8
6 Inbedrijfstelling en inregelen voor water
(voor andere media dan water → 7.1: Low Flow-afstelling).
►Voedingsspanning inschakelen.
> Alle leds gaan branden en gaan één voor één weer uit. Daarmee bevindt het
apparaat zich in de bedrijfsmodus.
►Normale stroming in de installatie laten stromen.
►Weergave controleren en verdere stappen bepalen.
1
Low High
Flow
0123456789
De fabrieksinstelling is geschikt voor de
toepassing.
►Er is geen verdere instelling nodig.
2
Low High
Flow
0123456789
Normale stroming blijft onder het weergavebe-
reik van het display.
►High Flow-instelling uitvoeren ( → 6.1 ).
3
Low High
Flow
0123456789
Normale stroming gaat over het weergavebe-
reik van het display (led 9 knippert).
►High Flow-instelling uitvoeren ( → 6.1 ).
U kunt de fabrieksinstelling op elk gewenst moment herstellen ( → 7.2).
6.1 High Flow-afstelling (optioneel)
Het apparaat legt de bestaande stroming vast als normale stroming en past de
displayweergave aan (alle leds branden groen).
Voer de volgende stappen uit:
►Normale stroming in de installatie laten stromen.
►Druktoets indrukken en ingedrukt houden.
> Led 9 brandt, na ca. 5 s gaat de led knipperen.
►Druktoets loslaten.
Hiermee is het apparaat aangepast aan de stromingsomstandigheden. Het gaat in
de bedrijfsmodus, het display moet nu voorbeeld 1 weergeven.