PFT RITMO plus M Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
(artikelnummer van de gebruiksaanwijzing 00 09 64 16)
(artikelnummer van de machine 00 06 49 61)
(artikelnummer van de machine 00 07 84 01)
(artikelnummer van de machine 00 09 72 88)
MENGPOMP
PFT RITMO
PFT RITMO plus M
WIJ ZORGEN ERVOOR DAT ALLES IN BEWEGING BLIJFT
Inhoudsopgave
Altijd in acht nemen! 4
Altijd in acht nemen! 5
Algemene veiligheidsinstructies 6
Fundamentele veiligheidsinstructies 7
Werking 8
Overzicht RITMO art.-nr.00064961 9
Overzicht compressor RITMO plus M art.-nr. 00078401 10
Overzicht schakelkast RITMO 00064961 en RITMO plus M 00078401 11
Overzicht waterarmatuur RITMO 00064961 en RITMO plus M 00078401 12
Instelwaarden 13
Technische gegevens 14
Bouwgroep rotor/stator/morteldrukmanometer 14
Bouwgroep rotor/stator/morteldrukmanometer 15
Mortelpomp 16
Gebruik als pomp (voor brij-achtig materiaal) 17
Het gebruik als mengpomp (voor metselklare mortel) 18
Het gebruik als mengpomp met compressor (voor metselklare mortel) 20
Werkonderbreking 22
Maatregelen bij werkonderbrekeing of werkeinde 22
Storing – Oorzaak – Oplossing 23
Verwijderen van slangverstoppingen 25
Maatregelen bij stroomuitval 25
Maatregelen bij wateruitval 25
Maatregelen bij vorstgevaar 26
Transport 26
Onderhoud 27
Luchtfilterreiniging compressor / controle koolschuif compressor 28
Toebehoren 29
Toebehoren 31
Tekening reserveonderdelen voor motor en schermrooster RITMO 32
Reserveonderdelenlijst voor motor en schermrooster RITMO 33
Tekening reserveonderdelen voor materiaalbak RITMO artikelnr. 00 06 50 28 34
Reserveonderdelenlijst voor materiaalbak RITMO artikelnummer 00 06 50 28 35
Tekening reserveonderdelen voor frame RITMO artikelnummer 00 06 50 50 36
Reserveonderdelenlijst voor frame RITMO artikelnummer 00 06 50 50 37
Tekening reserveonderdelen voor schakelkast RITMO artikelnr. 00 06 53 12 38
Reserveonderdelenlijst voor schakelkast RITMO artikelnummer 00 06 53 12 39
Tekening reserveonderdelen voor waterarmatuur RITMO artikelnr. 00073652 40
Reserveonderdelenlijst voor waterarmatuur RITMO artikelnummer 00073652 41
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01 42
Tekening reserveonderdelen compressor artikelnummer 00 07 88 17 42
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01 43
Reserveonderdelenlijst compressor artikelnummer 00 07 88 17 43
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01 44
Tekening reserveonderdelen spuitset mortel artikelnummer 00 05 79 21 44
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01 45
Reserveonderdelenlijst spuitset mortel artikelnummer 00 05 79 21 45
RITMO plus M artikelnummer 00 09 72 88 46
Tekening reserveonderdelen spuitset mortel artikelnummer 00 09 77 44 46
RITMO plus M artikelnummer 00 09 72 88 47
Reserveonderdelenlijst spuitset mortel artikelnummer 00 09 77 44 47
Schakelschema 48
Schakelschema 49
Instelwaarden van de parameters voor frequentieomvormer Yaskawa type 606 V7 50
Verhelpen van storingen frequentieomvormer 51
Checklijst voor jaarlijkse controle door een deskundige (kopieervoorbeeld) 59
Van harte gefeliciteerd met uw aankoop. U hebt een goede keuze gemaakt, omdat u de kwaliteit
van een merkproduct van een goede firma waardeert.
De mengpomp PFT RITMO voldoet aan de nieuwste stand van de techniek. Deze is functioneel
vormgegeven, zodat de pomp bij de ruwe omstandigheden op de bouwplaats een trouw
hulpmiddel is.
Deze gebruiksaanwijzing dient permanent op de plaats waar de machine wordt gebruikt te worden
bewaard en binnen handbereik te zijn. Deze informeert u over de verschillende functies van het
toestel. Voor ingebruikneming van de machine moet de gebruiksaanwijzing grondig worden
bestudeerd, omdat wij voor ongevallen en vernielingen van het materiaal, veroorzaakt door
verkeerde bediening, geen aansprakelijkheid kunnen aanvaarden.
Bij een correcte bediening en zorgvuldige behandeling zal de mengpomp PFT RITMO een trouw
hulpmiddel zijn.
Het doorgeven van dit document, ook bij wijze van uittreksel, is zonder schriftelijke toestemming
verboden. Alle technische gegevens, tekeningen enz. vallen onder de wet op de bescherming van
het auteursrecht. Alle rechten, vergissingen en wijzigingen voorbehouden.
Eerste inspectie na levering
Een belangrijke taak van alle monteurs die de mengpomp PFT RITMO leveren betreft de controle
van de machine-instelling aan het einde van de eerste arbeidscyclus. Tijdens de eerste looptijd
kunnen de fabrieksinstellingen wijzigen. Indien deze niet op tijd, direct na de ingebruikneming,
worden gecorrigeerd, dan bestaat het gevaar van bedrijfsstoringen.
Altijd in acht nemen!
LET OP!
Indien aanvullende onderdelen voor speciale bewerkingen worden
geïnstalleerd die niet in de huidige gebruiksaanwijzing zijn aangegeven,
dan dient u zich aan de gebruiks-, veiligheids- en
onderhoudsvoorschriften te houden.
LET OP!
Het is verboden de machine voor andere dan de daarvoor bestemde
doeleinden te gebruiken.
LET OP!
Het is verboden de machine in een explosieve omgeving te gebruiken.
LET OP!
De machine moet altijd in perfecte staat en conform deze
gebruiksaanwijzingen worden gebruikt, met inachtneming van de
veiligheidsinstructies en waarschuwingen voor gevaar. Beschadigingen
die de goede werking kunnen beperken, moeten onmiddellijk worden
verholpen.
LET OP!
De gebruikers moeten het gevaar in acht nemen dat zij met hun kleding
en / of lange haren in de bewegende delen kunnen blijven hangen.
Ook het dragen van kettingen, armbanden en ringen kan gevaar
opleveren.
LET OP!
De werkplek van de gebruiker moet schoon en ordelijk zijn en vrij van
voorwerpen die de bewegingsvrijheid zouden kunnen beperken.
Altijd in acht nemen!
LET OP!
De werkplek moet voor de betreffende werkzaamheden voldoende zijn
verlicht.
Onvoldoende of overmatige verlichting kan ook gevaarlijk zijn.
Boven de schakelkast.
Bevestigd conform EU-richtlijnen.
Serienummer.
Controledatum (voor verzending).
Controle / handtekening.
Boven de schakelkast.
PFT typeplaatje.
Algemene veiligheidsinstructies
1. De veiligheidsinstructies en waarschuwingen voor gevaar aan de machine moeten in acht
worden genomen en leesbaar worden gehouden!
2. In- en uitschakelprocedures, controle-indicaties en signaallampen moeten conform de
gebruiksaanwijzing in acht worden genomen.
3. De machine moet stabiel op een effen oppervlak worden opgesteld en tegen onbedoelde
bewegingen worden beveiligd. Deze mag noch kantelen noch wegrollen. De machine dient zo
te worden opgesteld dat deze niet door omlaagvallende voorwerpen geraakt kan worden. De
bedieningselementen moeten vrij toegankelijk zijn.
4. Tenminste een keer per ploeg moet de machine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en
gebreken worden gecontroleerd! Daarbij moet in het bijzonder op elektrische toevoerleidingen,
koppelingen, stekkers, lucht-, water- en transportleidingen worden gelet. Vastgestelde
gebreken moeten onmiddellijk worden verholpen.
5. Reserveonderdelen moeten aan de door de fabrikant vastgelegde technische vereisten
voldoen. Dat is bij originele PFT-onderdelen altijd gegarandeerd!
6. De machine mag alleen op een bouwstroomverdeler met een met FI-veiligheidsschakelaar
(30mA) worden aangesloten. Als de besturing van de machine een frequentieomvormer met 3
fasen bevat, dan moet de FI-veiligheidsschakelaar (30mA) van de bouwstroomverdeler
gevoelig zijn voor alle soorten stroom.
7. De machine mag uitsluitend door geschoold of geïnstrueerd personeel in gebruik worden
genomen. De bevoegdheden van het personeel voor het bedienen, instellen, onderhouden en
in stand houden moet duidelijk worden vastgelegd!
8. Personeel dat geschoold of onderwezen wordt of dat zich in opleiding bevindt, mag enkel
onder toezicht van een ervaren persoon aan de machine werken!
9. Werkzaamheden aan elektrische uitrustingen van de machine mogen uitsluitend door een
elektrotechnicus of door elektrisch geschoolde personen onder toezicht van een
elektrotechnicus volgens de elektrotechnische regels worden uitgevoerd.
10. Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de machine compleet zijn uitgeschakeld en
tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd (bijv. hoofdschakelaar afsluiten en
sleutel uittrekken of een waarschuwingsbord aan de hoofdschakelaar aanbrengen).
11. Indien werkzaamheden aan spanningvoerende delen noodzakelijk zijn, dan moet er een
tweede persoon bij worden gehaald die in geval van nood de stroomtoevoer kan onderbreken.
12. Voor het openen van verbindingen van de transportleiding moet u de installatie drukloos
schakelen!
13. Voor het reinigen van de machine met een waterstraal moeten alle openingen worden afgedekt
waarin om veiligheids- en functieredenen geen water mag indringen (bijv.: elektromotoren en
schakelkasten). Na het reinigen de afdekkingen volledig verwijderen.
14. Alleen originele zekeringen met de voorgeschreven stroomsterkte gebruiken!
15. Ook bij een geringe verandering van standplaats moet de machine van elke externe
energietoevoer worden gescheiden. Voordat de machine opnieuw in gebruik wordt genomen,
moet deze weer volgens de voorschriften op het stroomnet worden aangesloten.
16. Een kraantransport van de machine is alleen toegestaan als de machine stevig op een euro-
pallet wordt vastgebonden. Alle verwijderbare delen moeten van tevoren worden
gedemonteerd. Niemand mag zich in de gevarenzone van de kraan bevinden. Alle
maatregelen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat er geen delen omlaag kunnen
vallen.
17. Veiligheidsinrichtingen, zoals bijv. kantelschakelaars, schermroosters, enz. mogen niet worden
gemanipuleerd. Voor u begint te werken, moeten de veiligheidsinrichtingen apart worden
gecontroleerd.
18. Bij langere werkpauzes dient u er rekening mee te houden dat het materiaal hard wordt, wat tot
bedrijfsstoringen leidt. Daarom bij langere pauzes altijd de machine leeg draaien en reinigen
(incl. spuittoestel en transportslangen).
19. Nooit met voorwerpen in de bak met droogmateriaal of het pompreservoir grijpen.
20. Als een permanent geluidsdrukniveau van 85 dB(A) wordt overschreden, moet er passende
geluidsbescherming ter beschikking worden gesteld.
21. De machine moet een keer per jaar door een deskundige worden gecontroleerd. De controle
moet worden gedocumenteerd en de volgende punten bevatten: visuele controle op zichtbare
gebreken, functiecontrole, controle van de veiligheidsinrichtingen, hoogspanningsproef van de
schakelkast.
22. Bij vorstgevaar kunnen veiligheidsrelevante componenten beschadigd worden. Bij vorstgevaar
altijd water aftappen.
23. Het smeer- en onderhoudsschema van de machine moet in acht worden genomen, omdat
anders de garantieclaim vervalt.
24. Veranderingen aan de machine zijn niet toegestaan en leiden ertoe dat elke aansprakelijkheid
door de firma Knauf PFT GmbH & Co. KG wordt uitgesloten.
25. Bij pompen en mengpompen dienen bovendien nog de volgende veiligheidsinstructies in acht
te worden genomen. Bij spuitwerkzaamheden moet een passende bescherming worden
gedragen: veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, handschoenen, evt.
huidbeschermingscrème en adembescherming.
Bij het verwijderen van verstoppingen moet de handelende persoon zich zo opstellen dat hij/zij
niet door naar buiten komende mortel kan worden geraakt. Bovendien moet u een
veiligheidsbril dragen. Andere personen mogen zich daarbij niet in de directe omgeving van de
machine bevinden!
Er mogen uitsluitend transportslangen met een toegestane bedrijfsdruk van min. 40 bar worden
gebruikt. De barstdruk van de transportslang moet min. de 2,5-voudige waarde van de
bedrijfsdruk bereiken. De machine mag niet zonder morteldrukmanometer worden gebruikt.
Voor het openen van morteldrukslangen moeten deze drukloos worden gemaakt. Bij
afstandsbediening van de machine door middel van een spuittoestel of afstandsbesturing kan
de machine altijd worden in- of uitgeschakeld zonder dat een persoon direct aan de machine
werkt.
Fundamentele veiligheidsinstructies
In de gebruiksaanwijzing worden de volgende aanduidingen of tekens voor bijzonder belangrijke
informatie gebruikt:
AANWIJZING:
Bijzondere informatie met het oog op het zuinige gebruik van de machine.
LET OP!
Bijzondere informatie resp. ge- en verboden om beschadigingen te voorkomen.
LET OP!
De machine mag uitsluitend in technisch perfecte staat evenals volgens de voorschriften, op een
veilige manier en bewust van mogelijke gevaren, met inachtneming van de gebruiksaanwijzing
worden gebruikt! Vooral storingen die de veiligheid kunnen beperken, moeten onmiddellijk worden
verholpen.
Om u de bediening van onze machines zo gemakkelijk mogelijk te maken, willen wij u graag kort
met de belangrijkste veiligheidsregels vertrouwd maken. Als u deze in acht neemt, zult u met onze
machine lange tijd veilig en conform de kwaliteiteseisen kunnen werken.
Gebruik volgens de bestemming
De PFT RITMO is een ononderbroken werkende mengpomp voor fabrieksmatig voorgemengde en
voor machines geschikte metselklare mortel tot een korrelgrootte van 3 mm.
De PFT RITMO kan ook voor het pompen van brij-achtige materialen worden gebruikt.
De machine is voor een permanente bedrijfsdruk van max. 15 bar ontworpen.
De verwerkingsrichtlijnen van de materiaalfabrikanten moeten altijd in acht worden genomen.
Werking
De PFT RITMO is voor het vullen met zakgoederen ontworpen. De mengspiraal en de pomp
worden door een tandwielmotor aangedreven. Het toerental van de pompmotor kan traploos in het
bereik van 175-650 t/min worden ingesteld. Het droogmateriaal wordt in de mengzone met water
aangevuld en gemengd. De waterdoorstroomhoeveelheid moet met de hand aan het naaldventiel
worden ingesteld. Een controle van de doorstroomhoeveelheid is met behulp van de
doorstroommeter mogelijk. Een drukschakelaar bewaakt de stroomdruk van het water. Indien deze
onder 1,2 bar daalt, dan schakelt de machine automatisch uit. Door het voorschakelen van een
drukverhogingspomp (toebehoren) wordt dit probleem verholpen.
De gemengde mortel wordt door een, na de mengspiraal geschakelde, wormpomp weggepompt.
Aan het einde van de transportslang (toebehoren) kan een spuittoestel (toebehoren) worden
gemonteerd. De voor het spuiten benodigde perslucht moet door een luchtcompressor
(toebehoren) worden geleverd.
De RITMO kan ook bij gebruik van de pomp met brij-achtige materialen worden gevuld. Een
aansluiting van water is niet noodzakelijk. Door een elektrische besturing wordt daarna de
veiligheidsschakelaar voor water overbrugd.
TOEPASSINGSGEBIEDEN:
Binnenpleister
Bovenpleister
Reparatiemortels
Compensatiemassa's
Vloeibare mortels
Kozijnmortels
Volledige warmtebescherming
Dispersieverven
Betokontakt
Saneringsmortels
De machine bestaat uit draagbare afzonderlijke componenten waardoor bij kleine, handzame
afmetingen en een laag gewicht een snel en gemakkelijk transport mogelijk is.
Bij het gebruik moeten de volgende punten in acht worden genomen:
9 Aansluiting stroomnet - schakelkast
9 Aansluiting schakelkast - motor
9 Aansluiting waterleidingnet - waterarmatuur
9 Aansluiting mengbuis - morteldrukmanometer
9 Aansluiting morteldrukmanometer - mortelslang
9 Aansluiting mortelslang - fijn mortelapparaat
Overzicht RITMO art.-nr.00064961
1. Materiaalbak 2. Schermrooster met zakopener
3. Mengspiraal 4. Wateraansluiting van waterarmatuur
5. Pomp (rotor/stator) 6. Morteldrukmanometer
7. Waterarmatuur - naaldventiel 8. Schakelkast
9. Stroomaansluiting tandwielmotor 10. Tandwielmotor
Overzicht compressor RITMO plus M art.-nr. 00078401
1. Drukschakelaar compressor 1,1 - 1,5 bar 2. Aansluiting druksturing
3. Drukschakelaar Ritmo 0,9 - 1,2 bar 4. Lucht naar het spuittoestel
5. Veiligheidsventiel 6. Stroomaansluiting 230 V
7. Luchtcompressor DT 4.8 8. Luchtfilter
9. Terugslagventiel 10.
Overzicht schakelkast RITMO 00064961 en RITMO plus M 00078401
1. Water-voorlooptoets 2. Controlelamp machine gebruiksklaar
3. Gebruik als pomp of mengpomp 4. Machine AAN UIT
5. Motordraairichting LINKS/RECHTS 6. Toerentalregeling/materiaalhoeveelheid
7. Zichtvenster voor FU 8. Motoraansluitkabel
9. Randaarde-aanbouwcontactdoos 10. Hoofdstroomkabel
11. Aansluiting hoofdstroom 12. Stekker waterdrukschakelaar
13. Stekker magneetventiel 14. Blinde stekker
15. Aansluiting afstandsbesturing
Overzicht waterarmatuur RITMO 00064961 en RITMO plus M 00078401
1. Water naar de mengbuis 2. Drukbewaker waterdruk
3. Aansluiting water vanuit het waterleidingnet 4. Wateraftap open - dicht
5. Aansluiting wateraftap morteldrukslang
reinigen
6. Manometer voordruk water
7. Aftapkraan antivriesmiddel 8. Naaldventiel waterhoeveelheid
9. Magneetventiel 10. Waterdoorstroommeter
11. Drukverminderaar
Instelwaarden
Drukuitschakeling lucht:
Machine schakelt uit bij 1,2 bar
Machine schakelt in bij 0,9 bar
Drukuitschakeling compressor:
Compressor schakelt uit bij 1,5 bar
Compressor schakelt in bij 1,1 bar
Drukuitschakeling water:
Machine schakelt in bij 1,9 bar
Machine schakelt uit bij 1,6 bar
Waarden zijn vast ingesteld – kunnen niet worden gewijzigd.
Drukreductieventiel:
1,5 bar bij maximale doorlaat (750 l/h)
Afstand-luchtstraalbuis
De afstand tussen luchtstraalbuis en mortel-spuitkop dient altijd overeen te
komen met het gatdiameter van de mortel-spuitkop;
bijv.: 14 mm fijne mortel-spuitkop = 14 mm afstand
Instellen met art.-nr. 20 19 02 23 instelsleutel fijn mortelapparaat
Wijziging parameterinstelling:
Tot nu toe opende het magneetventiel vanaf 25 Hz.
Als u met de afstandsbediening de Ritmo binnen korte tijdsintervallen in-
/uitschakelt, ontstaan er schommelingen in de mortelconsistentie. Daarom
is de instelling van de Fu gewijzigd. Het magneetventiel opent voortaan pas
vanaf 40 Hz. Dit betekent echter ook dat bij een stand van de potentiometer
van 1-4 geen watertoevoer mogelijk is. Een pictogram boven de
potentiometer wijst de verwerker op deze instelling.
De omschakeling van het magneetventiel Ritmo naar 40 Hz vindt plaats
vanaf machinenummer 309000070105132.
(waarde parameter 95 – 40 Hz)
Technische gegevens
Vermogen Draaistroommotor 1,5 kW
Toerentalbereik Traploos regelbaar
Stroomaansluiting schakelkast 230 V wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik 5,8 A bij 230 V
Beveiliging 16 A
Stroomaggregaat Min. 6 kVA
Wateraansluiting ¾ duim min. 2,5 bar
Pompcapaciteit Ca. 4 - 14 l/min
Transportafstand* 7,5 m
Bedrijfsdruk Max. 15 bar
Korreling Max. 3 mm
Vulhoogte materiaalbak 900 mm
Inhoud materiaalbak 45 liter
Lengte over alles 750 mm
Breedte over alles 600 mm
Hoogte over alles 1350 mm
Gewicht trechtereenheid 19 kg
Gewicht aandrijving met schermrooster 25 kg
Gewicht rijframe met schakelkast 40 kg
Gewicht mengspiraal 2 kg
Totaal gewicht 86 kg
Permanent geluidsdrukniveau 77±1 dB(A)
EMC-keuring De machine is EMC-gekeurd en voldoet aan
de strenge vereisten van de
veiligheidsklasse B. De schakelkast is
uitgerust met een netfilter.
* Richtwaarde afhankelijk van opvoerhoogte, staat en uitvoering van de pomp,
mortelkwaliteit, -samenstelling en -consistentie.
Bouwgroep rotor/stator/morteldrukmanometer
Rotor/stator
De mengpomp PFT RITMO is standaard uitgerust met het pompsysteem
B4-1,5l.
Rotor en stator zijn onderdelen die slijten en moeten regelmatig worden
gecontroleerd.
Nieuwe pomponderdelen moeten voor en na de eerste spuitbewerking bij
een slanglengte van het materiaal van 7,5 m, een druk van ca. 15 bar
opleveren (ca. 20 bar bij pompmedium water, ca. 15 bar bij mortel)
LET OP!
Het gebruik van een morteldrukmanometer is conform de voorschriften ter
voorkoming van ongevallen absoluut verplicht.
Morteldrukmanometer
Met de PFT-morteldrukmanometer kan de voor het pleisteren noodzakelijke
mortelconsistentie snel en eenvoudig worden gecontroleerd.
De morteldrukmanometer is bij de levering inbegrepen.
Enkele voordelen van de morteldrukmanometer:
¾ constante controle van de juiste pompdruk
¾ vroegtijdig herkennen van een verstopping, resp. een overbelasting van
de pompmotor
¾ drukloos schakelen
¾ dient in hoge mate voor de veiligheid van het bedieningspersoneel
¾ lange levensduur van de pomponderdelen
LET OP!
Bij de montage/demontage van de mortelpomp moet erop worden gelet dat
de machine van het stroomnet is gescheiden.
Er mag geen controlelamp aan de schakelkast branden.
Mortelpomp
Verder moet erop worden gelet dat:
¾ een nieuwe stator en een nieuwe rotor moeten inlopen en echte drukwaarden pas na een
spuitbewerking kunnen worden vastgesteld.
¾ pomponderdelen die de aangegeven bedrijfsdruk van 15 bar niet bereiken, versleten zijn en
dienen te worden vervangen.
Controleren van de pomp- en stuwdruk:
¾ Materiaalslang van 7,5 m aansluiten.
¾ Aan het slangeinde een druktester met aftapkraan koppelen.
¾ Kogelventiel van de druktester openen.
¾ Machine inschakelen en alleen met water laten lopen (zonder droogmateriaal) tot het water
aan de aftapkraan uitstroomt (de slang is nu ontlucht).
¾ Nu het kogelventiel aan de aftapkraan sluiten.
¾ Pomp tegen druk laten lopen tot de druk niet meer stijgt,
¾ De machine uitzetten.
¾ Als de bedrijfsdruk niet wordt bereikt, dan moet de onderhoudsvrije pomp worden vervangen.
¾ De stuwdruk controleren.
AANWIJZING:
De controledruk met water dient ca. 5 bar boven de te verwachten pompdruk met mortel te liggen!
Bij een ongunstige stand van de worm in de mantel stroomt het water met duidelijk hoorbaar
borrelen in de mengzone terug. Door de machine opnieuw in- en uit te schakelen vindt u de stand
waarin de wormpomp afsluit. De bewerking moet eventueel meerdere keren worden herhaald.
¾ De bedrijfsdruk van 15 bar mag tijdens de procedure niet worden overschreden.
¾ De mogelijke pompafstand hangt in belangrijke mate af van het stroomvermogen van de
mortel. Zware mortels met scherpe randen bezitten slechte transporteigenschappen. Dun
vloeibare materialen, reparatiemortels, vloeibare mortels, verven enz. bezitten goede
transporteigenschappen.
¾ Als 15 bar bedrijfsdruk wordt overschreden, is het aan te raden om de slanglengte te verkorten.
¾ Om machinestoringen en verhoogde slijtage aan de pompmotor, mengspiraal en pomp te
vermijden, moeten originele reserveonderdelen zoals bijv.
PFT-rotors
PFT-stators
PFT-mengspiraal
PFT-morteldrukslangen
worden gebruikt.
Deze versleten onderdelen zijn op elkaar afgestemd en vormen met de machine een constructieve
eenheid.
Gebruik als pomp (voor brij-achtig materiaal)
Stroomaansluiting
De tienpolige motoraansluitkabel (1) in de daarvoor bestemde contactdoos
(2) aan de moter steken.
De schakelkast (3) op een bouwplaatsverdeler met voorgeschreven FI-
veiligheidsschakelaar (30mA) aansluiten. De 25 m lange, driepolige
aansluitkabel met CEE- en randaardestekker is bij de levering inbegrepen.
Bedrijfsknop (1) op stand AAN zetten, groene lamp (2) brandt.
De keuzeschakelaar „Gebruik met watervoorloop / zonder watervoorloop”
(3) op stand zonder water schakelen.
Waterslang van de mengbuis afkoppelen en beide wateringangen met een
blind Geka-deksel afsluiten.
Het brij-achtige materiaal kan nu in de materiaalbak worden gevuld.
De machine is nu gebruiksklaar.
Mortelslangen met behangplaksel voorsmeren en vervolgens op de
morteldrukmanometer (4) aansluiten.
Passend lijmpistool, verfrol of spuittoestel op het andere einde van de
morteldrukslang aansluiten. De machine is nu gebruiksklaar.
De machine kan nu direct aan de schakelkast (5) in- resp. uitgeschakeld
worden of met behulp van een kabel voor afstandsbesturing. Bij het gebruik
van spuitlucht kan de machine ook via een optionele drukbesturing in- resp.
uitgeschakeld worden.
LET OP!
Tijdens de machinevoorbereiding en het gebruik mag de roosterafdekking
niet worden verwijderd.
4
1
2
2 1
3
3
5
Het gebruik als mengpomp (voor metselklare mortel)
Stroomaansluiting
De tienpolige motoraansluitkabel (1) in de daarvoor bestemde contactdoos
(2) aan de moter steken.
De schakelkast (3) op een bouwplaatsverdeler met voorgeschreven FI-
veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten.
Wateraansluiting
Een ½ “ waterslang op het waterleidingnet aansluiten. Toevoerventiel
openen en de waterslang met water spoelen om vervuilingen te
verwijderen. Nadat de slang is ontlucht, kan het toevoerventiel weer
worden gesloten.
Vervolgens de waterslang op de waterarmatuur (1) van de machine
aansluiten. Daarna de waterslang (2) van de waterarmatuur op de
wateringang van de mengbuis aansluiten. Indien de stroomdruk van het
waterleidingnet kleiner dan 1,9 bar is, dan moet er een
drukverhogingspomp worden voorgeschakeld (zie aanbevolen toebehoren).
LET OP!
De watervoorziening van de RITMO kan ook uit een watervat plaatsvinden.
Daarbij moet erop worden gelet dat er een zuigkorf met filterzeef
(artikelnr. 00 00 69 06) en een drukverhogingspomp moeten worden
voorgeschakeld.
Mengzone spoelen
De keuzeschakelaar „Gebruik met watervoorloop / zonder watervoorloop”
(3) op stand met water schakelen.
Bedrijfsknop (2) op stand AAN zetten, vervolgens de voorlooptoets voor
water (1) zolang indrukken tot er in de mengzone zo veel water bij het
aanlopen voorhanden is dat de kop van de rotor is bedekt (op waterverlies
letten, evt. is dan de wormpomp defect of moet de stand van de wormpomp
worden gewijzigd).
1
2
2
1
1
2
3
3
Waterfactor instellen
Waarschijnlijke waterhoeveelheid aan het naaldventiel (3) instellen,
hiervoor de voorlooptoets voor water (1) ingedrukt houden.
Hierbij moeten de voorschriften van de materiaalfabrikant in acht worden
genomen.
Bij het gebruik: iedere onderbreking van de spuitbewerking heeft een
geringe onregelmatigheid in de consistentie van het materiaal tot gevolg,
wat zich echter weer vanzelf normaliseert zodra de machine korte tijd heeft
gewerkt. Daarom niet bij iedere onregelmatigheid de waterhoeveelheid
wijzigen, maar afwachten tot de consistentie van het bij het spuittoestel
it t
dtil it kd
Instellingen
Toerental (5) reguleren (stand links = min. toerental, stand rechts = max.
toerental).
Blinde stekker voor afstandsbesturing (6) insteken. De machine is
gebruiksklaar. Machine inschakelen (7). Nu kan de mortelconsistentie aan
de uitgang van de drukflens worden gecontroleerd. Indien nodig moet de
instelling aan het naaldventiel worden gewijzigd. Als u het toerental van de
machine wijzigt, moet u de instelling aan het naaldventiel bijstellen. Een
hoger toerental betekent meer water, een lager toerental betekent minder
water. Als de juiste mortelconsistentie is ingesteld, kan de mortelslang
worden aangesloten.
Mortelslang aansluiten
Mortelslangen met behangplaksel voorsmeren en vervolgens op de
morteldrukmanometer (3) aankoppelen.
De Geka-aanzuig-hogedrukkoppeling stevig vastschroeven.
3
5
3
6
7
Het gebruik als mengpomp met compressor (voor metselklare mortel)
Stroomaansluiting
De tienpolige motoraansluitkabel (1) in de daarvoor bestemde contactdoos
(2) aan de moter steken.
De schakelkast (3) op een bouwplaatsverdeler met voorgeschreven FI-
veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten.
Wateraansluiting
Een ½ “ waterslang op het waterleidingnet aansluiten. Toevoerventiel
openen en de waterslang met water spoelen om vervuilingen te
verwijderen. Nadat de slang is ontlucht, kan het toevoerventiel weer
worden gesloten.
Vervolgens de waterslang op de waterarmatuur (1) van de machine
aansluiten. Daarna de waterslang (2) van de waterarmatuur op de
wateringang van de mengbuis aansluiten. Indien de stroomdruk van het
waterleidingnet kleiner dan 1,9 bar is, dan moet er een
drukverhogingspomp worden voorgeschakeld (zie aanbevolen toebehoren).
LET OP!
De watervoorziening van de RITMO kan ook uit een watervat plaatsvinden.
Daarbij moet erop worden gelet dat er een zuigkorf met filterzeef
(artikelnr. 00 00 69 06) en een drukverhogingspomp moeten worden
voor
g
eschakeld.
Mengzone spoelen
De keuzeschakelaar „Gebruik met watervoorloop / zonder watervoorloop”
(3) op stand met water schakelen.
Bedrijfsknop (2) op stand AAN zetten, vervolgens de voorlooptoets voor
water (1) zolang indrukken tot er in de mengzone zo veel water bij het
aanlopen voorhanden is dat de kop van de rotor is bedekt (op waterverlies
letten, evt. is dan de wormpomp defect of moet de stand van de wormpomp
worden gewijzigd).
Waterfactor instellen
Waarschijnlijke waterhoeveelheid aan het naaldventiel (4) instellen,
hiervoor de voorlooptoets voor water (1) ingedrukt houden.
Hierbij moeten de voorschriften van de materiaalfabrikant in acht worden
genomen.
Bij het gebruik: iedere onderbreking van de spuitbewerking heeft een
geringe onregelmatigheid in de consistentie van het materiaal tot gevolg,
wat zich echter weer vanzelf normaliseert zodra de machine korte tijd heeft
gewerkt. Daarom niet bij iedere onregelmatigheid de waterhoeveelheid
wijzigen, maar afwachten tot de consistentie van het bij het spuittoestel
it t d t i l i t k
d
1
4
2
1
1
2
3
3
Compressor (1) aansluiten (alleen bij RITMO plus M).
Instellingen
Toerental (5) reguleren (stand links = min. toerental, stand rechts = max.
toerental).
Blinde stekker voor afstandsbesturing (6) uittrekken en de stekker van de
compressor insteken. Keuzeschakelaar (7) naar rechts draaien. De
machine start en is gebruiksklaar. Nu kan de mortelconsistentie aan de
uitgang van de drukflens worden gecontroleerd. Indien nodig moet de
instelling aan het naaldventiel worden gewijzigd. Als u het toerental van de
machine wijzigt, moet u de instelling aan het naaldventiel bijstellen. Een
hoger toerental betekent meer water, een lager toerental betekent minder
water. Machine Uit (4). Als de juiste mortelconsistentie is ingesteld, kan de
mortelslang worden aangesloten.
Mortelslang aansluiten
Mortelslangen met behangplaksel voorsmeren en vervolgens op de
morteldrukmanometer (3) aankoppelen.
Geka-aanzuig-hogedrukkoppeling stevig vastschroeven.
Spuittoestel (1) op het andere einde van de morteldrukslang (2) aansluiten.
Luchtslang (3) met het spuittoestel verbinden.
Luchtslang aan de luchtingang (1) EWO aansluiten (alleen bij Ritmo plus
M).
Machine Aan (1)
Luchtkraan (2) openen spuiten begint.
3
1
1
2
3
5
6
2
1
7
1
Werkonderbreking
Met het oog op de pauzelengte moeten de richtlijnen van de
materiaalfabrikant absoluut in acht worden genomen. Voor langere
onderbrekingen is het aan te raden om de pomp, mengspiraal, mengzone,
morteldrukmanometer, slang en het spuittoestel te reinigen.
LET OP!
Voor de demontage moet de machine worden uitgeschakeld. Er moet
absoluut op worden gelet dat pomp en slangen drukloos zijn (indicatie van
de (7) morteldrukmanometer in acht nemen).
Maatregelen bij werkonderbrekeing of werkeinde
De materiaalbak en de mengbuis leegdraaien, vervolgens de machine met
de hoofdschakelaar (1) uitschakelen („0” indrukken).
Stroomkabel van de schakelkast (2) trekken.
LET OP!
Controleren of de mortelslang drukloos is. Als deze drukloos is, kan deze
worden afgekoppeld. De slangen door middel van de Geka-koppeling op
het waterleidingnet aansluiten en met een in water gedrenkte sponsbal
doorspoelen. Deze handeling min. twee keer herhalen. Het spuittoestel en
de morteldrukmanometer met een waterstraal reinigen.
Reiniging van rotor en stator
Vervolgens de pomponderdelen reinigen, daarvoor de ankerbouten (2)
losmaken, pomp verwijderen, rotor uit de stator drukken en zorgvuldig
reinigen. Drukflens reinigen. Na de reiniging de pomp compleet monteren
en klaarmaken voor het volgende gebruik.
Reiniging
Schermrooster (1) losmaken en kantelen.
Mengspiraal (2) verwijderen en reinigen.
Materiaalbak van binnen en buiten reinigen.
Machine weer monteren.
Achtung:
Bei Reinigungsarbeiten und beim Transport des Motors, muss das
Anbaugehäuse mit dem Schutzdeckel verschlossen werden.
2
1
7
1 2
2
1
2
2
Storing – Oorzaak – Oplossing
Storing Oorzaak Oplossing
Machine start niet. Geen water. Watertoevoerleiding
controleren.
Machine start niet in
spuitmodus.
Keuzeschakelaar staat op gebruik
zonder water.
Keuzeschakelaar op gebruik
met waterschakelaar.
Machine start niet. Waterdruk te laag, resp.
manometer geeft minder dan 1,9
bar aan.
Vuilvangzeef aan de
waterinloop schoonmaken en
drukverhogingspomp
voorschakelen.
Machine uit watervat van water
voorzien.
Slangdiameter vergroten, min.
¾ duim.
Blijft na korte tijd staan. Vuilvangzeef vervuild. Zeef reinigen of vervangen.
Machine draait,
magneetventiel opent niet.
Potentiometer heeft een foute
stand
Zie pagina 13.
Machine schakelt uit, resp.
start eerst helemaal niet.
Veiligheidsschakelaar voor water
versteld of defect.
Terugzetten op
fabrieksinstelling of vervangen.
Doorstroommeter geeft
ondanks intacte
watertoevoerleiding niets
aan.
Magneetventiel opent niet. Opening in de membraan van
het magneetventiel controleren
op verstopping. Spoel van het
magneetventiel controleren op
een defect. Indien nodig de
membraan of het hele
magneetventiel vervangen.
Kabel naar het magneetventiel
controleren.
Doorstroommeter geeft
ondanks intacte
watertoevoerleiding niets
aan.
Naaldventiel is volledig
dichtgedraaid.
Naaldventiel tegen de richting
van de wijzers van de klok in
opendraaien.
Doorstroommeter geeft
ondanks intacte
watertoevoerleiding niets
aan.
Waterinloop in de mengzone is
verstopt.
Met schrobzaag de
invoeropening reinigen.
Machine start niet. Geen stroom aan de machine. Fout door een elektrotechnicus
laten verhelpen.
Bouwplaatsverdeler,
zekeringen en stroomtoevoer
controleren.
Machine schakelt uit, resp.
start eerst helemaal niet.
FI-veiligheidsschakelaar is
geactiveerd.
Aarddraad resp. isolatie door
een elektrotechnicus laten
controleren.
Machine start niet. Hoofdschakelaar defect. Hoofdschakelaar door een
elektrotechnicus laten
vervangen.
Machine schakelt uit, resp.
start eerst helemaal niet.
Zekeringen defect. Zekering door een
elektrotechnicus laten
controleren en evt. vervangen.
Storing Oorzaak Oplossing
Machine start niet bij
afstandsbesturing met
lucht.
Druk daalt niet voldoende in de
afstandsbesturing door verstopte
luchtleiding of verstopte
luchtstraalbuis.
Luchtleiding op vrije doorgang
controleren. Luchtstraalbuis
reinigen.
Machine start niet. Te veel opgedroogd materiaal in
de trechter of mengzone.
LET OP!
Eerst hoofdschakelaar
uitschakelen en stekker uit het
stopcontact trekken.
Trechter voor de helft
leegmaken en opnieuw starten
of trechter en mengzone
compleet schoonmaken.
Machine start niet. Gehard materiaal verstopt de rotor
/ stator - pompeenheid.
LET OP!
Eerst hoofdschakelaar
uitschakelen en stekker uit het
stopcontact trekken.
Pomp demonteren en nieuwe
pomp gebruiken.
Mortelstroom zet uit. Slechte vermenging in de
mengbuis.
Meer water toevoegen.
Schommelingen in de
consistentie bij de mortel
(mortelstroom „dik-dun”).
Materiaal klontert samen en
vernauwt de invoeropening van de
mengbuis. Evt. is de mengspiraal
of de pomp versleten.
Mengspiraal, mengzone en
drukflens schoonmaken.
Mengspiraal en
pomponderdelen controleren en
indien nodig vervangen.
Schommelingen in de
consistentie bij de mortel
(mortelstroom „dik-dun”).
Drukreductieventiel versteld of
defect.
Water ca. ½ minuut 10 % hoger
zetten en dan langzaam
terugdraaien. Fabrieksinstelling
van het drukreductieventiel
opnieuw instellen.
Tijdens het gebruik stijgt
het water in de mengbuis
omhoog.
Stuwdruk in de mortelslang hoger
dan pompdruk.
Spuittoestel of mortelslang op
verstopping controleren en
reinigen. Let op!
Veiligheidsuitrusting, bril enz.
dragen.
Verwijderen van slangverstoppingen
LET OP!
Conform de voorschriften ter voorkoming van ongevallen moeten de met
het verwijderen van verstoppingen belaste personen om veiligheidsredenen
een veiligheidsbril dragen en zich zo opstellen dat zij niet door naar buiten
komende mortel kunnen worden geraakt. In de gevarenzone mogen zich
geen andere personen bevinden.
Machine achteruit (1) laten lopen tot de druk aan de morteldrukmanometer
tot 0 bar daalt.
De twee schroeven aan de drukflens licht losdraaien, zodat een evt.
aanwezige restdruk volledig kan ontsnappen.
Slangkoppeling losdraaien en slang reinigen.
De twee schroeven aan de drukflens licht losdraaien, zodat een evt.
aanwezige restdruk volledig kan ontsnappen.
Slangkoppeling losdraaien en slang reinigen.
Maatregelen bij stroomuitval
Als de tijdsduur of de oorzaak van de stroomuitval niet bekend zijn, is het aan te raden om in ieder
geval de machine, slangen en het spuittoestel compleet te reinigen. Anders kan het geharde
materiaal aanzienlijke beschadigingen van de machine tot gevolg hebben. Verdere werkwijze zie
„Maatregelen bij werkonderbrekingen of werkeinde.”
LET OP!
Zorg er voor het openen van de koppelingen voor dat de slangen drukloos
zijn (indicatie aan de morteldrukmanometer in acht nemen!)
Maatregelen bij wateruitval
Door middel van zuigkorf (art.-nr.: 00 00 69 06) en drukverhogingspomp de machine uit een
reservoir met schoon water van water voorzien.
2
1
2
1
Maatregelen bij vorstgevaar
Na het reinigen van de machine de watertoevoer onderbreken en het
naaldventiel (1) volledig tegen de richting van de wijzers van de klok in
opendraaien.
Wateraftapkraan (2) aan de waterarmatuur openen.
De beste mogelijkheid om de machine tegen vorstschade te beschermen,
wordt bereikt als u al het water met een luchtcompressor eruit blaast.
Werkwijze:
Luchtslang aan de wateringang (3) bevestigen.
Waterarmatuur met wateringang aan de mengbuis (4) verbinden.
Luchtcompressor inschakelen.
Voorlooptoets voor water (7) indrukken.
Het water wordt nu met perslucht uit de armatuur en de slangen geblazen!
(bij 1,5 bar ca. 1 minuut lang). De machine is nu afgezien van een klein
overblijfsel binnen de wormpomp volkomen geleegd. Toch moet de
machine de volgende dag voorzichtig worden gestart.
Transport
Hoofdstroomkabel (1) uittrekken, daarna alle andere kabelverbindingen
losmaken.
Watertoevoerleidingen (3) verwijderen.
Mortelslangen afkoppelen.
LET OP!
Zorg er voor het openen van de koppelingen voor dat de slangen drukloos zijn
(indicatie aan de morteldrukmanometer in acht nemen).
1
2
4
3
7
1
3
4
3
De RITMO bestaat uit meerdere eenheden (mengbuis/materiaalbak,
schermrooster, rijframe) die apart kunnen worden getransporteerd.
Schroef (4) losdraaien, schermrooster met tandwielmotor verwijderen.
Zijdelingse draaigrendel (5) openen en materiaalbak naar voren
kiepen en uithaken. Voordien de waterslang van de mengbuis
scheiden. Delen stevig op een europallet verpakken en met de kraan
transporteren.
LET OP!
Transport met kraan is alleen beveiligd op een
europallet. Er mogen zich geen personen in de
gevarenzone bevinden.
Onderhoud
De vuilvangzeef in de drukverminderaar dient tenminste om de twee weken te
worden uitgenomen en gereinigd en indien nodig te worden vervangen.
Zeef in de waterinloop dagelijks controleren.
De draaigrendels voor de bevestiging van de materiaalbak aan het rijframe moeten min. om de 4
weken worden gesmeerd.
Elke afdichting moet om de 6 maanden worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
4
5
Luchtfilterreiniging compressor / controle koolschuif compressor
Let op:
Voor het begin van de onderhoudswerkzaamheden de motor stroomloos schakelen en
veiligstellen dat deze niet onbedoeld opnieuw start.
Voorfilter van luchtcompressor reinigen.
Voorfilter wekelijks reinigen.
Spanveren losmaken en filterinzetstuk uitnemen.
Voorfilter van binnen naar buiten (zie afbeelding onderaan) met perslucht
doorblazen.
Verstopte, olie-achtige, vettige of beschadigde filterpatronen absoluut
vervangen.
De compressor werkt olievrij en mag geen olienevel opzuigen.
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 45 °C.
De compressor absoluut droog opbergen en condens door waterdampen
vermijden.
Het is verboden de machine in een explosieve omgeving te gebruiken.
Door de luchtcompressie ontstaan er hoge temperaturen aan de
compressor:
- bescherming tegen het aanraken van hete oppervlakken
- of de gevarenzone beschermen
- of waarschuwingsbordjes aanbrengen.
Als er nog geen voorfilter is gemonteerd, moet de filter van de compressor
wekelijks worden gereinigd.
Met voorfilter om de zes maanden.
Daarvoor schroeven aan het zijdeksel losdraaien.
Filter uitnemen en van binnen naar buiten met
perslucht doorblazen (niet uitwassen).
Verstopte, olie-achtige, vettige of beschadigde
filterpatronen absoluut vervangen.
Artikelnummer voor filterpatroon: 00 07 77 66
Ook de luchtfilterbehuizing met perslucht uitblazen om vuildeeltjes te
verwijderen.
Door wrijving aan de behuizingswand zijn de schuiven aan slijtage
onderhevig.
Na 3000 bedrijfsuren of jaarlijks de schuifbreedte controleren, deze
moet tenminste 12,5 mm bedragen.
Bij vervanging de behuizing met droge perslucht uitblazen.
Toebehoren
00089793 Aufsatztrichter RITMO RAL9002
00095846 Pumpeneinheit B4-1,5L spannbar kpl.
00078817 Luchtcompressor DT4.8 230V met drukbesturing
voor de mengpomp RITMO kpl.
Let op:
Deze kleine compressor mag alleen met de spuitset mortel met 4 mm
luchtstraalbuis, art.-nr. 00 05 79 21 worden gebruikt.
00060554 Drukverhogingspomp AV3 met handgreep AV3 0,5
kW
PK65 230 V kpl.
00051306 Verfrolset met verlenging 25 cm kpl. (1)
bestaat uit:
00051303 Verfrol met pistool en verlenging 25 cm.
00008478 Materiaalslang 1/2" 15 m met 2 x aanzuig-
hogedrukkoppelingen.
00010411 Sponsbal 17 mm diam. v. 10 mm slang.
Aanbevolen toebehoren
00010743 Contactmanometer
00051305 Verfrolset Teleskop 100-180 cm kpl. (2)
bestaat uit:
00051301 Verfrol met pistool en telescoopstaaf 180 cm.
00008478 Materiaalslang 1/2" 15 m met 2 x aanzuig-
hogedrukkoppelingen.
00010411 Sponsbal 17 mm diam. v. 10 mm slang.
Aanbevolen toebehoren
00010743 Contactmanomete
r
00054434 Spuitset bovenpleister
bestaande uit:
00008479 Spuitset in de koffer
20210500 Sponsbal 30 mm diameter
00053748 Materiaalslang 1" 7,5 m met 2 x aanzuig-hogedrukk.
00053749 PVC-weefselslang NW 9x3 mm 7,5 m met EWO
Aanbevolen toebehoren
00054174 Luchtcompressor LK 402 RAL 2004
00001795 Kabel afstandsbesturing 25 m
1
2
Toebehoren
00067062 Spuitset voor Betokontakt
bestaande uit:
00056674 Spuittoestel Betokontakt met spuitkop M20
00008521 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 15 m met EWO
00008478 Materiaalslang 1/2" 15 m 2 x aanzuig-hogedr.
00010411 Sponsbal 17 mm diameter v. 10 mm slang
Aanbevolen toebehoren:
00047722 Luchtcompressor DT4.16 230 V 50/60 Hz
00010743 Contactmanometer voor verf kpl.
00057921 Spuitset mortel
bestaande uit:
00073668 Fijn mortelapparaat 25 mm Geka, straalbuis 4 mm kort
DT4.8
00053748 Materiaalslang 1" 7,5 m aanzuig-hogedrukk.
00068935 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 8,5 m met EWO
20210500 Sponsbal 30 mm diameter
00073670 Schrobzaag 4,0 mm diameter
Aanbevolen toebehoren:
00078817 Luchtcompressor DT4.8 230V met drukuitschakeling
0,35 kW
00067103 Drukuitschakeling RITMO
00057901 Fijn mortelapparaat 25 mm Geka, straalbuis 14
mm kort
Aanbevolen toebehoren:
00047722 Luchtcompressor DT4.16 230 V 50/60 Hz
00067104 Set voor ingieten/estrik-reparatiemortels
bestaat uit:
00008522 Materiaalslang 1" 15 m 2 x aanzuig-hogedrukkoppeling
00001795 Kabel afstandsbesturing 25 m zonder houder
00008606 Spuitset voor dispersieverven
00008478 Materiaalslang 1/2" 15 m 2 x aanzuig-hogedrukk.
00008521 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 15 m met EWO
00008588 Verfpistool
00010411 Sponsbal 17 mm diameter v. 10 mm slang
Aanbevolen toebehoren
00054174 Luchtcompressor LK 402 RAL 2004
Tekening reserveonderdelen voor motor en schermrooster RITMO
Reserveonderdelenlijst voor motor en schermrooster RITMO
Pos. Aant. Art.-nr. Aanduiding
1 2 20 20 71 02 Zkt-schroef M6 x 10 DIN 933 verzinkt
2 1 00 06 63 37 Motorbeschermplaat RITMO RAL 2004
3 1 00 07 11 33 Tandwielmotor 1,5 kW 331U 230/400 RAL 2004
4 1 00 06 91 68 Isolatie klemmenkast G80/4D80e-2 F ABM
5 1 00 06 91 66 Deksel klemmenkast voor tandwielmotor 1,3-1,5 kW G80/4D80e-2 F ABM
6 1 00 07 02 40 Aanbouwbehuizing 10-polig 16 A
7 1 00 06 87 94 Beschermdeksel voor aanbouwbehuizing 10-polig 16 A
8 1 20 42 98 22 Penaansluiting smal 10-polig HAN 10A
9 1 20 10 80 39 Sluitdop PVC 3/4" (rond, zwart)
10 1 00 06 52 17 Schermrooster met motorflens RITMO RAL 2004
11 1 20 20 63 22 Platkopschroef M8 x 20 DIN 603 verzinkt
12 1 00 06 59 79 Flensmoer M8 DIN 6331 verzinkt
13 2 00 02 32 71 Zkt.-schroef M 8 x 40 DIN 931 verzinkt
14 6 20 20 72 00 Borgmoer M8 DIN 985 verzinkt
15 1 00 06 18 58 Gegoten meeneemklauw G 4 met ronde vangtrechter
16 1 20 10 29 01 Beschermbuis voor meeneemklauw G 4/G 5/HM 200/MONOJET RAL 2004
17 2 20 20 78 01 Zkt.-schroef M 8 x 35 DIN 933 verzinkt
18 2 20 20 78 00 Zkt.-schroef M 8 x 30 DIN 933 verzinkt
Tekening reserveonderdelen voor materiaalbak RITMO artikelnr. 00 06 50 28
Reserveonderdelenlijst voor materiaalbak RITMO artikelnummer 00 06 50 28
1 1 00 06 50 28 Materiaaltrechter RITMO RAL 9002
2 1 00 06 62 40 Mengas RITMO RAL 2004
3 1 00 06 62 69 Reinigingsas RITMO RAL 2004
4 1 00 06 62 65 Reiniger mengbuis RITMO RAL 2004
5 1 00 05 85 73 Zuigflens A3-2L MINIJET II RAL 2004
6 1 00 04 78 92 Rotor A3-2L QUICKLI
7 1 00 04 78 93 Stator A3-2L QUICKLI
8 1 00 05 65 76 Drukflens 4 liter RAL 2004
9 1 00 00 87 26 Morteldrukmanometer Swing
10 1 00 01 04 80 Manometer 0-40 bar 1/2" met drukoverbrenger
11 1 00 01 04 79 T-stuk 3/4" 1/2" 3/4" IG nr. 130 VA
12 1 20 20 16 81 Aanzuig-hogedrukkoppeling 3/4" AG mit afdichting
13 1 20 21 70 01 Morteldrukmanometer 25 mm LW24
14 1 20 21 61 10 Manometer 0-100 bar glycerine-effect 1/4" onderaan, 63mm diameter
15 1 20 19 93 00 Koppeling 25 V-deel 1" ID LW24
16 1 00 00 19 99 Hoek 1" AG Nr. 94 verzinkt
17 1 20 20 55 10 Verloopstuk 1 1/4" UD 1" ID, Nr. 241 verzinkt
18 1 20 20 12 00 Geka-koppeling 3/4" IG
19 1 00 00 88 99 Gebogen aansluitstuk 3/4" 90° AG nr. 3 verzinkt
20 1 00 02 35 81 Recudeernippel 1 1/4" AG 3/4" IG nr.241 verzinkt
21 2 00 05 68 90 Zkt.-schroef M 8 x 200 DIN 931 verzinkt
22 1 00 05 65 78 Drukflens 8 liter RAL 2004
23 1 00 05 02 00 Aanslagplaat VA rotor QUICKLI
24 1 00 04 85 66 Stator B4-1,5 L MINIJET II (8 liter)
25 1 00 06 91 86 Rotor B4-1,5 l (W 7)
26 2 20 20 99 66 Zkt-schroef M12 x 90 DIN 931 verzinkt
27 1 00 05 70 02 Zuigflens B4-1,5 L MINIJET II RAL 2004
28 1 20 20 69 00 Zkt-moer M12 DIN 934 verzinkt
29 1 00 05 70 53 O-ring 87 x 5 DIN 3770-NBR 70
30 1 00 05 70 11 Inzet-straalbuis kunststof met band D14 x 70
31 1 20 20 13 00 Geka-koppeling 1/2" IG
32 1 00 05 80 46 Geka blind deksel schrobzaag MINIJET II kpl.
33 1 00 05 80 48 Schrobzaag blind deksel Geka
34 1 20 20 82 00 Zkt-moer M4 DIN 934 verzinkt
35 5 20 20 17 00 Afdichting Geka-koppeling (VPE=50 stuks)
36 1 00 05 80 47 Geka-blind deksel met opening
37 1 00 01 99 00 Borgdopmoer M4 DIN 986 verzinkt
Tekening reserveonderdelen voor frame RITMO artikelnummer 00 06 50 50
Reserveonderdelenlijst voor frame RITMO artikelnummer 00 06 50 50
1 1 00 06 50 50 Frame RITMO RAL 2004
2 2 20 44 47 02 Afsluitdop (PVC) 20 x 40
3 1 00 06 50 83 Afdekking rijframe RITMO RAL 2004
4 6 20 20 93 14 Waaierring A 8,4 DIN 6798 verzinkt
5 6 20 20 61 00 Zkt-schroef M8 x 20 DIN 933 verzinkt
6 1 20 20 20 00 EWO-koppeling M-deel 1/4" AG niet vergrendelend
7 1 00 02 35 68 Gebogen aansluitstuk 1/2" 45 ° IG-AG nr. 40 verzinkt
8 1 00 05 80 53 EWO-koppeling V-deel 1/4" IG
9 2 00 06 60 22 Kunststof voet 20° 40x20 RITMO
10 2 00 00 82 54 Reserverol 230 x 85 afdekking RAL 2004
11 2 20 20 86 03 Snelbevestiger met dop 20s x N 2 7
12 1 00 06 49 63 Kunststof ommanteling rechts RITMO RAL 2004
13 2 20 20 61 00 Zkt.-schroef M8 x 20 DIN 933 verzinkt
14 2 20 20 93 20 Carrosseriering 8,4 x 25 x 1,5 verzinkt
15 1 20 20 72 00 Borgmoer M8 DIN 985 verzinkt
16 1 00 06 49 62 Kunststof ommanteling links RITMO RAL 2004
Tekening reserveonderdelen voor schakelkast RITMO artikelnr. 00 06 53 12
Reserveonderdelenlijst voor schakelkast RITMO artikelnummer 00 06 53 12
1 1 00 04 63 79 Veiligheidsautomaat C 0,5 A 1-polig
2 1 20 44 81 20 Koppelrelais 42 V 2 wisselaar
3 1 20 46 20 10 Optokoppelaar type 50032/10-35 V DC
4 1 00 07 02 43 EMC-filter voor frequentieomvormer 4,0 kW 230 V 16 A type: FN 207 1N-16-06
5 1 00 09 12 77 Houder voor EMC-filter 4,0 kW verzinkt
6 1 00 03 63 44 BESTURINGSTRAFO 230 V-42 V EV10 0,07A
7 1 00 03 77 73 Frequentieomvormer 230 V 3Ph 1,5 kW SWING II
8 1 00 06 53 14 Lege beh. RITMO RAL 9002
9 1 00 06 69 80 EMC-kabelschroefverbinding M20 x 1,5
10 1 00 06 69 82 EMC-contramoer M20 x 1,5
11 1 20 42 86 04 Aanbouwbehuizing 4/5-polig, HAN 3A/HA 4
12 1 20 42 86 07 Busaansluiting 4-polig, HAN 3A
13 1 20 42 86 06 Penaansluiting 4-polig, HAN 3A
14 1 20 42 86 05 Tulebehuizing 4 + 5-polig afgehoekt
15 1 00 01 25 77 CEE-toestelstekker 3 x 16 A 6h blauw
16 1 00 06 69 79 EMC-kabelschroefverbinding PG 16
17 1 00 04 06 71 Tulebehuizing 10-polig HAN 10 E 16A
18 1 20 43 22 00 Busaansluiting 10-polig HAN 10E
19 1 20 42 34 20 Stroomkabel 3 x 2,5 25M met randaardestekker en koppeling CEE 3 x 16 A 6
20 1 00 05 07 83 Potentiometer 4,7 KOHM met aandrijving schroefaansluiting
21 3 00 05 38 35 Contactelement 1 sluiter M22
22 3 00 05 38 36 Contactelement 1 opener M22
23 4 00 05 38 34 Bevestigingsadapter voor schakelaarelementen
24 1 00 05 38 78 Keuzeschakelaar knevel / tastend 0 vergrendelend M22
25 1 00 06 59 78 Keuzeschakelaar knevel. V-stand vergrendelend M22
26 1 00 05 38 39 Druktoets zonder sensorplaat M22
27 1 00 05 38 42 Sensorplaat zwart / vloeistof M22
28 1 00 05 38 30 Sensormembraan rond voor druktoets IP 67
29 1 00 05 38 86 LED - weerstand-voorschakelelement voor 42V
30 1 00 05 38 73 Voorzetstuk signaallamp groen M22
31 1 00 05 38 83 Verlichtingselement rood 85-264 V
32 1 00 05 95 93 Inbouwschakelaar 230 V met onderspanningsbeveiliging
33 1 20 44 45 00 Sleutel voor schakelkast
34 1 00 03 62 49 Afsluiting schakelkast (dubbelbaard)
35 1 20 42 72 00 Randaarde-aanbouwcontactdoos 16 A blauw type: 7130/B
Tekening reserveonderdelen voor waterarmatuur RITMO artikelnr. 00073652
Reserveonderdelenlijst voor waterarmatuur RITMO artikelnummer 00073652
1 1 00 07 36 52 Waterarmatuur RITMO 230V kpl.
2 1 00 06 62 55 Houder doorstroommeter RITMO RAL 2004
3 1 20 20 36 10 Hoek 1/2" IG-AG nr. 92 verzinkt
4 4 20 19 04 10 Slangschroefverbinding 1/2" AG tule 1/2"
5 6 20 20 25 01 Slangklem 20-23 (P)
6 2 20 21 36 02 Water-/luchtslang 1/2" x 400 mm
7 1 20 20 15 00 Geka-koppeling 1/2" tule
8 1 00 08 15 47 Drukschak. PS3/AF1 HMRS,1/4" 1,6 bar (P)
9 1 20 20 51 12 Reduceernippel 3/8"AG 1/4"IG nr. 241
10 2 20 20 17 00 Afdichting Geka-koppeling
11 1 20 15 20 03 Vuilvangzeef Geka-koppeling
12 2 20 20 13 00 Geka-koppeling 1/2" IG
13 1 20 20 34 20 Kraanverlenging 1/2" x 20 messing DIN3523
14 1 20 21 35 03 Water-/luchtslang 1/2" x 160 mm
15 1 20 20 31 05 Nippel 1/2" AG conisch met wartelmoer 3/4" IG voor art.-nr. 20 15 77 00
naaldventiel 1/2" type 6701
16 1 20 15 77 00 Naaldventiel 1/2" type 6701
17 1 20 20 12 00 Geka-koppeling 3/4" IG
18 1 20 20 33 10 Buisnippel 1/2" x 25 nr. 22 verzinkt
19 1 20 20 36 11 Hoek 1/2" IG nr. 90 verzinkt
20 1 00 02 01 80 Gebogen aansluitstuk 1/4" 90° IG-AG nr. 1 verzinkt
21 1 00 01 99 13 Manometer 0-16 bar 1/4" achter, D = 50 mm
22 1 20 21 35 00 Water-/luchtslang 1/2" x 580 mm
23 1 00 04 99 47 Armaturenblok rood gietwerk DK06FN-1/2"G 230 V
24 2 00 04 04 28 Aftapventiel armaturenblok rood gietwerk
25 1 00 04 04 26 Inzetstuk regelventiel kpl. voor armaturenblok rood gietwerk
26 1 00 04 05 80 Handgreep voor regelventiel voor armaturenblok rood gietwerk
27 1 O-ring 6 x 1,5 DIN 3771-NBR 70
28 1 O-ring 18 x 2,5 DIN 3771-NBR 70
29 4 20 15 61 00 Stopplug met O-ring R 1/4" voor drukverminderaar
30 1 20 15 08 03 Magneetspoel 230V Typ 6213 A - 1/2"
31 1 00 01 96 07 Drukreductieventiel armaturenblok rood gietwerk G 5
32 1 20 20 31 05 Nippel 1/2" AG conisch met wartelmoer 3/4" IG voor art.-nr. 20 15 77 00
naaldventiel 1/2" Typ 6701
33 1 00 07 32 01 Waterdoorstroommeter 75-750 l/h kpl.
34 2 20 18 33 10 Reduceernippel 1/2" kunststof
35 2 20 18 32 00 O-ring 28,17 x 3,53 DIN 3771-NBR 70
36 1 00 07 59 55 Kunststof buis 75-750 l/h 150-1500 l/h
37 1 00 07 32 00 Kegel (WDFM type 750) groen
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01
Tekening reserveonderdelen compressor artikelnummer 00 07 88 17
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01
Reserveonderdelenlijst compressor artikelnummer 00 07 88 17
1 1 00 08 75 41 Aanzuigfilter metaal kpl. DT 4.8
2 1 00 08 75 47 Filterpatroon met afdichting kpl. DT 4.8
3 1 00 00 82 57 Hoek 3/8" AG nr. 94 verzinkt
4 2 20 19 04 00 Slangschroefverbinding 3/8" AG tule 1/2"
5 4 00 05 91 96 Slangklem 19-21 (VPE=10 stuks)
6 1 20 21 35 06 Water-/luchtslang 1/2" x 320 mm
7 1 Veiligheidsventiel 3/8" 0,2-25 bar
8 1 00 07 36 14 Luchtcompressor DT4.8 230 V 0,35 kW
9 1 00 03 98 60 EWO-koppeling M-deel 1/2" tule
10 1 00 00 24 27 Water-/luchtslang 1/2" x 440 mm
11 1 20 19 04 00 Slangschroefverbinding 3/8" AG tule 1/2"
12 1 20 44 76 01 Drukschakelaar type FF4-4 0,22-4 bar
13 1 00 00 11 28 Schroefverbinding 3/8" messing
14 4 00 02 13 89 Zkt-schroef M8 x 12 DIN 933 verzinkt
15 4 20 20 93 13 U-ring B 8,4 DIN 125 verzinkt
16 4 20 20 71 01 Zkt-schroef M6 x 16 DIN 933 verzinkt
17 1 00 07 88 10 Compressorconsole luchtverdeler RITMO RAL 2004
18 4 20 20 62 00 Borgmoer M6 DIN 985 verzinkt
19 1 20 13 51 10 Drukschakelaar type FF53-5,1/4" 2-3 bar 3-polig opener
20 1 20 20 37 12 Schroefverbinding 1/4" AG messing voor drukuitschakeling
21 1 00 00 82 59 Terugslagventiel 3/8"IG
22 1 20 42 41 43 Motoraansluitkabel 0,8 m randaardestekker
23 1 00 02 20 39 Randaardestekker (rubber)
24 1 00 04 11 41 Skintop-schroefverbinding M 16 x 1,5
25 1 20 43 05 00 Kunststof kabelschroefverbinding PG11
26 1 20 42 86 05 Tulebehuizing 4 + 5-polig afgehoekt
27 1 20 42 86 06 Penaansluiting 4-polig, HAN 3A
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01
Tekening reserveonderdelen spuitset mortel artikelnummer 00 05 79 21
RITMO plus M artikelnummer 00 07 84 01
Reserveonderdelenlijst spuitset mortel artikelnummer 00 05 79 21
1 1 00 05 79 21 Spuitset mortel
2 1 00 07 36 68 Fijn mortelapparaat 25 mm Geka, luchtstraalbuis 4 mm DT4.8
3 1 00 05 37 48 Materiaalslang 1" 7,5 m aanzuig-hogedrukk.
4 1 00 07 36 70 Schrobzaag 4,0 mm diameter
5 1 00 07 88 17 Luchtcompressor DT4.8 230V drukstu RITMO kpl.
6 1 20 21 10 00 Water-/luchtslang 1/2" 11 m kpl. GEKA
7 2 20 21 05 00 Sponsbal 30 mm diameter
8 1 00 06 89 35 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 8,5 m met EWO
RITMO plus M artikelnummer 00 09 72 88
Tekening reserveonderdelen spuitset mortel artikelnummer 00 09 77 44
1
2
3
4
5
6
RITMO plus M artikelnummer 00 09 72 88
Reserveonderdelenlijst spuitset mortel artikelnummer 00 09 77 44
1 1 00 09 72 83 Fijn mortelapparaat 25 M, luchtstraalbuis 4 mm 600mm
2 1 00 06 89 35 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 8,5 m met EWO
3 1 00 07 72 40 PVC-weefselslang NW 9 x 3 mm 5 m met EWO
4 1 00 09 64 10 Mortelslang 25mm 7,5m
5 1 00 09 74 46 Mortelslang 25mm 5m
6 1 20 19 95 00 Pleisterstuk 25 V-deel LW 24 metGEKA-koppeling
Schakelschema
Schakelschema
Instelwaarden van de parameters voor frequentieomvormer Yaskawa type
606 V7
Parameter Functie Instelwaarde Aanwijzingen
001 Password 0 Bij instelling van de parameters op 4
zetten, daarna op 0
002 Keuze van het besturingtype 0
003 Keuze van de gewenste
werkingswaarde
1
004 Keuze van de ingestelde
frequentiewaarde
2
005 Keuze van de stopzettingsprocedure 1
008 Keuze van de ingestelde
frequentiewaarde
Voor gebruik ter plaatse
1
011 Maximale uitgangsfrequentie 87 Hz
012 Maximale spanning 230 V
014 Gemiddelde uitgangsfrequentie 10 Hz
015 Gemiddelde uitgangsfrequentie
spanning
48 V
016 Minimale uitgangsfrequentie 1,5 Hz
019 Opstarttijd 1 2,5 sec.
020 Uitschakeltijd 1 1,5 sec.
024 Vaste instelwaarde 1 50 Hz
034 Vaste instelwaarde onderste
grenswaarde
12 %
036 Nominale motorstroom 5,8 A (bij 1,5 kW-motor)
037 Elektronische thermobeveiliging 0 Aan
038 Thermobeveiliging activeert in 1 min.
039 Ventilator 1 Continubedrijf
058 Multifunctionele uitgang keuze 2 4
060 Versterking van de
analoge vaste instelwaarde
87 %
061 Offset van de
analoge frequentie-instelwaarde
12 %
090 Tijd bij stop 0,5 sec.
093 Stroombegrenzing bij opstarten 190 %
095 Frequentiemeetniveau 40 Hz
105 Compensatie draaimoment 25
106 Nominale slip van de motor 3,3 Hz
Verhelpen van storingen frequentieomvormer
In dit hoofdstuk worden de storingsindicaties van de frequentieomvormer en de door defecten van
motor/machine veroorzaakte fouten evenals de bijbehorende oplossingen beschreven.
Foutdiagnose en oplossingen
In dit onderdeel worden de alarm- en foutindicaties beschreven evenals de bij defecten van de VS-
606V7 voorkomende fouttoestanden en bovendien de te nemen maatregelen voor de oplossing
toegelicht.
< Oplossingen bij uitvoeringen met gladde afdekking >
1. Start een foutreset of schakel de spanningsvoorziening uit en weer in.
2. Als de fout zo niet kan worden verholpen, ga dan als volgt te werk:
(1) Schakel de spanningsvoorziening uit en controleer de externe schakeling.
(2) Schakel de spanningsvoorziening uit en vervang de gladde afdekking door één met een
digitaal bedieningspaneel, zodat de foutmeldingen worden weergegeven. De fouten worden
dan na het opnieuw inschakelen van de spanning weergegeven.
< Oplossingen bij uitvoeringen met een digitaal bedieningspaneel >
: AAN : Knipperend : UIT
Alarmmeldingen en hun betekenis
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
Knippere
nd
Waarschuwing
UV (onderspanning van de voedingsspanning)
De spanning van de hoofdstroomkring is, terwijl
de uitgang van de frequentieomvormer is
uitgeschakeld, onder de uitschakelwaarde voor
onderspanning gedaald.
200 V: schakelt bij een gelijkspanning in de
hoofdstroomkring van minder dan
ongeveer 200 V (160 V eenfasig) uit.
400 V: schakelt bij een gelijkspanning in de
hoofdstroomkring van minder dan
ongeveer 400 V uit.
(Fout stuurspanning) Bij een uitgeschakelde
inverteruitgang is een fout van de
stuurspanning vastgesteld.
Controleer:
netspanning.
aansluiting van de
netspanning.
foutloze toestand van alle
klemmen.
Knippere
nd
Fout
De contacten
wijzigen hun
toestand niet.
OV (overspanning in de hoofdstroomkring)
De spanning van de hoofdstroomkring is, terwijl
de uitgang van de frequentieomvormer is
uitgeschakeld, boven de uitschakelwaarde voor
overspanning gestegen.
200 V: ongeveer 410 V of meer.
400 V: ongeveer 820 V of meer.
Controleer de
voedingsspanning.
Knippere
nd
OH (overtemperatuur van het vermogensdeel)
De temperatuur van de lucht aan de inlaat in
het vermogensdeel is, terwijl de uitgang van de
frequentieomvormer uitgeschakeld is,
gestegen.
Controleer de
luchttemperatuur.
Knippere
nd
CAL (MEMOBUS-communicatie wacht)
Bij op 2 ingestelde parameter n003 (keuze van
het inschakelcommando) of op 6 ingestelde
parameter n004 (keuze van de frequentie-
geleidingswaarde) en ingeschakelde
voedingsspanning zijn niet de correcte
gegevens door de besturing ontvangen.
Controleer de communicatie-
inrichtingen en de
transmissiesignalen.
Knippere
nd
Waarschuwing
Fout
OP (Parameter-instelfout bij de instelling van
de parameters via de MEMOBUS-
communicatie)
OP1: er zijn twee of meer
waarden voor de keuze van de
multifunctionele ingang gezet.
(Parameter n50 tot n056)
Controleer de instelwaarden.
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
De contacten
wijzigen hun
toestand niet.
OP2: de verhouding tussen de U/f-
parameter is verkeerd.
(Parameters n011, n013, n016)
OP3: de instelwaarde van de nominale
motorstroom is groter dan 150 % van
de nominale stroom van de
frequentieomvormer.
(Parameter n036)
OP4: de bovenste/onderste vaste
instelwaarden zijn verwisseld.
(Parameters n033 en n034)
OP5: (Parameters n083 tot n085)
Knippere
nd
OL 3 (doldraaimoment)
De motorstroom overschrijdt de met de
parameter n089 ingestelde waarde.
Verklein de belasting en
verleng de opstart-
/uitschakeltijden.
Knippere
nd
SER (seriefout)
De frequentieomvormer ontvangt, terwijl deze
zich in de uitvoermodus bevindt, lokaal of op
afstand een keuzecommando of via de
multifunctionele klemmen
wijzigingscommando's voor de communicatie-
/besturingsklemmen.
Controleer de externe
stroomkring (de
signaalvolgorde).
Knippere
nd
Waarschuwing
Fout
De contacten
wijzigen hun
toestand niet.
BB (externe baseblock)
Aan een multifunctionele klem is een
baseblock-commando actief. De uitgang van de
frequentieomvormer is uitgeschakeld (de motor
loopt uit tot deze stilstaat). De toestand wordt
opgeheven, zodra het ingangscommando niet
meer optreedt.
Controleer de externe
stroomkring (de
signaalvolgorde).
Knippere
nd
EF (gelijktijdig commando om rechtsom en
linksom te draaien)
Als er tegelijkertijd een commando om
rechtsom en linksom te draaien voor langer dan
500 ms actief is, dan schakelt de
frequentieomvormer conform parameter n005
uit.
Controleer de externe
stroomkring (de
signaalvolgorde).
Knippere
nd
STP (stopcommando van het
bedieningspaneel)
Op de klemmen van de stuurkring staat een
commando om rechtsom of linksom te draaien
of via de communicatie-aansluiting is een
inschakelcommando actief, tegelijkertijd is de
toets ingedrukt. De frequentieomvormer
schakelt conform parameter n005 uit.
Frequentieomvormers met nooduitschakeling
ontvangen een noodstopsignaal. De
frequentieomvormer schakelt conform
parameter n005 uit.
Open het commando om
rechtsom of linksom te
draaien aan de klemmen van
de stuurkring.
Controleer de externe
stroomkring (de
signaalvolgorde).
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
Knippere
nd
FAN (fout aan de ventilator)
De ventilator is geblokkeerd.
Controleer:
de ventilator.
is de ventilator juist
aangesloten?
Knippere
nd
CE (MEMOBUS) communicatiefout Controleer de communicatie-
inrichtingen en de
transmissiesignalen.
Knippere
nd
FBL (verlies van de PID-terugkoppeling)
De waarde van de PID-terugkoppeling is onder
het meetniveau gedaald. Bij een verlies van de
PID-terugvoer werkt de frequentieomvormer
conform de vastgelegde waarden in parameter
n136 verder.
Controleer het mechanische
systeem en corrigeer de
oorzaak of verhoog de
waarde van parameter n137.
Knippere
nd
Communicatiefout met een van de facultatieve
kaarten.
In een modus waarbij het inschakelcommando
of de vaste instelwaarde van een facultatieve
kaart komt, is een communicatiefout
opgetreden.
Controleer de communicatie-
inrichtingen en de
transmissiesignalen.
Veiligheidsmod
us
De uitgang van
de
frequentieomvo
rmer wordt
uitgeschakeld
en de motor
loopt uit tot
deze stilstaat.
OC (overstroom)
De uitgangsstroom van de inverter overschrijdt
kortstondig 250 % van de nominale stroom.
Kortsluiting of aardlek aan
de uitgangszijde van de
omvormer.
Te hoog
traagheidsmoment van de
last.
Te korte versnellings-
/vertragingstijd
(parameters n019 tot
n022).
Speciale motor.
Start van de motor tijdens
het uitlopen.
Het motorvermogen is
groter dan die van de
frequentieomvormer.
Openen/sluiten van een
relais aan de
uitgangszijde van de
frequentieomvormer.
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
OC (overstroom)
De uitgangsstroom van de inverter overschrijdt
kortstondig 250 % van de nominale stroom.
Kortsluiting of aardlek aan de
uitgangszijde van de
omvormer.
Te hoog traagheidsmoment
van de last.
Te korte versnellings-
/vertragingstijd (parameters
n019 tot n022).
Speciale motor.
Start van de motor tijdens
het uitlopen.
Het motorvermogen is groter
dan die van de
frequentieomvormer.
Openen/sluiten van een
relais aan de uitgangszijde
van de frequentieomvormer.
OV (overspanning in de hoofdstroomkring)
De gelijkspanning in de hoofdstroomkring
overschrijdt op basis van te hoge, door de
motor teruggevoerde energie, de toegestane
waarde.
Uitschakelspanning
200 V: uitschakeling, als de gelijkspanning in
de hoofdstroomkring 410 V
overschrijdt.
400 V: uitschakeling, als de gelijkspanning in
de hoofdstroomkring 820 V
overschrijdt.
Te kleine vertragingstijd
(parameters n020 en n022).
Neerlaatmodus of andere
negatieve last (lift, enz.).
Ø
Verlengen van de
uitschakeltijd.
Aansluiten van een extra
remweerstand.
UV1 (onderspanning in de hoofdstroomkring)
De gelijkspanning in de hoofdstroomkring
overschrijdt bij de in werking zijnde uitgang van
de frequentieomvormer de toegestane waarde.
Uitschakelspanning
200 V: uitschakeling, als de gelijkspanning in
de hoofdstroomkring onder 200 V
(160 V eenfasig) daalt.
400 V: uitschakeling, als de gelijkspanning in
de hoofdstroomkring onder 40 V daalt.
Verlagen van de
voedingsspanning.
Onderbreking van een fase
van de voedingsspanning.
Kortdurende stroomuitval.
Ø
Controleer:
voedingsspanning.
aansluiting van de bedrading
van de hoofdstroomkring.
aansluiting van de klemmen.
Veiligheidsmod
us
De uitgang van
de
frequentieomvo
rmer wordt
uitgeschakeld
en de motor
loopt uit tot
deze stilstaat.
UV2 (fout stuurspanning)
Er is een fout ontdekt in de stuurspanning.
Schakel de netpanning uit en
weer aan. Blijft de fout
bestaan, dan moet de
frequentieomvormer worden
vervangen.
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
OH (overtemperatuur van het vermogensdeel)
Temperatuurstijging vanwege een
overbelasting van de frequentieomvormer of
een te hoge temperatuur van de toevoerlucht.
Overbelasting.
Verkeerde U/f-instelling.
Te korte versnellingstijd (als
de fout bij het versnellen
optreedt).
Te hoge temperatuur van de
toevoerlucht (> 50 °C).
Ø
Controleer:
hoogte van de belasting.
U/f-instellingen (waarden
n011 tot n017).
temperatuur van de
toevoerlucht.
OL1 (motoroverbelasting)
De ingebouwde elektronische thermische
motoroverbelastingsbeveiliging is geactiveerd.
Controleer de belasting van
de motor of de U/f-
instellingen (parameters
n011 tot n017).
Voer de op het typeplaatje
aangegeven nominale
motorstroom in parameter
n036 in.
OL2 (overbelasting van de
frequentieomvormer)
De ingebouwde elektronische thermische
overbelastingsbeveiliging van de
frequentieomvormer is geactiveerd.
Controleer de belasting of de
U/f-instellingen (parameters
n011 tot n017).
Controleer het nominale
vermogen van de
frequentieomvormer.
OL3 (te hoog draaimoment)
In de U/F-modus: de uitgangsstroom van de
frequentieomvormer overschrijdt de via de
parameter n098 ingestelde waarde.
Vector-modus: de motorstroom of het
draaimoment overschrijdt de via de
parameters n097 en n098 ingestelde waarde.
Als er een te hoog draaimoment wordt
vastgesteld, zet de frequentieomvormer de
werking conform de met parameter n096
vastgelegde voorwaarden voort.
Controleer de aangedreven
installatie en verhelp de fout of
verhoog de waarde van
parameter n098 tot de voor de
machine maximaal toegestane
waarde.
CPF-00
De communicatie van de frequentieomvormer
met het digitale bedieningspaneel was bij
ingeschakelde voedingsspanning voor meer
dan 5 sec onderbroken.
Controleer of het
bedieningspaneel foutloos is
gemonteerd en schakel dan
de voedingsspanning uit en
weer in. Blijft de fout
bestaan, dan moet het
bedieningspaneel of de
frequentieomvormer worden
vervangen.
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
EF (externe fout)
De frequentieomvormer ontvangt via de
klemmen van de stuurkring een foutsignaal.
EF0: externe fout instelwaarde via
MEMOBUS-communicatie
EF1: extern foutsignaal via de stuurklem S1
EF2: extern foutsignaal via de
stuurklem S2
EF3: extern foutsignaal via de stuurklem S3
EF4: extern foutsignaal via de stuurklem S4
EF5: extern foutsignaal via de stuurklem S5
EF6: extern foutsignaal via de stuurklem S6
EF7: extern foutsignaal via de stuurklem S7
Controleer de externe
schakeling
(commandovolgorde).
CPF-01
Bij begin van de transmissie met het digitale
bedieningspaneel trad meer dan 5 sec lang
een transmissiefout op.
Controleer of het
bedieningspaneel foutloos is
gemonteerd en schakel dan de
voedingsspanning uit en weer
in. Blijft de fout bestaan, dan
moet het bedieningspaneel of
de frequentieomvormer worden
vervangen.
CPF-04
In de stuurkring van de frequentieomvormer is
een EEPROM-fout opgetreden.
Protocolleer de waarden van
alle parameters en initialiseer
de parameters dan opnieuw.
Schakel dan de
voedingsspanning uit en
weer aan. Blijft de fout
bestaan, dan moet het
bedieningspaneel of de
frequentieomvormer worden
vervangen.
Veiligheidsmod
us
De uitgang van
de
frequentieomv
ormer wordt
uitgeschakeld
en de motor
loopt uit tot
deze stilstaat.
CPF-05
Er is een fout aan de A/D-omzetter
vastgesteld.
Schakel de
voedingsspanning uit en
weer aan. Blijft de fout
bestaan, dan moet het
bedieningspaneel of de
frequentieomvormer worden
vervangen.
Alarmindicatie
Digitaal
bedienin
gspaneel
BEDRIJF
(groen)
ALARM
(rood)
Status van de
frequentie-
omvormer
Toelichting Oorzaken en oplossing
CPF-06
Foutieve verbinding met een optionele kaart.
Er is een ongeschikte optionele kaart
aangesloten.
Schakel de netspanning uit.
Controleer de verbinding met
het digitale bedieningspaneel.
Controleer het versienummer
van de software (n179).
CPF-07
Fout in het circuit van het bedieningspaneel
(EEPROM- of A/D-omzetter fout)
Controleer of het
bedieningspaneel foutloos is
gemonteerd en schakel dan de
voedingsspanning uit en weer
in. Blijft de fout bestaan, dan
moet het bedieningspaneel of
de frequentieomvormer worden
vervangen.
Zelfdiagnosefout van de optionele
communcatiekaart Fout optionele kaart.
Modelcode-fout van de optionele
communicatiekaart Optionele kaart vervangen.
DPRAM-fout van de optionele
communicatiekaart
OPR (verbindingsfout bedieningspaneel)
Controleer of het
bedieningspaneel foutloos is
gemonteerd en schakel dan de
voedingsspanning uit en weer
in. Blijft de fout bestaan, dan
moet het bedieningspaneel of
de frequentieomvormer worden
vervangen.
CE (MEMOBUS) communicatiefout Controleer de communicatie-
inrichtingen en de
transmissiesignalen.
STP (noodstop)
Na het ontvangen van een noodstop-signaal
schakelt de frequentieomvormer conform de
instellingen van parameter n005 uit.
Controleer de externe
schakeling
(commandovolgorde).
Stopt conform
de waarden
van de
parameters.
FBL (verlies van de PID-terugvoer)
De waarde van de PID-terugvoer is onder het
meetniveau gedaald. Bij een verlies van de
PID-terugvoer werkt de frequentieomvormer
conform de vastgelegde waarden in parameter
n136 verder.
Controleer het mechanische
systeem en corrigeer de
oorzaak of verhoog de
waarde van parameter n137.
Checklijst voor jaarlijkse controle door een deskundige (kopieervoorbeeld)
De controle moet een keer per jaar door een deskundige worden uitgevoerd conform ZH1/575. Als
bewijs van deze controle krijgen de machine en de schakelkast een keuringssticker. Het
controleprotocol moet worden getoond, als daarnaar wordt gevraagd.
Controle-
datum:
Controleur: Handtekening: Machinenummer:
Component Controlekenmerk In orde Bijwerken/v
ervangen
Materiaalbak Alle lasnaden op scheuren controleren!
Materiaalbak Vernieling door corrosie of vervorming?
Mengzone Slijtage van de buiswanden controleren!
Minimale wanddikte 1,5 mm
Mengspiraal Slijtagecontrole in mengbereik!
Mengspiraal Slijtagecontrole van de pompmeenemer!
Schermrooster Is het schermrooster nog vlak?
Rijframe Alle lasnaden op scheuren controleren!
Rijframe Alle schroefverbindingen controleren vastheid!
Rijframe Controleren op kromtrekking! Stabiliteit moet
gewaarborgd zijn!
Rijframe Kunststof poten in orde?
Wielen Kunnen de wielen goed worden gedraaid?
Waterdoorstroom
meter
Is het peilglas nog goed doorzichtig en dicht?
Magneetventiel Functiecontrole
Drukreductie-
ventiel
Functiecontrole, instelling 1,5 bar controleren.
Schakelkast Visuele controle op herkenbare defecten
Schakelkast Functiecontrole
Schakelkast Zijn alle stickers goed leesbaar?
Schakelkast Hoogspanningscontrole met 1000 V
Schakelkast Functiecontrole van alle veiligheidsschakelaars!
Schakelkast Functiecontrole van alle controlelampen!
Schakelkast Alle kabelverbindingen controleren vastheid!
Typeplaatje Voorhanden en goed leesbaar
Gebruiks-
aanwijzing
Voorhanden
Morteldruk-
manometer
Functiecontrole!
WIJ ZORGEN ERVOOR DAT ALLES IN BEWEGING BLIJFT
Knauf PFT GmbH & Co.KG
Postfach 60 97343 Iphofen
Einersheimer Straße 53 97346 Iphofen
Telefoon: +49 93 23/31-760
Fax: +49 93 23/31-770
Internet: www.pft.de
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

PFT RITMO plus M Handleiding

Type
Handleiding