Doel hartslag invoeren.
Als hartslagprogramma
1 geselecteerd is, dan
zal de maximale doel-
h
artslag van het pro-
gramma op de display
v
erschijnen. Als u dat
wilt, kunt u op de omhoog- of omlaagtoetsen
naast de Hartslagprogrammatoets drukken om de
maximale doelhartslag te wijzigen
(zie INTENSI-
TEIT VAN UW OEFENING op pagina 28).
Opmerking: Als u de maximale doelhartslag wij-
zigt, dan zal de intensiteit van het hele pro-
gramma veranderen.
Als hartslagprogramma 2 geselecteerd is, dan
zal de doelhartslag van het programma op de dis-
play worden weergegeven. Als u dat wilt, kunt u
op de omhoog- of omlaagtoetsen naast de
Hartslagprogrammatoets drukken om de maxi-
male doelhartslag te wijzigen
(zie INTENSITEIT
VAN UW OEFENING op pagina 28).
Aandacht:
Dezelfde hartslaginstelling blijft bestaan voor het
hele programma.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Hartslagprogramma 1 is verdeeld in 30 segmen-
ten van een minuut. Wordt een doelhartslagni-
veau geprogrammeerd voor elk segment.
(Aandacht: Dezelfde na te streven hartslaginstel-
ling kan voor twee of meerdere segmenten wor-
den geprogrammeerd.) Hartslagprogramma 2 is
verdeeld in 100 segmenten van een minuut.
Dezelfde hartslag-instelling kan worden gepro
-
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Aandacht: Stop voor een kortere oefening gewoon
het programma voordat deze eindigt.
Als hartslag
-
programma
1 geselec-
teerd is, dan
zal de doel
-
hartslag
voor het
eerste segment in de flikkerende balk met het
Huidige Segment van de display worden weerge
-
geven. De volgende hartslaginstellingen zullen in
de kolommen rechts worden aangegeven. Drie
seconden voor het einde van het eerste segment
zullen de kolom Huidig Segment en de kolom
rechts opflikkeren en zult u een toon horen.
De na
te streven hartslaginstellingen zullen een kolom
n
aar links verschuiven wanneer het eerste seg-
ment afloopt.
De tweede na te streven hartslagin-
s
telling zal dan in de kolom Huidig Segment wor-
den aangegeven.
Het bedieningspaneel zal regelmatig tijdens beide
programma’s voor de hartslag uw hartslag verge-
lijken met de na te streven hartslaginstelling. De
snelheid van de loopband zal automatisch toe- of
afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te
streven hartslaginstelling te brengen. De helling
van de loopband zal ook omhoog gaan wanneer
uw hartslag nog steeds veel te laag is en de snel-
heid van de loopband 12 km/h is.
Als de snelheid of helling te hoog of te laag is,
kunt u deze instelling met de toetsen Snelheid en
Incline bijstellen. De snelheid en/of de hellings-
tand van de loopband zal/zullen echter, telkens
wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met
uw ten doel gestelde hartslag instelling vergelijkt
automatisch toenemen of verminderen om uw
hartslag dichter bij uw ten doel gestelde hartslag
instelling te brengen.
Als uw hartslag tijdens het programma niet wordt
gedetecteerd, dan zullen de letters “PLS” op de
display beginnen te flikkeren. De snelheid en/of
helling van de loopband kunnen automatisch be-
ginnen te dalen.
Druk op de Stop-toets om het programma wan-
neer dan ook te stoppen. De tijd zal dan op de
display opflikkeren. Druk op de Start-toets of the
Snelheidstoename toets om het programma op
-
nieuw te laten starten. De loopband zal met een
snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De snel-
heid en/of helling van de loopband zullen automa-
tisch veranderen wanneer het bedieningspaneel
uw hartslag met de na te streven hartslag instel-
ling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij
de na te streven hartslag instelling te brengen.
Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 5 op pagina 13.
Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op pagina 14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 14.
8
7
6
5
4
Huidig Segment
17