CHAUVET DJ Obey 3 Handleiding

Categorie
Stroboscopen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

4. GEBRUIKSINSTRUCTIES .......................................................................................................................................... 58
BEDIENINGSMODI ................................................................................................................................................................................ 59
Voorinstellingsbediening ......................................................................................................................................... 59
Bediening van de achtervolgingen .......................................................................................................................... 59
Macrobediening ...................................................................................................................................................... 59
BEDIENINGSFUNCTIES .......................................................................................................................................................................... 60
Stroboscoop ............................................................................................................................................................ 60
Verduistering ........................................................................................................................................................... 60
Handmatige RGB .................................................................................................................................................... 61
Geluid ..................................................................................................................................................................... 61
5. BIJLAGE ..................................................................................................................................................................... 62
DMX-PRIMER ..................................................................................................................................................................................... 62
ALGEMEEN ONDERHOUD ...................................................................................................................................................................... 62
KOPPELING VAN DE ARMATUREN ........................................................................................................................................................... 63
Gegegevensbekabeling .......................................................................................................................................... 63
DMX-gegevenskabel ............................................................................................................................................... 63
Kabelstekkers ......................................................................................................................................................... 63
3-pin naar 5-pin conversiediagram .......................................................................................................................... 64
Instellen van een seriële DMX-gegevenskoppeling ................................................................................................. 64
INSTELLEN VAN HET STARTADRES ......................................................................................................................................................... 65
ALGEMENE PROBLEMEN OPLOSSEN ....................................................................................................................................................... 65
RETOURPROCEDURE ........................................................................................................................................................................... 65
CLAIMS .............................................................................................................................................................................................. 66
TECHNISCHE SPECIFICATIES ................................................................................................................................................................ 66
NEEM CONTACT OP ...................................................................................................................................................... 67
DOCUMENT INFORMATION
The information and specifications contained in this document are subject to change without
notice. Chauvet assumes no responsibility or liability for any errors or omissions
that may
appear in this manual.
© Copyright 2017 Chauvet. All rights reserved
Printed in P.R.C.
Electronically published by Chauvet in the United States of America
La información y especificaciones contenidas en este documento están sujetas a cambio sin
previo aviso. Chauvet no asume responsabilidad de ningún tipo por cualquier error u omisión
que pueda aparecer en este manual.
© Copyright 2017 Chauvet. Todos los derechos reservados
Impreso en la R. P. China.
Publicación en formato electrónico por Chauvet en EE. UU.
Les informations et caractéristiques contenues dans ce document sont sujettes à changement
sans préavis. Chauvet n'assume aucune responsabilité pour les erreurs ou les omissions
pouvant apparaître dans ce manuel.
© Copyright 2017 Chauvet. Tous droits réservés
Imprimé en Chine
Publié électroniquement par Chauvet aux États-Unis.
Die in dieser Anleitung aufgeführten Informationen und Spezifikationen können ohne
vorherige Ankündigung geändert werden. Chauvet ist nicht verantwortlich und haftet nicht für
in dieser Bedienungsanleitung auftretende Fehler oder Ungenauigkeiten.
© Copyright 2017 Chauvet. Alle Rechte vorbehalten.
Gedruckt in China.
In den USA von Chauvet elektronisch veröffentlicht.
De informatie en specificaties in dit document kunnen zonder v
oorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd. Chauvet aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor
fouten of ontbrekende informatie in deze handleiding.
© Copyright 2017 Chauvet. Alle rechten voorbehouden
Afgedrukt in P.R.C.
Elektronisch uitgegeven door Chauvet in de Verenigde Staten van Amerika
1. Voordat u begint 55
1. VOORDAT U BEGINT
Wat is er inbegrepen
Ø 1 x Obey 3
Ø 1 x stroomvoeding
Ø 1 x garantiekaart
Ø 1x gebruikershandleiding
Uitpakinstructies
Direct na ontvangst van een armatuur moet u de doos voorzichtig uitpakken en de inhoud bekijken om te controleren of
alle onderdelen aanwezig zijn en in goede conditie zijn ontvangen. Als er onderdelen beschadigd zijn door de verzending
of tekenen van ruwe behandeling vertonen, laat dit dan onmiddellijk weten aan de vervoerder en bewaar het
verpakkingsmateriaal voor inspectie. Bewaar het karton en alle verpakkingsmaterialen. Als er een armatuur naar de
fabriek teruggestuurd moet worden, is het belangrijk om de armatuur in de oorspronkelijke fabrieksdoos en -verpakking te
verzenden.
Conventies van deze handleiding
De handleidingen van Chauvet gebruiken de volgende conventies om bepaalde soorten informatie te differentiëren van de
normale tekst.
CONVENTIE
BETEKENIS
[10] Een DIP-schakelaar die geconfigureerd moet worden
<Menu>
Een toets die op het bedieningspaneel van de armatuur moet worden ingedrukt
1~512 Een reeks waarden
50/60 Een set waarden waarvan er slechts één gekozen kan worden
Instellingen
Een menuoptie die niet aangepast mag worden (die bijvoorbeeld de bedrijfsmodus/huidige
status toont)
MENU >
instellingen
Een reeks menuopties die gevolgd moet worden
ON
Een waarde die ingevuld of geselecteerd moet worden
Pictogrammen
Deze handleiding gebruikt de volgende pictogrammen om informatie aan te geven die om speciale aandacht van de
gebruiker vraagt.
PICTOGRAMMEN
BETEKENIS
Deze paragraaf bevat kritieke installatie-, configuratie- of bedieningsinformatie. Het niet
opvolgen van deze informatie kan de armatuur geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken,
schade aan de armatuur veroorzaken of letsel veroorzaken aan de gebruiker.
Deze paragraaf bevat belangrijke installatie- of configuratie-informatie. Het niet opvolgen
van deze informatie kan ertoe leiden dat de armatuur niet goed functioneert.
Deze paragraaf herinnert u aan bruikbare, maar niet kritieke, informatie.
1. Voordat u begint 56
Veiligheidsinstructies
Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstige naslag. Als u het apparaat verkoopt aan een
andere gebruiker moet u ervoor zorgen dat zij dit instructieboekje ook ontvangen.
Zorg er altijd voor dat u aansluit op de juiste spanning en dat de lijnspanning waar u op aansluit niet
hoger is dan vermeld op de sticker of het achterpaneel van de armatuur.
Het product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis! Om het risico op brand en schokken te
vermijden mag u de armatuur niet blootstellen aan regen of vocht.
Controleer dat er tijdens gebruik geen ontvlambare materialen dichtbij de eenheid staan.
De eenheid moet op een locatie zijn geïnstalleerd met voldoende ventilatie, op ten minste 50 cm
afstand van aangrenzende oppervlakken. Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven nooit geblokkeerd
worden.
De maximale omgevingstemperatuur (Ta) is 40 °C. Gebruik de armatuur niet bij hogere
temperaturen.
Stop direct met het gebruik van de eenheid in geval van ernstige gebruiksproblemen. Repareer de
eenheid nooit zelf. Reparaties die worden uitgevoerd door onopgeleide personen kunnen leiden tot
schade of storingen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde technische hulpcentrum.
Sluit het apparaat nooit aan op een dimmerpakket.
Zorg ervoor dat het stroomsnoer nooit knikt of beschadigd.
Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes van niet-
gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af.
Lees deze instructies zorgvuldig door. Het bevat belangrijke informatie
over de installatie, het gebruik en het onderhoud van dit product.
2. Inleiding 57
2. INLEIDING
Product Overzicht
Stroboscoopknop
Fade/snelheid/
stroboscoop/groen
fader
Achtervolgin
g-enknop
12 VDC
ingang
Instelknop
geluidsgevoeligheid
Verduisteringsknop
Macroknop
DMX-uitgang
Masterdimmer
/blauw fader
Achtervolgingen/
macro/rood
Aan/uit-
schakelaar
Achterpaneel
Handmatige
RGB-knop
Voorin-
stellingsknop
3. Instelling 58
3. INSTELLING
AC-stroom
Deze armatuur loopt op 12 VDC, 500 mA. Zorg er vóór het inschakelen van het apparaat voor dat de
voedingsspanning waaraan u het verbindt correct is.
Sluit de armatuur altijd aan op een schakelcircuit. Sluit de armatuur nooit aan op een
rheostat (variabele weerstand) of dimmercircuit, zelfs als het rheostat- of dimmerkanaal
alleen wordt gebruikt als een 0 tot 100%-schakelaar.
Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes
van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af.
Om de stroomvereisten te bepalen voor een bepaalde armatuur kijkt u op het etiket op de
achterplaats van de armatuur of raadpleegt u het specificatiediagram van de armatuur. Het vermelde
spanningsvermogen van een armatuur geeft zijn gemiddelde stroomverbruik aan onder normale
omstandigheden.
Montage
Oriëntatie
De Obey 3 moet in een veilige positie worden gemonteerd, onder voorwaarde dat er
voldoende ruimte voor ventilatie is.
Installatie
Zie de onderstaande tekening die de achterzijde van de regelaar toont. Het geeft de
montageafmetingen aan. Dit helpt bij het maken van de installatiegaten.
,
,
,
4. Gebruiksinstructies 59
4. GEBRUIKSINSTRUCTIES
Bedieningsmodi
Voorinstellingsbediening
Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's. Er zijn negen kleurenmacro's om uit te kiezen,
die kunnen worden geopend met de negen voorinstellingsknoppen. Zie de onderstaande instructies
voor deze bediening.
1. Druk op <PRESET> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
2. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te
stellen.
3. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau.
4. Selecteer een van de negen vooringestelde kleurenmacro's.
5. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden.
Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang
hebben op de bedieningselementen.
In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken.
Bediening van de achtervolgingen
Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenachtervolgingen die van de ene kleur naar de andere
zullen wijzigen. Er zijn verschillende kleurencombinaties om uit te kiezen. Zie de onderstaande
instructies voor deze bediening.
1. Druk op <CHASES> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
2. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te
stellen.
3. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau.
4. Selecteer met de achtervolgingen/macro/rood fader een van de kleurencombinaties.
5. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden.
Er zijn verschillende vooringestelde kleurencombinaties die ontdekt kunnen worden door de
achtervolgingen/macro/rood fader volledig te bewegen.
Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang
hebben op de bedieningselementen.
In de voorinstellingsmodus zal het geluid werken.
Macrobediening
Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's. Dit is een statische kleurenselectie, wat betekent
dat er geen achtervolging, beweging of kleurenstromen zullen voorkomen. Er zijn verschillende
kleurenmacro's om uit te kiezen, die kunnen worden geopend met de achtervolgingen/macro's fader.
Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Druk op <MACRO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
2. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau.
3. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau.
4. Selecteer met de achtervolgingen/macro/rood fader een van de kleurenmacro's.
5. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden.
Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang
hebben op de bedieningselementen.
In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken.
4. Gebruiksinstructies 60
Bedieningsfuncties
Stroboscoop
Deze regelaar heeft meerdere functies voor de 3 faders. Een van de functies voor de middelste fader
(fade/snelheid/stroboscoop/groen) is de stroboscoopfunctie. Zie de onderstaande instructies voor
deze bediening.
1. Druk op <STROBE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
2. Stel de fader af naar het gewenste niveau.
3. Om terug te gaan naar de gewenste modus drukt u op <STROBE> totdat het betreffende LED-
lampje uit gaat.
Deze functie kan worden geactiveerd bij bediening in een andere modus (voorinstelling,
achtervolgingen, macro).
Om deze functie te deactiveren moet de modus worden geopend en moet de fader worden
ingesteld naar 0.1M (volledig omlaag). Deactiveer daarna <STROBE>.
Verduistering
Deze regelaar heeft een aparte verduisteringsknop. Deze knop werkt samen met de
fade/snelheid/stroboscoop/groen fader. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar de gewenste waarde om te bepalen hoe
snel de lampen zullen verduisteren.
2. Druk op <BLACKOUT> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
De verduisteringsfunctie werkt ook met de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader bij het
uitschakelen van de verduistering.
De verduisteringsfunctie werkt niet wanneer de regelaar in handmatige RGB-modus is.
4. Gebruiksinstructies 61
Handmatige RGB
Deze regelaar heeft de mogelijkheid om handmatig een aangepaste kleurencombinatie te kiezen
door simpelweg de rode, groene en blauwe faders te gebruiken. Eerst moet echter <Manual RGB>
ingedrukt worden. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Druk op <Manual RGB> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
2. Stel de rode, groene en blauwe faders af naar de gewenste niveaus.
U kunt op <Manual RGB> drukken totdat het betreffende LED-lampje uit is om deze modus uit
te schakelen.
Verduistering zal niet werken in de handmatige RGB-functie.
Fade/snelheid zal niet werken in de handmatige RGB-functie.
Geluid
Deze regelaar heeft vooringestelde achtervolgingen. Deze achtervolgingen worden
normaalgesproken ingeschakeld met de snelheidsfader. De kunnen echter ook worden ingeschakeld
met de ingebouwde microfoon. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Volg de instructies voor het werken met achtervolgingen in de betreffende paragraaf van deze
handleiding.
2. Druk op <SOUND> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Stel de gevoeligheidsfader af naar het gewenste niveau (met de klok mee draaien om de
gevoeligheid te vergroten).
U kunt op <SOUND> drukken totdat het betreffende LED-lampje uit is om deze modus uit te
schakelen. In deze modus kunt u de masterdimmer en de fadetijd afstellen met de betreffende
faders.
5. Bijlage 62
5. BIJLAGE
DMX-primer
Er zijn 512 kanalen in een DMX-aansluiting. Kanalen kunnen op elke manier worden toegewezen. Een armatuur die DMX
kan ontvangen heeft een of enkele sequentiële kanalen nodig. De gebruiker moet een startadres toewijzen op de
armatuur die aangeeft dat het eerste kanaal in de regelaar is gereserveerd. Er zijn verschillende soorten met DMX
regelbare armaturen en ze hebben een verschillend aantal kanalen nodig. Het kiezen van een startadres moet vantevoren
gepland worden. Kanalen mogen nooit overlappen. Als dat toch gebeurt zal dat leiden tot foutieve bediening van de
armaturen waarvan het startadres onjuist was. U kunt echter meerdere armaturen van hetzelfde type bedienen met
hetzelfde startadres, zolang als het bedoelde resultaat er een is van harmonieuze beweging of bediening. In andere
woorden zullen de armaturen als slave bij elkaar worden gevoegd en allemaal exact hetzelfde reageren.
DMX-armaturen zijn ontworpen om gegevens te ontvangen door een serieverbinding. Een serieverbinding wordt tot stand
gebracht wanneer een GEGEVENSUITGANG van een armatuur wordt aangesloten op de GEGEVENSINGANG van de
volgende armatuur. De volgorde waarin de armaturen zijn verbonden is niet belangrijk en heeft geen effect op hoe een
regelaar met elke armatuur communiceert. Gebruik een volgorde die zorgt voor de eenvoudigste en meest directe
bekabeling. Verbind armaturen met afgeschermd gedraaid paarkabel met twee geleiders, met drie pins-XLR mannelijke
naar vrouwelijke stekkers. De afgeschermde verbinding is pin 1, terwijl pin 2 gegevensnegatief (S-) is en pin 3
gegevenspositief (S+) is.
Algemeen onderhoud
Voor het behoud van optimale prestaties en om slijtage te minimaliseren, moeten armaturen regelmatig gereinigd worden.
Het gebruik en de omgeving zijn factoren die bijdragen aan het bepalen van de frequentie. Als vuistregel moeten de
armaturen tweemaal per maand gereinigd worden. De ophoping van stof verlaagt de lichtemissieprestaties en kan
oververhitting veroorzaken. Dit kan leiden tot een kortere levensduur van de lamp en verhoogde mechanische slijtage.
Zorg ervoor dat u de armatuur uitschakelt vóór het plegen van onderhoud.
1. Haal de armatuur van de stroom af.
2. Gebruik een stofzuiger of luchtcompressor en een zachte borstel om opgehoopt stof van de
externe ventilatiegaten te verwijderen.
3. Reinig, wanneer de armatuur is afgekoeld, alle glasoppervlakken met een milde oplossing van
glasreiniger of isopropylalcohol en een zachte pluisvrije katoenen doek of een brillendoekje.
4. Pas de schoonmaakoplossing toe op het textiel of doekje en veeg het vuil en roet naar de
buitenzijde van de lens.
5. Poets het de optische oppervlakken voorzichtig totdat het vrij is van waas en pluisjes.
De reiniging van externe optische lenzen en/of spiegels moet periodiek worden uitgevoerd om de lichtuitvoer te
optimaliseren. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin de armatuur wordt gebruikt. Vochtige,
rokerige of bijzonder vieze omgevingen kunnen zorgen voor grotere vuilopbouw van de optische elementen van het
apparaat. Reinigen met een zachte doek, met normale glasreinigingsvloeistof. Reinig de externe optische elementen ten
minste elke 20 dagen. Reinig de armatuur ten minste elke 30/60 dagen.
Droog de onderdelen altijd zorgvuldig na het reinigen.
5. Bijlage 63
Koppeling van de armaturen
U hebt een seriële gegevenskoppeling nodig om lichtshows met één of meer armaturen uit te voeren met een DMX-
regelaar of om gesynchroniseerde shows uit te voeren op twee of meer armaturen die zijn ingesteld in een master/slave-
bedieningsmodus. Het gecombineerde aantal kanalen dat nodig is voor alle armaturen op een seriële gegevenskoppeling
bepaalt het aantal armaturen die de gegevenskoppeling kan ondersteunen.
De armaturen op een seriële gegevenskoppeling moeten in serie zijn verbonden, in een enkele
lijn. Om te voldoen aan de EIA-485-norm, mogen niet meer dan 32 armaturen op één
gegevenskoppeling worden aangesloten. Het verbinden van meer dan 32 armaturen op één
seriële gegevenskoppeling zonder het gebruik van een DMX optisch geïsoleerde splitter kan
leiden tot verslechtering van het digitale DMX-signaal.
De maximaal aanbevolen afstand van de seriële gegevenskoppeling: 500 m
Maximaal aanbevolen aantal armaturen op een seriële gegevenskoppeling: 32
Gegegevensbekabeling
Om armaturen aan elkaar te koppelen hebt u gegevenskabels nodig. U kunt Chauvet-gecertificeerde
DMX-kabels direct kopen bij een dealer/distributeur of uw eigen kabel construeren. Als u uw eigen
kabel wilt creëren gebruik dan gegevenskabels die een hoogwaardig signaal kunnen overdragen en
minder gevoelig zijn voor elektromagnetische storing.
DMX-gegevenskabel
Gebruik een Belden© 9841 of gelijkwaardige kabel die voldoet aan de specificaties voor EIA RS-485-
toepassingen. Standaard microfoonkabels kunnen niet betrouwbaar DMX-gegevens verzenden over
lange afstanden. De kabel moet de volgende eigenschappen hebben:
Type: afgeschermd, 2-geleiders gedraaid paar
Maximale capaciteit tussen geleiders: 30 pF/ft
Maximale capaciteit tussen geleider en afscherming: 55 pF/ft
Maximale weerstand: 20 ohm/1000 ft
Nominale impedantie: 100 ~ 140 ohm
Kabelstekkers
De bekabeling moet een mannelijke XLR-stekker op het ene einde en een vrouwelijke XLR-stekker
op het andere einde hebben.
Sta geen contact toe tussen de algemene lijn en de aarde van de armatuurhouder. Het aarden
van de algemene lijn kan een aardingslus veroorzaken, waardoor uw armatuur foutief kan
werken. Test kabels met een ohm-meter om de juiste polariteit te controleren en om ervoor te
zorgen dat de pennen niet zijn geaard of zijn kortgesloten naar de afscherming of elkaar.
ALGEMEE
N
DMX +
DMX -
INGAN
G
UITGAN
G
1
3
2
1
3
2
1
3
2
120 ohm
¼ W weerstand
tussen pin 2 (DMX -
) en pin 3 (DMX +)
op de uitgang van
de laatste armatuur
Om de overdracht van signalen van
problemen en storingen te voorkomen, is
het altijd raadzaam een DMX signaal
terminator aansluiten.
DMX-stekkerconfiguratie
5. Bijlage 64
Deze tekening biedt
een algemene
illustratie van het
DMX-ingangs-
/uitgangspaneel van
een lamparmatuur.
Universele DMX-regelaar
Ga verder met de
koppeling
3-pin naar 5-pin conversiediagram
Als u een regelaar gebruikt met een 5-pins DMX-uitgangsstekker, dan moet u een 5-pins naar
3-pins adapter gebruiken. Het diagram hieronder toont een goede kabelconversie:
3-PIN NAAR 5-PIN CONVERSIEDIAGRAM
Geleider
3-pin vrouwelijk (uitgang)
5-pin mannelijk
(ingang)
Aarde/afscherming
Pin 1
Pin 1
Gegevens ( - ) signaal
Pin 2
Pin 2
Gegevens ( + ) signaal
Pin 3
Pin 3
Niet gebruikt
Pin 4
Niet gebruikt
Pin 5
Instellen van een seriële DMX-
gegevenskoppeling
1. Sluit de (mannelijke) 3-pins stekkerzijde
van de DMX-kabel aan op de uitgang
(vrouwelijke) 3-pins stekker van de
regelaar.
2. Sluit het kabeleinde vanuit de regelaar met
een (vrouwelijke) 3-pins stekker aan op de
ingangsstekker van de volgende armatuur
van een (mannelijke) 3-pins stekker.
3. Ga daarna verder met het aansluiten van
de uitgang, zoals boven is vermeld, op de
ingang van de volgende armatuur
enzovoorts.
5. Bijlage 65
Instellen van het startadres
Deze DMX-modus maakt het gebruik mogelijk van een universeel DMX-regelaarapparaat. Elke armatuur vereist een
startadres van 1~512. Een armatuur die een of meer kanalen nodig heeft voor de bediening begint de gegevens te lezen
op het kanaal dat is aangegeven door het startadres. Een armatuur die bijvoorbeeld zes DMX-kanalen gebruikt en is
geadresseerd om te starten op DMX-kanaal 100, zal bijvoorbeeld gegevens lezen van kanalen: 100, 101, 102, 103, 104
en 105. Kies de startadressen zo dat de gebruikte kanalen niet overlappen en noteer het geselecteerde startadres voor
toekomstige naslag.
Als dit uw eerste keer is dat u een armatuur adresseert met het DMX-bedieningsprotocol, dan raden we aan naar de
paragraaf “Bijlage” te gaan en de koptekst “DMX-primer” te lezen. Het bevat zeer bruikbare informatie die u meer zal leren
over het gebruik.
Algemene problemen oplossen
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK MOGELIJKE ACTIE
Aardlekschakela
ar/zekering blijft
doorbranden
Te hoge belasting van het circuit Controleer de totale belasting op het elektrische circuit
Kortsluiting over de
stroomsnoeren
Controleer op een kortsluiting in de elektrisch bedrading
(intern en/of extern).
Het apparaat
schakelt niet in
Geen stroom Controleer of er stroom is op het stroomnet.
Los stroomsnoer Controleer het stroomsnoer
De armatuur
reageert niet op
DMX
Verkeerde DMX-adressering Controleer het bedieningspaneel en de adressering van
het apparaat
Beschadigde DMX-kabels Controleer de DMX-kabels
Verkeerde polariteitsinstellingen
op de regelaar
Controleer de polariteitsschakelaarinstellingen op de
regelaar
Losse DMX-kabels Controleer de kabelaansluitingen
Defecte DMX-interface DMX-ingang vervangen
Defect moederbord Vervang het moederbord
Signaalverlies
Niet-DMX-kabels Gebruik alleen kabels die compatibel zijn met DMX
Stuiterende signalen Installeer de afsluiter zoals voorgesteld.
Lange kabel / laag signaalniveau Installeer de versterker net achter de armatuur met een
sterk signaal.
Teveel armaturen Installeer een optische gekoppelde DMX-splitter na
eenheid #32.
Interferentie van
wisselstroomsnoeren.
Houd DMX-kabels gescheiden van stroomkabels of
black lights.
Als u nog steeds problemen ervaart na het proberen van bovenstaande oplossingen, kunt u
contact opnemen met de technische ondersteuningsdienst van Chauvet.
Retourprocedure
Geretourneerde producten moeten gefrankeerd en in de oorspronkelijke verpakking worden verzonden; er worden geen
telefoon-tags uitgegeven. De verpakking moet duidelijk zijn gelabeld met een retouropdracht-formuliernummer (RMA-
nummer). Producten die worden geretourneerd zonder het RMA-nummer zullen geweigerd worden. Bel Chauvet op en
vraag vóór verzending van de armatuur om een RMA-nummer. Zorg dat u het modelnummer, serienummer en een korte
beschrijving van de retouroorzaak bij de hand hebt. Zorg ervoor dat u de armatuur goed inpakt; alle verzendschade die
resulteert uit onvoldoende verpakking is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Als een suggestie is goede UPS-
verpakking of dubbele dozen altijd een veilige methode om te gebruiken.
5. Bijlage 66
Chauvet behoudt zich het recht voor om (het) geretourneerde product(en) naar eigen inzicht te repareren of te vervangen.
Als u een RMA-nummer hebt gekregen, meld dan de volgende informatie op een stukje papier
binnen de doos:
1. Uw naam:
2. Uw adres:
3. Uw telefoonnummer
4. RMA-nummer
5. Een korte beschrijving van de symptomen
Claims
Schade die wordt opgelopen tijdens verzending is de verantwoordelijkheid van de vervoerder; daarom moet de schade na
ontvangst van de producten bij de vervoerder worden gemeld. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om de
vervoerder op de hoogte te stellen en claims in te dienen wanneer een armatuur is beschadigd door verzending. Elke
andere claim voor artikelen zoals missende componenten/onderdelen, schade die niet is gerelateerd aan verzending en
verborgen schade, moet worden gemeld binnen zeven (7) dagen na ontvangst van de producten
Technische Specificaties
GEWICHT EN AFMETINGEN
Lengte ...................................................................................................................................... 140 mm
Breedte .................................................................................................................................... 210 mm
Hoogte ....................................................................................................................................... 52 mm
Gewicht ....................................................................................................................................... 0,9 kg
VERMOGEN
Bedrijfsbereik ..................................................................................................... DC 12 V, 500 mA max
Spanningsadapter (extern: 100~240 VAC; 50/60 Hz; 0,4 A ingang) (12 VDC; 1 A uitgang)Meegeleverd
THERMISCH
Maximale omgevingstemperatuur ................................................................................................. 45 °C
BEDIENING EN PROGRAMMERING
Stroboscoopfrequentie ............................................................................................................ 0–33 Hz
Gegevensuitgang .......................................................... vergrendelende 3-pin XLR vrouwelijke houder
Configuratie van de gegevenspen ............................................... pin 1 afgeschermd, pin 2 (-), pin 3 (+)
Protocollen .................................................................................................................. DMX-512 USITT
BESTELINFORMATIE
Obey 3 regelaar ........................................................................................................................ OBEY3
GARANTIE-INFORMATIE
Garantie ........................................................................................................2-jarige beperkte garantie

Documenttranscriptie

4. GEBRUIKSINSTRUCTIES .......................................................................................................................................... 58 BEDIENINGSMODI ................................................................................................................................................................................ 59 Voorinstellingsbediening ......................................................................................................................................... 59 Bediening van de achtervolgingen .......................................................................................................................... 59 Macrobediening ...................................................................................................................................................... 59 BEDIENINGSFUNCTIES .......................................................................................................................................................................... 60 Stroboscoop............................................................................................................................................................ 60 Verduistering........................................................................................................................................................... 60 Handmatige RGB .................................................................................................................................................... 61 Geluid ..................................................................................................................................................................... 61 5. BIJLAGE ..................................................................................................................................................................... 62 DMX-PRIMER ..................................................................................................................................................................................... 62 ALGEMEEN ONDERHOUD ...................................................................................................................................................................... 62 KOPPELING VAN DE ARMATUREN ........................................................................................................................................................... 63 Gegegevensbekabeling .......................................................................................................................................... 63 DMX-gegevenskabel ............................................................................................................................................... 63 Kabelstekkers ......................................................................................................................................................... 63 3-pin naar 5-pin conversiediagram .......................................................................................................................... 64 Instellen van een seriële DMX-gegevenskoppeling ................................................................................................. 64 INSTELLEN VAN HET STARTADRES ......................................................................................................................................................... 65 ALGEMENE PROBLEMEN OPLOSSEN ....................................................................................................................................................... 65 RETOURPROCEDURE ........................................................................................................................................................................... 65 CLAIMS .............................................................................................................................................................................................. 66 TECHNISCHE SPECIFICATIES ................................................................................................................................................................ 66 NEEM CONTACT OP ...................................................................................................................................................... 67 DOCUMENT INFORMATION The information and specifications contained in this document are subject to change without notice. Chauvet assumes no responsibility or liability for any errors or omissions that may appear in this manual. © Copyright 2017 Chauvet. All rights reserved Printed in P.R.C. Electronically published by Chauvet in the United States of America La información y especificaciones contenidas en este documento están sujetas a cambio sin previo aviso. Chauvet no asume responsabilidad de ningún tipo por cualquier error u omisión que pueda aparecer en este manual. © Copyright 2017 Chauvet. Todos los derechos reservados Impreso en la R. P. China. Publicación en formato electrónico por Chauvet en EE. UU. Les informations et caractéristiques contenues dans ce document sont sujettes à changement sans préavis. Chauvet n'assume aucune responsabilité pour les erreurs ou les omissions pouvant apparaître dans ce manuel. © Copyright 2017 Chauvet. Tous droits réservés Imprimé en Chine Publié électroniquement par Chauvet aux États-Unis. Die in dieser Anleitung aufgeführten Informationen und Spezifikationen können ohne vorherige Ankündigung geändert werden. Chauvet ist nicht verantwortlich und haftet nicht für in dieser Bedienungsanleitung auftretende Fehler oder Ungenauigkeiten. © Copyright 2017 Chauvet. Alle Rechte vorbehalten. Gedruckt in China. In den USA von Chauvet elektronisch veröffentlicht. De informatie en specificaties in dit document kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Chauvet aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor fouten of ontbrekende informatie in deze handleiding. © Copyright 2017 Chauvet. Alle rechten voorbehouden Afgedrukt in P.R.C. Elektronisch uitgegeven door Chauvet in de Verenigde Staten van Amerika 1. VOORDAT U BEGINT Wat is er inbegrepen Ø Ø Ø Ø 1 x Obey 3 1 x stroomvoeding 1 x garantiekaart 1x gebruikershandleiding Uitpakinstructies Direct na ontvangst van een armatuur moet u de doos voorzichtig uitpakken en de inhoud bekijken om te controleren of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede conditie zijn ontvangen. Als er onderdelen beschadigd zijn door de verzending of tekenen van ruwe behandeling vertonen, laat dit dan onmiddellijk weten aan de vervoerder en bewaar het verpakkingsmateriaal voor inspectie. Bewaar het karton en alle verpakkingsmaterialen. Als er een armatuur naar de fabriek teruggestuurd moet worden, is het belangrijk om de armatuur in de oorspronkelijke fabrieksdoos en -verpakking te verzenden. Conventies van deze handleiding De handleidingen van Chauvet gebruiken de volgende conventies om bepaalde soorten informatie te differentiëren van de normale tekst. BETEKENIS CONVENTIE [10] <Menu> Een DIP-schakelaar die geconfigureerd moet worden Een toets die op het bedieningspaneel van de armatuur moet worden ingedrukt 1~512 Een reeks waarden 50/60 Een set waarden waarvan er slechts één gekozen kan worden Instellingen Een menuoptie die niet aangepast mag worden (die bijvoorbeeld de bedrijfsmodus/huidige status toont) MENU > instellingen Een reeks menuopties die gevolgd moet worden ON Een waarde die ingevuld of geselecteerd moet worden Pictogrammen Deze handleiding gebruikt de volgende pictogrammen om informatie aan te geven die om speciale aandacht van de gebruiker vraagt. BETEKENIS PICTOGRAMMEN Deze paragraaf bevat kritieke installatie-, configuratie- of bedieningsinformatie. Het niet opvolgen van deze informatie kan de armatuur geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken, schade aan de armatuur veroorzaken of letsel veroorzaken aan de gebruiker. Deze paragraaf bevat belangrijke installatie- of configuratie-informatie. Het niet opvolgen van deze informatie kan ertoe leiden dat de armatuur niet goed functioneert. Deze paragraaf herinnert u aan bruikbare, maar niet kritieke, informatie. 1. Voordat u begint 55 Veiligheidsinstructies Lees deze instructies zorgvuldig door. Het bevat belangrijke informatie over de installatie, het gebruik en het onderhoud van dit product. • • • • • • • • • • 1. Voordat u begint Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstige naslag. Als u het apparaat verkoopt aan een andere gebruiker moet u ervoor zorgen dat zij dit instructieboekje ook ontvangen. Zorg er altijd voor dat u aansluit op de juiste spanning en dat de lijnspanning waar u op aansluit niet hoger is dan vermeld op de sticker of het achterpaneel van de armatuur. Het product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis! Om het risico op brand en schokken te vermijden mag u de armatuur niet blootstellen aan regen of vocht. Controleer dat er tijdens gebruik geen ontvlambare materialen dichtbij de eenheid staan. De eenheid moet op een locatie zijn geïnstalleerd met voldoende ventilatie, op ten minste 50 cm afstand van aangrenzende oppervlakken. Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven nooit geblokkeerd worden. De maximale omgevingstemperatuur (Ta) is 40 °C. Gebruik de armatuur niet bij hogere temperaturen. Stop direct met het gebruik van de eenheid in geval van ernstige gebruiksproblemen. Repareer de eenheid nooit zelf. Reparaties die worden uitgevoerd door onopgeleide personen kunnen leiden tot schade of storingen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde technische hulpcentrum. Sluit het apparaat nooit aan op een dimmerpakket. Zorg ervoor dat het stroomsnoer nooit knikt of beschadigd. Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes van nietgebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af. 56 2. INLEIDING Product Overzicht Instelknop geluidsgevoeligheid Stroboscoopknop Verduisteringsknop Handmatige RGB-knop Geluidsknop Masterdimmer /blauw fader Voorinstellingsknop Fade/snelheid/ stroboscoop/groen fader Achtervolgin g-enknop Macroknop Achtervolgingen/ macro/rood Achterpaneel DMX-uitgang Aan/uitschakelaar 12 VDC ingang 2. Inleiding 57 3. INSTELLING AC-stroom Deze armatuur loopt op 12 VDC, 500 mA. Zorg er vóór het inschakelen van het apparaat voor dat de voedingsspanning waaraan u het verbindt correct is. • Sluit de armatuur altijd aan op een schakelcircuit. Sluit de armatuur nooit aan op een rheostat (variabele weerstand) of dimmercircuit, zelfs als het rheostat- of dimmerkanaal alleen wordt gebruikt als een 0 tot 100%-schakelaar. • Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af. Om de stroomvereisten te bepalen voor een bepaalde armatuur kijkt u op het etiket op de achterplaats van de armatuur of raadpleegt u het specificatiediagram van de armatuur. Het vermelde spanningsvermogen van een armatuur geeft zijn gemiddelde stroomverbruik aan onder normale omstandigheden. Montage Oriëntatie De Obey 3 moet in een veilige positie worden gemonteerd, onder voorwaarde dat er voldoende ruimte voor ventilatie is. Installatie Zie de onderstaande tekening die de achterzijde van de regelaar toont. Het geeft de montageafmetingen aan. Dit helpt bij het maken van de installatiegaten. , , , 3. Instelling 58 4. GEBRUIKSINSTRUCTIES Bedieningsmodi Voorinstellingsbediening Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's. Er zijn negen kleurenmacro's om uit te kiezen, die kunnen worden geopend met de negen voorinstellingsknoppen. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. Druk op <PRESET> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau. Selecteer een van de negen vooringestelde kleurenmacro's. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden. Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken. Bediening van de achtervolgingen Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenachtervolgingen die van de ene kleur naar de andere zullen wijzigen. Er zijn verschillende kleurencombinaties om uit te kiezen. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. Druk op <CHASES> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau. Selecteer met de achtervolgingen/macro/rood fader een van de kleurencombinaties. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden. Er zijn verschillende vooringestelde kleurencombinaties die ontdekt kunnen worden door de achtervolgingen/macro/rood fader volledig te bewegen. Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In de voorinstellingsmodus zal het geluid werken. Macrobediening Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's. Dit is een statische kleurenselectie, wat betekent dat er geen achtervolging, beweging of kleurenstromen zullen voorkomen. Er zijn verschillende kleurenmacro's om uit te kiezen, die kunnen worden geopend met de achtervolgingen/macro's fader. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. Druk op <MACRO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar het gewenste niveau. Stel de masterdimmer/blauw fader af naar het gewenste niveau. Selecteer met de achtervolgingen/macro/rood fader een van de kleurenmacro's. De fadetijd en het dimmen kunnen nu afgesteld worden. Zorg ervoor dat de stroboscoop, verduistering en handmatige RGB-functies geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken. 4. Gebruiksinstructies 59 Bedieningsfuncties Stroboscoop Deze regelaar heeft meerdere functies voor de 3 faders. Een van de functies voor de middelste fader (fade/snelheid/stroboscoop/groen) is de stroboscoopfunctie. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. Druk op <STROBE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de fader af naar het gewenste niveau. Om terug te gaan naar de gewenste modus drukt u op <STROBE> totdat het betreffende LEDlampje uit gaat. Deze functie kan worden geactiveerd bij bediening in een andere modus (voorinstelling, achtervolgingen, macro). Om deze functie te deactiveren moet de modus worden geopend en moet de fader worden ingesteld naar 0.1M (volledig omlaag). Deactiveer daarna <STROBE>. Verduistering Deze regelaar heeft een aparte verduisteringsknop. Deze knop werkt samen met de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. Stel de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader af naar de gewenste waarde om te bepalen hoe snel de lampen zullen verduisteren. Druk op <BLACKOUT> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. De verduisteringsfunctie werkt ook met de fade/snelheid/stroboscoop/groen fader bij het uitschakelen van de verduistering. De verduisteringsfunctie werkt niet wanneer de regelaar in handmatige RGB-modus is. 4. Gebruiksinstructies 60 Handmatige RGB Deze regelaar heeft de mogelijkheid om handmatig een aangepaste kleurencombinatie te kiezen door simpelweg de rode, groene en blauwe faders te gebruiken. Eerst moet echter <Manual RGB> ingedrukt worden. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. Druk op <Manual RGB> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de rode, groene en blauwe faders af naar de gewenste niveaus. U kunt op <Manual RGB> drukken totdat het betreffende LED-lampje uit is om deze modus uit te schakelen. Verduistering zal niet werken in de handmatige RGB-functie. Fade/snelheid zal niet werken in de handmatige RGB-functie. Geluid Deze regelaar heeft vooringestelde achtervolgingen. Deze achtervolgingen worden normaalgesproken ingeschakeld met de snelheidsfader. De kunnen echter ook worden ingeschakeld met de ingebouwde microfoon. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. Volg de instructies voor het werken met achtervolgingen in de betreffende paragraaf van deze handleiding. Druk op <SOUND> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de gevoeligheidsfader af naar het gewenste niveau (met de klok mee draaien om de gevoeligheid te vergroten). U kunt op <SOUND> drukken totdat het betreffende LED-lampje uit is om deze modus uit te schakelen. In deze modus kunt u de masterdimmer en de fadetijd afstellen met de betreffende faders. 4. Gebruiksinstructies 61 5. BIJLAGE DMX-primer Er zijn 512 kanalen in een DMX-aansluiting. Kanalen kunnen op elke manier worden toegewezen. Een armatuur die DMX kan ontvangen heeft een of enkele sequentiële kanalen nodig. De gebruiker moet een startadres toewijzen op de armatuur die aangeeft dat het eerste kanaal in de regelaar is gereserveerd. Er zijn verschillende soorten met DMX regelbare armaturen en ze hebben een verschillend aantal kanalen nodig. Het kiezen van een startadres moet vantevoren gepland worden. Kanalen mogen nooit overlappen. Als dat toch gebeurt zal dat leiden tot foutieve bediening van de armaturen waarvan het startadres onjuist was. U kunt echter meerdere armaturen van hetzelfde type bedienen met hetzelfde startadres, zolang als het bedoelde resultaat er een is van harmonieuze beweging of bediening. In andere woorden zullen de armaturen als slave bij elkaar worden gevoegd en allemaal exact hetzelfde reageren. DMX-armaturen zijn ontworpen om gegevens te ontvangen door een serieverbinding. Een serieverbinding wordt tot stand gebracht wanneer een GEGEVENSUITGANG van een armatuur wordt aangesloten op de GEGEVENSINGANG van de volgende armatuur. De volgorde waarin de armaturen zijn verbonden is niet belangrijk en heeft geen effect op hoe een regelaar met elke armatuur communiceert. Gebruik een volgorde die zorgt voor de eenvoudigste en meest directe bekabeling. Verbind armaturen met afgeschermd gedraaid paarkabel met twee geleiders, met drie pins-XLR mannelijke naar vrouwelijke stekkers. De afgeschermde verbinding is pin 1, terwijl pin 2 gegevensnegatief (S-) is en pin 3 gegevenspositief (S+) is. Algemeen onderhoud Voor het behoud van optimale prestaties en om slijtage te minimaliseren, moeten armaturen regelmatig gereinigd worden. Het gebruik en de omgeving zijn factoren die bijdragen aan het bepalen van de frequentie. Als vuistregel moeten de armaturen tweemaal per maand gereinigd worden. De ophoping van stof verlaagt de lichtemissieprestaties en kan oververhitting veroorzaken. Dit kan leiden tot een kortere levensduur van de lamp en verhoogde mechanische slijtage. Zorg ervoor dat u de armatuur uitschakelt vóór het plegen van onderhoud. 1. 2. 3. 4. 5. Haal de armatuur van de stroom af. Gebruik een stofzuiger of luchtcompressor en een zachte borstel om opgehoopt stof van de externe ventilatiegaten te verwijderen. Reinig, wanneer de armatuur is afgekoeld, alle glasoppervlakken met een milde oplossing van glasreiniger of isopropylalcohol en een zachte pluisvrije katoenen doek of een brillendoekje. Pas de schoonmaakoplossing toe op het textiel of doekje en veeg het vuil en roet naar de buitenzijde van de lens. Poets het de optische oppervlakken voorzichtig totdat het vrij is van waas en pluisjes. De reiniging van externe optische lenzen en/of spiegels moet periodiek worden uitgevoerd om de lichtuitvoer te optimaliseren. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin de armatuur wordt gebruikt. Vochtige, rokerige of bijzonder vieze omgevingen kunnen zorgen voor grotere vuilopbouw van de optische elementen van het apparaat. Reinigen met een zachte doek, met normale glasreinigingsvloeistof. Reinig de externe optische elementen ten minste elke 20 dagen. Reinig de armatuur ten minste elke 30/60 dagen. Droog de onderdelen altijd zorgvuldig na het reinigen. 5. Bijlage 62 Koppeling van de armaturen U hebt een seriële gegevenskoppeling nodig om lichtshows met één of meer armaturen uit te voeren met een DMXregelaar of om gesynchroniseerde shows uit te voeren op twee of meer armaturen die zijn ingesteld in een master/slavebedieningsmodus. Het gecombineerde aantal kanalen dat nodig is voor alle armaturen op een seriële gegevenskoppeling bepaalt het aantal armaturen die de gegevenskoppeling kan ondersteunen. De armaturen op een seriële gegevenskoppeling moeten in serie zijn verbonden, in een enkele lijn. Om te voldoen aan de EIA-485-norm, mogen niet meer dan 32 armaturen op één gegevenskoppeling worden aangesloten. Het verbinden van meer dan 32 armaturen op één seriële gegevenskoppeling zonder het gebruik van een DMX optisch geïsoleerde splitter kan leiden tot verslechtering van het digitale DMX-signaal. De maximaal aanbevolen afstand van de seriële gegevenskoppeling: 500 m Maximaal aanbevolen aantal armaturen op een seriële gegevenskoppeling: 32 Gegegevensbekabeling Om armaturen aan elkaar te koppelen hebt u gegevenskabels nodig. U kunt Chauvet-gecertificeerde DMX-kabels direct kopen bij een dealer/distributeur of uw eigen kabel construeren. Als u uw eigen kabel wilt creëren gebruik dan gegevenskabels die een hoogwaardig signaal kunnen overdragen en minder gevoelig zijn voor elektromagnetische storing. DMX-gegevenskabel Gebruik een Belden© 9841 of gelijkwaardige kabel die voldoet aan de specificaties voor EIA RS-485toepassingen. Standaard microfoonkabels kunnen niet betrouwbaar DMX-gegevens verzenden over lange afstanden. De kabel moet de volgende eigenschappen hebben: Type: afgeschermd, 2-geleiders gedraaid paar Maximale capaciteit tussen geleiders: 30 pF/ft Maximale capaciteit tussen geleider en afscherming: 55 pF/ft Maximale weerstand: 20 ohm/1000 ft Nominale impedantie: 100 ~ 140 ohm Kabelstekkers De bekabeling moet een mannelijke XLR-stekker op het ene einde en een vrouwelijke XLR-stekker op het andere einde hebben. 1 3 2 DMX-stekkerconfiguratie ALGEMEE N INGAN G 1 3 2 1 3 2 DMX + DMX - 120 ohm ¼ W weerstand tussen pin 2 (DMX ) en pin 3 (DMX +) op de uitgang van de laatste armatuur UITGAN G Om de overdracht van signalen van problemen en storingen te voorkomen, is het altijd raadzaam een DMX signaal terminator aansluiten. Sta geen contact toe tussen de algemene lijn en de aarde van de armatuurhouder. Het aarden van de algemene lijn kan een aardingslus veroorzaken, waardoor uw armatuur foutief kan werken. Test kabels met een ohm-meter om de juiste polariteit te controleren en om ervoor te zorgen dat de pennen niet zijn geaard of zijn kortgesloten naar de afscherming of elkaar. 5. Bijlage 63 3-pin naar 5-pin conversiediagram Als u een regelaar gebruikt met een 5-pins DMX-uitgangsstekker, dan moet u een 5-pins naar 3-pins adapter gebruiken. Het diagram hieronder toont een goede kabelconversie: 3-PIN NAAR 5-PIN CONVERSIEDIAGRAM Geleider 3-pin vrouwelijk (uitgang) 5-pin mannelijk (ingang) Aarde/afscherming Pin 1 Pin 1 Gegevens ( - ) signaal Pin 2 Pin 2 Gegevens ( + ) signaal Pin 3 Pin 3 Niet gebruikt Pin 4 Niet gebruikt Pin 5 Instellen van een seriële DMXgegevenskoppeling Universele DMX-regelaar 1. Sluit de (mannelijke) 3-pins stekkerzijde van de DMX-kabel aan op de uitgang (vrouwelijke) 3-pins stekker van de regelaar. 2. Sluit het kabeleinde vanuit de regelaar met een (vrouwelijke) 3-pins stekker aan op de ingangsstekker van de volgende armatuur van een (mannelijke) 3-pins stekker. Deze tekening biedt een algemene illustratie van het DMX-ingangs/uitgangspaneel van een lamparmatuur. 3. Ga daarna verder met het aansluiten van de uitgang, zoals boven is vermeld, op de ingang van de volgende armatuur enzovoorts. Ga verder met de koppeling 5. Bijlage 64 Instellen van het startadres Deze DMX-modus maakt het gebruik mogelijk van een universeel DMX-regelaarapparaat. Elke armatuur vereist een startadres van 1~512. Een armatuur die een of meer kanalen nodig heeft voor de bediening begint de gegevens te lezen op het kanaal dat is aangegeven door het startadres. Een armatuur die bijvoorbeeld zes DMX-kanalen gebruikt en is geadresseerd om te starten op DMX-kanaal 100, zal bijvoorbeeld gegevens lezen van kanalen: 100, 101, 102, 103, 104 en 105. Kies de startadressen zo dat de gebruikte kanalen niet overlappen en noteer het geselecteerde startadres voor toekomstige naslag. Als dit uw eerste keer is dat u een armatuur adresseert met het DMX-bedieningsprotocol, dan raden we aan naar de paragraaf “Bijlage” te gaan en de koptekst “DMX-primer” te lezen. Het bevat zeer bruikbare informatie die u meer zal leren over het gebruik. Algemene problemen oplossen SYMPTOOM Aardlekschakela ar/zekering blijft doorbranden Het apparaat schakelt niet in De armatuur reageert niet op DMX MOGELIJKE OORZAAK MOGELIJKE ACTIE • Te hoge belasting van het circuit • Controleer de totale belasting op het elektrische circuit • Kortsluiting over de stroomsnoeren • Controleer op een kortsluiting in de elektrisch bedrading (intern en/of extern). • Geen stroom • Controleer of er stroom is op het stroomnet. • Los stroomsnoer • Controleer het stroomsnoer • Verkeerde DMX-adressering • Controleer het bedieningspaneel en de adressering van het apparaat • Beschadigde DMX-kabels • Controleer de DMX-kabels • Verkeerde polariteitsinstellingen op de regelaar • Controleer de polariteitsschakelaarinstellingen op de regelaar • Losse DMX-kabels • Controleer de kabelaansluitingen • Defecte DMX-interface • DMX-ingang vervangen • Defect moederbord • Vervang het moederbord • Niet-DMX-kabels • Gebruik alleen kabels die compatibel zijn met DMX • Stuiterende signalen • Installeer de afsluiter zoals voorgesteld. • Lange kabel / laag signaalniveau • Installeer de versterker net achter de armatuur met een sterk signaal. • Teveel armaturen • Installeer een optische gekoppelde DMX-splitter na eenheid #32. • Interferentie van wisselstroomsnoeren. • Houd DMX-kabels gescheiden van stroomkabels of black lights. Signaalverlies Als u nog steeds problemen ervaart na het proberen van bovenstaande oplossingen, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuningsdienst van Chauvet. Retourprocedure Geretourneerde producten moeten gefrankeerd en in de oorspronkelijke verpakking worden verzonden; er worden geen telefoon-tags uitgegeven. De verpakking moet duidelijk zijn gelabeld met een retouropdracht-formuliernummer (RMAnummer). Producten die worden geretourneerd zonder het RMA-nummer zullen geweigerd worden. Bel Chauvet op en vraag vóór verzending van de armatuur om een RMA-nummer. Zorg dat u het modelnummer, serienummer en een korte beschrijving van de retouroorzaak bij de hand hebt. Zorg ervoor dat u de armatuur goed inpakt; alle verzendschade die resulteert uit onvoldoende verpakking is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Als een suggestie is goede UPSverpakking of dubbele dozen altijd een veilige methode om te gebruiken. 5. Bijlage 65 Chauvet behoudt zich het recht voor om (het) geretourneerde product(en) naar eigen inzicht te repareren of te vervangen. Als u een RMA-nummer hebt gekregen, meld dan de volgende informatie op een stukje papier binnen de doos: 1. Uw naam: 2. Uw adres: 3. Uw telefoonnummer 4. RMA-nummer 5. Een korte beschrijving van de symptomen Claims Schade die wordt opgelopen tijdens verzending is de verantwoordelijkheid van de vervoerder; daarom moet de schade na ontvangst van de producten bij de vervoerder worden gemeld. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om de vervoerder op de hoogte te stellen en claims in te dienen wanneer een armatuur is beschadigd door verzending. Elke andere claim voor artikelen zoals missende componenten/onderdelen, schade die niet is gerelateerd aan verzending en verborgen schade, moet worden gemeld binnen zeven (7) dagen na ontvangst van de producten Technische Specificaties GEWICHT EN AFMETINGEN Lengte ...................................................................................................................................... 140 mm Breedte .................................................................................................................................... 210 mm Hoogte ....................................................................................................................................... 52 mm Gewicht ....................................................................................................................................... 0,9 kg VERMOGEN Bedrijfsbereik .....................................................................................................DC 12 V, 500 mA max Spanningsadapter (extern: 100~240 VAC; 50/60 Hz; 0,4 A ingang) (12 VDC; 1 A uitgang)Meegeleverd THERMISCH Maximale omgevingstemperatuur................................................................................................. 45 °C BEDIENING EN PROGRAMMERING Stroboscoopfrequentie ............................................................................................................ 0–33 Hz Gegevensuitgang .......................................................... vergrendelende 3-pin XLR vrouwelijke houder Configuratie van de gegevenspen ............................................... pin 1 afgeschermd, pin 2 (-), pin 3 (+) Protocollen ..................................................................................................................DMX-512 USITT BESTELINFORMATIE Obey 3 regelaar ........................................................................................................................ OBEY3 GARANTIE-INFORMATIE Garantie ........................................................................................................2-jarige beperkte garantie 5. Bijlage 66
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67

CHAUVET DJ Obey 3 Handleiding

Categorie
Stroboscopen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor