Hilti AG 125-A22 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
*2027858*
2027858
AG 125-A22
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Οδηγιες χρησεως el
Használati utasítás hu
Instrukcja obsługi pl
Инструкция по зксплуатации ru
Návod k obsluze cs
Návod na obsluhu sk
Upute za uporabu hr
Uputstvo za upotrebu sr
Navodila za uporabo sl
Kulllanma Talimatı tr
Інструкція з експлуатації uk
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
1
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
2
3
4
5
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
6
7
8
9
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05

PP
PP
10
11
12
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
13
14
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
AG 125-A22 Haakse slijper
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 84
2 Veiligheidsinstructies 85
3 Beschrijving 89
4Verbruiksmateriaal 91
5 Technische gegevens 91
6 Inbedrijfneming 92
7 Bediening 94
8 Verzorging en onderhoud 94
9 Foutopsporing 95
10 Afval voor hergebruik recyclen 96
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 96
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 97
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de haakse slijper AG 125‑A22 bedoeld.
Bedieningselementen en onderdelen 1
@
Kap-ontgrendelingsknop
;
Spil-arrêteerknop
=
Ventilatiesleuven
%
Ontgrendelingstoetsen met extra functie activering
van de laadtoestandindicatie
&
Accu
(
Inschakelblokkering
)
Aan-/uitschakelaar
+
Vibratiedempende zijhandgreep
§
Spindel
/
Beschermkap
:
Spanflens met O-ring
·
Doorslijpschijf / afbraamschijf
$
Spanmoer
£
Snelspanmoer »Kwik-Lock« (optioneel)
|
Spansleutel
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Symbolen
Bereke-
ningstoeren-
tal
Omwentelin-
gen per
minuut
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
nl
84
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
Generatie: 01 Serienr.:
2 Veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 2.1 bevatten de
algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereed-
schap die volgens de van toepassing zijnde normen in de
handleiding moeten worden vermeld. Ze kunnen dus aan-
wijzingen bevatten die voor dit apparaat niet van belang
zijn.
2.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
2.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
senofstoffenbevinden.Elektrische gereedschap-
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
2.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigdeofindewargeraaktekabelsver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
2.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
nl
85
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
2.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
nerenennietvastklemmenenofonderdelenge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
2.1.5 Gebruik en hantering van het
accugereedschap
a) Laad accu's alleen op in laadapparaten die door
de fabrikant worden geadviseerd. Voor een laadap-
paraat dat voor een bepaald type accu-pack geschikt
is, bestaat het risico van brand wanneer deze met
andere accu's wordt gebruikt.
b) Gebruik uitsluitend de daarvoor bedoelde accu's
in de elektrische gereedschappen. Het gebruik van
andere accu's kan tot verwondingen en brandgevaar
leiden.
c) Voorkom aanraking van de niet-gebruikte accu
met paperclips, munten, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwerpen
die overbrugging van de contacten kunnen
veroorzaken. Kortsluiting tussen de accucontacten
kan brandwonden of brand tot gevolg hebben.
d) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu
lekken. Voorkom contact hiermee. Bij onvoorzien
contact met water afspoelen. Wanneer de vloei-
stof in de ogen komt, dient u bovendien een arts
te raadplegen. Gelekte accuvloeistof kan tot huidir-
ritaties en verbrandingen leiden.
2.1.6 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
2.2 Algemene veiligheidsinstructies voor het
slijpen, schuren, het werken met draadborstels
en voor het doorslijpen
a) Dit elektrisch gereedschap kan als slijpmachine
en doorslijpmachine worden gebruikt. Neem
alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat
ontvangt in acht. Indien u de volgende aanwijzingen
niet in acht neemt, dan kan dit tot een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel leiden.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor
werkzaamheden als schuren, werken met draad-
borstels en polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen ge-
vaar en letsel veroorzaken.
c) Maak geen gebruik van toebehoren die niet door
de fabrikant speciaal voor dit elektrische appa-
raat zijn bedoeld en aanbevolen. Hetfeitdatu
toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt be-
vestigen, betekent nog niet dat het gebruik hiervan
veilig is.
d) Het toegestane toerental van het inzetgereed-
schap dient minstens zo hoog te zijn als het maxi-
male toerental dat op het elektrisch gereedschap
staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien
dantoegestaankunnenbrekeneninhetrondvliegen.
e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereed-
schap dienen overeen te komen met de opgege-
ven afmetingen van uw elektrisch gereedschap.
Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet vol-
doende worden afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging
moet exact op de schroefdraad van de slijpspil
passen. Bij inzetgereedschap dat met behulp van
een flens wordt gemonteerd, moet de gatdiameter
van het inzetgereedschap overeenkomen met de
opnamediameter van de flens. Inzetgereedschap
dat niet nauwkeurig op het elektrisch gereedschap
wordt bevestigd, draait ongelijkmatig en trilt zeer
sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle
over het apparaat.
nl
86
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap.
Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven,
voor het gebruik altijd op afsplinteringen en
barsten, steunschijven op barsten of sterke
slijtage, draadborstels op losse of gebroken
draden. Wanneer het elektrisch gereedschap
of het inzetgereedschap naar beneden valt,
controleert u of het beschadigd is, of gebruikt
u onbeschadigd gereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en
ingezet, zorgt u ervoor dat personen die zich
in de nabijheid bevinden buiten bereik blijven
van het roterende inzetgereedschap en laat u
het apparaat een minuut lang op het hoogste
toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal in deze testperiode.
h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming of een veiligheidsbril.
Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort, dat u bescherming biedt tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende
toepassingen ontstaan, te worden beschermd.
Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof
te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent
blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
i) Let er op dat andere personen zich op een veilige
afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen
die de werkruimte betreedt, dient een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kun-
nen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de
directe werkruimte.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen kan raken. Door het contact
met een spanningvoerende leiding kunnen ook me-
talendelenvanapparatenonderspanningkomente
staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend in-
zetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsne-
den of gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voor-
dat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in
contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verlie-
zen.
m) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
n) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch
gereedschap regelmatig te reinigen. De motor-
ventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektri-
sche gevaren.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kan dit materiaal vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare
koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische
schok.
2.3 Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van
draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of geblok-
keerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadbor-
stels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende
inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van
het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade
een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of
geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de
plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door ge-
schikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven,
worden voorkomen.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik
altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle op terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben ingeval
van onopzettelijk starten. De bediener kan door de
juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrisch gereedschap bij een terug-
slag wordt bewogen. Door de terugslag wordt het
elektrisch gereedschap naar de plaats van de blok-
kade bewogen in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en be-
klemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst
de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controle-
verlies of een terugslag.
e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot
nl
87
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
het verlies van controle over het elektrisch gereed-
schap.
2.4 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
slijpen en doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereed-
schap toegestane slijpstenen en de voor deze
slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen
die niet geschikt zijn voor het elektrisch gereed-
schap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd
en zijn onveilig.
b) Doorgezette slijpschijven moeten zodanig wor-
den gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het
vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een on-
juist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van
de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende
worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet veilig op het elektrisch ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een zo groot
mogelijke veiligheid zodanig zijn afgesteld dat een
zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar
de bediener gericht is.. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig
contact met het slijpdeel en vonken waardoor kle-
ding vlam kan vatten.
d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen
inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtin-
werking kan het slijpdeel worden gebroken.
e) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijp-
schijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschij-
ven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de ho-
gere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap
en kunnen breken.
2.5 Verdere speciale veiligheidsvoorschriften voor
het doorslijpen
a) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf
en een te hoge aandrukkracht. Voer geen over-
matig diepe snedes uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blok-
keren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag
of slijpdeelbreuk ontstaat.
b) Kom niet in het gebied voor en achter de rote-
rende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf
in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in het geval van een terugslag met
draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of
u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan
rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf
uit de snede te trekken, anders kan er een terug-
slag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd
raken vast en hef deze op.
d) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat
de doorslijpschijf eerst het volledige toerental be-
reiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders
kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
e) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken ge-
stut worden, om het risico van een terugslag door
een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen.
Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten
gestut worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de
rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in
bestaande wanden of andere gebieden die niet
zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij
het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorza-
ken.
2.6 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
2.6.1 Veiligheid van personen
a) Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat
zijn niet toegestaan.
b) Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid
kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
c) Houd het apparaat altijd met beide handen aan
de daarvoor bestemde handgrepen vast.Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
d) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
e) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
f) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
g) Het apparaat is niet bedoeld voor gebrekkige per-
sonen zonder instructie. Houd het apparaat uit de
buurt van kinderen.
h) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, beton / metselwerk / kwartshou-
dend gesteente, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van stof kan leiden tot allergi-
sche reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen
bij de gebruiker of personen die zich in de buurt be-
vinden. Bepaald stof, zoals eiken- of beukenstof,
staat bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder
in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chro-
maat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend
materiaal mag alleen door vakkundig personeel wor-
den behandeld Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte mobiele
stofafzuiging. Zo nodig een ademmasker dragen
nl
88
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
dat geschikt is voor de betreffende stof. Zorg voor
een goede ventilatie van de werkruimte. De in uw
land geldende voorschriften voor de te bewerken
materialen in acht nemen.
i) De gebruiker en personen die zich in de buurt
bevinden, moeten tijdens het gebruik van het ap-
paraat een geschikte veiligheidsbril, een helm,
oorbeschermers, werkhandschoenen en een licht
stofmasker dragen.
j) Wanneer het apparaat een overschrijding van de
werkingslimieten of een lege accu herkent, kan het
gebeuren dat het gereedschap niet door de motor
wordt afgeremd.
2.6.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aan-
wijzingen van de producent, opgeslagen en be-
handeld te worden.
b) Gebruik het elektrisch gereedschap nooit zonder
beschermkap.
c) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
d) Gebruik geen doorslijpslijpschijven voor grof slij-
pen.
e) Het gereedschap en de flens goed vastzetten.
Indien het gereedschap en de flens niet goed zijn
vastgezet, bestaat de mogelijkheid dat het gereed-
schap na het uitschakelen bij het afremmen door de
motor van de spindel loskomt.
2.6.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot schade aan het apparaat leiden.
2.6.4 Gebruik en onderhoud van accu
a) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-ion-accu's in acht.
b) Stel de accu's niet bloot aan hoge temperaturen
of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accu's mogen niet uit elkaar genomen, in-
eengedrukt, tot boven de 80 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
d) Beschadigde accu's (bijvoorbeeld accu's met
scheuren, gebroken onderdelen, verbogen,
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer worden gebruikt.
e) Als de accu te heet is om aan te raken, kan hij defect
zijn. Zet het apparaat op een niet-brandbare plaats
met voldoende afstand tot brandbaar materiaal,
waar het geobserveerd kan worden en laat het
afkoelen. Neem contact op met de Hilti-service
als de accu afgekoeld is.
2.6.5 Werkruimte
a) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
b) Sleuvenindragendewandenofanderestructuren
kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het schei-
den van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor
het begin van de werkzaamheden de verantwoor-
delijke staticus, architekten of de directie raad-
plegen.
3 Beschrijving
3.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd om metaal en minerale stoffen door te slijpen en af tebramen.
Gebruik de accu niet als energiebron voor andere niet-gespecificeerde verbruikers.
Metaal bewerken: Alleen met kunstharsgebonden of vezelversterkte afbraam- en doorslijpschijven.
Minerale oppervlakken bewerken: Doorslijpen, splijten met bijbehorende kap (DC‑EX 125/5"-C), afbramen met
bijbehorende kap (DG‑EX 125/5").
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het droogslijpen/-snijden.
Inhetalgemeenwordthetaangeradenombijhetafbramenvanmineraleondergronden, zoals beton of steen, een op
het systeem afgestemde stofafzuigkap met een geschikte Hilti stofzuiger te gebruiken. Deze dient ter bescherming
van de gebruiker en verhoogt de levensduur van het apparaat en het gereedschap.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Neem de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
nl
89
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
3.2 Tot de standaard leveringsomvang behoren:
1 Apparaat
1 Zijhandgreep
1 Beschermkap
1 Voorste afdekking
1Spanring
1Spanmoer
1 Spansleutel
1Handleiding
AANWIJZING
Verdere toebehoren kunt u vinden in uw Hilti Centre of online op www.hilti.com.
3.3 Voor het gebruik van het apparaat is bovendien het volgende noodzakelijk:
Een geschikte, geadviseerde accu (zie tabel technische gegevens) en een geschikte acculader uit de typeserie C 4⁄36.
3.4 Apparaatbescherming afhankelijk van de temperatuur
De temperatuurafhankelijke oververhittingsbeveiliging van de motor bewaakt het stroomverbruik en de opwarming van
de motor en beschermt het apparaat zo tegen oververhitting.
Bij overbelasting van de motor door een te hoge aandrukkracht neemt het vermogen van het apparaat aanzienlijk af
ofhetkomttotstilstand(ditdientvoorkomenteworden).
Als er overbelasting optreedt, ontlast het apparaat dan en laat hem circa 30 seconden met stationair toerental lopen.
3.5 Stofkap voor doorslijpwerkzaamheden DC‑EX 125/5"‑C compacte kap 2
Voor het doorslijpen van minerale ondergronden.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
3.6 Beschermkap met voorste afdekking 3
ATTENTIE
Voor het afbramen met rechte afbraamschijven en het doorslijpen met doorslijpschijven bij de bewerking van
metalen alleen de beschermkap met voorste afdekking gebruiken.
3.7 Stofkap voor slijpwerkzaamheden DG‑EX 125/5" 4
Het apparaat is alleen geschikt voor het incidenteel slijpen van minerale ondergronden met diamant-komschijven.
ATTENTIE
Het is verboden met deze kap metaal te bewerken.
3.8 Laadtoestand van de Li‑ion accu
Bij gebruik van de Li‑ion accu kan de laadtoestand worden weergegeven door licht op een van de ontgrendelingstoetsen
te drukken (tot de weerstand - niet ontgrendelen). Op de achterkant van de accu staat de volgende informatie:
LED brandt permanent LED knipperend
Laadtoestand C
LED1,2,3,4
-
C≧75%
LED1,2,3
-
50% C < 75%
LED 1, 2
-
25% C < 50%
LED 1
-
10% C < 25%
-
LED 1
C<10%
nl
90
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
AANWIJZING
Tijdens en direct na de werkzaamheden kan de laadtoestand niet worden opgevraagd.AlsdeLED'svande
laadtoestandsaanduiding van de accu knipperen, de aanwijzingen in het hoofdstuk Foutopsporing in acht nemen.
4 Verbruiksmateriaal
Schijven voor max. Ø 125 mm, 11000/min, een omtreksnelheid van 80 m/sec, een afbraamschijf-dikte van max.
6,4 mm en een doorslijpschijf-dikte van max. 2,5 mm.
Schijven
Toepassing Afkorting
Ondergrond
Abrasieve doorslijpschijf Doorslijpen, splijten AC‑D Metaal
Diamant-doorslijpschijf Doorslijpen, splijten DC‑D Mineraal
Abrasieve afbraamschijf Afbramen AG‑D, AF‑D, AN‑D Metaal
Diamant-afbraamschijf Afbramen DG‑CW Mineraal
Indeling van de schijven bij de te gebruiken uitrusting
Pos. Uitrusting
AC‑D AG-D
AF-D AN-D
DG‑CW DC‑D
ABeschermkap XXXXXX
B Voorste afdekking (in
combinatie met A)
X
----
X
C Oppervlakte-kap
DG‑EX 125/5"
----
X
-
D Compacte kap DC‑EX
125/5"-C (in combinatie
met A)
-----
X
EZijhandgreep XXXXXX
FBeugelgreepDCBG
125 (optioneel bij E)
XXXXXX
GSpanmoer XXXXXX
HSpanring XXXXXX
I Kwick-Lock (optioneel
bij G)
XXXX
-
X
5 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Apparaat
AG 125‑A22
Nominale spanning 21,6 V
Nominaal toerental 9.500/min
Max. ringdiameter
Ø125mm
Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 2,7 kg
Accu B 22/2.6 Li-Ion (01) B 22/3.3 Li-Ion (01)
Nominale spanning 21,6 V 21,6 V
Capaciteit 2,6 Ah 3,3 Ah
Energie-inhoud 56,16 Wh 71,28 Wh
Gewicht 0,78kg 0,78kg
nl
91
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
Apparaten en toepassingsinformatie
Schroefdraad-aandrijfspil M 14
Spindellengte 22 mm
AANWIJZING
De in deze aanwijzingen aangegeven geluidsdruk- en trillingswaarden zijn gemeten overeenkomstig een genormeerd
meetproces en kunnen worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Ze zijn ook ge-
schikt voor een voorlopige inschatting van de blootstellingswaarden. De vermelde gegevens zijn representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kunnen
de gegevens afwijken. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden
verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de blootstellingswaarden moet ook rekening worden gehouden met
de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de
blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen
ter bescherming van de gebruiker tegen de invloeden van geluid en/of trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van
elektrisch gereedschap en inzetgereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden
Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑2‑3):
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau, L
WA
94 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau, L
pA
83 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau, K 3 dB (A)
Trillingsinformatie volgens EN 60745
Triaxiale trillingswaarden (trillingsvectorsom)
AG 125‑A22
gemeten volgens EN 60745‑2‑3
Oppervlakteslijpen met trillingsgedempte handgreep,
a
h,AG
3,8 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
Aanvullende informatie Andere toepassingen, zoals doorslijpen, kunnen leiden
tot afwijkende trillingswaarden.
6 Inbedrijfneming
6.1 Accu plaatsen 5
ATTENTIE
Voordat u de accu aanbrengt dient u ervoor te zorgen
dat het apparaat uitgeschakeld en de inschakelblok-
kering geactiveerd is.
ATTENTIE
Controleer alvorens de accu in het apparaat te plaat-
sen of de contacten van de accu en de contacten in
het apparaat schoon zijn.
1. ATTENTIE Als de accu niet correct is aange-
bracht, kan hij tijdens het werk eruit vallen.
ATTENTIE Een vallende accu kan u en anderen
in gevaar brengen.
Controleer voor het begin van de werkzaamheden
of de accu goed in het apparaat zit.
6.2 Accu uit het apparaat verwijderen 6
6.3 Transport en opslag van accu's
ATTENTIE
Brandgevaar. Bewaar of vervoer de accu's nooit los.
Gevaar voor kortsluiting.
Trek de accu uit de vergrendelingspositie (werkpositie) in
de eerste vergrendelingspositie (transportpositie).
Neem bij het verzenden van accu's (weg-, rail-, zee- of
luchttransport) de nationaal en internationaal geldende
transportvoorschriften in acht.
6.4 Zijhandgreep monteren
Schroef de zijhandgreep vast in een van de daartoe
bestemde schroefdraadbussen.
nl
92
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
6.5 Beschermkap
ATTENTIE
Draag werkhandschoenen bij de montage en demon-
tage evenals bij afstelwerkzaamheden en het verhel-
pen van storingen.
Lees de handleiding van de betreffende kappen.
6.5.1 Montage beschermkap 7
AANWIJZING
De beschermkap bezit codeernokken die ervoor zorgen
dat er alleen een bij het apparaat passende beschermkap
kanwordengemonteerd.Debeschermkap loopt met zijn
codeernokken in de kapopname van het apparaat.
1. Plaats de beschermkap zo op de hals van de spil
dat de beide driehoekmarkeringen op het apparaat
en op de beschermkap tegenover elkaar staan.
2. Druk de beschermkap op de hals van de spil; druk
de kap-ontgrendelingsknop in.
3. Draai de beschermkap tot deze vergrendelt en de
kap-ontgrendelingsknop terugspringt.
6.5.1.1 Beschermkap verstellen
Druk op de kap-ontgrendelingsknop en draai de be-
schermkap in de gewenste positie tot hij inklikt.
6.5.2 Demontage beschermkap
Druk de kap-ontgrendelingsknop in en verwijder de be-
schermkap.
6.5.3 Montage en demontage voorste afdekking 8
AANWIJZING
Indien de voorste afdekking wordt gebruikt, deze op de
beschermkap aanbrengen.
1. Breng de voorste afdekking met de gesloten kant,
zoals getoond in de afbeelding, op de standaard
beschermkap aan tot de vergrendeling vastklikt.
2. Maak voor het demonteren van de voorste afdekking
de vergrendeling van de voorste afdekking los en
verwijder hem van de standaard beschermkap.
6.5.4 Kap DC‑EX 125⁄5" positioneren 9
AANWIJZING
Let erop dat de aan-/uitschakelaar op elk moment vrij
toegankelijk en bedienbaar is.
6.6 Inzetgereedschap monteren of demonteren
AANWIJZING
Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de
snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het alge-
meen is dit het geval als de hoogte van de diamantseg-
menten minder dan 2 mm is. Andere schijftypen moeten
worden vervangen zodra de snijprestatie duidelijk af-
neemt of delen van de haakse slijpmachine (uitgezonderd
de schijf) tijdens de werkzaamheden met het werkmateri-
aal in contact komen. Abrasieve doorslijpschijven moeten
bij afloop van de vervaldatum worden vervangen.
6.6.1 Montage inzetgereedschap  
WAARSCHUWING
Het gereedschap en de flens goed vastzetten. Indien
het gereedschap en de flens niet goed zijn vastgezet,
bestaat de mogelijkheid dat het gereedschap na het
uitschakelen bij het afremmen door de motor van de
spindel loskomt.
1. Trek de accu uit het apparaat.
2. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens volledig op de slijpspil, zodat hij
niet kan verdraaien.
3. Plaats het inzetgereedschap.
4. Schroef de spanmoer overeenkomstig het aange-
brachte gereedschap vast.
5. ATTENTIE De spil-arrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. An-
ders is het gevaar aanwezig dat de overbrenging
wordt beschadigd of dat het inzetgereedschap los-
gaat.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
6. Draai met de spansleutel de spanmoer vast, laat
vervolgens de spindelblokkeerknop los en verwijder
de spansleutel.
6.6.2 Demontage inzetgereedschap
1. Trek de accu uit het apparaat.
2. Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
3. Draai de spanmoer los door de spansleutel aan te
brengen en deze linksom te draaien.
4. Laat de spindelblokkeerknop los en verwijder het
inzetgereedschap.
6.7 Inzetgereedschap met Kwick-Lock monteren of
demonteren
AANWIJZING
In plaats van de spanmoer kan Kwick-Lock worden ge-
bruikt. Hiermee kunnen inzetgereedschappen zonder ge-
reedschap worden gewisseld.
ATTENTIE
Let erop dat de Kwick-Lock snelspanmoer tijdens
de werkzaamheden geen contact met de ondergrond
maakt. Gebruik geen beschadigde Kwick-Lock snel-
spanmoeren.
6.7.1 Montage inzetgereedschap met
snelspanmoer Kwick-Lock 
AANWIJZING
De pijl aan de bovenkant moet zich binnen de index-
markering bevinden. Wordt de snelspanmoer vastgezet
zonder dat de pijl zich binnen de indexmarkering bevindt,
dan kan deze niet meer met de hand worden losge-
draaid. In dit geval de snelspanmoer Kwick-Lock met de
spansleutel losdraaien (niet met een buistang).
nl
93
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
1. Trek de accu uit het apparaat.
2. Reinig de spanflens en de snelspanmoer.
3. ATTENTIE In de spanflens is een O-ring geplaatst.
Ontbreekt deze O-ring of is hij beschadigd, dan
moet de spanflens worden vervangen.
Plaats de spanflens op de slijpspil.
4. Plaats het inzetgereedschap.
5. Schroef de snelspanmoer Kwick-Lock (opschrift in
vastgeschroefde toestand zichtbaar) vast tot deze
op het inzetgereedschap bevestigd is.
6. ATTENTIE De spil-arrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. An-
ders is het gevaar aanwezig dat de overbrenging
wordt beschadigd of dat het inzetgereedschap los-
gaat.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
7. Draai met de spansleutel de spanmoer vast resp.
draai het inzetgereedschap met de hand rechtsom
krachtig door tot de snelspanmoer Kwick-Lock vast
aangedraaid is, laat vervolgens de spindelblokkeer-
knop los en verwijder zo nodig de spansleutel.
6.7.2 Demontage inzetgereedschap met
snelspanmoer Kwick-Lock
1. Trek de accu uit het apparaat.
2. Zet de snelspanmoer los door de kartelring tegen
de wijzers van de klok in te draaien. (Zet een vastzit-
tende snelspanmoer los met de stiftsleutel,. Gebruik
geen buistang.).
7Bediening
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat altijd met de zijhandgreep (op-
tioneel met de beugelgreep).
ATTENTIE
Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik.
Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van ge-
reedschap!
7.1 Afbramen
ATTENTIE
Gebruik nooit doorslijpschijven voor het afbramen.
Met een aanzethoek van tot 30° wordt bij het afbramen
het beste resultaat bereikt. Beweeg het apparaat met
matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk
niet te warm, verkleurt het niet en ontstaan er geen
groeven.
7.2 Doorslijpen
Werk bij het doorslijpen met een matige aanzet en kantel
het apparaat resp. de doorslijpschijf niet (circa 90° op
het snijvlak). Profielen en kleine vierkante buizen worden
het beste doorgeslepen door te beginnen bij de kleinste
doorsnede.
7.3 Aan-/uitschakelaar met inschakelblokkering 
Met de aan-/uitschakelaar met inschakelblokkering kun u
de schakelaarfunctie controleren en kan een onbedoeld
starten van het apparaat worden voorkomen.
1. Druk de inschakelblokkering naar voren om de aan-
/uitschakelaar te ontgrendelen en druk hem dan
volledig in.
2. Bij het loslaten van de aan-/uitschakelaar springt de
inschakelblokkering automatisch weer in de geblok-
keerde positie.
8 Verzorging en onderhoud
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Voor het begin van de reinigingswerkzaamheden de
accu verwijderen, om te voorkomen dat het apparaat
per ongeluk wordt ingeschakeld!
8.1 Reiniging van het apparaat
GEVAAR
Bij extreme gebruiksomstandigheden kan er bij de bewer-
king van metaal geleidende stof in het apparaat worden
afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan
worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aanbe-
volen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken en
de ventilatiesleuven regelmatig schoon te maken .
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven regelmatig voorzichtig
met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal
in het apparaat binnendringt. De motorventilator zuigt stof
in de behuizing en een sterke opeenhoping van geleidend
stof (bijv. metaal, koolstofvezel) kan leiden tot elektrische
gevaren. Reinig de buitenkant van het apparaat regelma-
tig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen
sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend wa-
ter voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het
apparaat kan daardoor in gevaar komen. Houd de greep-
gedeelten van het apparaat altijd vrij van olie en vet.
Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
AANWIJZING
Het frequent bewerken van geleidende materialen (bijv.
metaal, koolstofvezels) kan leiden tot verkorte onder-
nl
94
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
houdsintervallen. Houd de individuele risicoanalyse van
de werkruimte in het oog.
8.2 Onderhoud van de Li‑ion accu's
AANWIJZING
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de
accu.
AANWIJZING
Sla de accu zo koel en droog mogelijk op.
Om ervoor te zorgen dat de accu's de maximale levens-
duur bereiken, dient u deze niet meer te ontladen zodra
het vermogen duidelijk vermindert.
AANWIJZING
- Gebruiktuhetapparaatnoglanger, dan wordt het ont-
laden automatisch beëindigd voordat er cellen kunnen
worden beschadigd.
- Laad de accu's op met de goedgekeurde acculaders
van Hilti voor Li‑ion accu's.
8.3 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Accu raakt sneller leeg dan ge-
woonlijk.
Zeer lage omgevingstemperatuur. Accu langzaam tot de omgevingstem-
peratuur laten opwarmen.
Accu klikt niet met een hoor-
bare "klik" in.
Vergrendelpallen van de accu ver-
vuild.
Vergrendelpallen van de accu ver-
grendelen. Contact opnemen met de
Hilti-service wanneer het probleem
blijft bestaan.
LED 1 knippert. Accu ontladen. Accu opladen.
Apparaat is overbelast (toepassings-
grens overschreden).
Kies het juiste gereedschap voor de
toepassing.
Apparaat functioneert niet en 1
LED knippert.
Accu is ontladen. Accu vervangen en de lege accu op-
laden.
Accu te heet of te koud. Accu op de aanbevolen werktempe-
ratuur brengen.
Apparaat werkt niet en alle 4
LED's knipperen.
Apparaat kortstondig overbelast. De schakelaar loslaten en weer in-
drukken.
Oververhittingsbeveiliging. Apparaat laten afkoelen
Sterke warmteontwikkeling in
het apparaat of de accu.
Elektrisch defect. Het apparaat direct uitschakelen, de
accu uit het apparaat verwijderen en
contact opnemen met de Hilti-service.
Apparaat is overbelast (toepassings-
grens overschreden).
Kies het juiste gereedschap voor de
toepassing.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen.
Accu met een te geringe capaciteit
aangebracht.
Gebruik een accu met een capaciteit
>2,6 Ah.
Geen remfunctie Accu ontladen. Accu opladen.
Apparaat is overbelast (toepassings-
grens overschreden).
Schakel het apparaat uit en weer aan.
nl
95
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
10 Afval voor hergebruik recyclen
ATTENTIE
Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden: bij het verbranden
van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen worden. Batterijen
kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwonden (door
brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken. Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de
kans dat onbevoegde personen de uitrusting op ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunt u zichzelf en derden
ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen.
ATTENTIE
Voer defecte accu's onmiddellijk op een verantwoorde wijze af. Zorg ervoor dat kinderen hier niet mee in aanraking
komen. Haal de accu's niet uit elkaar en verbrand ze niet.
ATTENTIE
Voer de accu's volgens de nationale voorschriften af of geef verbruikte accu's terug aan Hilti.
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
nl
96
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Haakse slijper
Type: AG 125-A22
Generatie: 01
Bouwjaar: 2011
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 2006/42/EG, 2004/108/EG, 2006/66/EG,
2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑3, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Jan Doongaji
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
01/2012 01/2012
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
97
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
*2027858*
2027858
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20150316
Printed: 26.03.2015 | Doc-Nr: PUB / 5129080 / 000 / 05
1 / 1

Andere documenten