Documenttranscriptie
EN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
NL
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur
dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
FR
DE
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs
als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij
de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij uit
voor het plegen van onderhoud.
ES
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in
werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Appendix
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het
product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging)
De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt
zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd,
moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere
onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers.
Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor
het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt
met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd
voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen
niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
1
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van
het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en
60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de batterij.
2
EN
1. BESCHRIJVING
1.1 Algemeen
NL
Multi Compact functioneel (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact)
De basis van de Multi Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en
omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de
Multi Compact / MultiPlus Compact een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a.
PowerControl en PowerAssist.
FR
DE
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal
de Multi Compact overschakelen van lader bedrijf op omvormer bedrijf en de voeding van
de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere
elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren. De maximale stroom die
geschakeld kan worden bedraagt 30 A Multi Compact.
ES
Appendix
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
De Multi Compact kan enorm veel laadstroom leveren en dus grote accubatterijen laden.
Dat betekent een zware belasting voor de wal aansluiting of het aggregaat. Met het
Phoenix Multi Control (bedieningspaneel) kan een maximale wal- of aggregaatstroom
ingesteld worden. De Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers
en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie
van de MultiPlus Compact
Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt
parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen.
Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee!
Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt
de walstroom in met een simpele 0 tot 30 A draaiknop op het Phoenix Multi Control.
Opm 1: Igv parallel bedrijf met een generator mag het vermogen van de generator niet
minder zijn dan 75% van het vermogen van de Multi(Plus) Compact. (voorbeeld: een
generator. geschikt voor parallel bedrijf met een Multi(Plus) Compact 12/2000/80 moet een
vermogen van minstens 1500 VA hebben)
Opm 2: De uitgangsspanning van een generator kan sterk vervormd zijn. In dat geval moet
de “AC waveform check” uitgezet worden.
1.2 Acculader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact)
Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorption – float – opslag
Het microprocessor gestuurde ‘adaptieve’ accu management systeem kan afgeregeld worden
voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan
het gebruik van de accu.
De juiste hoeveelheid lading: aangepaste absorptie tijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en
overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptie tijd automatisch
verlengd teneinde de accu volledig te laden.
3
Beperking van veroudering door overmatig gassen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een
verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de
gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig
gassen in de eindfase van de laadcyclus voorkomen.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet gebruikt wordt: de opslag
functie
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact schakelt over op ‘opslag’ wanneer er
gedurende meer dan 24 uur geen ontlading plaatsvindt. De spanning wordt dan verlaagd tot
2,2 V/cel (13,2 V voor een 12 V accu). De accu zal dan nauwelijks meer gassen en corrosie
van de positieve platen wordt zoveel mogelijk beperkt. Eens per week wordt de spanning
verhoogd tot absorptie niveau om de accu weer bij te laden; dit voorkomt stratificatie van het
elektrolyt en sulfatering.
Twee uitgangen om 2 accu’s te laden
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact heeft 2 uitgangen waarvan er 1 de volle
uitgangsstroom kunnen leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een
startaccu, is begrensd op 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Verhogen van de levensduur van de accubatterij: temperatuur compensatie
Bij iedere Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact wordt een temperatuursensor
meegeleverd. De temperatuur sensor zorgt ervoor dat de laadspanning afneemt wanneer de
accutemperatuur stijgt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders
mogelijk door overladen uitdrogen.
Meer over accu’s en acculaden
In ons boek ‘Elektriciteit aan boord’ kan U meer lezen over accu’s en het laden van accu’s
(gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en beschikbaar op www.victronenergy.com) Voor de
adaptieve laadkarakteristiek zie ook onder Technical Information op onze website.
1.3 Overzicht artikelnummers accessoires
Phoenix Multi control
Phoenix Inverter control
Temperatuursensor
UTP Patch lead 5 m
UTP Patch lead 10 m
UTP Patch lead 15 m
REC020002000
REC030001000
ASS000001000
ASS030065000
ASS030065010
ASS030065020
PC interface MK1.b
USB adapter
VEConfigure software
ASS0301B0000
ASS030200000
Kunt u vanaf onze website downloaden
4
EN
2. BEDIENING
2.1 On/off/charger only schakelaar
NL
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden.
Als er op de “AC-in” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en
goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt
uitgeschakeld, de gele LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking.
Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de gele LED
branden (bulk en of absorption) of de gele LED knippert (float).
Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden
ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de
Phoenix Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning
wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting.
FR
DE
ES
Appendix
TIP: Als u uw Phoenix Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u
het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee
voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw
accu’s leeg raken.
2.2 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact kan optioneel met het Phoenix Multi Control paneel worden
bediend. Met dit paneel kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen.
Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale
laadstroom instellen. De Phoenix Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden
wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan.
Het laadgedeelte van de Phoenix Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan
door middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Phoenix Multi
Control paneel (AC ingangsstroom op 0 zetten).
Voor de Phoenix Inverter Compact dient u het Phoenix Inverter Control paneel te
gebruiken.
2.3 Speciale laad-mode Equalizing
Het dient de aanbeveling dat bepaalde Typ batterijen eens in de maand extra nageladen te
worden. In de Equalizing modus gaat de Phoenix Multi Compact gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor
een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend
gaan knipperen.
De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat
er extra wordt nageladen.
5
Forced absorption
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een
Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Phoenix Multi Compact
gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption spanning
laden. De gele led Charger brandt.
De Phoenix Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in
deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control )
op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de Phoenix Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen
zoals hierna beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder
beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig
omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de
desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het
apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij
gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control
is dit geen probleem.
1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote
control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan.
2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een ACingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.)
3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”.
Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het
omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
4. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED
“alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de
“bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
•
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar
“on” gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet.
•
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption”
naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet.
•
Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float”
mode.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de
schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”.
Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
6
EN
2.4 LED aanduidingen
NL
LED uit
LED knippert
LED brandt
alarm
on
off
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en
levert vermogen aan de belasting.
DE
inverter
charger
FR
Omvormer
charger only
ES
alarm
on
off
charger only
inverter
charger
alarm
on
off
charger only
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
Appendix
inverter
charger
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of omvormer
temperatuur te hoog, of DC
rimpelspanning was te hoog (slechte
verbinding!).
7
Acculader
inverter
charger
alarm
inverter
charger
alarm
inverter
charger
alarm
inverter
charger
alarm
inverter
charger
alarm
inverter
charger
alarm
8
on
off
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de bulk mode en of
absorption mode.
charger only
on
off
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de float mode.
charger only
on
off
charger only
on
off
De netspanning is doorgeschakeld en de
en de lader is uitgeschakeld.
De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn
eindwaarde (accu spanning) bereiken.
Lader staat in bulk protection Mode.
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in bulk of absorption mode.
charger only
on
off
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in float mode.
charger only
on
off
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en er is
een vooralarm: overbelast of de lader is
warm.
Phoenix Remote Control indicatie (optioneel)
EN
PowerControl
overload
bulk
low battery
absorption
temperature
float
DE
on
FR
mains on
NL
inverter on
charger only
ES
off
Appendix
Opm: Wanneer de LED’s “overload” en “low battery” tegelijk branden is apparaat
uitgeschakeld tgv te hoge rimpel op de gelijkspanning.
9
3 INSTALLATIE
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
3.1 Inhoud van de doos
De doos van de Phoenix Multi Compact bevat de volgende zaken:
Phoenix Multi Compact
Gebruikershandleiding&Installatiehandleiding.
Zakje met aansluitmateriaal met daarin:
Temperatuursensor.
Vijf bevestigingsschroeven.
Bevestigingsplaat
Waarschuwingssticker laadstroom.
3.2 Locatie
De Phoenix Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden
geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van
tenminste 50mm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Phoenix Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de
achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Anhang A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal
monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd
de afstand tussen de Phoenix Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het
spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe
omgeving.
10
3.3 Benodigdheden
EN
Een kruiskop schroevendraaier (PH 2) voor het verwijderen van het front.
Drie-aderige kabel.
NL
3.4 Aansluiten accukabels
24/2000
12/2000
35
50
70
24/2000
12/2000
100 – 400
200 – 500
350 – 1000
Appendix
48/2000
ES
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
48/2000
DE
Aanbevolen
kabeldikte (mm2)
6m
FR
Om de capaciteit van de Phoenix Multi Compact volledig te kunnen benutten dient
uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van
accukabels met de juiste dikte. Zie tabel.
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet
accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”,
downloadbaar van onze website.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Sluit de accukabel aan: de + (rood) aan (linkerzijde).
Sluit de accukabel aan: de - (zwart) aan (rechterzijde), zie Anhang A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
11
3.5 Aansluiten AC kabels
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Zie hiervoor de volgende
instructies:
a) De Phoenix Inverter Compact heeft een vrij zwevende uitgangspanning. De
behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de buitenkant van het
product. De N uitgang moet geaard worden om verzekerd te zijn van de goede
werking van een aardlek schakelaar.
b) De Phoenix Multi / MultiPlus Compact: is voorzien van een aard relais (zie
Aappedix 2) dat de N uitgang automatisch met de behuizing verbint
wanneer geen externe wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer
een externe wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais
openen voordat het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix 2). Dit is om
goede werking van een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te
verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding vezekerd worden
met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galavanische corrosie.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator.
12
EN
Phoenix Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector aan de onderkant van de
Multi Compact, zie appendix 1. De wal -of netaansluiting dient met behulp van een
drie-aderige kabel op de connector te worden aangesloten. Maak gebruik van een
drie-aderige kabel met een soepele kern en een doorsnede van 2,5 mm² .
NL
FR
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC netspanning kan direct worden aangesloten op de CAGE CLAMP® Wago
connector.
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn van links naar rechts “L1” (fase) ,
“N” (nulleider), aarde.
De AC apparatuur kan direct op de CAGE CLAMP® Wago connector worden
aangesloten.
Gebruik een drie-aderige kabel. De mains aansluitpunten zijn van links naar rechts:
aarde, en “L1” (fase), “N” (nulleider) .
DE
ES
Appendix
3.6 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
3.6.1 Startaccu
De Phoenix Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor
het aansluiten appendix 1.
13
3.6.2 Temperatuursensor (Multi Compact/ MultiPlus Compact)
Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten (zie Anhang A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu
worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C.
Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt
Absorptie spanning. In de instel mode werkt de temperatuur compensatie niet.
15.0
14.5
14.0
13.5
13.0
Volts 12.5
12.0
11.5
11.0
10.5
10.0
30
29
28
27
26
25 Volts
24
23
22
21
20
0
5
10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
Battery temperature
3.6.3 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact is op twee manieren op afstand te bedienen.
Met alleen een externe schakelaar.
Met een “Remote Control ” ofwel afstandsbedieningspaneel.
Voor het aansluiten van de schakelaar zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van alleen een externe schakelaar dient u met het volgende
rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
Mag niet worden aangesloten als er een afstandsbedieningspaneel is aangesloten.
Voor het aansluiten van een afstandsbedieningspaneel zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van een afstandsbedieningspaneel dient u met het volgende
rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
3.6.4 Extern Alarm Relais en Virtual Switch
Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden tbv
alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum belasting is
66V 40mA.
De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure.
14
EN
4. INSTELLINGEN
NL
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
FR
4.1 Standaard instellingen
DE
Omvormer spanning
230 Vac
Lader aan of uit
aan = on
Laadcurve
Adaptive charging, gel accu’s
Laadstroom
75% van de nominale laadstroom
Absorption spanning
14.4V / 28.8V / 57.6 Vdc
Absorption Tijd/ Maximale Absorption tijd
4 uur
Float spanning
13.8V / 27.6V / 55.2 Vdc
Repeated Absorption Tijd
1 uur
Repeated Absorption Interval
7 dagen
Bulk Beveiliging
on
AC Waveform Check
on
PowerAssist (alleen MultiPlus)
on
Generator/ Shore Current
12A
Systeem frequentie
- Multi Compact/ MultiPlus Compact = automatisch
- Inverter Compact = 50 Hz
AES (Automatic Economy Switch)
off
ES
Appendix
4.2 Instellingen die met de dipswitches gewijzigd kunnen worden
Type
Accu Type
1
Sonnenschein
(standaard) Dryfit A200
Gel
2
Tractie
(buisjesplaat)
3
Semi Tractie1
(vlakke plaat)
4
Alt.1
1
Absorption spanning
Float spanning
Maximum
absorption
tijd
14.4 V
28.8 V
57.6V
13.8 V/
13.2V
27.6 V/
26.4V
55.2V
52.8V
4 uur
15.0 V
30.0 V
60.0V
28.8 V
57.6V
14.8 V
29.6 V
59.2V
27.6 V/
26.4V
28.0 V/
26.4V
28.0 V/
26.4V
55.4V
52.8V
56V
52.8V
56V
52.8V
6 uur
14.4 V
13.8 V/
13.2V
14.0 V/
13.2V
14.0 V/
13.2V
5 uur
5 uur
De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en
chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen
worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek
"Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com). De lader staat standaard afgeregeld voor
het laden van gel accu’s zoals de Sonnenschein Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere Typn
accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact hierop
(met behulp van VEConfigure) aanpassen. De Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale
laadstroom.Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een
stroom van 0.1 tot 0.2x de capaciteit.
15
Dipswitch instellingen
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
off
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS1=off
off
←
on
Bij gebruik van:
Remote Control
DS-2 = off
DS-1 wordt niet gebruikt moet altijd op Off staan.
Accu laad curve
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
off
off
off
DS3=off,DS4=off
DS3=on,DS4=off
DS3=off,DS4=on
DS3=on,DS4=on
16
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
on
=
=
=
=
Typ 1 (gel)
Typ 2
Typ 3
Typ 4
off
x
x
on
x
x
Opslaan: druk
schakelaar DS-8 naar
on en weer terug naar
off. De instelling van
DS3-DS4 is nu actief.
on
off
off
on
x
x
DE
Opslaan: druk schakelaar DS-8
naar on en weer terug naar off.
De instelling van DS5 is nu actief.
ES
= 50Hz
= 60Hz
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
FR
DS5=off
DS5=on
off
NL
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
EN
Omvormer frequentie
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS6=off
DS6=on
off
on
off
= normaal
= economy
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
Appendix
AES (Automatic Economy Switch)
off
on
x
x
Opslaan: druk schakelaar DS-8
naar on en weer terug naar off.De
instelling van DS6 is nu actief.
Generator/ Walstroom
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS7=off
DS7=on
off
on
off
= MainsLimit 30 Amp
= MainsLimit 6 Amp
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
off
on
x
x
Opslaan: druk schakelaar DS-8
naar on en weer terug naar off.
De instelling van DS7 is nu actief.
17
4.3 De “adaptive charging” laad curve
C h a rg e c u rre n t
120%
100%
80%
Am p s
60%
40%
20%
0%
T im e
V o l ts
C h a r g e v o lta g e
64 32 1 6
Battery Safe
mode
64 32
60 30 1 5
20 x Bulk-uren of
Max. Absorption time
56 28 1 4
13
60 30
52 26
12
11
48 24
56 28
10
T im e
Bulk uren
Absorptie
1 dag
7 dagen
reduced float
7 dagen
1 uur Repeated Absorption
4-laad karakteristieken:
Bulk-mode: Eerste deel van de laadcurve. Constante stroom wordt toegevoerd tot de gasspanning wordt bereikt.
(14.4V resp. 28.8V, temperatuur gecompenseerd)
Battery Safe Mode: Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een
verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de
stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen voorkomen.
Absorptie-mode: De accu wordt met een constante spanning geladen. De absorptie tijd is 20x de bulk tijd tenzij de
ingestelde maximum absorptie tijd wordt bereikt.
Float-mode: Float spanning wordt toegevoerd om de accu volledig geladen te houden.
Reduced Float: Na een dag Float laden wordt overgeschakeld naar reduced Float. Deze is 13,2V resp. 26,4V. (voor
12V en 24V laders) Dit voorkomt water verlies tot een minimum wanneer de accu langere tijd niet wordt gebruikt.
Na een ingestelde tijd (standaard = 7 dagen) zal de lader overgaan in de Repeated Absorption-mode voor een
ingestelde tijd. (standaard = 4 kwartieren)
18
4.4 Instelling lader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact)
EN
De nu volgende instellingen kunnen alleen gewijzigd worden met VEConfigure software
NL
Lader aan/ uit (standaard: aan)
De lader van de Phoenix Multi Compact kan desgewenst ook uitgeschakeld worden.
FR
4.4.1 De 3 voorgeprogrameerde laadcurves:
De Fixed laadkarakteristiek biedt de absorption spanning voor een bepaalde (vast
instelbare) tijd aan. Na de absorptionfase wordt een bepaalde (wederom vast instelbare)
tijd de floatspanning aangeboden, om daarna periodiek gedurende een (meestal kortere)
tijd weer de absorptionspanning aan te bieden.
DE
ES
De Adaptieve laadkarakteristiek biedt de absorptionspanning aan gedurende een tijd
afhankelijk van de lading die tijdens bulk is geleverd. Daarna volgt een floatfase van 24
uur, waarna naar 13/ 26V (gereduceerd float) wordt teruggeschakeld. Net als bij de Fixed
laadkarakteristiek wordt ook hier periodiek een absorptionfase aangehouden.
Appendix
Adaptieve laadkarakteristiek met BatterySafe mode (standaard instelling)
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een
verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat
de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt
overmatig gassen voorkomen.
4.4.2 Overige lader instellingen:
De laadstroom is standaard ingesteld op 75% van de maximale laadstroom. Voor veel
toepassingen zal deze stroom te hoog zijn. Om te voorkomen dat de accu’s defect raken is
het noodzakelijk om de laadstroom aan te passen naar 0,1-0,2x de accucapaciteit.
De stapgrootte is 1A.
Absorptionspanning (standaard 14.4V / 28.8V)
De absorptionspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V. De stapgrootte is 0,05 V
Absorptiontijd/ maximale absorptiontijd (standaard 4 uur)
Deze instelling bepaalt bij de fixed laadkarakteristiek hoelang de lader de absorptionspanning
aanbiedt. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt deze instelling wat de maximale tijd is
dat de lader de absorptionspanning aanbiedt.
De (maximale) absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 8 uur.
De stapgrootte is 1 uur.
Floatspanning
De floatspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V De stapgrootte is 0,05 V.
Herhaalde absorptiontijd (standaard 1 uur)
De herhaalde absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 72 kwartier.
De stapgrootte is 1 kwartier
Herhaald absorptioninterval (standaard 7 dagen)
Het herhaald absorptioninterval, kan worden ingesteld van 1 tot 45 dagen. De stapgrootte is 1
dag.
19
4.5 Bijzondere instellingen (alleen instelbaar met VEConfigure
software)
Bulkbescherming aan/ uit (standaard: aan)
Als de lader na 10 uur in de bulkfase te hebben geladen de absorption spanning nog niet
heeft bereikt kan het zijn dat de accu defect is. Om verdere schade te voorkomen zal de lader
na 10 uur bulk automatisch worden uitgeschakeld. De rode LED ”alarm” gaat dan branden.
AC Waveform Check (standaard: aan)
De Phoenix Multi Compact controleert of the netspanning niet alleen de juiste voltage heeft,
maar ook de juiste sinus vorm. Indien de Phoenix Multi Compact niet goed functioneert op
een generator kan deze functie worden uitgeschakeld.
PowerContol: omgaan met beperkte generator/ walstroom
Ter bescherming van de generator of van de walstroomaansluiting wordt de laadstroom
zodanig ingesteld dat de gezamenlijk afgenomen stroom door de lader en de AC verbruikers
niet boven de ingestelde stroom komt.
Als het AC verbruik boven de ingestelde stroom komt, zal de lader uitschakelen en de “mains
on” LED gaan knipperen. Het is nu mogelijk dat de walzekering doorslaat of de generator door
overbelasting uitschakelt. In dat geval zal de Multi Compact proberen om te schakelen naar
omvormerbedrijf.
De generator/ walstroom kan worden ingesteld van 2 tot 30A.
De stapgrootte is 1A.
Bij gebruik van het Remote Control paneel wordt de walstroom instelling bepaald door dit
paneel.
Wanneer de aan de Phoenix Multi Compact aangeboden spanningsvorm niet zuiver
sinusvorming is, bestaat de kans dat de Phoenix Multi Compact deze niet zal accepteren. U
kunt deze detectie uitschakelen door de shore current limiter naar “0” te draaien.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie
van de MultiPlus Compact (standaard: aan)
Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt
parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen.
Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee!
Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt
de walstroom in met een simpele 0 tot 30 A draaiknop op het Phoenix Multi Control paneel.
Noot 1: Voor de goede werking van PowerAssist dient minstens 2A netvoeding of een
aggregaat met ten minste hetzelfde vermogen als de MultiPlus beschikbaar te zijn.
Noot 2: Sommige moderne generatoren generen de wisselstroom m. b. v. een statische
omvormer. Het toerental van deze generatoren wordt meestal teruggeregeld bij geringe
belasting. Indien met VEConfigure de “Dynamic Current Limit”functie aangezet wordt zal de
MultiPlus een plotselinge belastingsprong opvangen totdat de motor van het aggregaat weer
op volle toeren draait.
20
EN
Extern Alarm Relais en Virtual Switch (standaard: uitgeschakeld)
Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden
tbv alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum
belasting is 66V 40mA.
De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure.
NL
4.6 Onderhoud
FR
De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle
verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact
vochtig wordt en houd het apparaat schoon.
DE
ES
Appendix
21
5. FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden
opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden
losgekoppeld van de omvormer.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De omvormer
werkt niet
Oorzaak
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Oplossing
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
Processor staat in uit-mode
De LED “alarm”
knippert.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan de
nominale belasting.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “alarm”
knippert.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
De LED “lalarm”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande vooralarm omstandigheden.
22
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de accucapaciteit
voldoende is, verhoog deze
eventueel.
Zie de bovenstaande
oplossingen
Oorzaak
De netspanning of –frequentie
is buiten het bereik.
Reset de 30 A thermische
onderbreker.
FR
Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2x de accucapaciteit.
DE
De accu wordt niet Verkeerde laadstroom.
volledig
opgeladen.
Een slechte accuaansluiting.
NL
De thermische onderbreker is
geactiveerd.
Oplossing
Zorg dat de netspanning tussen
185 VAC en 265 VAC komt te
liggen en dat de frequentie
overeenkomt met de instelling.
EN
Probleem
De lader werkt
niet
Controleer de accuaansluitingen.
ES
De absorptionspanning is op een Regel de absorptionspanning af op
verkeerde waarde ingesteld.
een goede waarde.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Sluit een accu aan met een
kleinere capaciteit en verhoog de
laadstroominstelling.
De interne DC zekering is kapot. Omvormer is defect.
De accu wordt
overladen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Een slechte accu.
Regel de absorptionspanning af op
een goede waarde.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Vervang de accu.
Een te kleine accu.
Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit.
Sluit een temperatuursensor aan.
De accu staat te warm.
De laadstroom
zakt terug naar 0
zodra de absrptie
fase ingaat
De accu is oververhit (>50°C)
De accu temperatuur sensor is
stuk
Appendix
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
De capaciteit van de accu is te
groot.
- Plaats de accu in een koelere
ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen een
interne sluitng heeft
Maak het stekkertje van de
temperatuur sensor in de Multi los.
Reset de Multi door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer aan te
zetten.
Indien de laad functie nu weer
goed is moet de temperatuur
sensor vervangen worden.
23
6. TECHNISCHE SPECIFICATIES
6.1 ALGEMEEN
Ventilatie
Temperatuurbereik
- Tijdens werking
- Bij opslag
Beveiligd
Relatieve vochtigheid
EMC
Emissie
Immuniteit
Veiligheid
Automotive
24
Geforceerde convectie (intern)
-20 – +50 °C
-25 – +60 °C
Uitgang kortsluitvast
Overbelasting
Accuspanning te hoog
Accuspanning te laag
230V netspanning op de uitgang van de omvormer
DC Ingangsrimpel te hoog
Temperatuur beveiligd
transformator
Electronic & Powerstage
Batterij (als de sensor is
aangesloten)
0 - 95%
Elektromagnetische compatibiliteit volgens EMC richtlijn
EMC 89/336 EEC
EN 55014 (1993) en EN50081-1
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN 55104 (1995)
Laagspannings-norm:
73/23/EEG en 93/68/EEG
EN60335-1 en EN60335-2-29
95/54/EC
6.2 Omvormer
9,5 -16,1
19,0 - 32,2
38,0 - 64,4
10,9
21,8
43,6
9,0
18,0
56
16,1
32,2
64,4
FR
48/2000
/ 25
48/2000
NL
DE
1,25Vrms
165
120
45
300
270
55
9
13
16
10
13
300
150
Appendix
6
300
ES
Geen lineaire
belasting, crest factor
3:1 (VA) 25ºC)
Nominaal vermogen
(W) (cos ϕ = 1,0;
25ºC)
Nominaal vermogen
(W) (cos ϕ = 1,0;
40ºC)
Opstart vermogen (W)
Inschakelgedrag
Rendement Pnom
efficiency
½ Pnom
kortsluitstroom
24/2000
/ 50
24/2000
EN
Ingangsspanningbereik (Vdc)
Inschakelspanning
(Vdc)
Uitschakelspanninglaag (Vdc)
Uitschakel-spanning
hoog (Vdc)
rimpelspanning
(Vrms)
Ingangsstroom
Nominaal (A)
Ingangsstroom
Maximaal (A)
Vermogens-verbruik
onbelast (W)
Economy
DC veiligheidszekering (A)
Output (Vac)
Output Voltage
Range (Vac)
Frequentie (Hz)
Uitgangs-spanning
THD
Arbeidsfactor
Economy DS6=on
load < +/- 25W
12/2000
/ 80
12/2000
230 ± 1%
185–245
50/60 ±0,01% (kristal )
Pure sinewave
Max. 5%
Alles toegestaan
145VAC top=300V
speciaal aangepast voor SL- PL- and TL lampen (normale lichtsterkte)
and klokken
2000
2000
2000
1600
1600
1600
1450
1450
1450
2500
3200
3000
De nominale uitgangsspanning is aanwezig binnen 20mS
83%
85%
85%
88%
87%
88%
16
16
16
25
6.3 Accu lader
12/2000
/ 80
Ingangsspanning
(Vac)
Afschakelspanning
(Vac)
Frequentie (Hz)
Maximale
ingangstroom (A)
Ingangszekering
(TCB) 250 Vac
Rendement
Cos ϕ / power factor
Absorption
laadspanning default
(Vdc)
Float laadspanning
default (Vdc)
Uitgang
oplaadspanning (Vdc)
Min./max.
Laad karakteristiek
Nominale
startaccustroom (A)
Toegestane
accurimpel (Vrms)
Acculekstroom,
wanneer de Multi
Compact is
uitgeschakeld (mA)
26
24/2000
/ 50
48/2000
/ 25
200–250
<180 en >270
6,3A
45 – 55 of 55 – 65
Bij 230 Vac (AC uit onbelast)
7,8A
7,7
30A
30A
30A
79%
80%
1,0
81%
14,40
28,80
57,6
13,80
27,60
55,2
8 – 16
11 - 32
22 - 64
4-staps automatisch
4
Max. 1,25
≤ 1mA
6.4 Schakelen tussen omvormer en AC ingang
EN
NL
Maximaal doorgeschakeld vermogen
6900W
(begrensd door een 30 A Thermal Circuit Breaker)
Omschakeltijd van omvormer naar netspanning
0 ms 1
1
Omschakeltijd van netspanning naar omvormer
0 ms
(U batt >10,5V)
Netspanningfout detectie tijd.
4ms tot 20ms
Omschakelspanning AC ingang naar omvormer.
180Vac
Omschakelspanning van omvormer naar AC ingang
187Vac
Min. - Max. frequentie bereik (50Hz/60Hz)
45 – 55Hz of 55 – 65Hz
1
Doordat de omvormer en netspanning een korte tijd parallel werken is er geen omschakeltijd.
FR
DE
6.5 Mechanisch
Seriële interface
12
12
Appendix
Behuizing
kleur
Afmetingen (H x W x
D)
gewicht (kg)
AC in/out
aansluiting
Startbatterij
aansluiting:
Externe connection:
sensing, remote
switch
24/2000
48/2000
/ 50
/ 25
24/2000
48/2000
aluminium, beschermingsklasse IP21
Blue RAL 5012
520 mm x 255 mm x 125mm (zie App. A)
ES
12/2000
/ 80
12/2000
12
WAGO CAGE CLAMP® connector 6 mm² , AWG 10
Fast-on aansluiting op printplaat
Remote switch (connector voor 3 draden Ø 1mm2)
Accu temperatuur sensor (connector for 2 wire Ø 1mm2)
Alarm: transistor, open collector 66 40mA
(connector voor 2 draden Ø 0,5 mm2)
Voor Phoenix Remote Control
Voor Mk.1 with VEConfigure software
27
www.victronenergy.com
D
ES
Transfo d’solement
(recommandé sur
bateaux)
Trenntrafo
B
Altijd een
scheidingstrafo
installeren
Thermische
ingangszekering
Ingang
Toujours installer un
disjoncteur difféntiel
Immer Fehlstrom-(FI)
schutzschalter einbauen
Transformador de
aislamiento
(recomendado en
barcos)
Instalar siempre un
disyuntor diferencial
Fusible d;entrée
(thermique)
Entrée
Thermischer Überstromschutzschalter
Netzeingang
Fusible de entrada
(térmico)
Entrada
C
Verbracherausgang
Salida
Liaison à la terre du
boitier
Conexión a tierra de la
carcasa
Veiligheidsrelais (AC
ingang)
Aardrelais (sluit
wanneer G opent)
Relais de sécurité
(antie-retour entrée)
Relais de mise à la terre
(fermé quand G est
ouvert)
Verbindung
Landstromerde /
gehäuse
Rückstromschutzrelais
Relé de puesta a tierra
(cerrado cuando G está
abierto)
I
DC zekering
Fusible DC
J
Dubbelwerkende
omvormer
Behuizing moet
permanent met de aarde
zijn verbonden
Convertisseur
bidirectionnel
Mise à la terre
permanente du boîtier
Erdungsrelais (Kontakt
geschlossen, wenn
Kontakt des Rückstromschutzrelais öffnet)
ANL-Gleichstromsicherung
Wandler-Lader
verbindung
Schutzerdungsanschluss am Gehäuse,
muss mit dem Chassis
eines Fahrzeugs oder
dem Erdungspunkt
eines Bootes verbunden
sein.
G
H
K
Relé de segurida
Fusible CC
Conversor bidireccional
Puesta a tierra
permanente de la
carcasa
Appendix
Sortie
Aardverbinding naar
behuizing
ES
Uitgang
DE
D
E
F
FR
F
Scheidingstransformator
(aanbevolen op
schepen)
NL
NL
A
EN
Appendix 2: Installation information