Gossen MetraWatt METRAHIT 16I Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
METRA 16I
METRA 16T
Analoge / digitale multimeters
met isolatiemeting
3-348-892-05
3/8.08
2 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
(1)
(7a)
16T
F
j
600V CATIII
M
Ω
100V600V
Insulation Tester
TRMS Multimeter
F
Hz
°
C
Hz
a-b
100V
ab
j-a
b-j
16I
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
M
Ω
ISO
1000V1000V
Insulation Tester
TRMS Multimeter
F
Hz
°
C
Hz
V
1M
Ω
(5/5a) (5/5b)
(3/3a)
METRAHit 16I METRAHit 16T
(2)
(2)
(3)
(4/4a)
(6)
(7)
(19)
(8)
(9)
(10) (11)
(12)
(18)
(17)
(13)(14)
(16)
(15)
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 3
GB
(1) LCD-display
(2) Aan-/uitknop
(3) Knop voor de functies meetwaarde en MIN/MAX-geheugen
(3a) Knop voor het schakelen tussen de meetspanningen
(4) Knop voor handmatige keuze van het meetbereik
(4a) + (5a) Langdurige meting bij isolatiemeting
(5) Multifunctionele knop
(5a) Knop voor het uitvoeren van de isolatiemeting (als ingedrukt)
(5b) Knop voor het aan-/uitschakelen van de isolatiemeting
(6) Schakelaar voor meetfuncties
(7) Aansluitbussen voor multimetermeting
(7a) Aansluitbussen voor isolatieweerstandsmeting
(8) Teken voor “PERMANENT AAN”
(9) Digitaal display met weergave van decimale komma en polariteit
(10) Aanduiding bij handmatige meetbereikkeuze, data-hold en
MIN/MAX-geheugen
(11) Weergave van de gekozen functie (AC of DC)
(12) Weergave van de meeteenheid
(13) Weergave bij overschrijding van het meetbereik
(14) Wijzer voor analoge weergave
(15) Schaal voor analoge weergave
(16) Weergave bij overschrijding van het negatieve analoge meetbereik
(17) Weergave bij te lage batterijspanning
(18) Weergave bij ingeschakeld akoestisch signaal
(19) Weergave van de grootheid °C bij temperatuurmeting
Twee-handen-meting
Voor het snel en eenvoudig meten van de netspanning, het meten
van spanning van meer dan 1000 V, of het meten van de isolatie,
kan een van de beide meetpunten aan de bodem van de rubberen
beschermhoes veilig worden bevestigd. Dit maakt het mogelijk om
tegelijkertijd het te meten object aan te raken, de functietoetsen te
bedienen en de meetwaarden af te lezen.
4 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Inhoudsopgave
Pagina
1 Veiligheidskenmerken en –richtlijnen ............................. 5
2 Ingebruikname ................................................................ 6
3 Meetfuncties en meetbereiken kiezen ............................ 7
3.1 Automatisch kiezen van het meetbereik .............................. 7
3.2 Handmatig kiezen van het meetbereik ................................. 7
4 LCD-display ..................................................................... 8
4.1 Digitale weergave .............................................................. 8
4.2 Analoge weergave ............................................................. 8
5 Meetwaardengeheugen “DATA” ..................................... 8
6 Geheugen voor minimale en maximale waarde
“MIN/MAX” ...................................................................... 9
7 Het meten van spanning ............................................... 10
7.1 METRAHit 16I: ingangsweerstand 1 MΩ ..........................10
7.2 METRAHit
16T: aansluitingen ........................................... 10
7.3 Transiënte overspanningen .............................................. 11
7.4 Het meten van spanning > 1000 V ................................... 11
8 Weerstandsmeting ........................................................ 12
9 Het meten van wisselstroom
met de stroomtangtransformator WZ12B ..................... 12
10 Diodetest en weerstandscontrole ................................. 13
11 Capaciteitsmeting ......................................................... 14
12 Frequentiemeting .......................................................... 14
13 Temperatuurmeting ...................................................... 15
14 Het meten van de isolatieweerstand
met de METRAHit
16I .................................................... 16
14.1 Voorbereiden van de meting ............................................. 16
14.2 Het meten van de isolatieweerstand .................................. 17
14.3 Beëindigen van de meting en ontladen .............................. 17
14.4 Beoordelen van de gemeten waarden ............................... 17
15 Het meten van de isolatieweerstand
bij telecommunicatie-installaties
met de METRAHit
16T ................................................... 18
16 Interface RS232C .......................................................... 19
17 Technische specificaties ............................................... 20
18 Onderhoud ..................................................................... 26
18.1 Batterij ............................................................................ 26
18.2 Behuizing ........................................................................ 27
19 Reparaties en onderdelen ............................................. 27
20 Produktondersteuning ................................................... 28
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 5
GB
1 Veiligheidskenmerken en –richtlijnen
U heeft gekozen voor een instrument, dat u een zeer grote mate
aan veiligheid biedt.
De analoge-digitale multimeters zijn overeenkomstig de veiligheids-
bepalingen IEC 61010–1/EN 61010–1/VDE 0411–1 en
IEC 61557/EN 61557/VDE 0413 geconstrueerd en getest. Wan-
neer het instrument op de voorgeschreven manier wordt gebruikt,
is zowel de veiligheid van degene die het instrument bedient, als de
veiligheid van het instrument zelf gewaarborgd. Deze veiligheid kan
niet worden gegarandeerd, wanneer het instrument onjuist of
onachtzaam wordt gebruikt.
Om de veiligheidstechnische perfecte staat te handhaven en een veilig
gebruik te kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat u, voordat u het
instrument in gebruik neemt, de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en in zijn
geheel leest en deze op alle punten opvolgt.
Voor uw eigen veiligheid en ter bescherming van uw meetinstru-
ment zijn de multimeters METRAHit
®
16I van een automatische
busvergrendeling voorzien. Deze is gekoppeld aan de functiescha-
kelaar en geeft slechts de bus vrij, die nodig is voor de gekozen
functie. Bovendien wordt bij aangesloten meetleidingen het scha-
kelen naar ongeoorloofde functies geblokkeerd.
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht:
Het instrument mag alleen door personen worden gebruikt, die in
staat zijn de gevaren van het aanraken van elektrische spanning
te onderkennen en die de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen
kunnen treffen. Gevaar bij het aanraken van elektrische spanning
bestaat overal, waar spanningen kunnen optreden die groter zijn
dan 30 V (effectief).
Als metingen uitgevoerd worden, waarbij het gevaar van het aan-
raken van elektrische spanning bestaat, dient alleen werken
voorkomen te worden. Zorg voor de aanwezigheid van een
tweede persoon.
De maximaal toegestane spanning tussen een willekeurige aanslui-
ting (7) en aarde bedraagt 1000 V
1)
cat. II resp. 600 V
2)
cat. III. De
waarden voor overbelasting worden in hoofdstuk 17 weergege-
ven.
•De
nominale spanning van de installatie mag de volgende grens-
waarden niet overschrijden:
– tussen leiding en nulleiding
600 V,
– in 4-draads-draaistroomsystemen 690 V
2)
tussen
de buitenleidingen
– in 3-draads-draaistroomsystemen 1000 V
2)
tussen
de buitenleidingen.
Houdt er rekening mee, dat op de te testen objecten (bijv. op
defecte apparaten) onvoorziene spanningen kunnen optreden.
Condensatoren kunnen bijvoorbeeld gevaarlijk geladen zijn.
Zorg ervoor, dat de meetleidingen in een perfecte staat verkeren,
d.w.z. een onbeschadigde isolatie, geen onderbrekingen in de
leidingen, stekers, enz.
Wees extra voorzichtig als er metingen worden verricht in een
HF-circuit. Hier kunnen gevaarlijke AC/DC-spanningen optreden.
Meten in een vochtige omgeving is niet toegestaan.
Let er goed op, dat de
meetbereiken niet meer worden belast dan
toegestaan. De grenswaarden zijn in de tabel “Meetbereiken” in
hoofdstuk 17 „Technische specificaties“ terug te vinden.
1)
alleen METRAHit
®
16I
2)
METRAHit
®
16T: tot 600 V
6 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Betekenis van de symbolen op het instrument
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie
(Let op: gebruiksaanwijzing raadplegen)
Aardaansluiting
Versterkte of dubbele
isolatie
VDE-keurmerk (aangevraagd)
CSA-keurmerk (aangevraagd)
CE-markering
Reparatie, het vervangen van onderdelen en kalibratie
Bij het openen van het instrument kunnen spanningvoerende delen
worden blootgelegd. Voor een reparatie, het vervangen van onder-
delen of kalibratie moet het instrument worden losgekoppeld van
het meetcircuit. Als echter een reparatie, of kalibratie onder span-
ning aan het blootgelegde instrument noodzakelijk is, mag deze
slechts uitgevoerd worden door een ter zake kundig persoon, die
op de hoogte is van de daarmee gepaard gaande gevaren.
Fouten en buitengewone omstandigheden
Wanneer aangenomen moet worden, dat het instrument niet meer
veilig gebruikt kan worden, moet het instrument buiten werking
worden gesteld en tegen onvoorzien gebruik worden beveiligd.
Men kan ervan uitgaan dat het instrument niet meer veilig gebruikt
kan worden:
indien het instrument zichtbare beschadigingen vertoont,
indien het instrument niet meer functioneert,
na langdurige opslag in een ongunstige omgeving,
na transport onder zware omstandigheden.
2 Ingebruikname
Batterij
Met het instrument wordt een 9 V-alkalinebatterij overeenkomstig
IEC 6 LR 61 meegeleverd. Het instrument is bedrijfsklaar. Voordat u
het instrument voor de eerste keer in gebruik neemt, of na een lange
opslagperiode dient u hoofdstuk 18.1 „Batterij“ door te nemen.
Instrument inschakelen
Druk op de knop “ON/OFF” (2)
Het inschakelen wordt door een akoestisch signaal bevestigd.
Zolang u de knop ingedrukt houdt, worden alle segmenten in het
Liquid Signal Display (LCD) weergegeven. Het LCD-display is op
pagina 2 afgebeeld.
Na het loslaten van de knop kan met het instr. worden gemeten.
Na het uitschakelen kunt u pas na 3 s weer opnieuw inschakelen
.
Let op!
Elektrische ontladingen en hoogfrequentiestoringen
kunnen een onjuist meetresultaat veroorzaken en het
meetverloop blokkeren. Schakel het instrument uit en
weer aan; het is dan gereset. Indien deze handeling
geen resultaat oplevert, moet de batterij kortstondig los-
gekoppeld worden.
!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 7
GB
Voordat het instrument geopend wordt, moet deze van het meetcircuit wor-
den ontkoppeld. Let ook op de aanwijzingen in hoofdstuk 18 „Onder-
houd“ !
Automatische uitschakeling
Het instrument schakelt zichzelf automatisch uit, als de gemeten
waarde ca. 10 minuten lang constant is (meetwaardenschomme-
ling ≤±2 digits) en er gedurende deze periode geen knop of func-
tieschakelaar wordt bediend.
Voorkomen van het automatisch uitschakelenng
Het instrument kan “PERMANENT AAN” worden gezet. Druk hier-
toe tijdens het inschakelen gelijktijdig de knop “ON/OFF” (2) en de
gele multifunctionele knop in. De functie “PERMANENT AAN” wordt
op het LCD-display (1) door het symbool (8) weergegeven.
Instrument uitschakelen
Druk op de knop “ON/OFF” (2).
3 Meetfuncties en meetbereiken kiezen
METRAHit
®
16I: De busvergrendeling geeft alleen de bussen vrij,
die horen bij de gekozen functie.
3.1 Automatisch kiezen van het meetbereik
De multimeters hebben een automatische meetbereikkeuze voor
alle meetbereiken met uitzondering van de bereiken 30 mV en
300 mV . De automatische meetbereikkeuze is na het inschake-
len van het instrument ingeschakeld. Het instrument kiest overeen-
komstig de actuele meetgrootheid automatisch het meetbereik, dat
de beste resolutie biedt.
Bij het omschakelen naar frequentie blijft het eerder ingestelde
spanningsmeetbereik behouden.
Het instrument schakelt automatisch:
3.2 Handmatig kiezen van het meetbereik
De automatische meetbereikkeuze is uitschakelbaar en de bereiken
kunnen volgens de volgende tabel handmatig gekozen en vastge-
steld worden. De handmatige keuze van het meetbereik wordt uit-
geschakeld wanneer knop (4) “lang” (ca. 1 s) ingedrukt wordt, wan-
neer de functieschakelaar (6) wordt bediend of als het instrument
uit- en weer aangeschakeld wordt.
Bij het terugschakelen naar automatisch in de bereiken 30 mV of
300 mV s wordt het meetbereik 3 V ingesteld.
1)
METRAHit
®
16T: 600 V
2) )
alleen METRAHit
®
16I
naar het eerstvolgende hogere bereik bij ± (3099 digits + 1 digit)
naar het eerstvolgende lagere bereik bij ± (240 / 280 digits – 1 digit)
AUTO/
MAN
(4)
Functie
Bevestigen
Dis-
play
Sig-
naal
kort
handmatige keuze aan:
Het gebruikte meetbereik wordt vastgesteld
hand
(10)
1 x
kort
schakelvolgorde bij:
V : 3V 30 V 300 V 1000 V
1)
30 mV
300 mV 3V ...
V/:3V 30 V 300 V 1000 V
1)
3V ...
Ω :30MΩ→ 30 Ω→ 300 Ω→ 3kΩ→ 30 kΩ→
300kΩ→ 3MΩ→ 30 MΩ ...
F : 30 nF
2)
300 nF 3 μF 30 μF
2)
30 nF
2)
...
Hz : 300 Hz 3kHz 30 kHz 100 kHz 300 Hz ...
hand
(10)
1 x
lang terug naar automatische keuze van het bereik 2 x
8 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4 LCD-display
4.1 Digitale weergave
In het digitale display (9) worden de gemeten waarde, de decimale
komma en het + of – teken aangegeven. Bovendien worden de
gekozen meeteenheid (12) en stroomsoort (11) weergegeven. Tij-
dens het meten van DC-waarden verschijnt er een minteken voor
de cijfers als de positieve pool van het meetsignaal aan de „“-
ingang is aangesloten. Bij een overschrijding van het meetbereik
3099 (in het bereik : 1999) verschijnt “OL” in het display.
Het display wordt bij V- en Ω-metingen twee maal per seconde
geactualiseerd.
4.2 Analoge weergave
De analoge weergave met wijzer en met de dynamiek van een
draaispoelmeter wordt bij V- en W-metingen 20 maal per seconde
geactualiseerd. Dit is bijzonder gemakkelijk bij het observeren van
schommelende meetwaarden en bij het kalibreren.
De analoge weergave heeft een eigen polariteitsaanduiding. Tijdens
het meten van DC-waarden heeft de analoge schaal (15) een nega-
tief bereik van 5 schaaldelen, waardoor schommelingen in de
gemeten waarden rond het nulpunt nauwkeurig geobserveerd kun-
nen worden. Wanneer de grenswaarde van een meetbereik wordt
overschreden verschijnt er allereerst een driehoekje (16) in het dis-
play. Na 0,7 seconden schakelt de polariteit van de analoge weer-
gave om. Een overschrijding van het meetbereik (> 3099 digits,
of : > 1999) wordt door het rechter driehoekje (13) aangegeven.
5 Meetwaardengeheugen “DATA
Met de functie DATA is het mogelijk gemeten waarden automatisch
“vast te houden”. Dit komt van pas als men alle aandacht nodig
heeft voor het aftasten van het te meten object met de meetpen-
nen. Nadat de gemeten waarde is opgenomen en is voldaan aan
de “voorwaarde” in de volgende tabel, houdt het instrument de
gemeten waarde op het digitale display vast en geeft een akoes-
tisch signaal. Nu kunnen de meetpennen van het te meten object
verwijderd worden en de gemeten waarde op het digitale display (9)
worden afgelezen. Als de gemeten waarde lager ligt dan de in de
tabel weergegeven grenswaarde, is het instrument klaar om een
nieuwe gemeten waarde op te slaan.
DATA beïnvloedt de analoge aanwijzing niet. De actuele gemeten
waarde kan daarop voortdurend worden afgelezen. Houdt hierbij
rekening met het feit, dat de komma bij de “vastgehouden” geme-
ten waarde niet meer verandert. Bij een geactiveerde automatische
meetbereikkeuze is dan niet meer vast te stellen in welk meetbereik
zich de analoge schaal bevindt. Zolang de automatische meetbe-
reikkeuze actief is, kan het meetbereik niet handmatig gekozen
worden
.
1)
reactiveren omdat de waarde lager is dan de aangegeven grenzen van de
gemeten waarde
2) )
behalve het 30 mV en het 300 mV bereik
Functie
DATA
DATA
MIN/MAX
(3)
Voorwaarde Reactie op het instrument
Meetbereik
Meetwaarde
grenzen
(Digit)
Weergave
Signaal
Meetw.
digitaal
DATA
activeren kort knippert 1 x
opslaan
V
2)
Ω
F, Hz
>280
<OL
>280
wordt
weerge-
geven
wordt
weerge-
geven
1 x
reactiveren
1)
V
2)
Ω
F, Hz
<280
OL
<280
opgesla-
gen
meet-
waarde
knippert
opheffen lang
wordt
gewist
wordt
gewist
2 x
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 9
GB
De functie DATA wordt uitgeschakeld als knop (3) “lang” (ca.
1 seconde) ingedrukt wordt, wanneer de functieschakelaar (6)
wordt bediend, of wanneer het instrument uit- en weer aangescha-
keld wordt.
6 Geheugen voor minimale en maximale waarde
“MIN/MAX”
Met de functie “MIN/MAX” kan de minimale en de maximale geme-
ten waarde vastgehouden worden die in de tijd na het activeren van
“MIN/MAX” op de ingang van het instrument aanwezig was. De
belangrijkste toepassing is het bepalen van de minimale en maxi-
male waarde bij het langdurig bewaken van een meetgrootheid.
“MIN/MAX” heeft geen invloed op de analoge weergave. De actueel
gemeten waarde blijft afleesbaar.
Sluit de te meten grootheid op het instrument aan en kies het meet-
bereik voordat de “MIN/MAX”-functie wordt geactiveerd.
Wanneer de functie actief is, kan alleen nog handmatig een ander
meetbereik worden gekozen. De in het geheugen opgeslagen mini-
male en maximale waarden worden dan echter gewist.
De functie “MIN/MAX” wordt uitgeschakeld als knop (3) “lang”
(ca. 1 seconde) ingedrukt wordt, wanneer de functieschakelaar (6)
wordt bediend, of wanneer het instrument uit- en weer aangescha-
keld wordt.
Functie
MIN/MAX
DATA
MIN/MAX
(3)
Meet-
bereik
MIN- und MAX-
meetwaarden
Reactie op het instrument
Weergave
Sig-
naal
Meet-
waarde
digitaal
MIN MAX
1.
activeren en
opslaan
2 x kort,
30 mV/
300 mV
en°C :
1 x kort
V
Ω, F, Hz,
°C, °F
worden opgeslagen
actuele
meet-
waarde
MIN en
MAX
knipperen
1 x
2.
opslaan en
weergeven
kort
V
Ω, F, Hz,
°C, °F
opslag loopt op de
achtergrond ver-
der,nieuwe MIN- en
MAX-waarden wor-
den weergegeven
opgesla-
gen
MIN-
waarde
MIN 1 x
kort
opgesla-
gen
MAX-
waarde
MAX 1 x
3.
terug naar 1.
kort als 1.
als 1.,
opgeslagen waar-
den worden niet
gewist
als 1. als 1. 1 x
reset lang wordt gewist
wordt
gewist
wordt
gewist
2 x
10 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
7 Het meten van spanning
Zet de functieschakelaar (6) overeenkomstig de te meten span-
ning op V , V of V .
Sluit de meetleidingen zoals afgebeeld aan. De aansluitbus „
moet daarbij aan het laagste potentiaal liggen
.
Let op!
De meetbereiken 30 mV en 300 mV zijn slechts
handmatig met de knop “AUTO/MAN” (4) te kiezen!
In het 1000 V
1)
bereik waarschuwt een onderbroken
toon als de gemeten waarde de eindwaarde van het
meetbereik overschrijdt.
Het instellen van het nulpunt in het 30 mV bereik
In het 30 mV bereik kan het nulpunt ingesteld worden:
Sluit de meetleidingen op het instrument aan en sluit de meet-
punten kort.
Druk, nadat het meetbereik gekozen is, kort op de gele multi-
functionele knop (5).
Het instr. bevestigt de instelling van het nulpunt met een akoestisch
signaal, op het display verschijnt „OO,OO“ (+ 1 digit) en de deci-
male punt knippert. De op het moment van drukken aangegeven
spanning dient als referentiewaarde (max. ±200 digits). Deze wordt
automatisch van de daarop volgende gemeten waarden afgetrok-
ken.
De instelling van het nulpunt ongedaan maken
door het “lang” ingedrukt houden van de gele multifunctionele
knop (5), waarbij het annuleren van het nulpunt wordt bevestigd
door een tweevoudig akoestisch signaal,
door het instrument uit te schakelen.
7.1 METRAHit
®
16I: ingangsweerstand 1 MΩ
Het meetinstrument is voor electriciëns voorzien van een V
1MΩ
met
een ingangsweerstand van ongeveer 1 MΩ. Hierdoor worden fou-
tieve meetresultaten die veroorzaakt worden door capacitieve kop-
pelingen tijdens spanningsmetingen in voedingsnetten tot een mini-
mum gereduceerd
.
7.2 METRAHit
®
16T: aansluitingen
Let op!
!
De bussen b en j moeten vrij zijn, om te voorkomen dat er
spanningspot. van de bus a weglekt naar buiten.
1)
METRAHit
®
16T: 600 V
F
j
600V CATIII
100V600V
100V
ab
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
1000V1000V
Het meten van spanning
METRAHit 16I METRAHit 16T
– (+)
~
+ (–)
~
– (+)
~
+ (–)
~
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 11
GB
7.3 Transiënte overspanningen
De multimeters METRAHit
®
16I en T zijn tegen transiënte overspan-
ningen tot 6 kV beveiligd (stijgend 1,2/ dalend 50 μs). Omdat bij
metingen in netten, aan transformatoren of motoren ook rekening
moet worden gehouden met langer aanhoudende overspanningen,
adviseren wij in deze gevallen onze meetadapter KS30 te gebrui-
ken. Deze beveiligt tegen transiënte overspanningen tot 6 kV (stij-
gend 10 μs / dalend 1000 μs). De overbelastbaarheid continu
bedraagt 1200 V
eff
.
De bijkomende meetfout die ontstaat bij het gebruik van de adapter
KS 30 bedraagt ongeveer –2%.
7.4 Het meten van spanning > 1000 V
Spanningen boven de 1000 V kunnen met een hoogspannings-
probe gemeten worden. Bijvoorbeeld de HV3 of HV30 van
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH. De probe moet hierbij altijd wor-
den geaard. Neem hiertoe de vereiste veiligheidsvoorschriften in
acht!
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
1000V1000V
METRAHit 16I
Het meten van spanning > 1000 V
met de hoogspanningsprobe > HV3
zwaart
zwart
rood
x1000
x100
12 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
8 Weerstandsmeting
Overtuig uzelf ervan, dat het te meten object spanningsvrij is.
Reeds aanwezige spanningen kunnen het meetresultaat beïn-
vloeden!
Schakel de functieschakelaar (6) naar „Ω“.
Sluit het te testen apparaat aan zoals afgebeeld.
Het instellen van het nulpunt in het 30 Ω bereik
Bij het meten van kleine weerstanden in het 30 Ω bereik kan de
weerstand van de meetleidingen en de overgangsweerstanden
door het instellen van een nulpunt worden geëlimineerd:
Sluit de meetleidingen aan op het instrument en sluit de meet-
punten kort.
Druk kort op de gele multifunctionele knop (5).
Het instrument bevestigt de instelling van het nulpunt met een
akoestisch signaal, op het display verschijnt “OO,OO” (+ 1 digit)
en de decimale punt knippert. De op het moment van drukken
gemeten weerstand dient als referentiewaarde (max. 200 digits).
Deze wordt automatisch van de daarop volgende gemeten waar-
den afgetrokken.
De instelling van het nulpunt kan ongedaan worden gemaakt:
door het “lang” ingedrukt houden van de gele multifunctionele
knop (5), waarbij het annuleren van het nulpunt wordt bevestigd
door een tweevoudig akoestisch signaal.
door het instrument uit te schakelen.
Voor isolatieweerstandsmeting zie hoofdstuk 14 c.q. hoofdstuk 15.
9 Het meten van wisselstroom
met de stroomtangtransformator WZ12B
Voor het meten van de stroomsterkte beschikt het instrument over
de schakelfunctie „ “, waarbij bij aansluiting van de transforma-
tor WZ12B de gemeten waarde in A direkt wordt weergegeven.
Lees hiertoe de gebruiksaanwijzing van de WZ12B.
Schakel de functieschakelaar (6) naar positie „ “,en druk kort-
stondig de gele multifunctionele toets in.
Sluit de meetleidingen aan op de bussen „" en „ .
Technische gegevens WZ12B in het kort
Meetbereik 10 mA ... 100 A
Frequentiebereik 50 ... 500 Hz
Overdrachtsverhouding 1 mV/10 mA
F
j
600V CATIII
100V600V
100V
ab
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
1000V1000V
R
x
spanningsinterval
Weerstandsmeting
R
x
spanningsinterval
METRAHit 16I METRAHit 16T
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 13
GB
10 Diodetest en weerstandscontrole
Overtuig uzelf ervan, dat het te meten object spanningsvrij is.
Reeds aanwezige spanningen kunnen het meetresultaat beïn-
vloeden!
Schakel de functieschakelaar (6) naar „ “.
Sluit het te testen apparaat aan zoals afgebeeld.
Doorlaatrichting c.q. kortsluiting
Het meetinstrument toont de doorlaatspanning in Volt. Zolang het
spanningsinterval de maximale waarde van 1,999 V op het display
niet overschrijdt, kunnen meerdere in serie geschakelde elementen
of referentiedioden met kleine referentiespanningen worden getest.
Sperrichting of onderbreking
Het meetinstrument geeft overflow “OL” aan.
Let op!
Parallel aan de diode liggende weerstanden en halfge-
leiders beïnvloeden het meetresultaat!
Diodetest en weerstandscontrole met akoestisch signaal
Als de functie “signaal” is ingeschakeld geeft het instrument bij een
spanning van 0 ... 1 V of bij een aanwezige weerstand < 250 Ω
een voortdurend akoestisch signaal.
Signaal AAN (toestand na het inschakelen)
Na het inschakelen van de functie “diodetest en weerstandscon-
trole” met de schakelaar (6) is de weergave van het signaal inge-
schakeld. Op het LCD-display verschijnt het symbool (18).
Herhaald kortstondig indrukken van de multifunctionele knop (5)
schakelt het signaal afwisselend aan en uit.
Signaal UIT
Druk kort op de gele multifunctionele knop (5).
Het instrument bevestigt het uitschakelen door middel van een
akoestisch signaal. Op het LCD-display verdwijnt het
symbool (18).
Bij “langdurig” indrukken wordt het akoestisch signaal altijd inge-
schakeld. Dit wordt door een tweevoudig akoestisch signaal
bevestigd
.
F
j
600V CATIII
100V600V
100V
ab
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
1000V1000V
doorlaatrichting
sperrichting
Diodetest
METRAHit 16I METRAHit 16T
doorlaatrichting
sperrichting
14 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
11 Capaciteitsmeting
Overtuig uzelf ervan, dat het te meten object spanningsvrij is.
Reeds aanwezige spanningen kunnen het meetresultaat beïn-
vloeden!
Schakel de functieschakelaar (6) naar “F”.
Sluit het (spanningsvrije!) te testen apparaat met de meetleidin-
gen op de bussen
“ en „F“ aan.
Let op!
Bipolaire condensatoren moeten met de minpool op de
bus
worden aangesloten.
Parallel aan de condensator liggende weerstanden en
halfgeleiders beïnvloeden het meetresultaat!
Het instellen van het nulpunt in het 30 nF bereik
Bij het meten van kleine capacitieve waarden in het 30 nF bereik
kan de eigen capaciteit van het meetinstrument en de capaciteit
van de meetleidingen door het instellen van een nulpunt worden
geëlimineerd:
Sluit de meetleidingen aan zonder het te meten object aan op het
instrument.
Druk kort op de gele multifunctionele knop (5).
Het instrument bevestigt de instelling van het nulpunt met een
akoestisch signaal, op het display verschijnt
„OO,OO“ (+1 digit)
angezeigt
en de decimale punt knippert
.
De op het moment van
drukken gemeten capaciteit dient als referentiewaarde (max.
200 digits). Deze wordt automatisch van de daarop volgende
gemeten waarden afgetrokken.
De instelling van het nulpunt kan ongedaan worden gemaakt:
door het “lang” ingedrukt houden van de gele multifunctionele
knop (5), waarbij het annuleren van het nulpunt wordt bevestigd
door een tweevoudig akoestisch signaal.
door het instrument uit te schakele
n.
12 Frequentiemeting
Het meten van de frequentie is in alle spanningsmeetbereiken van
AC- en DC-gebruik mogelijk
Schakel de functieschakelaar (6) naar V of V .
Sluit de meetgrootheid aan zoals bij de spanningsmeting.
Zie ook voetnoot 4) op pagina 21.
Druk kort op de gele multifunctionele toets (5.
Het instrument schakelt over naar frequentiemeting. Op het LCD-
display wordt de frequentie weergegeven.
De laagst meetbare frequenties en de maximaal toegestane
spanningen worden weergegeven in hoofdstuk 17 „Technische
specificaties“.
Schakelen tussen spannings- en frequentiemeting
Het herhaald kortstondig indrukken van de gele multifunctionele
knop (5) zorgt voor een voortdurend omschakelen in de volgende
volgorde:
spanning frequentie spanning ....
Van frequentiemeting kan direct naar spanningsmeting worden
doorgeschakeld
door “langdurig” de gele multifunctionele knop (5) in te drukken.
Het instrument bevestigt dit door middel van een tweevoudig
akoestisch signaal. Het laatst ingestelde spanningsmeetbereik
blijft ingeschakeld.
door het bedienen van de functieschakelaar (6)
.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 15
GB
13 Temperatuurmeting
Met behulp van de temperatuurvoelers Pt 100 en Pt 1000 kunnen
temperaturen in °C of in °F worden gemeten.
Schakel de functieschakelaar (6) in op „Ω“.
Sluit de voeler aan op de bussen voor multimetermetingen (7).
Druk de gele multifunctionele knop eenmaal in voor weergave in
°C, tweemaal in voor weergave in °F en driemaal in voor com-
pensatie van de leidingweerstand.
Het instrument schakelt over naar temperatuurmeting en herkent
automatisch de aangesloten voeler (Pt 100 c.q. Pt 1000).
De gemeten temperatuurwaarde wordt weergegeven, de tempe-
ratuureenheid geeft alleen aan in °C .
Let op!
Bij deze meting wordt de leidingweerstand automatisch
gecompenseerd, die bij de optioneel leverbare GMC-I
Gossen-Metrawatt GmbH-temperatuurvoeler optreedt.
Bij een ingeschakeld weerstandsmeetbereik van 30 W
kan niet naar temperatuurmeting worden omgescha-
keld!
Compensatie van de leidingweerstand van de voeler tot 20 Ω
Leidingweerstanden van voelers die een andere waarde hebben
dan de GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH-voelers kunnen tot een
waarde van 20 Ω op de volgende manier worden gecompenseerd:
Druk net zo lang op de multifunctionele knop totdat de actuele
leidingweerstand wordt weergegeven.
Op het LCD-display wordt nu de weerstand getoond, waar het
instrument na het inschakelen van het temperatuurbereik auto-
matisch rekening mee houdt.
De compensatieweerstand kan als volgt worden ingesteld:
Druk op DATA-MIN/MAX (3) om de waarde te verhogen of op
AUTO/MAN (4), om de waarde te verlagen. Bij elke keer kort op
de knop drukken verandert de waarde 1 digit. Indien de knop
lang wordt ingedrukt verandert de waarde sneller.
Druk nogmaals kort op de gele multifunctionele knop (5).
Op het LCD-display wordt de gemeten temperatuur weergege-
ven. De knipperende komma geeft aan dat er een compensatie-
waarde voor de leidingweerstand is ingevoerd. De compensatie-
waarde blijft gehandhaafd zolang het instrument is ingeschakeld.
Bij elke korte druk op de gele multifunctionele knop (5) schakelt
de weergave om tussen °C, °F en de compensatiewaarde van de
leidingweerstand.
De functie temperatuurmeting kan beëindigd worden
door het “lang” indrukken van de gele multifunctionele knop (5),
waarna een tweevoudig akoestisch signaal het uitschakelen
bevestigt,
door het uitschakelen van het instrument.
Let op!
Bepaal de leidingweerstand met dezelfde multimeter,
als waarmee ook de temperatuur wordt gemeten.
Alleen dan is de nauwkeurigheid volgens de specifica-
ties gegarandeerd.
16 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
14 Het meten van de isolatieweerstand
met de METRAHit
®
16I
14.1 Voorbereiden van de meting
Schakel de functieschakelaar naar „MΩ
ISO
“.
Sluit de meetleidingen aan op beide vrijgegeven bussen.
In deze schakelaarspositie volgt een meting van de externe span-
ning.
Let op!
Isolatieweerstanden kunnen alleen gemeten worden
aan spanningsvrije objecten.
Bij het meten van hoogohmige isolatieweerstanden
mogen de meetleidingen niet aangeraakt worden.
Als in de aansluiting een externe spanning van > 50 V aanwezig is,
dan wordt de meting van de isolatieweerstand geblokkeerd. Op het
LCD-display wordt vanaf dat moment de externe spanning weerge-
geven. Als er een spanning aanwezig is, die groter is dan 1000 V,
dan wordt dit ook door een akoestisch signaal aangegeven.
Hoogspanning!
Raak nooit de geleidende uiteinden van de beide meet-
punten aan wanneer het instrument is ingeschakeld op
het meten van isolatieweerstanden.
Er kan een stroom van 2,5 mA (die in het meetinstru-
ment potentieel aanwezig is) door uw lichaam komen te
lopen, die weliswaar niet levensbedreigend is, maar
waarvan de elektrische schok toch aanzienlijk is.
Indien u een capacitief object test, bijvoorbeeld een
kabel, dan kan deze zich, na de genoemde nominale
spanning, tot ca. 1000 V opladen.
Het aanraken van het te testen object na het meten kan
in dit geval levensgevaarlijk zijn!
Het kiezen tussen een testspanning van 500 V of 1000 V
Door het kort indrukken van de knop DATA wordt de actuele
testspanning weergegeven.
Voor het omschakelen naar een andere waarde moet de knop
DATA ingedrukt worden, totdat de gewenste waarde weergege-
ven wordt en dit door een akoestisch signaal wordt bevestigd
.
R
ISO
F
VM
1000V CATII/600V CATIII
1000V1000V
Isolatieweerstandsmeting
METRAHit 16I
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 17
GB
14.2 Het meten van de isolatieweerstand
Hou voor het meten van de isolatieweerstand de gele multifunc-
tionele knop net zo lang ingedrukt, totdat de weergave zich
gestabiliseerd heeft. Door het loslaten van de knop wordt het
meten van de isolatieweerstand beëindigd.
Isolatieweerstand kleiner dan 1 MΩ bij 500 V testspanning, c.q.
2MΩ bij 1000 V testspanning worden door een akoestisch signaal
aangegeven.
Bij het meten van de isolatieweerstand wordt het meetbereik auto-
matisch gekozen. Het meetbereik kan niet handmatig worden inge-
steld.
Let op!
Bij het meten van de isolatieweerstand worden de bat-
terijen van het instrument zwaar belast. Druk de multi-
functionele knop slechts zo lang in als nodig voor het
aflezen van de waarde. Voer de hieronder beschreven
langdurige meting alleen uit indien strikt noodzakelijk.
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen overeenkomstig
IEC 6 LR61.
Langdurige meting
Inschakelen: houdt de gele multifunctionele knop ingedrukt en
druk tegelijkertijd de knop AUTO/MAN net zo lang in, totdat er
een akoestisch signaal volgt.
Uitschakelen: druk kort op de gele multifunctionele knop.
14.3 Beëindigen van de meting en ontladen
Na het beëindigen van de meting wordt een eventueel nog aanwe-
zige restspanning, die door leidingcapaciteit aanwezig kan zijn,
weergegeven.
Verwijder aanwezige ladingen door het schakelen naar schakel-
positie V
1MΩ
. Er moet nog contact met het object zijn. Het afne-
men van de spanning kan direct in het LCD-display worden afge-
lezen
Verbreek de verbinding met het object pas, als de spanning < 25 V is!
14.4 Beoordelen van de gemeten waarden
Om te voorkomen dat de in de DIN VDE-voorwaarden vereiste
grenswaarden overschreden worden, moet rekening worden
gehouden met de eigen afwijking en met de invloeden van het iso-
latiemeetinstrument.
Uit de volgende tabel kunnen de vereiste minimale waarden worden
bepaald, die moeten worden weergegeven, rekening houdend met
de maximale eigen afwijking van de METRAHit
®
16I (bij nominale
gebruiksomstandigheden), om niet onder de vereiste grenswaar-
den te komen.
Grenswaarde in MΩ Minimumwaarde in MΩ
0,1 0,11
0,2 0,22
0,5 0,55
1 1,1
2 2,2
5 5,5
10 11
20 22
50 55
100 110
200 220
500 550
1000 1100
2000 2200
18 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
15 Het meten van de isolatieweerstand
bij telecommunicatie-installaties
met de METRAHit
®
16T
Voor metingen bij telecommunicatie-installaties met twee leidingen
en isolatie zijn de drie bussen a, b en j aanwezig. Door het schake-
len van de functieschakelaar kan gekozen worden of de isolatieme-
ting tussen a-b, j-a of b-j uitgevoerd moet worden.
Sluit de meetleidingen aan op de bussen a, b en j.
Let op!
!
Raak nooit de geleidende uiteinden van de beide meet-
punten aan wanneer het instrument is ingeschakeld op
het meten van isolatieweerstanden.
Sluit indien mogelijk slechts de voor de meting beno-
digde meetleidingen aan, aangezien blootliggende test-
punten of leidinguiteinden aanrakingsgevaarlijk zijn. Er
kan een stroom van 1,5 mA (die in het meetinstrument
potentieel aanwezig is) door uw lichaam komen te
lopen, die weliswaar niet levensbedreigsend is, maar
waarvan de elektrische schok toch aanzienlijk is.
Indien u een capacitief object test, bijvoorbeeld een
kabel, dan kan deze zich, na de genoemde nominale
spanning, tot ca. 100 V opladen
Het aanraken van het te testen object na het meten kan
in dit geval levensgevaarlijk zijn!
Schakel de functieschakelaar achtereenvolgend in de posities
„MΩ_a-b, MΩ_j-a en MΩ_b-j“, om eventueel aanwezige span-
ningen bij alle drie de leidingparen te laten weergeven in het LCD-
display
Let op!
Isolatieweerstanden kunnen alleen gemeten worden
aan spanningsvrije objecten.
Als in de aansluiting een externe spanning van > 50 V aanwezig is,
dan wordt de meting van de isolatieweerstand geblokkeerd. Op het
LCD-scherm wordt vanaf dat moment de externe spanning weer-
gegeven. Als er een spanning aanwezig is, die groter is dan 310 V ,
dan wordt dit ook door een akoestisch signaal aangegeven.
Druk voor het inschakelen van de isolatieweerstandsmeting kort
op de gele multifunctionele knop. De isolatieweerstand van het
gekozen leidingpaar wordt dan weergegeven. Isolatieweerstan-
den kleiner dan 1 MΩ worden ook door een akoestisch signaal
aangegeven.
Schakel de functieschakelaar achtereenvolgend in de posities
MΩ_a-b, MΩ_j-a en MΩ_b-j“, om de gewenste metingen uit te
voeren.
F
j
600V CATIII
100V600V
100V
ab
stand met de METRAHit 16T
Voorbeeld:
het meten van de isolatieweer-
stand van een 2-aderige afge-
schermde kabel
Het meten van de isolatieweer-
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 19
GB
Bij het meten van de isolatieweerstand wordt het meetbereik auto-
matisch gekozen. Het meetbereik kan niet handmatig worden inge-
steld.
Het beëindigen van de meting en ontladen
Druk kort op de gele multifunctionele knop.
Na het beëindigen van de meting wordt de eventueel nog aanwe-
zige restspanning weergegeven, die door leidingcapaciteit kan zijn
ontstaan. De interne weerstand van 100 kΩ verwijdert de lading
snel. Het contact met het object mag niet verbroken worden. Het
afnemen van de spanning kan direct in het LCD-display worden
afgelezen. Verbreek de verbinding met het object pas, als de spanning
<25V is!
Let op!
Bij het meten van de isolatieweerstand worden de bat-
terijen van het instrument zwaar belast. Schakel daarom
tussen de metingen in het meten van de isolatieweer-
stand uit.
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen overeenkomstig
IEC 6 LR61.
Beoordelen van de gemeten waarden
Om te voorkomen dat de in de nationale voorwaarden vereiste
grenswaarden van de isolatieweerstand overschreden worden,
moet rekening worden gehouden met de eigen afwijking en met de
invloeden van het isolatiemeetinstrument.
Uit de tabel in hoofdstuk 14.4 kunnen de vereiste minimale waar-
den worden bepaald die moeten worden weergegeven, rekening
houdend met de maximale eigen afwijking van de METRAHit
®
16T
(bij nominale gebruiksomstandigheden), om niet onder de vereiste
grenswaarden te komen.
16 Interface RS232C
De multimeters zijn van een RS 232C-interface voorzien die het
mogelijk maakt de meetgegevens naar een computer over te laden.
De meetgegevens worden optisch, met infrarood licht door de
behuizing heen naar een opsteekbare interface-adapter overgedra-
gen. Via een interfacekabel wordt de adapter met de computer ver-
bonden
.
De interface activeren
Druk bij het aanzetten van het apparaat tegelijkertijd op „ON/
OFF“ (2) en op „DATA-MIN/ MAX“ (3).
Bij een ingeschakelde interface is de automatische uitschakeling
van het instrument buiten werking. Dit wordt in het display (1)
door het symbool (8) weergegeven.
De functie “DATA” kan niet worden gebruikt.
Interface-pakket als toebehoren
Een interface-adapter zonder geheugen maakt de communicatie tus-
sen PC en 1 tot 4 multimeters mogelijk (1 kanaals- en 4 kanaals-
pakket).
Geheugenadapters hebben bovendien het voordeel dat de meet-
waarden opgeslagen kunnen worden, zonder dat er een PC ter
plaatse is. Deze kunnen dan in een later stadium naar de computer
worden overgeladen. Om een uitgebreid multimeetsysteem te kun-
nen opbouwen, is het mogelijk off-line maximaal tien multimeters te
koppelen. On-line kunnen 6 multimeters via de geheugenadapter
met de computer worden verbonden. (1 kanaalsadapterpakket of
4 kanaalsadapterpakket).
Alle interfacepakketten bevatten adapters, de noodzakelijke kabels,
de data-acquisitie- en verwerkingssoftware „METRAwin 10“ en een
gebruiksaanwijzing.
20 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
17 Technische specificaties
1)
Echte effectieve waardemeting (TRMS)
2)
Meting met stroomtangtransformator WZ12B
3)
METRAHit
®
16T: 600 V
4)
alleen METRAHit
®
16I
Meet-
functie
Meetbereik Resolutie
Ingangs-
impedantie
V
30,00 mV 10 μV >10 GΩ //<40pF
300,0 mV 100 μV >10 GΩ //<40pF
3,000 V 1 mV 11 MΩ //<40pF
30,00 V 10 mV 10 MΩ //<40pF
300,0 V 100 mV 10 MΩ //<40pF
1000
3)
V1V 10MΩ //<40pF
V
1)
3,000 V 1 mV 11 MΩ //<40pF
30,00 V 10 mV 10 MΩ //<40pF
300,0 V 100 mV 10 MΩ //<40pF
1000
3)
V1V 10MΩ //<40pF
V
1)
3,000 V 1 mV 11 MΩ //<40pF
30,00 V 10 mV 10 MΩ //<40pF
300,0 V 100 mV 10 MΩ //<40pF
1000
3)
V1V 10MΩ //<40pF
A
2)
30/100 A 10/100 mA
Nullastspanning
Ω
30,00 Ω 10 mΩ max. 3,2 V
300,0 Ω 100 mΩ max. 3,2 V
3,000 kΩ 1 Ω max. 1,25 V
30,00 kΩ 10 Ω max. 1,25 V
300,0 kΩ 100 Ω max. 1,25 V
3,000 MΩ 1kΩ max. 1,25 V
30,00 MΩ 10 kΩ max. 1,25 V
2,000 V 1mV max. 3,2 V
Meet-
functie
Meetbereik Resolutie
Ontla-
dings
-
weer-
stand
U
0max
F
30,00
nF
4)
10 pF 250 kΩ 2,5 V
300,0 nF 100 pF 250 kΩ 2,5 V
3,000 μF 1 nF 25 kΩ 2,5 V
30,00 μF
4)
10 nF 25 kΩ 2,5 V
f
min
Vf
min
V
Hz
300,0 Hz 0,1 Hz 1 Hz 45 Hz
3,000 kHz 1 Hz 1 Hz 45 Hz
30,00 kHz 10 Hz 10 Hz 45 Hz
100,0 kHz 100 Hz 100 Hz 100 Hz
°C
Pt
100
– 200,0 ...
+ 200,0 °C
0,1 °C—
+ 200,0 ...
+ 800,0 °C
0,1 °C—
Pt
1000
– 100,0 ...
+ 200,0 °C
0,1 °C—
+ 200,0 ...
+ 800,0 °C
0,1 °C—
°F
Pt
100
– 300,0 ...
+ 400,0 °C
0,1 °F—
+ 400,0 ...
+ 999,0 °C
0,1 °F—
Pt
1000
– 145,0 ...
+ 400,0 °C
0,1 °F—
+ 400,0 ...
+ 999,0 °C
0,1 °F—
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 21
GB
1)
Bij –20 °C...+40°C
2)
Zonder nulinstelling: +35 digits
3)
Zonder nulinstelling: +50 digits
4), 5)
Bereik 3 V :
4)
U
E
= 1,5 V
eff
100 V
eff
5)
U
E
= 2,5 V
eff
30 V
eff
30 V :
4)
U
E
= 15 V
eff
300 V
eff
5)
U
E
= 25 V
eff
30 V
eff
300 V :
4)
U
E
=150 V
eff
1000 V
eff
6)
Zonder voeler
7)
METRAHit
®
16T: 720 V
Meet-
functie
Meetbereik
Eigen afwijking van de digitale aan-
wijzing ±(...% v.M.+... digit)
bij referentievoorwaarden
Overbelasting
1)
Overbe-
lastings-
waarde
Overbe-
lastings-
duur
V
30,00 mV 0,5 + 3
2)
1200 V
7)
DC
AC
eff
Sinus
continu
300,0 mV 0,5 + 3
3,000 V 0,25 + 1
30,00 V 0,25 + 1
300,0 V 0,25 + 1
1000 V 0,35 + 1
V
3,000 V
1,0 + 3 (> 10 digits)
30,00 V
300,0 V
1000 V
V
3,000 V
1,0 + 3 (> 10 digits)
30,00 V
300,0 V
1000 V
A
100 A 2,5 + 3 (> 10 digits) 120 A continu
Ω
30,00 Ω 0,5 + 3
2)
500 V
DC
AC
eff
Sinus
10 min
300,0 Ω 0,5+3
3,000 kΩ 0,4+1
30,00 kΩ 0,4+1
300,0 kΩ 0,4+1
3,000 MΩ 0,6+1
30,00 MΩ 2,0+1
2,000 V 0,25 + 1
Meet-
functie
Meetbereik
Eigen afwijking van de digitale
aanwijzing ±(...% v.M.+... digit)
bij referentievoorwaarden
Overbelasting
1)
Overbel.-
waarde
Overbel.-
duur
F
30,00 nF 1,0 + 3
3)
500 V
DC / AC
eff
Sinus
10 min
300,0 nF 1,0 + 3
3,000 μF 1,0 + 3
30,00 μF 3,0 + 3
Hz
300,0 Hz
0,5+1
4)
1200 V
continu
3,000 kHz
30,00 kHz 0,5+1
4)
300 V
100,0 kHz 0,5+1
5)
30 V
°C
Pt
100
– 200,0 ...
+ 200,0 °C
2 Kelvin + 5 digits
6)
500 V
DC
AC
eff
Sinus
10 min
+ 200,0 ...
+ 800,0 °C
1,0 + 5
6)
Pt
1000
– 100,0 ...
+ 200,0 °C
2 Kelvin + 5 digits
6)
+ 200,0 ...
+ 800,0 °C
1,0 + 5
6)
°F
Pt
100
– 300,0 ...
+ 400,0 °C
4 Kelvin + 10 digits
6)
500 V
DC
AC
eff
Sinus
10 min
+ 400,0 ...
+ 999,0 °C
1,0 + 10
6)
Pt
1000
– 145,0 ...
+ 400,0 °C
4 Kelvin + 10 digits
6)
+ 400,0 ...
+ 999,0 °C
1,0 + 10
6)
22 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Isolatiemeting METRAHit
®
16I/ METRAHit
®
16T
Meetfunctie
schakelaar-
positie
Meetbereik Resolutie
Eigen afwijking van
de digitale weergave
bij referentievoor-
waarde
METRAHit
®
16I
V
1MΩ
0 ... 1000 V 1 V ±(1% v. M. + 10 D)
MΩ
ISO
0 ... 1000 V 1 V ±(1% v. M. + 10 D)
MΩ
ISO
(U
N
= 500 V)
0,100 ... 1,600 MΩ
01,40 ... 16,00 MΩ
014,0 ... 160,0 MΩ
0140 ... 1600 MΩ
1 kΩ
10 kΩ
100 kΩ
1 MΩ
±(3% v. M. + 2 D)
MΩ
ISO
(U
N
= 1000 V)
0,100 ... 3,100 MΩ
02,80 ... 31,00 MΩ
028,0 ... 310,0 MΩ
0280 ... 3100 MΩ
1 kΩ
10 kΩ
100 kΩ
1 MΩ
±(3% v. M. + 2 D)
METRAHit
®
16T
MΩ
0 ... 100 V 0,1 V ±(1% v. M. + 10 D)
MΩ
(U
N
= 100 V)
000,0 ... 310,0 kΩ 0,1 kΩ±(3% v. M. + 10 D)
0,280 ... 3,100 MΩ
02,80 ... 3,100 MΩ
028,0 ... 310,0 MΩ
1 kΩ
10 kΩ
100 kΩ
±(3% v. M. + 2 D)
Meetfunctie
schakelaar-
positie
Nominale
spanning U
N
Nullast-
spanning U
o
Nominale
stroom I
N
Kortsluit-
stroom I
k
16I
V
1MΩ
—— —
MΩ
ISO
—— —
MΩ
ISO
500 V < 1,15 x U
N
> 1,0 mA < 2,5 mA
1000 V < 1,15 x U
N
> 1,0 mA < 2,5 mA
16T
MΩ
—— —
MΩ
100 V < 1,15 x U
N
> 1,0 mA < 1,5 mA
Meetfunctie
schakelaar-
positie
Nominale
spanning U
N
Akoestisch
signaal
bij
Overbelasting
Waarde Duur
16I
V
1MΩ
U > 1000 V 1200 V continu
MΩ
ISO
U > 50 V 1200 V
max. 1 min
MΩ
ISO
500 V R
x
<1MΩ 1200 V
1000 V R
x
<2MΩ 1200 V
16T
MΩ
U > 50 V 250 V continu
MΩ
100 V R
x
<1MΩ 250 V max. 1 min
Meetfunctie U
N
Nominaal gebruiksbe-
reik
Eigen-
meetafwijking
16I
MΩ
ISO
500 V 100 kΩ ... 1600 MΩ
± 10%
1000 V 100 kΩ ... 3100 MΩ
16T
MΩ
100 V 100 kΩ ... 310 MΩ± 10%
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 23
GB
Invloedsgrootheden en invloedseffecten
1)
Bij temperatuur: aangegeven fouten gelden
per 10 K temperatuurverandering.
Bij frequentie: aangegeven fouten gelden vanaf een weergave van
300 digits.
2)
Met nulpuntinstelling
3)
Bij onbekende curvevorm (Crestfaktor CF > 2) moet het bereik handmatig
gekozen worden.
4)
Behalve sinusvormige curven.
5)
METRAHit
®
16T: 600 V
6)
METRAHit
®
16T: 2+2
Invloeds-
grootheid
Invloedsbereik
Meetgrootheid/
meetbereik
Invloedseffect
1)
±(... % v. M. + ... digits)
tempera-
tuur
0 °C ...
+21 °C
en
+25 °C ... +40 °C
30/300 mV 1,0 + 3
3 ... 300 V 0,15 + 1
1000 V
5)
0,2+1
V 0,4+2
30 Ω
2)
0,15 + 2
300 Ω 0,25 + 2
3kΩ ... 3 MΩ 0,15 + 1
30 MΩ 1,0+1
30 nF
2)
... 3 μF 0,5 + 2
6)
30 μF 2,0+2
Hz 0,5 + 1
– 200 ... + 200 °C 0,5 K + 2
+ 200 ... + 800 °C 0,5 + 2
– 300 ... + 400 °F 1,0 K + 4
+ 400 ... + 999 °F 0,5 + 2
16I: MΩ
ISO
0,25 + 2
16T: MΩ 0,25 + 2
frequentie
van de
meetgroot-
heid
15 Hz ... < 30 Hz
3 ... 1000 V
5)
1,0+3
30Hz...<45Hz 0,5+3
> 65 Hz ... 400 Hz 2,0 + 3
> 400 Hz ... 1 kHz 3,0 + 3
curvevorm
van de
meetgroot-
heid
3)
Crest-
faktor CF
1 ... 3
V
4)
±1 % v.M.
> 3 ... 5 ±3 % v.M.
0
1
2
3
4
5
CF
0
500 V 1000 V
spanningsmeting
De toelaatbare Crestfactor CF van de te meten Wisselgrootheid is afhankelijk
van de weergegeven waarde:
24 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
1)
Vanaf de weergave van het symbool „ “.
Responstijd (na handmatige keuze van het bereik)
Referentievoorwaarden
Omgevings-
temperatuur: +23 °C ±2K
Relatieve vochtigheid: 45 % ... 55 %
Frequentie
van de meetgrootheid 45 Hz ... 65 Hz
Curvevorm
van de meetgrootheid Sinus
Batterijspanning 8 V ±0,1 V
Invoeds-
grootheid
Invloedsbereik
Meetgrootheid/
Meetbereik
Invloedseffect
batterij-
spanning
1)
... < 7,9 V
> 8,1 V ... 10,0 V
V ±2 digits
V ±4digits
30 Ω/300 Ω/°C/°F ±4 digits
3kΩ ... 30 MΩ±3 digits
MΩ
ISO
, MΩ±2 digits
nF, μF ±1digit
Hz ±1 digit
relatieve
luchtvoch-
tigheid
75%
3 dagen
instrument uit
V
Ω
MΩ
ISO
, MΩ
Hz
°C, °F
1x eigenafwijking
DATA ±1digit
MIN / MAX V ±2 digits
Invloedsgroot-
heid
Invloedsbereik
Meet-
bereiken
Demping
common mode-
stoorspanning
stoorspanning max. 1000 V V > 120 dB
stoorspanning max. 1000 V
50 Hz, 60 Hz Sinus
3 V , 30 V >80dB
300 V >70dB
1000 V >60dB
seriële-
stoorspanning
stoorspanning V ,
actuele nominale waarde van het
meetbereik,
max. 1000 V , 50 Hz, 60 Hz
Sinus
V > 50 dB
stoorspanning max. 1000 V V > 110 dB
Meetgrootheid/
Meetbereik
Responstijd
Sprongfunctie
van de meetgrootheid
van de analoge
weergrave
van de digitale
weergrave
V , V 0,7 s 1,5 s
van 0 tot 80 % van de
eindwaarde van het meetbereik
30 Ω ... 3 MΩ 1,5s 2s
van tot 50 % van de
eindwaarde van het meetbereik
30 MΩ 4s 5s
0,7 s 1,5 s
nF, μF, °C, °F max. 1... 3 s
van 0 tot 50 % van de
eindwaarde van het meetbereik
300 Hz, 3 kHz max. 2 s
30 kHz max. 0,7 s
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 25
GB
Weergave
LCD-display (65 mm x 30 mm) met analoge en digitale weergave
van de meetgrootheid, stroomsoort en verschillende speciale func-
ties.
Analoog
Display LCD-schaal met wijzer
Schaallengte 55 mm bij V ;
47 mm in alle andere bereiken
Schaalindeling 5 ... 0 ... ±30 in 35 S schaaldelen
bij , 0 ... 30 in 30 schaaldelen in
alle andere bereiken
Polariteitsaanduiding met automatische omschakeling
Overflow-aanduiding door een driehoek(13)
Sample-tijd 20 metingen/s,
bij Ω: 10 metingen/s
Digitaal
Display / hoogte 7-segmenten-cijfers / 15 mm
Aantal digits 3¾digits 3100 stappen
Overflow-aanduiding „OL“ verschijnt in het display
Polariteitsaanduiding „–“ wordt weergegeven, als de
pluspool op „“ wordt aangesloten
Sample-tijd 2 metingen/s,
bij Ω en °C: 1 meting/s
Voedingsspanning
Batterij 9 V-alkalinebatterij;
overeenkomstig IEC 6 LR 61
1)
Bij gebruik van de interface tijden x 0,7
2)
Batterijtest: automatische weergave van het symbool „ “,
als de batterijspanning onder ca. 7 V komt.
Elektrische veiligheid
Beschermingsklasse II volgens IEC 61010-1/EN 61010-1/
VDE 0411-1
Overbelastings-
categorie II
1)
III
Nominale spanning 1000 V
1)
600 V
Vervuilingsgraad 2 2
Testspanning 5,55 kV~ volgens IEC 61010-1/
EN 61010-1
1)
alleen METRAHit
®
16I
Meetfunctie
METRAHit
®
16I, 16T
Nominale-
spanning
U
N
Weerstand
van het te
testen object
Consumptie-
tijd
in uren
Aantal mogelijke
metingen met nominale
stroom volgens VDE 0413
2)
V 750
1)
V 150
1)
MΩ
100 V 1 MΩ 50
100 V 100 kΩ 3000
MΩ
ISO
500 V 500 kΩ 600
1000 V 1 MΩ 200
26 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
EMC
Elektromagnetische afscherming
Straling EN 50081-1:1992 / EN 55022:1987
klasse B
Ongevoeligheid EN 50082-1:1992/ IEC 801-2:1991
8 kV luchtontlading
IEC 801-3:1984 3 V/m
IEC 801-4:1988 0,5 kV
Interface
Soort RS232C, serieel, volgens DIN 19241
Gegevensoverdracht optisch met infrarood licht door de
behuizing heen
Baudrate 8192 bit/s
Omgevingsvoorwaarden
Werktemperatuur 20 °C ... + 50 °C
Opslagtemperatuur 25 °C ... + 70 °C (zonder batterij)
Klimaatklasse 2z/10/50/70/75%
refererend aan VDI/VDE 3540
Relatieve luchtvochtig-
heid 75%, bedauwing is uitgesloten
Hoogte boven AP tot 2000 m
Mechanische opbouw
Bescherming Geräte: IP 50, aansluitbussen: IP 20
Afmetingen 84 mm x 195 mm x 35 mm
Gewicht ca. 0,35 kg met batterij
18 Onderhoud
Let op!
!
Ontkoppel het instrument van het meetcircuit voordat het
instrument geopend wordt om de batterij te verwisselen !
18.1 Batterij
Controleer voor de eerste ingebruikname of na een langdurige
opslagperiode of de batterijen niet lekken. Herhaal deze controle
met regelmatige korte tussenpozen.
Bij een lekkende batterij moet, voordat het instrument weer in
gebruik wordt genomen, eerst het batterij-elektrolyt helemaal wor-
den verwijderd met een vochtige doek en een nieuwe batterij wor-
den geplaatst.
Als op het LCD-display (1) het teken „ “ (17) verschijnt, dan moet
de batterij zo spoedig mogelijk verwisseld worden. Er kan dan wel-
iswaar nog wel gemeten worden, maar er moet met een grotere
onnauwkeurigheid rekening worden gehouden.
Het instrument werkt op een 9 V-batterij volgens IEC 6 LR 61.
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen overeenkomstig IEC 6 LR61.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 27
GB
Batterij verwisselen
Plaats het instrument op zijn voorzijde, verwijder de beide
schroeven aan de achterkant en verwijder de achterzijde van de
behuizing, beginnend vanaf de onderzijde (a) aan de onderkant
zijn haakjes bevestigd om de boven kant vast te houden.
Haal de batterij uit de houder en ontkoppel voorzichtig de aan-
sluitcontacten van de batterij.
Druk de contacten op een nieuwe 9 V-batterij en plaats deze
terug in de houder.
Belangrijk bij het weer in elkaar zetten: plaats eerst het behui-
zingsonderdeel parallel aan het instrument (zie foto), druk dan de
beide helften eerst aan de onderzijde (a), en dan aan de boven-
zijde (b) aan.
Maak de achterzijde weer vast met de 2 schroeven.
Zorg ervoor dat de oude batterij op een milieuvriendelijke manier
wordt verwerkt!
18.2 Behuizing
Speciaal onderhoud voor de behuizing is niet noodzakelijk. Let op
een schoon oppervlak. Gebruik voor het reinigen een vochtige
doek. Vermijd het gebruik van poets-, oplos- of schuurmiddelen.
19 Reparaties en onderdelen
Neem voor reparaties en onderdelen contact op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
Garantietermijn voor de METRAHit
®
16I en T
3 jaar op produkt- en fabrieksfouten.
(b) (a)
Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen voorbehouden.
GMC-Instruments Nederland B.V.
Daggeldersweg 18
NL-3449 JD Woerden
Telefoon +31 348 42 11 55
Telefax +31 348 42 25 28
www.gmc-instruments.nl
20 Produktondersteuning
Voor produktinformatie kunt u zich wenden tot:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
Kopie DKD-kalibratiecertificaat
Indien u een kopie van het DKD-kalibratiecertificaat van uw instru-
ment bestelt, geeft u dan het kengetal uit het bovenste en onderste
veld van het kalibratieteken op. Het serienummer van uw instru-
ment is hierbij niet noodzakelijk.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Gossen MetraWatt METRAHIT 16I Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor