Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding...............................................................................................................................51 2. Bedoeld gebruik.................................................................................................................52 3. Leveringsomvang..............................................................................................................52 4. Verklaring van pictogrammen.........................................................................................53 5. Kenmerken..........................................................................................................................53 6. Veiligheidsinstructies........................................................................................................54 7. Bedieningselementen.......................................................................................................57 8. Ingebruikname...................................................................................................................58 a) Opstellen / montage.....................................................................................................58 b) Aansluiting van de lichteffecten................................................................................59 c) Netaansluiting..............................................................................................................60 9. Instellingen.........................................................................................................................60 a) Modus kiezen................................................................................................................60 b) DMX-adresgroep kiezen.............................................................................................61 c) Kleureffect handmatig instellen................................................................................61 d) Kleurmix.........................................................................................................................61 e) Ingebouwde programma’s..........................................................................................62 f) Auto-besturing / Sound-to-Light-besturing.............................................................62 g) Stroboscoopmodus......................................................................................................62 h) Blackout.........................................................................................................................63 10. Verhelpen van storingen..................................................................................................63 11. Onderhoud en reiniging....................................................................................................64 12. Verwijdering.......................................................................................................................64 13. Technische gegevens.......................................................................................................65 a) DMX-controller.............................................................................................................65 b) Netvoedingadapter......................................................................................................65 50  1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese normen. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar deze handleiding om haar achteraf te raadplegen! Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 51  2. Bedoeld gebruik Het product dient voor het aansturen van een aantal verschillende soorten LED-spots (RGB/RGBW, RGBD, RGBWD, DRGB, DRGBW). Stroomvoorziening via de meegeleverde netvoedingadapter. Het product mag uitsluitend in gesloten ruimten worden gebruikt, dus niet in de open lucht. Contact met vocht, bijv. in de badkamer, moet absoluut worden voorkomen. In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld. Een overzicht van alle productkenmerken en -eigenschappen vindt u in Hoofdstuk 5. 3. Leveringsomvang •• LEDmaster-II DMX-controller •• Netvoedingadapter •• Gebruiksaanwijzing 52  4. Verklaring van pictogrammen Dit symbool geeft aan wanneer er gevaar bestaat voor uw gezondheid, bijv. door een elektrische schok. Het symbool met het uitroepteken wijst op bijzondere gevaren bij de hantering, gebruik en bediening. Het “pijl”-pictogram staat voor speciale tips en bedieningsaanwijzingen. 5. Kenmerken •• DMX 512-standaard •• 4 Kanalen •• 4 Faders •• Te kiezen kleurruimtes: RGB/RGBW, RGBD, RGBWD, DRGB, DRGBW •• 1 Kleurmix-fader •• 8 Ingebouwde programma’s met regelbare snelheid •• Stroboscoopeffect met regelbare frequentie (1 – 20 Hz) •• Sound-to-Light-besturing met regelbare gevoeligheid •• Autobesturing 53  6. Veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie. • Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren. • Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden voor spelende kinderen. • Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen. • Zet het product niet onder mechanische druk. • Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden gegarandeerd wanneer het product: -- zichtbaar is beschadigd, -- niet langer op juiste wijze werkt, -- tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of -- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk. • Behandel het apparaat met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte hoogte kan het product beschadigen. • Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in acht die met het product zijn verbonden. • Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn. • Gebruik voor de netvoedingadapter. 54 spanningsbron uitsluitend de meegeleverde  • Gebruik als spanningsbron voor de netvoedingadapter uitsluitend een goedgekeurd stopcontact van het openbare elektriciteitsnet. Controleer voor het insteken van de netvoedingadapter of de op de netvoedingadapter aangegeven spanning overeenkomt met de spanning van uw stroomleverancier. • Netvoedingadapters nooit met natte handen in het stopcontact steken of eruit trekken. • Trek de netvoedingadapter nooit aan het netsnoer uit het stopcontact maar gebruik daarvoor altijd de daarvoor bestemde greepvlakken. • Wanneer u het product installeert, zorg er dan voor dat de kabel niet doorgeprikt, geknikt of beschadigd is door scherpe randen. • Plaats kabels altijd zo, dat niemand erover kan struikelen of erin verstrikt kan raken. Er bestaat risico op verwonding. • Trek om veiligheidsredenen bij onweer de netvoedingadapter altijd uit het stopcontact. • Raak de netadapter niet aan als schade wordt waargenomen. Er bestaat risico op de dood door een elektrische schok! Koppel eerst de voeding los van het stopcontact waarop de netadapter is aangesloten (schakel eerst de zekering en vervolgens de differentieelschakelaar uit om het stopcontact op alle fasen los te koppelen). Haal vervolgens de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Gebruik de netadapter niet langer en gooi deze op een milieuvriendelijke manier weg. Vervang de netvoedingadapter door een identiek exemplaar. • Gebruik het product nooit meteen nadat het vanuit een koude naar een warme ruimte werd overgebracht. De condens die hierbij wordt gevormd, kan in bepaalde gevallen het product onherstelbaar beschadigen. Bij een stekkertransformator bestaat er tevens een risico op de dood door een elektrische schok! Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen voordat het aangesloten en gebruikt wordt. Dit kan soms een aantal uur duren. • Giet geen vloeistoffen uit over elektrische apparatuur en plaats geen met vloeistof gevulde objecten naast het apparaat. Indien er toch vloeistof of een voorwerp in het apparaat zou terechtkomen, schakel dan het bijbehorende stopcontact stroomvrij (bijv. door de automatische zekering uit te schakelen) en trek vervolgens de netstekker uit het stopcontact. Het product mag daarna niet meer worden gebruikt, breng het naar een elektrotechnisch bedrijf. 55  • Alle personen die dit product bedienen, installeren, opstellen, in gebruik nemen of er onderhoud aan verrichten moeten daarvoor opgeleid of gekwalificeerd zijn en naleven wat in deze gebruiksaanwijzing aangegeven is. • In scholen, onderwijsinstellingen, hobby- en doe-het-zelf-instellingen moet op het omgaan met elektrische apparatuur door geschoold personeel toezicht worden gehouden. • In commerciële instellingen moeten de ongevallenpreventievoorschriften van de Organisatie van Commerciële Bedrijfsverenigingen voor Elektrische Installaties en Apparatuur nageleefd worden. • Het product is gebouwd conform hetgeen aangegeven is voor beveiligingsklasse III. Gebruik het product uitsluitend met een daarvoor geschikte transformator. • Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het apparaat. • Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of in een daartoe bevoegde winkel. • Als u nog vragen hebt die niet door deze gebruiksaanwijzingen zijn beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst of ander technisch personeel. 56  7. Bedieningselementen 1 10 11 2 3 4 9 5 6 8 7 12 13 1 Fader R, G, B, W/D 8 Toets BLACK OUT 2 Toets Channel mode 9 Toets Run mode 3 Fader MIX 10 Toetsen voor het definiëren van de DMX-adresgroep 4 Fader MAC 5 Fader Speed 6 Fader S  TROBE SPEED / Sound Sensitivity 11 DMX-aansluiting 12 Stroomaansluiting 13 Aan-/uitschakelaar 7 Toets Strobe 57  8. Ingebruikname a) Opstellen / montage •• Zorg voor voldoende ventilatie. •• Plaats het product niet op en zachte ondergrond (tapijten, bedden, etc.). •• De luchtcirculatie mag niet door objecten als kranten, tafellakens, gordijnen, etc. belemmerd worden. Dat verhindert de warmteafvoer van het product en kan tot oververhitting leiden (brandgevaar). •• Boor geen gaten en draai geen schroeven in de behuizing. Het product kan daardoor beschadigd worden en aan de veiligheid kan afbreuk worden gedaan. •• Let bij het opstellen van het product erop dat het stevig staat op een stabiele ondergrond. •• Mocht het product naar beneden vallen dan bestaat het gevaar dat personen gewond raken. •• Let er bij het opstellen van het product op dat het aansluitsnoer niet platgedrukt of door scherpe randen beschadigd kan worden. •• Plaats kabels altijd zo dat niemand erover kan struikelen of er in verstrikt kan raken. Er bestaat risico op verwonding. •• Zorg ervoor dat er zich geen apparaten die sterke magnetische velden genereren zoals bijv. transformatoren, motoren, draadloze telefoons, radio’s, etc., in de directe nabijheid bevinden omdat deze het product kunnen beïnvloeden. •• Zet het product nooit zonder voldoende bescherming op waardevolle of gevoelige meubeloppervlakken. •• Plaats het product op een horizontaal oppervlak. •• Indien nodig kan het product in een houder bevestigd worden. 58  b) Aansluiting van de lichteffecten Het apparaat is uitsluitend bestemd om aangesloten te worden op DMXapparaten die werken met het DMX-512-protocol. Een DMX-keten kan uit maximaal 32 apparaten bestaan omdat de controller anders overbelast wordt. De maximale totale lengte van de DMX-keten mag niet groter zijn dan 200 m. Als er XLR-microfoonkabels worden gebruikt, kunnen er storingen optreden bij de overdracht van DMX-signalen. Gebruik in dat geval speciale hoogfrequente DMX-leidingen. •• Verbindt de DMX-aansluiting (11) met de ingang van het eerste DMX-lichteffect. •• Verbindt de DMX-uitgang van het eerste DMX-lichteffect met de DMX-ingang van het volgende DMX-lichteffect. •• Ga voor de overige lichteffecten te werk als boven beschreven. •• Steek een XLR-stekker met een afsluitweerstand (120 Ω / 0,25 W) tussen pin 2 en pin 3 van de DMX-uitgang van het laatste apparaat in de DMX-keten. 59  c) Netaansluiting Zorg ervoor dat het product uitgezet is voor het op het elektrische net aan te sluiten. De aan-/uitschakelaar moet in stand O (OFF) staan. •• Steek de holle stekker van de netvoedingadapter in de stroomaansluiting (12) aan de achterkant van het product. •• Steek de netvoedingadapter in een daarvoor geschikt stopcontact. •• Zet het product aan. De aan-/uitschakelaar moet op stand I (ON) staan. Zet het product uit zodra u het niet gebruikt. Indien u het product voor langere tijd niet denkt te gebruiken, trek de netvoedingadapter dan uit het stopcontact. 9. Instellingen a) Modus kiezen Kies allereerst afhankelijk van de aangesloten lichteffecten één van de 6 onderstaande modi uit. Druk daarvoor op toets Channel mode (2) totdat de bijbehorende LED gaat branden. Aanduiding Modus M1 RGB M2 RGBD M3 RGBW M4 RGBWD M5 DRGB M6 DRGBW Bij de modi M4 en M6 is de dimwaarde vast ingesteld op 255. 60  b) DMX-adresgroep kiezen Kies met een van de voor het definiëren van de DMX-adresgroep (10) de gewenste DMX-adresgroep. Toets DMX-adresgroep 1 1-10 2 11-20 3 21-30 4 31-40 c) Kleureffect handmatig instellen Stel met de faders R, G, B, W/D (1) het gewenste kleureffect handmatig in. In de RGB-modus heeft de fader W/D geen functie. d) Kleurmix Met de fader MIX (3) kunt u traploos verschillende kleurenmengeffecten kiezen. De mengverhouding wordt op de schaal naast de fader aangegeven. 61  e) Ingebouwde programma’s Het product beschikt over 8 ingebouwde programma’s waaruit u met de fader MAC (4) een keus kunt maken. Naam Kanaal Effect Kleur MAC1 8 - 38 Fading Rood - Groen MAC2 39 - 69 Fading Rood - Blauw MAC3 70 - 100 Fading Groen - Blauw MAC4 101 - 131 Fading Rood - Groen - Blauw MAC5 132 - 162 Chasing Rood - Groen MAC6 163 - 193 Chasing Rood - Blauw MAC7 194 - 224 Chasing Groen - Blauw MAC8 225 - 255 Chasing Rood - Groen - Blauw f) Auto-besturing / Sound-to-Light-besturing •• Kies met de toets Run mode (9) het soort besturing. •• Bij de autobesturing kunt u met de fader Speed (5) de snelheid reguleren. •• Bij de Sound-to-Light-besturing kunt u met de fader Sound Sensitivity (6) de gevoeligheid reguleren. g) Stroboscoopmodus •• Houd de toets Strobe (7) ingedrukt om naar de stroboscoopmodus over te schakelen. •• In de stroboscoopmodus kunt u met de fader STROBE SPEED (6) de frequentie (1 – 20 Hz) reguleren. •• Laat de toets Strobe los om naar de normale modus terug te keren. 62  h) Blackout Druk de toets BLACK OUT (8) in om de aangesloten apparaten in de Blackout-stand te zetten. 10. Verhelpen van storingen Met de DMX-controller heeft u een product verkregen dat volgens de laatste technische snufjes gebouwd en bedrijfszeker is. Niettemin kunnen zich toch fouten en storingen voordoen. Raadpleeg het volgende voor informatie over het oplossen van eventuele problemen. Geen functie alhoewel de aan-/uitschakelaar (13) in stand I staat. •• De netvoedingadapter is niet goed aangesloten op het stopcontact. •• De holle stekker van de netvoedingadapter is niet goed inde stroomaansluiting (12) gestoken. •• Er staat geen spanning op het elektrische stopcontact. De aangesloten lichteffecten werken niet. •• De Blackout-modus is geactiveerd. •• De DMX-adressen zijn onjuist ingesteld. •• De verbinding tussen het product en de aangesloten lichteffecten is verbroken. •• De DMX-leiding is te lang of is door storingen uitgezet. Gebruik een speciale hoogfrequente DMX-leiding. De Sound-to-Light-besturing werkt niet. •• De Sound-to-Light-besturing is gedeactiveerd. Druk op de toets Run mode (9). De SOUND-LED moet gaan branden. •• De muziekweergave is te zacht ingesteld. Probeer bij wijze van proef een hogere geluidssterkte in te stellen. 63  11. Onderhoud en reiniging •• Koppel voor de reiniging het product los van de aangesloten apparaten en van het stopcontact. •• Het binnenste van het product bevat geen onderdelen die door u gerepareerd kunnen worden; maak het product dus nooit open/haal het nooit uit elkaar. •• Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen, schoonmaakalcohol of andere chemische oplossingen omdat dit schade toe kan brengen aan de behuizing en zelfs afbreuk kan doen aan de werking van het product. •• Reiniging met een droog, zacht en schoon doekje is voldoende. Druk niet te hard op de behuizing omdat hierdoor krassen kunnen ontstaan. •• Stof kan gemakkelijk verwijderd worden met behulp van een langharig, zacht en schoon kwastje. 12. Verwijdering Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren. Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu. 64  13. Technische gegevens a) DMX-controller Vermogensverbruik................... 2,5 W Stroomverbruik........................... 300 mA Bedrijfscondities........................ -20 tot +40 ºC, 30 – 75 % RV Opslagcondities......................... 0 tot +60 ºC, 10 – 90 % RV Afmetingen (B x H x D).............. 201 x 110 x 56 mm Gewicht....................................... ca. 780 g b) Netvoedingadapter Ingangsspanning/-stroom........ 100 – 240 V/AC, 50/60 Hz, max. 0,3 A Uitgangsspanning/-stroom....... 9 V/DC, 800 mA 65