ProForm PETL91709 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL 91709.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of be-
schadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit pro-
duct hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
INFORMATIE OVER HERGEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze hand-
leiding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom en
achter de loopband en 0,6 m ruimte aan
iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 136
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletische
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingsschoenen. Gebruik de loopband
nooit met blote voeten, sokken of met san-
dalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 12). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer met
randaarde dat niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd het snoer en de stroomonderbreker uit
de buurt van warme oppervlakken.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 22 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARANT AAN
TE ZETTEN op pagina 14).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houdt u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband ge-
bruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch apparaat.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de nauwkeurigheid van de metingen aantas-
ten. De polssensor dient slechts om een al-
gemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij
uw oefeningen.
WAARSCHUWING: lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
g
ebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
s
tekker uit het stopcontact, en zet de reset/off
stroomonderbreker in de uitpositie wanneer u
de loopband niet gebruikt. (zie de tekening op
pagina 5 voor de locatie van de stroomonder-
breker.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND OPKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 20). U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke opening
dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig dat alle onderdelen
nog goed vast zitten en draai ze aan indien
nodig.
2
4.
GEVAAR: t
rek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
z
ij een technicus dat aangeeft. Onderhoud,
anders dan de procedures in deze handleid-
ing moeten uitsluitend worden uitgevoerd
door een erkende onderhoudsvertegenwo-
ordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelfs tot
de dood leiden. Wanneer u duizelig wordt of
pijn voelt tijdens het oefenen, stop dan
meteen met oefenen en begin aan een
afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire PRO-
F
ORM
®
7
90 ZLT loopband. Deze 790 ZLT loopband
biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te
maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
l
oopband opvouwen, waardoor deze minder dan de
helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nah et lezen van de
h
andleiding nog vragen hebt. Noteer het productnum-
mer en het serienummer voordat u met ons contact
opneemt. De plaats waar u beide stickers kunt vinden,
wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Accessoirehouder
Sleutel/Clip
Reset/off
Stroomonderbreker
Loopband
Platform van het Kussen
Voetkussentje
Bijstelbouten
van de Roller
Bedieningspaneel
Polssensor
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
t
eerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
p
akkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Tijdens het monteren zult u de meegeleverde inbussleutels , rubber hamer , uw eigen kruis-
kopschroevendraaier , Engelse sleutels , draadknipper , een
schaars .
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: als
een onderdeel in het onderdelenzakje ontbreekt, controleer dan of het is bevestigd aan een van de onder-
delen die gemonteerd moet worden. Om schade aan plastic onderdelen te vermijden, moet u geen elek-
trisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
Tussenstuk van de
Basisvoet (89)–2
#8 x 3/4" Schroef
(1)–4
3/8" Sterring
(12)–4
1/4" Sterring
(10)–2
#8 x 1" Tekschroef
(2)–4
3/8" Borgmoer
(11)–1
5/16" Sterring
(9)–6
Tussenstuk van de
Bout (84)–4
3/8" x 2" Bout (3)–1
3/8" x 4" Bout (5)–4
5/16" x 3/4" Bout
(4)–6
1/4" x 1 1/4" Bout (6)–2
3/8" x 1 3/4" Bout (8)–1
7
3. Bevestig een Wiel (90) met de 3/8" x 2" Bout (3)
en de 3/8" Borgmoer (11) die u hebt verwijderd
in stap 1. Draai de moer niet te vast; het Wiel
moet vrij kunnen draaien.
Druk een Basiskapje (85) in het Basis (60).
3
11
3
90
60
1
. Zorg dat het snoer niet in het stopcontact zit.
V
erwijder de 3/8" Borgmoer (11), de 3/8" x 2"
Bout (3), en de verzendbeugel (C) van de Basis
(60). Verwijder de verzendbeugel van de andere
kant van de loopband. Gooi de verzendbeugels
w
eg. Bewaar de Borgmoerenen de Bouten voor
stap 3 en 6.
60
11
C
1
3
2. Draai de loopband voorzichtig naar de linkerkant
met de hulp van een tweede persoon. Vouw het
Onderstel (53) gedeeltelijk zodat de loopband
stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig in.
Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
verzendbeugel (B) en gooi deze weg.
Snij de verzendbanden los die de Draadharnas
(86) aan het Basis (60) bevestigt. Plaats een
draad in het aangegeven gat in de Basis en ge-
bruik de band om de Draadharnas uit het gat te
trekken.
Bevestig twee Basisvoeten (88) aan de Basis
(60) in de getoonde richtingen met twee
Tussenstukken van de Basisvoet (89) en twee
#8 x 1" Tekschroeven (2). Bevestig dan twee
Basisvoeten (88) met twee #8 x 1"
Tekschroeven (2).
2
60
A
B
2
53
2
2
88
88
2
86
88
88
89
89
Gat
85
8
5. Houd een Tussenstuk van de Bout (84) in het
onderste uiteinde van de Rechter Staander (79).
Plaats een 3/8" x 4" Bout (5) met een 3/8"
Sterring (12) in de Rechter Staander en het
Tussenstuk van de Bout. Herhaal deze stap
met een tweede Tussenstuk van de Bout
(84), een 3/8" x 4" Bout (5), en een 3/8"
Sterring (12).
Houd de Rechter Staander (79) tegen het
Tussenstuk van de Rechter Staander (83). Zorg
dat u de Draadharnas (86) niet beklemd.
Draai de 3/8" x 4" Bouten (5) vast tot de koppen
van de bouten de Linker Staander raken; draai
de Bouten nog niet helemaal vast.
83
79
86
12
84
5
5
4
. Zoek naar de Rechter Staander (79) en naar het
Tussenstuk van de Rechter Staander (83).
Plaats de Draadharnas (86) door het tussenstuk
van de Rechter Staander zoals wordt
w
eergegeven. Plaats het Tussenstuk van de
Rechter Staander op de Basis (60).
Plaats de Rechter Staander (79) bij de Basis
(
60) met de hulp van een tweede persoon.
Raadpleeg de inzettekening. Bind de draad-
band in de Rechter Staander stevig rond het
uiteinde van de Draadharnas (86). Trek dan aan
de andere kant van het draadband tot de
Draadharnas helemaal door de Rechter
Staander is geleid.
60
Draadband
86
79
83
86
4
Draad-
band
79
86
9
7. Druk een Basiskapje (85) in het Basis (60).
Houd een Tussenstuk van de Bout (84) in het
onderste uiteinde van de Linker Staander (77).
Plaats een 3/8" x 4" Bout (5) met een 3/8"
Sterring (12) in de Linker Staander en het
Tussenstuk van de Bout. Herhaal deze stap
met een tweede Tussenstuk van de Bout
(84), een 3/8" x 4" Bout (5), en een 3/8"
Sterring (12).
Plaats het Tussenstuk van de Linker Staander
(82) en de Linker Staander (77) tegen de Basis
(60). Draai de 3/8" x 4" Bouten (5) vast tot de
koppen van de bouten de Linker Staander
raken; draai de Bouten nog niet helemaal
vast.
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (60) plat op de
vloer ligt.
8. Zoek naar de Rechter Handleuning (105). Laat
een tweede persoon de Rechter Handleuning
naast de Rechter Staander (79) houden.
Plaats de Draadharnas (86) in de onderkant van
de Rechter Handleuning (105) en uit het gat aan
de bovenkant van de Rechter Handleuning.
Steek de beugel op de Rechter Handleuning
(105) in de bovenkant van de Rechter Staander
(79).
Maak de Rechter Handleuning (105) vast aan
de Rechter Staander (79) met drie 5/16" x 3/4"
Bouten (4) en drie 5/16" Sterringen (9); draai de
Bouten nog niet te vast. Zorg dat u de
Draadharnas (86) niet beklemd.
82
77
5
60
84
84
85
12
7
6. Leg de loopband voorzichtig op zijn rechterkant
met de hulp van een tweede persoon. Vouw het
Onderstel (53) gedeeltelijk zodat de loopband
s
tabieler is; vouw het Onderstel nog niet
volledig in.
Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
verzendbeugel (B) en gooi deze weg.
Bevestig een Wiel (90) met de 3/8" x 2" Bout (3)
en de 3/8" Borgmoer (11) die u hebt verwijderd
in stap 1. Draai de moer niet te vast; het Wiel
moet vrij kunnen draaien.
6
90
53
3
B
A
11
86
79
4
Gat
4
105
9
8
10
9. Steek de beugel van de Linker Handleuning
(106) in de bovenkant van de Linker Staander
(77).
M
aak de Linker Handleuning (106) vast aan de
Linker Staander (77) vast met drie 5/16" x 3/4"
Bouten (4) en drie 5/16" Sterringen (9); draai de
Bouten nog niet te vast.
4
4
9
106
77
9
11. Zorg ervoor dat de draden niet in de Rechter
Handleuning (105) bekneld raken.
Bevestig het bedieningspaneel aan de Rechter
Handleuning (105) met twee #8 x 3/4"
Schroeven (1) en een 1/4" x 1 1/4" Bout (6) met
een 1/4" Sterring (10). Herhaal deze stap voor
de linkerkant van het bedieningspaneel.
Draai de vier Schroeven en de vier Bouten
met de vingers vast voordat u ze helemaal
vastdraait.
Zie stappen 5 en 7 tot en met 9. Draai alle
bouten vast die worden gebruikt in deze
montagestappen.
1
10
6
Bedieningspaneel
105
11
10. Laat een tweede persoon het bedieningspaneel
vasthouden bij de Rechter Staander (79).
Verbind de Draadharnas (86) met de
Bedieningspaneelbedrading. Raadpleeg de
inzettekening. De koppelstukken zouden
gemakkelijk samen moeten glijden en op
hun plaats moeten klikken. Als dit niet
gebeurt, dient u een van de koppelstukken te
draaien en het nog eens te proberen. HET BE-
DIENINGSPANEEL KAN WANNEER DE KOP-
PELSTUKKEN NIET GOED IN ELKAAR ZIT-
TEN BESCHADIGD WORDEN WANNEER U
DE STROOM INSCHAKELT. Verwijder de
draadband uit de Draadharans. Plaats de
aangegeven connector en overmatige bedrad-
ing in de Rechter Handleuning (105).
Plaats de Bedieningspaneel op de Rechter
Handleuning (105) en Linker Handleuning (niet
afgebeeld). Zorg dat u de bedrading niet bek-
lemt.
79
Bedienings-
paneel
10
86
Draad
van het
Bedienin-
gspaneel
Draadband
105
Draad van
het
Bediening-
spaneel
86
14. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen doorzichtig plastic
op de loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een matje onder de loopband om
de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee
af te stellen (zie paginaʼs 23 en 24).
51
Grote
loop
60
8
53
3
50
13
11
49
13. Breng daarna het Onderstel (53) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (50) zo dat de
grote loop en de Vergrendelknop (51) zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Verwijder de band van het bovenste uiteinde
van de Opbergvergrendeling (50). Bevestig het
bovenste uiteinde van de opbergvergrendeling
in de beugel op het Onderstel (53) met een 3/8"
x 2" Bout (3) en een 3/8" Borgmoer (11).
Verwijder de band van het onderste uiteinde van
de Opbergvergrendeling (50). Houd de gaten in
het Kapje van de Vergrendeling (49) uitgelijnd
met de gaten in de Opbergvergrendeling. Zorg
dat u het kapje van de Vergrendeling binnen
de Opbergvergrendeling houdt. Bevestig de
opbergvergrendeling aan de beugel op de Basis
(60) met een 3/8" x 1 3/4" Bout (8). Opmerking:
het kan nodig zijn om het Onderstel (53) heen en
weer te schuiven om de Opbergvergrendeling uit
te lijnen met de beugel.
Breng het Onderstel (53) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 21).
12. Druk, wanneer nodig, het Linker
Accessoirehouder (94) en het Rechter
Accessoirehouder (99) in het bedieningspaneel.
94
99
12
Bedienings-
paneel
11
12
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
behandel de band of het loopplatform nooit met siliconen spray of ander middel. Als u dat doet, zult u de
loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Als het niet goed functioneert geeft
de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zo-
doende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer
en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen voor een door de
fabrikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer
in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt
met alle plaatselijke regelingen. BELANGRIJK: de loopband kan
niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout cir-
cut gebruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden.
Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is.
Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker
monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
13
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspa-
neel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen
op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse
waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De loopband biedt een reeks functies die zijn on-
twikkeld om uw oefeningen effectiever te maken. U
kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snel-
heid en de hellingstand van de loopband veranderen
met de druk op een toets. Tijdens de oefening zal het
bedieningspaneel doorlopende feedback over uw oe-
fening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door de
ingebouwde polssensor of de optionele borstkas-
polssensor (zie pagina 19) te gebruiken.
Het bedieningspaneel bevat zestien voorafingestelde
oefeningen vier oefeningen om af te vallen, vier aer-
obic oefeningen, vier oefeningen voor het uithoud-
ingsvermogen, en vier prestatie oefeningen. Elke oe-
fening beheert automatisch de snelheid en de helling
van de loopband als het u door een effectieve oefen-
ingsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel biedt twee oefeningen voor de
hartslag die de snelheid en de helling van de loopband
regelen om u te helpen uw hartslag in de buurt van de
na te streven hartslaginstellingen te krijgen.
U kunt, wanneer de handmatige instelling of een oe-
fening gekozen wordt, naar u favoriete muziek of naar
audioboeken luisteren via het premium geluidsysteem
van het bedieningspaneel.
Zie pagina 14 het apparaat aan te zetten. Zie pagina
14 om de handmatige instelling te kiezen. Zie pag-
ina 16 om een voorafingesteld programma te ge-
bruiken. Zie pagina 17 om een oefening voor de
hartslag te gebruiken. Zie pagina 18 om de infor-
matie instelling te kiezen. Zie pagina 19 om het
geluidssysteem te gebruiken.
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Sleutel
Clip
14
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa-
gina 12). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker [RESET/OFF] op
het onderstel van de loop-
band bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de
reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel-
ling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de stroomonderbreker zich in de reset positie
vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schake-
len, een paar seconden op de Stop-toets [STOP].
Raad-pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18
om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de
displays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 13) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-
spaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet-
ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: ls er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plas-
tic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
platform te voorkomen. De eerste keer dat u de
loopband gebruikt dient u de uitlijning van de loop-
band te bestuderen en het midden van de loop-
band aan te passen indien dit nodig is (zie pagina
24).
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING op pagina
18 om te zien welke maateenheid gekozen is of om
van maateenheid te veranderen. Opmerking: om het
e
envoudig te houden worden alle instructies in dit
gedeelte in kilometers aangegeven.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleu-
tel invoert,
wordt de
handmatige
instelling
gekozen.
Druk, wan-
neer u voor een oefening kiest, meerdere keren op
de oefening kiezen [WORKOUT SELECT] toetsen
totdat de piste op de display verschijnt.
3. Start de loopband.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Starttoets [START], de Snelheidtoenametoets
[SPEED] of een van de genummerde Directe
Snelheidstoetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Met elke
druk op een van de toetsen zal de snelheid met
0,1 km/u veranderen; de snelheid zal met 0,5 km/u
veranderen wanneer u de toets ingedrukt houdt.
De loopband zal, wanneer u op een van de
genummerde Directe Snelheidstoetsen drukt,
langzaam van snelheid veranderen totdat de
gekozen snelheidsinstelling bereikt is.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display beginnen op te
flikkeren. Om de loopband opnieuw te starten, druk
op de Starttoets, de Snelheidtoenametoets of een
van de genummerde Directe Snelheidstoetsen.
Piste
Resetten
15
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk om de helling van de loopband te veran-
deren, op de Hellings- [INCLINE] toename en -af-
n
ame toetsen of een van de genummerde
hellingstoetsen [QUICK INCLINE]. Druk om de
helling van de loopband te veranderen, op de
Helling toename- of afnametoetsen. Elke keer als u
op de Hellingtoename- of afnametoets drukt, ve-
randert de helling met 0,5%. De loopband zal,
wanneer u op een van de genummerde Quick
Incline toetsen drukt, de helling veranderen totdat
de gekozen hellingsnelheidsinstelling bereikt is.
Opmerking: Het kan even duren nadat u op de
toetsen drukt voordat de loopband de gekozen
hellingsinstelling bereikt.
5. Volg uw voortgang op de display.
De bovenste
display zal,
wanneer de
handmatige
instelling
gekozen
wordt, een
piste aangegeven die een afstand van 402 meter
voorstelt. Tijdens het lopen of rennen zal de ene
indicator na de andere op de piste verschijnen tot-
dat de hele piste is weergegeven. De piste zal dan
verdwijnen en de indicators worden opnieuw
achter elkaar getoond.
De linkerkant van de on-
derste display zal de ver-
lopen tijd [TIME], de
gelopen afstand [DIST.]
en de helling van de loop-
band aangeven. Drup de
Display toets om de tijd of de afstand te bekijken.
Opmerking: Indien u een oefening kiest, zal het
display [DISPLAY] de resterende tijd in de oefen-
ing weergeven in plaats van de verlopen tijd.
De rechterkant van de
onderste display zal bij
benadering het aantal
verbruikte calorieën
[CALS.], de snelheid
[SPEED] van de band,
en uw tempo in minuten per kilometer aangeven.
Druk op de Display toets om de snelheid of het
tempo te bekijken. De rechterkant van de display
zal uw hartslag aangeven wanneer u de hand-
greep met polssensor of de optionele borstkassen-
sor gebruikt.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Opmerking: Indien u de Handgreep met
p
olssensor en de Borstkassensor tegelijkertijd
gebruikt, zal het bedieningspaneel console uw
h
artslag niet nauwkeurig weergeven. Zie pagina
19 voor meer informatie over de optionele
borstkassensor.
Voordat u de
handgreep
polssensoren ge-
bruikt, verwijder
het plastic laagje
van de metalen
contactpunten.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voeten-
balken staan en plaats uw handen ongeveer tien
seconden lang op de metalen contactpun-
ten–beweeg uw handen niet. Wanneer uw pols
gemeten kan worden zal bij iedere hartslag een
hartsymbool op de display opflikkeren en dan zal
uw hartslag worden aangegeven. Houdt de con-
tactpunten ongeveer 15 seconden lang vast
voor het meest zuivere resultaat.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont de hoge en lage snelheidsin-
stellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets
om een ventilatorsnelheid te selecteren of zet de
ventilator uit. Opmerking: Als de ventilator aan
staat als de loopband is gestopt, dan zal de venti-
lator automatisch na een paar minuten uitgaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de
Stoptoets en stel de hellingstand van de loop-
band in de laagste positie. De helling van de
loopband moet zich in de laagste stand bevin-
den wanneer u de loopband wilt opbergen an-
ders kan de loopband beschadigd worden. Haal
vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en
bewaar deze op een veilige plek.
Als u klaar bent met het gebruiken van de loop-
band, schakelt u de reset/uit stroomonderbreker
naar de stand 'uit' en kunt u de stekker uit het stop-
contact halen. BELANGRIJK: Als u dit niet doet,
kunnen de elektrische onderdelen van de loop-
band voortijdig slijten.
Piste
Metalen Contactpunten
16
EEN VOORAFINGESTELD OEFENPROGRAMMA
GEBRUIKEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 14.
2. Kies een van de voorafingestelde oefeningen.
Druk, om een
van de
zestien
voorafin-
gestelde pro-
grammaʼs te
kiezen, meerdere keren op de Oefening Kiezen
[WORKOUT SELECT] toetsen totdat de gewenste
oefening op de display verschijnt.
Met elke gekozen voorafingestelde programma zal
de maximale snelheidsinstelling en de maximale
hellinginstelling van de oefening in de onderste dis-
play een paar seconden lang opflikkeren. Tevens
zullen de duur en tijd van de oefening op de dis-
play verschijnen en een profiel van de snelheidsin-
stelling van de oefening zal langs de bovenste dis-
play lopen.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoenametoets [SPEED] om met de oe-
fening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Elke oefening is verdeeld in 30 segmenten, 1-min-
uut ieder. Er is één hellinginstelling en één snelhei-
dinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let
op: Dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan
worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
segmenten.
Tijdens het oefen-
programma,
wordt uw profiel
weergegeven
zodat u uw
vorderingen kunt
volgen. De
flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oe-
feningsegment voor. De hoogte van het flikkerende
segment geeft de weerstandsinstellingen voor het
huidige segment weer. U zult aan het eind van
ieder segment een aantal geluiden horen. Als een
andere snelheid en/of hellinginstelling is gepro-
g
rammeerd voor het volgende onderdeel, dan zal
de nieuwe snelheid en/of hellinginstelling knip-
p
eren in de display om u te waarschuwen. De
loopband zal dan automatisch de snelheids- en/of
de hellinginstelling van het volgende segment in-
stellen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal
langzaam tot stilstand komen.
Wanneer de snelheids- of hellinginstelling van het
huidige segment te hoog of te laag ligt kunt u deze
handmatig veranderen door op de Snelheid of de
Helling [INCLINE] toetsen te drukken. De loopband
zal echter, wanneer het huidige segment
eindigt, de snelheid en de helling van de loop-
band automatisch instellen voor het volgende
segment.
Om het intensiteitniveau van het gehele pro-
gramma aan te passen, drukt u op de
Intensiteittoename- en afnametoets [INTENSITY].
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets [STOP]. Om de oefen-
ing weer te starten, drukt u op de toets Start of op
de toets Snelheidstoename. De loopband begint bij
ongeveer 2 KM/H te bewegen, Als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de display.
Zie stap 5 op pagina 15.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 15.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 15.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 15.
Huidig segment
17
EEN OEFENING OM TE HARTSLAG GEBRUIKEN
1. Doe de optionele borstkaspolssensor om.
Opmerking: Draag, voor de beste resultaten, de
optionele borstkassensor wanneer u een oefening
voor de hartslag doet. Zie pagina 19 voor infor-
matie over de borstkas polssensor.
2. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 14.
3. Kies een oefening voor de hartslag.
Druk, om een van de twee oefeningen voor de
hartslag te kiezen, meerdere keren op de Oefening
Kiezen [WORKOKUT SELECT] toetsen totdat de
gewenste oefening op de display verschijnt. De
naam van de oefening zal wanneer u deze kiest op
de display verschijnen.
Wanneer oefening nummer 9 voor de hartslag
gekozen wordt zal een lijn die de hartslag voorstelt
op de display verschijnen. Met iedere gemeten
hartslag zal een piek in de lijn verschijnen.
Wanneer oefening nummer 18 voor de hartslag
gekozen wordt zal een profiel van de hartslagin-
stellingen van de oefening en de duur van de oe-
fening op de display verschijnen.
4. Toets een na te streven hartslaginstelling in.
Wanneer oefening voor de hartslag nummer 9
gekozen wordt dan zal na een ogenblik de na te
streven hartslaginstelling van de hele oefening op
de display verschijnen. Als u dat wilt, druk op de in-
stensiteits-toenametoetsen of -afnametoetsen om
de de na te streven hartslaginstelling te veran-
deren (zie INTENSITEIT VAN OEFENINGEN op
p
agina 25).
W
anneer oefening nummer 18 voor de hartslag
wordt gekozen dan zal na een ogenblik de maxi-
male hartslaginstelling op de display verschijnen.
Als u dat wilt, druk op de instensiteits-toenametoet-
sen of -afnametoetsen om de maximale na te
streven hartslaginstelling te veranderen (zie IN-
TENSITEIT VAN OEFENINGEN op pagina 25).
Let op: Als u de maximale na te streven hartsla-
ginstelling bijstelt, dan wordt het intensiteit-
sniveau van het hele programma gewijzigd.
5. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de Snelheids-
toenametoets [SPEED] om met de oefening te be-
ginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefen-
ing. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Oefening nummer 9 voor de hartslag is in seg-
menten van ieder één minuut verdeeld. Dezelfde
harstlaginstelling wordt voor alle segmenten gepro-
grammeerd (alleen niet voor de eerste twee seg-
menten). Oefening nummer 18 voor de hartslag
bevat 30 segmenten van één minuut. Er wordt een
na te streven hartslag geprogrammeerd voor elk
segment. Opmerking: Dezelfde na te streven hart-
slaginstelling kan worden geprogrammeerd voor
opeenvolgende onderdelen.
Tijdens elk segment van de oefening zal het bedi-
eningspaneel regelmatig uw hartslag met de na te
streven hartslaginstelling van het huidige on-
derdeel vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of
boven de na te streven hartslag ligt, dan zal de
weerstand van de pedalen automatisch verhogen
of verlagen om uw hartslag dichter bij uw na te
streven hartslag te brengen. Iedere keer dat de
snelheid en/of de helling van de loopband gaat ve-
randeren, zal de snelheid- en/of de hellinginstelling
van de loopband in de display verschijnen en zal
een geluid u waarschuwen.
OPGELET: I
ndien u hartproble-
men heeft, ouder bent dan 60 jaar of inactief
bent geweest, gebruik dan geen hartslagoe-
feningen. Als u regelmatig medicijnen gebruikt
dient u uw arts te consulteren om te weten te
k
omen of de medicatie invloed zal hebben op
de hartslagwaarde van de oefening.
18
U zult, wanneer oefening nummer 18 voor de
hartslag gekozen wordt, aan het eind van ieder
segment een aantal geluiden horen en alle hartsla-
g
instellingen zullen met een kolom naar links ver-
plaatst worden. De oefening gaat zo verder tot het
l
aatste onderdeel van de oefening is uitgevoerd.
De loopband zal langzaam tot stilstand komen.
Als de snelheids- en/of hellingsinstelling te hoog of
te laag is, dan kunt u het intensiteitniveau van de
oefening op elk moment wijzigen door te drukken
op de Snelheids- en Hellingstoetsen [INCLINE];
maar, als het bedieningspaneel uw hartslag
vergelijkt met de doelhartslag voor het huidige
onderdeel, dan kan de helling en/of snelheid
van de loopband wijzigen om de hartslag
dichter in de buurt van de doelhartslag te bren-
gen.
Om de maximale na te streven hartslaginstelling te
veranderen moet u op de intensiteits-toename- of -
afnametoetsen drukken.
De letters “PLS” zullen in de display opflikkeren
wanneer uw pols niet gemeten kan worden en de
snelheid en/of de helling van de loopband kan au-
tomatisch verminderd worden. Als dit gebeurt kijkt
dan bij de instructies die zijn bijgeleverd bij de op-
tionele borstkassensor.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Druk op
de Starttoets om de oefening te hervaten. De loop-
band begint te bewegen met 2 km/u [KM/H]; maar
als het bedieningspaneel uw hartslag vergelijkt
met de na te streven hartslaginstelling van het
huidige segment, dan kan de snelheid en/of
helling van de loopband wijzigen om uw hart-
slag dichter in de buurt van de na te streven
hartslaginstelling te brengen.
6. Volg uw voortgang op de display.
Zie stap 5 op pagina 15.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 15.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 15.
DE INFORMATIE MODUS
Het bedieningspaneel bevat een informatie instelling
d
ie informatie over de loopband bijhoudt. De informatie
instelling laat u ook de maateenheid kilometer of mijlen
k
iezen en u kunt de display instelling aan- en uit te
doen.
Om de informatie informatie te kiezen, houdt u de
Stoptoets [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de
Stoptoets weer loslaat. De volgende informatie zal,
wanneer de informatie instelling gekozen wordt, op de
display verschijnen:
In de bovenste
linkerhoek van de
display zal het
aantal uren dat de
loopband gebruikt
is worden
aangeven. De onderste linkerhoek van de display
geeft het aantal kilometers of mijlen aan dat de band
gedraaid heeft aan. Tevens zal een “M” voor kilome-
ters of een “E” voor Engelse mijlen in de bovenste
rechterhoek van de display verschijnen. Druk om van
maateenheid te veranderen op de
Snelheidtoenametoets [SPEED]. De onderste linker-
hoek van de display zal het volume aangegeven. Druk,
om de volume te veranderen, op de
Hellingtoenametoets [INCLINE].
Het bedien-
ingspaneel toont
een demostand,
die ontwikkeld is
voor gebruik als
de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als de demostand aan
staat, zal het bedieningspaneel normaal functioneren
als u de stekker insteekt, de reset/off stroomonder-
breker in de resetstand schakelt en de sleutel in het
bedieningspaneel steekt. Als u de sleutel eruit haalt,
dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet
werken. Indien de demoinstelling is aangezet, dan zal
een ʻdʼ op de display verschijnen terwijl de informatie
instelling is gekozen. Om de display demoinstelling
aan of uit te zetten, kunt u op de Snelheidafnametoets
drukken.
Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te trekken.
19
HET GEBRUIK VAN HET STEREOGELUID-
SYSTEEM
O
m muziek of audioboeken af te spelen via de stereo
van het bedieningspaneel, moet u uw iPod, MP3-
s
peler, CD-speler, of andere persoonlijke audio-speler
op het bedieningspaneel aansluiten.
Om de MP3 plug te gebruiken, zoek dan naar de au-
diokabel en steek deze in de MP3 plug. Steek dan de
audiokabel in uw iPod, MP3-speler, cd-speler of an-
dere persoonlijke speler. Zorg dat de audiokabel
volledig is aangesloten.
Druk dan op de Afspelentoets [PLAY] op uw MP3-
speler, Cd-speler of andere persoonlijke audio-speler.
Stel het volume op uw persoonlijke audio-speler bij.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien-
ingspaneel.
DE OPTIONELE BORSTKASPOLSSENSOR
De optionele borstkassensor levert een handenvrije
werking en controleert de hartslag tijdens de oefenin-
gen. Voor aankoop van de optionele borstkassen-
sor belt u met het telefoonnummer op de omslag
van deze handleiding.
Volg, wanneer u de optionele borstkaspolssensor
gekocht heeft, de volgende stappen hieronder om
de ontvanger die bij de borstkaspolssensor is
m
eegelever te installeren.
1
. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stopcon-
tact is aangesloten. Verwijder de aangeven #8 x
3/4" Schroef (1) en het Toegangsdeurtje (102) van
de onderkant van de Basis van het
Bedieningspaneel (96).
2. Sluit de draad van de ontvanger (A) aan op de
aangegeven draad die uit de Basis van het
Bedieningspaneel (96) steekt. Houdt de ont-
vanger zodanig vast dat de antenne gedraaid is
zoals aangegeven en naar de Basis van het
Bedieningspaneel wijst. Bevestig de ontvanger
aan de plastic buizen op het Toegangsdeurtje
(102) met de twee meegeleverde kleine
schroeven.
3. Zorg dat bedrading niet beklemd raakt. Maak
het Toegangsdeurtje (102) weer vast met de #8 x
3/4" Schroef (1). Gooi alle andere draden weg die
bij de ontvanger zijn geleverd.
A
102
Antenne
1
96
Draad
Kleine
Schroeven
20
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND OPKLAPPEN VOOR OPSLAG
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loop-
b
and opklapt. Als u dit niet doet kunt u de loopband
beschadigen als u deze uitvouwt. Verwijder de sleutel en
trek het snoer uit het stopcontact. OPGELET: U moet op
veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of
om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Zorg dat u uw knieën buigt en
houd uw rug recht als u het onderstel omhoog houdt.
Til het onderstel half omhoog naar de verticale stand.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de opslag-
positie vergrendelt. Zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld.
Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de
vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst dient u de loopband in de
opslagpositie te zetten, zoals hierboven beschreven. Zorg
dat de vergrendelknop in de opslagpositie is vergren-
deld.
1. Houd één handgreep vast en zet een voet tegen een van
de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de wieltjes.
Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats. Verplaats de loopband nooit door deze naar
achteren te hellen. Wees heel voorzichtig tijdens het
verplaatsen van de loopband zodat u het risico op
persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband
niet over een ongelijk oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een wiel en breng de loopband
voorzichtig omlaag tot deze in de opslagpositie staat.
Handleuning
Wiel
Vergrendel-
knop
Onderstel
Onderstel
21
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1
. Houd het bovenste uiteinde van de loopband vast met
uw rechterhand. Trek de Vergrendelknop naar links en
houd deze vast. Het kan nodig zijn om het onderstel naar
voren te duwen als u de knop naar links trekt. Draai het
onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen
vast en breng het naar omlaag op de vloer. OPGELET:
Houd niet alleen de plastic grijprails vast en laat het
onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën en
houd uw rug recht.
Vergrendel-
knop
Onderstel
Onderstel
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt u
de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 8). Als u een
verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet langer is dan
1,5 meter. BELANGRIJK: de loopband is niet geschikt voor stopcontacten die met RCD zijn
uitgerust.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker
[RESET/OFF] die zich op het onderstel van de
loopband bevindt naast het snoer. Als de schake-
laar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de stroom-
onderbreker afgegaan. Om de stroomonderbreker
opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt
u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie bovenstaande tekening). Als de stroomonderbre-
ker is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het stop-
contact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: Het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-paneel
haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand
ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP] een aantal secon-
den ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u DE INFORMA-
TIEMODUS op pagina 18 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en dan
NEEM HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Houd de Staanders (77, 79) met de hulp van een
tweede persoon voorzichtig omlaag. Er kunnen
drie #8 x 2" Schroeven (24) zitten in de onderkant
van de Onderpan (70). Als dat zo is dient u deze te
verwijderen. Opmerking: U heeft een kruiskop-
schroevendraaier met een as van minstens 13 cm
lang nodig. Breng dan de Staanders weer
omhoog.
Doorge-
slagen
Resetten
c
24
70
24
77
79
a
23
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en
draai de Motorkap (63) voorzichtig uit.
Zoek de Sensorschroef (68) en de Magneet
(48) aan de linkerkant van de Katrol (47).
Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met
de Sensorschroef. Zorg dat het gat tussen
de Magneet en de Sensorschroef ongeveer
3mm is. Draai, indien nodig, de 3/4" Schroef
(16) wat los en verplaats de
Bladveerschakelaar enigszins.
Bevestig de kap weer (niet afgebeeld) met de
#8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld). Maak,
indien nodig de #8 x 2" Schroeven weer vast
(niet afgebeeld). Laat de loopband een paar
minuten draaien om te controleren of de snel-
heid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: De helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk op een van de hellingtoetsen als de sleutel in het bedieningspaneel zit. Bij het wijzigen
van de helling haalt u de sleutel eruit. Steek de sleutel er na een paar seconden weer in.
De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het
minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter.
b. Als de band te strak is gezet, dan zal de werk-
ing van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleu-
tel en dan NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
roller een kwartslag naar links met de inbus-
sleutel. Als de loopband goed vastzit moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Boven
aanzicht
48
16
68
3 mm
47
Bijstelbouten van de Roller
5-7 cm
b
63
1
24
PROBLEEM: De loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden
b
egeeft dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
C
ONTACT. Als de loopband naar links is ver-
schoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker bijstelbout van de ruststandrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven kunt u de
linker bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot
de loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt
gelopen, dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan NEEM HET SNOER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar rechts met de
inbussleutel. Als de loopband goed vastzit, moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Steek dan de
stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
b
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
v
erbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
d
e eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
26
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL91709.0 R0809A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die hi-
e
ronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 20 #8 x 3/4" Schroef
24#8 x 1" Tekschroef
333/8" x 2" Bout
465/16" x 3/4" Bout
543/8" x 4" Bout
621/4" x 1 1/4" Bout
71Motorbedrading van de Helling
813/8" x 1 3/4" Bout
965/16" Sterring
10 2 1/4" Sterring
11 3 3/8" Borgmoer
12 4 3/8" Sterring
13 5 #8 x 3/4" Tekschroef
14 4 #8 x 1 1/2" Schroef
15 2 #8 x 1/2" Aardingschroef
16 11 3/4" Schroef
17 2 5/16" x 3 5/8" Bout
18 2 3/8" x 1" Bout
19 2 Bout van de Roller
20 1 3/8" x 1 1/2" Bout van de
Hellingmotor
21 1 3/8" x 1 3/4" Bout van de
Hellingmotor
22 2 3/8" x 3/4" Bout
23 14 #8 x 1/2" Schroef
24 3 #8 x 2" Schroef
25 8 #12 x 1 1/4" Schroef
26 2 Motorbout
27 4 Riemgeleiderschroeven
28 2 1/4" Platte Tussenring
29 2 1/4" Gespleten Tussenring
30 2 U-moer
31 4 3/8" Borgmoer
32 4 5/16" Flensmoer
33 3 #8 Clip
34 2 #10 Sterring
35 1 Inbussleutel
36 1 5/32" Inbussleutel
37 1 Linker Voetbalk
38 2 Sticker van de Voetbalk
39 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
40 2 Platform van het Kussen
41 1 Loopoppervlak
42 1 Band
43 2 Riemgeleider
44 2 Onderstelpan
45 2 Tussenstuk van het Onderstel
46 1 1/4" x 1" Bout
47 1 Aandrijfrol/katrol
48 1 Magneet
49 1 Vergrendelkap
50 1 Opbergvergrendeling
51 1 Vergrendelknop
52 1 Rechter Voetleuning
53 1 Onderstel
54 2 Rolbeugel
55 1 Roller Grondbedrading
56 1 Inzetstuk van de Rechterachtervoet
57 1 Rechterachtervoet
58 1 Inzetstuk van de Linkerachtervoet
59 1 Linkerachtervoet
60 1 Basis
61 1 Roller
62 1 Kapaccent
63 1 Motorkap
64 1 Onderstel van de Lift
65 1 Grondbedrading van het Onderstel
van de Lift
66 1 Motoraandrijfriem
67 1 Aandrijfmotor
68 1 Sensorschroef
69 1 Klem van de Sensorschroef
70 1 Onderpan
71 1 Reset/off Stroomonderbreker
72 1 Snoeradapter
73 1 Snoer
74 1 Controller
75 1 Controller Aardingsdraad
76 2 Draadband
77 1 Linker staander
78 1 #8 x 3/4" Aardingsbout
79 1 Rechter Staander
80 1 Tussenstuk van de Liftmotor
81 1 Liftmotor
82 1 Tussenstuk van de Linker Staander
83 1 Tussenstuk van de Rechter
Staander
84 4 Tussenstuk van de Bout
85 2 Basiskapje
86 1 Draadharnas
87 2 Waarschuwingssticker
88 4 Basisvoet
89 2 Tussenstuk van de Basisvoet
90 2 Wiel
91 2 Verbinding
92 2 15.5" Draadband
93 9 8" Draadband
94 1 Linker Accessoirehouder
95 1 Audiokabel
27
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
9
6 1 Basis van het Bedieningspaneel
97 1 Bedieningspaneel
98 1 Draadband
99 1 Rechter Accessoirehouder
1
00 1 Rechter Polsplaat
101 1 Linker Polsplaat
1
02 1 Toegangsdeur
103 1 Sleutel/Klip
104 4 Kapje van de Handleuning
105 1 Rechter Handleuning
106 1 Linker Handleuning
107 1 Dwarsstang van het
Bedieningspaneel
108 6 Bedieningspaneelklem
109 2 5/16" x 1 1/2" Bout
110 6 #3 x 1/4" Schroef
111 1 Sleutelschakelaar
112 2 Motorisolator
1
13 1 Motorplaat
114 1 Elektronische Plaat
115 1 Filter
116 1 Transformator
1
17 1 Ontvanger
118 2 #8 Sterring
1
19 1 #8 Moer
120 1 Aardingsdraad Bedieningspaneel
*–8" Blauwe Draad, 2F
*–10" Blauwe Draad, 2F
*–4" Rode Draad, M/V
*–4" Zwarte Draad, 2F
*–4” Groene Draad met Sticker
*–8" Witte Draad, 2V
*–4" Zwarte Draad, M/V
*–8" Groene/Gele Draad, F/R
*–Gebruikershandleiding
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie de
achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderde-
len worden niet getoond.
3
8
51
50
16
16
109
17
17
19
19
29
28
29
28
57
59
23
23
27
27
43
43
25
25
25
44
25
25
25
25
25
38
37
32
32
32
48
44
45
32
40
41
39
42
47
52
38
61
40
53
54
54
45
56
58
36
35
34
34
14
49
14
55
16
16
11
109
46
28
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL91709.0 R0809A
13
13
13
13
69
16
68
33
33
3
3
1
1
1
18
18
23
71
67
66
63
64
76
70
65
24
23
62
23
75
24
24
26
112
113
73
72
117
114
74
115
116
15
23
23
23
118
118
119
78
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL91709.0 R0809A
29
88
88
88
3
90
11
11
90
3
5
12
5
12
4
9
4
22
22
31
31
85
85
77
79
60
87
82
83
93
91
84
84
89
21
20
31
81
80
86
92
86
9
4
9
4
9
4
2
31
2
2
87
9
88
89
2
7
30
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL91709.0 R0809A
110
111
30
106
103
1
107
14
99
94
97
96
1
1
1
95
1
98
23
108
104
105
104
1
6
10
14
10
6
1
101
100
1
1
110
1
102
104
104
110
110
110
30
120
31
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL91709.0 R0809A
Onderdeel Nr. 277890 R0809A Gedrukt in China © 2009 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
INFORMATIE OVER HERGEBRUIK
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL91709 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor