CHAUVET DJ Obey 4 DMX Contoller Referentie gids

Categorie
Schijnwerpers
Type
Referentie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

1. Voordat u begint 62
1. VOORDAT U BEGINT
Wat is er inbegrepen
Obey™ 4
Stroomtoevoer
Garantiekaart
Gebruikershandleiding
Uitpakinstructies
Direct na ontvangst van een armatuur moet u de doos voorzichtig uitpakken en de inhoud
bekijken om te controleren of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede conditie zijn ontvangen.
Als er onderdelen beschadigd zijn door de verzending of tekenen van ruwe behandeling
vertonen, laat dit dan onmiddellijk weten aan de vervoerder en bewaar het verpakkingsmateriaal
voor inspectie. Bewaar het karton en alle verpakkingsmaterialen. Als er een armatuur naar de
fabriek teruggestuurd moet worden, is het belangrijk om de armatuur in de oorspronkelijke
fabrieksdoos en -verpakking te verzenden.
Conventies van deze handleiding
De handleidingen van Chauvet
gebruiken de volgende conventies om bepaalde soorten
informatie te differentiëren van de normale tekst.
CONVENTIE
B
ETEKENIS
[10] Een DIP-schakelaar die geconfigureerd moet worden
<Menu>
Een toets die op het bedieningspaneel van de armatuur moet worden
ingedrukt
1~512 Een reeks waarden
50/60 Een set waarden waarvan er slechts één gekozen kan worden
Instellingen
Een menuoptie die niet aangepast mag worden (die bijvoorbeeld de
bedrijfsmodus/huidige status toont)
MENU >
Settings
Een reeks menuopties die gevolgd moet worden
ON
Een waarde die ingevuld of geselecteerd moet worden
Pictogrammen
Deze handleiding gebruikt de volgende pictogrammen om informatie aan te geven die om
speciale aandacht van de gebruiker vraagt.
PICTOGRAMMEN
B
ETEKENIS
Deze paragraaf bevat kritieke installatie-, configuratie- of
bedieningsinformatie. Het niet opvolgen van deze informatie kan de
armatuur geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken, schade aan de
armatuur veroorzaken of letsel veroorzaken aan de gebruiker.
Deze paragraaf bevat belangrijke installatie- of configuratie-informatie.
Het niet opvolgen van deze informatie kan ertoe leiden dat de armatuur
niet goed functioneert.
Deze paragraaf herinnert u aan bruikbare, maar niet kritieke, informatie.
1. Voordat u begint 63
Veiligheidsinstructies
Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstige naslag. Als u het apparaat
verkoopt aan een andere gebruiker moet u ervoor zorgen dat zij dit instructieboekje
ook ontvangen.
Zorg er altijd voor dat u aansluit op de juiste spanning en dat de lijnspanning waar u op
aansluit niet hoger is dan vermeld op de sticker of het achterpaneel van de armatuur.
Het product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis! Om het risico op brand en
schokken te vermijden mag u de armatuur niet blootstellen aan regen of vocht.
Controleer dat er tijdens gebruik geen ontvlambare materialen dichtbij de eenheid
staan.
De eenheid moet op een locatie zijn geïnstalleerd met voldoende ventilatie, op ten
minste 50 cm afstand van aangrenzende oppervlakken. Zorg ervoor dat de
ventilatiesleuven nooit geblokkeerd worden.
Ontkoppel altijd de stroombron vóór het plegen van onderhoud.
Maakt de armatuur met een veiligheidsketting vast aan een bevestigingsmiddel.
De maximale omgevingstemperatuur (Ta) is 40 °C. Gebruik de armatuur niet bij hogere
temperaturen.
Stop direct met het gebruik van de eenheid in geval van ernstige gebruiksproblemen.
Repareer de eenheid nooit zelf. Reparaties die worden uitgevoerd door onopgeleide
personen kunnen leiden tot schade of storingen. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde bevoegde technische hulpcentrum.
Sluit het apparaat nooit aan op een dimmerpakket of reostaat.
Zorg ervoor dat het stroomsnoer nooit knikt of beschadigd.
Maak het nooit van het stopcontact los door aan het snoer te rukken of te trekken.
Draag de armatuur nooit direct aan het snoer.
Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens
periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van
stroom af.
Lees deze instructies zorgvuldig door. Het bevat belangrijke informatie
over de installatie, het gebruik en het onderhoud van dit product.
2. Inleiding 64
2. INLEIDING
Eigenschappen
Compacte DMX-512 regelaar voor LED-armaturen (tot 4 kanalen)
Kanaal 1: rood
Kanaal 2: groen
Kanaal 3: blauw
Kanaal 4: wit (of amber)
Controleert tot 4 aparte armaturen
Elke armatuur kan tegelijkertijd in verschillende afspeelmodi zijn
De afspeelopties zijn geautomatiseerd, geluidsgeactiveerd of handmatige RGBW
Afspeelmodi:
Voorinstelling: 9 ingebouwde kleuren
Achtervolgingen: handmatig triggeren van geautomatiseerde programma's
Kleurenmacro: handmatig bladeren door het kleurenspectrum
RGB-fade: automatisch door het kleurenspectrum bladeren
RGB-fadevertraging: automatisch door het kleurenspectrum bladeren met een kleine vertraging voor
elke armatuur
Auto: selecteert willekeurig verschillende kleuren voor elke armatuur
Variabele fadetijden voor alle afspeelmodi
Variabele stroboscoop (2 Hz 33 Hz) met een druk op de knop
Verstelbare verduistering laat armaturen infaden en uitfaden
Verstelbare geluidsgevoeligheid
Productoverzicht
Achterpaneel
Stroboscoop
Instelknop voor
microfoongevoelighe
id
Kleurenmacromodus
Achtervolgings
Automodus
Blackout
Masterdimmer
(Blauw)
RGB-fademodus
Snelheidtijd
(Rood)
Armatuurselectie 1~4
Handmatige
Sound
Fadetijd
(Groen)
Witte dimmer
Vooringestelde
Voorinstelling
Aan/uit-
Gelijkstroomingang
DMX-uitgang
3. Instelling 65
3. INSTELLING
AC-stroom
Deze armatuur loopt op 12 VDC, 500 mA. Voor het inschakelen van het apparaat moet u de
uitgang van de stroomtoevoer controleren zeker te weten of het correct is.
Om de stroomvereisten te bepalen voor een bepaalde armatuur kijkt u op het etiket op de
achterplaats van de armatuur of raadpleegt u het specificatiediagram van de armatuur. Het
vermelde spanningsvermogen van een armatuur geeft zijn gemiddelde stroomverbruik aan onder
normale omstandigheden.
Sluit de armatuur altijd aan op een schakelcircuit. Sluit de armatuur nooit aan op een
regelweerstand (variabele weerstand) of dimmercircuit, zelfs als het regelweerstand-
of dimmerkanaal alleen wordt gebruikt als een 0 tot 100%-schakelaar.
Sluit de armatuur altijd aan op een circuit met een geschikte elektrische aarde.
Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens
periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig
van stroom af.
Montage
Oriëntatie
De Obey™ 4
mag in elke veilige positie worden gemonteerd.
Installatie
Zie de onderstaande tekening die de
achterzijde van de regelaar toont. Het geeft de
montageafmetingen aan. Dit helpt bij het maken van de installatiegaten.
Adressering van de armatuur
De Obey™ 4 kan tot 4 aparte armaturen aansturen. Elke armatuur moet zijn ingesteld met vooraf
bepaalde DMX-adressen. Zie het onderstaande diagram voor de DMX-startadressen van elk van
de vier <FIXTURES>.
Armatuur 1:
Armatuur 2:
Armatuur 3:
Armatuur 4:
1 - Toewijzing DIP-schakelaar [1]
5
- Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3]
9
- Toewijzing DIP-schakelaar [1, 4]
13 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3, 4]
,
,
,
4. Gebruiksinstructies 66
4. GEBRUIKSINSTRUCTIES
Let op: de witte/amber fader werkt onafhankelijk van de huidige bedieningsmodus. Alleen
verduistering is van invloed op dit kanaal.
Voorinstellingsbediening
Deze regelaar heeft vooringestelde kleuren. Er zijn negen vooringestelde kleuren om uit te kiezen,
die kunnen worden gekozen met de negen voorinstellingsknoppen. Zie de onderstaande instructies
voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <PRESET> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
4. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen.
5. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed.
6. Selecteer een van de negen <PRESET COLOR> knoppen.
Zorg ervoor dat de stroboscoop- of verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de
bedieningselementen.
In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken.
RGB-fadebediening
Deze regelaar heeft een vooringesteld kleurfadingprogramma, die alle eenheden in harmonie
tussen kleuren dimt. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <RGB FADE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen.
4. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
5. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen.
6. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed.
Zorg ervoor dat de stroboscoop-
en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de
bedieningselementen.
In RGB-fademodus zal het geluid werken.
Automatische bediening
Deze regelaar heeft ingebouwde automatische programma's, die elke eenheid onafhankelijk wisselt
tussen willekeurige kleuren. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <AUTO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen.
4. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
5. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen.
6. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed.
Zorg ervoor dat de stroboscoop- en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de
bedieningselementen.
De armaturen hebben in deze modus niet dezelfde kleur. Elke armatuur werkt op een
willekeurige kleur.
In de automatische modus zal het geluid werken.
4. Gebruiksinstructies 67
Bediening van de achtervolging
Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenachtervolgingen. Er zijn verschillende
kleurencombinaties om uit te kiezen. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <CHASES> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Gebruik de <PRESET COLORS> om een achtervolging te selecteren. Zie de
onderstaande grafiek voor een beschrijving van welke knop welke achtervolging start.
4. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen.
5. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
6. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen.
7. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed.
Achtervolgingsselectie
Gebruik de volgende <PRESET COLORS> om een betreffende achtervolging te selecteren.
Rood:
Oranje:
Geel:
Groen:
Cyaan:
Blauw:
Paars:
Magenta:
Wit:
Rood/groen
Groen/blauw
Rood/blauw
Rood/cyaan
Groen/magenta
Geel/blauw
Wit/verduistering
Kleurencyclus
Geel/magenta
Zorg ervoor dat de stroboscoop-
en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de
bedieningselementen.
In de achtervolgingsmodus zal het geluid werken.
RGB-verplaatsingsbediening
Deze regelaar heeft een ingebouwd kleurenfadeprogramma die achtereenvolgens tussen
armaturen wisselt: 1~4, continu Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Druk tegelijkertijd op <RGB FADE> en <AUTO>.
2. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen.
3. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
4. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen.
5. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed.
In RGB-verplaatsingsmodus zal het geluid werken.
Zorg ervoor dat de stroboscoop-
en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de
bedieningselementen.
4. Gebruiksinstructies 68
Kleurenmacrobediening
Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's, sommige met verschillende intensiteiten. Zie
de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <COLOR MACRO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Beweeg de <SPEED TIME> fader om de kleur te selecteren.
4. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen.
5. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te
stellen.
6. Stel de <WHITE DIMMER> af naar het gewenste niveau om de witintensiteit in te
stellen.
Deze modus past dezelfde kleur op alle armaturen toe.
In de kleurenmacromodus zal het geluid NIET werken.
Geluidsovername
De modi in deze regelaar die meerdere stappen hebben, worden doorgaans getriggerd met de
<SPEED TIME>-
fader. De kunnen echter ook worden ingeschakeld met de ingebouwde
microfoon.
De modus geluidsovername werkt ALLEEN in een van de volgende modi:
RGB-fade
AUTO
ACHTERVOLGINGEN
Zie de volgende stappen voor de bediening.
1. Druk op <SOUND> totdat het LED-lampje gaat branden.
2. Stel de geluidsgevoeligheid in aan de <MICROPHONE SENSITIVITY ADJUSTMENT
KNOB>
te draaien.
Wit (of amber)
De fader <WHITE DIMMER> op deze regelaar werkt volledig op zichzelf, ongeacht de actieve
bedieningsmodus.
De enige functies die van invloed op de witte (of amber) kleur zijn <BLACKOUT> en
<STROBE>.
4. Gebruiksinstructies 69
Stroboscoopovername
Een van de functies voor de fader <SPEED TIME> is de functie stroboscoopovername. Het werkt
in alle bedieningsmodi.
Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Zie de onderstaande opmerking over RGBW-bediening.
3. Druk op <STROBE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
4. Stel <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau.
5. Om terug te gaan naar de gewenste modus drukt u op <STROBE> totdat het
betreffende LED-lampje uit gaat.
Om deze functie te deactiveren voor een enkele armatuur, moet <STROBE> zijn
geactiveerd en moet <FADE TIME> worden ingesteld naar 0.1M (volledig omlaag).
Deactiveer daarna <STROBE> (het LED-lampje schakelt uit).
Stroboscoop is alleen van invloed op armaturen die zijn geselecteerd.
Dubbeltik op <STROBE> om op elk moment de stroboscoopfunctie voor alle armaturen te
deactiveren!
Als de armatuur in RGBW-bediening is, moeten de faders boven 0% worden afgesteld
voordat de stroboscoop kan functioneren.
Blackout
Deze regelaar heeft een aparte verduisteringsknop. Deze knop werkt samen met de fader
<FADE TIME>. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Stel de fader <FADE TIME> af naar de gewenste waarde om te bepalen hoe snel de
lampen zullen verduisteren.
3. Druk op <BLACKOUT> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
De verduisteringsfunctie werkt ook met de fader <FADE TIME> bij het uitschakelen van de
verduistering.
De fading verduisteringsfunctie werkt niet wanneer de regelaar in handmatige RGBW-
modus is.
Dubbeltik op <BLACKOUT> om direct alle armaturen te verduisteren, ongeacht van wat is
geselecteerd, in overeenstemming met de waarde <FADE TIME>.
Handmatige RGBW-modus
Deze regelaar heeft de mogelijkheid om handmatig een aangepaste kleurencombinatie te kiezen
door simpelweg de rode, groene, blauwe en witte faders te gebruiken. Eerst moet echter
<MANUAL RGBW> ingedrukt worden. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening.
1. Selecteer een of meer <FIXTURES>.
2. Druk op <MANUAL RGBW> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden.
3. Stel de rode, groene, blauwe en witte faders af naar de gewenste niveaus.
De dimsnelheid van de verduistering zal niet werken in de handmatige RGBW-functie.
Wanneer <BLACKOUT> wordt ingedrukt, zullen de geselecteerde lampen direct
uitschakelen.
De snelheid-/fadetijd zal niet werken in de handmatige RGBW-modus.
5. Bijlage 70
5. BIJLAGE
DMX-primer
Er zijn 512 kanalen in een DMX-
aansluiting. Kanalen kunnen op elke manier worden
toegewezen. Een armatuur die DMX kan ontvangen heeft een of enkele sequentiële kanalen
nodig. De gebruiker moet een startadres toewijzen op de armatuur die aangeeft dat het eerste
kanaal in de regelaar is gereserveerd. Er zijn verschillende soorten met DMX regelbare
armaturen en ze hebben een verschillend aantal kanalen nodig. Het kiezen van een startadres
moet vantevoren gepland worden. Kanalen mogen nooit overlappen. Als dat toch gebeurt zal dat
leiden tot foutieve bediening van de armaturen waarvan het startadres onjuist was. U kunt echter
meerdere armaturen van hetzelfde type bedienen met hetzelfde startadres, zolang als het
bedoelde resultaat er een is van harmonieuze beweging of bediening. In andere woorden zullen
de armaturen als slave bij elkaar worden gevoegd en allemaal exact hetzelfde reageren.
DMX-armaturen zijn ontworpen om gegevens te ontvangen door een serieverbinding. Een
serieverbinding wordt tot stand gebracht wanneer een GEGEVENSUITGANG van een armatuur
wordt aangesloten op de GEGEVENSINGANG van de volgende armatuur. De volgorde waarin
de armaturen zijn verbonden is niet belangrijk en heeft geen effect op hoe een regelaar met elke
armatuur communiceert. Gebruik een volgorde die zorgt voor de eenvoudigste en meest directe
bekabeling. Verbind armaturen met afgeschermd gedraaid paarkabel met twee geleiders, met
drie pins-XLR mannelijke naar vrouwelijke stekkers. De afgeschermde verbinding is pin 1, terwijl
pin 2 gegevensnegatief (S-) is en pin 3 gegevenspositief (S+) is.
5. Bijlage 71
Algemene problemen oplossen
SYMPTOOM
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE ACTIE
Aardlekschakelaar/zekering
blijft doorbranden
Te hoge belasting van het
circuit
Controleer de totale belasting op
het elektrische circuit
Kortsluiting over de
stroomsnoeren
Controleer op een kortsluiting in
de elektrisch bedrading (intern
en/of extern).
Het apparaat schakelt niet
in
Geen stroom
Controleer of er stroom is op het
stroomnet.
Los stroomsnoer
Controleer het stroomsnoer
De armatuur reageert niet
op DMX
Verkeerde DMX-
adressering
Controleer het bedieningspaneel
en de adressering van het
apparaat
Beschadigde DMX-kabels
Controleer de DMX-kabels
Verkeerde
polariteitsinstellingen op de
regelaar
Controleer de
polariteitsschakelaarinstellingen
op de regelaar
Losse DMX-kabels
Controleer de kabelaansluitingen
Defecte DMX-interface
DMX-ingang vervangen
Defect moederbord
Vervang het moederbord
Signaalverlies
Niet-DMX-kabels
Gebruik alleen kabels die
compatibel zijn met DMX
Stuiterende signalen
Installeer de afsluiter zoals
voorgesteld.
Lange kabel / laag
signaalniveau
Installeer de versterker net achter
de armatuur met een sterk
signaal.
Teveel armaturen
Installeer een optische
gekoppelde DMX-splitter na
eenheid #32.
Interferentie van
wisselstroomsnoeren.
Houd DMX-kabels gescheiden
van stroomkabels of black lights.
Als u nog steeds problemen ervaart na het proberen van bovenstaande oplossingen, kunt
u contact opnemen met de technische ondersteuningsdienst van Chauvet.
5. Bijlage 72
Koppeling van de armaturen
U hebt een seriële gegevenskoppeling nodig om lichtshows met één of meer armaturen uit te
voeren met een DMX-regelaar of om gesynchroniseerde shows uit te voeren op twee of meer
armaturen die zijn ingesteld in een master/slave-bedieningsmodus. Het gecombineerde aantal
kanalen dat nodig is voor alle armaturen op een seriële gegevenskoppeling bepaalt het aantal
armaturen die de gegevenskoppeling kan ondersteunen.
De armaturen op een seriële gegevenskoppeling moeten in serie zijn verbonden, in een
enkele lijn. Om te voldoen aan de EIA-485-norm, mogen niet meer dan 32 armaturen op
één gegevenskoppeling worden aangesloten. Het verbinden van meer dan 32 armaturen
op éé
n seriële gegevenskoppeling zonder het gebruik van een DMX optisch geïsoleerde
splitter kan leiden tot verslechtering van het digitale DMX-signaal.
De maximaal aanbevolen afstand van de seriële gegevenskoppeling: 500 m
Maximaal aanbevolen aantal armaturen op een seriële gegevenskoppeling: 32
Gegegevensbekabeling
Om armaturen aan elkaar te koppelen hebt u gegevenskabels nodig. U kunt Chauvet-
gecertificeerde DMX-kabels direct kopen bij
een dealer/distributeur of uw eigen kabel
construeren. Als u uw eigen kabel wilt creëren gebruik dan gegevenskabels die een hoogwaardig
signaal kunnen overdragen en minder gevoelig zijn voor elektromagnetische storing.
DMX-gegevenskabel
Gebruik een Belden© 9841 of gelijkwaardige kabel die voldoet aan de specificaties voor EIA RS-
485-toepassingen. Standaard microfoonkabels kunnen niet betrouwbaar DMX-gegevens
verzenden over lange afstanden. De kabel moet de volgende eigenschappen hebben:
Type: afgeschermd, 2-geleiders gedraaid paar
Maximale capaciteit tussen geleiders: 30 pF/ft
Maximale capaciteit tussen geleider en afscherming: 55 pF/ft
Maximale weerstand: 20 ohm/1000 ft
Nominale impedantie: 100 ~ 140 ohm
Kabelstekkers
De bekabeling moet een mannelijke XLR-stekker op het ene einde en een vrouwelijke XLR-
stekker op het andere einde hebben.
Sta geen contact toe tussen de algemene lijn en de aarde van de armatuurhouder. Het
aarden van de algemene lijn kan een aardingslus veroorzaken, waardoor uw armatuur
foutief kan werken. Test kabels met een ohm-meter om de juiste polariteit te controleren
en om ervoor te zorgen dat de pennen
niet zijn geaard of zijn kortgesloten naar de
afscherming of elkaar.
ALGEMEEN
DMX +
DMX -
INGAN
UITGAN
1
3
2
1
3
2
1
3
2
120 ohm ¼ W weerstand
tussen pin 2 (DMX -) en pin
3 (DMX +) op de uitgang
van de laatste armatuur
Om signaaltransmissieproblemen en
interferentie te vermijden is het altijd
raadzaam om een DMX
-signaalafsluiter
aan te sluiten.
DMX-stekkerconfiguratie
Afsluiter
5. Bijlage 73
Instellen van het startadres
Deze DMX-modus maakt het gebruik mogelijk van een universeel DMX-regelaarapparaat. Elke
armatuur vereist een startadres van 1~512. Een armatuur die een of meer kanalen nodig heeft
voor de bediening begint de gegevens te lezen op het kanaal dat is aangegeven door het
startadres. Een armatuur die bijvoorbeeld zes DMX-kanalen gebruikt en is geadresseerd om te
starten op DMX-kanaal 100, zal bijvoorbeeld gegevens lezen van kanalen: 100, 101, 102, 103,
104 en 105. Kies de startadressen zo dat de gebruikte kanalen niet overlappen en noteer het
geselecteerde startadres voor toekomstige naslag.
Als dit uw eerste keer is dat u een armatuur adresseert met het DMX-bedieningsprotocol, dan
raden we aan naar de paragraaf “Bijlage” te gaan en de koptekst “DMX-primer” te lezen. Het
bevat zeer bruikbare informatie die u meer zal leren over het gebruik.
3-pin naar 5-pin conversiediagram
Als u een regelaar gebruikt met een 5-pins DMX-uitgangsstekker, dan moet u een 5-pins
naar 3-pins adapter gebruiken. Het diagram hieronder toont een goede kabelconversie:
3-PIN NAAR 5-PIN CONVERSIEDIAGRAM
Geleider
3-pin vrouwelijk
(uitgang)
5-pin mannelijk
(ingang)
Aarde/afscherming
Pin 1
Pin 1
Gegevens ( - )
signaal
Pin 2
Pin 2
Gegevens ( + )
signaal
Pin 3
Pin 3
Niet gebruikt
Pin 4
Niet gebruikt
Pin 5
Instellen van een seriële DMX-gegevenskoppeling
1. Sluit de (mannelijke) 3-pins stekkerzijde van
de DMX-kabel aan op de uitgang
(vrouwelijke) 3-pins stekker van de regelaar.
2. Sluit het kabeleinde vanuit de regelaar met
een (vrouwelijke) 3-pins stekker aan op de
ingangsstekker van de volgende armatuur
van een (mannelijke) 3-pins stekker.
3. Ga daarna verder met het aansluiten van de
uitgang, zoals boven is vermeld, op de
ingang van de volgende armatuur
enzovoorts.
Universele DMX-regelaar
Ga verder met de
koppeling
Deze tekening biedt
een algemene
illustratie van het
DMX-ingangs-
/uitgangspaneel van
een lamparmatuur.
5. Bijlage 74
Algemeen onderhoud
Voor het behoud van optimale prestaties en om slijtage te minimaliseren, moeten armaturen
regelmatig gereinigd worden. Het gebruik en de omgeving zijn factoren die bijdragen aan het
bepalen van de frequentie. Als vuistregel moeten de armaturen tweemaal per maand gereinigd
worden. De ophoping van stof verlaagt de lichtemissieprestaties en kan oververhitting
veroorzaken. Dit kan leiden tot een kortere levensduur van de lamp en verhoogde mechanische
slijtage. Zorg ervoor dat u de armatuur uitschakelt vóór het plegen van onderhoud.
1. Haal de armatuur van de stroom af.
2. Gebruik een stofzuiger of luchtcompressor en een zachte borstel om opgehoopt stof van de
externe ventilatiegaten te verwijderen.
3. Reinig, wanneer de armatuur is afgekoeld, alle glasoppervlakken met een milde oplossing
van glasreiniger of isopropylalcohol en een zachte pluisvrije katoenen doek of een
brillendoekje.
4. Pas de schoonmaakoplossing toe op het textiel of doekje en veeg het vuil en roet naar de
buitenzijde van de lens.
5. Poets het de optische oppervlakken voorzichtig totdat het vrij is van waas en pluisjes.
De reiniging van externe optische lenzen en/of spiegels moet periodiek worden uitgevoerd om de
lichtuitvoer te optimaliseren. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin de
armatuur wordt gebruikt. Vochtige, rokerige of bijzonder vieze omgevingen kunnen zorgen voor
grotere vuilopbouw van de optische elementen van het apparaat. Reinigen met een zachte doek,
met normale glasreinigingsvloeistof. Reinig de externe optische elementen ten minste elke 20
dagen. Reinig de armatuur ten minste elke 30/60 dagen.
Droog de onderdelen altijd zorgvuldig na het reinigen.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
GEWICHT EN AFMETINGEN
Lengte...................................................................................................................... 325 mm
Breedte .................................................................................................................... 140 mm
Hoogte ...................................................................................................................... 52 mm
Gewicht ....................................................................................................................... 1,4 kg
VERMOGEN
Bedrijfsbereik ..................................................................................... DC 12 V, 500 mA max
Adapter (externe stroomtoevoer: 100~240 VAC, 50/60 Hz) ..................................... Geleverd
BINNENSHUIS/BUITEN
Classificatie......................................................................... Alleen voor gebruik binnenshuis
THERMISCH
Maximale omgevingstemperatuur ................................................................................ 40° C
BEDIENING EN PROGRAMMERING
Gegevensuitgang .................................................................. 3-pins XLR vrouwelijke houder
Configuratie van de gegevenspen ............................... pin 1 afgeschermd, pin 2 (-), pin 3 (+)
Protocollen .................................................................................................. DMX-512 USITT
DMX-regelkanalen .................................................................................................. 001~016
BESTELINFORMATIE
Obey™ 4 .................................................................................................................. OBEY4
GARANTIE-INFORMATIE
Garantie ........................................................................................ 2-jarige beperkte garantie
Retouren 75
R
ETOUREN
Als u ondersteuning nodig hebt of een product wilt retourneren:
Neem contact op met het Chauvet wereldwijde hoofdkwartier als u zich in de VS bevindt (zie
Neem contact Op).
Als u zich binnen het Verenigd Koninkrijk of Ierland bevindt, neem dan contact op met
Chauvet Europe Ltd. (zie Neem contact Op).
Als u zich in Mexico bevindt, neem dan contact op met Chauvet Mexico (zie Neem contact
Op).
Als u zich in Benelux bevindt, neem dan contact op met Chauvet Europe BVBA (zie Neem
contact Op).
Als u zich in een ander land bevindt, neem dan GEEN contact op met Chauvet. Neem in
plaats daarvan contact op met uw plaatselijke distributeur. Zie www.chauvetlighting.com voor
distributeurs buiten de VS, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux.
Als u zich buiten de VS, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux bevindt, neem
dan contact op met uw geregistreerde distributeur en volg hun instructies over het
retourneren van Chauvet-
producten naar hen. Ga naar onze website
www.chauvetlighting.com voor contactinformatie.
Bel de corresponderende technische afdeling van Chauvet en vraag om een
retouropdrachtformulier (RMA)-
nummer vóór het verzenden van het product. Zorg dat u het
modelnummer, serienummer en een korte beschrijving van de retouroorzaak bij de hand hebt.
Stuur het product gefrankeerd, in zijn originele doos en met zijn originele verpakking en
accessoires. Chauvet geeft geen telefoon-tags.
Label het pakket duidelijk met het RMA-
nummer. Chauvet weigert producten die worden
geretourneerd met een RMA-nummer.
Schrijf het RMA-nummer op een voldoende bevestigd etiket. Schrijf het RMA-nummer NIET
direct op de doos.
Vóór het verzenden van het product moet u de volgende informatie duidelijk op een stuk papier
schrijven en het binnen de doos plaatsen:
Uw naam:
Uw adres:
Uw telefoonnummer
RMA-nummer
Een korte beschrijving van het probleem
Zorg ervoor dat u het product voldoende inpakt. Alle verzendschade die resulteert uit onvoldoende
verpakking is uw verantwoordelijkheid. FedEx-verpakking of dubbele dozen worden aanbevolen.
Chauvet behoudt zich het recht voor om (het) geretourneerde
product(en) naar eigen
inzicht te repareren of te vervangen.
Neem contact Op 76
NEEM
CONTACT
OP
HOOFDKANTOOR WERELD - Chauvet
Algemene Informatie
Adres: 5200 NW 108
th
Avenue
Sunrise, FL 33351
Bandopname: (954) 577-4455
Fax: (954) 929-5560
Toll free: (800) 762-1084
Technische Support
Bandopname: (954) 577-4455 (druk op 4)
Fax: (954) 756-8015
World Wide Web
www.chauvetlighting.com
VERENIGD KONINKRIJK EN IERLAND - Chauvet Europe Ltd.
Algemene Informatie
Adres: Unit 1C
Brookhill Road Industrial Estate
Pinxton, Nottingham, UK
NG16 6NT
Bandopname: +44 (0)1773 511115
Fax: +44 (0)1773 511110
Technische Support
World Wide Web
www.chauvetlighting.co.uk
MEXICO - Chauvet Mexico
Algemene Informatie
Adres: Av. Santa Ana 30
Parque Industrial Lerma
Lerma, Mexico C.P. 52000
Bandopname: +52 (728) 285-5000
Technische Support
E-mail: servici[email protected]
World Wide Web www.chauvet.com.mx
CHAUVET EUROPE - Chauvet Europe BVBA
General Information
Address:Stokstraat 18
9770 Kruishoutem
Belgium
Voice: +32 9 388 93 97
Technische Support
Email: Eutech@chauvetlighting.eu
World Wide Web www.chauvetlighting.eu
Van buiten de VS, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux kunt u contact opnemen met de
distributeur. Volg hun instructies om support aan te vragen of om een product te retourneren.
Ga
naar onze website voor contactinformatie.

Documenttranscriptie

1. VOORDAT U BEGINT Wat is er inbegrepen • • • • Obey™ 4 Stroomtoevoer Garantiekaart Gebruikershandleiding Uitpakinstructies Direct na ontvangst van een armatuur moet u de doos voorzichtig uitpakken en de inhoud bekijken om te controleren of alle onderdelen aanwezig zijn en in goede conditie zijn ontvangen. Als er onderdelen beschadigd zijn door de verzending of tekenen van ruwe behandeling vertonen, laat dit dan onmiddellijk weten aan de vervoerder en bewaar het verpakkingsmateriaal voor inspectie. Bewaar het karton en alle verpakkingsmaterialen. Als er een armatuur naar de fabriek teruggestuurd moet worden, is het belangrijk om de armatuur in de oorspronkelijke fabrieksdoos en -verpakking te verzenden. Conventies van deze handleiding De handleidingen van Chauvet gebruiken de volgende conventies om bepaalde soorten informatie te differentiëren van de normale tekst. BETEKENIS CONVENTIE [10] <Menu> 1~512 50/60 Instellingen MENU > Settings ON Een DIP-schakelaar die geconfigureerd moet worden Een toets die op het bedieningspaneel van de armatuur moet worden ingedrukt Een reeks waarden Een set waarden waarvan er slechts één gekozen kan worden Een menuoptie die niet aangepast mag worden (die bijvoorbeeld de bedrijfsmodus/huidige status toont) Een reeks menuopties die gevolgd moet worden Een waarde die ingevuld of geselecteerd moet worden Pictogrammen Deze handleiding gebruikt de volgende pictogrammen om informatie aan te geven die om speciale aandacht van de gebruiker vraagt. BETEKENIS PICTOGRAMMEN Deze paragraaf bevat kritieke installatie-, configuratieof bedieningsinformatie. Het niet opvolgen van deze informatie kan de armatuur geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken, schade aan de armatuur veroorzaken of letsel veroorzaken aan de gebruiker. Deze paragraaf bevat belangrijke installatie- of configuratie-informatie. Het niet opvolgen van deze informatie kan ertoe leiden dat de armatuur niet goed functioneert. Deze paragraaf herinnert u aan bruikbare, maar niet kritieke, informatie. 1. Voordat u begint 62 Veiligheidsinstructies Lees deze instructies zorgvuldig door. Het bevat belangrijke informatie over de installatie, het gebruik en het onderhoud van dit product. • • • • • • • • • • • • • • 1. Voordat u begint Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstige naslag. Als u het apparaat verkoopt aan een andere gebruiker moet u ervoor zorgen dat zij dit instructieboekje ook ontvangen. Zorg er altijd voor dat u aansluit op de juiste spanning en dat de lijnspanning waar u op aansluit niet hoger is dan vermeld op de sticker of het achterpaneel van de armatuur. Het product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis! Om het risico op brand en schokken te vermijden mag u de armatuur niet blootstellen aan regen of vocht. Controleer dat er tijdens gebruik geen ontvlambare materialen dichtbij de eenheid staan. De eenheid moet op een locatie zijn geïnstalleerd met voldoende ventilatie, op ten minste 50 cm afstand van aangrenzende oppervlakken. Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven nooit geblokkeerd worden. Ontkoppel altijd de stroombron vóór het plegen van onderhoud. Maakt de armatuur met een veiligheidsketting vast aan een bevestigingsmiddel. De maximale omgevingstemperatuur (Ta) is 40 °C. Gebruik de armatuur niet bij hogere temperaturen. Stop direct met het gebruik van de eenheid in geval van ernstige gebruiksproblemen. Repareer de eenheid nooit zelf. Reparaties die worden uitgevoerd door onopgeleide personen kunnen leiden tot schade of storingen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde technische hulpcentrum. Sluit het apparaat nooit aan op een dimmerpakket of reostaat. Zorg ervoor dat het stroomsnoer nooit knikt of beschadigd. Maak het nooit van het stopcontact los door aan het snoer te rukken of te trekken. Draag de armatuur nooit direct aan het snoer. Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af. 63 2. INLEIDING Eigenschappen • • • • • • • • • Compacte DMX-512 regelaar voor LED-armaturen (tot 4 kanalen) Kanaal 1: rood Kanaal 2: groen Kanaal 3: blauw Kanaal 4: wit (of amber) Controleert tot 4 aparte armaturen Elke armatuur kan tegelijkertijd in verschillende afspeelmodi zijn De afspeelopties zijn geautomatiseerd, geluidsgeactiveerd of handmatige RGBW Afspeelmodi: Voorinstelling: 9 ingebouwde kleuren Achtervolgingen: handmatig triggeren van geautomatiseerde programma's Kleurenmacro: handmatig bladeren door het kleurenspectrum RGB-fade: automatisch door het kleurenspectrum bladeren RGB-fadevertraging: automatisch door het kleurenspectrum bladeren met een kleine vertraging voor elke armatuur Auto: selecteert willekeurig verschillende kleuren voor elke armatuur Variabele fadetijden voor alle afspeelmodi Variabele stroboscoop (2 Hz – 33 Hz) met een druk op de knop Verstelbare verduistering laat armaturen infaden en uitfaden Verstelbare geluidsgevoeligheid Productoverzicht Armatuurselectie 1~4 Kleurenmacromodus Stroboscoop Achtervolgings Handmatige RGB-fademodus Blackout Automodus Witte dimmer Masterdimmer (Blauw) Instelknop voor microfoongevoelighe id Fadetijd (Groen) Sound Vooringestelde Snelheidtijd (Rood) Voorinstelling Achterpaneel Aan/uitGelijkstroomingang DMX-uitgang 2. Inleiding 64 3. INSTELLING AC-stroom Deze armatuur loopt op 12 VDC, 500 mA. Voor het inschakelen van het apparaat moet u de uitgang van de stroomtoevoer controleren zeker te weten of het correct is. Om de stroomvereisten te bepalen voor een bepaalde armatuur kijkt u op het etiket op de achterplaats van de armatuur of raadpleegt u het specificatiediagram van de armatuur. Het vermelde spanningsvermogen van een armatuur geeft zijn gemiddelde stroomverbruik aan onder normale omstandigheden. • Sluit de armatuur altijd aan op een schakelcircuit. Sluit de armatuur nooit aan op een regelweerstand (variabele weerstand) of dimmercircuit, zelfs als het regelweerstandof dimmerkanaal alleen wordt gebruikt als een 0 tot 100%-schakelaar. • Sluit de armatuur altijd aan op een circuit met een geschikte elektrische aarde. • Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig van stroom af. Montage Oriëntatie De Obey™ 4 mag in elke veilige positie worden gemonteerd. Installatie Zie de onderstaande tekening die de achterzijde van de regelaar toont. Het geeft de montageafmetingen aan. Dit helpt bij het maken van de installatiegaten. , , , Adressering van de armatuur De Obey™ 4 kan tot 4 aparte armaturen aansturen. Elke armatuur moet zijn ingesteld met vooraf bepaalde DMX-adressen. Zie het onderstaande diagram voor de DMX-startadressen van elk van de vier <FIXTURES>. Armatuur 1: Armatuur 2: Armatuur 3: Armatuur 4: 3. Instelling 1 - Toewijzing DIP-schakelaar [1] 5 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3] 9 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 4] 13 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3, 4] 65 4. GEBRUIKSINSTRUCTIES Let op: de witte/amber fader werkt onafhankelijk van de huidige bedieningsmodus. Alleen verduistering is van invloed op dit kanaal. Voorinstellingsbediening Deze regelaar heeft vooringestelde kleuren. Er zijn negen vooringestelde kleuren om uit te kiezen, die kunnen worden gekozen met de negen voorinstellingsknoppen. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Druk op <PRESET> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed. Selecteer een van de negen <PRESET COLOR> knoppen. Zorg ervoor dat de stroboscoop- of verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In de voorinstellingsmodus zal het geluid niet werken. RGB-fadebediening Deze regelaar heeft een vooringesteld kleurfadingprogramma, die alle eenheden in harmonie tussen kleuren dimt. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. Selecteer een of meer <FIXTURES>. 2. Druk op <RGB FADE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. 3. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen. 4. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. 5. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. 6. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed. Zorg ervoor dat de stroboscoop- en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In RGB-fademodus zal het geluid werken. Automatische bediening Deze regelaar heeft ingebouwde automatische programma's, die elke eenheid onafhankelijk wisselt tussen willekeurige kleuren. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Druk op <AUTO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed. Zorg ervoor dat de stroboscoop- en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de bedieningselementen. De armaturen hebben in deze modus niet dezelfde kleur. Elke armatuur werkt op een willekeurige kleur. In de automatische modus zal het geluid werken. 4. Gebruiksinstructies 66 Bediening van de achtervolging Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenachtervolgingen. Er zijn verschillende kleurencombinaties om uit te kiezen. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Druk op <CHASES> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Gebruik de <PRESET COLORS> om een achtervolging te selecteren. Zie de onderstaande grafiek voor een beschrijving van welke knop welke achtervolging start. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed. Achtervolgingsselectie Gebruik de volgende <PRESET COLORS> om een betreffende achtervolging te selecteren. Rood: Oranje: Geel: Groen: Cyaan: Blauw: Paars: Magenta: Wit: Rood/groen Groen/blauw Rood/blauw Rood/cyaan Groen/magenta Geel/blauw Wit/verduistering Kleurencyclus Geel/magenta Zorg ervoor dat de stroboscoop- en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de bedieningselementen. In de achtervolgingsmodus zal het geluid werken. RGB-verplaatsingsbediening Deze regelaar heeft een ingebouwd kleurenfadeprogramma die achtereenvolgens tussen armaturen wisselt: 1~4, continu Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. Druk tegelijkertijd op <RGB FADE> en <AUTO>. 2. Stel de <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau om de snelheidstijd in te stellen. 3. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. 4. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. 5. <WHITE DIMMER> is instelbaar; het zal echter niet door deze modus worden beïnvloed. In RGB-verplaatsingsmodus zal het geluid werken. Zorg ervoor dat de stroboscoop- en verduisteringsfuncties geen voorrang hebben op de bedieningselementen. 4. Gebruiksinstructies 67 Kleurenmacrobediening Deze regelaar heeft vooringestelde kleurenmacro's, sommige met verschillende intensiteiten. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Druk op <COLOR MACRO> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Beweeg de <SPEED TIME> fader om de kleur te selecteren. Stel de <FADE TIME> af naar het gewenste niveau om de fadetijd in te stellen. Stel de <MASTER DIMMER> af naar het gewenste niveau om de intensiteit in te stellen. Stel de <WHITE DIMMER> af naar het gewenste niveau om de witintensiteit in te stellen. 6. Deze modus past dezelfde kleur op alle armaturen toe. In de kleurenmacromodus zal het geluid NIET werken. Geluidsovername De modi in deze regelaar die meerdere stappen hebben, worden doorgaans getriggerd met de <SPEED TIME>-fader. De kunnen echter ook worden ingeschakeld met de ingebouwde microfoon. De modus geluidsovername werkt ALLEEN in een van de volgende modi: • • • RGB-fade AUTO ACHTERVOLGINGEN Zie de volgende stappen voor de bediening. 1. 2. Druk op <SOUND> totdat het LED-lampje gaat branden. Stel de geluidsgevoeligheid in aan de <MICROPHONE SENSITIVITY ADJUSTMENT KNOB> te draaien. Wit (of amber) De fader <WHITE DIMMER> op deze regelaar werkt volledig op zichzelf, ongeacht de actieve bedieningsmodus. De enige functies die van invloed op de witte (of amber) kleur zijn <BLACKOUT> en <STROBE>. 4. Gebruiksinstructies 68 Stroboscoopovername Een van de functies voor de fader <SPEED TIME> is de functie stroboscoopovername. Het werkt in alle bedieningsmodi. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. 4. 5. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Zie de onderstaande opmerking over RGBW-bediening. Druk op <STROBE> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel <SPEED TIME> af naar het gewenste niveau. Om terug te gaan naar de gewenste modus drukt u op <STROBE> totdat het betreffende LED-lampje uit gaat. Om deze functie te deactiveren voor een enkele armatuur, moet <STROBE> zijn geactiveerd en moet <FADE TIME> worden ingesteld naar 0.1M (volledig omlaag). Deactiveer daarna <STROBE> (het LED-lampje schakelt uit). Stroboscoop is alleen van invloed op armaturen die zijn geselecteerd. Dubbeltik op <STROBE> om op elk moment de stroboscoopfunctie voor alle armaturen te deactiveren! Als de armatuur in RGBW-bediening is, moeten de faders boven 0% worden afgesteld voordat de stroboscoop kan functioneren. Blackout Deze regelaar heeft een aparte verduisteringsknop. Deze knop werkt samen met de fader <FADE TIME>. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Stel de fader <FADE TIME> af naar de gewenste waarde om te bepalen hoe snel de lampen zullen verduisteren. Druk op <BLACKOUT> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. De verduisteringsfunctie werkt ook met de fader <FADE TIME> bij het uitschakelen van de verduistering. De fading verduisteringsfunctie werkt niet wanneer de regelaar in handmatige RGBWmodus is. Dubbeltik op <BLACKOUT> om direct alle armaturen te verduisteren, ongeacht van wat is geselecteerd, in overeenstemming met de waarde <FADE TIME>. Handmatige RGBW-modus Deze regelaar heeft de mogelijkheid om handmatig een aangepaste kleurencombinatie te kiezen door simpelweg de rode, groene, blauwe en witte faders te gebruiken. Eerst moet echter <MANUAL RGBW> ingedrukt worden. Zie de onderstaande instructies voor deze bediening. 1. 2. 3. Selecteer een of meer <FIXTURES>. Druk op <MANUAL RGBW> totdat het betreffende LED-lampje gaat branden. Stel de rode, groene, blauwe en witte faders af naar de gewenste niveaus. De dimsnelheid van de verduistering zal niet werken in de handmatige RGBW-functie. Wanneer <BLACKOUT> wordt ingedrukt, zullen de geselecteerde lampen direct uitschakelen. De snelheid-/fadetijd zal niet werken in de handmatige RGBW-modus. 4. Gebruiksinstructies 69 5. BIJLAGE DMX-primer Er zijn 512 kanalen in een DMX-aansluiting. Kanalen kunnen op elke manier worden toegewezen. Een armatuur die DMX kan ontvangen heeft een of enkele sequentiële kanalen nodig. De gebruiker moet een startadres toewijzen op de armatuur die aangeeft dat het eerste kanaal in de regelaar is gereserveerd. Er zijn verschillende soorten met DMX regelbare armaturen en ze hebben een verschillend aantal kanalen nodig. Het kiezen van een startadres moet vantevoren gepland worden. Kanalen mogen nooit overlappen. Als dat toch gebeurt zal dat leiden tot foutieve bediening van de armaturen waarvan het startadres onjuist was. U kunt echter meerdere armaturen van hetzelfde type bedienen met hetzelfde startadres, zolang als het bedoelde resultaat er een is van harmonieuze beweging of bediening. In andere woorden zullen de armaturen als slave bij elkaar worden gevoegd en allemaal exact hetzelfde reageren. DMX-armaturen zijn ontworpen om gegevens te ontvangen door een serieverbinding. Een serieverbinding wordt tot stand gebracht wanneer een GEGEVENSUITGANG van een armatuur wordt aangesloten op de GEGEVENSINGANG van de volgende armatuur. De volgorde waarin de armaturen zijn verbonden is niet belangrijk en heeft geen effect op hoe een regelaar met elke armatuur communiceert. Gebruik een volgorde die zorgt voor de eenvoudigste en meest directe bekabeling. Verbind armaturen met afgeschermd gedraaid paarkabel met twee geleiders, met drie pins-XLR mannelijke naar vrouwelijke stekkers. De afgeschermde verbinding is pin 1, terwijl pin 2 gegevensnegatief (S-) is en pin 3 gegevenspositief (S+) is. 5. Bijlage 70 Algemene problemen oplossen SYMPTOOM Aardlekschakelaar/zekering blijft doorbranden Het apparaat schakelt niet in MOGELIJKE OORZAAK • Controleer de totale belasting op het elektrische circuit • Kortsluiting over de stroomsnoeren • Controleer op een kortsluiting in de elektrisch bedrading (intern en/of extern). • Geen stroom • Los stroomsnoer • Verkeerde DMXadressering De armatuur reageert niet op DMX • Beschadigde DMX-kabels • Verkeerde polariteitsinstellingen op de regelaar • Losse DMX-kabels • Defecte DMX-interface • Defect moederbord • Niet-DMX-kabels • Stuiterende signalen Signaalverlies MOGELIJKE ACTIE • Te hoge belasting van het circuit • Lange kabel / laag signaalniveau • Teveel armaturen • Interferentie van wisselstroomsnoeren. • Controleer of er stroom is op het stroomnet. • Controleer het stroomsnoer • Controleer het bedieningspaneel en de adressering van het apparaat • Controleer de DMX-kabels • Controleer de polariteitsschakelaarinstellingen op de regelaar • Controleer de kabelaansluitingen • DMX-ingang vervangen • Vervang het moederbord • Gebruik alleen kabels die compatibel zijn met DMX • Installeer de afsluiter zoals voorgesteld. • Installeer de versterker net achter de armatuur met een sterk signaal. • Installeer een optische gekoppelde DMX-splitter na eenheid #32. • Houd DMX-kabels gescheiden van stroomkabels of black lights. Als u nog steeds problemen ervaart na het proberen van bovenstaande oplossingen, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuningsdienst van Chauvet. 5. Bijlage 71 Koppeling van de armaturen U hebt een seriële gegevenskoppeling nodig om lichtshows met één of meer armaturen uit te voeren met een DMX-regelaar of om gesynchroniseerde shows uit te voeren op twee of meer armaturen die zijn ingesteld in een master/slave-bedieningsmodus. Het gecombineerde aantal kanalen dat nodig is voor alle armaturen op een seriële gegevenskoppeling bepaalt het aantal armaturen die de gegevenskoppeling kan ondersteunen. De armaturen op een seriële gegevenskoppeling moeten in serie zijn verbonden, in een enkele lijn. Om te voldoen aan de EIA-485-norm, mogen niet meer dan 32 armaturen op één gegevenskoppeling worden aangesloten. Het verbinden van meer dan 32 armaturen op één seriële gegevenskoppeling zonder het gebruik van een DMX optisch geïsoleerde splitter kan leiden tot verslechtering van het digitale DMX-signaal. De maximaal aanbevolen afstand van de seriële gegevenskoppeling: 500 m Maximaal aanbevolen aantal armaturen op een seriële gegevenskoppeling: 32 Gegegevensbekabeling Om armaturen aan elkaar te koppelen hebt u gegevenskabels nodig. U kunt Chauvetgecertificeerde DMX-kabels direct kopen bij een dealer/distributeur of uw eigen kabel construeren. Als u uw eigen kabel wilt creëren gebruik dan gegevenskabels die een hoogwaardig signaal kunnen overdragen en minder gevoelig zijn voor elektromagnetische storing. DMX-gegevenskabel Gebruik een Belden© 9841 of gelijkwaardige kabel die voldoet aan de specificaties voor EIA RS485-toepassingen. Standaard microfoonkabels kunnen niet betrouwbaar DMX-gegevens verzenden over lange afstanden. De kabel moet de volgende eigenschappen hebben: Type: afgeschermd, 2-geleiders gedraaid paar Maximale capaciteit tussen geleiders: 30 pF/ft Maximale capaciteit tussen geleider en afscherming: 55 pF/ft Maximale weerstand: 20 ohm/1000 ft Nominale impedantie: 100 ~ 140 ohm Kabelstekkers De bekabeling moet een mannelijke XLR-stekker op het ene einde en een vrouwelijke XLRstekker op het andere einde hebben. DMX-stekkerconfiguratie ALGEMEEN INGAN 1 3 2 DMX + DMX Afsluiter - 1 3 2 UITGAN Om signaaltransmissieproblemen en interferentie te vermijden is het altijd raadzaam om een DMX-signaalafsluiter aan te sluiten. 1 3 2 120 ohm ¼ W weerstand tussen pin 2 (DMX -) en pin 3 (DMX +) op de uitgang van de laatste armatuur Sta geen contact toe tussen de algemene lijn en de aarde van de armatuurhouder. Het aarden van de algemene lijn kan een aardingslus veroorzaken, waardoor uw armatuur foutief kan werken. Test kabels met een ohm-meter om de juiste polariteit te controleren en om ervoor te zorgen dat de pennen niet zijn geaard of zijn kortgesloten naar de afscherming of elkaar. 5. Bijlage 72 Instellen van het startadres Deze DMX-modus maakt het gebruik mogelijk van een universeel DMX-regelaarapparaat. Elke armatuur vereist een startadres van 1~512. Een armatuur die een of meer kanalen nodig heeft voor de bediening begint de gegevens te lezen op het kanaal dat is aangegeven door het startadres. Een armatuur die bijvoorbeeld zes DMX-kanalen gebruikt en is geadresseerd om te starten op DMX-kanaal 100, zal bijvoorbeeld gegevens lezen van kanalen: 100, 101, 102, 103, 104 en 105. Kies de startadressen zo dat de gebruikte kanalen niet overlappen en noteer het geselecteerde startadres voor toekomstige naslag. Als dit uw eerste keer is dat u een armatuur adresseert met het DMX-bedieningsprotocol, dan raden we aan naar de paragraaf “Bijlage” te gaan en de koptekst “DMX-primer” te lezen. Het bevat zeer bruikbare informatie die u meer zal leren over het gebruik. 3-pin naar 5-pin conversiediagram Als u een regelaar gebruikt met een 5-pins DMX-uitgangsstekker, dan moet u een 5-pins naar 3-pins adapter gebruiken. Het diagram hieronder toont een goede kabelconversie: 3-PIN NAAR 5-PIN CONVERSIEDIAGRAM Geleider 3-pin vrouwelijk (uitgang) 5-pin mannelijk (ingang) Aarde/afscherming Pin 1 Pin 1 Gegevens ( - ) signaal Pin 2 Pin 2 Gegevens ( + ) signaal Pin 3 Pin 3 Niet gebruikt Pin 4 Niet gebruikt Pin 5 Instellen van een seriële DMX-gegevenskoppeling 1. Sluit de (mannelijke) 3-pins stekkerzijde van de DMX-kabel aan op de uitgang (vrouwelijke) 3-pins stekker van de regelaar. Universele DMX-regelaar 2. Sluit het kabeleinde vanuit de regelaar met een (vrouwelijke) 3-pins stekker aan op de ingangsstekker van de volgende armatuur van een (mannelijke) 3-pins stekker. Deze tekening biedt een algemene illustratie van het DMX-ingangs/uitgangspaneel van een lamparmatuur. 3. Ga daarna verder met het aansluiten van de uitgang, zoals boven is vermeld, op de ingang van de volgende armatuur enzovoorts. Ga verder met de koppeling 5. Bijlage 73 Algemeen onderhoud Voor het behoud van optimale prestaties en om slijtage te minimaliseren, moeten armaturen regelmatig gereinigd worden. Het gebruik en de omgeving zijn factoren die bijdragen aan het bepalen van de frequentie. Als vuistregel moeten de armaturen tweemaal per maand gereinigd worden. De ophoping van stof verlaagt de lichtemissieprestaties en kan oververhitting veroorzaken. Dit kan leiden tot een kortere levensduur van de lamp en verhoogde mechanische slijtage. Zorg ervoor dat u de armatuur uitschakelt vóór het plegen van onderhoud. 1. 2. Haal de armatuur van de stroom af. Gebruik een stofzuiger of luchtcompressor en een zachte borstel om opgehoopt stof van de externe ventilatiegaten te verwijderen. 3. Reinig, wanneer de armatuur is afgekoeld, alle glasoppervlakken met een milde oplossing van glasreiniger of isopropylalcohol en een zachte pluisvrije katoenen doek of een brillendoekje. 4. Pas de schoonmaakoplossing toe op het textiel of doekje en veeg het vuil en roet naar de buitenzijde van de lens. 5. Poets het de optische oppervlakken voorzichtig totdat het vrij is van waas en pluisjes. De reiniging van externe optische lenzen en/of spiegels moet periodiek worden uitgevoerd om de lichtuitvoer te optimaliseren. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin de armatuur wordt gebruikt. Vochtige, rokerige of bijzonder vieze omgevingen kunnen zorgen voor grotere vuilopbouw van de optische elementen van het apparaat. Reinigen met een zachte doek, met normale glasreinigingsvloeistof. Reinig de externe optische elementen ten minste elke 20 dagen. Reinig de armatuur ten minste elke 30/60 dagen. Droog de onderdelen altijd zorgvuldig na het reinigen. TECHNISCHE SPECIFICATIES GEWICHT EN AFMETINGEN Lengte...................................................................................................................... 325 mm Breedte .................................................................................................................... 140 mm Hoogte ...................................................................................................................... 52 mm Gewicht....................................................................................................................... 1,4 kg VERMOGEN Bedrijfsbereik ..................................................................................... DC 12 V, 500 mA max Adapter (externe stroomtoevoer: 100~240 VAC, 50/60 Hz) .....................................Geleverd BINNENSHUIS/BUITEN Classificatie......................................................................... Alleen voor gebruik binnenshuis THERMISCH Maximale omgevingstemperatuur ................................................................................ 40° C BEDIENING EN PROGRAMMERING Gegevensuitgang .................................................................. 3-pins XLR vrouwelijke houder Configuratie van de gegevenspen ............................... pin 1 afgeschermd, pin 2 (-), pin 3 (+) Protocollen .................................................................................................. DMX-512 USITT DMX-regelkanalen .................................................................................................. 001~016 BESTELINFORMATIE Obey™ 4 .................................................................................................................. OBEY4 GARANTIE-INFORMATIE Garantie ........................................................................................ 2-jarige beperkte garantie 5. Bijlage 74 RETOUREN Als u ondersteuning nodig hebt of een product wilt retourneren: • • • • • Neem contact op met het Chauvet wereldwijde hoofdkwartier als u zich in de VS bevindt (zie Neem contact Op). Als u zich binnen het Verenigd Koninkrijk of Ierland bevindt, neem dan contact op met Chauvet Europe Ltd. (zie Neem contact Op). Als u zich in Mexico bevindt, neem dan contact op met Chauvet Mexico (zie Neem contact Op). Als u zich in Benelux bevindt, neem dan contact op met Chauvet Europe BVBA (zie Neem contact Op). Als u zich in een ander land bevindt, neem dan GEEN contact op met Chauvet. Neem in plaats daarvan contact op met uw plaatselijke distributeur. Zie www.chauvetlighting.com voor distributeurs buiten de VS, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux. Als u zich buiten de VS, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux bevindt, neem dan contact op met uw geregistreerde distributeur en volg hun instructies over het retourneren van Chauvet-producten naar hen. Ga naar onze website www.chauvetlighting.com voor contactinformatie. Bel de corresponderende technische afdeling van Chauvet en vraag om een retouropdrachtformulier (RMA)-nummer vóór het verzenden van het product. Zorg dat u het modelnummer, serienummer en een korte beschrijving van de retouroorzaak bij de hand hebt. Stuur het product gefrankeerd, in zijn originele doos en met zijn originele verpakking en accessoires. Chauvet geeft geen telefoon-tags. Label het pakket duidelijk met het RMA-nummer. Chauvet weigert producten die worden geretourneerd met een RMA-nummer. Schrijf het RMA-nummer op een voldoende bevestigd etiket. Schrijf het RMA-nummer NIET direct op de doos. Vóór het verzenden van het product moet u de volgende informatie duidelijk op een stuk papier schrijven en het binnen de doos plaatsen: • • • • • Uw naam: Uw adres: Uw telefoonnummer RMA-nummer Een korte beschrijving van het probleem Zorg ervoor dat u het product voldoende inpakt. Alle verzendschade die resulteert uit onvoldoende verpakking is uw verantwoordelijkheid. FedEx-verpakking of dubbele dozen worden aanbevolen. Chauvet behoudt zich het recht voor om (het) geretourneerde product(en) naar eigen inzicht te repareren of te vervangen. Retouren 75 NEEM CONTACT OP HOOFDKANTOOR WERELD - Chauvet Algemene Informatie Adres: 5200 NW 108th Avenue Sunrise, FL 33351 Bandopname: (954) 577-4455 Fax: (954) 929-5560 Toll free: (800) 762-1084 Technische Support Bandopname: (954) 577-4455 (druk op 4) Fax: (954) 756-8015 E-mail: [email protected] World Wide Web www.chauvetlighting.com VERENIGD KONINKRIJK EN IERLAND - Chauvet Europe Ltd. Algemene Informatie Adres: Unit 1C Brookhill Road Industrial Estate Pinxton, Nottingham, UK NG16 6NT Bandopname: +44 (0)1773 511115 Fax: +44 (0)1773 511110 Technische Support E-mail: [email protected] World Wide Web www.chauvetlighting.co.uk MEXICO - Chauvet Mexico Algemene Informatie Adres: Av. Santa Ana 30 Parque Industrial Lerma Lerma, Mexico C.P. 52000 Bandopname: +52 (728) 285-5000 Technische Support E-mail: [email protected] World Wide Web www.chauvet.com.mx CHAUVET EUROPE - Chauvet Europe BVBA General Information Address:Stokstraat 18 9770 Kruishoutem Belgium Voice: +32 9 388 93 97 Technische Support Email: [email protected] World Wide Web www.chauvetlighting.eu Van buiten de VS, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Mexico, of Benelux kunt u contact opnemen met de distributeur. Volg hun instructies om support aan te vragen of om een product te retourneren. Ga naar onze website voor contactinformatie. Neem contact Op 76
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

CHAUVET DJ Obey 4 DMX Contoller Referentie gids

Categorie
Schijnwerpers
Type
Referentie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor