Schneider Electric Galaxy VL Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Galaxy VL
UPS
Bediening
De laatste updates zijn beschikbaar op de website van Schneider Electric
12/2022
www.se.com
Juridische informatie
Het merk Schneider Electric en alle handelsmerken van Schneider Electric SE en
haar dochterondernemingen waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, zijn
eigendom van Schneider Electric SE of haar dochterondernemingen. Alle andere
merken kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaren. Deze
handleiding en de inhoud ervan zijn beschermd onder de toepasselijke wetgeving
met betrekking tot auteursrechten en worden uitsluitend ter informatie verstrekt. Niets
uit deze handleiding mag worden gereproduceerd of verzonden in welke vorm of op
welke wijze dan ook (elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of
anderszins), voor welk doel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Schneider Electric.
Schneider Electric verleent geen recht of licentie voor commercieel gebruik van de
handleiding of de inhoud ervan, behalve voor een niet-exclusieve en persoonlijke
licentie om deze te raadplegen op "as is"-basis.
Producten en apparatuur van Schneider Electric mogen uitsluitend worden
geïnstalleerd, bediend en onderhouden door gekwalificeerd personeel.
Aangezien normen, specificaties en ontwerpen van tijd tot tijd veranderen, kan de
informatie in deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Voor zo ver toegestaan door de toepasselijke wetgeving, wordt er geen
verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid aanvaard door Schneider Electric en haar
dochterondernemingen voor eventuele fouten of weglatingen in de inhoud van dit
materiaal of gevolgen die voortvloeien uit of het gevolg zijn van het gebruik van de
informatie in dit materiaal.
Hier vindt u de handleidingen:
Trouvez les manuels ici:
在这里找到手册
Hier finden Sie die Handbücher:
Encuentre los manuales aquí:
Encontre os manuais aqui:
ULIEC
IEC: https://www.productinfo.schneider-electric.com/galaxyvl_iec/
UL: https://www.productinfo.schneider-electric.com/galaxyvl_ul/
UPS
Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES ............................................................................................5
FCC-verklaring...........................................................................................6
Elektromagnetische compatibiliteit ...............................................................6
Voorzorgsmaatregelen................................................................................6
Overzicht van de gebruikersinterface ......................................................7
Display ......................................................................................................7
Menustructuur ....................................................................................10
Overzicht systeemniveau-controller (SLC) en eenheidscontroller
(UC) ........................................................................................................ 11
Bedrijfsmodi...............................................................................................12
UPS-modi ................................................................................................12
Systeemmodi ...........................................................................................15
Configuratie ...............................................................................................17
De displaytaal instellen .............................................................................17
De UPS-ingang configureren.....................................................................17
De uitgang configureren............................................................................18
Spanningscompensatie uitgangstransformator......................................20
De batterijoplossing configureren...............................................................21
Hoge-efficiëntiemodus configureren...........................................................24
De schakelaars configureren .....................................................................24
De ingangscontacten configureren.............................................................26
De uitgangsrelais configureren ..................................................................28
Het netwerk configureren ..........................................................................30
De Modbus configureren...........................................................................32
De UPS-naam instellen.............................................................................34
Datum en tijd instellen...............................................................................34
De displayvoorkeuren configureren............................................................34
Herinnering voor stoffilter configureren.......................................................35
Sla de UPS-instellingen op een USB-apparaat op .......................................35
De UPS-instellingen herstellen met een USB-apparaat................................36
Het wachtwoord wijzigen...........................................................................36
Bedieningsprocedures .............................................................................37
De UPS overschakelen van normaal bedrijf naar statische bypass ...............37
De UPS overschakelen van statische bypass naar normaal bedrijf ...............37
De omvormer uitschakelen........................................................................37
De omvormer inschakelen.........................................................................37
De laadmodus instellen.............................................................................37
Het UPS-systeem uitschakelen in onderhoudsbypassmodus .......................38
Uitschakelen naar onderhoudsbypassmodus voor systeem met enkele
UPS met Kirk-Key geïnstalleerd ................................................................39
Het UPS-systeem opstarten vanuit de onderhoudsbypassmodus.................40
Opstarten vanuit onderhoudsbypassmodus voor systeem met enkele
UPS met Kirk-Key geïnstalleerd ................................................................41
Toegang tot een geconfigureerde netwerkbeheerinterface ...........................42
HTTP/HTTPS-protocollen inschakelen .................................................42
SNMP-protocollen inschakelen ............................................................43
990-91379B-022 3
UPS
De logboeken weergeven..........................................................................44
De systeemstatusinformatie weergeven .....................................................45
Tests............................................................................................................48
Een kalibratietest van de autonomietijd starten ...........................................48
Een kalibratietest van de batterij-autonomietijd stoppen...............................49
Een batterijtest starten ..............................................................................49
Een batterijtest stoppen ............................................................................49
Onderhoud.................................................................................................50
Sluit de temperatuur-/vochtigheidssensor aan (optioneel)............................50
Het stoffilter vervangen (GVLOPT001) .......................................................51
Live Swap: Een vermogensmodule toevoegen, verwijderen of
vervangen................................................................................................52
Vaststellen of u een vervangingsonderdeel nodig hebt.................................56
Onderdelen terugsturen naar Schneider Electric .........................................56
Problemen oplossen.................................................................................57
LED-statuslampjes van UPS-bedrijfsmodus................................................57
UPS-rapport naar een USB-apparaat exporteren ........................................58
Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel systeem........................59
Scenario's van eConversion-gedrag Parallel systeem ....................62
4 990-91379B-022
Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES UPS
Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
Lees deze instructies zorgvuldig en bestudeer de apparatuur om ermee vertrouwd
te worden voordat u deze probeert te installeren, bedienen of onderhouden. De
volgende veiligheidsmeldingen kunnen in deze handleiding of op de apparatuur
verschijnen om u te waarschuwen voor mogelijk gevaar of om uw aandacht te
vestigen op informatie ter verduidelijking of vereenvoudiging van een procedure.
Wanneer dit symbool naast de veiligheidsmelding Gevaar of
Waarschuwing staat, betekent dit dat er elektrisch gevaar bestaat
voor persoonlijk letsel wanneer de instructies niet worden
opgevolgd.
Dit is het symbool voor een veiligheidswaarschuwing. Het wordt
gebruikt om u te waarschuwen voor potentieel gevaar voor
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen met dit symbool
op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
GEVAAR
GEVAAR geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, de dood of
ernstig persoonlijk letsel tot gevolg heeft.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden,
de dood of ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden,
gering tot matig letsel tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of
schade aan de apparatuur.
LET OP
LET OP wordt gebruikt voor berichten die niet met fysiek letsel te maken
hebben. Het symbool voor veiligheidswaarschuwingen wordt niet gebruikt bij dit
type veiligheidsmelding.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade
aan de apparatuur.
Opmerking
Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden
geïnstalleerd, bediend en onderhouden. Schneider Electric aanvaardt geen
verantwoordelijkheid voor eventuele gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van
dit apparaat.
990-91379B-022 5
UPS Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
Een gekwalificeerd persoon is iemand die vaardigheden en kennis heeft met
betrekking tot de constructie, installatie en bediening van elektrische apparatuur
en veiligheidstraining heeft gevolgd om de mogelijke gevaren te kunnen
herkennen en voorkomen.
FCC-verklaring
OPMERKING: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de limieten voor een
digitaal apparaat van Klasse A, conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze
beperkingen bieden een redelijke beveiliging tegen schadelijke radiostoring
wanneer de apparatuur wordt bediend in een bedrijfsomgeving. Dit apparaat
produceert en gebruikt radiofrequentie-energie en straalt deze energie
mogelijk uit. Als dit apparaat niet geïnstalleerd is en gebruikt wordt in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzing, kan dit leiden tot storingen in de
radiocommunicatie. Gebruik van deze apparatuur in een woonomgeving
veroorzaakt waarschijnlijk schadelijke storing, in welk geval de gebruiker de
storing op eigen kosten moet verhelpen.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij
die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker
om het apparaat te gebruiken ongeldig maken.
Elektromagnetische compatibiliteit
LET OP
RISICO OP ELEKTROMAGNETISCHE STORING
Dit is een UPS-product van productcategorie C2. In een woonomgeving kan dit
product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker mogelijk
aanvullende maatregelen moet nemen.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade
aan de apparatuur.
Voorzorgsmaatregelen
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN
Alle veiligheidsinstructies in dit document moeten gelezen, begrepen en
opgevolgd worden.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN
Nadat het UPS-systeem elektrisch is bedraad, mag u het systeem niet
inbedrijfstellen. Inbedrijfstelling mag alleen door Schneider Electric worden
uitgevoerd.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
6 990-91379B-022
Overzicht van de gebruikersinterface UPS
Overzicht van de gebruikersinterface
Display
Overzicht van het beginscherm
A. Thuisknop - tik in een willekeurig scherm op deze knop om terug te keren
naar het beginscherm.
B. Hoofdmenuknop - tik in een willekeurig scherm op deze knop om de menu's
te openen.
C. Blindschemaknop - tik in een willekeurig scherm op deze knop om het
blindschema op te roepen.
D. Alarmstatuspictogram - tik in een willekeurig scherm op deze knop om het
logboek met actieve alarmen te openen.
U kunt op de uitgangs- of batterijvelden op het startscherm tikken om rechtstreeks
naar de pagina's met gedetailleerde metingen te gaan.
Blindschema
Het blindschema past zich aan uw systeemconfiguratie aan. De hier weergegeven
blindschema's zijn slechts voorbeelden.
990-91379B-022 7
UPS Overzicht van de gebruikersinterface
Voorbeeld van een enkel UPS-systeem - dubbele netvoeding
De groene stroomlijn (grijs in de afbeelding) op het blindschema toont de
stroomroute door het UPS-systeem. Actieve modules (omvormer, gelijkrichter,
batterij, statische bypass-schakelaar enz.) hebben een groen kader en inactieve
modules een zwart kader. Modules met een rood kader zijn niet bruikbaar of
bevinden zich in een alarmtoestand.
OPMERKING: Het blindschema toont slechts één batterijschakelaar (BB),
zelfs als er meer batterijschakelaars zijn aangesloten en geconfigureerd voor
bewaking. Als een of meer bewaakte batterijschakelaars zich in de gesloten
positie bevinden, wordt de batterijschakelaar op het blindschema
weergegeven als gesloten. Als alle bewaakte batterijschakelaars zich in de
open positie bevinden, wordt de batterijschakelaar op het blindschema
weergegeven als open.
In blindschema's voor parallelle systemen tikt u op de grijze UPS om het
blindschema op UPS-niveau te bekijken.
Voorbeeld van parallel systeem - dubbele netvoeding met individuele UIB en
SSIB
Alarmstatuspictogram
Het alarmstatuspictogram (grijs in de afbeelding) rechtsboven op het display
verandert afhankelijk van de alarmstatus van het UPS-systeem.
8 990-91379B-022
Overzicht van de gebruikersinterface UPS
Groen: Geen alarmen aanwezig in het UPS-systeem.
Blauw: Informatie(f)(ve) alarm(en) aanwezig in het UPS-
systeem. Tik op het alarmstatuspictogram om het logboek met
actieve alarmen te openen.
Geel: Waarschuwingsalarm(en) aanwezig in het UPS-
systeem. Tik op het alarmstatuspictogram om het logboek met
actieve alarmen te openen.
Rood: Kritiek(e) alarm(en) aanwezig in het UPS-systeem. Tik
op het alarmstatuspictogram om het logboek met actieve
alarmen te openen.
990-91379B-022 9
UPS Overzicht van de gebruikersinterface
Menustructuur
Status
Ingang
Uitgang
Bypass
Batterij
Temperatuur
Vermogensmodules
Parallel1
Logboeken
Besturing2
Bedrijfsmodus
Omvormer
Lader
Begeleide cycli
Configuratie2
UPS
Uitgang
Batterij
Hoge efficiëntie
Schakelaars
Contacten en relais
Netwerk
Modbus
Algemeen
Herinnering
Opslaan/herstellen
Status bijwerken
Onderhoud
Zoemer
Statuslampjes
Schakelaarlampje
Batterij2
Autonomiekalibratie2
Batterijen vervangen2
UPS-rapport2
Statistieken
Info
Afmelden
Vlagknop - tik op deze knop om de displaytaal in te stellen.
Sommige menu's bevatten meer submenu's dan in deze handleiding worden
beschreven. Deze submenu's zijn grijs en alleen bedoeld voor gebruik door
Schneider Electric om ongewenste impact op de belasting te voorkomen. Andere
menu-items kunnen ook gedeactiveerd/verborgen zijn als ze niet relevant of nog
niet uitgebracht zijn voor dit specifieke UPS-systeem.
10 990-91379B-022
1. Dit menu is alleen beschikbaar in een parallel systeem.
2. Voor toegang tot dit menu zijn beheerdersreferenties vereist.
Overzicht van de gebruikersinterface UPS
Overzicht systeemniveau-controller (SLC) en
eenheidscontroller (UC)
A. Knoppen Omvormer ON/OFF
B. USB-poorten3
C. Universele I/O4.
D. Modbus-poort4.
E. USB Micro-B-poort4.
F. Netwerkpoort4.
G. Resetknop4.
H. Statuslampjes5
I. Stroomtoevoer voor display
J. Displaypoort
K. Servicepoort6
L. Voor later gebruik
M. Voor later gebruik
N. PBUS 17
O. PBUS 27
990-91379B-022 11
3. Ingebouwde netwerkbeheerkaart.
4. Ingebouwde netwerkbeheerkaart
5. Zie LED-statuslampjes van UPS-bedrijfsmodus, pagina 57.
6. De servicepoort kan alleen worden gebruikt door een buitendienstvertegenwoordiger van Schneider Electric met goedgekeurd
Schneider Electric-gereedschap om de eenheid te configureren, logboeken op te halen en firmware te upgraden. De servicepoort mag
voor geen enkel ander doeleinde worden gebruikt. De servicepoort is alleen actief als de buitendienstvertegenwoordiger zich fysiek dicht
bij de UPS bevindt en de aansluiting handmatig activeert. Maak geen verbinding met een netwerk. De verbinding is niet bedoeld voor
netwerkactiviteiten en kan ervoor zorgen dat het netwerk onbruikbaar wordt.
7. Niet loskoppelen als de UPS in gebruik is. Maak geen verbinding met een netwerk. De verbinding is niet bedoeld voor netwerkactiviteiten
en kan ervoor zorgen dat het netwerk onbruikbaar wordt.
UPS Bedrijfsmodi
Bedrijfsmodi
De UPS heeft twee verschillende niveaus voor de bedrijfsmodi:
UPS-modus: De bedrijfsmodus van de individuele UPS. Zie UPS-modi,
pagina 12.
Systeemmodus: De bedrijfsmodus van het volledige UPS-systeem dat de
belasting voedt. Zie Systeemmodi, pagina 15.
UPS-modi
eConversion-modus
eConversion biedt een combinatie van maximale bescherming en hoogste
efficiëntie. Hierdoor kan de door de UPS opgenomen elektriciteit worden
verminderd met factor drie in vergelijking met dubbele conversie. eConversion is
nu de algemeen aanbevolen werkingsmodus die standaard is ingeschakeld in de
UPS. Deze kan echter via het displaymenu worden uitgeschakeld. Indien
ingeschakeld, kan eConversion worden ingesteld op Altijd actief of op een vast
schema dat via het displaymenu wordt geconfigureerd.
In eConversion voorziet de UPS het actieve deel van de belasting via de statische
bypass van voeding zolang de netvoeding binnen de tolerantie valt. De omvormer
wordt parallel draaiende gehouden, zodat de ingangsvermogensfactor van de
UPS dicht bij 1 blijft, ongeacht de belastingsvermogensfactor, aangezien het
reactieve deel van de belasting aanzienlijk wordt verminderd in de UPS-
ingangsstroom. Bij een onderbreking van de netvoeding handhaaft de omvormer
de uitgangsspanning, zodat de overschakeling van eConversion naar dubbele
conversie ononderbroken is. De batterijen worden opgeladen wanneer de UPS
zich in de eConversion-modus bevindt en compensatie van harmonischen ook
wordt geleverd.
De eConversion-modus kan onder de volgende omstandigheden worden gebruikt
voor de Galaxy VL UPS:
De belasting van de UPS is >5% voor een UPS in een enkel systeem.
De spanningsschommeling is ≤10% ten opzichte van de nominale spanning
(instelbare instelling van 3% tot 10%).
THDU is ≤5%.
Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, schakelt de UPS over op dubbele
conversie en keert deze terug naar eConversion als weer aan de voorwaarden
wordt voldaan. Zie Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel systeem, pagina
59 voor gedetailleerde informatie over het gedrag van de UPS in eConversion.
OPMERKING: Wanneer de instellingen voor de eConversion-modus worden
gewijzigd op één UPS in een parallel systeem, worden de instellingen gedeeld
met alle UPS-eenheden in het parallelle systeem.
OPMERKING: Wanneer een stroomaggregaat/generator wordt gebruikt en
schommelingen in de frequentie voorkomen (meestal als gevolg van
downsizing), wordt aanbevolen een ingangscontact te configureren om de
hoge-efficiëntiemodi uit te schakelen terwijl het stroomaggregaat/de generator
is ingeschakeld.
OPMERKING: Als externe synchronisatie vereist is, wordt over het algemeen
aanbevolen eConversion uit te schakelen.
Dubbele conversie (normaal bedrijf)
De UPS ondersteunt de belasting met afgestemde voeding. De modus Dubbele
conversie zorgt voortdurend voor een perfecte sinusgolf aan de uitgang van het
systeem. Deze operatie verbruikt echter ook meer stroom.
12 990-91379B-022
Bedrijfsmodi UPS
Batterijbedrijf
Als de netvoeding wordt onderbroken, schakelt de UPS over naar batterijbedrijf en
ondersteunt de UPS de belasting met voeding van de DC-bron.
Gevraagde statische bypassmodus
De UPS kan worden overgeschakeld naar de gevraagde statische bypassmodus
na een opdracht vanaf het display. Bij gebruik van gevraagde statische
bypassmodus wordt de belasting door de bypassbron van stroom voorzien. Bij
detectie van een fout schakelt de UPS over naar dubbele conversie (normaal
bedrijf) of geforceerde statische bypassmodus. Als er in de gevraagde statische
bypassmodus een onderbreking in de netvoeding is, schakelt de UPS over naar
batterijbedrijf.
Geforceerde statische bypassmodus
De UPS bevindt zich in de geforceerde statische bypassmodus na een opdracht
van de UPS of omdat de gebruiker op de knop Omvormer OFF op de UPS heeft
gedrukt. In de geforceerde statische bypassmodus wordt de belasting door de
bypassbron van stroom voorzien.
OPMERKING: De batterijen zijn niet beschikbaar als alternatieve stroombron,
terwijl de UPS zich in de geforceerde statische bypassmodus bevindt.
Onderhoudsbypassmodus
Wanneer de onderhoudsbypass-schakelaar MBB wordt gesloten in de behuizing
van de externe onderhoudsbypass, het onderhoudsbypasspaneel of een
schakelinrichting van derden, schakelt de UPS over naar externe
onderhoudsbypassmodus. De belasting krijgt rechtstreeks voeding van de
bypassbron. In de externe onderhoudsbypassmodus kunnen onderhoud en
vervanging op de gehele UPS worden uitgevoerd via de onderhoudsbypass-
schakelaar (MBB).
OPMERKING: De batterijen zijn niet beschikbaar als alternatieve stroombron,
terwijl de UPS zich in de externe onderhoudsbypassmodus bevindt.
Bedrijf statische bypass stand-by
Statische bypass in stand-by is alleen van toepassing op een afzonderlijke UPS-
eenheid in een parallel systeem. De UPS schakelt over op bedrijf in statische
bypass in stand-by als de UPS niet naar de geforceerde statische bypassmodus
kan en de andere UPS-eenheden van het parallelle systeem de belasting kunnen
ondersteunen. In statische bypass in stand-by is de uitgang van de specifieke
UPS-eenheid UIT. De UPS schakelt automatisch over naar de gewenste
bedrijfsmodus, indien mogelijk.
OPMERKING: Als de andere UPS-eenheden de belasting niet kunnen
ondersteunen, schakelt het parallelle systeem over naar de geforceerde
statische bypassmodus. De UPS in bedrijf statische bypass stand-by schakelt
dan over naar de geforceerde statische bypassmodus.
Modus Batterijtest
De UPS bevindt zich in de batterijtestmodus wanneer de UPS een batterijzelftest
uitvoert of de autonomietijd van de batterijen kalibreert.
990-91379B-022 13
UPS Bedrijfsmodi
OPMERKING: De batterijtest wordt afgebroken als de netvoeding wordt
onderbroken of als een kritiek alarm optreedt. Na herstel van de netvoeding
keert de UPS terug naar normaal bedrijf.
ECO-modus
In de ECO-modus gebruikt de UPS de gevraagde statische bypass om de
belasting te voeden zolang de vermogenskwaliteit binnen de tolerantie valt. Bij
detectie van een fout (zoals bypass-spanning buiten tolerantie, uitgangsspanning
buiten tolerantie, vermogensonderbreking) schakelt de UPS over naar dubbele
conversie (normaal bedrijf) of geforceerde statische bypassmodus. Afhankelijk
van de overschakelingsomstandigheden kan een minimale onderbreking van de
belastingstoevoer plaatsvinden (max. 10 ms). De batterijen worden opgeladen
wanneer de UPS in ECO-modus is. Het grootste voordeel van de ECO-modus is
het lagere verbruik van elektrisch vermogen vergeleken met dubbele conversie.
OPMERKING: Wanneer de instellingen voor de ECO-modus worden
gewijzigd op één UPS in een parallel systeem, worden de instellingen gedeeld
met alle UPS-eenheden in het parallelle systeem.
UIT-modus
De belasting wordt niet gevoed door het UPS. De batterijen worden opgeladen en
het display is ingeschakeld.
14 990-91379B-022
Bedrijfsmodi UPS
Systeemmodi
De systeemmodus geeft de uitvoerstatus van het volledige UPS-systeem inclusief
de schakelinrichting eromheen weer en geeft aan welke bron de belasting voedt.
eConversion-modus
eConversion biedt een combinatie van maximale bescherming en hoogste
efficiëntie. Hierdoor kan de door de UPS opgenomen elektriciteit worden
verminderd met factor drie in vergelijking met dubbele conversie. eConversion is
nu de algemeen aanbevolen werkingsmodus die standaard is ingeschakeld in de
UPS. Deze kan echter via het displaymenu worden uitgeschakeld. Indien
ingeschakeld, kan eConversion worden ingesteld op Altijd actief of op een vast
schema dat via het displaymenu wordt geconfigureerd.
In eConversion voorziet het UPS-systeem het actieve deel van de belasting via de
statische bypass van voeding zolang de netvoeding binnen de tolerantie valt. De
omvormer wordt parallel draaiende gehouden, zodat de ingangsvermogensfactor
van het UPS-systeem dicht bij 1 blijft, ongeacht de belastingsvermogensfactor,
aangezien het reactieve deel van de belasting aanzienlijk wordt verminderd in de
ingangsstroom van het UPS-systeem. Bij een onderbreking van de netvoeding
handhaaft de omvormer de uitgangsspanning, zodat de overschakeling van
eConversion naar dubbele conversie ononderbroken is. De batterijen worden
opgeladen wanneer het UPS-systeem zich in de eConversion-modus bevindt en
compensatie van harmonischen ook wordt geleverd.
De eConversion-modus kan onder de volgende omstandigheden worden gebruikt
voor het Galaxy VL UPS-systeem:
Zie de UPS-installatiehandleiding voor het minimale belastingspercentage
voor parallelle UPS-systemen in eConversion.
De spanningsschommeling is ≤10% ten opzichte van de nominale spanning
(instelbare instelling van 3% tot 10%).
THDU is ≤5%.
Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, schakelt het UPS-systeem over op
dubbele conversie en keert het terug naar eConversion als weer aan de
voorwaarden wordt voldaan. Zie Scenario's van eConversion-gedrag – Parallel
systeem, pagina 62 voor gedetailleerde informatie over het gedrag van het UPS-
systeem in eConversion.
OPMERKING: Wanneer de instellingen voor de eConversion-modus worden
gewijzigd op één UPS in een parallel systeem, worden de instellingen gedeeld
met alle UPS-eenheden in het parallelle systeem.
OPMERKING: Wanneer een stroomaggregaat/generator wordt gebruikt en
schommelingen in de frequentie voorkomen (meestal als gevolg van
downsizing), wordt aanbevolen een ingangscontact te configureren om de
hoge-efficiëntiemodi uit te schakelen terwijl het stroomaggregaat/de generator
is ingeschakeld.
OPMERKING: Als externe synchronisatie vereist is, wordt over het algemeen
aanbevolen eConversion uit te schakelen.
Werking op omvormer
In de omvormermodus wordt de belasting gevoed door de omvormers. De UPS-
modus kan ofwel in dubbele conversie (normaal bedrijf) of batterijbedrijf zijn
wanneer de bedrijfsmodus van de UPS is ingesteld op omvormermodus.
990-91379B-022 15
UPS Bedrijfsmodi
Gevraagde statische bypassmodus
Wanneer het UPS-systeem zich in de gevraagde statische bypassmodus bevindt,
wordt de belasting door de bypassbron van stroom voorzien. Bij detectie van een
fout schakelt het UPS-systeem over naar omvormermodus of geforceerde
statische bypassmodus.
Geforceerde statische bypassmodus
Het UPS-systeem bevindt zich in de geforceerde statische bypassmodus na een
opdracht van het UPS-systeem of omdat de gebruiker de knop Omvormer OFF op
de UPS-eenheden heeft ingedrukt. In de geforceerde statische bypassmodus
krijgt de belasting rechtstreeks voeding van de bypassbron.
OPMERKING: De batterijen zijn niet beschikbaar als alternatieve stroombron,
terwijl het UPS-systeem zich in de geforceerde statische-bypassmodus
bevindt.
Onderhoudsbypassmodus
In de onderhoudsbypassmodus krijgt de belasting rechtsreeks voeding van de
bypassbron via de onderhoudsbypass-schakelaar MBB.
OPMERKING: De batterijen zijn niet beschikbaar als alternatieve stroombron
in onderhoudsbypassmodus.
ECO-modus
In de ECO-modus gebruikt het UPS-systeem de gevraagde statische bypass om
de belasting te voeden zolang de vermogenskwaliteit binnen de tolerantie valt. Bij
detectie van een fout (zoals bypass-spanning buiten tolerantie, uitgangsspanning
buiten tolerantie, vermogensonderbreking) schakelt het UPS-systeem over naar
dubbele conversie (normaal bedrijf) of geforceerde statische bypassmodus.
Afhankelijk van de overschakelingsomstandigheden kan een minimale
onderbreking van de belastingstoevoer plaatsvinden (max. 10 ms). De batterijen
worden opgeladen wanneer het UPS-systeem zich in de ECO-modus bevindt. Het
grootste voordeel van de ECO-modus is het lagere verbruik van elektrisch
vermogen vergeleken met dubbele conversie.
OPMERKING: Wanneer de instellingen voor de ECO-modus worden
gewijzigd op één UPS in een parallel systeem, worden de instellingen gedeeld
met alle UPS-eenheden in het parallelle systeem.
UIT-modus
De belasting wordt niet gevoed door het UPS-systeem. De batterijen worden
opgeladen en het display is ingeschakeld.
16 990-91379B-022
Configuratie UPS
Configuratie
De displaytaal instellen
1. Tik op de vlagknop in het hoofdmenuscherm.
2. Tik op uw taal.
De UPS-ingang configureren
OPMERKING: Deze configuratie is verplicht voor een goede werking van de
UPS.
990-91379B-022 17
UPS Configuratie
1. Tik op Configuratie > UPS.
a. Stel de Netvoedingconfiguratie in op Enkele netvoeding of Dubbele
netvoeding.
b. Selecteer Omvormer automatisch starten als u deze functie wilt
inschakelen. Wanneer Omvormer automatisch starten is
ingeschakeld, start de omvormer automatisch op wanneer de
ingangsspanning terugkeert na uitschakeling vanwege een leeggelopen
batterij.
OPMERKING: Omvormer automatisch starten is niet toegestaan
in een parallel systeem.
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF
VLAMBOGEN
Volg altijd de juiste lockout/tagout-procedure voordat u
werkzaamheden aan de UPS uitvoert. Een UPS waarvoor automatisch
opstarten is ingeschakeld, start automatisch opnieuw op wanneer de
netvoeding weer opnieuw wordt ingeschakeld.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot
ernstig of dodelijk letsel.
c. Stel Transformator aanwezig in op Geen transformator aanwezig,
Ingangstransformator,Uitgangstransformator of Ingangs-en
uitgangstransformators.
d. Stel de Redundantie v. vermogensmodule in op N+0 of N+1.
2. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
De uitgang configureren
OPMERKING: Deze configuratie is verplicht voor een goede werking van de
UPS.
18 990-91379B-022
Configuratie UPS
1. Tik op Configuratie > Uitgang.
a. Stel de AC-spanning f-f in op 380VAC,400VAC,415VAC,440VAC of
480VAC, afhankelijk van uw configuratie.
b. Stel de Frequentie in op 50Hz ±1.0,50Hz ±3.0,50Hz ±10.0,60Hz ±1.0,
60Hz ±3.0, of 60Hz ±10.0, afhankelijk van uw configuratie.
c. Tik op OK om uw instellingen op te slaan en tik op de pijl om naar de
volgende pagina te gaan.
990-91379B-022 19
UPS Configuratie
d. Stel de Bypass- en uitgangstolerantie (%) in. Het bereik voor bypass-
en uitgangstolerantie is +3% tot +10%, standaard is +10%.
e. Stel de Spanningscompensatie (%) in. De uitgangsspanning van de
UPS kan tot ±3% worden aangepast om voor verschillende kabellengten
te compenseren. Standaardinstelling is 0%.
f. Stel de Drempelwaarde overbelasting (%) in. Het bereik voor
overbelasting is 0% tot 100%, standaard is 75%.
g. Stel de Spanningscompensatie van transformator (%) in. Het bereik
van de spanningscompensatie van de transformator is 0% tot 3%,
standaard is 0%. Raadpleeg Spanningscompensatie
uitgangstransformator, pagina 20 voor meer informatie en De UPS-
ingang configureren, pagina 17 om te configureren dat een
uitgangstransformator aanwezig is.
h. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
Spanningscompensatie uitgangstransformator
Het is mogelijk om voor een uitgangstransformator te compenseren en het
uitgangsspanningsverlies in balans te brengen (0-3%).
1. Koppel de belasting los van de UPS.
2. Meet de spanning aan de secundaire zijde van de transformator bij 0%
belasting en stel de uitgangsspanning van de UPS handmatig in via de
instelling Spanningscompensatie (%) ter compensatie van de eventuele
spanningsoffset .
3. Sluit de belasting aan op de UPS.
4. Meet de spanning aan de secundaire zijde van de transformator opnieuw bij
X% belasting en stel de uitgangsspanning van de UPS in via de instelling
Spanningscomp. transformator (%) om voor het spanningsverlies in de
transformator te compenseren.
De vereiste spanningscompensatie van de transformator bij de specifieke
belasting wordt gebruikt voor een automatische aanpassing van de lineaire
uitgangsspanning op de UPS conform het uitgangsbelastingpercentage.
20 990-91379B-022
Configuratie UPS
De batterijoplossing configureren
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN
Alleen gekwalificeerd personeel met kennis van batterijen, batterijconfiguratie
en vereiste voorzorgsmaatregelen mag batterij-instellingen invoeren.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
1. Tik op Configuratie > Batterij.
2. Het type batterijoplossing wordt getoond als:
Standaard als u een standaard batterijoplossing van Schneider Electric
gebruikt; de artikelreferentie voor uw specifieke batterijconfiguratie wordt
getoond.
Aangepast als u een aangepaste batterijoplossing heeft.
990-91379B-022 21
UPS Configuratie
3. Tik op Algemene instellingen en stel de volgende parameters in:
OPMERKING: Tik op elke pagina op OK om uw instellingen op te slaan
en tik op de pijl om naar de volgende pagina te gaan.
Aantal batterijbehuizingen verbonden met
batterijschakelaar
Geeft het aantal batterijbehuizingen aan dat met de
batterijschakelaar is verbonden. Alleen te
configureren door Schneider Electric Service.
Waarsch. lage autonomie (sec) Stel de drempel in voor resterende autonomietijd in
seconden, waarbij de waarschuwing voor lage
autonomie wordt geactiveerd.
Laadcapaciteit (%) Stel de maximale laadcapaciteit als percentage van
het nominale vermogen van de UPS in.
Temperatuurbewaking Geeft aan of temperatuurbewaking is ingeschakeld.
Alleen te configureren door Schneider Electric
Service.
Temperatuursensor 1/Temperatuursensor 2 Geeft de aanwezigheid van temperatuursensoren
aan. Alleen te configureren door Schneider Electric
Service.
Minimumdrempel (°C) Stel de minimaal aanvaardbare batterijtemperatuur in
Celsius of Fahrenheit in. Bij temperaturen onder deze
drempel wordt een alarm geactiveerd.
Maximumdrempel (°C) Stel de maximaal aanvaardbare batterijtemperatuur in
Celsius of Fahrenheit in. Bij temperaturen boven deze
drempel wordt een alarm geactiveerd.
Autoboostmodus van lader Geeft de autoboostmodus van de lader weer. Met
deze functie wordt de lader automatisch
overgeschakeld naar de snelladingsmodus na
batterijbedrijf van het systeem. Alleen te configureren
door Schneider Electric Service.
Cyclische laadmodus Geeft de cyclische laadmodus aan.
Tijdens cyclisch laden wisselt het systeem tussen
perioden van druppelladen en rusttoestand. Deze
functie zorgt ervoor dat de laadstatus van de batterij
continu wordt gehandhaafd zonder de batterijen te
belasten door permanent druppelladen.
Alleen te configureren door Schneider Electric
Service.
Test elke Stel in hoe vaak de UPS een batterijtest moet
uitvoeren.
Testdag Stel in op welke dag van de week de batterijtest moet
worden uitgevoerd.
Starttijd test (uu:mm) Stel de tijd van de dag in waarop de batterijtest moet
worden uitgevoerd.
Handmatige modus zelftest batterij Stel in welk type batterijtest moet worden uitgevoerd:
Op capaciteit of Op spanning/tijd.
Tijdslimiet (minuten)/Spanningsgrens (V) Kiest u voor het type batterijtest Op spanning/tijd,
stel dan de tijds- of de spanningslimiet in.
22 990-91379B-022
Configuratie UPS
4. Alleen voor aangepaste batterijoplossing: Tik op Specifieke instell. om
de volgende instellingen te bekijken:
OPMERKING: Deze instellingen kunnen alleen door Schneider Electric
Service worden geconfigureerd.
Batterijtype Geeft het geconfigureerde batterijtype aan.
Batterijmiddelpunt aangesloten Geeft aan of het batterijmiddelpunt is aangesloten.
Temperatuurbewaking uit Geeft aan of temperatuurbewaking is uitgeschakeld.
Snellading toestaan Geeft aan of snellading is toegestaan.
Met snelladen kan een lege batterij snel worden
opgeladen om deze vlug te herstellen.
Diepe batt.ontlading toestaan Geeft aan of diepe ontlading van de batterij is
toegestaan. Met de functie diepe ontlading kunnen de
batterijen worden ontladen tot een spanningsniveau
dat nog lager is dan de normaal aanbevolen waarde in
batterijbedrijf. Dit kan de batterijen beschadigen.
Autom. loskoppelen van batterijen aan Geeft aan of automatische ontkoppeling van de
batterij is ingeschakeld. Als de UPS-uitgang is
uitgeschakeld en er geen mogelijkheid is om de
batterijen op te laden, schakelt deze functie
automatisch de batterijschakelaars uit om diepe
ontlading van de batterijen te voorkomen na een
periode van:
twee weken.
10 minuten met de spanning van de batterijcel
onder het niveau waarbij de batterij wordt
uitgeschakeld als deze bijna leeg is.
Batterijcapaciteit per blok (Ah) Geeft de batterijcapaciteit per batterijblok in ampère-
uren aan voor de batterijbank die op elke
batterijschakelaar is aangesloten.
Aantal parallelle batterijstrengen Geeft het aantal parallel aangesloten batterijstrengen
aan voor de batterijbank die op elke batterijschakelaar
is aangesloten.
Aantal batterijen per streng Geeft het aantal batterijblokken per batterijstreng aan.
Aantal batterijcellen per blok Geeft het aantal batterijcellen per batterijblok aan.
DC-spanning per batterijcel (V) Geeft de laadspanning aan.
Druppelladen is de basislaadfunctie die op alle
batterijtypen beschikbaar is en die automatisch door
de oplader wordt gestart.
Geeft de snellaadspanning aan.
Met snelladen kan een lege batterij snel worden
opgeladen om deze vlug te herstellen.
Geeft de vereffeningsspanning aan.
Vereffeningsladen wordt gebruikt om ongelijke open
celbatterijen te egaliseren. Dit is de oplaadmethode
die het hoogst mogelijke laadspanningsniveau
gebruikt. Tijdens vereffeningsladen verdampt water uit
de open celbatterijen dat moeten worden vervangen
wanneer het opladen is voltooid.
Laadduur (sec) Geeft de duur in seconden aan voor Snelladen en
Vereffeningsladen.
DC-uitschakelspanning per batterijcel (V) Geeft het spanningsniveau per batterijcel aan voor
wanneer de batterij moet worden uitgeschakeld.
990-91379B-022 23
UPS Configuratie
Nominale temperatuur (°C)/Nominale temperatuur
(°F)
Geeft de nominale temperatuur aan.
Laadstroom Geeft de laadstroom aan.
Hoge-efficiëntiemodus configureren
1. Tik op Configuratie > Hoge efficiëntie.
2. Selecteer de Hoge-efficiëntiemodus:Uitschakelen,ECO-modus of
eConversion.
OPMERKING: Neem contact op met Schneider Electric om ECO-modus
in te schakelen.
3. Selecteer eConversion Harmonics Compensator, indien van toepassing.
4. Selecteer Schema voor hoge efficiëntie:Actief op schema,Altijd actief of
Nooit actief.
a. Voor Actief op schema tikt u op Schema om uw schema('s) naar wens
te configureren en in te schakelen.
De schakelaars configureren
OPMERKING: Deze configuratie is verplicht voor een goede werking van de
UPS.
1. Tik op Configuratie > Schakelaars.
24 990-91379B-022
Configuratie UPS
2. Tik op de verschillende schakelaars in het blindschema om te configureren
welke schakelaars in het UPS-systeem aanwezig zijn. Een vierkant met een
betekent dat de schakelaar aanwezig is; een leeg vierkant betekent dat de
schakelaar niet aanwezig is. De aanwezigheid van BF2 kan alleen worden
geconfigureerd door Schneider Electric Service.
OPMERKING: In een batterijoplossing kan de UPS maximaal vier
batterijschakelaars bewaken. Het blindschema toont slechts één
batterijschakelaar (BB), zelfs als er meer batterijschakelaars zijn
aangesloten en geconfigureerd voor bewaking. Als een of meer bewaakte
batterijschakelaars zich in de gesloten positie bevinden, wordt de
batterijschakelaar op het blindschema weergegeven als gesloten. Als alle
bewaakte batterijschakelaars zich in de open positie bevinden, wordt de
batterijschakelaar op het blindschema weergegeven als open.
3. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
990-91379B-022 25
UPS Configuratie
De ingangscontacten configureren
1. Tik op Configuratie > Contacten en relais en selecteer het ingangscontact
dat u wilt configureren.
2. Selecteer een functie in de vervolgkeuzelijst voor het geselecteerde
ingangscontact:
Geen: Geen actie toegewezen aan dit
ingangscontact. Generator voedt de UPS: Ingang om aan te geven
dat de UPS door een generator wordt gevoed. U moet
ook de reductie van de batterijlaadstroom selecteren
wanneer de UPS door een generator wordt gevoed.
Stel Batterijlaadvermogen tijdens voeding van
generator in op 0% (geen laden van batterijen), 10%,
25%,50%,75% of 100% (volledig laden van
batterijen). Batterijlaadvermogen tijdens voeding
van generator kan alleen voor deze functie worden
geselecteerd.
Aardingsfout: Ingang om aan te geven dat er een
aardingsfout is. Ventilatie in batterijruimte werkt niet: Ingang om
aan te geven dat de ventilatie in de batterijruimte niet
werkt. Wanneer de ingang actief is, gaat de
batterijlader UIT.
Gebruikergedefinieerd 1: Ingang voor algemeen
gebruik. Externe batterijbewaking heeft fout gedetecteerd:
Ingang om aan te geven dat de externe
batterijcontrole een fout heeft gedetecteerd. Wanneer
de ingang actief is, plaatst de UPS een alarm (geen
andere actie).
Gebruikergedefinieerd 2: Ingang voor algemeen
gebruik. Hoge-efficiëntiemodus is uitgeschakeld: Als deze
ingang is geactiveerd, kan de UPS niet overschakelen
naar de hoge-efficiëntiemodus (ECO-modus en
eConversion-modus) of de UPS verlaat de eventueel
actieve hoge-efficiëntiemodi.
Bewaking externe energieopslag detecteerde
kleine storing: Ingang om aan te geven dat de
bewaking van externe energieopslag een kleine
storing heeft gedetecteerd.
Extern signaal schakelt lader uit: Als deze ingang is
geactiveerd, gaat de lader UIT bij een signaal van
externe apparatuur, bijvoorbeeld bij een signaal van
de externe energieopslag.
Bewaking externe energieopslag detecteerde
grote storing: Ingang om aan te geven dat de
bewaking van externe energieopslag een grote
storing heeft gedetecteerd.
Temperatuur van transformator is te hoog: Ingang
om aan te geven dat er een alarm voor een te hoge
transformatortemperatuur is.
26 990-91379B-022
Configuratie UPS
3. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
990-91379B-022 27
UPS Configuratie
De uitgangsrelais configureren
1. Tik op Configuratie > Contacten en relais en selecteer het uitgangsrelais
dat u wilt configureren.
2. Stel de Vertraging (sec) in.
3. Selecteer om de Controlemodus onder spanning in te schakelen
(standaard uitgeschakeld).
Wanneer Controlemodus onder spanning wordt ingeschakeld, wordt de
uitgangsrelais geactiveerd en wordt deze gedeactiveerd wanneer de
gebeurtenissen optreden die aan de uitgangsrelais zijn toegewezen (normaal
geactiveerd).
Wanneer Controlemodus onder spanning wordt uitgeschakeld, wordt de
uitgangsrelais gedeactiveerd en wordt deze geactiveerd wanneer de
gebeurtenissen optreden die aan de uitgangsrelais zijn toegewezen (normaal
gedeactiveerd).
Controlemodus onder spanning moet voor elk uitgangsrelais apart worden
ingeschakeld. Hierdoor kan worden gedetecteerd wanneer het uitgangsrelais
niet bruikbaar is:
Als de voeding naar de uitgangsrelais uitvalt, worden de gebeurtenissen
die aan alle uitgangsrelais zijn toegewezen, als aanwezig weergegeven.
Als één uitgangsrelais onbruikbaar is geworden, worden de
gebeurtenissen die aan dit uitgangsrelais zijn toegewezen als aanwezig
weergegeven.
4. Selecteer de gebeurtenis(sen) die u aan het uitgangsrelais wilt toewijzen. Tik
op elke pagina op OK om uw instellingen op te slaan en tik op de pijl om naar
de volgende pagina te gaan.
28 990-91379B-022
Configuratie UPS
OPMERKING: Er kunnen meerdere functies aan hetzelfde uitgangsrelais
worden toegewezen.
Algemeen UPS-alarm: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer er een alarm voor de UPS optreedt. UPS in onderhoudsmodus: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de eenheiduitgangsschakelaar
(UOB) is geopend waardoor de UPS overschakelt
naar de onderhoudsmodus. De belasting wordt niet
gevoed door de UPS.
Informatief UPS-alarm: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer er een informatief alarm voor de
UPS optreedt.
Externe fout: De uitgang wordt geactiveerd wanneer
de UPS een externe fout detecteert.
Waarschuwingsalarm UPS: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer er een waarschuwingsalarm
voor de UPS optreedt.
Ventilator onbruikbaar: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer een of meer ventilatoren niet
bruikbaar zijn.
Kritiek alarm UPS: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer er een kritiek alarm voor de UPS optreedt. Batterijspanning laag: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer de batterijspanning onder de drempel is.
Algemeen systeemalarm: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer er een willekeurig alarm voor het
systeem optreedt.
Batterij werkt niet goed: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de batterijen niet goed
functioneren.
Informatief systeemalarm: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer er een informatief alarm voor het
systeem optreedt.
Batterij is losgekoppeld: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de batterijen ontkoppeld zijn of
de batterijschakelaar(s) open is/zijn.
Waarschuwingsalarm systeem: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer er een waarschuwingsalarm
voor het systeem optreedt.
Omvormer overbelast: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer er sprake is van overbelasting terwijl de UPS
in omvormermodus is.
Kritiek systeemalarm: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer er een kritiek alarm voor het systeem
optreedt.
Uitgang overbelast: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer er sprake is van overbelasting terwijl de UPS
in omvormermodus of bypassbedrijf is.
UPS in normaal bedrijf: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de UPS in normaal bedrijf is. Ingang buiten tolerantie: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de ingang buiten tolerantie is.
UPS in batterijbedrijf: De uitgang wordt geactiveerd
wanneer de UPS in batterijbedrijf is. Bypass buiten tolerantie: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de bypass buiten tolerantie is.
UPS in statische-bypassmodus: De uitgang wordt
geactiveerd wanneer de UPS zich in geforceerde
statische bypass of aangevraagde statische bypass
bevindt.
EPO actief: De uitgang wordt geactiveerd wanneer de
EPO geactiveerd is.
UPS in onderhoudsbypassmodus: De uitgang
wordt geactiveerd wanneer de UPS zich in interne
onderhoudsbypass of externe onderhoudsbypass
bevindt.
5. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
990-91379B-022 29
UPS Configuratie
Het netwerk configureren
Het netwerk kan worden geconfigureerd voor de geïntegreerde en optionele
netwerkbeheerkaart (NMC).
1. Tik op Configuratie > Netwerk > IPv4 en selecteer Geïntegreerde NMC om
de geïntegreerde netwerkbeheerkaart te configureren, of selecteer Optionele
NMC om de optionele netwerkbeheerkaart te configureren.
a. Stel de Adresmodus in op Handmatig,BOOTP of DHCP.
b. U kunt het netwerk ook uitschakelen via de optie Geïntegreerde NMC
IPv4 uitschakelen/Optionele NMC IPv4 uitschakelen.
c. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
30 990-91379B-022
Configuratie UPS
2. Tik op Configuratie > Netwerk > IPv6 en selecteer Geïntegreerde NMC om
de geïntegreerde netwerkbeheerkaart te configureren, of selecteer Optionele
NMC om de optionele netwerkbeheerkaart te configureren.
a. Stel de DHCPV6-modus in op Adres en overige gegevens,Alleen
niet-adresgegevens of IPv6 nooit.
b. Selecteer Autom. configuratie of Handmatig.
c. U kunt het netwerk ook uitschakelen via de optie Geïntegreerde NMC
IPv6 uitschakelen/Optionele NMC IPv6 uitschakelen.
d. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
990-91379B-022 31
UPS Configuratie
De Modbus configureren
De Modbus kan worden geconfigureerd voor de geïntegreerde en optionele
netwerkbeheerkaart (NMC).
1. Tik op Configuratie > Modbus en selecteer Geïntegreerde NMC om de
geïntegreerde netwerkbeheerkaart te configureren, of selecteer Optionele
NMC om de optionele netwerkbeheerkaart te configureren.
2. Configureer de instellingen op de eerste pagina:
a. Schakel de Seriële modbus in of uit.
b. Stel de Pariteit in op Geen,Even of Oneven.
c. Stel het Stopbit in op 1 of 2.
d. Stel de Baudsnelheid in op 2400,9600,19200 of 38400.
e. Stel de Unieke doel-ID in op een getal tussen 1 en 247.
OPMERKING: Elk apparaat op de bus moet exact dezelfde
instellingen hebben, behalve de Unieke doel-ID van het
apparaatadres, dat uniek moet zijn voor elk apparaat. Geen twee
apparaten op de bus kunnen hetzelfde adres hebben.
f. Tik op OK om uw instellingen op te slaan en tik op de pijl om naar de
volgende pagina te gaan.
32 990-91379B-022
Configuratie UPS
3. Configureer de instellingen op de tweede pagina:
a. Schakel TCP-modbus in of uit.
b. Selecteer Poort 502 of Poort [5000 tot 32768].
c. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
990-91379B-022 33
UPS Configuratie
De UPS-naam instellen
1. Tik op Configuratie > Algemeen > UPS-naam.
2. Stel de UPS-naam in.
3. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
Datum en tijd instellen
1. Tik op Configuratie > Algemeen > Datum en tijd.
2. Stel de waarden in voor jaar,maand,dag,uur,minuut en seconde.
3. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
De displayvoorkeuren configureren
1. Tik op Configuratie > Algemeen > Display.
a. Stel de temperatuureenheid in op Celsius of Fahrenheit.
b. Tik op - of + om de displayhelderheid in te stellen.
c. Stel het Alarmgeluid in op Inschakelen of Uit. Hiermee worden alle
alarmgeluiden ingeschakeld/gedempt.
d. Stel het Geluid touchscreen in op Inschakelen of Uit. Hiermee worden
alle displaygeluiden (met uitzondering van alarmgeluiden) ingeschakeld/
gedempt.
34 990-91379B-022
Configuratie UPS
Herinnering voor stoffilter configureren
Wanneer het stoffilter is vervangen, reset u de herinnering voor het stoffilter.
1. Tik op Configuratie > Herinnering.
a. Selecteer Herinnering inschak. om herinneringen te krijgen over het
vervangen van het stoffilter.
b. Selecteer het herinneringsinterval: 1 maand,3 maanden,6 maanden of
1 jaar op basis van de installatieomgeving.
Onder Resterende tijd (weken) kunt u de resterende levensduur van
het gebruikte stoffilter zien.
c. Tik op Resetten om de levensduurteller van het stoffilter te resetten.
2. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.
Sla de UPS-instellingen op een USB-apparaat op
OPMERKING: De UPS kan alleen instellingen accepteren die oorspronkelijk
zijn opgeslagen van dezelfde UPS. Opgeslagen instellingen van andere UPS-
eenheden kunnen niet opnieuw worden gebruikt.
1. Tik op Configuratie > Opslaan/herstellen.
2. Open de deur.
3. Steek uw USB-apparaat in de USB-poort 1 van de systeemniveau-controller.
4. Tik op Opslaan om de huidige UPS-instellingen op het USB-apparaat op te
slaan.
OPMERKING: Verwijder het USB-apparaat pas als het opslaan is
voltooid.
990-91379B-022 35
UPS Configuratie
De UPS-instellingen herstellen met een USB-apparaat
OPMERKING: De UPS kan alleen instellingen accepteren die oorspronkelijk
zijn opgeslagen van dezelfde UPS. Opgeslagen instellingen van andere UPS-
eenheden kunnen niet opnieuw worden gebruikt.
Instellingen kunnen alleen worden hersteld wanneer de UPS in
onderhoudsbypassmodus of uit staat.
OPMERKING: De eenheidingangsschakelaar (UIB) aan het einde van de
uitschakelprocedure niet openen. Als u dit doet wordt de stroom naar het
display uitgeschakeld.
1. Tik op Besturing > Begeleide cycli > UPS-systeem uitschakelen of
Besturing > Begeleide cycli > UPS in parallel systeem uitschakelen en
volg de stappen die op het display worden weergegeven.
2. Selecteer Configuratie > Opslaan/herstellen.
3. Open de deur.
4. Steek uw USB-apparaat in een van de USB-poorten op de UPS.
5. Tik op Herstellen om opgeslagen UPS-instellingen van het USB-apparaat te
implementeren. Wacht tot de systeemniveau-controller automatisch opnieuw
wordt opgestart.
OPMERKING: Verwijder het USB-apparaat pas als het herstelproces is
voltooid.
6. Selecteer Besturing > Begeleide cycli > UPS-systeem inbedrijfstellen of
Besturing > Begeleide cycli > UPS in parallel systeem inbedrijfstellen en
volg de stappen die op het display worden weergegeven.
Het wachtwoord wijzigen
1. Tik op Afmelden.
2. Tik op Configuratie.
3. Voer uw wachtwoord in.
OPMERKING: Gebruikersnaam en wachtwoord van de beheerder zijn
standaard admin (admin).
4. Tik op Wachtwoord wijzigen en voer het nieuwe wachtwoord in.
36 990-91379B-022
Bedieningsprocedures UPS
Bedieningsprocedures
De UPS overschakelen van normaal bedrijf naar statische
bypass
1. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar bypassbedrijf.
2. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
De UPS overschakelen van statische bypass naar normaal
bedrijf
1. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar normaal bedrijf.
2. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
De omvormer uitschakelen
BELANGRIJK: Hiermee wordt de voeding van de belasting uitgeschakeld.
1. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer uit.
2. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
De omvormer inschakelen
1. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer aan.
2. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
De laadmodus instellen
1. Tik op Besturing > Lader.
2. Tik op Druppellading,Snellading of Vereffeningslading.
3. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
990-91379B-022 37
UPS Bedieningsprocedures
Het UPS-systeem uitschakelen in
onderhoudsbypassmodus
OPMERKING: Gebruik een schakelaar alleen wanneer het bijbehorende
schakelaarindicatielampje brandt.
1. Tik op Besturing > Begeleide cycli > UPS-systeem uitschakelen of
Besturing > Begeleide cycli > UPS in parallel systeem uitschakelen en
volg de stappen die op het display worden weergegeven.
2. Algemene uitschakelprocedure voor een UPS-systeem met
onderhoudsbypass-schakelaar (MBB):
OPMERKING: Dit is een algemene uitschakelprocedure. Volgt altijd de
stappen uit de Begeleide cycli die van toepassing zijn op uw systeem.
a. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar bypassbedrijf.
b. Sluit de onderhoudsbypass-schakelaar (MBB).
c. Open de systeemisolatieschakelaar, (SIB) indien aanwezig.
d. Open de uitgangsschakelaar voor de eenheid (UOB).
e. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer uit of houd de knop
Omvormer UIT (op het controllergedeelte) vijf seconden ingedrukt.
f. Open de ingangsschakelaar voor statische schakelaar (SSIB), indien
aanwezig.
g. Open de batterijschakelaar(s).
h. Open de eenheidingangsschakelaar (UIB).
i. Herhaal stap d tot stap h voor andere UPS-eenheden in een parallel
systeem.
38 990-91379B-022
Bedieningsprocedures UPS
Uitschakelen naar onderhoudsbypassmodus voor
systeem met enkele UPS met Kirk-Key geïnstalleerd
OPMERKING: Gebruik een schakelaar alleen wanneer het bijbehorende
schakelaarindicatielampje brandt.
1. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar bypassbedrijf.
2. Houd de SKRU-drukknop ingedrukt, draai en verwijder sleutel A uit de SKRU-
vergrendeling.
3. Steek sleutel A in de vergrendeling voor de onderhoudsbypass-schakelaar
(MBB) en draai de sleutel.
4. Sluit de onderhoudsbypass-schakelaar (MBB).
5. Open de eenheiduitgangsschakelaar (UOB).
6. Draai en verwijder sleutel B uit de vergrendeling voor de
eenheiduitgangsschakelaar UOB.
7. Steek sleutel B in de SKRU-vergrendeling en draai de sleutel naar de
vergrendelde positie.
8. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer uit.
9. Open de ingangsschakelaar voor statische schakelaar (SSIB), indien
aanwezig.
10. Open de batterijschakelaar(s).
11. Open de eenheidingangsschakelaar (UIB).
990-91379B-022 39
UPS Bedieningsprocedures
Het UPS-systeem opstarten vanuit de
onderhoudsbypassmodus
OPMERKING: Gebruik een schakelaar alleen wanneer het bijbehorende
schakelaarindicatielampje brandt.
1. Sluit de ingangsschakelaar van de eenheid (UIB) als deze openstaat.
Het display wordt ingeschakeld. Opnieuw opstarten duurt ongeveer 3
minuten.
2. Selecteer Besturing > Begeleide cycli > UPS-systeem inbedrijfstellen of
Besturing > Begeleide cycli > UPS in parallel systeem inbedrijfstellen en
volg de stappen die op het display worden weergegeven.
3. Algemene opstartprocedure voor een UPS-systeem met
onderhoudsbypass-schakelaar (MBB):
OPMERKING: Hieronder volgen algemene opstartprocedures. Volgt altijd
de stappen uit de Begeleide cycli die van toepassing zijn op uw
systeem.
a. Sluit de ingangsschakelaar van de eenheid (UIB) als deze openstaat.
b. Sluit de ingangsschakelaar voor statische schakelaar (SSIB), indien
aanwezig.
c. Sluit de bypassterugvoedingsschakelaar BF2 (indien aanwezig).
d. Sluit de batterijschakelaar(s).
e. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar bypassbedrijf indien
mogelijk.
f. Sluit de eenheiduitgangsschakelaar (UOB).
g. Herhaal stap a tot stap e voor andere UPS-eenheden in een parallel
systeem.
h. Sluit de systeemisolatieschakelaar, (SIB) indien aanwezig.
i. Open de onderhoudsbypass-schakelaar (MBB).
j. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer aan of houd de knop
Omvormer AAN (op het controllergedeelte) vijf seconden ingedrukt.
40 990-91379B-022
Bedieningsprocedures UPS
Opstarten vanuit onderhoudsbypassmodus voor systeem
met enkele UPS met Kirk-Key geïnstalleerd
OPMERKING: Gebruik een schakelaar alleen wanneer het bijbehorende
schakelaarindicatielampje brandt.
1. Sluit de ingangsschakelaar van de eenheid (UIB).
Het display wordt ingeschakeld. Opnieuw opstarten duurt ongeveer drie
minuten.
2. Sluit de ingangsschakelaar voor statische schakelaar (SSIB), indien
aanwezig.
3. Sluit de bypassterugvoedingsschakelaar BF2 (indien aanwezig).
4. Sluit de batterijschakelaars.
5. Selecteer Besturing > Bedrijfsmodus > Naar bypassbedrijf.
6. Houd de SKRU-drukknop ingedrukt, draai en verwijder sleutel B uit de SKRU-
vergrendeling.
7. Steek sleutel B in de vergrendeling voor de eenheiduitgangsschakelaar
(UOB) en draai de sleutel.
8. Sluit de eenheiduitgangsschakelaar (UOB).
9. Open de onderhoudsbypass-schakelaar (MBB).
10. Draai en verwijder sleutel A uit de vergrendeling voor de onderhoudsbypass-
schakelaar (MBB).
11. Steek sleutel A in de SKRU-vergrendeling en draai de sleutel naar de
vergrendelde positie.
12. Selecteer Besturing > Omvormer > Omvormer aan.
990-91379B-022 41
UPS Bedieningsprocedures
Toegang tot een geconfigureerde netwerkbeheerinterface
De webinterface van de netwerkbeheerkaart is compatibel met:
Windows®-besturingssystemen:
Microsoft® Internet Explorer® (IE) 10.x of hoger, met
compatibiliteitsweergave ingeschakeld.
De nieuwste versie van Microsoft Edge
Alle besturingssystemen:
De nieuwste releases van Mozilla® Firefox® of Google® Chrome®
Via de onderstaande procedure krijgt u toegang tot een netwerkbeheerinterface
via een webinterface. Als dit is ingeschakeld, kunt u ook de volgende interfaces
gebruiken:
• SSH
• SNMP
• FTP
• SFTP
OPMERKING: Ga naar www.schneider-electric.com om het Security
Deployment Guidelines and Security Handbook voor het product te bekijken.
De netwerkbeheerkaart ondersteunt de NTP-verbinding voor tijdsynchronisatie.
Zorg dat er in het hele UPS-systeem (enkel of parallel) maar één
netwerkbeheerinterface is die is ingesteld voor het synchroniseren van de tijd.
Bij het gebruik van de webinterface kunt u elk van de volgende protocollen
gebruiken:
Het HTTP-protocol (standaard uitgeschakeld), met verificatie van
gebruikersnaam en pincode maar zonder versleuteling.
Het HTTPS-protocol (standaard ingeschakeld), dat via Secure Socket Layer
(SSL) extra beveiliging biedt; versleutelt gebruikersnamen, pincodes en
doorgestuurde gegevens, en verifieert netwerkbeheerkaarten aan de hand
van digitale certificaten.
Zie HTTP/HTTPS-protocollen inschakelen, pagina 42.
SNMP-protocollen zijn standaard uitgeschakeld op de netwerkbeheerkaart om
risico's voor cyberbeveiliging te voorkomen. SNMP-protocollen moeten worden
ingeschakeld om de bewakingsfuncties van de netwerkbeheerkaart te gebruiken
of om verbinding te maken met EcoStruxure IT Gateway of StruxureWare Data
Center Expert. U kunt een van deze SNMP-protocollen inschakelen en gebruiken:
SNMPv1, dat minimale beveiliging biedt. Als u dit protocol gebruikt, raadt
Schneider Electric u aan de parameters voor toegangscontrole aan te passen
om de beveiliging te versterken.
SNMPv3 biedt extra beveiliging door zowel versleuteling als verificatie.
Schneider Electric raadt u aan om dit protocol te gebruiken voor betere
beveiliging en om de parameters voor toegangscontrole aan te passen.
Zie SNMP-protocollen inschakelen, pagina 43.
HTTP/HTTPS-protocollen inschakelen
1. Open de netwerkbeheerinterface via het IP-adres (of de DNS-naam, indien
een DNS-naam is geconfigureerd).
2. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Standaardgebruikersnaam en
-wachtwoord zijn apc. Wanneer u voor het eerst inlogt, wordt u gevraagd om
dit wachtwoord te wijzigen.
3. Ga om het HTTP- of HTTPS-protocol in of uit te schakelen naar Configuratie
> Netwerk > Web > Toegang, selecteer het protocol, stel de parameters in
en klik op Toepassen.
42 990-91379B-022
Bedieningsprocedures UPS
SNMP-protocollen inschakelen
1. Open de netwerkbeheerinterface via het IP-adres (of de DNS-naam, indien
een DNS-naam is geconfigureerd).
2. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Standaardgebruikersnaam en
-wachtwoord zijn apc. Wanneer u voor het eerst inlogt, wordt u gevraagd om
dit wachtwoord te wijzigen.
3. Zo schakelt u het SNMPv1-protocol in:
a. Ga naar Configuratie > Netwerk > SNMPv1 > Toegang, selecteer
Inschakelen en klik op Toepassen.
b. Ga naar Configuratie > Netwerk > SNMPv1 > Toegangscontrole en
stel de parameters in.
4. Zo schakelt u het SNMPv3-protocol in:
a. Ga naar Configuratie > Netwerk > SNMPv3 > Toegang, selecteer
Inschakelen en klik op Toepassen.
b. Ga naar Configuratie > Netwerk > SNMPv3 > Toegangscontrole en
stel de parameters in.
c. Ga naar Configuratie > Netwerk > SNMPv3 > Gebruikersprofielen en
stel de parameters in.
OPMERKING: De SNMPv1- of SNMPv3-instellingen moeten overeenkomen
met uw instellingen op de EcoStruxure IT Gateway of StruxureWare Data
Center Expert om de netwerkbeheerkaart 4 correct met de EcoStruxure IT
Gateway of StruxureWare Data Center Expert te laten communiceren.
990-91379B-022 43
UPS Bedieningsprocedures
De logboeken weergeven
1. Tik op Logboeken. Het logboek toont de 100 meest recente gebeurtenissen
met de nieuwste gebeurtenissen bovenaan.
a. Tik op de pijlknoppen om naar de volgende of vorige pagina te gaan.
b. Tik op de dubbele pijlknoppen om naar de eerste of laatste pagina te
gaan.
c. Tik op de knop met de prullenbak om alle gebeurtenissen uit het logboek
te wissen.
44 990-91379B-022
Bedieningsprocedures UPS
De systeemstatusinformatie weergeven
1. Tik op Status.
a. Tik op Ingang,Uitgang,Bypass,Batterij,Temperatuur,
Vermogensmodules of Parallel om de status te bekijken.
Ingang
Spanning f-f (fase-naar-fase) De huidige fase-naar-fase-ingangsspanning.
Stroom De huidige ingangsstroom van de netvoedingsbron per fase in ampère
(A).
Frequentie De huidige ingangsfrequentie in hertz (Hz).
Spanning f-N (fase-naar-nulleider)8De huidige ingangsspanning van fase-naar-nulleider in volt (V).
Totaalvermogen Het huidige totale werkelijke vermogen (voor de drie fasen) in kW.
Vermogen Het huidige actieve (of werkelijke) vermogen voor elke fase in kilowatt
(kW). Werkelijk vermogen is dat gedeelte van de energiestroom
waarvan het gemiddelde over een volledige cyclus van de AC-golfvorm
resulteert in de netto-overdracht van energie in één richting.
Piekstroom De huidige ingangspiekstroom in ampère (A)
Vermogensfactor De huidige verhouding tussen werkelijk vermogen en schijnbaar
vermogen.
Max. RMS-stroom De huidige maximale RMS-stroom voor elke fase in ampère (A).
Energie Het totale energieverbruik sinds de installatie.
Uitgang
Spanning f-f (fase-naar-fase) De fase-naar-fase-uitgangsspanning bij de omvormer in volt (V).
Stroom De huidige uitgangsstroom voor elke fase in ampère (A).
Frequentie De huidige uitgangsfrequentie in hertz (Hz).
Spanning f-N (fase-naar-nulleider)8De uitgangsspanning van fase-naar-nulleider bij de omvormer in volt
(V).
Belasting Het percentage UPS-capaciteit dat momenteel over alle fasen wordt
gebruikt. Het belastingspercentage voor de hoogste fasebelasting wordt
weergegeven.
Nulstroom8De huidige uitgangsstroom van de nulleider in ampère (A).
Totaalvermogen Het huidige werkelijke totale uitgangsvermogen (voor de drie fasen) in
kilowatt (kW).
Vermogen Het huidige actieve (of werkelijke) vermogen voor elke fase in kilowatt
(kW). Werkelijk vermogen is dat gedeelte van de energiestroom
waarvan het gemiddelde over een volledige cyclus van de AC-golfvorm
resulteert in de netto-overdracht van energie in één richting.
Piekstroom De uitgangspiekstroom in ampère (A).
Vermogensfactor De huidige uitgangsvermogensfactor voor elke fase. Vermogensfactor is
de verhouding van het werkelijke vermogen tot het schijnbare
vermogen.
Max. RMS-stroom De huidige maximale RMS-stroom voor elke fase in ampère (A).
990-91379B-022 45
8. Alleen van toepassing op systemen met een nulverbinding.
UPS Bedieningsprocedures
Uitgang (Vervolgd)
Piekfactor De huidige uitgangspiekfactor voor elke fase. De uitgangspiekfactor is
de verhouding van de piekwaarde van de uitgangsstroom tot de RMS-
waarde (kwadratisch gemiddelde).
Energie De totale geleverde energie sinds de installatie.
Bypass
Spanning f-f (fase-naar-fase)9De huidige fase-naar-fase bypass-spanning (V).
Stroom De huidige bypass-stroom voor elke fase in ampère (A).
Frequentie De huidige bypassfrequentie in hertz (Hz).
Spanning f-N (fase-naar-nulleider) De huidige bypassspanning van fase-naar-nulleider (V).
Totaalvermogen Het huidige totale werkelijke bypass-vermogen (voor de drie fasen) in
kilowatt (kW).
Vermogen Het huidige actieve bypass-vermogen voor elke fase in kilowatt (kW).
Werkelijk vermogen is het gemiddelde (in tijd) van het onmiddellijke
product van spanning en stroom.
Piekstroom De bypasspiekstroom in ampère (A).
Vermogensfactor De huidige bypassvermogensfactor voor elke fase. Vermogensfactor is
de verhouding van het werkelijke vermogen tot het schijnbare
vermogen.
Max. RMS-stroom De huidige maximale RMS-stroom voor elke fase in ampère (A).
Batterij
Metingen Het huidige DC-vermogen afkomstig van de batterij, in kilowatt (kW).
De huidige batterijspanning (VDC).
De huidige batterijstroom in ampère (A). Een positieve stroom betekent
dat de batterij wordt opgeladen, een negatieve stroom dat de batterij
ontlaadt.
Batterijtemperatuur van de verbonden temperatuursensors in Celsius of
Fahrenheit.
Batterij De tijd totdat de batterijen worden uitgeschakeld vanwege lage
spanning. Toont ook de laadduur van de batterij als een percentage van
de volledige capaciteit.
De huidige batterijlading (Ah).
Configuratie Toont het batterijtype.
Status De algemene status van de lader.
Modus De bedrijfsmodus van de oplader (Uit,Druppellading,Snellading,
Vereffeningslading,Cyclisch,Test).
Laadcapaciteit De maximale laadcapaciteit als percentage van het nominale vermogen
van de UPS.
Temperatuur
Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur in Celsius of Fahrenheit.
Batterijtemperatuur Batterijtemperatuur in Celsius of Fahrenheit van de verbonden
batterijtemperatuursensors.
46 990-91379B-022
9. Alleen van toepassing op systemen met een nulverbinding.
Bedieningsprocedures UPS
Temperatuur (Vervolgd)
Temperatuur Omgevingstemperatuur in Celsius of Fahrenheit van de optionele
verbonden temperatuursensors (AP9335T en AP9335TH). Naamgeving
in te stellen via de netwerkbeheerinterface.
Vochtigheidsgraad Vochtigheidsgraad als percentage van de optionele verbonden
vochtigheidssensors (AP9335TH). Naamgeving in te stellen via de
netwerkbeheerinterface.
Vermogensmodules
De weergave toont de aanwezigheid (aanwezig/niet aanwezig) en de status (OK, waarschuwing, kritiek) voor
elke vermogensmodule.
Parallel
Ingangsstroom De huidige ingangsstroom van de ingangsbron per fase in ampère (A).
Bypass-stroom De huidige bypass-stroom van de bypassbron per fase in ampère (A).
Totaal uitgangsvermogen Het totale uitgangsvermogen van het parallelle UPS-systeem dat het
totale belastingspercentage en het totale uitgangsvermogen in kW en
kVA voor het parallelle systeem toont.
Uitgangsstroom De huidige uitgangsstroom voor elke fase in ampère (A).
Aantal redundante UPS-
eenheden
Het aantal redundante UPS-eenheden dat aanwezig is.
Redundantie-instelling De geconfigureerde redundantie-instelling.
990-91379B-022 47
UPS Tests
Tests
Het UPS-systeem kan de volgende tests uitvoeren om ervoor te zorgen dat het
systeem goed presteert:
Zoemer
Statuslampjes
Schakelaarlampje
Autonomiekalibratie
Batterij
Tik op de menuknop op het beginscherm en selecteer Onderhoud en Zoemer, of
Statuslampjes, of Schakelaarlampje om de test van deze functies te starten. Zie
Een kalibratietest van de autonomietijd starten, pagina 48 en Een batterijtest
starten, pagina 49 voor details en vereisten voor deze tests.
Een kalibratietest van de autonomietijd starten
Deze functie is nuttig voor kalibratie van de geschatte resterende autonomietijd
van de batterij. In deze test schakelt de UPS over op batterijbedrijf en worden de
batterijen ontladen tot het lage DC-waarschuwingsniveau. Op basis van de
verstreken tijd en gegevens over de belasting kan de batterijcapaciteit worden
berekend en de geschatte autonomietijd worden gekalibreerd.
Schneider Electric raadt aan om een kalibratietest van de autonomietijd uit te
voeren tijdens het inbedrijfstellen, wanneer de batterijen worden vervangen, of
wanneer de batterijoplossing wordt gewijzigd.
LET OP
RISICO OP BESCHADIGING VAN APPARATUUR
Tijdens een kalibratietest van de autonomietijd functioneren de batterijen op
zeer lage capaciteit. Ze kunnen de belasting daarom niet ondersteunen in
geval van een ingangsvermogenstoring.
De batterijen worden ontladen tot het lage DC-waarschuwingsniveau, wat na
de kalibratie tot een korte autonomietijd van de batterijen leidt tot deze weer
volledig zijn opgeladen.
Het herhaaldelijk testen of kalibreren van batterijen kan van invloed zijn op
de batterijlevensduur.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade
aan de apparatuur.
Vereisten:
Geen kritieke alarmen aanwezig.
De batterijen moeten 100% opgeladen zijn.
Het belastingspercentage moet ten minste 10% zijn en mag tijdens de test
niet meer dan 20% veranderen. Voorbeeld: Als het belastingspercentage aan
het begin van de test 30% is, wordt de test afgebroken wanneer het
belastingspercentage tijdens de test minder dan 24% of meer dan 36% wordt.
De bypassvoeding moet beschikbaar zijn.
De bedrijfsmodus moet in normaal bedrijf, eConversion of ECO-modus staan.
De systeembedrijfsmodus moet in omvormerbedrijf, eConversion of ECO-
modus staan.
1. Tik in het beginscherm op de menuknop.
2. Selecteer Onderhoud > Autonomiekalibratie > Kalibratie starten.
3. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
48 990-91379B-022
Tests UPS
Een kalibratietest van de batterij-autonomietijd stoppen
1. Tik in het beginscherm op de menuknop.
2. Selecteer Onderhoud > Autonomiekalibratie > Kalibratie stoppen.
3. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
Een batterijtest starten
Vereisten:
De batterijschakelaars zijn gesloten.
Geen kritieke alarmen aanwezig.
De bypassvoeding moet beschikbaar zijn.
Statische bypassmodus moet beschikbaar zijn.
De batterijen moeten meer dan 50% opgeladen zijn.
De beschikbare autonomietijd moet langer zijn dan 4 minuten.
De bedrijfsmodus moet in normaal bedrijf, eConversion of ECO-modus staan.
De systeembedrijfsmodus moet in omvormerbedrijf, eConversion of ECO-
modus staan.
Deze functie voert een aantal tests op de batterijen uit, zoals controles op
doorgebrande zekeringen en detectie van zwakke batterijen. Tijdens de test
worden de batterijen ontladen en zullen deze zo'n 10% van de totale
autonomietijd verbruiken. Voorbeeld: Als u nog 10 minuten autonomietijd heeft,
duurt de test 1 minuut. De batterijtest kan worden ingesteld om automatisch op
verschillende tijdsintervallen te worden uitgevoerd (van wekelijks tot jaarlijks).
1. Selecteer Onderhoud > Batterij > Test starten.
2. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
Een batterijtest stoppen
1. Tik in het beginscherm op de menuknop.
2. Selecteer Onderhoud > Batterij > Test stoppen.
3. Tik op OK op het bevestigingsscherm.
990-91379B-022 49
UPS Onderhoud
Onderhoud
Sluit de temperatuur-/vochtigheidssensor aan (optioneel)
Temperatuur-/vochtigheidssensor (AP9335T of AP9335TH) kan worden
aangesloten op de netwerkbeheerkaart.
1. Sluit de temperatuur-/vochtigheidssensor aan op de universele I/O-poort van
de netwerkbeheerkaart.
2. Stel de temperatuur-/vochtigheidssensor in via de netwerkbeheerinterface.
Zie Toegang tot een geconfigureerde netwerkbeheerinterface, pagina 42.
3. Tik op Status > Temperatuur om de temperatuur-/vochtigheidsmetingen te
bekijken.
50 990-91379B-022
Onderhoud UPS
Het stoffilter vervangen (GVLOPT001)
1. Open de deur.
2. Verwijder de drie horizontale beugels.
3. Verwijder het oude stoffilter en plaats het nieuwe stoffilter.
4. Plaats de drie horizontale beugels terug.
5. Sluit de deur.
6. Reset de teller van het stoffilter, zie Herinnering voor stoffilter configureren,
pagina 35.
990-91379B-022 51
UPS Onderhoud
Live Swap: Een vermogensmodule toevoegen,
verwijderen of vervangen
OPMERKING: Deze UPS is ontworpen en geëvalueerd voor het vervangen
van vermogensmodules in elke bedrijfsmodus Live Swap. Deze pagina bevat
de instructies van de fabrikant voor het uitvoeren van Live Swap
OPMERKING: Inkomende energie is <1,2 cal / cm2wanneer geïnstalleerd en
bij de eerste inbedrijfstelling in overeenstemming met de productinstructies.
Inkomende energie is gemeten 200 mm (8 in) van de voorzijde van de
behuizing.
DISCLAIMER:
Elektrische apparatuur mag alleen worden geïnstalleerd, bediend,
gerepareerd, onderhouden en vervangen, of soortgelijk werk moet worden
uitgevoerd door voldoende gekwalificeerd, opgeleid, ervaren en bekwaam
personeel dat over de nodige autorisaties (bijv. licenties, vergunningen of
certificeringen) beschikt om dergelijk werk uit te voeren. Alle werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd op een manier die geen gevaar oplevert en
gebruik makend van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
De gebruiker moet erover waken dat de instructies en de
gebruikershandleiding van de fabrikant en alle toepasselijke wetten,
voorschriften, normen en richtlijnen worden nageleefd bij het gebruik van
deze apparatuur en het uitvoeren van werkzaamheden, of wanneer
werkzaamheden aan of nabij elektrische apparatuur worden toegestaan.
Noch Schneider Electric, noch een van haar dochterondernemingen is
aansprakelijk voor claims, kosten, verliezen, schade, overlijden of letsel als
gevolg van onjuist gebruik van deze apparatuur of het niet naleven van een
van de bovenstaande vereisten.
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN
Controleer of het Live Swap-label op de UPS is aangebracht.
Als er geen Live Swap-label op de UPS aanwezig is, moet de UPS worden
overgeschakeld naar onderhoudsbypassmodus of worden uitgeschakeld
voordat een vermogensmodule kan worden aangebracht of verwijderd.
Gebruik geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en volg de
richtlijnen voor veilig werken met elektriciteit.
Het aanbrengen of verwijderen van vermogensmodules mag alleen
gebeuren door gekwalificeerd personeel met kennis van zaken op het
gebied van elektrische werken en de vereiste voorzorgsmaatregelen. Houd
onbevoegde personen uit de buurt.
Deze procedure vereist het openen van de frontdeur. Alle andere deuren en
dekplaten moeten tijdens deze procedure gesloten en beveiligd blijven.
Controleer of de UPS is beveiligd voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
Als er aanwijzingen zijn van een slecht onderhoud of een gebrekkige
installatie, ga dan niet verder met deze procedure
Installeer geen vermogensmodules die per ongeluk zijn gevallen, gebroken,
ondergelopen, gecontamineerd, besmet of op enigerlei wijze zijn
beschadigd.
Installeer geen vermogensmodules waarvan de bedrijfsstatus onbekend is.
Blijf op een minimale afstand van 200 mm (8 in) van de voorkant van de
behuizing als het systeem is ingeschakeld.
Steek geen gereedschap in de lege sleuf van de vermogensmodule.
Grijp niet in de lege sleuf van de vermogensmodule.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
52 990-91379B-022
Onderhoud UPS
WAARSCHUWING
RISICO OP BESCHADIGING VAN APPARATUUR
Bewaar de vermogensmodules bij een omgevingstemperatuur van -15 tot
40 °C (5 tot 104 °F), 10-80% niet-condenserend vocht.
Sla de vermogensmodules op in hun originele beschermende verpakking.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.
VOORZICHTIG
ZWARE BELASTING
Vermogensmodules zijn zwaar (38 kg) en moeten door twee personen worden
opgetild.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of
schade aan de apparatuur.
LET OP
RISICO OP OVERBELASTING VAN DE INSTALLATIE
Controleer en verifieer dat de installatie de juiste capaciteit heeft voor de
toename van het nominale vermogen voordat u meer vermogensmodules in de
UPS installeert. Een onjuiste capaciteit van de installatie kan in een
overbelasting van de installatie eindigen. Zie de installatiehandleiding voor de
vereisten voor stroomopwaartse en stroomafwaartse beveiligingen,
kabeldoorsnedes, enz.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade
aan de apparatuur.
LET OP
RISICO OP DALENDE BELASTING
Controleer en verifieer dat de resterende stroommodules de belasting kunnen
ondersteunen voordat u een vermogensmodule van de UPS verwijdert.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade
aan de apparatuur.
990-91379B-022 53
UPS Onderhoud
1. Om een geïnstalleerde vermogensmodule te verwijderen:
a. Verwijder de schroeven in de boven- en onderkant van de
vermogensmodule en druk op de ontgrendelingsschakelaar.
b. Trek de vermogensmodule voor de helft naar buiten. Een
vergrendelingsmechanisme voorkomt dat de vermogensmodule
helemaal naar buiten kan worden getrokken.
c. Geef de vergrendeling vrij door op de ontgrendelingsknop aan de
bovenzijde van de vermogensmodule te drukken en verwijder de
vermogensmodule.
d. Als er geen vervangende vermogensmodule wordt geïnstalleerd:
Installeer een vulplaat voor de lege sleuf van een vermogensmodule.
54 990-91379B-022
Onderhoud UPS
2. Om een nieuwe vermogensmodule te installeren:
a. Als dit een extra vermogensmodule is die wordt geïnstalleerd: Verwijder
het vulplaatje van de lege sleuf voor vermogensmodules. Bewaar de
vulplaat voor toekomstig gebruik.
b. Duw de vermogensmodule in de sleuf. Het inschakelmechanisme wordt
vergrendeld wanneer de vermogensmodule correct is geplaatst.
c. Breng de meegeleverde schroeven in de boven- en onderkant van de
vermogensmodule aan.
De vermogensmodule zal een zelftest uitvoeren, automatisch de firmware
upgraden conform het systeem en daarna online gaan.
GEVAAR
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN
Alle sleuven voor vermogensmodules moeten ofwel een geïnstalleerde
vermogensmodule of een vulplaat hebben.
Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
990-91379B-022 55
UPS Onderhoud
Vaststellen of u een vervangingsonderdeel nodig hebt
Om te bepalen of u een vervangingsonderdeel nodig hebt, kunt u contact
opnemen met de klantenondersteuning van Schneider Electric. Volg de
onderstaande procedure, zodat de medewerker u meteen van dienst kan zijn:
1. Is er sprake van een alarmtoestand, blader dan door de alarmlijsten, noteer
de gegevens en geef deze door aan de medewerker.
2. Schrijf het serienummer van het apparaat op, zodat u dit bij de hand hebt
wanneer u contact opneemt Schneider Electric.
3. Bel Schneider Electric indien mogelijk met een telefoon in de buurt van het
display, zodat u extra gegevens kunt opzoeken en doorgeven aan de
medewerker.
4. Zorg dat u een gedetailleerde beschrijving van het probleem kunt geven. Een
medewerker zal u, indien mogelijk, via de telefoon helpen het probleem op te
lossen, of u een retourautorisatienummer (RMA) geven. Wanneer u een
module terugstuurt naar Schneider Electric, moet dit nummer duidelijk op de
buitenkant van de verpakking worden vermeld.
5. Als het apparaat nog binnen de garantieperiode valt en in bedrijf is gesteld
door Schneider Electric, worden reparaties of vervangingen gratis uitgevoerd.
Als de garantietermijn is verstreken, worden kosten in rekening gebracht.
6. Als het apparaat onder een onderhoudscontract van Schneider Electric valt,
dient u dit contract bij de hand te hebben, zodat u de medewerker informatie
hierover kunt geven.
Onderdelen terugsturen naar Schneider Electric
Bel de klantenondersteuning van Schneider Electric om een RMA-nummer aan te
vragen om een niet bruikbaar onderdeel terug te sturen naar Schneider Electric.
Verpak het onderdeel in het originele verpakkingsmateriaal, laat de zending
verzekeren en zorg dat van tevoren voor verzending is betaald. De medewerker
van de klantenondersteuning zal u het verzendadres geven. Als u het originele
verpakkingsmateriaal niet meer in uw bezit hebt, vraag de medewerker dan hoe u
een nieuwe set kunt ontvangen.
Verpak het onderdeel goed om schade tijdens het vervoer te voorkomen.
Gebruik voor het verzenden van een onderdeel nooit tempexbolletjes of
ander los verpakkingsmateriaal. Het onderdeel kan tijdens het vervoer gaan
bewegen en beschadigd raken.
Voeg een brief bij in de verpakking waarop u uw naam, adres,
telefoonnummer, RMA-nummer en de beschrijving van het probleem
vermeldt. Stuur eveneens een kopie van het aankoopbewijs en zo nodig een
betalingsbevestiging mee.
OPMERKING: Schade die ontstaat tijdens vervoer valt niet onder de garantie.
56 990-91379B-022
Problemen oplossen UPS
Problemen oplossen
LED-statuslampjes van UPS-bedrijfsmodus
Als het display niet meer werkt, kunt u de UPS-bedrijfsmodus herkennen aan de
hand van de LED-statuslampjes achter het voorpaneel.
Een groene LED betekent dat de functie actief is.
LED uit betekent dat de functie niet actief is.
Een rode LED betekent dat de functie niet bruikbaar of in een alarmtoestand
is.
Dubbele conversie (normaal bedrijf)
Batterijbedrijf (in systeem met dubbele netvoeding
met bypass beschikbaar)
Batterijbedrijf (in systeem met enkele netvoeding of
met dubbele netvoeding met bypass niet beschikbaar)
Gevraagde statische bypassmodus
Geforceerde statische bypassmodus
ECO-modus
eConversion-modus
Uit-modus
Bedrijf statische bypass stand-by
990-91379B-022 57
UPS Problemen oplossen
UPS-rapport naar een USB-apparaat exporteren
1. Selecteer Onderhoud > UPS-rapport.
2. Open de deur.
3. Steek uw USB-apparaat in de USB-poort van de systeemniveau-controller.
4. Tik op Exporteren.
OPMERKING: Verwijder het USB-apparaat pas als het exporteren is
voltooid.
5. Stuur het UPS-rapport naar de klantenondersteuning van Schneider Electric.
58 990-91379B-022
Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel systeem UPS
Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel
systeem
Belangrijkste scenario waarin de UPS over kan gaan naar eConversion
1. De UPS bevond zich minstens 10 seconden in omvormerbedrijf.
2. De UPS controleert of de bypass binnen de tolerantie valt en of de bypass
beschikbaar is.
3. De UPS controleert of de eConversion-modus is toegestaan (standaard
ingeschakeld/ingeschakeld door gebruiker).
4. De UPS schakelt over op eConversion-modus.
OPMERKING: Bij terugkeer van de eConversion-modus naar het
omvormerbedrijf is er altijd een korte periode in batterijbedrijf. Hierdoor kan de
PFC (arbeidsfactorcompensatie) opstarten en synchroniseren.
Scenario 1 van eConversion-gedrag (Ingang buiten tolerantie)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Ingang valt buiten de tolerantie, maar bypass blijft binnen de tolerantie.
3. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
Scenario 2 van eConversion-gedrag (Bypass buiten tolerantie/Bypass niet
beschikbaar)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar.
3. De UPS schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
Scenario 3 van eConversion-gedrag (Bypass buiten tolerantie/Bypass niet
beschikbaar)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar.
3. De UPS schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
4. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar.
5. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert de UPS terug naar
de eConversion-modus.
Scenario 4 van eConversion-gedrag (Ingang en bypass buiten tolerantie)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Ingang en bypass vallen buiten de tolerantie.
3. De UPS schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf (batterijbedrijf).
4. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar.
5. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert de UPS terug naar
de eConversion-modus
990-91379B-022 59
UPS Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel systeem
Scenario 5 van eConversion-gedrag (eConversion is uitgeschakeld/Niet
meer toegestaan)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. eConversion-modus is uitgeschakeld (door gebruiker) of niet meer
toegestaan (door instelling/drempel).
3. De UPS schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
Scenario 6 van eConversion-gedrag (Omvormer gestart)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus en de eConversion-modus is
ingesteld op Altijd toegestaan of Alleen toegestaan op een bepaalde tijd en
dag van de week.
2. De gebruiker drukt op de knop INVERTER AAN.
3. De UPS schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
4. De UPS keert terug naar de eConversion-modus wanneer
deze het volgende tijdsinterval bereikt waarin de eConversion-modus is
gepland als Toegestaan of na 10 seconden indien eConversion is ingesteld
op Altijd toegestaan.
Scenario 7 van eConversion-gedrag (Uitgang overbelast)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. De UPS-uitgang is overbelast.
3. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf en de overbelastingtimer begint
te tellen.
Scenario 8 van eConversion-gedrag (Kritieke gebeurtenis/toestand
gedetecteerd)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. De UPS detecteert een kritieke gebeurtenis/toestand waardoor de UPS moet
overschakelen naar de geforceerde statische bypassmodus (geen
overbelasting van uitgang).
3. De UPS schakelt over naar de geforceerde statische bypassmodus.
4. De kritieke gebeurtenis/toestand is opgelost of niet meer aanwezig.
5. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf.
6. Na 10 seconden in stabiel omvormerbedrijf keert de UPS terug naar de
eConversion-modus.
Scenario 9 van eConversion-gedrag (Kortsluiting gedetecteerd)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. In de uitgang is kortsluiting in fase-fase of fase-nulleider gedetecteerd (er
wordt hoge stroom gedetecteerd in de bypass en de gebeurtenis wordt
gelogd).
3. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf.
4. Als de kortsluiting blijft bestaan, schakelt de UPS over naar de geforceerde
statische bypassmodus.
60 990-91379B-022
Scenario's van eConversion-gedrag – Enkel systeem UPS
Scenario 10 van eConversion-gedrag (EPO geactiveerd)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. EPO is geactiveerd.
3. De UPS schakelt over naar de modus Uit.
4. EPO-is gedeactiveerd.
5. De gebruiker drukt op de knop INVERTER AAN.
6. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf.
7. Na 10 seconden in stabiel omvormerbedrijf keert de UPS terug naar de
eConversion-modus.
Scenario 11 van eConversion-gedrag (Hoge-efficiëntiemodus
uitgeschakeld door systeem)
1. De UPS bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar.
3. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf.
4. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar.
5. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert de UPS terug naar
de eConversion-modus.
6. De stappen 2 tot 5 worden binnen een interval van 24 uur 10 keer herhaald
(de frequentie kan worden geconfigureerd).
7. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar voor >10
keer in een interval van 24 uur.
8. De UPS schakelt over naar omvormerbedrijf.
9. De UPS schakelt de hoge-efficiëntiemodus uit.
10. De gebruiker wordt geïnformeerd dat de hoge-efficiëntiemodus door het
systeem is uitgeschakeld via een alarm of een gebeurtenis, afhankelijk van
de configuratie.
11. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar.
12. De UPS bevindt zich in omvormerbedrijf.
13. De gebruiker schakelt de hoge-efficiëntiemodus opnieuw in.
14. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert de UPS terug naar
de eConversion-modus.
990-91379B-022 61
UPS Scenario's van eConversion-gedrag – Parallel systeem
Scenario's van eConversion-gedrag – Parallel
systeem
Belangrijkste scenario waarin het UPS-systeem kan overschakelen naar
eConversion
1. De aansturende, parallelle (master-)UPS- eenheid stond minstens 30
seconden in omvormerbedrijf.
2. De aansturende, parallelle UPS-eenheid controleert of de bypass binnen de
tolerantie valt en of de bypass beschikbaar is.
3. De aansturende, parallelle UPS- eenheid controleert of eConversion is
toegestaan, zowel voor zichzelf als voor alle aangestuurde, parallelle UPS-
eenheden.
4. Het UPS-systeem schakelt over naar de eConversion-modus.
OPMERKING: Bij de terugkeer van eConversion-modus naar het
omvormerbedrijf is er altijd een korte periode in batterijbedrijf. Hierdoor kan de
PFC (arbeidsfactorcompensatie) opstarten en synchroniseren.
Scenario 1 van eConversion-gedrag (Ingang buiten tolerantie)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Ingang valt buiten de tolerantie op een of meer parallelle UPS-eenheden,
maar de bypass is nog binnen de tolerantie op alle UPS-eenheden.
3. Het parallelle systeem blijft in de eConversion-modus.
Scenario 2 van eConversion-gedrag (Bypass buiten tolerantie/Bypass niet
beschikbaar)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar op een of
meer parallelle UPS-eenheden.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
Scenario 3 van eConversion-gedrag (Bypass buiten tolerantie/Bypass niet
beschikbaar)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Bypass valt buiten de tolerantie of bypass is niet meer beschikbaar voor een
of meer van de parallelle UPS-eenheden.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
4. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar op alle parallelle
UPS-eenheden.
5. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert het parallelle
systeem terug naar de eConversion-modus.
Scenario 4 van eConversion-gedrag (Ingang en bypass buiten tolerantie)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Ingang en bypass vallen buiten de tolerantie op een of meer van de parallelle
UPS-eenheden.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
62 990-91379B-022
Scenario's van eConversion-gedrag – Parallel systeem UPS
4. Bypass valt binnen de tolerantie en bypass is beschikbaar op alle parallelle
UPS-eenheden.
5. Als de bypass 10 seconden stabiel beschikbaar is, keert het parallelle
systeem terug naar de eConversion-modus.
Scenario 5 van eConversion-gedrag (eConversion is uitgeschakeld/Niet
meer toegestaan)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. eConversion-modus is uitgeschakeld of niet meer beschikbaar op een of
meer van de parallelle UPS-eenheden.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
Scenario 6 van eConversion-gedrag (Omvormer gestart)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus en
eConversion-modus is ingesteld op Altijd toegestaan.
2. De gebruiker drukt op de knop Inverter AAN op één parallelle UPS.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
4. Wanneer het parallelle systeem zich 10 seconden in omvormerbedrijf
bevond, keert het terug naar eConversion-modus.
Scenario 7 van eConversion-gedrag (Omvormer gestart)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus en de
eConversion-modus is ingesteld op Alleen toegestaan op een bepaalde tijd
en dag van de week.
2. De gebruiker drukt op de knop Inverter AAN op één parallelle UPS.
3. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf.
4. Het parallelle systeem keert terug naar de eConversion-modus wanneer
dit het volgende kalendertijdsinterval bereikt waarin de eConversion-modus is
toegestaan.
Scenario 8 van eConversion-gedrag (Kritieke gebeurtenis/toestand
gedetecteerd)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Eén parallelle UPS detecteert een kritieke gebeurtenis/toestand waardoor de
UPS moet overschakelen naar de geforceerde statische bypassmodus.
3. De andere parallelle UPS-eenheden kunnen de belasting ondersteunen.
4. Het parallelle systeem schakelt onmiddellijk over naar omvormerbedrijf en de
UPS met een kritieke gebeurtenis/toestand schakelt over naar bedrijf
statische bypass stand-by.
Scenario 9 van eConversion-gedrag (Kritieke gebeurtenis/toestand
gedetecteerd)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Eén parallelle UPS detecteert een kritieke gebeurtenis/toestand waardoor de
UPS moet overschakelen naar de geforceerde statische bypassmodus.
3. De andere parallelle UPS-eenheden kunnen de belasting niet ondersteunen.
990-91379B-022 63
UPS Scenario's van eConversion-gedrag – Parallel systeem
4. Het parallelle systeem schakelt over naar de geforceerde statische
bypassmodus en blijft in de geforceerde statische bypassmodus, totdat de
kritieke gebeurtenis/toestand is verholpen.
Scenario 10 van eConversion-gedrag (Kritieke gebeurtenis/toestand
gedetecteerd)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. Eén parallelle UPS detecteert een kritieke gebeurtenis/toestand waardoor de
UPS moet overschakelen naar de geforceerde statische bypassmodus.
3. De andere parallelle UPS-eenheden kunnen de belasting niet ondersteunen.
4. Het parallelle systeem schakelt over naar de geforceerde statische
bypassmodus en blijft daar totdat de kritieke gebeurtenis/toestand is
verholpen.
5. De kritieke gebeurtenis/toestand is verholpen.
6. Het parallelle systeem schakelt over naar omvormerbedrijf.
7. Na 10 seconden keert het parallelle systeem terug naar de eConversion-
modus (indien eConversion-modus nog steeds is toegestaan).
Scenario 11 van eConversion-gedrag (Uitgang overbelast)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. De uitgang van het parallelle systeem is overbelast.
3. Het parallelle systeem schakelt over naar omvormerbedrijf en de
overbelastingtimer begint te tellen.
Scenario 12 van eConversion-gedrag (Kortsluiting gedetecteerd)
1. Het parallelle systeem bevindt zich in de eConversion-modus.
2. In de uitgang is kortsluiting in fase-fase of fase-nulleider gedetecteerd (er
wordt hoge stroom gedetecteerd in de bypass en de gebeurtenis wordt
gelogd).
3. Het parallelle systeem schakelt over naar omvormerbedrijf.
4. Als de kortsluiting blijft bestaan, schakelt het parallelle systeem over naar de
geforceerde statische bypassmodus.
64 990-91379B-022
Schneider Electric
35 rue Joseph Monier
92500 Rueil Malmaison
Frankrijk
+ 33 (0) 1 41 29 70 00
*990-91379B-022*
Omdat standaarden, specificaties en ontwerpen van tijd tot tijd worden
gewijzigd, moet u om bevestiging vragen van de informatie die in deze
publicatie wordt gegeven.
© 2020 – 2022 Schneider Electric. Alle rechten voorbehouden.
990-91379B-022
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66

Schneider Electric Galaxy VL Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding