ATIKA KS 2001 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
1
Sie dürfen das Gerät nicht in Betrieb nehmen, bevor Sie diese Betriebsanleitung gelesen, alle
angegebenen Hinweise beachtet und das Gerät wie beschrieben montiert haben.
Anleitung für künftige Verwendungen aufbewahren.
Do not operate machine before having read the operating instructions, understood all the notes and assembly the
machine as described here.
Keep the instructions in a safe place for future use.
Vous ne devez pas mettre la machine en route avant d’avoir lu attentivement ce mode d’emploi, d’avoir observé
toutes les informations indiquées et d’avoir monté la machine comme décrit.
Conserver ces notice d’utilisation pour tout utilisateur futur.
Stroj nesmíte obsluhovat bez dokonalého prostudování tohoto návadu, respeitování všech daných pokynů a jeho
řádného smootování.
Návod uschovejte pro případné další použití.
Anvend ikke apparatet, før De har læst betjeningsvejledningen, iagttaget de angivne henvisninger og monteret
apparatet som beskrevet.
Bør opbevares til senere anvendelse.
Älä ota laitetta käyttöön, ennenkuin olet lukenut sen käyttöohjeen, huomioinut kaikki huomautukset ja asentanut
laitteen kuvatulla tavalla.
Säilytettävä tulevaa käyttlö varten.
A gépet nem szabad üzembe helyezni, amíg a jelen használati utasítást útmutatót el nem olvasta, valamennyi leírt
tudnivalót figyelembe nem vett és a készüléket a leírtak szerint nem szerelte össze.
Az utasítást a további használathoz kérjük megőrizni.
Stroj ne smijete pustiti u pogon prije, nego što pročitate ovu uputu za uporabu, ako ne slijedite sve naznačene
upute i uređaj ne montirate kao što je opisano.
Uputu spremiti za buduću uporabu.
La macchina non deve essere messa in esercizio se non prima sono state lette le istruzioni per l’uso, tutte le
indicazioni sono state osservate e l’apparecchio è stato montato come descritto.
Custodire queste istruzioni per l’uso per una eventuale consultazione successiva.
Du må ikke ta dette apparatet i drift før du har lest denne bruksanvisningen, studert de angitte henvisningene og
montert apparatet slik det beskrives.
Skal oppvevares for senere bruk.
U mag het apparaat niet in bedrijf nemen, voordat U deze bedieningsaanwijzing heeft gelezen, alle instructies hebt
gevolgd en het apparaat volgens de beschrijving heeft gemonteerd.
Bewaar deze bedieningsaanwijzing voor alle toekomstige toepassingen.
Zanim nie przeczytają Państwo niniejszej Instrukcji obsługi, nie przyjmą do wiadomości i przestrzegania
zawartych w niej wskazówek oraz nie zmontują urządzenia w opisany poniżej sposób, nie wolno uruchomić
urządzenia.
Niniejszą instrukcję należy przechować dla późniejszego wykorzystania.
Запрещается вводить устройство в эксплуатацию до того, как Вы прочтете настоящее инструкцию по экс-
плуатации, учтете все приведенные указания и смонтируете устройство описанным образом.
Сохранить инструкцию для использования в будущем
Det är inte tillåtet att ta maskinen i drift om man inte noga har läst igenom bruksanvisningen, följt alla anvisningar
och har monterat maskinen enligt monteringsanvisningarna.
Förvara bruksanvisningen väl.
Nesmiete stroj sprevádzkovať, pokiaľ si neprečítate tento návod na obsluhu, nevezmete na vedomie všetky
uvádzané pokyny a pokiaľ prístroj podľa popisu nezmontujete.
Návod si uschovajte pre prípad použitia v budúcnosti.
Naprave ne smete pognati, preden ste prebrali to navodilo, upoštevali vse navedene napotke in napravo montirali,
kot je opisano.
Navodilo shranite za prihodnjo uporabo.
110
I
I
n
n
h
h
o
o
u
u
d
d
Verklaring van overeenstemming 110
Lever hoeveelheid 110
Bedrijfstijden 110
Symbolen op de kettingzaag 111
Symbolen in de gebruiksaanwijzing 111
Reglementaire toepassing 111
Restrisico’s 111
Veiligheidsinstructies 111
Elektrische veiligheid
113
Samenbouw 113
Vóór de eerste ingebruikname 113
Smering van de ketting
113
Olietank vullen
113
Ingebruikname 114
Netaansluiting
114
Netzekering
114
Netimpedantie
114
In-/uitschakelen
114
Kettingrem
114
Controleren van de kettingrem
114
Zaagketting spannen
114
Werken met de kettingzaag 115
Vóór het zagen
115
Terugslag van de zaag
115
Hoe kann ik zaagterugslag vermijden
115
Algemeen gedrag bij het zagen
115
Aanvullende instructies voor het zagen
van stammen
116
Aanvullende instructies voor het zagen
van hout onder spanning/ontlasten
116
Aanvullende instructies voor het vellen van
bomen
117
Onderhoud en reiniging 117
Onderhoud
117
Scherpen van de zaagketting
117
Zaagketting en zwaard vervangen
117
Kettingwiel
118
Controleren van de olie-automatiek
118
Reiniging
118
Transport 118
Opslag 118
Garantie 118
Storingen 119
Technische gegevens 120
Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen 120/ 177
E
E
G
G
-
-
V
V
e
e
r
r
k
k
l
l
a
a
r
r
i
i
n
n
g
g
v
v
a
a
n
n
o
o
v
v
e
e
r
r
e
e
e
e
n
n
s
s
t
t
e
e
m
m
m
m
i
i
n
n
g
g
overeenkomstig de richtlijn van de raad 98/37 EG
ATIKA GmbH & Co. KG
Schinkelstraße 97
59229 Ahlen - Germany
verklaren, iutsluitende verantwoordelijkheid, dat het produkt
Kettingzaag type KS 2001/40, KS 2201/40
waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de
desbetreffende veiligheids- en gezonheidseisen van de
richtlijn 98/37/EG, alsmede aan de eisen van de andere
desbetreffende richlijnen
2004/108/EG, 2006/95/EG.
Conformiteit-beoordeling-procedures: 2000/14/EG -
Aanhangsel V
Gemeten L
WA
104 dB (A) en gegarandeerd geluidsniveau
L
WA
105 dB (A).
Ahlen, 06.12.2007 A. Pollmeier, Geschäftsleitung
L
L
e
e
v
v
e
e
r
r
h
h
o
o
e
e
v
v
e
e
e
e
l
l
h
h
e
e
i
i
d
d
Controleer na het uitpakken de inhoud van de ver-
pakking op:
> Aanwezigheid van alle onderdelen
> Eventuele transportschade
In het geval van onvolkomenheden dit direct aan uw
leverancier melden. Latere reclamaties worden niet in
behandeling genomen.
1 Kettingzaag
1 Zwaard
1 Zaagketting
1 kettingbescherming
1 fles kettingolie (100 ml)
1 gebruiksaanwijzing
Bedrijfstijden
Houdt alstublieft vóór ingebruikname van het toestel
rekening met de landelijke (regionale) voorschriften omtrent
de lawaaibescherming.
111
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
o
o
p
p
d
d
e
e
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
z
z
a
a
a
a
g
g
Lees voor de inbedrijfstelling de
bedieningshandleiding en veiligheidsvoor-
schriften en neem deze in acht
Schakel de motor uit voor reparatie-,
onderhouds- en reinigingswerk-zaamheden
en haal de netstekker uit de ontactdoos.
Meteen netstekker uit het stopcontact
nemen, wanneer de aansluitleiding werd
beschadigd of doorgesneden.
Veiligheidshelm, oog- en geluidsbescher-
ming dragen.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtig-
heid beschermen.
maximale snijlengte 400 mm
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
i
i
n
n
d
d
e
e
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
s
s
a
a
a
a
n
n
w
w
i
i
j
j
z
z
i
i
n
n
g
g
Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet
opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of
verwondingen tot gevolg hebben.
L
Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig
gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen
kan storing aan de machine veroorzaken.
Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen
helpen u de machine optimaal te benutten.
Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt
precies uitgelegd wat u moet doen.
R
R
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
a
a
i
i
r
r
e
e
t
t
o
o
e
e
p
p
a
a
s
s
s
s
i
i
n
n
g
g
De kettingzaag is geschikt voor het
zagen van stammen, takken, houten balken, planken
enz. en kan voor dwars- en lengssneden worden
toegepast.
vellen van bomen.
De kettingzaag mag niet voor het zagen van bouw- en
kunststoffen worden toegepast.
De kettingzaag is slechts voor privégebruik in de huis- of
hobbytuin bestemd.
De kettingzaag is niet voor boswerkzaamheden (vellen
en onttakken in het bos) geschikt. De vereiste veiligheid
van de gebruiker is door de kabelverbinding niet
gewaarborgd.
Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook
het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en
reparatievoorschriften en na leven van de
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.
Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de
voorschriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is
de fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid
is alleen voor de gebruiker.
R
R
e
e
s
s
t
t
r
r
i
i
s
s
i
i
c
c
o
o
s
s
Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond
van de constructie voor de toepassing van deze machine
nog een aantal restricties.
De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de
veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhouds-
voorschriften nauwkeurig in acht genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van
personenletsels en beschadigingen.
Terugslaggevaar bij contact van de zwaardpunt met een
vast voorwerp.
Gevaar van verwondingen van vingers en handen door
het werktuig (zaagketting).
Verwonding door weggeslingerde werkstukdelen.
Elektrische slag.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
aansluitdraden.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij een
geopende elektrische delen.
Vermindering van het gehoor bij langdurig werken
zonder gehoorbescherming.
Brandgevaar
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies
om zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen te
beschermen.
L
Bewaar deze veiligheidsinstructies (gebruiksaan-
wijzing) steeds samen met de kettingzaag op.
L
De kettingzaag mag slechts door personen met
voldoende ervaring worden bediend.
L
Geef of leen de kettingzaag slechts aan personen
die met de kettingzaag en zijn handhaving bekend
zijn. Geef steeds de gebruiksaanwijzing mee.
Reparaties aan het toestel dienen door de
fabrikant resp. door door hem benoemde
bedrijven te geschieden.
112
Eerste gebruiker
Wie voor de eerste keer met de kettingzaag werkt, moet
een praktische scholing in de handhaving van de
kettingzaag en de persoonlijke veiligheidsuitrusting door
een ervaren bedienpersoon verkrijgen. Gebruikers die
de kettingzaag voor de eerste keer gebruiken, dienen
eerst het snijden van rond hout op een zaagbok of frame
te oefenen.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met
vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u
moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige
verwondingen leiden.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd,
met behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
“Reglementaire toepassing”).
Zorg voor een goede werkhouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
Draag de juiste werkkleding.
Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen.
Geen schoenen met gladde zolen dragen.
(Veiligheidschoenen)
Bij lang haar een haarnet dragen.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gehoorbeschermer
Veiligheidsbril of gezichtsbescherming
Handschoenen
gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met
hoofdverwondingen moet worden gerekend (bv bij
het vellen en ontlasten van bomen).
Wij adviseren het dragen van een beenbescherming.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Let op de omgevingsinvloeden.
Zet de kettingzaag niet aan regen bloot.
Gebruik de kettingzaag niet in vochtige of natte
omgeving.
Stel werkzaamheden bij ongunstig weer (regen,
sneeuw, ijs, wind) uit – verhoogd gevaar van
ongelukken!
Zorg voor een goede verlichting.
Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Bij werkpauzes dient de kettingzaag zo te worden
neergelegd, dat niemand bedreigd wordt. Kettingzaag
voor onbevoegd toegrijpen beschermen.
Personen onder 18 jaar mogen de kettingzaag niet
bedienen.
Hou andere personen op afstand.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun
eigendom optreden.
De operator is in het werkbereik tegenover derden
verantwoordelijk.
Houdt kinderen weg.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Houdt ze ver van uw werkplek weg.
Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd
lichamelijk contact met geaarde delen (bv pijpen,
radiatoren, haarden, koelkasten enz.)
Maak niet gebruik van gescheurde zaagkettingen of
zulke die hun vorm hebben veranderd.
Gebruik slechts goed geslepen zaagkettingen, omdat
stompe zaagkettingen niet alleen het terugslaggevaa
r verhogen, maar ook de motor belasten.
Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het
vol toerental heeft bereikt.
Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en
vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met
de juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de
juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine
wat de veiligheid in gevaar kan brengen.
Het toestel resp. delen van het toestel niet veranderen.
Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron
elektrische stroom).
Bewaar het toestel veilig op. Niet benutte toestellen in
een droge, gesloten en voor kinderen ontoegankelijke
ruimte bewaren.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
contact van de ketting met aardrijk, stenen, nagels of
andere vreemde voorwerpen
B meteen ketting en zwaard controleren
Reparatiewerkzaamheden
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
bij het verhelpen van storing
doorgesneden aansluitleidingen
controle van de aansluitleidingen, of deze
verstrengeld of beschadigd zijn
transport
naspannen van de ketting
kettingwissel
Verlaten van de machine (ook bij korte
onderbrekingen)
Onderhoudt de kettingzaag met zorgvuldigheid:
Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en
veilig te kunnen werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies
omtrent het smeren en voor de werktuigwissel op.
Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en
vet.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de beschermings-
voorzieningen en licht beschadigde onderdelen
foutloos en volgens de voorschriften functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd
zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
113
Beschadigde bescherminrichtingen en - delen
moeten, indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld
worden. Met uitzondering indien in de
gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers die-
nen te worden vervangen.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een span-
ningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt minder.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten
uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch
materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of
met dit materiaal zijn gecoat.
De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen
spatwater beveiligd zijn.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze
niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekver-
binding niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of
scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het
stopcontact trekken.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel
af.
Controleer de verleng kabel regelmatig op
beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen
alleen door een erkend bedrijf of een erkende
reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke
voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het
gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan
niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen
hierdoor ontstaan.
S
S
a
a
m
m
e
e
n
n
b
b
o
o
u
u
w
w
Sluit de kettingzaag pas na complete samenbouw aan
het stroomnet aan.
Gevaar van verwondingen!
Draag bij het samenbouwen veiligheidshand-
schoenen.
B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak. 1
B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken. 1
B Leg de zaagketting in de circulerende geleidingsgleuf
van het zwaard. Let op de correcte looprichting van de
schakels. 1
B Leg het zwaart op. 2
B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. 3
Zaagketting laat zich slecht rond om het kettingwiel
leggen? 4
Draai de kettingspanner (22) linksom tot de zaagketting
licht rond om het kettingwiel kan worden gelegd. Draai
dan de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting
vast is gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
V
V
ó
ó
ó
ó
r
r
d
d
e
e
e
e
e
e
r
r
s
s
t
t
e
e
i
i
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
Smering van de ketting
De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie
gevuld geleverd.
Het gebruik zonder hechtolie leidt tot beschadiging van
de kettingzaag.
De levensduur en het snijvermogen van de ketting is
afhankelijk van de optimale smering. Gedurende het bedrijf
wordt de kettingzaag via het oliestroomkanaal automatisch
met olie gesmeerd.
Olietank vullen: 5
B Stel de kettingzaag op een geschikte ondergrond.
B Schroef de olietanksluiting (9) open.
B Vul de olietank met biologisch afvoerbare hechtolie voor
kettingzagen (ca. 100 ml). Het vulpeil kunt u aan het
kijkvenster (17) ontlenen. Gebruik voor het eenvoudiger
vullen een trechter.
Let bij het vullen erop dat geen vuil in de olietank
geraakt.
B Schroef de olietanksluiting (9) weer dicht.
Druk bij het eerste vullen of na vullen van een ge-
heel geledigde olietank de „primer“ ca. 10 x, om de
oliein het circuit te pompen.
114
Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik
van olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de
garantie.
I
I
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
L Netaansluiting
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.)
die op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine
volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact
aan.
L Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van
230V met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Gebruik verleng kabel met voldoende diameter
L Netzekering
16 A traag
In-/Uitschakelaar
Gebruik geen toestel, waarbij
zicht de schakelaar nie laat t in- en uitschakelen.
de ketting- en motorrem niet reglementair werken
Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden
gerepareerd of vervangen door de klantenservice.
Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en
vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan.
Inschakelen 6
Inschakelblokkering (5) drukken en vasthouden. Dan de in-
/uitschakelaar (6) bedienen. De inschakelblokkering weer
loslaten.
Uitschakelen
In-/uitschakelaar loslaten.
Kettingrem
De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat bij
terugslagende kettingzaag via de voorste handbescherming
of na loslaten van de in-/uitschakelaar wordt geactiveerd. De
zaagketting stopt onmiddellijk (< 0,1 sec.).
Controleren van de kettingrem
Controleer van tijd tot tijd de werking van de kettingrem.
B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 2 en
schakel de kettingzaag in. 7
Pos. 2 = kettingrem actief
zaagketting start niet
B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 1 en
schakel de kettingzaag in. 8
Pos. 1 = kettingrem losgezet
zaagketting start niet
Zaagketting spannen
Controleer de zaagkettingspanning vóór
B werkbegin
B na de eerste sneden
B gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten
Slechts met een correct gespannen zaagketting en een
toereikende smering heeft u invloed op de levensduur.
L Houdt alstublieft rekening met het volgende:
B een nieuwe zaagketting moet vaker worden
nagespannen tot ze zich heeft uitgerekt.
B bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt
ze zich uit en moet worden nagespannen.
Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de
zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling
anders te hoge spanningen in de zaagketting zouden
ontstaan.
B klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen
naspannen.
Spannen van de zaagketting:
1. Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak.
2. Maak de bevestigingsschroef (11) 1 – 2 omdraaiingen
tegen de wijzers van de klok in los. 9
3. Draai de kettingspanring (12) stapsgewijs rechtsom tot
de juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect
voorkomt dat zich de kettingspanning losmaakt. 9
L De bevestigingsschroef (11) draait zich mee,
eventueel moet ze gedurende het spanproces weer
worden losgemaakt.
4. De zaagketting is correct gespannen, wanneer ze in het
midden van het zwaard om ca. 3 – 4 mm kan worden
opgetild. 10
5. Draai de kettingspanring (12) linksom, wanneer de
zaagketting te sterk is gespannen.
6. Trek de bevestigingsschroef met de hand weer vast.
7. Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf
van het zwaard liggen.
W
W
e
e
r
r
k
k
e
e
n
n
m
m
e
e
t
t
d
d
e
e
k
k
e
e
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
z
z
a
a
a
a
g
g
Vóór het zagen
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
zagen de volgende controles uit:
B Werd de kettingzaag geheel en volgens de
voorschriften gemonteerd?
B Is de kettingzaag in goede en veilige toestand?
115
B Is de olietank gevuld?
Controleer het oliepeil in het kijkvenster (17) regelmatig.
Vul meteen olie bij, wanneer het oliepeil “MIN”
weergeeft, opdat de zaagketting niet droog loopt.
B Is de zaagketting correct gespannen?
Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”.
B Is de zaagketting correct geslepen?
Alleen met een geslepen zaagketting werkt u veilig en
goed.
B Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij?
De kettingrem-activator (3) moet in pos. 1 staan. Let op
de punten in het gedeelte „Controleren van de
kettingrem”.
B Is de handgreep schoon en droog – vrij van olie en
hars?
B Is de werkplaats vrij van struikelgevaren?
B Draagt u de vereiste veiligheidsuitrusting?
B Heeft u alle instructies gelezen en begrepen?
B Zijn de netstekker en de verlengkabel in goede
toestand?
gebruik geen defecte leidingen
B Is de verlengkabel correct verlegd? 11
Verbindt de toestelstekker met de verlengkabel. Vorm
dan met de verlengkabel een enge lus en schuif deze
door het veiligheidsstuk. Hang dan de lus in de haak in.
De steekverbinding is nu tegen een zelfstandig
loswerken gezekerd.
Let gedurende het werken erop dat de verlengkabel altijd
naar achteren van de kettingzaag wegvoert, buiten het
bereik zaagketting en zaaggoed.
Terugslag van de zaag
Wat is zaagterugslag? Zaagterugslag is het plotseling hoog-
en terugslaan van de draaiende kettingzaag in richting van
de gebruiker.
Dit ontstaat, wanneer
de zwaardpunt het zaaggoed (onopzettelijk) of andere
vaste voorwerpen raakt.
bij klemmende zaagketting.
De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt
vaak zware verwondingen bij de gebruiker.
Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden
bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag (16)
niet wordt aangezet.
Hoe kan ik zaagterugslag vermij-
den?
Nooit met de punt van het zwaard voor het snijden
aanzetten. 12
Nooit met de bovenkant van de zwaardpunt zagen. 13
De kettingzaag altijd zo vlak als mogelijk aanzetten. 15
Slecht met draaiende zaagketting de snede beginnen.
Nooit bij opzette zaagketting de machine inschakelen.
Alleen met scherpe en correct geslepen zaagketting
werken.
Nooit met losse of verslapte zaagketting werken.
Alleen met correct gespannen zaagketting werken.
De kettingzaag altijd vast met beide handen houden.
De klauwenaanslag als hendel gebruiken. 16
Nooit over schouderhoogte werken.
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het
ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt.
Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken
van
een zaagblok.
Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel
worden uitgevoerd.
Algemeen gedrag bij het zagen
+ Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout –
slipgevaar.
+ Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij
mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details
in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor
ongelukken.
+ Zorg voor een veilige en opgeruimde werkplaats.
+ Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Houdt steeds
het evenwicht. Werk niet met voorovergebogen
bovenlichaam.
+ Exploiteer de kettingzaag slechts met veilige stand.
Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam.
+ Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen
van hout.
+ Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen
(stenen, nagels enz.) is.
+ Houdt de kettingzaag steeds met beide handen vast,
linker hand aan de voorste handgreep (4) en rechter
hand aan de achterste handgreep (17). Zaag nooit met
één hand. 14
+ Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet
verdraaid.
+ Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid. Er bestaat
gevaar van verwondingen door meegescheurde houten
stukken.
+ Laat de zaagketting eerst draaien, alvorens ze contact
met hout heeft.
+ Snij alleen met de onderkant het zaaggoed. Snijden met
de bovenkant veroorzaakt zaagterugslag.
+ Zet de kettingzaag zo vlak als mogelijk aan.
+ Gebruik de klauwenaanslag (16) voor het fixeren van de
kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag
gedurende het zagen als hendel. 16
+ Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de
klauwenaanslag (16) aan een dieper punt na. Voor het
nazetten maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet
hem opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet
uit de snede.
+ Laat de kettingzaag werken, doordat u via de
klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt. Druk bij het
zagen niet met geweld.
+ Werk nooit
met gestrekte armen
aan moeilijk te bereiken plekken
op een ladder, een steiger of een boom staande.
+ Zaag nooit met de kettingzaag boven schouderhoogte.
116
+ Overbelast de kettingzaag niet. U behaalt de meest
optimale snijresultaten, wanneer de kettingsnelheid niet
daalt.
+ Wees op het einde van een zaagsnede voorzichtig.
Zodra de zaag uit het hout komt, verandert zich de
gewichtskracht. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor
benen en voeten.
+ Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende
zaagketting uit de snede.
+ Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de
vloer.
+ Schakel de kettingszaag tussen de sneden uit, wanneer
meerdere sneden worden uitgevoerd.
+ Verklemt zich de zaagketting in het hout, het toestel
meteen uitschakelen en uit het stopcontact nemen.
Gebruik een wig om het zwaard weer vrij te krijgen.
+ Maak pauzes gedurende het zagen, opdat zich de
elektrische motor kan afkoelen.
Aanvullende instructies voor het
zagen van stammen
+ Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De
stam zo steunen dat zich de snede
niet sluit en de
zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv
zaagbok). Vermijdt het contact van de bodem met de
zwaardpunt of de zaagketting.
+ Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze
vast.
+ Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout. De
kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt.
+ Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit,
omdat de klauwenaanslag niet wordt toegepast. U
voorkomt zaagterugslag, door de zaag in een vlakke
hoek te voeren.
+ Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven
of zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed. Let
op wegrollende stammen.
Aanvullende instructies voor het
zagen van hout onder spanning/
ontlasten
Worden onder spanning staande takken, bomen of hout
door zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder
voorzichtig zijn. Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd
reageren en tot zware verwondingen of dood leiden.
Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde
vakmensen te worden uitgevoerd.
Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde n
de ontlastingssnede en de scheidingssnede o - de
kettingzaag kan anders klemmen of terugslaan.
Hout op de bovenkant in spanning 17
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan op identieke plaats van boven een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Hout op de onderkant in spanning 18
n Zet van boven een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar beneden.
o Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede
snede die de stam doorsnijdt.
Sterke stammen en sterke spanning 19
n Zet van beneden een snede (een derde van de
stamdoorsnede) naar boven.
o Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven
een tweede snede die de stam doorsnijdt.
Onttakken 20
n Zet 15 cm van de stam vandaan van beneden een
snede (een derde van de stamdoorsnede).
o Zet dan ca. 8 cm verder naar buiten van boven de
tweede snede die de tak doorsnijdt.
p Snijdt voor het verwijderen van reststukken de tak
dicht aan de stam van beneden een derde aan.
q Zet van boven de tweede snede die het reststuk
verwijdert.
Aanvullende instructies voor het
vellen van bomen
Draag steeds een helm om zich tegen vallende takken
te beschermen.
+ Let op de lengte van het zwaard. Er mogen slechts
bomen worden geveld, waarvan de stamdoorsnede
kleiner is dan de zwaardlengte.
+ Zeker voor het vellen het werkbereik. Let erop dat zich
geen personen of dieren in het valbereik ophouden
(minimale afstand 2 boomlengtes).
+ Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is
van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg heeft.
+ Zorg voor een veilige stand. 21
+ Tip:
Leg voor het vellen van de boom de velrichting vast.
Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de
boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting,
gezondheidstoestand van de boom en windrichting. Op
deze kant wordt de velkerf ingesneden.
+ Boom vellen: 22
B Maak het werkbereik aan de stam vrij van storende
takken, struikgewas en obstakels.
B Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en
andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting
stomp.
B Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van
de boom – wees voorzichtig bij stammen met
117
beschadigingen of dood hout (uitgedroogd, vermolmd
of afgestorven hout).
B Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe
velkerf in de stam. Zet eerst de horizontale snede en
dan als tweede een snede van boven in de hoek van
45°.
B Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam
een horizontale velsnede. Deze snede dient iets
hoger (ca. 4 cm) te worden aangezet dan de
horizontalge snede van de velkerf.
B In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca.
1/10 van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de
boom voortijdig begint te vallen, meteen de
kettingzaag uit de snede trekken en terug of naar
opzij stappen.
B Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom
tot val te brengen.
B Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom
begint te vallen.
O
O
n
n
d
d
e
e
r
r
h
h
o
o
u
u
d
d
e
e
n
n
r
r
e
e
i
i
n
n
i
i
g
g
i
i
n
n
g
g
Voor aanvang van iedere onderhouds-
en reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Onderhoud
Draag handschoenen om verwondingen te voorkomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de
kettingzagen is gewaarborgd, voer de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit.
Controleer de kettingzaag op blijkbare gebrekken zoals
losse, losgehakte of beschadigde zaagketting
losse bevestiging
versleten of beschadigde onderdelen
Controleer de kettingzaag na ieder gebruik op
slijtage, vooral ketting, zwaard en kettingwiel.
correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden
dienen vóór gebruik van de kettingzaag te worden
uitgevoerd.
Scherpen van de zaagketting
Om een zaagketting te slijpen, is sommige vakkennis
noodzakelijk. Laat de zaagketting in de vakhandel naslijpen.
U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingslijpappa-
raat KSG 220 (artikel-nr.: 302360) zelf slijpen.
Alleen met een scherpe en schone zaagketting kunt u
veilig en goed werken.
Zaagketting en zwaard vervangen
Zaagketting en zwaard zijn aan grote slijtage blootgezet.
Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de
correcte werking niet is gewaarborgd.
B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend
op een recht vlak.
B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigings-
schroef (11) los te maken. 1
B Draai de kettingspanner (22) linksom om de zaagketting
iets los te maken.
B Neem het zwaard met de zaagketting af. 3
B Reinig de geleidingsgleuf grondig, wanneer slechts de
zaagketting wordt vervangen. 4
B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de
geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen.
B Draai de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting
is gespannen.
B Breng de afdekking (10) weer aan.
B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting
spannen” is beschreven.
Kettingwiel
De belasting van het kettingwiel (13) is bijzonder groot.
Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op
slijtage of beschadiging.
Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de
levensduur van de zaagketting en dient vandaar meteen
door de klantenservice te worden vervangen.
Controleren van de olie-automatiek
U controleert de werking van de automatische
kettingsmering, door de kettingzaag in te schakelen en ze
met de punt in richting van een kartonnen doos op papier op
de bodem te houden.
Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand
van 20 cm opvolgen.
Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor,
werkt de olie-automatiek onberispelijk.
Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor
B reinig de oliestroomkanaal (14) en de bovenste
kettingspanboring (15). 23
118
B Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de
klantenservice.
Reiniging
Reinig de kettingzaag zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de
foutloze werking blijft bewaard.
B Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge
doek.
Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet
worden toegepast.
B Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling
vrij zijn (gevaar van oververhitting).
B Demonteer na langere inzetduur (1 – 3 uren) de
afdekking, het zwaard en de ketting en reinig ze met een
borstel. 24
B Leg de ketting bij sterke verontreiniging of verharsen
enkele uren in een bak met kettingreinigingsmiddel.
Vervolgens de ketting met zuiver water afspoelen.
B Bevrij het kettingwiel en de zwaardbevestiging met een
borstel van alle vastklevingen.
B Maak het oliestroomkanaal met een schone doek
schoon.
T
T
r
r
a
a
n
n
s
s
p
p
o
o
r
r
t
t
Voor het transport de steker uit het
stop-contact nemen.
Transporteer de zaag slechts met opgestoken
kettingbescherming.
Opslag
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Om de levensduur van de machine te verlengen en de
machine optimaal te laten functioneren is het gewenst
voor opslag de volgende punten in uit te voeren:
De machine grondig reinigen.
B Verwijder de olie uit de olietank.
Tip:
Sommige kettingolies neigen na langere tijd tot
verkorsten. Vandaar dient het oliesysteem vóór een
langere opslag met een kettingzaagreiniger te
worden doorgespoeld. Vul de reiniger tot de helft (ca.
50 ml) in de olietank. Sluit de tank. Schakel de
kettingzaag zonder gemonteerde zwaard en ketting
zo lang in, tot de gehele reiniger uit de olieopening
van de kettingzaag is vrijgekomen.
B Leg de zaagketting kort in een oliebad en wikkel ze
vervolgens in oliepapier in.
G
G
a
a
r
r
a
a
n
n
t
t
i
i
e
e
Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantie-
verklaring.
119
S
S
t
t
o
o
r
r
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
Voor het verhelpen van iedere storing
Toestel uitschakelen
Wachten tot de kettingzaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Kettingzaag loopt na inschakelen niet
aan
 Kettingrem
 Geen stroom
 Verlengkabel beschadigdt
 Netstekker, motor of schakelaar
defect..
 Kettingrem loszetten
 Stroomverzorging, stopcontact,
zekering controleren
 Verlengkabel controleren, defecte
kabel direct vervangen
 Motor of schakelaar door een
servicewerkplaats laten repareren of
met originele onderdelen laten
vervangen.
Kettingzaag werkt met onderbrekingen  extern loszittend contact
 intern loszittend contact
 In-/uitschakelaar defect
 Richt u zich alstublieft aan de
klantenservice.
Kettingzaag hort en stoot, trilt of zaag
niet correct
 Ketting stomp
 Ketting versleten
 Kettingspanning
 Ketting niet correct gemonteerd
(tanden wijzen in de verkeerde
richting)
 Ketting laten naslijpen of vervangen
 Ketting vervangen
 Kettingspanning controleren en
instellen
 Ketting opnieuw monteren
Kettingzaag werkt niet met volle
capaciteit
 Verlengkabel te lang of te kleine
doorsnede
 Stopcontact te ver van
hoofdaansluiting vandaan
 Verlengkabel met voldoende
doorsnede gebruiken
 Stopcontact dat nader in het
werkbereik ligt, gebruiken
Zaagketting wordt heet  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Kettingspanning te hoog
 Ketting stomp
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
 Kettingspanning instellen
 Ketting laten naslijpen of vervangen
geen zaagkettingsmering  geen olie in de tank
 Oliestroomkanaal verstopt
 Olie bijvullen
 Oliestroomkanaal reinigen
120
Technische gegevens
Type KS 2001/40 KS 2201/40
Vermogen P
1
2000 W 2200 W
Spanning 230 V~
Frequentie 50 Hz
Stationair toerental n
0
7600 min
–1
Netzekering 16 A traag
Zwaardlengte 400 mm
Snelheid van de zaagketting 13,5 m/s
Olietankvolume max. 150 ml
Veiligheidsklasse
ΙΙ /
Remtijd van de kettingrem 0,1 sek.
Gewicht ca. 5,9 kg
gemeten geluidsniveau L
WA
gegarandeerd geluidsniveau L
WA
104 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG)
105 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG)
Geluiddrukpegel L
PA
(volgens 2000/14/EG) 94,3 dB (A)
Hand-arm-trilling voren volgens EN 1033/DIN 45675
Hand-arm-trilling achteren volgens EN 1033/DIN 45675
a
vhw
= < 3,39 m/s²
a
vhw
= < 3,69 m/s²
Toestelbeschrijving
/
/
R
R
e
e
s
s
e
e
r
r
v
v
e
e
o
o
n
n
d
d
e
e
r
r
l
l
e
e
n
n
Positie Bestell-nr. Benaming Positie Bestell-nr. Benaming
1 362645 Zwaard 13 362923 Kettingwiel
2 362992 Zaagketting 14 Oliestroomkanaal
3 362623 Kettingrem-activator 15 bovenste kettingspanboring
4 362624 voorste handgreep 16 362626 Klauwenaanslag
5 Inschakelblokkering 17 achterste handgreep
6 In-/uitschakelaar 18 362921 Kettingbescherming
7 Ventilatiegleuven motor 19 362622 Veiligheidssticker
8 Toestelleiding met steker 20 362627 Set koolborstels (zonder afbeelding)
9 362610 Sluiting olietank 21 362928 Zaagkettingolie 100 ml
10 362625 Afdekking 22 Kettingspanner (zonder afbeelding)
11 Bevestigingsschroef 400144 Zaagkettingolie 1 l (zonder afb.)
12 Kettingspanning

Documenttranscriptie

Sie dürfen das Gerät nicht in Betrieb nehmen, bevor Sie diese Betriebsanleitung gelesen, alle angegebenen Hinweise beachtet und das Gerät wie beschrieben montiert haben. Anleitung für künftige Verwendungen aufbewahren. Do not operate machine before having read the operating instructions, understood all the notes and assembly the machine as described here. Keep the instructions in a safe place for future use. Vous ne devez pas mettre la machine en route avant d’avoir lu attentivement ce mode d’emploi, d’avoir observé toutes les informations indiquées et d’avoir monté la machine comme décrit. Conserver ces notice d’utilisation pour tout utilisateur futur. Stroj nesmíte obsluhovat bez dokonalého prostudování tohoto návadu, respeitování všech daných pokynů a jeho řádného smootování. Návod uschovejte pro případné další použití. Anvend ikke apparatet, før De har læst betjeningsvejledningen, iagttaget de angivne henvisninger og monteret apparatet som beskrevet. Bør opbevares til senere anvendelse. Älä ota laitetta käyttöön, ennenkuin olet lukenut sen käyttöohjeen, huomioinut kaikki huomautukset ja asentanut laitteen kuvatulla tavalla. Säilytettävä tulevaa käyttlö varten. A gépet nem szabad üzembe helyezni, amíg a jelen használati utasítást útmutatót el nem olvasta, valamennyi leírt tudnivalót figyelembe nem vett és a készüléket a leírtak szerint nem szerelte össze. Az utasítást a további használathoz kérjük megőrizni. Stroj ne smijete pustiti u pogon prije, nego što pročitate ovu uputu za uporabu, ako ne slijedite sve naznačene upute i uređaj ne montirate kao što je opisano. Uputu spremiti za buduću uporabu. La macchina non deve essere messa in esercizio se non prima sono state lette le istruzioni per l’uso, tutte le indicazioni sono state osservate e l’apparecchio è stato montato come descritto. Custodire queste istruzioni per l’uso per una eventuale consultazione successiva. Du må ikke ta dette apparatet i drift før du har lest denne bruksanvisningen, studert de angitte henvisningene og montert apparatet slik det beskrives. Skal oppvevares for senere bruk. U mag het apparaat niet in bedrijf nemen, voordat U deze bedieningsaanwijzing heeft gelezen, alle instructies hebt gevolgd en het apparaat volgens de beschrijving heeft gemonteerd. Bewaar deze bedieningsaanwijzing voor alle toekomstige toepassingen. Zanim nie przeczytają Państwo niniejszej Instrukcji obsługi, nie przyjmą do wiadomości i przestrzegania zawartych w niej wskazówek oraz nie zmontują urządzenia w opisany poniżej sposób, nie wolno uruchomić urządzenia. Niniejszą instrukcję należy przechować dla późniejszego wykorzystania. Запрещается вводить устройство в эксплуатацию до того, как Вы прочтете настоящее инструкцию по эксплуатации, учтете все приведенные указания и смонтируете устройство описанным образом. Сохранить инструкцию для использования в будущем Det är inte tillåtet att ta maskinen i drift om man inte noga har läst igenom bruksanvisningen, följt alla anvisningar och har monterat maskinen enligt monteringsanvisningarna. Förvara bruksanvisningen väl. Nesmiete stroj sprevádzkovať, pokiaľ si neprečítate tento návod na obsluhu, nevezmete na vedomie všetky uvádzané pokyny a pokiaľ prístroj podľa popisu nezmontujete. Návod si uschovajte pre prípad použitia v budúcnosti. Naprave ne smete pognati, preden ste prebrali to navodilo, upoštevali vse navedene napotke in napravo montirali, kot je opisano. Navodilo shranite za prihodnjo uporabo. 1 EG-Verklaring van overeenstemming Inhoud overeenkomstig de richtlijn van de raad 98/37 EG Verklaring van overeenstemming 110 Lever hoeveelheid 110 Bedrijfstijden 110 Symbolen op de kettingzaag 111 Symbolen in de gebruiksaanwijzing 111 Reglementaire toepassing 111 Restrisico’s 111 Veiligheidsinstructies 111 113 − Elektrische veiligheid Samenbouw 113 Vóór de eerste ingebruikname 113 113 − Smering van de ketting 113 − Olietank vullen Ingebruikname 114 − Netaansluiting 114 114 − Netzekering 114 − Netimpedantie 114 − In-/uitschakelen 114 − Kettingrem 114 − Controleren van de kettingrem 114 − Zaagketting spannen Werken met de kettingzaag 115 115 − Vóór het zagen 115 − Terugslag van de zaag 115 − Hoe kann ik zaagterugslag vermijden 115 − Algemeen gedrag bij het zagen 116 − Aanvullende instructies voor het zagen van stammen 116 − Aanvullende instructies voor het zagen van hout onder spanning/ontlasten 117 − Aanvullende instructies voor het vellen van bomen Onderhoud en reiniging 117 117 − Onderhoud 117 − Scherpen van de zaagketting 117 − Zaagketting en zwaard vervangen 118 − Kettingwiel 118 − Controleren van de olie-automatiek 118 − Reiniging Transport 118 Opslag 118 Garantie 118 Storingen 119 Technische gegevens 120 Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen 120/ 177 ATIKA GmbH & Co. KG Schinkelstraße 97 59229 Ahlen - Germany verklaren, iutsluitende verantwoordelijkheid, dat het produkt Kettingzaag type KS 2001/40, KS 2201/40 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de desbetreffende veiligheids- en gezonheidseisen van de richtlijn 98/37/EG, alsmede aan de eisen van de andere desbetreffende richlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG. Conformiteit-beoordeling-procedures: 2000/14/EG Aanhangsel V Gemeten LWA 104 dB (A) en gegarandeerd geluidsniveau LWA 105 dB (A). Ahlen, 06.12.2007 A. Pollmeier, Geschäftsleitung Lever hoeveelheid  Controleer na het uitpakken de inhoud van de verpakking op: > Aanwezigheid van alle onderdelen > Eventuele transportschade In het geval van onvolkomenheden dit direct aan uw leverancier melden. Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen. • • • • • • 1 Kettingzaag 1 Zwaard 1 Zaagketting 1 kettingbescherming 1 fles kettingolie (100 ml) 1 gebruiksaanwijzing Bedrijfstijden Houdt alstublieft vóór ingebruikname van het toestel rekening met de landelijke (regionale) voorschriften omtrent de lawaaibescherming. 110   Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften en na leven van de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.   Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de voorschriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid is alleen voor de gebruiker. Symbolen op de kettingzaag Lees voor de inbedrijfstelling de bedieningshandleiding en veiligheidsvoorschriften en neem deze in acht Schakel de motor uit voor reparatie-, onderhouds- en reinigingswerk-zaamheden en haal de netstekker uit de ontactdoos. Restrisico’s Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond van de constructie voor de toepassing van deze machine nog een aantal restricties. Meteen netstekker uit het stopcontact nemen, wanneer de aansluitleiding werd beschadigd of doorgesneden. Veiligheidshelm, oog- en geluidsbescherming dragen. De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhoudsvoorschriften nauwkeurig in acht genomen worden. Veiligheidshandschoenen dragen. Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van personenletsels en beschadigingen. Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtigheid beschermen.   Terugslaggevaar bij contact van de zwaardpunt met een vast voorwerp.   Gevaar van verwondingen van vingers en handen door het werktuig (zaagketting).   Verwonding door weggeslingerde werkstukdelen.   Elektrische slag.   Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de aansluitdraden.   Het aanraken van onder spanning staande delen bij een geopende elektrische delen.   Vermindering van het gehoor bij langdurig werken zonder gehoorbescherming.   Brandgevaar maximale snijlengte 400 mm Symbolen in de gebruiksaanwijzing L  Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of verwondingen tot gevolg hebben. Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan storing aan de machine veroorzaken. Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen u de machine optimaal te benutten. Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet zichtbare restricties bestaan. Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt precies uitgelegd wat u moet doen. Veiligheidsinstructies Houdt alstublieft rekening met de volgende instructies om zich zelf en andere tegen mogelijke verwondingen te beschermen. Reglementaire toepassing L   De kettingzaag is geschikt voor het − zagen van stammen, takken, houten balken, planken enz. en kan voor dwars- en lengssneden worden toegepast. − vellen van bomen.   De kettingzaag mag niet voor het zagen van bouw- en kunststoffen worden toegepast.   De kettingzaag is slechts voor privégebruik in de huis- of hobbytuin bestemd.   De kettingzaag is niet voor boswerkzaamheden (vellen en onttakken in het bos) geschikt. De vereiste veiligheid van de gebruiker is door de kabelverbinding niet gewaarborgd. L L 111 Bewaar deze veiligheidsinstructies (gebruiksaanwijzing) steeds samen met de kettingzaag op. De kettingzaag mag slechts door personen met voldoende ervaring worden bediend. Geef of leen de kettingzaag slechts aan personen die met de kettingzaag en zijn handhaving bekend zijn. Geef steeds de gebruiksaanwijzing mee. Reparaties aan het toestel dienen door de fabrikant resp. door door hem benoemde bedrijven te geschieden.   Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het gereedschap of de kabel niet aanraken. Houdt ze ver van uw werkplek weg.   Beschermt u zich tegen elektrische slag. Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen (bv pijpen, radiatoren, haarden, koelkasten enz.)   Maak niet gebruik van gescheurde zaagkettingen of zulke die hun vorm hebben veranderd.   Gebruik slechts goed geslepen zaagkettingen, omdat stompe zaagkettingen niet alleen het terugslaggevaa r verhogen, maar ook de motor belasten.   Begin met het snijden pas, wanneer de zaagketting het vol toerental heeft bereikt.   Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan.   Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de juiste belasting van de machine.   Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de veiligheid in gevaar kan brengen.   Het toestel resp. delen van het toestel niet veranderen.   Het toestel niet met water afspatten. (Gevarenbron elektrische stroom).   Bewaar het toestel veilig op. Niet benutte toestellen in een droge, gesloten en voor kinderen ontoegankelijke ruimte bewaren.   Schakel de machine uit en neem de steker uit het stopcontact bij: − contact van de ketting met aardrijk, stenen, nagels of andere vreemde voorwerpen B meteen ketting en zwaard controleren − Reparatiewerkzaamheden − Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden − bij het verhelpen van storing − doorgesneden aansluitleidingen − controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld of beschadigd zijn − transport − naspannen van de ketting − kettingwissel − Verlaten van de machine (ook bij korte onderbrekingen)   Onderhoudt de kettingzaag met zorgvuldigheid: − Houdt de werktuigen scherp en schoon, om beter en veilig te kunnen werken. − Volg de onderhoudsvoorschriften en de instructies omtrent het smeren en voor de werktuigwissel op. − Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en vet.   Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen. − Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorgvuldig worden onderzocht of de beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde onderdelen foutloos en volgens de voorschriften functioneren. − Controleer of alle bewegende delen van de machine goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed functioneren om de machine correct te laten werken.   Eerste gebruiker Wie voor de eerste keer met de kettingzaag werkt, moet een praktische scholing in de handhaving van de kettingzaag en de persoonlijke veiligheidsuitrusting door een ervaren bedienpersoon verkrijgen. Gebruikers die de kettingzaag voor de eerste keer gebruiken, dienen eerst het snijden van rond hout op een zaagbok of frame te oefenen.   Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige verwondingen leiden.   Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met behulp van de bedieningshandleiding.   Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie “Reglementaire toepassing”).   Zorg voor een goede werkhouding. Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding.   Draag de juiste werkkleding. − Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen. − Geen schoenen met gladde zolen dragen. (Veiligheidschoenen) − Bij lang haar een haarnet dragen. „ Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. − Gehoorbeschermer − Veiligheidsbril of gezichtsbescherming − Handschoenen − gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met hoofdverwondingen moet worden gerekend (bv bij het vellen en ontlasten van bomen).   Wij adviseren het dragen van een beenbescherming.   Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan ongevallen veroorzaken.   Let op de omgevingsinvloeden. − Zet de kettingzaag niet aan regen bloot. − Gebruik de kettingzaag niet in vochtige of natte omgeving. − Stel werkzaamheden bij ongunstig weer (regen, sneeuw, ijs, wind) uit – verhoogd gevaar van ongelukken! − Zorg voor een goede verlichting. − Gebruik de kettingzaag niet in de nabijheid van brandbare vloeistoffen of gassen.   Laat de machine niet zonder toezicht achter.   Bij werkpauzes dient de kettingzaag zo te worden neergelegd, dat niemand bedreigd wordt. Kettingzaag voor onbevoegd toegrijpen beschermen.   Personen onder 18 jaar mogen de kettingzaag niet bedienen.   Hou andere personen op afstand.   De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom optreden.   De operator is in het werkbereik tegenover derden verantwoordelijk.   Houdt kinderen weg. 112 − Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten, indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven. − Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te worden vervangen. Samenbouw Sluit de kettingzaag pas na complete samenbouw aan het stroomnet aan. Gevaar van verwondingen! Draag bij het samenbouwen veiligheidshandschoenen. B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend op een recht vlak. 1 B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigingsschroef (11) los te maken. 1 B Leg de zaagketting in de circulerende geleidingsgleuf van het zwaard. Let op de correcte looprichting van de schakels. 1 B Leg het zwaart op. 2 B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. 3 Zaagketting laat zich slecht rond om het kettingwiel leggen? 4 Draai de kettingspanner (22) linksom tot de zaagketting licht rond om het kettingwiel kan worden gelegd. Draai dan de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting vast is gespannen. B Breng de afdekking (10) weer aan. B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting spannen” is beschreven. Elektrische veiligheid   De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn, met een draad doorsnede van minstens: − 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m. − 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.   Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt minder.   Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal zijn gecoat.   De steekvoorziening van de aansluitleiding moet tegen spatwater beveiligd zijn.   Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat wordt.   Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact trekken.   Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.   Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is.   Gebruik geen defecte kabels.   Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.   Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.   Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buitenwerking stellen.   Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten. Vóór de eerste ingebruikname Smering van de ketting De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het gebruik zonder hechtolie leidt tot beschadiging van de kettingzaag. De levensduur en het snijvermogen van de ketting is afhankelijk van de optimale smering. Gedurende het bedrijf wordt de kettingzaag via het oliestroomkanaal automatisch met olie gesmeerd. Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd worden. Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats uitgevoerd worden. Alleen de originele onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan. Olietank vullen: 5 B Stel de kettingzaag op een geschikte ondergrond. B Schroef de olietanksluiting (9) open. B Vul de olietank met biologisch afvoerbare hechtolie voor kettingzagen (ca. 100 ml). Het vulpeil kunt u aan het kijkvenster (17) ontlenen. Gebruik voor het eenvoudiger vullen een trechter. Let bij het vullen erop dat geen vuil in de olietank geraakt. B Schroef de olietanksluiting (9) weer dicht. Druk bij het eerste vullen of na vullen van een geheel geledigde olietank de „primer“ ca. 10 x, om de oliein het circuit te pompen. 113  Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik van olie die niet voor kettingzagen is geschikt, vervalt de garantie. B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 1 en schakel de kettingzaag in. 8 Pos. 1 = kettingrem losgezet zaagketting start niet Ingebruikname Zaagketting spannen Controleer de zaagkettingspanning vóór B werkbegin B na de eerste sneden B gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten  Slechts met een correct gespannen zaagketting en een toereikende smering heeft u invloed op de levensduur. L Netaansluiting   Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.) die op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact aan. L Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 230V met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).   Gebruik verleng kabel met voldoende diameter L Houdt alstublieft rekening met het volgende: B een nieuwe zaagketting moet vaker worden nagespannen tot ze zich heeft uitgerekt. B bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt ze zich uit en moet worden nagespannen. L Netzekering Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling anders te hoge spanningen in de zaagketting zouden ontstaan. B klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen naspannen. 16 A traag In-/Uitschakelaar Gebruik geen toestel, waarbij − zicht de schakelaar nie laat t in- en uitschakelen. − de ketting- en motorrem niet reglementair werken Spannen van de zaagketting: 1. Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend op een recht vlak. 2. Maak de bevestigingsschroef (11) 1 – 2 omdraaiingen tegen de wijzers van de klok in los. 9 3. Draai de kettingspanring (12) stapsgewijs rechtsom tot de juiste kettingspanning is behaalt. Het rasteffect voorkomt dat zich de kettingspanning losmaakt. 9 Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen door de klantenservice. Bij het inschakelen is de kettingzaag veilig te steuen en vast te houden. Ketting en zwaard moeten vrij staan. Inschakelen 6 Inschakelblokkering (5) drukken en vasthouden. Dan de in/uitschakelaar (6) bedienen. De inschakelblokkering weer loslaten. L De bevestigingsschroef (11) draait zich mee, eventueel moet ze gedurende het spanproces weer worden losgemaakt. 4. De zaagketting is correct gespannen, wanneer ze in het midden van het zwaard om ca. 3 – 4 mm kan worden opgetild. 10 5. Draai de kettingspanring (12) linksom, wanneer de zaagketting te sterk is gespannen. 6. Trek de bevestigingsschroef met de hand weer vast. 7. Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf van het zwaard liggen. Uitschakelen In-/uitschakelaar loslaten. Kettingrem De kettingrem is een veiligheidsmechanisme dat bij terugslagende kettingzaag via de voorste handbescherming of na loslaten van de in-/uitschakelaar wordt geactiveerd. De zaagketting stopt onmiddellijk (< 0,1 sec.). Werken met de kettingzaag Controleren van de kettingrem Controleer van tijd tot tijd de werking van de kettingrem. B Breng de kettingrem-verzoorzaking (3) in pos. 2 en schakel de kettingzaag in. 7 Pos. 2 = kettingrem actief zaagketting start niet Vóór het zagen Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het zagen de volgende controles uit: B Werd de kettingzaag geheel en volgens de voorschriften gemonteerd? B Is de kettingzaag in goede en veilige toestand? 114 Alleen met correct gespannen zaagketting werken. De kettingzaag altijd vast met beide handen houden. De klauwenaanslag als hendel gebruiken. 16 Nooit over schouderhoogte werken. Nooit meerdere takken in één keer doorzagen. Bij het ontlasten erop letten dat geen andere tak wordt geraakt. − Bij het inkorten naar mogelijkheid gebruik maken van een zaagblok. − Steeksneden mogen slechts door geschoold personeel worden uitgevoerd. B Is de olietank gevuld? Controleer het oliepeil in het kijkvenster (17) regelmatig. Vul meteen olie bij, wanneer het oliepeil “MIN” weergeeft, opdat de zaagketting niet droog loopt. B Is de zaagketting correct gespannen? Let op de punten in het gedeelte „Zaagketting spannen”. B Is de zaagketting correct geslepen? Alleen met een geslepen zaagketting werkt u veilig en goed. B Is de kettingrem losgezet en werkt ze foutvrij? De kettingrem-activator (3) moet in pos. 1 staan. Let op de punten in het gedeelte „Controleren van de kettingrem”. B Is de handgreep schoon en droog – vrij van olie en hars? B Is de werkplaats vrij van struikelgevaren? B Draagt u de vereiste veiligheidsuitrusting? B Heeft u alle instructies gelezen en begrepen? B Zijn de netstekker en de verlengkabel in goede toestand? gebruik geen defecte leidingen B Is de verlengkabel correct verlegd? 11 Verbindt de toestelstekker met de verlengkabel. Vorm dan met de verlengkabel een enge lus en schuif deze door het veiligheidsstuk. Hang dan de lus in de haak in. De steekverbinding is nu tegen een zelfstandig loswerken gezekerd. − − − − − Algemeen gedrag bij het zagen + Werk niet op sneeuw, ijs of vers geschilt hout – slipgevaar. + Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij mist, regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details in het valbereik niet meer herkennen – gevaar voor ongelukken. + Zorg voor een veilige en opgeruimde werkplaats. + Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Houdt steeds het evenwicht. Werk niet met voorovergebogen bovenlichaam. + Exploiteer de kettingzaag slechts met veilige stand. Houdt de kettingzaag licht rechts van uw eigen lichaam. + Gebruik de kettingzaag niet voor het optillen of bewegen van hout. + Let erop dat het hout vrij van vreemde voorwerpen (stenen, nagels enz.) is. + Houdt de kettingzaag steeds met beide handen vast, linker hand aan de voorste handgreep (4) en rechter hand aan de achterste handgreep (17). Zaag nooit met één hand. 14 + Zorg ervoor dat zich het hout gedurende het zagen niet verdraaid. + Zaag gespinterd hout met voorzichtigheid. Er bestaat gevaar van verwondingen door meegescheurde houten stukken. + Laat de zaagketting eerst draaien, alvorens ze contact met hout heeft. + Snij alleen met de onderkant het zaaggoed. Snijden met de bovenkant veroorzaakt zaagterugslag. + Zet de kettingzaag zo vlak als mogelijk aan. + Gebruik de klauwenaanslag (16) voor het fixeren van de kettingzaag op het hout. Gebruik de klauwenaanslag gedurende het zagen als hendel. 16 + Zet bij het zagen van sterkere takken of stammen de klauwenaanslag (16) aan een dieper punt na. Voor het nazetten maak de klauwenaanslag uit het hout los en zet hem opnieuw dieper aan. Verwijder hierbij de zaag niet uit de snede. + Laat de kettingzaag werken, doordat u via de klauwenaanslag een lichte druk veroorzaakt. Druk bij het zagen niet met geweld. + Werk nooit − met gestrekte armen − aan moeilijk te bereiken plekken − op een ladder, een steiger of een boom staande. + Zaag nooit met de kettingzaag boven schouderhoogte. Let gedurende het werken erop dat de verlengkabel altijd naar achteren van de kettingzaag wegvoert, buiten het bereik zaagketting en zaaggoed. Terugslag van de zaag Wat is zaagterugslag? Zaagterugslag is het plotseling hoogen terugslaan van de draaiende kettingzaag in richting van de gebruiker. Dit ontstaat, wanneer − de zwaardpunt het zaaggoed (onopzettelijk) of andere vaste voorwerpen raakt. − bij klemmende zaagketting. De kettingzaag reageert ongecontroleert en veroorzaakt vaak zware verwondingen bij de gebruiker. Wees bij zijdelingse sneden, schuin- en langssneden bijzonder voorzichtig, omdat hier de klauwenaanslag (16) niet wordt aangezet. Hoe kan ik zaagterugslag vermijden? − Nooit met de punt van het zwaard voor het snijden aanzetten. 12 − Nooit met de bovenkant van de zwaardpunt zagen. 13 − De kettingzaag altijd zo vlak als mogelijk aanzetten. 15 − Slecht met draaiende zaagketting de snede beginnen. − Nooit bij opzette zaagketting de machine inschakelen. − Alleen met scherpe en correct geslepen zaagketting werken. − Nooit met losse of verslapte zaagketting werken. 115 + Overbelast de kettingzaag niet. U behaalt de meest optimale snijresultaten, wanneer de kettingsnelheid niet daalt. + Wees op het einde van een zaagsnede voorzichtig. Zodra de zaag uit het hout komt, verandert zich de gewichtskracht. Er bestaat gevaar voor ongelukken voor benen en voeten. + Verwijder de kettingzaag slechts met draaiende zaagketting uit de snede. + Raak nooit met draaiende zaag draadafrasteringen of de vloer. + Schakel de kettingszaag tussen de sneden uit, wanneer meerdere sneden worden uitgevoerd. + Verklemt zich de zaagketting in het hout, het toestel meteen uitschakelen en uit het stopcontact nemen. Gebruik een wig om het zwaard weer vrij te krijgen. + Maak pauzes gedurende het zagen, opdat zich de elektrische motor kan afkoelen. o Hout op de onderkant in spanning 18 n o n o n o p q Zet dan met afstand tot de eerste snede van boven een tweede snede die de stam doorsnijdt. Zet 15 cm van de stam vandaan van beneden een snede (een derde van de stamdoorsnede). Zet dan ca. 8 cm verder naar buiten van boven de tweede snede die de tak doorsnijdt. Snijdt voor het verwijderen van reststukken de tak dicht aan de stam van beneden een derde aan. Zet van boven de tweede snede die het reststuk verwijdert. Draag steeds een helm om zich tegen vallende takken te beschermen. + Let op de lengte van het zwaard. Er mogen slechts bomen worden geveld, waarvan de stamdoorsnede kleiner is dan de zwaardlengte. + Zeker voor het vellen het werkbereik. Let erop dat zich geen personen of dieren in het valbereik ophouden (minimale afstand 2 boomlengtes). + Waarborg dat het werkbereik rond om de stam vrij is van struikelgevaren en dat u een veilige vluchtweg heeft. + Zorg voor een veilige stand. 21 + Tip: Leg voor het vellen van de boom de velrichting vast. Houdt hierbij rekening met het zwaartepunt van de boomkruin, met bomen in de nabijheid, hangrichting, gezondheidstoestand van de boom en windrichting. Op deze kant wordt de velkerf ingesneden. Worden onder spanning staande takken, bomen of hout door zagen van de spanning bevrijdt, moet men bijzonder voorzichtig zijn. Het zaaggoed kan absoluut ongecontroleerd reageren en tot zware verwondingen of dood leiden. Zulke werkzaamheden dienen slechts door geschoolde vakmensen te worden uitgevoerd. n + - de Hout op de bovenkant in spanning 17 n Zet van beneden een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar boven. Aanvullende instructies voor het vellen van bomen Aanvullende instructies voor het zagen van hout onder spanning/ ontlasten o Zet dan op identieke plaats van beneden een tweede snede die de stam doorsnijdt. Onttakken 20 + Leg de stam voor het zagen nooit op de aardbodem. De stam zo steunen dat zich de snede niet sluit en de zaagketting klemt. Gebruik een veilige steun (bv zaagbok). Vermijdt het contact van de bodem met de zwaardpunt of de zaagketting. + Richt kortere stammen vóór het zagen in en klem deze vast. + Vermijdt het snijden van dun struikgewas of snijhout. De kettingzaag is voor deze werkzaamheden niet geschikt. + Voer langssneden met bijzondere zorgvuldigheid uit, omdat de klauwenaanslag niet wordt toegepast. U voorkomt zaagterugslag, door de zaag in een vlakke hoek te voeren. + Staat u bij werkzaamheden op een helling steeds boven of zijdelings van de stam resp. het liggend zaaggoed. Let op wegrollende stammen. de ontlastingssnede en de scheidingssnede kettingzaag kan anders klemmen of terugslaan. Zet van boven een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar beneden. Sterke stammen en sterke spanning 19 Aanvullende instructies voor het zagen van stammen Zet bij alle werkzaamheden eerst aan de drukzijde Zet dan op identieke plaats van boven een tweede snede die de stam doorsnijdt. Zet van beneden een snede (een derde van de stamdoorsnede) naar boven. 116 Boom vellen: 22 B Maak het werkbereik aan de stam vrij van storende takken, struikgewas en obstakels. B Maak de stamvoet grondig schoon – zand, stenen en andere vreemde voorwerpen maken de zaagketting stomp. B Houdt u rekening met de gezondheidstoestand van de boom – wees voorzichtig bij stammen met B B B B B beschadigingen of dood hout (uitgedroogd, vermolmd of afgestorven hout). Zaag een ca. 1/3 van de boomdoorsnede diepe velkerf in de stam. Zet eerst de horizontale snede en dan als tweede een snede van boven in de hoek van 45°. Zaag nu op de tegenover liggende kant van de stam een horizontale velsnede. Deze snede dient iets hoger (ca. 4 cm) te worden aangezet dan de horizontalge snede van de velkerf. In geen geval de stam doorzagen. Er moeten ca. 1/10 van de stamdoorsnede blijven staan. Indien de boom voortijdig begint te vallen, meteen de kettingzaag uit de snede trekken en terug of naar opzij stappen. Drijf de spie in de horizontale velsnede om de boom tot val te brengen. Let op vallende takken of twijgen, wanneer de boom begint te vallen. Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden dienen vóór gebruik van de kettingzaag te worden uitgevoerd. Scherpen van de zaagketting Om een zaagketting te slijpen, is sommige vakkennis noodzakelijk. Laat de zaagketting in de vakhandel naslijpen. U kunt uw zaagketting echter ook met een kettingslijpapparaat KSG 220 (artikel-nr.: 302360) zelf slijpen. Alleen met een scherpe en schone zaagketting kunt u veilig en goed werken. Zaagketting en zwaard vervangen Zaagketting en zwaard zijn aan grote slijtage blootgezet. Vervang de zaagketting en het zwaard direct, wanneer de correcte werking niet is gewaarborgd. B Leg de kettingzaag met de motor naar beneden wijzend op een recht vlak. B Verwijder de afdekking (10) door de bevestigingsschroef (11) los te maken. 1 B Draai de kettingspanner (22) linksom om de zaagketting iets los te maken. B Neem het zwaard met de zaagketting af. 3 B Reinig de geleidingsgleuf grondig, wanneer slechts de zaagketting wordt vervangen. 4 B Let bij de inbouw erop dat de schakels correct in de geleidingsgleuf en aan het kettingwiel (13) liggen. B Draai de kettingspanner (22) rechtsom tot de zaagketting is gespannen. B Breng de afdekking (10) weer aan. B Span de zaagketting zoals in het gedeelte “Zaagketting spannen” is beschreven. Onderhoud en reiniging Voor aanvang van iedere onderhoudsen reinigingsbeurt − Toestel uitschakelen − Wachten tot de kettingzaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen bedrijven. De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht en gecontroleerd worden. Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg hebben. Kettingwiel De belasting van het kettingwiel (13) is bijzonder groot. Controleer de tanden van het kettingwiel regelmatig op slijtage of beschadiging. Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de levensduur van de zaagketting en dient vandaar meteen door de klantenservice te worden vervangen. Onderhoud Draag handschoenen om verwondingen te voorkomen. Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van de kettingzagen is gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit. Controleren van de olie-automatiek U controleert de werking van de automatische kettingsmering, door de kettingzaag in te schakelen en ze met de punt in richting van een kartonnen doos op papier op de bodem te houden. Raak de bodem niet met de ketting. Veiligheidsafstand van 20 cm opvolgen. Vertoont zich bij de controle een toenemend oliespoor, werkt de olie-automatiek onberispelijk. Toont zich ondanks volle olietank geen oliespoor B reinig de oliestroomkanaal (14) en de bovenste kettingspanboring (15). 23 Controleer de kettingzaag op blijkbare gebrekken zoals − losse, losgehakte of beschadigde zaagketting − losse bevestiging − versleten of beschadigde onderdelen Controleer de kettingzaag na ieder gebruik op − slijtage, vooral ketting, zwaard en kettingwiel. − correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of veiligheidsvoorzieningen. 117 B Heeft dit geen succes, richt u zich dan aan de klantenservice. Garantie Reiniging Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantieverklaring. Reinig de kettingzaag zorgvuldig na ieder gebruik, opdat de foutloze werking blijft bewaard. B Reinig de behuizing met een zachte borstel of een droge doek. Water, oplosmiddelen en polijstmiddelen mogen niet worden toegepast. B Let erop dat de ventilatiegleuven voor de motorkoeling vrij zijn (gevaar van oververhitting). B Demonteer na langere inzetduur (1 – 3 uren) de afdekking, het zwaard en de ketting en reinig ze met een borstel. 24 B Leg de ketting bij sterke verontreiniging of verharsen enkele uren in een bak met kettingreinigingsmiddel. Vervolgens de ketting met zuiver water afspoelen. B Bevrij het kettingwiel en de zwaardbevestiging met een borstel van alle vastklevingen. B Maak het oliestroomkanaal met een schone doek schoon. Transport Voor het transport de steker uit het stop-contact nemen. Transporteer de zaag slechts met opgestoken kettingbescherming. Opslag ƒ Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen. ƒ Om de levensduur van de machine te verlengen en de machine optimaal te laten functioneren is het gewenst voor opslag de volgende punten in uit te voeren: − De machine grondig reinigen. B Verwijder de olie uit de olietank. Tip: Sommige kettingolies neigen na langere tijd tot verkorsten. Vandaar dient het oliesysteem vóór een langere opslag met een kettingzaagreiniger te worden doorgespoeld. Vul de reiniger tot de helft (ca. 50 ml) in de olietank. Sluit de tank. Schakel de kettingzaag zonder gemonteerde zwaard en ketting zo lang in, tot de gehele reiniger uit de olieopening van de kettingzaag is vrijgekomen. B Leg de zaagketting kort in een oliebad en wikkel ze vervolgens in oliepapier in. 118 Storingen Voor het verhelpen van iedere storing − Toestel uitschakelen − Wachten tot de kettingzaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken  Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden. Storing Mogelijke oorzaak Kettingzaag loopt na inschakelen niet  Kettingrem aan  Geen stroom   Kettingzaag werkt met onderbrekingen    Kettingzaag hort en stoot, trilt of zaag  niet correct    Kettingzaag werkt niet met volle  capaciteit  Zaagketting wordt heet geen zaagkettingsmering       Oplossing  Kettingrem loszetten  Stroomverzorging, stopcontact, zekering controleren Verlengkabel beschadigdt  Verlengkabel controleren, defecte kabel direct vervangen Netstekker, motor of schakelaar  Motor of schakelaar door een defect.. servicewerkplaats laten repareren of met originele onderdelen laten vervangen. extern loszittend contact  Richt u zich alstublieft aan de intern loszittend contact klantenservice. In-/uitschakelaar defect Ketting stomp  Ketting laten naslijpen of vervangen  Ketting vervangen Ketting versleten  Kettingspanning controleren en Kettingspanning instellen  Ketting opnieuw monteren Ketting niet correct gemonteerd (tanden wijzen in de verkeerde richting) Verlengkabel te lang of te kleine  Verlengkabel met voldoende doorsnede doorsnede gebruiken Stopcontact te ver van  Stopcontact dat nader in het hoofdaansluiting vandaan werkbereik ligt, gebruiken geen olie in de tank  Olie bijvullen Oliestroomkanaal verstopt  Oliestroomkanaal reinigen Kettingspanning te hoog  Kettingspanning instellen Ketting stomp  Ketting laten naslijpen of vervangen geen olie in de tank  Olie bijvullen Oliestroomkanaal verstopt  Oliestroomkanaal reinigen 119 Technische gegevens Type Vermogen P1 Spanning Frequentie Stationair toerental n0 Netzekering Zwaardlengte Snelheid van de zaagketting Olietankvolume max. Veiligheidsklasse Remtijd van de kettingrem Gewicht gemeten geluidsniveau LWA gegarandeerd geluidsniveau LWA Geluiddrukpegel LPA (volgens 2000/14/EG) Hand-arm-trilling voren volgens EN 1033/DIN 45675 Hand-arm-trilling achteren volgens EN 1033/DIN 45675 KS 2001/40 2000 W KS 2201/40 2200 W 230 V~ 50 Hz 7600 min –1 16 A traag 400 mm 13,5 m/s 150 ml ΙΙ / 0,1 sek. ca. 5,9 kg 104 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG) 105 dB (A) (gemeten volgens richtlijn 2000/14/EG) 94,3 dB (A) avhw = < 3,39 m/s² avhw = < 3,69 m/s² Toestelbeschrijving / Reserveonderlen Positie Bestell-nr. Benaming 1 362645 Zwaard 2 362992 Zaagketting 3 362623 Kettingrem-activator 4 362624 voorste handgreep 5 Inschakelblokkering 6 In-/uitschakelaar 7 Ventilatiegleuven motor 8 Toestelleiding met steker 9 362610 Sluiting olietank 10 362625 Afdekking 11 Bevestigingsschroef 12 Kettingspanning Positie 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 120 Bestell-nr. Benaming 362923 Kettingwiel Oliestroomkanaal bovenste kettingspanboring 362626 Klauwenaanslag achterste handgreep 362921 Kettingbescherming 362622 Veiligheidssticker 362627 Set koolborstels (zonder afbeelding) 362928 Zaagkettingolie 100 ml Kettingspanner (zonder afbeelding) 400144 Zaagkettingolie 1 l (zonder afb.)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179

ATIKA KS 2001 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding