R82 Panther Handleiding

Type
Handleiding
panther
© 2009 R82 A/S. All rights reserved.
The R82 logo and the Panther chairs are registered trademarks of R82 A/S.
TM
07.2016
Nederlandse gebruiksaanwijzing
N
L
2
N
L
NL
INHOUDSOPGAVE
Panther .............................................................................. 3
Veiligheid ........................................................................... 4
Gereedschap ..................................................................... 4
Onderhoud......................................................................... 4
Garantie ............................................................................. 5
Afstellen van de Panther ................................................... 5
Hoe te handelen bij het rijden met de buitenonderstellen ...............6
Hoe te handelen bij het rijden met de buitenonder-stellen 7
Hoe te handelen bij het rijden met de buitenonder-stellen 8
Hoe te handelen bij het rijden met de buitenonder-stellen 9
Quick release (QR) .......................................................... 10
Remmen en antikantelbeugels ............................................................11
Centrale rem-system ....................................................... 12
Zithoek- & Rughoek-verstelling ....................................... 13
Gasveer verstelling .......................................................... 14
Zitgedeelte verstellen ...................................................... 15
Wielcombinaties .............................................................. 16
Keuze van de voorvork en de verschillende zithoogtes .. 17
Voetensteun.....................................................................18
Armsteunen en/of kleding-beschermers .......................... 19
Werkblad .........................................................................19
Rugverlenging en abductieklos ....................................... 20
Duwhandgreep ................................................................ 20
Hoofdsteunen .................................................................. 21
Wegzwenkbare schoudersteunen ...............................................22
Wegzwenkbare zijsteunen ............................................... 23
Wegzwenkbare kniesteunen ........................................... 23
Winterbekledung en regencape....................................... 24
Zitbroek abductie-model en t-model (niet afgebeeld) ...... 25
Fixatievest en kruisbandenvest ....................................... 26
H-fixatie en borst/bekkenfixatie ....................................... 26
Trommelremmen 1/3 ....................................................... 27
Trommelremmen 2/3 ....................................................... 28
Trommelremmen 3/3 ....................................................... 29
Montage van 12½” achterwielen ..................................... 30
Montage/afstellen van de handrem en remkabel ............ 31
Vervoer (opgevouwen) van de Panther ........................... 32
Vervore in een voertuig 1/2.............................................. 33
Vervore in een voertuig 2/2.............................................. 34
Transport met openbaar vervoer ..................................... 35
Product indentificatie stickers ........................................... 36
Maatgegevens ................................................................. 37
Technische gegevens ...................................................... 38
Producent ........................................................................ 38
Importeur ......................................................................... 38
3
N
L
PANTHER
Wij waarderen u keuze voor de Panther kinderrolstoel van R82. We hopen dat de
Panther in hoge mate aan uw verwachtingen zal voldoen.
De Panther is het resultaat van jarenlange ervaring op het gebied van zitondersteu-
ning en ontworpen om voldoende ondersteuning te geven aan een grote doel groep
kinderen. De Panther is makkelijk verstelbaar zodat voor het kind altijd wel een
geschikte houding gevonden kan worden. Ook met het duwen en/of zelf rijden is
voldoende rekening gehouden om dit zo licht mogelijk te laten verlopen.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om zo optimaal mogelijk gebruik te maken
van alle mogelijkheden die de Panther biedt. Mochten er toch nog vragen of op-
merkingen zijn, neem dan contact op met de leveran cier of de importeur.
LET OP! Op pagina 31 en 32 staan aanwijzingen en tips voor het vervoer van de
Panther met uw kind in een voertuig. Lees deze goed door voor de Panther voor
de eerste keer vervoerd wordt.
NL
4
N
L
VEILIGHEID
De Panther kinderrolstoel heeft de CE-merktekens. Dit betekent dat het voldoet
aan alle recente Europese veiligheidseisen.
Bovendien is de Panther goedgekeurd volgens ISO 7176/19-2001, de EN12812
en de EN12183. De levensduur van dit product bedraagt bij dagelijks gebruik
5 jaar. Hierna moet het product gerenoveerd worden (door medewerkers van
R82) om de levensduur ervan te verlengen.
De CE-sticker moet verwijderd worden als er aanpassingen of er niet-
originele onderdelen worden gebruikt.
De Panther is vervaardigd voor alleen één kind. Plaats niet meer dan
één kind tegelijkertijd in de Panther.
Laat uw kind nooit alleen achter in dit product. Zorg voor permanent
toezicht van een volwassen persoon. Verkeerd gebruik van het product
kan lichamelijk letsel veroorzaken aan de gebruiker. Zorg ervoor dat de
fixatie goed vastzit aan het product en controleer dit voor elk gebruik.
Instrueer gebruikers om het anti tip systeem te activeren wanneer zij zich
zelf kunnen voortbewegen in de rolstoel.
De meest recente versie van de gebruiksaawijzing kunt u altijd vinden op: www.
R82.com
ONDERHOUD
De Panther-hoezen zijn afneembaar en wasbaar tot max. 40°. Zie verder de
was-instructielabel in de hoes. Om het frame schoon te houden mogen alleen
niet-chloorhoudende schoonmaakmiddelen gebruikt worden.
Banden: Controleer regelmatig de druk in de banden zodat de
remmen goed blijven werken en de rolstoel licht blijft
rijden. Bandendruk: 110 PSI, 250 kPa
Trommelremmen: Als er trommelremmen gemonteerd zijn, moeten de
binnen- en buitenkabels strak zijn zonder knikken zodat
de remmen goed blijven werken.
Spaken: Regelmatig dienen de spaken bijgesteld te worden door
een vakman. Eventueel kan dit door de fietsenvakhandel
gedaan worden.
Gasveer: De gasveer heeft geen speciaal onderhoud nodig.
Waarschuwing! Stel de gasveer niet bloot aan extreme
druk, hoge temperaturen en boor of zaag er niet in.
NL
NL
GEREEDSCHAP
Er wordt een tasje/zakje met gereedschap bij de rolstoel meegeleverd met de
volgend inhoud: Inbussleutels 4, 5 en 6 mm en steeksleutels 10 en 13 mm. Deze
zijn nodig om een aantal van de instellingen, vermeldt in deze gebruiksaanwij-
zing, te kunnen maken.
NL
5
N
L
AFSTELLEN VAN DE PANTHER
Om uw kind op de juiste manier van de Panther gebruik te laten maken is het
van belang dat deze goed is afgesteld. Bij aflevering door de leverancier is
goede instructie van groot belang. Deze gebruiksaanwijzing geeft kort aan wat
de in -en verstelmogelijkheden zijn. Wanneer uw kind niet juist zit of niet goed
ondersteund wordt kunt u contact opnemen de adviseur van de leverancier of
therapeut. Eventueel kunt u ook contact opnemen met de importeur.
Bij het afstellen met uw kind erin is het van belang dat de Panther op de rem
staat en de anti-kantelbeugels in gebruik is.
NL
GARANTIE
R82 biedt 2 jaar garantie op gebreken in uitvoering en materialen en 5 jaar ga-
rantie op framebreuk veroorzaakt door lasfouten. De garantie kan nadelig worden
beïnvloed indien de klant zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van servicebeurten
en/of dagelijks onderhoud niet neemt conform de door de leverancier voorge-
schreven en/of in de handleiding aangegeven richtlijnen en intervallen. Voor meer
informatie verwijzen we naar de website van R82 onder de rubriek; download. De
garantie kan uitsluitend worden aanvaard als het R82-product wordt gebruikt in het
land waar het is aangeschaft en als het product kan worden geïdentificeerd aan
de hand van het serienummer. De garantie dekt geen schade door ongevallen,
met inbegrip van schade veroorzaakt door onjuist gebruik of onachtzaamheid.
De garantie strekt zich niet uit tot verbruiksonderdelen die onderhevig zijn aan
normale slijtage en regelmatig moeten worden vervangen. Deze garantie vervalt
bij gebruik van niet-originele R82-onderdelen en -accessoires of bij reparatie of
wijziging door anderen dan erkende vertegenwoordigers van R82 of getraind
personeel dat officieel door R82 is erkend voor reparatie en onderhoud van R82-
producten. R82 behoudt zich het recht voor om het product waarop garantie wordt
geclaimd en het relevante documentatiemateriaal te inspecteren alvorens met
de garantieclaim in te stemmen en te beslissen of het defecte product vervan-
gen of gerepareerd wordt. Het is de verantwoordelijkheid van de klant het artikel
waarvoor een claim wordt ingediend naar het aankoopadres te retourneren. De
garantie wordt gegeven door R82 of, in tweede instantie, door een R82-verkoper.
NL
6
N
L
HOE TE HANDELEN
BIJ HET RIJDEN
MET DE
BUITENONDERSTELLEN
Het rijden over drempels van max. 10 cm
Voorwaarts
Deze techniek wordt alléén aangeraden voor
ervaren gebruikers.
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
(Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd naar de drempel toe.
* Ballanceer op de achterwielen waardoor de
voorwielen los van de grond komen. Leun
vervolgens voorover en beweeg de rolstoel
met een ferme duw aan de hoepels voor-
waarts ever de drempel.
In voorwaartse richting, met hulp
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
(Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd naar de drempel toe.
* Kantel de rolstoel achterover waardoor de vo-
orwielen los van de grond komen. Rijd naar de
drempel toe en zet de voorwielen aan de grond.
* Trek de rolstoel aan de duwhandvatten omhoog,
duw naar voren en rijd zo de drempel op.
Achterwaarts
Deze techniek kan alléén worden gebruikt over
lage drempels en hangt samen met de inge-
stelde hoogte van de voetplaten.
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
(Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd achterwaarts tegen de drempel aan.
* Buig voorover en trek aan de hoepels van de
rolstoel.
Achterwaarts, met hulp
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
* Rijd achterwaarts tegen de drempel aan.
* Kantel de rolstoel achterover waardoor de
voorwielen omhoog komen.
* Trek de rolstoel aan de duwhandvatten omhoog
de drempel op. Rijd verder door naar achteren
en zet de voorwielen weer op de grond.
NL
7
N
L
HOE TE HANDELEN
BIJ HET RIJDEN MET
DE BUITENONDER-
STELLEN
Het afrijden van drempels van max. 10 cm
In voorwaartse richting
Deze techniek wordt alléén aangeraden voor
ervaren gebruikers.
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn inge-
klapt. (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd voorwaarts naar de drempel toe en,
* Beweeg de rolstoel met een stevige duw aan de
hoepels de drempel af. De vier wielen van de rol-
stoel zullen op het zelfde moment de grond raken.
In voorwaartse richting, met hulp
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn inge-
klapt. (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd voorwaarts naar de drempel toe.
* Kantel de rolstoel achterover waardoor de
voorwielen omhoog komen.
* Rijd voorzichtig naar achteren de drempel af
en zet de voorwielen weer op de grond.
In achterwaartse richting
Deze techniek dient niet te worden gebruikt bij
drempels hoger dan 10 cm. Deze techniek wordt
alléén aangeraden voor ervaren gebruikers.
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn inge-
klapt. (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd achterwaarts naar de drempel toe.
* Buig naar voren in uw rolstoel en rijd voor-
zichtig achterwaarts de drempel af.
Bij deze techniek is de kans om achterover
te vallen erg groot!
Achterwaarts, met hulp
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn inge-
klapt. (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Rijd achterwaarts naar de drempel toe.
* Kantel de rolstoel aan de duwhandvatten achter-
over waardoor de voorwielen omhoog komen.
* Rijd voorzichtig achterwaarts de drempel af
en zet de voorwielen weer op de grond.
NL
8
N
L
HOE TE HANDELEN
BIJ HET RIJDEN
MET DE
BUITENONDER-
STELLEN
Helling op- en af rijden
Volg de onderstaande aanwijzingen!
Helling af rijden:
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn uitge-
klapt! (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* U dient rechtop in de rolstoel te zitten. Rem
de rolstoel af aan de hoepels en niet met de
remmen. Matig uw snelheid! Uw handen kun-
nen te warm worden!
Helling op rijden:
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn uitge-
klapt! (Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* Buig voorover in de rolstoel om het zwaarte-
punt naar voren te brengen.
* Beweeg uw rolstoel, d.m.v. korte stevige duw-
bewegingen aan de hoepels, de helling op.
* Gebruik tijdens de korte stevige duwbewe-
gingen tevens uw bovenlichaam met voor-
waartse bewegingen
* Vraag, indien nodig, hulp. Loop geen onnodig
risico!
NL
9
N
L
HOE TE HANDELEN
BIJ HET RIJDEN MET
DE BUITENONDER-
STELLEN
Trap op rijden
Vraag altijd hulp.
Ga nooit een roltrap op. Doe dit ook niet
met hulp van anderen!
Achterwaarts met hulp van anderen:
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
(Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* De duwhandvatten dienen goed te zijn vast gezet!
* Rijd achterwaarts tot de eerste trede van de trap.
* Kantel de rolstoel achterover en trek de rol-
stoel trede voor trede de trap op. Houd de
rolstoel met twee personen goed in ballans!
* Rijd na de laatste trede achteruit, zet de rol-
stoel weer op de voorwielen en rijd verder.
Trap af rijden
Vraag altijd hulp.
Ga nooit een roltrap op. Doe dit ook niet
met hulp van anderen!
Voorwaarts met hulp:
* De anti-tip dient onder de stoel te zijn ingeklapt.
(Geldt alleen voor het rolstoelonderstel.)
* De duwhandvatten dienen goed te zijn vast
gezet!
* Rijd voorwaarts tot de eerste trede van de
trap en kantel de rolstoel achterover.
* Rijd trede voor trede de trap af. Houd de
rolstoel met twee personen goed in ballans!
* Zet de rolstoel na de laatste trede weer op
vier wielen en rijd verder.
Van de twee helpers dient één helper de
rolstoel aan de voorzijde te begeleiden. Bij
het tillen dienen de helpers de rolstoel zo-
veel mogelijk vast te houden aan het frame.
De helpers dienen bij het tillen zoveel
mogelijk vanuit de benen, in plaats van de
rug, te tillen.
NL
10
A
B
N
L
QUICK RELEASE
(QR)
Als de Panther QR-voorvorken heeft (acces-
soire), worden ze op de volgende manier wer-
wijderd: (A): Druk op het knopje zoals afgebeeld,
en trek de voorvork met wiel naar beneden.
De Panther is voorzien van QR-achterwielen:
Druk op het knopje die onder het aluminium of
rubber afdekdopje zit en hou deze vast als het
wiel er uit getrokken wordt (B).
(Het is niet nodig om het rubber afdekdopje te
verwijderen)
Om de Panther zo klein mogelijk te krijgen tijdens
trans port, zorg dat de voetensteun opgeklapt is
en kantel het zitgedeelte zo ver mogelijk naar
voren. Zorg dat de QR-assen schoon en droog
blijven. Het is zeker niet nodig deze van olie of
vet te voorzien, hierdoor kan alleen maar zand
of stof aan de QR-assen komen!
NL
11
A
B
N
L
REMMEN EN
ANTIKANTELBEUGELS
De remmen zijn eenvoudig in gebruik: duw de
handle (A) naar voren en het wiel staat op de
rem (zorg voor voldoende lucht in de band).
Om gebruik te maken van de anti-kantelbeugels:
duw deze naar beneden zoals afgebeeld (B) en
draai ze 180 graden.
De anti-kantelbeugels dienen in gebruik te
zijn wanneer de zitunit in een kantelstand
staat. Deze kunnen tijdelijk onder de stoel
gedraaid worden wanneer ze in de weg
zitten bij het op -en afrijden van een stoep.
NL
12
A
B
C
D
E
N
L
NL
CENTRALE
REM-SYSTEM
De volgende montage-instrukties dienen strikt
te worden opgevolgd:
1. De zwarte buisklemmen met de stang (A) voor
de rem wordt aan de voorkant van het frame
gemonteerd.
2. Zorg er voor dat de veer (B) om het palletje
is gemonteerd. Draai de remstang meerdere
malen in het rond om de veer aan te span-
nen.
3. Monteer de stang voor de rempedaal met de
bijgesloten bout (C).
4. Trek de remstang (D) naar boven tegen de
dwarsbuis van het frame. Plaats de rem-
pedaal (E) op het frame en markeer de twee
gaten. Zorg er voor dat de stang voor de rem
verticaal is.
5. Verwijder de rempedaal en boor twee gaten
(6,5mm) in het frame. Deze gaten dienen door
de hele buis geboord te worden.
6. Monteer de rempedaal op het frame en da-
arna de stang voor de rempedaal met de
bijgesloten schroeven.
7. Stel de zwarte buisklemmen (A) goed af ten-
einde de rem juist te laten werken.
13
-3°
+6°
+15°
+24°
+33°
A
B
C
N
L
ZITHOEK- &
RUGHOEK-
VERSTELLING
Om de zithoek te verstellen:
Druk de voetpedaal (A) in die onder het zit-
gedeelte zit, om zodoende de gasveer te bedi-
enen. Verstel de zithoek door gebruik te maken
van de duwhandvatten. De rugh oek veranderd
tijdens deze verstelling niet!
Om de rughoek te verstellen:
Trek aan de kabel (B) die onder aan het rugge-
deelte zit en hou met de andere hand bovenaan
bij het duwhand vat het ruggedeelte vast en stel
de juiste rughoek in.
Als het ruggedeelte naar achteren is geplaatst,
is het makkelijk om de duwhandvatten 180 gra-
den om te draa ien zodat makkelijker geduwd
kan worden. Dit wordt op de volgende manier
gedaan (C): Draai de knoppen los en duw de
knopjes in die aan de zijkant zitten. Draai de
duwhandvatten 180 graden totdat de knopjes
weer in de gaatjes schieten. Draai de knoppen
dan weer vast.
NL
14
A
B
N
L
GASVEER
VERSTELLING
Panther zijn uitgerust met een gasveer teneinde
de hoek te kunnen bij stellen. Na enige tijd kan
het nodig zijn de de gasveer te moeten bijstellen.
Dit is alleen nodig indien:
- De gasveer niet meer vastgezet kan wor-
den
- De gasveer niet meer reageert op de bedi-
eningshandle
Als de gasveer niet meer in een bepaalde stand
te blokkeren is (schuift langzaam uit) dient u
eerst de moer (B) met een 17mm steeksleutel
los te draaien. Draai vervolgens de as (A) links
om (tegen de klok in) en draai de moer (B) weer
vast. Controleer of het probleem is verholpen.
Herhaal deze handelingen zonodig (of vraag uw
leverancier om hulp).
Als de gasveer volstrekt niet reageert op de
bediening shandle (schuift niet in- of uit) dient
u de moer (B) een 17mm steeksleutel los te
draaien. Draai vervol gens de as (A) rechts om
(met de klok mee) en draai de moer (B) weer
vast. Controleer of het probleem is verholpen.
Herhaal deze handelingen zonodig (of vraag uw
leverancier om hulp).
NL
15
B
A
C
N
L
ZITGEDEELTE
VERSTELLEN
De positie van het zitgedeelte op het onderframe
kan op drie manieren versteld worden:
- Zithoogte
- Zithoek-interval verstelling
- Zitgedeelte naar voren en achteren verstel-
baar
De verstelmogelijkheden zijn in de hierboven
afgebeelde tekening aangegeven.
(A) is voor de zithoogte-verstelling, en deze kan
in een aantal stappen versteld worden. (B) is
voor (beperkte) zit hoogte-verstelling en om het
zitgedeelte naar voren of naar achteren te ver-
plaatsen. (C) is de verstelling van de gasveer on-
der de zitting. De positie van de gasveer bepaald
de maximale kantelhoek van het zitgedeelte.
Hoe verder de bevestiging van de gasveer naar
achteren geplaatst is, hoe groter de kantelstand
van het zitgedeelte is (de totale kantelhoek van
de gasveer blijft wel gelijk).
NL
16
D
B
C
A
20" 22" 24"
- - 46 cm (std)
- 46 cm (std) 48 cm
46 cm (std) 48 cm -
B
C
A
E
N
L
WIELCOMBINATIES
Hieronder zijn de verschillende combinaties
genoemd die we adviseren. Als een andere
zithoogte gewenst is, verander dan de hoogte
volgens de omschrijving op pagina 11.
Om de meest stabiele stand te houden, maak
dan alleen gebruik van de achterste gaten
Zorg dat de anti-kantelbeugels verlengd
worden als de zithoogte naar 48 cm ve-
randerd.
Draai de moer (E) opnieuw aan met een 24
mm steeksleutel, wanneer u de positie van
de achterwielen veranderd hebt.
NL
17
SH:46 cm (std)
pos 1 140 x 40 mm / 5,5"
pos 1 150 x 30 cmm / 6"
pos 2 180 x 30 mm /7"
pos 1 -
pos 3 150 x 30 mm / 6" (QR)
pos 1 -
pos 2 175 x 40 mm (QR)
pos 2 180 x 45 mm (QR)
pos 3 140 x 40 mm / 5,5" (QR)
3.
2.
1.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
SH:48 cm (std)
pos 1 -
pos 1 -
pos 2 -
pos 1 150 x 30 mm (6" (QR)
pos 3 -
pos 1 140 x 40 mm / 5,5 (QR)
pos 2 -
pos 2 -
pos 3 -
3.
2.
1.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
N
L
KEUZE VAN DE
VOORVORK EN DE
VERSCHILLENDE
ZITHOOGTES
De bovenstaande tabel laat de mogelijkheden
zien van de voorwielen en de voorvork. Dit is
afhankelijk van de posi tie van de achterwielen
(pagina 11 and 12).
Het is aan te bevelen de standaard afstel-
lingen te gebruiken om de stabiliteit van de
Panther niet negatief te beïnvloeden.
NL
18
A
B
C
D
+87°
+64°
+41°
+18°
-5°
-28°
E
N
L
VOETENSTEUN
Hoekverstellingsmogelijkheden:
Hoekverstelling van de voetensteun (A): draai
aan de knop onder de voetensteun en zet deze
weer vast door de rubber ring aan te draaien.
Om de hoogte van de voetensteun te veranderen
(B): Duw de twee palletjes naar elkaar toe (met
duim en wijsvinger) en plaats de voetensteun
op de juiste hoogte.
Om de hoek van de voetensteunbevestiging te
verand eren (D): Trek aan het koord die aan de
voorzijde van het zitgedeelte zit en stel de juiste
hoek in.
Wanneer de hoek van de voetensteun-
bevestiging bij Panther maat 3 wordt ver-
steld, dan het nodig zijn om de zithoogte te
verstellen omdat anders de voorwielen de
voetensteun kunnen raken.
De zitdiepte is verstelbaar door het zitkussen
verder naar voren te schuiven. Het is belangrijk
om dan ook de voetensteunophanging naar
voren te schuiven zodat het zitkussen goed on-
dersteund blijft en de onderbenen van het kind
een goede hoek houden.
Bevestiging van de voetfixatie (E).
NL
19
N
L
ARMSTEUNEN
EN/OF KLEDING-
BESCHERMERS
Armsteunen en/of kledingbeschermers worden
geplaatst in de sleuven aan de zijkant van de
zitting.
De hoogte van de armsteunen wordt bepaald
door de gemonteerde kledingbeschermers die
in hoogte versteld kunnen worden. Deze kunnen
met een 4 mm inbussleutel veranderd worden.
NL
WERKBLAD
Schuif het werkblad in de armsteunbevesti-
gingsbuis.
Gebruik een 6 mm inbussleutel om eventueel
het werk blad goed in het midden van de rolstoel
te plaatsen.
Het werkblad wordt naar boven gedraaid. Zorg
ervoor dat de stelknop goed vastgedraaid
wordt.
NL
20
A
B
A
C
D
B
N
L
RUGVERLENGING
EN ABDUCTIEKLOS
De bevestiging van de abductieklos wordt ge-
monteerd met een 4 mm inbussleutel. Plaats
de abductieklos in de bevestig ing als afgebeeld
(A). Draai dan aan de onderkant van de zit ting
de knop vast.
Plaats de losse rugverlenging in de hoofdsteun-
bevestiging zoals afgebeeld (B). Rugverlenging,
hoofdsteun en wegz wenkbare schoudersteunen
kunnen samen gemonteerd te worden.
NL
DUWHANDGREEP
Neem de bestaande handgrepen los door op de
veren (A) te drukken, knop (B) los te draaien en
de handgrepen eraf te tillen.
Monteer de nieuwe duwhandgreep en stel de
hoogte af door op de veren (C) te drukken. Zet
de duwhandgreep in de gewenste stand en haal
de knoppen (B) aan.
De hoek van de nieuwe duwhandgreep kan
eenvoudig worden afgesteld door op de knoppen
aan weerszijden (D) te drukken.
NL
21
A
B
N
L
HOOFDSTEUNEN
Bevestiging en hoogte-instelling van de hoo-
fdsteun (A). Om de hoofdsteun verder naar vo-
ren te plaatsen, draai de bevestigingspijp om.
Hoek- en zijdelingse verstelling van de hoofdste-
un (B): Het beste is om alle instelmogelijkheden
los te draaien en de juiste positie te kiezen. Zet
dan alle instellingen weer vast (dit geldt ook voor
de zwarte 3-puntshoofdste unverstelling).
NL
22
A
B
C
N
L
WEGZWENKBARE
SCHOUDERSTEUNEN
Om de hoogte en diepte-instelling van de
schouder-ste unen te veranderen, gebruik de 6
mm en 4 mm inbussleutel (A).
Om de schoudersteunen naar boven te draaien,
trek aan de zwarte knoppen aan de bovenzijde
(B).
Om de losse rugverlenging, hoofdsteun en
wegzwenk bare schoudersteunen samen te
monteren, kan gebruik worden gemaakt van de
hoofdsteunstang (C).
Het is verstandig om regelmatig de schar-
nierpunten te voorzien van een druppel
smeerolie om deze soepel te laten draaien.
NL
23
B
A
E
C
D
A
B
N
L
WEGZWENKBARE
ZIJSTEUNEN
De wegzwenkbare zijsteunen worden op het
ruggedeelte gemonteerd met twee bouten in de
beide sleuven, door gebruik te maken van de
13 mm steeksleutel (A). Plaats de zijsteunen op
de juiste hoogte en diepte, voor dat de moeren
geheel vast gedraaid worden. Om de zijs teunen
weg te zwenken, druk op de rode knop aan de
bovenzijde (zorg dat het kind er niet tegen aan
steunt!) en draai ze naar buiten (B).
Het is verstandig regelmatig de scharnier
punten te voorzien van een druppel smeer-
olie om deze soepel te laten draaien.
WEGZWENKBARE
KNIESTEUNEN
De bevestigingsbuizen van de wegzwenkbare
kniesteunen worden in de fittingen op de plank-
zitting, onder het zitkussen gemonteerd. Zet de
bevestigingsbuizen vast met de meegeleverde
inbusbouten en 4 mm inbussleutel (A).
* Draai de inbusbouten (B) los met de meege-
leverde 6 mm inbussleutel om de hoek van
de totale kniesteun in te stellen
* Draai de inbusbouten (A) en/of (C) los met
de meegeleverde 4 mm inbussleutel om de
diepte in te stellen.
* De polsterdelen van de kniesteunen zijn in
hoek en breedte in te stellen door inbusbout
(D) met de meegeleverde 4 mm inbussleutel
los te draaien.
* Druk de rode knop (E) in om de kniesteun
weg te zwenken.
Controleer en draai de inbusbouten regel-
matig aan en olie de wegzwenkbare delen
minstens 1x in de 3 maanden.
NL
NL
24
N
L
WINTERBEKLEDUNG
EN REGENCAPE
Sluiting voor de schouderbanden (A).
Rits de winterbekleding open en plaats deze
in de rols toel. Plaats het kind er in en rits de
winterbekleding weer dicht. zet dan de schou-
derbanden vast met de sluit ing.
De winterbekleding is voorzien van klittenband
bij het voeteneinde, zodat eventueel de gehele
bovenkant afneembaar is wanneer dit nodig
mocht zijn.
De regencape bedekt de voetensteun, de rug-
steun, de rugtas en armsteunen en is voorzien
van een rekbare rand.
Zorg voor permanent toezicht van een
volwassen persoon. Zorg ervoor dat alle
fixaties en verstellingen goed vastzitten en
controleer deze regelmatig.
NL
25
A
N
L
ZITBROEK
ABDUCTIE-MODEL
EN T-MODEL (niet
afgebeeld)
Plaats de zitbroek plat op het zitkussen en mon-
teer de achterste bevestigingsbanden aan de
kunststof bevestig inggesp (A).
Plaats het kind op de zitbroek en voer de voor-
ste banden tussen de benen door en breng de
banden naar achteren en klik deze achter het
rugsteun vast.
Wanneer het T-model gebruikt wordt, zorg dat
de vier banden aan de gespen van het zitge-
deelte gemonteerd worden. De klittenband of
klemsluiting is voor het een voudig vastzetten
van de T-model zitbroek.
Zorg voor permanent toezicht van een
volwassen persoon. Zorg ervoor dat alle
fixaties en verstellingen goed vastzitten en
controleer deze regelmatig.
NL
26
A
B
C
N
L
FIXATIEVEST EN
KRUISBANDENVEST
Bevestig de schouderbanden aan de achterkant
van de rugleuning (A).
Bevestig de zijbanden aan de gespen aan de
zijkant van de rugleuning. Draai de bevesting
iets los en draai de gesp naar buiten (B).
Bevestig de onderste banden aan de gespen
die onder het zitkussen zitten (C).
Het kruisbandenvest wordt op de zelfde manier
gemon teerd als het fixatievest.
Het fixatievest en kruisbandenvest kunnen los-
gehaald worden door de kleine clipjes in te druk-
ken die aan het vest zelf zitten. Hierdoor is het
niet nodig de banden elke keer los te halen.
Zorg voor permanent toezicht van een
volwassen persoon. Zorg ervoor dat alle
fixaties en verstellingen goed vastzitten en
controleer deze regelmatig.
NL
H-FIXATIE EN BORST/
BEKKENFIXATIE
Bevestig de schouderband aan de achterzijde
van de rugle uning (A).
(B) Bevestig de zijbanden aan de gesp aan de
zijkant van de rugleuning.....
...of aan de gesp aan de onderzijde bij het zit-
kussen (C).
Bevestig de bekkengordel aan de gesp aan de
onderzijde van het zitkussen.
Zorg voor permanent toezicht van een
volwassen persoon. Zorg ervoor dat alle
fixaties en verstellingen goed vastzitten en
controleer deze regelmatig.
NL
27
1
9 mm
2
N
L
TROMMELREMMEN
1/3
Montage van de trommelremmen achteraf op
de Pan ther.
1. Haal het achterwiel los.
2. Gebruik een 24 mm ring/steeksleutel om de
QR-bus los te halen.
Wanneer alleen het wiel verplaatst moet wor-
den, is de afstand tussen de de twee buitenste
moeren 9 mm. Mon teer de moer weer aan de
binnenzijde, zoals afgebeeld.
Draai de moer niet te vast aan (max. 22 Nm),
omdat anders de QR-as niet meer goed kan
passen.
NL
28
1
2
A
B
3
3
N
L
TROMMELREMMEN 2/3
De trommelrem wordt op de asplaat gemon-
teerd. Afhankelijk van de camberstand van de
achterwielen van de Panther wordt gekozen voor
instructie 1 of 2 .
1. Om de trommelrem op de Panther te monte-
ren die is voorzien van moeren in het frame,
volg de tekening. Om het schroefdraad vrij
te maken van verf, gebruik een 5 mm dra-
adtap.
2. Dezelfde procedure als 1 kan gevolgd worden
bij een Panther met een 0° camberset (art. nr.
94953). Het verschil is dat er een afstands-
ring geplaatst moet worden tussen het frame
en de trommelremplaat, zoals afgebeeld op
tekening 2.
Montage van de wigplaatjes (0° camberset) om
de camberhoek van de achterwielen te laten
vervallen: Plaats de wigplaatjes aan beide kan-
ten van de bevestigingsplaat zoals afgebeeld
(A). Monteer dan de Quick Release-asbus (B)
of het trommelremhuis (tek. 2) met de ring en
moer aan de achterzijde.
NL
29
A
B
C
D
E
F
G
H
I
N
L
TROMMELREMMEN
3/3
De remhandles worden gemonteerd op de
duwhandvatten. Monteer de kabel zoals afge-
beeld (A). Voer de binnen-kabel door het gat in
het handvat, en zet deze vast met de pen (B),
monteer dan de buitenkabel (C).
Om de kabel vast te maken aan de rem zelf: leid
de bin nenkabel door de houder (D) en door het
gat in de bout (E). Plaats de bout in de remhevel
(F) en draai de moer vast met een 8 mm steeks-
leutel. Kort de binnenkabel in en schuif een dopje
over het uiteinde (G) en knijp deze vast.
Monteer het nieuwe achterwiel met trommel-
remhuis (H)
Wanneer ook de handremmen nog worden ge-
bruikt, zorg dat deze op de juiste afstand van de
band zitten (I). (5 mm)
NL
30
1
2
3
4
5
N
L
MONTAGE VAN 12½
ACHTERWIELEN
Hoe u de 12½” achterwielen monteerd:
1. Haal het bestaande achterwiel d.m.v. Quick
Release-systeem van het frame.
2. Demonteer de QR-asbus door deze met twee
24 mm steeksleutels los te draaien.
3. Demonteer aan beide kanten de anti-kantel-
beugels, incl. de bevestiging.
4. Monteer de 12½” achterwielen door de beide
buizen in het frame te plaatsen en deze vast
te zetten met de boutjes welke van de anti-
kantelbeugel-bevestiging afkomt.
5. Eventueel moet de inbusbout iets worden
losgedraaid om de juiste breedte van de as
in te stellen. Draai deze, na de as te hebben
ingesteld, weer goed vast.
NL
31
A
B
C
D
E
F
N
L
MONTAGE/
AFSTELLEN VAN
DE HANDREM EN
REMKABEL
De handrem wordt op de duwhandvatten ge-
monteerd met behulp van een schroevendraaier
(A). Geleid de binnenkabel door het klem-asje en
draai deze vast (B). Plaats dan de buitenkabel
op de juiste manier aan de handrem (C).
Geleid de binnenkabel door de buitenkabelhou-
der (D) en door het klem-asje (E) en draai op
dit klem-asje (E) de moer goed vast met een 8
mm sleutel. Plaats dan de binnenkabel op de
vork van het remsysteem en stel deze af door
de buitenkabelhouder (D) ophoog te draaien tot
dat de rem goed werkt. Knip dan de binnenkabel
op de juiste lengte en plaats over het kabeleinde
een dopje en knijp deze goed vast (F).
NL
32
A
B
C
D
E
F
G
N
L
NL
VERVOER (opgevouwen)
VAN DE PANTHER
De Panther is te verkleinen zodat deze eenvou-
diger te vervoeren is.
A Draai de knoppen van de duwhandvatten los
en….
B ……draai ze naar binnen.
C Verwijder het rugkussen en klap de rugleuning
naar voren.
D Kantel de zitunit naar voren.....
E ......klap de voetsteun onder het frame.
F Verwijder de achterwielen.
G Til de Panther op aan het frame, nooit aan de
rugleuning
33
N
L
Wanneer de Panther betrokken is geweest
bij een ongeval moet deze eerst geheel
worden gecontroleerd door de leveran-
cier alvorens opnieuw ingezet te kunnen
worden.
NL
VERVORE IN EEN
VOERTUIG 1/2
Het is mogelijk om de Panther rolstoel met kind
in een voertuig te vervoeren wanneer gebruik
wordt gemaakt van een Bierman aanpasset
(VG00014900) en tussensteun (VG0005080
(m.1), 5085(m.2) of 5090 (m.3)) met veiligheids-
gordel (VG00005500).
Deze manier van vervoeren voldoet niet aan
ISO-normen en aangeraden wordt om de
Panther met kind te vervoeren als aangegeven
op pagina 32, dus met een 4-punts spanban-
densysteem en een 3-puntsgordel.
De goedkeuring is niet geldig indien de
Cougar is aagepast.
Volg in ieder geval onderstaande instructies voor
zo veilig mogelijk vervoer. Raadpleeg ook de bro-
chure van het KBOH “Veilig Vervoer Rolstoelinzit-
tenden” en/of bezoek www.veiligvervoer.nl:
Wanneer enigzins mogelijk, is het absoluut
veiliger om uw kind in een goedgekeurd
kinderbeveiligingsmiddel te plaatsen ipv
in de Panther.
De Panther mag alleen in voortwaartse
richting in een voertuig geplaatst worden,
als deze als zitvoerziening wordt gebruikt
tijdens vervoer. Het Bierman Rolstoel-
vergrendel-systeem met aanpasset kan
gebruikt worden maar een goedgekeurd
4-punts spangordelsysteem (zie volgende
pagina) is nog veiliger.
Wanneer mogelijk, gebruik een 3-puntsgor-
del om uw kind vast te zetten in de Panther,
maar in ieder geval de Bierman veiligheids-
gordel. Deze veiligheidsgordels moet strak
over de heupen van het kind lopen en niet
over armsteunen of achterwielen gaan.
Wanneer mogelijk moeten accessoires
zoals werkbladen verwijderen worden van
de rolstoel en veilig worden opgeborgen in
een tas of doos. Accessoires welke niet ver-
wijderen kunnen worden moeten voorzien
zijn van polsterdelen zodat het kind zich hier
niet aan kan bezeren tijdens vervoer.
Deze veiligheidsgordels
moet strak over de heu-
pen van het kind lopen en
niet over armsteunen of
achterwielen gaan.
34
A
C
D
55°
30°
75°
15°
15°
E
F
1,2 m
65 cm
40 cm
B
N
L
NL
VERVORE IN EEN
VOERTUIG 2/2
1. Om de Panther op de juiste manier in het
voertuig vast te maken is een set aanhaak-
ogen (94900-01) leverbaar.
* Monteer de achterste twee aanhaak-ogen (A)
aan de achterzijde op de horizontale frame-
buis (in de voorgeboorde gaten) en zorg dat
het haaksymbool (B) goed zichtbaar is.
* Monteer de voorste twee aanhaak-ogen (C)
aan de voorzijde op het frame en zorg dat het
haaksymbool (B) goed zichtbaar is.
* Monteer het 4-punts spanbandensysteem op
de bodem van het voertuig.
* Plaats de Panther in het voertuig en monteer
de haken of banden van het 4-punts spanban-
densyteem aan de vier aanhaak-ogen (A en
C).
Gebruik uitsluiten een 4-punts spanban-
densysteem dat goedgekeurd is volgens
ISO 10542-2.
2. Zorg dat uw kind op de juiste manier gebruik
maakt van de 3-puntsgordel:
* Gebruik de 3-puntsgordel zoals aangegeven
op de tekening waarbij deze niet wordt gehin-
derd door armsteunen of achterwielen (D).
* Zorg dat de 3-puntsgordel strak maar com-
fortabel zit zonder dat deze gedraaid is.
* De hoek van de 3-puntsgordel moet binnen
het gearceerde gebied vallen (E).
* De kantelpositie van de stoel moet minimaal
3° zijn.
Gebruik uitsluitend een 3-puntsgordel die
goedgekeurd is volgens ISO 10542-1
3. Vervoer.
* Verwijder accessoires die niet strikt noodzake-
lijk zijn (zoals werkbladen) van de Panther.
* Zorg dat uw kind altijd voorwaarts zittend
vervoerd wordt.
* De Panther is goedgekeurd voor transport-
doeleinden tot maximaal 57 kg.
Zorg dat de veiligheidszone (F) om het kind
heen in acht worden genomen.
35
N
L
TRANSPORT
MET OPENBAAR
VERVOER
Overeenkomstig Richtlijn 2001/85/EG, Bijlage
VII, Artikel 3.8.3, is het voertuig uitgerust met een
speciaal daartoe aangegeven rolstoelruimte,
waarbij transport met de rolstoel in de rijrichting
mogelijk is.
Als gebruik wordt gemaakt van deze transport-
methode, moet het kind of de begeleider een
actieve rol spelen tijdens de rit, voorbereid zijn
op abrupte bewegingen en verzekerd kunnen
zijn van een veilige zitpositie tijdens de hele duur
van het transport.
De bewegingsbeperking van het kind mag niet
zo groot zijn dat het bij een verandering van
snelheid of richting van het voertuig zich niet
kan vasthouden aan de handgrepen die zich in
het voertuig bevinden.
Naast de bovenstaande dingen moet men om
wille van de veiligheid het volgende control-
eren:
- zit de rugleuning op dezelfde hoogte als, of
boven, de schouders van het kind?
- wordt de nek-/hoofdsteun gebruikt en is deze
correct aangebracht?
- staat de rolstoel op de rem?
- staan de anti-kantelsteunen naar beneden?
NL
36
A
B
A
B
XXXXXX
DMR ver.: XXXX
Art. no.: XXXXXXX
Product: XXXXXXX - Size X
Max load: xxx kg
Max load: xxx kg
(XX)XXXXXXXXXXXXXX(XX)XXXXXX(XX)XXXXXX
N
L
PRODUCT-
INDENTIFICATIE
STICKERS
A Serienummersticker is op het onderste hori-
zontale framedeel geplaatst aan de rechter-
zijde.
B Fabrikantsticker is op het onderste horizontale
framedeel geplaatst aan de rechterzijde.
NL
37
H
I
D
B
G
A
C
E
280 (11") 320 (12½") 360 (14") 400 (16")
200-290 (8-11½") 260-350 (10-13½") 300-390 (12-15¼") 300-390 (12-15¼")
380 (15") 400 (16") 440 (18") 440 (18")
140-350 (5½-13½") 140-350 (5½-13½") 160-400 (6-15½") 160-400 (6-15½")
460-520 (18-20¼") 460-520 (18-20¼") 460-52 (18-20¼") 460-520 (18-20¼")
590 (23") 620 (24") 670 (26") 700 (27½")
840 (32") 920 (36") 1100 (39") 1200 (47")
955-1100 (37-43") 955-1100 (37-43") 955-1100 (37-43") 955-1100 (37-43")
16 kg (35 lb) 16 kg (35 lb) 17,5 kg (38,5 lb) 22 kg (48,5 lb)
60 kg (132 lb) 60 kg (132 lb) 70 kg (154 lb) 70 kg (154 lb)
57 kg (125,5 lb) 57 kg (125,5 lb) 57 kg (125,5 lb) 57 kg (125,5 lb)
470 (18¼") 500 (19½") 540 (21") 580 (22½")
750 (29¼") 750 (29¼") 750 (29¼") 750 (29¼")
36 0(14") 360 (14") 360 (14") 360 (14")
11,7 kg (25,7 lb) 12,1 kg (26,6 lb) 13,3 kg (29,3 lb) 14,3 kg (31,5 lb)
-28° - +87°
-2° - +35°
-9° - +35°
N
L
MAATGEGEVENS
NL
Maat 1 Maat 2 Maat 3 Maat 4
mm (inch) mm (inch) mm (inch) mm (inch)
Zitbreedte (A)
Zitdiepte (B)
Rughoogte (C)
Lengte (D)
Zithoogte boven vloer (E)
Breedte
Lengte
Hoogte
Gewicht
Max belasting
Max belasting, bij vervoer
* Gemeten vanaf het zitkussen in horizontale positie (0
o
) en met standaard wielpositie
Opgevouwen, zonder wielen:
Breedte
Lengte
Hoogte
Gewicht
Hoekverstelling: Ruggedeelte
Zit
Voetensteunbevestiging
38
N
L
TECHNISCHE GEGEVENS
Frame: Poedergecoatet
Kunststof delen: Glasvezelversterkt polyprolene
Schuimdelen: Vlamvertragend koudschuim
Hoezen: Zitting voorzien van Pebatax incontinentielaag
PRODUCENT
R82 A/S
Parallelvej 3
DK- 8751 Gedved
NL
NL
IMPORTEUR
R82 Nederland B.V.
Tinweg 8
8445 PD Heerenveen
NL
Bracket under
seat
Hole 8
Bracket under
seat
Hole7
Bracket under
seat
Hole 6
Bracket under
seat
Hole 5
Bracket under
seat
Hole 4
Bracket under
seat
Hole 3
Bracket under
seat
Hole 2
Bracket under
seat
Hole 1
Gas
max
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Panther size 1
Rod hole A -1 +12° -7° +17° -3° +23° +1° +29° +5° +36° +10° +44° +15° +54° +21° +66°
Rod hole B -14,5° +7° -1 +1 -8° +16° -4,5° +21° -1° +27° +3° +33° +7° +41° +11,5° +50°
Rod hole C -18° +2° -15° +6° -12° +10° -9,5° +14° -7° +19° -4° +24° -0,5° +30° +3° +37°
Rod hole D -21° -2° -19° +1° -17° +4° -15° +8° -12° +12° -10° +16° -8° +21° -5,5° +26°
Panther size 1
Panther size 1
Panther size 2
Panther size 1
Panther size 2
Panther size 2
Panther size 2
Rod hole A +1° +33,5° +3° +40,5° +7,5° +49° +12,5° +59° +18° +72° +24° +30° +38°
Rod hole B -5° +26° -1,5° +32° +2° +38,5° +6° +46° +10,5° +55,5° +15,5° +21° +27°
Rod hole C -6° +19,5° -9° +24,5° -3° +30° -0,5° +36° +4° +43° +7,5° +51,5° +12° +16,5°
Rod hole D -13° +13,5° -10,5° +18° -8° +22° -5° +27,5° -2,5° +33° +0,5° +40° +4° +48° +7,5° +58°
40,5°
585
387
508
377
29°
Panther
Gasspringpositions
Bracket under
seat
Hole 8
Bracket under
seat
Hole7
Bracket under
seat
Hole 6
Bracket under
seat
Hole 5
Bracket under
seat
Hole 4
Bracket under
seat
Hole 3
Bracket under
seat
Hole 2
Bracket under
seat
Hole 1
Gas
max
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
min
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Gas
max
Panther size 3
Panther size 3
Panther size 3
Panther size 4
Panther size 3
Panther size 4
Panther size 4
Panther size 4
Rod hole A -17,5° +1 -13,5° +16° -9,5° +21,5° -5,5° +27° -1° +33° +3° +41° +7,5° +49° +12,5° +59°
Rod hole B -19° +7° -16° +1 -12° +16° -9° +21° -5° +26° -2° +32° +2° +38,5° +6° +46°
Rod hole C -21° +3° -18° +7° -15° +1 -12° +15° -9° +20° -6° +24° -3° +30° +36°
Rod hole D -23° +1° -21° +3° -18° +6° -16° +10° -13° +13° -1 +18° -8° +22° -5° +28°
Rod hole A -17,5° +1 -13,5° +16° -9,5° +21,5° -5,5° +27° -1° +33° +3° +41° +7,5° +49° +12,5° +59°
Rod hole B -19° +7° -16° +1 -12° +16° -9° +21° -5° +26° -2° +32° +2° +38,5° +6° +46°
Rod hole C -21° +3° -18° +7° -15° +1 -12° +15° -9° +20° -6° +24° -3° +30° +36°
Rod hole D -23° +1° -21° +3° -18° +6° -16° +10° -13° +13° -1 +18° -8° +22° -5° +28°
41°
611
389
Panther
Gasspringpositions
600
33°
-1°
396
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

R82 Panther Handleiding

Type
Handleiding