego wykorzystania.
Запрещается вводить устройство в эксплуатацию до того, как Вы прочтете настоящее инструкцию по экс-
плуатации, учтете все приведенные указания и смонтируете устройство описанным образом.
Сохранить инструкцию для использования в будущем
Det är inte tillåtet att ta maskinen i drift om man inte noga har läst igenom bruksanvisningen, följt alla anvisningar
och har monterat maskinen enligt monteringsanvisningarna.
Förvara bruksanvisningen väl.
Nesmiete stroj sprevádzkovať, pokiaľ si neprečítate tento návod na obsluhu, nevezmete na vedomie všetky
uvádzané pokyny a pokiaľ prístroj podľa popisu nezmontujete.
Návod si uschovajte pre prípad použitia v budúcnosti.
Naprave ne smete pognati, preden ste prebrali to navodilo, upoštevali vse navedene napotke in napravo montirali,
kot je opisano.
Navodilo shranite za prihodnjo uporabo.
110
I
I
n
n
h
h
o
o
u
u
d
d
Verklaring van overeenstemming 110
Lever hoeveelheid 110
Bedrijfstijden 110
Symbolen op de kettingzaag 111
Symbolen in de gebruiksaanwijzing 111
Reglementaire toepassing 111
Restrisico’s 111
Veiligheidsinstructies 111
Elektrische veiligheid
113
Samenbouw 113
Vóór de eerste ingebruikname 113
Smering van de ketting
113
Olietank vullen
113
Ingebruikname 114
Netaansluiting
114
Netzekering
114
Netimpedantie
114
In-/uitschakelen
114
Kettingrem
114
Controleren van de kettingrem
114
Zaagketting spannen
114
Werken met de kettingzaag 115
Vóór het zagen
115
Terugslag van de zaag
115
Hoe kann ik zaagterugslag vermijden
115
Algemeen gedrag bij het zagen
115
Aanvullende instructies voor het zagen
van stammen
116
Aanvullende instructies voor het zagen
van hout onder spanning/ontlasten
116
Aanvullende instructies voor het vellen van
bomen
117
Onderhoud en reiniging 117
Onderhoud
117
Scherpen van de zaagketting
117
Zaagketting en zwaard vervangen
117
Kettingwiel
118
Controleren van de olie-automatiek
118
Reiniging
118
Transport 118
Opslag 118
Garantie 118
Storingen 119
Technische gegevens 120
Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen 120/ 177
E
E
G
G
-
-
V
V
e
e
r
r
k
k
l
l
a
a
r
r
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
o
o
v
v
e
e
r
r
e
e
e
e
n
n
s
s
t
t
e
e
m
m
m
m
i
i
n
n
g
g
overeenkomstig de richtlijn van de raad 98/37 EG
ATIKA GmbH & Co. KG
Schinkelstraße 97
59229 Ahlen - Germany
verklaren, iutsluitende verantwoordelijkheid, dat het produkt
Kettingzaag type KS 2001/40, KS 2201/40
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de
desbetreffende veiligheids- en gezonheidseisen van de
richtlijn 98/37/EG, alsmede aan de eisen van de andere
desbetreffende richlijnen
2004/108/EG, 2006/95/EG.
Conformiteit-beoordeling-procedures: 2000/14/EG -
Aanhangsel V
Gemeten L
WA
104 dB (A) en gegarandeerd geluidsniveau
L
WA
105 dB (A).
Ahlen, 06.12.2007 A. Pollmeier, Geschäftsleitung
L
L
e
e
v
v
e
e
r
r
h
h
o
o
e
e
v
v
e
e
e
e
l
l
h
h
e
e
i
i
d
d
Controleer na het uitpakken de inhoud van de ver-
pakking op:
> Aanwezigheid van alle onderdelen
> Eventuele transportschade
In het geval van onvolkomenheden dit direct aan uw
leverancier melden. Latere reclamaties worden niet in
behandeling genomen.
1 Kettingzaag
1 Zwaard
1 Zaagketting
1 kettingbescherming
1 fles kettingolie (100 ml)
1 gebruiksaanwijzing
Bedrijfstijden
Houdt alstublieft vóór ingebruikname van het toestel
rekening met de landelijke (regionale) voorschriften omtrent
de lawaaibescherming.
111
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
o
o
p
p
d
d
e
e
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
z
z
a
a
a
a
g
g
Lees voor de inbedrijfstelling de
bedieningshandleiding en veiligheidsvoor-
schriften en neem deze in acht
Schakel de motor uit voor reparatie-,
onderhouds- en reinigingswerk-zaamheden
en haal de netstekker uit de ontactdoos.
Meteen netstekker uit het stopcontact
nemen, wanneer de aansluitleiding werd
beschadigd of doorgesneden.
Veiligheidshelm, oog- en geluidsbescher-
ming dragen.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtig-
heid beschermen.
maximale snijlengte 400 mm
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
i
i
n
n
d
d
e
e
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
s
s
a
a
a
a
n
n
w
w
i
i
j
j
z
z
i
i
n
n
g
g
Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet
opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of
verwondingen tot gevolg hebben.
L
Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig
gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen
kan storing aan de machine veroorzaken.
Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen
helpen u de machine optimaal te benutten.
Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt
precies uitgelegd wat u moet doen.
R
R
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
a
a
i
i
r
r
e
e
t
t
o
o
e
e
p
p
a
a
s
s
s
s
i
i
n
n
g
g
De kettingzaag is geschikt voor het
zagen van stammen, takken, houten balken, planken
enz. en kan voor dwars- en lengssneden worden
toegepast.
vellen van bomen.
De kettingzaag mag niet voor het zagen van bouw- en
kunststoffen worden toegepast.
De kettingzaag is slechts voor privégebruik in de huis- of
hobbytuin bestemd.
De kettingzaag is niet voor boswerkzaamheden (vellen
en onttakken in het bos) geschikt. De vereiste veiligheid
van de gebruiker is door de kabelverbinding niet
gewaarborgd.
Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook
het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en
reparatievoorschriften en na leven van de
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.
Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de
voorschriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is
de fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid
is alleen voor de gebruiker.
R
R
e
e
s
s
t
t
r
r
i
i
s
s
i
i
c
c
o
o
s
s
Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond
van de constructie voor de toepassing van deze machine
nog een aantal restricties.
De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de
veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhouds-
voorschriften nauwkeurig in acht genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van
personenletsels en beschadigingen.
Terugslaggevaar bij contact van de zwaardpunt met een
vast voorwerp.
Gevaar van verwondingen van vingers en handen door
het werktuig (zaagketting).
Verwonding door weggeslingerde werkstukdelen.
Elektrische slag.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
aansluitdraden.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij een
geopende elektrische delen.
Vermindering van het gehoor bij langdurig werken
zonder gehoorbescherming.
Brandgevaar
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies
om zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen te
beschermen.
L
Bewaar deze veiligheidsinstructies (gebruiksaan-
wijzing) steeds samen met de kettingzaag op.
L
De kettingzaag mag slechts door personen met
voldoende ervaring worden bediend.
L
Geef of leen de kettingzaag slechts aan personen
die met de kettingzaag en zijn handhaving bekend
zijn. Geef steeds de gebruiksaanwijzing mee.
Reparaties aan het toestel dienen door de
fabrikant resp. door door hem benoemde
bedrijven te geschieden.
112
Eerste gebruiker
Wie voor de eerste keer met de kettingzaag werkt, moet
een praktische scholing in de handhaving van de
kettingzaag en de persoonlijke veiligheidsuitrusting door
een ervaren bedienpersoon verkrijgen. Gebruikers die
de kettingzaag voor de eerste keer gebruiken, dienen
eerst het snijden van rond hout op een zaagbok of frame
te oefenen.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met
vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u
moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige
verwondingen leiden.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd,
met behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
“Reglementaire toepassing”).
Zorg voor een goede werkhouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Draag de juiste werkkleding.
Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen.
Geen schoenen met gladde zolen dragen.
(Veiligheidschoenen)
Bij lang haar een haarnet dragen.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gehoorbeschermer
Veiligheidsbril of gezichtsbescherming
Handschoenen
gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met
hoofdverwondingen moet worden gerekend (bv bij
het vellen en ontlasten van bomen).
Wij adviseren het dragen van een beenbescherming.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Let op de omgevingsinvloeden.
Zet de kettingzaag niet aan regen bloot.
Gebruik de kettingzaag niet in vochtige of natte
omgeving.
Stel werkzaamheden bij ongunstig weer (regen,
sneeuw, ijs, wind) uit – verhoogd gevaar van
ongelukken!
Zorg voor een goede verlichting.
Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Bij werkpauzes dient de kettingzaag zo te worden
neergelegd, dat niemand bedreigd wordt. Kettingzaag
voor onbevoegd toegrijpen beschermen.
Personen onder 18 jaar mogen de kettingzaag niet
bedienen.
Hou andere personen op afstand.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun
eigendom optreden.
De operator is in het werkbereik tegenover derden
verantwoordelijk.
Houdt kinderen weg.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Houdt ze ver van uw werkplek weg.
Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd
lichamelijk contact met geaarde delen (bv pijpen,
radiatoren, haarden, koelkasten enz.)
Maak niet gebruik van gescheurde zaagkettingen of
zulke die hun vorm hebben veranderd.
Gebruik slechts goed geslepen zaagkettingen, omdat
stompe zaagkettingen niet alleen het terugslaggevaa
r verhogen, maar ook de motor belasten.
Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het
vol toerental heeft bereikt.
Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en
vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met
de juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de
juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine
wat de veiligheid in gevaar kan brengen.
Het toestel resp. delen van het toestel niet veranderen.
Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron
elektrische stroom).
Bewaar het toestel veilig op. Niet benutte toestellen in
een droge, gesloten en voor kinderen ontoegankelijke
ruimte bewaren.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
contact van de ketting met aardrijk, stenen, nagels of
andere vreemde voorwerpen
B meteen ketting en zwaard controleren
Reparatiewerkzaamheden
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
bij het verhelpen van storing
doorgesneden aansluitleidingen
controle van de aansluitleidingen, of deze
verstrengeld of beschadigd zijn
transport
naspannen van de ketting
kettingwissel
Verlaten van de machine (ook bij korte
onderbrekingen)
Onderhoudt de kettingzaag met zorgvuldigheid:
Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en
veilig te kunnen werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies
omtrent het smeren en voor de werktuigwissel op.
Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en
vet.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de beschermings-
voorzieningen en licht beschadigde onderdelen
foutloos en volgens de voorschriften functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd
zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
113
Beschadigde bescherminrichtingen en - delen
moeten, indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld
worden. Met uitzondering indien in de
gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers die-
nen te worden vervangen.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een span-
ningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt minder.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten
uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch
materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of
met dit materiaal zijn gecoat.
De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze
niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekver-
binding niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of
scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het
stopcontact trekken.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel
af.
Controleer de verleng kabel regelmatig op
beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen
alleen door een erkend bedrijf of een erkende
reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke
voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het
gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan
niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen
hierdoor ontstaan.
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
Sluit de kettingzaag pas na complete samenbouw aan
het stroomnet aan.
Gevaar van verwondingen!
Draag bij het samenbouwen veiligheidshand-
schoenen.
B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak. 1
B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken. 1
B Leg de zaagketting in de circulerende geleidingsgleuf
van het zwaard. Let op de correcte looprichting van de
schakels. 1
B Leg het zwaart op. 2
B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. 3
Zaagketting laat zich slecht rond om het kettingwiel
leggen? 4
Draai de kettingspanner (22) linksom tot de zaagketting
licht rond om het kettingwiel kan worden gelegd. Draai
dan de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting
vast is gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
V
V
ó
ó
ó
ó
r
r
d
d
e
e
e
e
e
e
r
r
s
s
t
t
e
e
i
i
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
Smering van de ketting
De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie
gevuld geleverd.
Het gebruik zonder hechtolie leidt tot beschadiging van
de kettingzaag.
De levensduur en het snijvermogen van de ketting is
afhankelijk van de optimale smering. Gedurende het bedrijf
wordt de kettingzaag via het oliestroomkanaal automatisch
met olie gesmeerd.
Olietank vullen: 5
B Stel de kettingzaag op een geschikte ondergrond.
B Schroef de olietanksluiting (9) open.
B Vul de olietank met biologisch afvoerbare hechtolie voor
kettingzagen (ca. 100 ml). Het vulpeil kunt u aan het
kijkvenster (17) ontlenen. Gebruik voor het eenvoudiger
vullen een trechter.
Let bij het vullen erop dat geen vuil in de olietank
geraakt.
B Schroef de olietanksluiting (9) weer dicht.
Druk bij het eerste vullen of na vullen van een ge-
heel geledigde olietank de „primer“ ca. 10 x, om de
oliein het circuit te pompen.
114
Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik
van olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de
garantie.
I
I
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
L Netaansluiting
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.)
die op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine
volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact
aan.
L Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van
230V met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Gebruik verleng kabel met voldoende diameter
L Netzekering
16 A traag
In-/Uitschakelaar
Gebruik geen toestel, waarbij
zicht de schakelaar nie laat t in- en uitschakelen.
de ketting- en motorrem niet reglementair werken
Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden
gerepareerd of vervangen door de klantenservice.
Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en
vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan.
Inschakelen 6
Inschakelblokkering (5) drukken en vasthouden. Dan de in-
/uitschakelaar (6) bedienen. De inschakelblokkering weer
loslaten.
Uitschakelen
In-/uitschakelaar loslaten.
Kettingrem
De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat bij
terugslagende kettingzaag via de voorste handbescherming
of na loslaten van de in-/uitschakelaar wordt geactiveerd. De
zaagketting stopt onmiddellijk (< 0,1 sec.).
Controleren van de kettingrem
Controleer van tijd tot tijd de werking van de kettingrem.
B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 2 en
schakel de kettingzaag in. 7
Pos. 2 = kettingrem actief
zaagketting start niet
B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 1 en
schakel de kettingzaag in. 8
Pos. 1 = kettingrem losgezet
zaagketting start niet
Zaagketting spannen
Controleer de zaagkettingspanning vóór
B werkbegin
B na de eerste sneden
B gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten
Slechts met een correct gespannen zaagketting en een
toereikende smering heeft u invloed op de levensduur.
L Houdt alstublieft rekening met het volgende:
B een nieuwe zaagketting moet vaker worden
nagespannen tot ze zich heeft uitgerekt.
B bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt
ze zich uit en moet worden nagespannen.
Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de
zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling
anders te hoge spanningen in de zaagketting zouden
ontstaan.
B klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen
naspannen.
Spannen van de zaagketting:
1. Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak.
2. Maak de bevestigingsschroef (11) 1 – 2 omdraaiingen
tegen de wijzers van de klok in los. 9
3. Draai de kettingspanring (12) stapsgewijs rechtsom tot
de juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect
voorkomt dat zich de kettingspanning losmaakt. 9
L De bevestigingsschroef (11) draait zich mee,
eventueel moet ze gedurende het spanproces weer
worden losgemaakt.
4. De zaagketting is correct gespannen, wanneer ze in het
midden van het zwaard om ca. 3 – 4 mm kan worden
opgetild. 10
5. Draai de kettingspanring (12) linksom, wanneer de
zaagketting te sterk is gespannen.
6. Trek de bevestigingsschroef met de hand weer vast.
7. Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf
van het zwaard liggen.
W
W
e
e
r
r
k
k
e
e
n
n
m
m
e
e
t
t
d
d
e
e
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
z
z
a
a
a
a
g
g
Vóór het zagen
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
zagen de volgende controles uit:
B Werd de kettingzaag geheel en volgens de
voorschriften gemonteerd?
B Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?
115
B Is de olietank gevuld?
Controleer het oliepeil in het kijkvenster (17) regelmatig.
Vul meteen olie bij, wanneer het oliepeil “MIN”
weergeeft, opdat de zaagketting niet droog loopt.
B Is de zaagketting correct gespannen?
Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”.
B Is de zaagketting correct geslepen?
Alleen met een geslepen zaagketting werkt u veilig en
goed.
B Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij?
De kettingrem-activator (3) moet in pos. 1 staan. Let op
de punten in het gedeelte „Controleren van de
kettingrem”.
B Is de handgreep schoon en droog – vrij van olie en
hars?
B Is de werkplaats vrij van struikelgevaren?
B Draagt u de vereiste veiligheidsuitrusting?
B Heeft u alle instructies gelezen en begrepen?
B Zijn de netstekker en de verlengkabel in goede
toestand?
gebruik geen defecte leidingen
B Is de verlengkabel correct verlegd? 11
Verbindt de toestelstekker met de verlengkabel. Vorm
dan met de verlengkabel een enge lus en schuif deze
door het veiligheidsstuk. Hang dan de lus in de haak in.
De steekverbinding is nu tegen een zelfstandig
loswerken gezekerd.
Let gedurende het werken erop dat de verlengkabel altijd
naar achteren van de kettingzaag wegvoert, buiten het
bereik zaagketting en zaaggoed.
Terugslag van de zaag
Wat is zaagterugslag? Zaagterugslag is het plotseling hoog-
en terugslaan van de draaiende kettingzaag in richting van
de gebruiker.
Dit ontstaat, wanneer
de zwaardpunt het zaaggoed (onopzettelijk) of andere
vaste voorwerpen raakt.
bij klemmende zaagketting.
De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt
vaak zware verwondingen bij de gebruiker.
Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden
bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag (16)
niet wordt aangezet.
Hoe kan ik zaagterugslag vermij-
den?
Nooit met de punt van het zwaard voor het snijden
aanzetten. 12
Nooit met de bovenkant van de zwaardpunt zagen. 13
De kettingzaag altijd zo vlak als mogelijk aanzetten. 15
Slecht met draaiende zaagketting de snede beginnen.
Nooit bij opzette zaagketting de machine inschakelen.
Alleen met scherpe en correct geslepen zaagketting
werken.
Nooit met losse of verslapte zaagketting werken.
Alleen met correct gespannen zaagketting werken.
De kettingzaag altijd vast met beide handen houden.
De klauwenaanslag als hendel gebruiken. 16
Nooit over schouderhoogte werken.
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het
ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt.
Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken
van
een zaagblok.
Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel
worden uitgevoerd.
Algemeen gedrag bij het zagen
+ Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout –
slipgevaar.
+ Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details
in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor
ongelukken.
+ Zorg voor een veilige en opgeruimde werkplaats.
+ Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Houdt steeds
het evenwicht. Werk niet met voorovergebogen
bovenlichaam.
+ Exploiteer de kettingzaag slechts met veilige stand.
Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.
+ Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen
van hout.
+ Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen
(stenen, nagels enz.) is.
+ Houdt de kettingzaag steeds met beide handen vast,
linker hand aan de voorste handgreep (4) en rechter
hand aan de achterste handgreep (17). Zaag nooit met
één hand. 14
+ Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet
verdraaid.
+ Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid. Er bestaat
gevaar van verwondingen door meegescheurde houten
stukken.
+ Laat de zaagketting eerst draaien, alvorens ze contact
met hout heeft.
+ Snij alleen met de onderkant het zaaggoed. Snijden met
de bovenkant veroorzaakt zaagterugslag.
+ Zet de kettingzaag zo vlak als mogelijk aan.
+ Gebruik de klauwenaanslag (16) voor het fixeren van de
kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag
gedurende het zagen als hendel. 16
+ Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de
klauwenaanslag (16) aan een dieper punt na. Voor het
nazetten maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet
hem opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet
uit de snede.
+ Laat de kettingzaag werken, doordat u via de
klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt. Druk bij het
zagen niet met geweld.
+ Werk nooit
met gestrekte armen
aan moeilijk te bereiken plekken
op een ladder, een steiger of een boom staande.
+ Zaag nooit met de kettingzaag boven schouderhoogte.
116
+ Overbelast de kettingzaag niet. U behaalt de meest
optimale snijresultaten, wanneer de kettingsnelheid niet
daalt.
+ Wees op het einde van een zaagsnede voorzichtig.
Zodra de zaag uit het hout komt, verandert zich de
gewichtskracht. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor
benen en voeten.
+ Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende
zaagketting uit de snede.
+ Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de
vloer.
+ Schakel de kettingszaag tussen de sneden uit, wanneer
meerdere sneden worden uitgevoerd.
+ Verklemt zich de zaagketting in het hout, het toestel
meteen uitschakelen en uit het stopcontact nemen.
Gebruik een wig om het zwaard weer vrij te krijgen.
+ Maak pauzes gedurende het zagen, opdat zich de
elektrische motor kan afkoelen.
Aanvullende instructies voor het
zagen van stammen
+ Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De
stam zo steunen dat zich de snede
niet sluit en de
zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv
zaagbok). Vermijdt het contact van de bodem met de
zwaardpunt of de zaagketting.
+ Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze
vast.
+ Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout. De
kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt.
+ Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit,
omdat de klauwenaanslag niet wordt toegepast. U
voorkomt zaagterugslag, door de zaag in een vlakke
hoek te voeren.
+ Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven
of zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed. Let
op wegrollende stammen.
Aanvullende instructies voor het
zagen van hout onder spanning/
ontlasten
Worden onder spanning staande takken, bomen of hout
door zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder
voorzichtig zijn. Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd
reageren en tot zware verwondingen of dood leiden.
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde n
de ontlastingssnede en de scheidingssnede o - de
kettingzaag kan anders klemmen of terugslaan.
Hout op de bovenkant in spanning 17
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan op identieke plaats van boven een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Hout op de onderkant in spanning 18
n Zet van boven een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar beneden.
o Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Sterke stammen en sterke spanning 19
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven
een tweede snede die de stam doorsnijdt.
Onttakken 20
n Zet 15 cm van de stam vandaan van beneden een
snede (een derde van de stamdoorsnede).
o Zet dan ca. 8 cm verder naar buiten van boven de
tweede snede die de tak doorsnijdt.
p Snijdt voor het verwijderen van reststukken de tak
dicht aan de stam van beneden een derde aan.
q Zet van boven de tweede snede die het reststuk
verwijdert.
Aanvullende instructies voor het
vellen van bomen
Draag steeds een helm om zich tegen vallende takken
te beschermen.
+ Let op de lengte van het zwaard. Er mogen slechts
bomen worden geveld, waarvan de stamdoorsnede
kleiner is dan de zwaardlengte.
+ Zeker voor het vellen het werkbereik. Let erop dat zich
geen personen of dieren in het valbereik ophouden
(minimale afstand 2 boomlengtes).
+ Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is
van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg heeft.
+ Zorg voor een veilige stand. 21
+ Tip:
Leg voor het vellen van de boom de velrichting vast.
Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de
boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting,
gezondheidstoestand van de boom en windrichting. Op
deze kant wordt de velkerf ingesneden.
+ Boom vellen: 22
B Maak het werkbereik aan de stam vrij van storende
takken, struikgewas en obstakels.
B Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en
andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting
stomp.
B Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van
de boom – wees voorzichtig bij stammen met
117
beschadigingen of dood hout (uitgedroogd, vermolmd
of afgestorven hout).
B Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe
velkerf in de stam. Zet eerst de horizontale snede en
dan als tweede een snede van boven in de hoek van
45°.
B Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam
een horizontale velsnede. Deze snede dient iets
hoger (ca. 4 cm) te worden aangezet dan de
horizontalge snede van de velkerf.
B In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca.
1/10 van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de
boom voortijdig begint te vallen, meteen de
kettingzaag uit de snede trekken en terug of naar
opzij stappen.
B Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom
tot val te brengen.
B Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom
begint te vallen.
O
O
n
n
d
d
e
e
r
r
h
h
o
o
u
u
d
d
e
e
n
n
r
r
e
e
i
i
n
n
i
i
g
g
i
i
n
n
g
g
Voor aanvang van iedere onderhouds-
en reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Onderhoud
Draag handschoenen om verwondingen te voorkomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de
kettingzagen is gewaarborgd, voer de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit.
Controleer de kettingzaag op blijkbare gebrekken zoals
losse, losgehakte of beschadigde zaagketting
losse bevestiging
versleten of beschadigde onderdelen
Controleer de kettingzaag na ieder gebruik op
slijtage, vooral ketting, zwaard en kettingwiel.
correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden
dienen vóór gebruik van de kettingzaag te worden
uitgevoerd.
Scherpen van de zaagketting
Om een zaagketting te slijpen, is sommige vakkennis
noodzakelijk. Laat de zaagketting in de vakhandel naslijpen.
U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingslijpappa-
raat KSG 220 (artikel-nr.: 302360) zelf slijpen.
Alleen met een scherpe en schone zaagketting kunt u
veilig en goed werken.
Zaagketting en zwaard vervangen
Zaagketting en zwaard zijn aan grote slijtage blootgezet.
Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de
correcte werking niet is gewaarborgd.
B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak.
B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken. 1
B Draai de kettingspanner (22) linksom om de zaagketting
iets los te maken.
B Neem het zwaard met de zaagketting af. 3
B Reinig de geleidingsgleuf grondig, wanneer slechts de
zaagketting wordt vervangen. 4
B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen.
B Draai de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting
is gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
Kettingwiel
De belasting van het kettingwiel (13) is bijzonder groot.
Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op
slijtage of beschadiging.
Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de
levensduur van de zaagketting en dient vandaar meteen
door de klantenservice te worden vervangen.
Controleren van de olie-automatiek
U controleert de werking van de automatische
kettingsmering, door de kettingzaag in te schakelen en ze
met de punt in richting van een kartonnen doos op papier op
de bodem te houden.
Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand
van 20 cm opvolgen.
Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor,
werkt de olie-automatiek onberispelijk.
Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor
B reinig de oliestroomkanaal (14) en de bovenste
kettingspanboring (15). 23
118
B Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de
klantenservice.
Reiniging
Reinig de kettingzaag zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de
foutloze werking blijft bewaard.
B Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge
doek.
Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet
worden toegepast.
B Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling
vrij zijn (gevaar van oververhitting).
B Demonteer na langere inzetduur (1 – 3 uren) de
afdekking, het zwaard en de ketting en reinig ze met een
borstel. 24
B Leg de ketting bij sterke verontreiniging of verharsen
enkele uren in een bak met kettingreinigingsmiddel.
Vervolgens de ketting met zuiver water afspoelen.
B Bevrij het kettingwiel en de zwaardbevestiging met een
borstel van alle vastklevingen.
B Maak het oliestroomkanaal met een schone doek
schoon.
T
T
r
r
a
a
n
n
s
s
p
p
o
o
r
r
t
t
Voor het transport de steker uit het
stop-contact nemen.
Transporteer de zaag slechts met opgestoken
kettingbescherming.
Opslag
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Om de levensduur van de machine te verlengen en de
machine optimaal te laten functioneren is het gewenst
voor opslag de volgende punten in uit te voeren:
De machine grondig reinigen.
B Verwijder de olie uit de olietank.
Tip:
Sommige kettingolies neigen na langere tijd tot
verkorsten. Vandaar dient het oliesysteem vóór een
langere opslag met een kettingzaagreiniger te
worden doorgespoeld. Vul de reiniger tot de helft (ca.
50 ml) in de olietank. Sluit de tank. Schakel de
kettingzaag zonder gemonteerde zwaard en ketting
zo lang in, tot de gehele reiniger uit de olieopening
van de kettingzaag is vrijgekomen.
B Leg de zaagketting kort in een oliebad en wikkel ze
vervolgens in oliepapier in.
G
G
a
a
r
r
a
a
n
n
t
t
i
i
e
e
Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantie-
verklaring.
119
S
S
t
t
o
o
r
r
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
Voor het verhelpen van iedere storing
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Kettingzaag loopt na inschakelen niet
aan
 Kettingrem
 Geen stroom
 Verlengkabel beschadigdt
 Netstekker, motor of schakelaar
defect..
 Kettingrem loszetten
 Stroomverzorging, stopcontact,
zekering controleren
 Verlengkabel controleren, defecte
kabel direct vervangen
 Motor of schakelaar door een
servicewerkplaats laten repareren of
met originele onderdelen laten
vervangen.
Kettingzaag werkt met onderbrekingen  extern loszittend contact
 intern loszittend contact
 In-/uitschakelaar defect
 Richt u zich alstublieft aan de
klantenservice.
Kettingzaag hort en stoot, trilt of zaag
niet correct
 Ketting stomp
 Ketting versleten
 Kettingspanning
 Ketting niet correct gemonteerd
(tanden wijzen in de verkeerde
richting)
 Ketting laten naslijpen of vervangen
 Ketting vervangen
 Kettingspanning controleren en
instellen
 Ketting opnieuw monteren
Kettingzaag werkt niet met volle
capaciteit
 Verlengkabel te lang of te kleine
doorsnede
 Stopcontact te ver van
hoofdaansluiting vandaan
 Verlengkabel met voldoende
doorsnede gebruiken
 Stopcontact dat nader in het
werkbereik ligt, gebruiken
Zaagketting wordt heet  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Kettingspanning te hoog
 Ketting stomp
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
 Kettingspanning instellen
 Ketting laten naslijpen of vervangen
geen zaagkettingsmering  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
120
Technische gegevens
Type KS 2001/40 KS 2201/40
Vermogen P
1
2000 W 2200 W
Spanning 230 V~
Frequentie 50 Hz
Stationair toerental n
0
7600 min
–1
Netzekering 16 A traag
Zwaardlengte 400 mm
Snelheid van de zaagketting 13,5 m/s
Olietankvolume max. 150 ml
Veiligheidsklasse
ΙΙ /
Remtijd van de kettingrem 0,1 sek.
Gewicht ca. 5,9 kg
gemeten geluidsniveau L
WA
gegarandeerd geluidsniveau L
WA
104 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG)
105 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG)
Geluiddrukpegel L
PA
(volgens 2000/14/EG) 94,3 dB (A)
Hand-arm-trilling voren volgens EN 1033/DIN 45675
Hand-arm-trilling achteren volgens EN 1033/DIN 45675
a
vhw
= < 3,39 m/s²
a
vhw
= < 3,69 m/s²
Toestelbeschrijving
/
/
R
R
e
e
s
s
e
e
r
r
v
v
e
e
o
o
n
n
d
d
e
e
r
r
l
l
e
e
n
n
Positie Bestell-nr. Benaming Positie Bestell-nr. Benaming
1 362645 Zwaard 13 362923 Kettingwiel
2 362992 Zaagketting 14 Oliestroomkanaal
3 362623 Kettingrem-activator 15 bovenste kettingspanboring
4 362624 voorste handgreep 16 362626 Klauwenaanslag
5 Inschakelblokkering 17 achterste handgreep
6 In-/uitschakelaar 18 362921 Kettingbescherming
7 Ventilatiegleuven motor 19 362622 Veiligheidssticker
8 Toestelleiding met steker 20 362627 Set koolborstels (zonder afbeelding)
9 362610 Sluiting olietank 21 362928 Zaagkettingolie 100 ml
10 362625 Afdekking 22 Kettingspanner (zonder afbeelding)
11 Bevestigingsschroef 400144 Zaagkettingolie 1 l (zonder afb.)
12 Kettingspanning
1/179