Max RB398 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

RB518(CE) RB398(CE) RB218(CE)
BETONVLECHTAPPARAAT
HANDLEIDING VOOR BEDIENING EN ONDERHOUD
NEDERLANDS
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG DOOR, VOORDAT U DIT APPARAAT
GEBRUIKT, ZODAT U OP DE HOOGTE BENT VAN DE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
EN INSTRUCTIES.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES BIJ DE MACHINE.
RB218RB398RB518
WAARSCHUWING
2
DEFINITIE VAN SIGNAALWOORDEN
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, mits niet vermeden, kan resulteren in
dodelijke of ernstige verwondingen.
LET OP: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, mits niet vermeden, kan resulteren in
lichte of matige verwondingen.
OPMERKING: Toont een boodschap over beschadiging van eigendommen.
INDEX
1. ALGEMENE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
ELEKTRISCH APPARAAT ................................................ 2
2. RB518/398/218 VEILIGHEIDSKENMERKEN .................... 6
3. SPECIFICATIES EN TECHNISCHE GEGEVENS ...........11
4. GEBRUIK VAN DE ACCU................................................14
5. BEDIENINGSINSTRUCTIES............................................18
6. ONDERHOUD...................................................................27
7. SCHOONMAAKINSTRUCTIES........................................27
8. OPSLAG ........................................................................... 31
9. STORINGEN OPSPOREN/REPAREREN........................32
1. ALGEMENE VEILIGHEIDS-
WAARSCHUWINGEN ELE-
KTRISCH APPARAAT
HANDLEIDING VOOR BEDIENING EN ONDERHOUD
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT APPARAAT GEBRUIKT,
ZODAT U OP DE HOOGTE BENT VAN DE VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES BIJ HET APPARAAT.
WAARSCHUWING
LEES ALLE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIES
Als de waarschuwingen en instructies niet worden
opgevolgd, kan dit leiden tot stroomschokken,
brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle
waarschuzwingen en instructies voor
eventueel toekomstig gebruik.
De term
"elektrisch apparaat" in de waarschuwingen
verwijst naar het apparaat dat (met snoer) op
netstroom of (zonder snoer) op een accu werkt.
WAARSCHUWING
Vertaling van de oorspronkelijke aanwijzingen
3
1. VEILIGE WERKRUIMTE
Zorg ervoor dat de werkruimte schoon
en goed verlicht is. Rommelige of
donkere ruimtes vragen om ongelukken.
Gebruik elektrische apparaten niet in
explosieve omgevingen, zoals in de
aanwezigheid van brandbare
vloeistoffen, gassen of stof. Elektrische
apparaten produceren vonken die stof of
dampen kunnen doen ontbranden.
Houd kinderen en omstanders uit de
buurt wanneer u een elektrisch
apparaat bedient.
U kunt de controle over
het apparaat verliezen als u afgeleid wordt.
2. ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Stekkers van elektrische apparaten
moeten bij het stopcontact passen. De
stekker mag op geen enkele wijze
worden veranderd. Gebruik geen
verdeelstekkers met geaarde
elektrische apparaten. Niet-veranderde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verlagen het risico op stroomschokken.
Vermijd lichamelijk contact met
geaarde oppervlakken zoals pijpen,
radiatoren, grote fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een hoger risico
op stroomschokken als uw lichaam
geaard is.
Elektrische apparaten mogen niet
worden blootgesteld aan regen of
natte omstandigheden. Als water een
elektrisch apparaat binnendringt,
verhoogt dit het risico op
stroomschokken.
Het snoer mag niet ruw worden
behandeld. Gebruik het snoer nooit
om het elektrische apparaat te dragen,
eraan te trekken of het apparaat uit het
stopcontact te halen. Houd het snoer
verwijderd van hittebronnen, olie,
scherpe randen en bewegende delen.
Beschadigde of in de knoop geraakte
snoeren verhogen het risico op
stroomschokken.
Als het elektrische apparaat buiten
wordt gebruikt, gebruik dan een
verlengsnoer dat geschikt is voor
gebruik buiten.
Gebruik van een snoer
dat geschikt is voor gebruik buiten verlaagt
het risico op stroomschokken.
Als bediening van een elektrisch
apparaat op een vochtige locatie niet
kan worden vermeden, gebruik dan
een met een aardlekschakelaar
beschermde stroomvoorziening.
Gebruik van een aardlekschakelaar
verlaagt het risico op stroomschokken.
3. PERSOONLIJKE VEILIGHEID
Blijf alert, kijk uit wat u doet en gebruik
uw gezond verstand wanneer u een
elektrisch apparaat bedient. Gebruik een
elektrisch apparaat niet wanneer u moe
bent of onder invloed van drugs, alcohol
of medicijnen verkeert.
Een moment van
onachtzaamheid bij het bedienen van
elektrische apparaten kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd een veiligheidsbril.
Beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, veiligheidsschoenen met
antislipzool, harde hoofdbescherming of
gehoorbescherming die correct worden
gebruikt voor de betreffende
omstandigheden, verminderen het risico
op persoonlijk letsel.
Voorkom dat het apparaat per ongeluk
aanslaat. Zorg ervoor dat de
schakelaar uit staat voordat u het
apparaat aansluit op het stroomnet en/
of de accu plaatst, of voordat u het
apparaat oppakt of draagt. Een
elektrisch apparaat dragen met uw vinger
op de schakelaar of met de schakelaar op
'aan', is vragen om ongelukken.
Verwijder eventuele stelsleutels of
spanners voordat u het elektrische
apparaat aanzet.
Een spanner of een stelsleutel die op een
draaiend deel van het elektrische apparaat
zit, kan leiden tot persoonlijk letsel.
4
Reik niet buiten uw macht. Bewaar te
allen tijde uw evenwicht en houd beide
voeten op de grond. Hierdoor hebt u in
onverwachte situaties meer controle over
het elektrische apparaat.
Draag werkkleding. Draag geen
loszittende kleding of sieraden. Houd
uw haar, kleding en handschoenen
verwijderd van bewegende delen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen in bewegende delen
terechtkomen.
Als apparaten voor het afzuigen en
verzamelen van stof worden
gehanteerd, zorg er dan voor dat deze
apparaten correct worden aangesloten
en gebruikt. Gebruik van een
stofverzamelaar kan aan stof
gerelateerde gevaren terugdringen.
4. GEBRUIK EN BEHANDELING VAN
ELEKTRISCH APPARAAT
Forceer het elektrisch apparaat niet.
Gebruik het juiste elektrische apparaat
voor de bestemde toepassing. Het
juiste elektrische apparaat werkt beter en
veiliger voor toepassingen waarvoor het
is ontworpen.
Gebruik het elektrische apparaat niet
als het apparaat niet met de schakelaar
aan en uit kan worden gezet. Een
elektrisch apparaat dat niet met de
schakelaar kan worden bediend, is
gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
Haal de stekker uit het stopcontact en/
of haal de accu uit het elektrische
apparaat voordat u het apparaat
aanpast, toebehoren verwisselt of het
apparaat opbergt. Dergelijke
preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het apparaat
per ongeluk aangezet wordt.
Berg elektrische apparaten die niet
gebruikt worden buiten bereik van
kinderen op en sta niet toe dat het
apparaat bediend wordt door
personen die onbekend zijn met het
elektrische apparaat of met deze
instructies. Elektrische apparaten zijn
gevaarlijk in de handen van onervaren
gebruikers.
Onderhoud elektrische apparaten
goed. Controleer of bewegende delen
correct werken en niet vastzitten;
controleer de onderdelen ook op
breuken en andere omstandigheden
die van invloed kunnen zijn op de
bediening van het elektrische
apparaat. Als het elektrische apparaat
beschadigd is, laat het dan repareren
voordat u het gebruikt. Veel ongelukken
worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrische apparaten.
Houd snijwerktuigen scherp en
schoon. Goed onderhouden
snijwerktuigen met scherpe snijranden
hebben minder kans om vast te lopen en
zijn gemakkelijker op een verantwoorde
manier te gebruiken.
Gebruik het elektrische apparaat,
toebehoren, opzetstukken, enz. in
overeenstemming met deze instructies
en houd daarbij rekening met de
werkomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Gebruik van
het elektrische apparaat voor andere
doeleinden dan waarvoor het bestemd is,
kan leiden tot gevaarlijke situaties.
5. GEBRUIK EN BEHANDELING VAN ACCU
Laad de accu alleen op met een door
de fabrikant gespecificeerde oplader.
Een oplader die geschikt is voor een
bepaalde soort accu, kan brandgevaar
opleveren wanneer deze gebruikt wordt
voor een andere soort accu.
Gebruik elektrische apparaten alleen
met speciaal daarvoor bestemde
accu's. Gebruik van andere accu's kan
risico op letsel of brandgevaar betekenen.
Als een accu niet wordt gebruikt, houd
deze dan verwijderd van metalen
voorwerpen zoals paperclips, munten,
spijkers, schroeven of andere kleine
metalen voorwerpen die een
verbinding tussen accupolen tot stand
kunnen brengen. Kortsluiten van de
accupolen kan leiden tot verbrandingen of
vuur.
Als de accu openbarst (bijv. door ruw
gebruik), kan er vloeistof uit de accu
komen; vermijd contact hiermee. Als u
toch in contact komt met de vloeistof,
spoel het dan af met water. Zoek
onmiddellijk medische hulp als de
vloeistof in de ogen komt. Vloeistof die
uit de accu komt, kan irritatie of
brandwonden opleveren.
5
6. ONDERHOUD
Laat uw elektrische apparaat
onderhouden door een bevoegde
reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt.
Dit
zorgt ervoor dat de veiligheid van het
elektrische apparaat wordt gehandhaafd.
Gebruik het elektrische apparaat niet in
de regen, in de buurt van opspattend
water of in een natte/vochtige omgeving.
Gebruik van het apparaat in deze of
vergelijkbare omstandigheden verhoogt het
risico op stroomschokken, gevaarlijke
storingen en oververhitting.
GOOI ACCU'S NIET IN HET VUUR OF
IN HET WATER. Accu's dienen te worden
ingezameld, gerecycled of op een
milieuvriendelijke manier te worden
verwerkt.
BESCHERM DE ACCU TEGEN HITTE,
EVENALS TEGEN CONTINUE
ZONNESTRALEN EN VUUR. Dit in
verband met explosiegevaar.
LAAD DE ACCU OP BIJ EEN
OMGEVINGSTEMPERATUUR VAN 5°C
(41°F) TOT 40°C (104°F)
GOOI ELEKTRISCHE APPARATEN
NIET WEG MET HET HUISHOUDELIJK
AFVAL. Volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG voor afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur en de
implementatie van deze richtlijn in het
nationale recht, moeten elektrische
apparaten die niet langer bruikbaar zijn,
gescheiden worden ingezameld en op
een milieuvriendelijke manier worden
verwerkt.
DEFECTE OF LEGE ACCU'S/
BATTERIJEN MOETEN WORDEN
GERECYCLED CONFORM RICHTLIJN
2006/66/EG.
6
2. RB518/398/218
VEILIGHEIDSKENMERKEN
1. CONTROLEER DE ONDERDELEN
VOORDAT U DE ACCU PLAATST
Controleer of alle schroeven goed
vastgedraaid zijn.
Niet goed vastgezette schroeven kunnen
leiden tot ongelukken of defecten. Draai
eventuele loszittende schroeven stevig
vast.
Controleer of er onderdelen beschadigd
zijn.
Door het gebruik zullen onderdelen slijten.
Controleer ook of onderdelen ontbreken,
beschadigd zijn of in slechte staat
verkeren. Koop vervangende onderdelen
uitsluitend bij een erkende distributeur van
MAX Co., Ltd.
Gebruik alleen echte en geautoriseerde
reserveonderdelen.
2. ZET DE HOOFDSCHAKELAAR OP OFF
(UIT), VERGRENDEL DE TREKKER EN
VERWIJDER DE ACCU IN DE VOLGENDE
GEVALLEN: ALS U DE ACCU
VERVANGT; ALS U DE BINDDRAAD
VERVANGT OF BIJSTELT; ALS HET
APPARAAT NIET CORRECT
FUNCTIONEERT; OF ALS HET
APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
Het niet uitschakelen van het apparaat in
deze situaties kan leiden tot defecten of
schade.
3. HOUD VINGERS EN ANDERE
LICHAAMSDELEN ALTIJD UIT DE
BUURT VAN DE TOEVOERARM EN DE
KRULGELEIDER
Het niet opvolgen van deze instructie kan
leiden tot ernstig letsel.
4. HOUD VINGERS EN ANDERE
LICHAAMSDELEN UIT DE BUURT VAN
DE BINDDRAADSPOEL ALS HET
APPARAAT WORDT GEBRUIKT
Het niet opvolgen van deze instructie kan
leiden tot ernstig letsel.
5. RICHT HET APPARAAT NIET OP PERSONEN
Als het apparaat een bediener of iemand in
zijn nabijheid grijpt, kan dit lichamelijke
verwondingen veroorzaken. Let er goed op
dat tijdens het gebruik van het apparaat
geen handen, benen of andere
lichaamsdelen in de buurt van de werkarm
van het apparaat komen.
6. HOUD UW VINGER NIET OP DE
TREKKER ALS HET APPARAAT NIET
WORDT GEBRUIKT
Onbedoeld indrukken van de trekker kan
ertoe leiden dat het apparaat in werking
wordt gesteld, met ernstig letsel als mogelijk
resultaat.
Controleer of de schroeven vastzitten
LOCK
OFF
7
7. GEBRUIK HET APPARAAT NOOIT ALS
HET NIET VOLLEDIG CORRECT
FUNCTIONEERT
Als het apparaat niet correct functioneert of
er anderszins afwijkingen aan
geconstateerd worden: schakel het
onmiddellijk uit (hoofdschakelaar op OFF),
blokkeer de trekker en laat het apparaat
controleren en repareren.
8. STEL HET APPARAAT BUITEN GEBRUIK
ALS NA HET PLAATSEN VAN DE ACCU
HET APPARAAT WERKT ZONDER DAT
DE TREKKER WORDT INGEDRUKT OF
ALS DE BEDIENER ONGEBRUIKELIJKE
WARMTEVORMING, GELUIDEN OF
GEUREN OPMERKT
Het niet opvolgen van deze instructie kan
leiden tot ernstig letsel. Zend het apparaat
naar de dealer voor veiligheidscontrole.
9. PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE
WIJZIGEN
Wijziging van het apparaat tast de prestaties
en de gebruiksveiligheid aan. Iedere poging
tot wijziging kan leiden tot ernstig letsel en het
vervallen van de garantie.
10. ZORG ERVOOR DAT HET APPARAAT
ALTIJD IN GOEDE
GEBRUIKSTOESTAND VERKEERT
Houd voor gebruiksveiligheid en goede
prestaties het apparaat vrij van slijtage en
beschadigingen. Zorg er ook voor dat de
handgreep van het apparaat droog en
schoon blijft en met name niet wordt vervuild
door olie of vet.
11. GEBRUIK UITSLUITEND DE
GEAUTORISEERDE ACCU
Het aansluiten van het apparaat aan een
andere voedingsbron zoals een oplaadbare
batterij, een droge batterij of een autoaccu kan
het apparaat beschadigen of defect maken,
oververhitten of zelfs vlam doen vatten. Sluit
dit apparaat niet aan op een andere
voedingsbron dan de toegelaten accu.
12. LAAD VOOR DE BESTE PRESTATIES DE
ACCU VOOR GEBRUIK VOLLEDIG OP
Door zelfontlading kan een nieuwe accu of een
accu die langere tijd niet is gebruikt, leeg zijn.
Deze dient volledig opgeladen te worden.
Laad voor gebruik van het apparaat de accu
op met de hiervoor bedoelde MAX-acculader.
13. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
OPLADEN
1 Gebruik uitsluitend acculaders en
accu's van MAX
Door gebruik van andere opladers/accu's
kan oververhitting of brand ontstaan, met
ernstig letsel als mogelijk gevolg.
2 Sluit de oplader aan op een
stopcontact met een spanning van
220 - 240 VAC
Gebruik van een ander voltage kan leiden
tot oververhitting of een onvolledig
geladen accu, met ernstig letsel als
mogelijk gevolg.
AC
220 ~ 240 V
8
3 Gebruik nooit een transformator
4 Sluit de acculader nooit aan op een
wisselstroom-motorgenerator
De oplader kan defect of beschadigd
raken door oververhitting.
5 Laad de accu niet op in de regen, bij
spattend water of op een vochtige
plaats
Het opladen van een vochtige of natte
accu kan leiden tot stroomschokken of
kortsluiting, met brandschade als
mogelijk resultaat.
6 Raak het stroomsnoer of de steker niet
aan met een natte hand of handschoen
Dit kan leiden tot stroomschokken met
letsel als mogelijk resultaat.
7 Plaats geen doek of andere afdekking
op de acculader tijdens het opladen
van de accu
Dit leidt tot oververhitting van de oplader,
met brandschade als mogelijk resultaat.
8 Houd de accu en de acculader uit de
buurt van hittebronnen en vlammen
9 Laad de accu niet op in de buurt van
brandbare stoffen
10 Voer het opladen uit op een plaats met
goede ventilatie
Plaats de oplader tijdens het opladen niet
in direct zonlicht.
11 Laad de accu op bij een
omgevingstemperatuur tussen 50°C
(41°F) en 40°C (104°F)
Verdunner
Benzine
9
12 Gebruik de oplader niet continu
Geef de oplader tussen oplaadbeurten 15
minuten pauze; dit voorkomt functionele
storingen.
13 Laat niets de ventilatiegaten of de
accuhouder blokkeren; dit kan leiden
tot stroomschokken of functionele
storingen
Zorg ervoor dat de oplader tijdens het
gebruik vrij is van stof of andere
voorwerpen.
14 Ga voorzichtig met het stroomsnoer
om
Draag de oplader niet aan het stroomsnoer.
Trek niet aan het stroomsnoer om de steker
uit een stopcontact te trekken: hierdoor
kunnen de stroomaders breken of kan
kortsluiting ontstaan. Laat het stroomsnoer
niet in contact komen met scherpe
gereedschappen, hete stoffen, olie of vet.
Zorg ervoor dat een beschadigd
stroomsnoer wordt gerepareerd of
vervangen.
15 Probeer geen niet-oplaadbare accu's
of batterijen op te laden met deze
oplader.
16 Deze oplader is niet bedoeld voor
gebruik zonder toezicht door kinderen
of personen met een beperking.
17 Zorg ervoor dat kinderen niet met de
oplader spelen: houd toezicht op hen.
18 Plaats een beschermkap op de
contactpunten van de accu
Plaats een beschermkap op de
contactpunten van de accu als deze niet
wordt gebruikt; dit voorkomt kortsluiting.
19Zorg ervoor dat de contactpunten
(metaal) van de accu niet kortsluiten
Kortsluiting van de contactpunten laat
een sterke stroom ontstaan, waardoor de
accu oververhit en beschadigd kan raken.
20 Bewaar het apparaat tijdens de zomer
niet in een voertuig of in direct
zonlicht. Opslag bij hoge temperaturen
kan de accu beschadigen.
21 Sla niet een volledig ontladen accu op.
Als u een volledig ontladen accu van
het apparaat verwijdert en langere tijd
niet gebruikt, kan dit de accu
beschadigen. Laad de accu direct na
het ontladen weer op.
14. DRAAG VEILIGHEIDSHANDSCHOENEN
TIJDENS HET GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
De afgeknipte binddraad heeft scherpe
randen. Zorg ervoor dat u deze niet aanraakt:
zij kunnen ernstig letsel veroorzaken. MAX
raadt aan om veiligheidshandschoenen te
dragen als u het apparaat gebruikt.
10
15. VOORAFGAAND AAN GEBRUIK.
Controleer of de beveiligingen naar
behoren werken. Als dit niet het geval is,
gebruik het apparaat dan niet.
Trekkerblokkering
U kunt de trekker blokkeren, zodat het apparaat
niet onbedoeld in werking wordt gesteld. Blokkeer
de trekker altijd als u het apparaat niet gebruikt.
Wanneer u niet bezig bent met binden: zet de
trekkerblokkering in de LOCK-positie en
verwijder de accu. Schakel de trekkerblokkering
in op UNLOCK als u begint met binden.
UNLOCK: duw de blokkering iets naar links en
dan omhoog.
Krulgeleider
Als de krulgeleider is geopend, hoort u een
piepsignaal en functioneert het apparaat niet.
WAARSCHUWING
Trekker
Trekkerblokkering
Krulgeleider
11
3. SPECIFICATIES EN TECHNISCHE GEGEVENS
1. ONDERDELEN
2. SPECIFICATIES APPARAAT
PRODUCTNR. RB518 RB398 RB218
GEWICHT
2,4 kg (5,3lbs) (inclusief accu) 2,4 kg (5,3lbs) (inclusief accu) 2,4 kg (5,3lbs) (inclusief accu)
HOOGTE 305 mm (12") 305 mm (12") 305 mm (12")
BREEDTE 105 mm (4-1/8") 105 mm (4-1/8") 105 mm (4-1/8")
LENGTE 305 mm (12") 290 mm (11-3/8") 270 mm (10-5/8")
WIKKELINGEN PER
BINDING
3 of 4 wikkelingen per
binding
3 wikkelingen per binding
ACCU Li-ion 14,4 V (JPL91440A)
ACCESSOIRES Accu JPL91440A (2 stuks)
Acculader JC925
Draagkoffer, riemclip
Gebruikstemperatuur -10 °C tot 40 °C (14°F tot 104°F)
Luchtvochtigheid RV 80% of minder
Venster
Vrijgavehendel
Vrijgaveaanslag
Arm
Trekker
Vergrendeling
Accu
(JPL91440A)
Handgreep
Hoofd
schakelaar
LED
Torsie-/wikkelingsknop
(RB518)
Torsieknop (RB398)
Toevoerknop (RB218)
Trekkerblokkering
Spoelaanslag
Binddraad
Spoelhouder
Contactpunten
Accu-
beschermkap
Accu (JPL91440A)
Riemclip
Accu
entry point
LED (oranje)
Oplaadstatus-indicator
Het stroomsnoer van de JC925 (CE) kan worden losgekoppeld van de oplader.
Aandraaimoment
150 cNm
(13,1lbF·inch)
Productien
ummer
Stroomsnoer
CE/VDE-gekeurde steker
LED (rood/groen)
Oplaadstatus-indicatoren
Krulgeleider
12
<Acculader>
<Accu>
3. SPECIFICATIES BINDDRAAD
ACCULADER:
Gebruik uitsluitend de geautoriseerde acculader MAX JC925.
Productnaam LITHIUM-ION-ACCUOPLADER
Productcode JC925(CE)
Input 220 - 240 VAC 50/60 Hz 1,4A 160W
Output 14,4 VDC 7,5 A
18 VDC 5,4 A
25,2 VDC 4,5 A
Gewicht 1,5 kg
Gebruikstemperatuur 5°C tot 40°C (41°F tot 104°F)
Toegestane luchtvochtigheid
bij gebruik
RV 80% of minder
Productnaam LITHIUM-ION-ACCU
Productcode JPL91440A(CE)
Type accu Lithium-ion
Nominale spanning DC14,4 V (3,6V x 4 cellen)
Nominaal vermogen 3,9 Ah (3.900 mAh)
Oplaadtijd
(bij gebruik van acculader JC925)
Snelladen - ong. 40 minuten (tot ong. 90% van capaciteit)
Volledig opladen - ong. 60 minuten (tot 100% van capaciteit)
Accessoires Accu-beschermkap (ter voorkoming van kortsluiting)
Gewicht 0,5 kg
Temperatuur bij opladen 5°C tot 40°C
Gebruikstemperatuur 0°C tot 40°C
Toegestane luchtvochtigheid
bij gebruik
RV 80% of minder
MODEL RB518 RB398
BINDDRAAD TW898 TW898-PC TW898 TW898-EG TW898-PC
DIAMETER 0,8 mm 0,8 mm 0,8 mm 0,8 mm 0,8 mm
BINDINGEN
PER SPOEL
(3 wikkelingen/
binding)
Ca. 90 bindingen
(4 wikkelingen/
binding)
Ca. 75 bindingen
(3 wikkelingen/
binding)
Ca. 80 bindingen
(4 wikkelingen/
binding)
Ca. 65 bindingen
Ca.
120 bindingen
Ca.
110 bindingen
Ca.
105 bindingen
BINDINGEN
PER
ACCULADING
(3 wikkelingen/binding) ca.
2.400 bindingen
(4 wikkelingen/binding) ca.
2.200 bindingen
Ca. 2.600 bindingen
MODEL RB218
BINDDRAAD TW898 TW898-EG
DIAMETER 0,8 mm 0,8 mm
BINDINGEN PER
SPOEL
Ca. 170-210 bindingen Ca. 155-190 bindingen
BINDINGEN PER
ACCULADING
Ca. 3.000 bindingen
13
4. TECHNISCHE GEGEVENS
1 GELUID
Gemeten waarde conform EN 60745:
A-gewogen geluidsdrukniveau (LpA): 71 dB
Meetonzekerheid (KpA): 3 dB
A-gewogen geluidsvermogensniveau (LWA): 82 dB
Meetonzekerheid (KWA): 3 dB
2 TRILLINGEN
Gemeten waarde conform EN 60745:
Totale trillingswaarde (ah): 1,9 m/s
2
Meetonzekerheid (K): 1,5 m/s
2
De volgende informatie geeft aan:
- dat de gedeclareerde totale trillingswaarde gemeten is in overeenstemming met een standaardtestmethode en
kan worden gebruikt voor het vergelijken van een gereedschap met een ander gereedschap;
-
dat de gedeclareerde totale trillingswaarde ook kan worden gebruikt voor een voorlopige bepaling van blootstelling.
- dat de trillingen tijdens het werkelijk gebruik van het gereedschap kunnen verschillen van de gedeclareerde totale
trillingswaarde, afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt; en
- dat veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen ter bescherming van de gebruiker die zijn gebaseerd op
een verwachte blootstelling onder de werkelijke gebruiksomstandigheden (waarbij alle handelingen van de
gebruikscyclus, als bijvoorbeeld het aantal keer dat het gereedschap wordt uitgeschakeld en het stationair draait,
toegevoegd aan de starttijd, in beschouwing moeten worden genomen).
3 EMISSIE DOOR STRALING 30-1.000 MHZ
Klasse B
4 Overspanningscategorie
Categorie 1 conform IEC 60664-1
5 Vervuilingsgraad
Graad 4 conform IEC 60664-1
6 Ontwerprichtlijnen
Machinerichtlijn Bijlage 1, EN 60745-1, EN 60745-2-18
5. TOEPASSINGEN
* Productie van prefab-elementen
* Commerciële gebouwen
* Fundamenten
* Wegen & bruggen
6. DIAMETERS BETONSTAAL
7. HET PRODUCTIEJAAR
Op de behuizing van dit apparaat is het productienummer aangebracht. De twee cijfers uiterst links geven
het productiejaar aan.
Minimum Maximum
RB518 16 mm × 16 mm (#5 × #5) 22 mm × 25 mm (#7 × #8)
RB398 10 mm × 10 mm (#3 × #3) 16 mm × 19 mm (#5 × #6)
RB218 Mesh × Mesh 10 mm × 10 mm (#3 × #3)
Minimum Maximum
RB518
13 mm
×
13 mm
×
10 mm (#4
×
#4
×
#3) 16 mm
×
16 mm
×
25 mm (#5
×
#5
×
#8)
RB398
10 mm
×
10 mm
×
10 mm (#3
×
#3
×
#3) 13 mm
×
13 mm
×
13 mm (#4
×
#4
×
#4)
Minimum Maximum
RB518
10 mm × 10 mm × 10 mm × 10 mm
(#3 × #3 × #3 × #3)
13 mm × 13 mm × 16 mm × 16 mm
(#4 × #4 × #5 × #5)
RB398
10 mm × 10 mm × 10 mm × 10 mm
(#3 × #3 × #3 × #3)
13 mm × 13 mm × 13 mm × 13 mm
(#4 × #4 × #4 × #4)
WAARSCHUWING
(Voorbeeld)
15526035D
Jaar 2015
14
4. GEBRUIK VAN DE ACCU
1. Opladen
Stel de hoofdschakelaar op OFF en
blokkeer de trekker voordat u de accu
verwijdert.
1 Op de contactpunten is een beschermkap
geplaatst ter voorkoming van kortsluiting.
Verwijder deze kap voordat u de accu
plaatst.
Als u de accu wilt opladen: houd de handgreep
van het apparaat stevig vast en verwijder de
accu van het apparaat door de vergrendelingen
aan beide kanten in te drukken.
2 Sluit de acculader aan op een
wandstopcontact (220 - 240 V).
De rode LED, die aangeeft dat er spanning
op het apparaat staat, knippert en u hoort
twee korte piepjes (pieppiep).
Als de oranje stand-by-LED brandt
Als de accu te warm wordt (na langdurig, continu
gebruik of blootstelling aan direct zonlicht)
schakelt de oplader automatisch naar stand-
bymodus om de accu te beschermen. De oranje
stand-by-LED brandt totdat de temperatuur van
de accu weer op een veilig niveau is. Het opladen
wordt dan automatisch hervat.
LOCK
OFF
WAARSCHUWING
Accu-beschermkap
Accu
Vergrendeling
Acculader
Rode oplaadindicator
Oranje stand-by-indicator
15
Als de accu te koud is
Als de accu in de acculader wordt geplaatst maar
te koud is (beneden 5° C (41°F)), wordt het
opladen automatisch onderbroken totdat de
temperatuur boven de 5 °C (41°F) komt.
Laat de accu opwarmen in een ruimte op
kamertemperatuur en probeer hem dan opnieuw
op te laden.
Als de oranje stand-by-LED knippert
Dit geeft aan dat de accu niet kan worden
opgeladen. Trek de steker van het oplaadsnoer
uit het stopcontact en controleer de accuhouder.
Verwijder eventueel stof of vuil met een droge,
zachte doek. Als hierna de oranje LED blijft
knipperen, is mogelijk de accu of de oplader
defect. Zend beide naar de dealer voor
onderhoud.
3 Het opladen van de accu.
(1) Schuif de accu volledig in de houder op de
oplader, totdat hij stevig vastzit.
(2) Het opladen begint automatisch en wordt
aangegeven door de rode oplaadindicator en
piepsignalen.
(3) De oplaadtijd bedraagt ongeveer 40 minuten
(90% capaciteit). Afhankelijk van de
temperatuur en de bronspanning kan deze
tijd variëren.
(4) Als de accu koud is (10 °C (50°F) of lager)
kan het opladen langer duren. Tijdens het
opladen bij lage temperaturen branden
zowel de rode als de oranje LED.
4 Als de accu opgeladen is, houdt de rode
LED op met branden en gaat de groene LED
knipperen.
De groene LED knippert langzaam en er
klinkt gedurende ongeveer 2 seconden een
piep. De accu is nu opgeladen tot ongeveer
90% van zijn capaciteit. Het snelladen duurt
ongeveer 40 minuten; afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en de bronspanning
kunnen de oplaadtijd en de opgeladen
capaciteit echter variëren.
U kunt de accu al gebruiken als de
snellaadfase voorbij is. Als u de accu op de
oplader laat zitten, gaat het opladen echter
door. Als de accu volledig is opgeladen (tot
100% van zijn capaciteit), gaat de groene
LED branden en klinkt er een piep van
ongeveer 2 seconden.
Acculader
Accu
Oranje stand-by-indicator
Rode oplaadindicator
Groene LED knippert.
De accu is opgeladen tot 90%
De groene LED blijft
branden
De accu is "volledig" opgeladen.
16
(1) Verwijder de accu van de acculader als het
opladen is voltooid.
(2) Trek de steker van het stroomsnoer van de
acculader uit het stopcontact.
Een nieuwe accu zal ongeveer 2.600 bindingen
per acculading leveren (RB518: ca. 2.200-2.400
bindingen per lading). Het aantal bindingen per
lading zal door herhaaldelijk opladen geleidelijk
aan afnemen, totdat de accu uiteindelijk
onbruikbaar wordt. Het aantal bindingen per
lading is afhankelijk van de temperatuur en de
conditie van de accu.
Bewaar een lege accu niet langere tijd zonder
hem op te laden. Een volledig ontladen accu,
die lange tijd niet wordt gebruikt, kan
beschadigd raken. Laad de accu direct na het
ontladen weer op.
Laat de accu niet op de oplader zitten. Na het
opladen blijft de oplader een zwakke stroom
door de accu sturen; deze kan de accu
beschadigen. Verwijder altijd de accu van de
acculader als het opladen is voltooid.
Defecte accu/oplader
Breng de accu en de acculader naar uw dealer
als één van de volgende situaties optreedt.
De rode laadindicator knippert niet als de accu
niet in de acculader is geplaatst en de stekker
van het stroomsnoer van de acculader in het
stopcontact zit.
De rode laadindicator en de oranje stand-by-
indicator branden of knipperen geen van beide
als de accu in de oplader wordt geplaatst.
De oranje stand-by-LED blijft branden (en de
rode laadindicator gaat niet branden) na 1 uur
opladen. (behalve bij lage temperaturen).
De rode laadindicator schakelt ook na 90
minuten niet over van constant branden naar
knipperen (behalve bij lage temperaturen).
OPMERKING
17
Uitleg bij de laadindicatoren
Als de accu koud is (10 °C (50°F) of lager) kan het opladen langer duren.
Informatie over de baterijniveau-indicator
1 Druk op de controleknop voor het batterijniveau om het batterijniveau te controleren
(niet mogelijk tijdens het opladen of terwijl u het oplaadapparaat bedient).
2 De batterijniveaumeter gaat branden op basis van het gemeten batterijniveau.
Lichtsignaal LED Geluidssignaal Oplaadstatus
Rode LED knippert.
Het stroomsnoer is
aangesloten op de acculader
en het stopcontact.
Twee korte piepjes (piep, piep)
De acculader is
aangesloten op
stroom.
Het stroomsnoer van de acculader is
aangesloten op een stopcontact.
Rode LED brandt.
De accu is op de oplader
geplaatst.
Een korte piep (piep)
De accu wordt
opgeladen.
Snelladen van accu.
Groene LED knippert.
De accu is opgeladen.
Een lange piep van ongeveer
2 seconden (Piieep...)
De accu is
opgeladen.
De accu is opgeladen tot ongeveer
90% van zijn capaciteit.
Het opladen gaat verder als u de
batterij op de acculader laat zitten.
Groene LED brandt.
Volledig opgeladen.
Een lange piep van ongeveer
2 seconden (Piieep...)
De batterij is
"volledig"
opgeladen.
Opgeladen tot 100% van zijn
capaciteit.
Rode LED brandt
Oranje LED brandt.
Opladen op
beschermde wijze
De accu wordt met een zwakkere
stroom opgeladen, om de acculader
en de accu te beschermen.
Oranje LED brandt.
Stand-by
Als de temperatuur van de accu te hoog is:
het opladen begint automatisch, zodra de
temperatuur onder de bovengrens zakt.
Als de temperatuur van de accu te laag is:
plaats de accu enige tijd in een ruimte op
kamertemperatuur en probeer hem daarna
weer te herladen.
Oranje LED knippert.
Opladen is niet mogelijk.
Korte, snel opvolgende piepjes
gedurende ong. 10 seconden
(piep, piep, piep, piep...).
Opladen is niet
mogelijk.
De accu kan niet worden opgeladen.
De accuhouder op de acculader is
vervuild of de accu is defect.
Weergave
batteri-
jniveau
Batterijniveau:
0%
Batterijniveau:
ca. 0 tot 10%
Batterijniveau:
ca. 10 tot 40%
Batterijniveau:
ca. 40 tot 70%
Batterijniveau:
ca. 70 tot 100%
Alle blokjes UIT Eén rood
blokje knippert
Eén rood
blokje brandt
Twee rode
blokjes branden
Drie rode
blokjes branden
LED knippert eenmaal per seconde.
LED brandt continu.
LED knippert eenmaal per seconde.
LED brandt continu.
LED's branden continu.
LED brandt continu.
LED knippert snel (0,1
sec aan/0,1 sec uit).
Controleknop voor het batterijniveau
Batterijniveaumeter
18
Levensduur van de accu
Als een van de onderstaande situaties zich
voordoet, is de accu aan het einde van zijn
levensduur. Vervang de accu dan door een
nieuwe.
Alhoewel de accu volledig is opgeladen, ligt
het aantal bindingen per lading ver onder de
normale waarde.
Laadt in deze situatie de accu niet opnieuw
op. Als het toerental van de motor omlaag
gaat, kunt u ervan uitgaan dat de accu bijna
geheel leeg is. Verder gebruik van het
apparaat leidt tot overontlading van de accu,
wat kan resulteren in een verkorte levensduur
van de accu en functionele storingen in het
apparaat zelf.
Gebruik een accu niet meer als hij aan het
einde van zijn levensduur is.
Dit leidt tot functionele storingen in het
apparaat waar u het mee gebruikt. Ook kan het
opladen van een dergelijke accu leiden tot
functionele storingen in de acculader.
Weggooien van een Li-ion-accu
De MAX-accu bevat Li-ion-cellen. Het is mogelijk
illegaal om deze via het huishoudelijk afval weg
te gooien. Vraag uw plaatselijke
afvalafvoerbedrijf naar informatie over recycling
of correcte verwijdering.
Als u een accu weggooit: plaats de
beschermkap over de contactpunten om
kortsluiting te voorkomen. Zet de kap vast met
tape.
5. BEDIENINGSINSTRUCTIES
1. De binddraad plaatsen
Zet de hoofdschakelaar op OFF, blokkeer
de trekker en verwijder de accu.
1 Duw de vrijgavehendel van het apparaat in,
en controleer of hij vastzit in de
vrijgaveaanslag.
OPMERKING
OPMERKING
LET OP
LOCK
OFF
WAARSCHUWING
Vrijgaveaanslag
Vrijgavehendel
19
2 Trek het tape over de binddraad los over een
lengte van ongeveer 5 cm (2"). Trek het
begin van de opgewonden binddraad recht.
GEBRUIK ALLEEN GESPECIFICEERD
BINDDRAAD (MAX TW898).
Gebruik van niet-gespecificeerd binddraad kan
leiden tot defecten aan dit apparaat. Gebruik
daarom uitsluitend de gespecificeerde
binddraad MAX TW898. Gebruik geen roestige
binddraad: die veroorzaakt defecten aan het
apparaat.
TW897A, oude draadspoel mag niet worden
gebruikt.
3 Duw de spoelaanslag weg om de
spoelhouder vrij te geven.
4 Schuif de spoel met binddraad in het
apparaat zoals aangegeven in de
afbeelding.
Verschuif dan de spoelaanslag, zodat de
spoelhouder in de spoel kan worden
gedrukt. Druk de spoelhouder naar binnen
en zet hem vast door de spoelaanslag terug
te schuiven.
5 Voer het uiteinde van de rechtgebogen
binddraad door de draadgeleider. Leid het
daarna in de buis.
Leid de draad ca. 10cm (4") in de buis.
Het uiteinde van de binddraad moet worden
rechtgebogen, zodat het door het
draadtoevoermechanisme kan worden
geleid.
Als het uiteinde gebogen is, kan de
binddraad vastlopen binnenin het
apparaat.
Binddraad
Spoelaanslag
Spoelhouder
Binddraad
Spoelh
ouder
Spoelaanslag
Toevoertandwielen
Draadgeleider
Buis
OPMERKING
20
Als het kijkvenster vuil is en de
buispositie niet zichtbaar is
Open het kijkvenster en veeg vuil aan de
binnenkant van het venster weg met een zachte
doek o.i.d. Sluit het kijkvenster weer om te
voorkomen dat vuil in het apparaat terechtkomt.
6 Geef de vrijgaveaanslag vrij en controleer of
de vrijgavehendel weer in zijn
oorspronkelijke stand staat, en of de
toevoertandwielen de binddraad
vastklemmen. Hiermee is de plaatsing van
de binddraad afgerond.
7
Verwijder alle tape van de binddraadspoel.
8 Wind de spoel terug, zodat er geen speling
meer zit in de binddraad.
Let erop dat de binddraad niet achter of naast
de draadspoel bekneld raakt. Hierdoor kan het
apparaat vastlopen.
Let erop dat wanneer u de hoofdschakelaar
op ON zet, u nooit uw vingers in de buurt
van de bindende en draaiende delen van de
voorkant van het apparaat brengt.
Raak de binddraad niet aan
tijdens het
binden (als het apparaat in werking is).
Schakel de hoofdschakelaar niet snel heen
en weer tussen ON en OFF; dit veroorzaakt
defecten aan het apparaat.
9 Schuif de accu op de uitsparing onderaan de
handgreep, totdat hij vastklikt. Zet de
hoofdschakelaar op ON.
Toevoertandwielen
Vrijgaveaanslag
Vrijgavehendel
Binddraad
Binddraad
WAARSCHUWING
OPMERKING
21
0 Het apparaat voert de draad ca. 150 mm (6")
en snijdt de draad automatisch. Verwijder de
snijkant van de draad met een nijptang.
a Deblokkeer de trekker voordat u het
apparaat gebruikt.
2. De binddraad verwijderen
Zet de hoofdschakelaar op OFF, blokkeer
de trekker, en verwijder de accu.
1 Duw de vrijgavehendel in, en controleer of hij
vastzit in de vrijgaveaanslag.
2 Verwijder de binddraad uit de draadgeleider.
RB218
RB518
Trekker
Trekkerblokkering
LOCK
OFF
WAARSCHUWING
Vrijgaveaanslag
Vrijgavehendel
Draadgeleider
Binddraad
22
3 Verschuif de spoelaanslag om de
spoelhouder vrij te geven, en verwijder de
spoel.
4 Plaats een andere spoel. Zie voor meer
informatie de uitleg over het plaatsen van de
binddraad.
Als de binddraadspoel leeg raakt
Aan het einde van de spoel moet nog ongeveer
300 mm (12") binddraad over zijn. Deze moet
met de oude spoel worden weggegooid. Plaats
een nieuwe spoel.
3. Auto Power-off
Als het apparaat langere tijd niet wordt
gebruikt, schakelt het zichzelf uit om te
voorkomen dat de accu leeggeraakt.
De vaste tijdsduur voor deze functie is 30
minuten. Deze automatische uitschakeling heet
"Auto Power-off".
Na het automatisch uitschakelen schakelt u het
apparaat als volgt in: zet de hoofdschakelaar op
OFF en weer op ON.
4. Spanning en wikkelen regelen
1 Zet de hoofdschakelaar op OFF, blokkeer de
trekker en verwijder de accu.
Spoelaanslag
Binddraad
RB518
OFF
23
2 Met deze knop kunt u het aantal wikkelingen
per binding instellen (3 of 4) en de torsie
regelen.
Draai de knop tegen de klok in om de
spanning te verhogen.
Draai de knop met de klok mee om de
spanning te verlagen.
3 Schuif de accu op de uitsparing onderaan de
handgreep totdat hij vastklikt.
Let erop dat wanneer u de hoofdschakelaar
op ON zet, u nooit uw hand in de buurt van
de bindende en draaiende delen aan de
voorkant van het apparaat brengt.
4 Zet de trekkerblokkering op UNLOCK en de
hoofdschakelaar op ON.
5 Probeer het apparaat opnieuw uit om de
bindingsspanning te controleren.
6 Als de spanning niet goed is, herhaal dan
stappen 1~5.
Torsie-/wikkelingsknop
WAARSCHUWING
Goed
Betonstaal Te strak
24
4. Spanningsregeling
1 Zet de hoofdschakelaar op OFF, blokkeer de
trekker en verwijder de accu.
2 Met deze knop kunt u de torsie voor de
draadspanning regelen.
Draai de knop tegen de klok in om de
spanning te verhogen.
Draai de knop met de klok mee om de
spanning te verlagen.
3 Schuif de accu op de uitsparing onderaan de
handgreep totdat hij vastklikt.
Let erop dat wanneer u de hoofdschakelaar
op ON zet, u nooit uw hand in de buurt van
de bindende en draaiende delen aan de
voorkant van het apparaat brengt.
4 Zet de trekkerblokkering op UNLOCK en de
hoofdschakelaar op ON.
5 Probeer het apparaat opnieuw uit om de
bindingsspanning te controleren.
6 Als de spanning niet goed is, herhaal dan
stappen 1~5.
RB398
OFF
Torsieknop
WAARSCHUWING
Goed
Betonstaal Te strak
25
4. Aanpassing draadlengte
1 Zet de hoofdschakelaar op OFF, blokkeer de
trekker en verwijder de accu.
2 De toevoerknop is een mechanisme om de
toevoersnelheid van de binddraad aan te
passen. Als de lengte van het
snijrandgedeelte niet klopt na het binden,
gebruik dan deze knop om dit aan te passen.
3 Plaats de opgeladen accu op het apparaat
zodat de accu duidelijk hoorbaar vastklikt.
Let erop dat wanneer u de hoofdschakelaar
op ON zet, u nooit uw hand in de buurt van
de bindende en draaiende delen aan de
voorkant van het apparaat brengt.
4 Zet de trekkerblokkering op UNLOCK en de
hoofdschakelaar op ON.
5 Probeer het apparaat opnieuw uit om de
bindingsspanning te controleren.
RB218
OFF
110
Snijrandgedeelte
Snijrandgedeelte
Toevoerknop
WAARSCHUWING
26
5. Voor de juiste spanning
1 Houd de arm van het apparaat in een hoek
van 45° op de kruising van het betonstaal.
2 Houd het apparaat loodrecht op het vlak van
de kruising van het betonstaal.
Tijdens het gebruik
Beweeg tijdens het binden het apparaat niet,
totdat het de bindhandeling heeft afgerond en
automatisch stopt.
3 Wissel de bindrichting af.
4 Kruisbinding.
Buig de uitloper van de eerste binding om
voordat u de tweede binding aanbrengt.
5 Houd voor extra strakke bindingen het
betonstaal tegen de bovenkant van het
armgedeelte.
45°
Arm
Arm
Betonstaal
27
6. ONDERHOUD
1 Inspecteer het apparaat regelmatig
Om goed te blijven functioneren, moet het
apparaat regelmatig worden geïnspecteerd
en schoongemaakt.
2 Smeer het apparaat niet
Gebruik nooit smeermiddel op dit apparaat.
Smeermiddelen tasten het smeervet
binnenin het apparaat aan, wat storingen en
defecten in het apparaat kan veroorzaken.
3 Maak regelmatig het toevoermechanisme
schoon
Om goed te blijven functioneren, moet het
mechanisme rondom de toevoertandwielen
regelmatig worden schoongemaakt. Blaas
met perslucht (air duster) o.i.d. stof en
ijzerdeeltjes weg uit het gebied rondom de
toevoertandwielen.
7. SCHOONMAAKINSTRUCTIES
Bij langdurig gebruik verzamelen zich in het
snijgedeelte stof en stukjes binddraad.
Demonteer en reinig het apparaat volgens
onderstaande procedure.
(Een binddraad die bekneld zit in het
snijgedeelte of draadgeleider A kunt u volgens
dezelfde procedure verwijderen.)
Demontage
Verwijder niet de 2 niet-gecoate schroeven.
1. Draai de 2 (vernikkelde) inbusschroeven
M3 × 6 los.
2. Verwijder arm B en de 2 (vernikkelde)
inbusschroeven M3 × 6.
RB398
Inbusschroef M3 × 6 (vernikkeld)
Arm B
OPMERKING
Inbusschroef M3
×
6
(vernikkeld)
Snijderplaat
Arm B
Snijder
Snijkop
Draadgelei
der A
28
3. Verwijder de snijder en de snijkop en
maak ze schoon. (De demonteerbare
onderdelen zijn de snijder, de snijkop,
draadgeleider A en de snijderplaat.)
Montage
Monteer de snijkop met het grote gat naar het
achterste gedeelte van de arm en het kleine
(langwerpige) gat naar het voorste gedeelte
van de arm.
4. Plaats de pen van de snijderplaat door
het gat voor de snijdertrekstang en
monteer de snijkop eraan.
5. Plaats de snijder en monteer
draadgeleider A.
6. Lijn de gleuf van draadgeleider B (die is
gemonteerd op arm B) uit met de buis en
monteer arm B.
Achterkant
van de snijder
Geïnteg-
reerd onder-
deel met
snijder en
pen
Snijder
Draadgeleider A
Snijkop
Snijderplaat
Gat voor snijdertrekstang
Groot gat
Klein gat
Snijderplaat
Snijkop
OPMERKING
Achterste deel Voorste deel
Draadgeleider A
Snijder
Gleuf
Arm B
Draadgeleider B
Buis
29
7. Controleer of arm B goed is geplaatst en
draai de 2 vernikkelde inbusschroeven
M3 × 6 vast. (aandraaimoment: 172 cNm
(15,2lbF·inch))
Sluiten alle onderdelen goed op elkaar aan?
Controleer of de externe componenten goed
op elkaar aansluiten en juist zijn geplaatst,
zonder spleten ertussen.
Demontage
1. Draai de 2 (vernikkelde) inbusschroeven
M3 × 5 los.
2. Verwijder arm B en de 2 (vernikkelde)
inbusschroeven M3 × 5.
3. Verwijder de snijder en de snijkop en
maak ze schoon. (De verwijderbare delen
zijn de snijder, snijkop en schaalpen.)
De externe delen sluiten
goed op elkaar aan.
Geen spleet
Juist
Inbusschroef M3 × 6
(vernikkeld)
De externe delen sluiten
niet op elkaar aan.
Spleet
Onjuist
OPMERKING
RB218
RB518
Inbusschroef M3 × 5
(vernikkeld)
Arm B
DRAADG
ELEIDER A
Inbusschroef M3 × 5
(vernikkeld)
Schaalpen
Snijkop
Arm B
Snijder
Sluitring 3
×
7
Snijkop
Schaalpen
Snijder
Snijdertrekstang
30
Montage
Monteer de snijkop met het grote gat naar het
achterste gedeelte van de arm en het kleine
gat naar het voorste gedeelte van de arm.
4. Plaats de schaalpen in het gat en
vervolgens in de trekstang.
5. Controleer of arm B goed is geplaatst en
draai de 2 vernikkelde inbusschroeven
M3 × 5 vast. (aandraaimoment: 172 cNm
(15,2lbF·inch))
De sluitring moet op de (rechter) schroef zitten.
Plaats eerst de sluitring en draai vervolgens de
schroef aan.
Snijkop
Klein gat
Snijder
Groot gat
OPMERKING
Achterste deel Voorste deel
schaalpen
Losse
plaatsing van
de pen
Inbusschroef M3 × 5 (vernikkeld)
Sluitring 3 × 7
OPMERKING
31
8. OPSLAG
Sla het apparaat niet in een koude omgeving op.
Bewaar het apparaat in een warme ruimte.
Bewaar het apparaat op een warme en droge
plaats als het niet gebruikt wordt. Buiten bereik
van kinderen houden. Alle kwaliteitsapparaten
vergen uiteindelijk onderhoud of vervanging van
onderdelen door slijtage als gevolg van normaal
gebruik.
BINDDRAADSPOEL VERWIJDEREN
Als de binddraad op is, verwijder dan de spoel uit
het apparaat.
OPSLAG VAN HET APPARAAT
Als het binden klaar is of het apparaat enige tijd
niet wordt gebruikt, schakel dan het apparaat uit,
controleer of de motor is gestopt, blokkeer de
trekker en verwijder de accu. Bewaar het
apparaat met alle bijbehorende accessoires op
een goedgeventileerde plaats met een maximum
omgevingstemperatuur van 40°C (104°F).
De accu, met de beschermkap op de
contactpunten van de accu (ter voorkoming van
kortsluiting), dient te worden bewaard op een
goedgeventileerde plaats met een maximum
omgevingstemperatuur van 30°C (86°F).
32
9. STORINGEN OPSPOREN/REPAREREN
Het opsporen en/of repareren van storingen mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde
distributeurs van MAX CO., LTD. of andere specialisten.
Het apparaat waarschuwt u voor storingen door middel van een combinatie van alarmsignalen en een
LED. De LED brandt of knippert, terwijl tegelijkertijd een alarmsignaal klinkt. De onderstaande tabel
geeft aan welke maatregelen u kunt nemen om de storing te verhelpen.
Zet in de onderstaande situaties altijd eerst de hoofdschakelaar op OFF voordat u probeert de
storing te verhelpen.
Let erop dat wanneer u de hoofdschakelaar op ON zet, u nooit uw hand in de buurt van de
bindende en draaiende delen aan de voorkant van het apparaat brengt.
Als u met de hieronder aangegeven oplossingen de storing niet kunt verhelpen, zet dan de
hoofdschakelaar op OFF en neem contact op met de dealer waar het apparaat is aangeschaft
of met een geautoriseerd distributeur van MAX CO., LTD.
Nr. Normale werking Probleem Alarmsignaal Oorzaak Controleer Oplossing
1. Schakelaar op ON
De puntas wordt
geïnitialiseerd en
de draadsnijder
functioneert
automatisch.
Het apparaat
doet niets.
Geen. Accu geheel leeg Controleer of de accu is
geladen.
Accu opladen.
(ZIE PAGINA 14)
Elektrode
geoxideerd.
Verwijder de accu en
controleer of de elektrode
is verkleurd.
Poets de contactpunten
van de accu met een
droge doek o.i.d.
Een lange
piep
(piieep...)
Krulgeleider staat
nog open.
Open/sluit de
krulgeleider
Sluit de krulgeleider
volledig.
Continu korte
piepjes
(piep, piep,
piep, ...)
Binddraad is in de
vlechtsectie in de
knoop geraakt.
Schakel het apparaat uit,
verwijder de accu en
controleer of de
binddraad in de knoop zit
binnen de krulgeleider.
Apparaat uitschakelen
en binddraad binnen
krulgeleider verwijderen.
Gedurende 10
seconden twee
opeenvolgende
korte piepjes
(pieppiep,
pieppiep, ...),
daarna schakelt
apparaat
automatisch uit
Lege accu. Controleer of de accu is
geladen.
Accu opladen. (ZIE
PAGINA 14)
De accu is geplaatst
met de
hoofdschakelaar op
ON.
Zorg ervoor dat de accu
alleen wordt geplaatst als
de hoofdschakelaar op
OFF staat.
Zet de hoofdschakelaar
op OFF en weer op ON.
2.
Schakelaar op ON
LED brandt.
30
minuten lang niet
gebruikt
LED gaat
uit.
Apparaat
functioneert niet bij
bedienen trekker.
Ondanks
bediening van
trekker
functioneert
apparaat niet
Een korte piep
(piep) voordat
LED uitgaat
Normale werking.
(ZIE PAGINA 22)
Zet de hoofdschakelaar
op OFF en weer op ON.
Zet de hoofdschakelaar
op OFF en weer op ON.
3. Trekker op ON
draad wordt
uitgevoerd.
Er wordt geen
draad
uitgevoerd.
Een lange
piep
(piieep...)
Krulgeleider staat
nog open.
Open/sluit de
krulgeleider
Sluit de krulgeleider
volledig.
Herhaald
signaal van
drie korte
piepjes
(pieppieppiep,
pieppieppiep,
...)
Binddraad is op. Controleer of er nog
binddraad op de spoel
zit.
Plaats een nieuwe spoel
binddraad.
Draad bekneld in
spoel.
Controleer of er speling
in de draad zit, waardoor
hij bekneld is geraakt.
Verwijder speling in
binddraad.
Snijgedeelte
geblokkeerd door
vuil.
Controleer of het
snijgedeelte functioneert.
Verwijder het vuil met
een droge doek of
perslucht.
De binddraad zit
bekneld in het
snijgedeelte of
draadgeleider A.
Controleer of er draad
bekneld zit.
Demonteer het
snijgedeelte en verwijder
het beknelde stuk draad
(ZIE PAGINA 27).
Vijf korte
piepjes
(pieppieppiep-
pieppiep,piep-
pieppieppieppiep)
Motor is oververhit. Alarmsignaal klinkt niet
continu. Alleen bij
bediening trekker.
Neem apparaat buiten
gebruik en laat het
afkoelen.
WAARSCHUWING
33
3. Trekker op ON
draad wordt
uitgevoerd.
Draaduitvoer
stopt
halverwege.
Herhaald
signaal van
vier korte
piepjes
(pieppieppiep-
piep, pieppiep-
pieppiep, ...)
Binddraad is niet
ingevoerd.
Controleer of de
binddraad in het
apparaat is geplaatst.
Plaats de binddraad.
Er is een verkeerd
type binddraad
gebruikt.
Controleer de zijkant van
de draadspoel.
Gebruik MAX binddraad
TW898.
Herhaald
signaal van
drie korte
piepjes
(pieppieppiep,
pieppieppiep, ...)
Binddraad is bekneld
in spoel.
Controleer de spoel Verwijder speling in
binddraad.
4. Binddraad vormt
cirkel.
Krul wordt
verstoord en valt
uit krulgeleider.
Geen. Draad raakte
betonstaal en werd
weggeslagen.
Controleer of draad
tijdens binden het
betonstaal raakt.
Zorg ervoor dat de draad
tijdens het binden niet
het betonstaal raakt.
5. Draad wordt
gesneden.
De draad wordt
niet gesneden.
Geen. Snijgedeelte
geblokkeerd door
vuil.
Controleer functioneren
van snijgedeelte.
Verwijder het vuil met
een droge doek of
perslucht.
6. Draad wordt
gevlochten.
Draad raakt in
de knoop.
Geen. Draad raakte
betonstaal en werd
weggeslagen.
Controleer of draad
tijdens binden het
betonstaal raakt.
Zorg ervoor dat de draad
tijdens het binden niet
het betonstaal raakt.
(ZIE PAGINA 26)
Afwisselend
een lange en
korte piep.
(pieppiieep-
pieppiieep...)
Binddraad is in de
vlechtsectie in de
knoop geraakt.
Schakel het apparaat uit,
verwijder de accu en
controleer of de
binddraad in de knoop zit
binnen de krulgeleider.
Apparaat uitschakelen
en binddraad binnen
krulgeleider verwijderen.
Bindsterkte is
zwak.
Geen. Diameter betonstaal
is niet correct.
Controleer de diameter
van het te binden
betonstaal.
(ZIE PAGINA 13)
Gebruik betonstaal met
de juiste diameter.
Onjuist gebruik, bijv.
apparaat niet op
juiste manier
ingezet.
Controleer op juiste
methode van hanteren.
Stel torsieknop bij in +-
richting (tegen de klok
in); plaats het apparaat
loodrecht op het vlak van
kruising, met de arm in
een hoek van 45° op de
kruising van het
betonstaal. (ZIE
PAGINA 23 EN 26)
Schakelaar van
krulgeleider
geactiveerd
Controleer of tijdens het
binden de krulgeleider
open staat.
Bedien het apparaat niet
voordat het binden is
voltooid.
Draad breekt
door te ver
doorvlechten.
Geen. Diameter betonstaal
is niet correct.
Controleer diameter van
te binden betonstaal.
(ZIE PAGINA 13)
Gebruik betonstaal met
de juiste diameter.
Onjuist gebruik, bijv.
apparaat niet op
juiste manier
ingezet.
Controleer op juiste
methode van hanteren.
Stel torsieknop bij in –
(min)-richting (tegen de
klok in); plaats het
apparaat loodrecht op
het vlak van kruising,
met de arm in een hoek
van 45° op de kruising
van het betonstaal. (ZIE
PAGINA 23 EN 26)
Functioneert
correct
Twee korte
piepjes.
(pieppiep)
Accu is bijna leeg. Controleer de lading van
de accu.
Accu opladen als de
bindsnelheid
aanmerkelijk lager
wordt.
Apparaat wordt
gebruikt bij lage
temperaturen.
Controleer de
temperatuur op de
werkplek.
Laat apparaat en accu
opwarmen in een ruimte
met kamertemperatuur,
ga dan verder met het
werk.
Nr. Normale werking Probleem Alarmsignaal Oorzaak Controleer Oplossing
De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
150421-00/00
Camerastraat 19
1322 BB Almere The Netherlands
Phone: +31-36-546-9669
FAX: +31-36-536-3985
wis.max-ltd.co.jp/int/ (WERELDWIJDE site)
www.max-europe.com (EUROPESE site)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

Max RB398 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor