Documenttranscriptie
3-861-229-52(1)
Mini Hi-Fi
Component
System
Gebruiksaanwijzing
NL
Manual de instruções
P
Istruzioni per l’uso
I
T
DHC-MD515
©1997 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om elektrische schokken te
voorkomen. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Installeer het apparaat niet in een besloten
ruimte, zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Amerikaanse en buitenlandse patenten in licentie
van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Het lasersysteem in dit product kan straling
produceren die de limiet voor Klasse 1 overstijgt.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
Het label met de
aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT bevindt
zich aan de achterkant van
het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
toestel.
Voor de Klanten in Nederland en België
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA
(België: KGA).
2
Inhoud
Aan de slag
Stap 1: Aansluiten van de installatie .... 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 5
Stap 3: Voorinstellen van
radiozenders .............................. 6
Stap 4: Gebruik van de afneembare
bedieningseenheid .................... 8
Aansluiten van optionele
AV-componenten en
buitenantennes ............................... 10
Basishandelingen
Weergeven van een CD ....................... 12
Een CD opnemen op MD .................... 13
Een MD afspelen .................................. 15
Luisteren naar de radio ....................... 17
Opnemen van de radio ........................ 18
De CD-speler
Herhaalde weergave van
muziekstukken op een CD ........... 20
Weergeven van CD muziekstukken in
willekeurige volgorde ................... 20
CD muziekstukken programmeren ... 21
Gebruik van het uitleesvenster .......... 23
Een bepaald gedeelte van een
muziekstuk op CD herhalen ........ 24
Een CD benoemen ................................ 25
De CD-TEXT informatie
controleren ...................................... 27
Het MD deck – Weergave
Muziekstukken op een MD
herhaaldelijk weergeven .............. 29
Weergeven van MD muziekstukken in
willekeurige volgorde ................... 29
MD muziekstukken programmeren ... 30
Gebruik van het MD-uitleesvenster ... 32
Het MD deck – Opname
Voor u begint op te nemen ................. 33
Opnamemethoden ............................... 34
Verscheidene CD’s opnemen op
verscheidene MD’s ........................ 35
Drie CD’s na elkaar opnemen op
MD’s ................................................ 36
Favoriete CD-muziekstukken op een
MD opnemen .................................. 37
Alleen het eerste muziekstuk op elke
CD opnemen .................................. 39
Het huidige CD muziekstuk
opnemen ......................................... 40
Handmatig opnemen op een MD ...... 41
Opnamen beginnen met 6 seconden
vooropgeslagen audio
gegevens .......................................... 42
Muziekstuknummers markeren ........ 43
Een 3 seconden blanco ruimte maken
tussen muziekstukken .................. 44
Het MD deck – Bewerken
Voor u begint te bewerken .................. 45
Een MD benoemen ............................... 46
Opnamen wissen .................................. 47
Opgenomen muziekstukken
verplaatsen ..................................... 49
Opgenomen muziekstukken
splitsen ............................................ 50
Opgenomen muziekstukken
samenvoegen .................................. 51
De laatste bewerking ongedaan
maken .............................................. 53
NL
Geluidsregeling
Het geluid regelen ................................ 54
Het Preset Equalizer menu
selecteren ......................................... 54
Extra functies
Vooringestelde zenders benoemen .... 55
Het Radio Data System (RDS)
gebruiken ........................................ 56
In slaap vallen met muziek ................. 58
Ontwaken met muziek ........................ 59
Timergestuurde opname van
radioprogramma’s ......................... 60
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 63
Systeembeperkingen van MD’s.......... 64
Gebruik van de zelfdiagnosefunctie ...65
Verhelpen van storingen ..................... 65
Technische gegevens ............................ 69
Index ....................................................... 71
3
Aan de slag
Stap 1: Aansluiten van de installatie
Volg de stappen 1 en 2 om uw systeem aan te sluiten met behulp van de meegeleverde
snoeren en toebehoren. Volg ook de stappen 3 en 4 om de installatie te beëindigen.
AM-raamantenne
FM-antenne
Rechter luidspreker
Linker luidspreker
Achterpaneel
DHC-MD515
1 Sluit de luidsprekers aan.
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen van dezelfde
kleur.
Hou de luidsprekersnoeren uit de buurt
van de antennes om ruis te voorkomen.
R
Effen (‘)
Installeer de AM-antenne en sluit ze aan.
Europees model
L
+
+
_
_
AMraamantenne
AM
Gegroefd (’)
FM 75
COAXIAL
Dit gedeelte
insteken.
4
Strek de FM-draadantenne
horizontaal uit.
Andere modellen
AM-raamantenne
Strek de FMdraadantenne
horizontaal uit
AM
FM
75
Stap 2: Gelijkzetten
van de klok
De tijd moet ingesteld zijn vooraleer u de
timerfuncties kan gebruiken. De klok werkt
volgens een 24-urensysteem voor het
Europese model en volgens een 12urensysteem voor alle andere modellen. Het
12-urensysteem is afgebeeld. U kan de tijd
instellen terwijl het systeem af staat.
1
DISPLAY
3 Zet VOLTAGE SELECTOR in de
stand voor uw lokale
netstroomspanning (behalve
Europees model).
110 – 120V
TAPE
220 – 240V
VOLTAGE SELECTOR
4 Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Indien de stekker niet in het stopcontact
past, verwijder dan de meegeleverde
adapter van de stekker (behalve
Europees model).
2,3,4
1
CURSOR N/n
Druk op CLOCK/TIMER SET.
De dag van de week (“SUN”) knippert.
SUN 0:00AM
Voor u het systeem aanzet
Haal de MD transportcartridge uit de gleuf.
Als u het systeem aanzet voor u de cartridge
verwijdert, verschijnt “MD MECHA
ERROR”. Zet het systeem af en haal de
cartridge uit nadat de klok verschijnt (zie
pagina 63).
2
Draai aan MULTI JOG om de dag
van de week in te stellen en druk
vervolgens op ENTER/YES.
De uren knipperen.
MON 0:00AM
vervolg
5
Stap 2: Gelijkzetten van de klok
(vervolg)
3
Draai aan MULTI JOG om de uren
in te stellen en druk vervolgens op
ENTER/YES.
De minuten knipperen.
MON 9:00AM
4
Stap 3:
Voorinstellen van
radiozenders
U kunt het volgende aantal zenders
voorinstellen:
– Europees model: 20 FM-zenders, 10 MW
(MG)-zenders en 10 LW (LG)-zenders
– Andere modellen: 20 FM-zenders, 10 MW
(MG)-zenders en 10 SW (KG)-zenders.
MANUAL
1 DIMMER
Draai aan MULTI JOG om de
minuten in te stellen en druk
vervolgens op ENTER/YES.
3
De klok begint te lopen.
Als u zich hebt vergist
Druk herhaaldelijk op CURSOR N of n
zodat de foutieve instelling knippert en stel
ze vervolgens opnieuw in.
De ingestelde tijd veranderen
U kan de tijd instellen wanneer u het systeem
uitschakelt.
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Draai aan MULTI JOG tot “SET CLOCK?”
verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
4 Herhaal stap 2 tot 4 hierboven.
TAPE
De tijd laten verschijnen
De ingebouwde klok toont de tijd in het
uitleesvenster wanneer het toestel af staat.
Om de tijd te laten verschijnen wanneer het
toestel aan staat, drukt u op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Normaal
n Tijd
Preset Equalizer N
Tip
Het bovenste puntje knippert tijdens de eerste helft
van een minuut (0 tot 29 seconden) en het onderste
tijdens de laatste helft (30 tot 59 seconden).
6
5 4,5,7 6,8
2
Om op de gewenste
voorinstelzender af te
stemmen
1
Druk op POWER om de installatie
aan te schakelen.
2
Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
verandert de band als volgt:
n
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
8
Druk op ENTER/YES.
De zender wordt opgeslagen.
9
Herhaal stap 2 tot 8 om andere
zenders op te slaan.
Afstemmen op een zender met
een zwak signaal
Druk in stap 3 op MANUAL en draai aan
MULTI JOG om af te stemmen op de zender
en ga door met stap 5.
n
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
Het voorinstelnummer wijzigen
3
Druk op AUTO.
Begin opnieuw vanaf stap 2.
4
Draai aan MULTI JOG.
Het MW (MG) afsteminterval
wijzigen (behalve Europees
model)
De frequentie in het uitleesvenster
verandert en het scannen stopt wanneer
op de zender is afgestemd. “TUNED” en
“STEREO” (voor een stereo programma)
verschijnen. Wanneer u het scannen wil
stoppen, drukt u op p.
De zender voorinstellen
5
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot
“TUNER Memory?” verschijnt.
Het MW (MG) afsteminterval is af fabriek
ingesteld op 9 kHz (10 kHz in sommige
gebieden). Om het MW (MG) afsteminterval
te veranderen, stemt u eerst af op eender
welke MW (MG) zender en schakelt u de
stroom uit. Terwijl u de DIMMER toets
ingedrukt houdt, schakelt u de stroom weer
aan. Wanneer u de afsteminterval verandert,
worden alle vooringestelde MW (MG)
zenders gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
Tips
TUNER Memory?
AUTO
TUNED STEREO
6
Druk op ENTER/YES.
7
Draai aan MULTI JOG om het
gewenste voorinstelnummer te
kiezen.
• De vooringestelde zenders blijven bewaard
gedurende een dag, zelfs wanneer u het netsnoer
uittrekt of de stroom uitvalt.
• U kunt de vooringestelde zenders benoemen
(zie pagina 55).
Memory FM 1CH?
AUTO
TUNED STEREO
7
Stap 4: Gebruik
van de afneembare
bedieningseenheid
Wanneer de bedieningseenheid is
losgemaakt, moet u altijd het meegeleverde
beschermdeksel aanbrengen om te
voorkomen dat de contactklem vuil wordt.
Contactklembeschermer
Het bedieningspaneel is afneembaar
(afneembare bedieningseenheid) en fungeert
als afstandsbediening.
Contactklem afneembare
bedieningseenheid
TAPE
De afneembare
bedieningseenheid
aanbrengen.
Afneembare bedieningseenheid
De afneembare
bedieningseenheid
losmaken.
TAPE
2Druk de
afneembare
bedieningseenheid
voorzichtig op
haar plaats.
1Schuif de lipjes onderaan in de
gleuven.
Opmerkingen
TAPE
1Pak de afneembare
bedieningseenheid vast
aan beide zijden.
2Uitnemen.
8
• Als u de afneembare bedieningseenheid niet
gebruikt, bevestig ze dan altijd op het toestel
zodat ze niet zoek raakt.
• Controleer of de afneembare bedieningseenheid
goed is bevestigd, zoniet kan het systeem
eventueel niet correct functioneren.
Plaats twee AA (R6)
batterijen in de
afneembare
bedieningseenheid.
De afneembare
bedieningseenheid
gebruiken vanop afstand
Afstandsbedieningssensor
30
30
Richt de afneembare bedieningseenheid op
de afstandsbedieningssensor van het toestel.
AA (R6) batterij
Tip
Als de afneembare bedieningseenheid niet meer
functioneert, moeten beide batterijen worden
vervangen. Als u de afneembare bedieningseenheid
niet gebruikt, moet u ze op het toestel bevestigen om
de batterijen te sparen.
Opmerkingen betreffende de
batterijen
• Plaats de batterijen in de juiste richting.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar.
• Gebruik geen batterijen van verschillende types
door elkaar.
• Gebruik geen lekkende batterijen.
• Als batterijen lekken, moet u de batterijhouder
reinigen en alle batterijen vervangen door nieuwe.
Gebruik van een optionele
afstandsbediening
Wanneer u de optionele afstandsbediening
gebruikt in combinatie met de afneembare
bedieningseenheid op het toestel, moet u ze
op de sensor in de linker bovenhoek van het
toestel richten.
Afstandsbedieningssensor
(met afneembare
bedieningseenheid
bevestigd)
30
30
Als de afneembare bedieningseenheid niet op
het toestel is bevestigd, richt u de optionele
afstandsbediening op de sensor onderaan het
toestel. Wanneer de afneembare
bedieningseenheid is losgemaakt, werkt de
sensor in de linker bovenhoek van het toestel
niet.
9
Aansluiting van
optionele
AV-componenten
en buitenantennes
U kunt uw installatie uitbreiden door
optionele componenten aan te sluiten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
betreffende component.
Een videospelletje of
videorecorder aansluiten
Sluit de stekkers aan op de aansluitingen van
dezelfde kleur.
Opmerking betreffende de indicaties
“VIDEO” en “GAME”
Verander de indicaties VIDEO/GAME IN volgens
de aangesloten apparatuur.
• Kies “VIDEO” wanneer u een videorecorder,
AM/FM tuner of cassettedeck aansluit.
• Kies “GAME” wanneer u een videospelletje,
multi disc-speler of DAT deck aansluit.
• Als het geluid is vervormd wanneer “VIDEO”
wordt gekozen, moet u overschakelen naar
“GAME”.
Audiocomponenten
aansluiten
Een cassettedeck aansluiten
Steek de stekkers in de aansluitingen van
dezelfde kleur.
Naar de AU BUS aansluiting van
het TC-TX515 stereo cassettedeck
Naar de audio-uitgang van een
videospelletje of videorecorder
Naar de audio-ingang
van een cassettedeck
Naar de audio-uitgang
van een cassettedeck
Om het geluid van de
videorecorder te beluisteren
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“VIDEO” verschijnt.
Om het geluid van het
videospelletje te beluisteren
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“GAME” verschijnt.
Als “GAME” niet verschijnt door op
FUNCTION te drukken verandert u de
indicatie “VIDEO” in “GAME” door de
onderstaande procedure te volgen:
10
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“VIDEO” verschijnt.
2 Druk op EDIT/NO.
“GAME ?” verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
Druk nogmaals op EDIT/NO om “VIDEO”
weer te laten verschijnen.
Het geluid van het cassettedeck
beluisteren
Druk op TAPE.
Tips
• Bij aansluiting van het TC-TX515 stereo
cassettedeck op de DHC-MD515, moet u de AU
BUS aansluitingen gebruiken. Meer details vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de TC-TX515.
• De markeringen A en B onder de
TAPE IN/OUT aansluitingen helpen u bij het
aansluiten van het optionele TC-TX515 deck.
Opmerking
U kunt geen platenspeler zonder ingebouwde
equalizer aansluiten.
Buitenantennes
aansluiten
AM-antenne
Sluit de buitenantenne aan om de ontvangst
te verbeteren.
Verbind een geïsoleerde draad van 6 tot 15
meter met de aansluiting voor een AMantenne. Laat de meegeleverde AMraamantenne aangesloten.
FM-antenne
Europees model
Sluit de optionele FM-buitenantenne aan of u
kunt ook de TV-antenne gebruiken.
Geïsoleerde draad
(niet meegeleverd)
Europees model
AM
AM
FM 75
COAXIAL
FM 75
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
75 ohm coaxiaalkabel
(niet meegeleverd)
Andere modellen
Andere modellen
Geïsoleerde
draad (niet
meegeleverd)
AM
AM
FM
75
FM
75
Standaard IEC aansluiting
(niet meegeleverd)
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze
goed geaard te worden als bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding om explosiegevaar te
voorkomen.
11
Basishandelingen
Weergeven van
een CD
U kunt alle muziekstukken op een CD in de
originele volgorde afspelen of tot drie CD’s
na elkaar afspelen. Druk op POWER om de
installatie aan te zetten.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “ALL DISCS” verschijnt.
Om één CD af te spelen, drukt u op
CONTINUE tot “1 DISC” verschijnt.
DIMMER
CD3-10
23 4 1, CD
indicatoren
POWER 0/)
62.24
ALL DISCS
1
4
2
3
Druk op (P.
De weergave begint vanaf de CD
waarvan de CD indicator groen oplicht.
Disc-ladenummer
Weergavetijd
CD3-1
0.35
ALL DISCS
1
TAPE
2
3
Muziekstuknummer
MULTI JOG
DISC SKIP
MD/CD 1 – 3
1
p
VOLUME
Druk op één van de CD 1 6 –
CD 3 6 toetsen om de disc-lade te
openen en leg een CD op de lade.
Met het label
naar boven
De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op
de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt.
Om andere CD’s in te brengen, drukt u
op andere CD 1 6 – CD 3 6 toetsen en
legt u vervolgens de CD’s op de lade.
12
Om de weergave te laten starten vanaf
een andere CD, drukt u op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het disc-ladenummer
van de gewenste CD.
Om
Gaat u als volgt tewerk
De weergave
te stoppen
Druk op p.
Te pauzeren
Druk op (P. Druk nogmaals
om de weergave te hervatten.
Een
muziekstuk te
kiezen
Draai MULTI JOG rechtsom
(vooruit gaan) of linksom
(achteruit gaan) tot u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Een punt in
een
muziekstuk te
zoeken
Druk tijdens de weergave op
0 of ) en laat de toets los
op het gewenste punt. “OVER”
verschijnt wanneer u het einde
van de CD hebt bereikt.
Een CD te
kiezen
• Druk op MD/CD 1 – 3. De
weergave start wanneer u op
de toets drukt.
• Druk herhaaldelijk op DISC
SKIP zodat de gewenste CD
indicator groen oplicht. Druk
op (P om de CD te laten
afspelen.
Een CD opnemen
op MD
— CD-MD synchro-opname
U kunt een digitale opname maken van een
CD op een MD. Als de MD al muziekstukken
bevat, wordt de opname automatisch gestart
na het laatste muziekstuk. Zie pagina 47 om
muziekstukken te wissen.
Dit systeem biedt ook nog andere
opnamemogelijkheden (zie
“Opnamemethoden” op pagina 34). Kies de
meest geschikte manier van opnemen.
Druk op POWER om het systeem aan te
zetten.
MD 1 indicator
POWER
5
MD 6
1
Basishandelingen
Als u tijdens de weergave op
DISC SKIP drukt, wordt
overgeschakeld naar een andere
CD en start de weergave
automatisch.
Druk op de CD 1 6 – CD 3 6
Een CD te
verwijderen of toets van de CD die u wilt
te verwisselen verwijderen.
Het volume te
regelen
Draai aan VOLUME.
Tips
TAPE
EDIT/NO
8
7 6 32
MD
9
p
4
n
• In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf elk
muziekstuk.
1 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te
kiezen.
2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
3 Druk op (P.
• De CD 1 6 – CD 3 6 indicatoren geven het
volgende aan
Groen: de disc-lade wordt gekozen of afgespeeld.
Oranje: de disc-lade bevat een CD.
• Als er geen CD in de speler zit, verschijnt
“CD NO DISC”.
• U kunt de helderheid van het scherm veranderen,
Bij elke druk op de DIMMER toets verandert de
helderheid als volgt:
Helder n Donkerder n Donkerst
Opmerkingen
• Sluit de disc-lade door op de CD 1 6 – CD 3 6
toets te drukken. Probeer de disc-lade niet met de
hand te sluiten omdat ze hierdoor kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop,
aangezien dit de CD-speler kan beschadigen.
vervolg
13
Een CD opnemen op MD (vervolg)
6
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Stap 1: Een CD
klaarmaken voor opname
7
Draai aan MULTI JOG tot
“NORMAL ?” verschijnt.
1
1
8
De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op
de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt.
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
om de gewenste CD te kiezen.
De gekozen CD 1 6 – CD 3 6 indicator
licht groen op.
4
Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “1 DISC” verschijnt.
Stap 2: Opname
5
Plaats een opneembare MD in de
gleuf MD 1.
Breng de MD in tot hij vastklikt. Als er
geen MD is ingebracht, wordt de MD na
een tijdje automatisch geladen. Als er
MD’s in andere gleuven zitten, wordt de
MD in de MD 1 gleuf automatisch
geladen nadat u in stap 8 op de
ENTER/YES toets hebt gedrukt.
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts
14
2
3
SYNC
LEVEL SYNC
1 DISC
Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
Met het label
naar boven
2
NORMAL ?
1
Druk op één van de CD 1 6 –
CD 3 6 toetsen om de disc-lade te
openen en leg een CD op de lade.
CD1-1
1
1
9
2
3
SYNC
LEVEL SYNC
0.00
1 DISC
Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De opname start.
De CD-speler en het MD deck stoppen
automatisch wanneer alle CD’s in de
disc-lade zijn opgenomen.
Druk op p om de opname te stoppen.
CD-MD synchro-opname annuleren
Druk op EDIT/NO op een willekeurig punt
van stap 6 tot 9.
CD-MD synchro-opname stoppen
Druk op p.
Als er al een MD is ingebracht
Breng een opneembare MD in nadat u de
ingebrachte MD hebt verwijderd zoals
hieronder beschreven.
1 Druk op MD 6.
De MD wordt vrijgemaakt en uitgeworpen.
2 Trek de MD uit de gleuf.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Een MD afspelen
U kunt alle muziekstukken op een MD in de
originele volgorde afspelen en ook maximum
drie MD’s na elkaar afspelen, net als CD’s.
Druk op POWER om het systeem aan te
zetten.
MD indicatoren
Als de MD ten einde is gedurende
opname
POWER
1
MD 6
De CD-speler en het MD deck stoppen
automatisch.
Tips
Basishandelingen
• De muziekstuknummers en disc-titel van de CD
(zie pagina 25) worden op de MD gekopieerd
wanneer u een splinternieuwe opneembare MD
gebruikt of een MD waarvan alle muziekstukken
gewist zijn (zie pagina 48) (Disc Memo Copy
functie). Merk op dat de CD-TEXT informatie bij
sommige CD’s niet wordt benoemd.
• Als u opneemt op een CD waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, worden de
opgenomen CD muziekstukken hernummerd.
TAPE
Opmerkingen
• Met deze opnamemethode kunt u alleen opnemen
op de MD in de MD 1 gleuf.
• Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd
tegen wissen en kan er niet op worden
opgenomen. Druk op MD 6 om de MD uit te
werpen en verschuif het nokje op de MD om de
gleuf te sluiten (zie pagina 33).
4
VOLUME
MULTI JOG
0/)
MD/CD 1 – 3 DISC SKIP
p
3
2
1
Breng een MD in.
Breng de MD in tot hij vastklikt.
Controleer of de MD indicator oranje of
groen oplicht.
Met het pijltje
naar het deck
gericht.
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts.
2
Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
vervolg
15
Een MD afspelen (vervolg)
Om
Gaat u als volgt tewerk
De weergave Druk op p.
te starten
3
Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “ALL DISCS” verschijnt.
Om slechts één MD af te spelen, drukt u
op de toets tot “1 DISC” verschijnt.
4
Te pauzeren
Druk op (P. Druk nogmaals
om de weergave te hervatten.
Een
muziekstuk
te kiezen
Draai MULTI JOG rechtsom
(vooruit gaan) of linksom
(achteruit gaan) tot u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Een punt in
een
muziekstuk
te zoeken
Druk tijdens de weergave op 0
of ) en laat de toets los op het
gewenste punt.
Een MD te
kiezen
• Druk op MD/CD 1 – 3. De
weergave start wanneer u op de
toets drukt.
Druk op (P.
De weergave start vanaf de MD waarvan
de MD indicator groen oplicht.
Discnummer
Weergavetijd
Muziekstuknummer
1
2
3
MD1-1
0.07
• Druk herhaaldelijk op DISC
SKIP zodat de gewenste MD
indicator groen oplicht. Druk op
(P om de MD te laten
afspelen.
TRACK
ALL DISCS
LEVEL SYNC
Om de weergave te starten vanaf een
andere MD, drukt u op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het disc-gleufnummer
dat overeenstemt met de gewenste MD.
Als u tijdens de weergave op
DISC SKIP drukt, wordt
overgeschakeld naar een andere
MD en start de weergave
automatisch.
De MD te
verwijderen
Druk op MD 6. Trek de MD uit
de gleuf wanneer hij wordt
uitgeworpen.
Het volume
te regelen
Draai aan VOLUME.
Tips
• De MD indicatoren geven het volgende aan:
Groen: de disc-gleuf is gekozen of de disc wordt
afgespeeld.
Oranje: er zit een MD in de gleuf.
• In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf om het
even welk muziekstuk.
1 Druk op DISC SKIP om de gewenste MD te
kiezen.
De MD indicator van de gewenste MD licht
groen op.
2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
3 Druk op (P.
16
Luisteren naar de
radio
Stel eerst de zenders voorin in het geheugen
van de tuner (zie pagina 6). Druk op POWER
om het systeem aan te zetten.
POWER MANUAL AUTO
2
FM
1OO.5MHz
PRESET
3
STEREO/
MONO
2
Druk op PRESET.
Draai aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste
vooringestelde zender.
Draai linksom voor
lagere
voorinstelnummers.
Draai rechtsom voor
hogere
voorinstelnummers.
Voorinstelnummer
Zendernaam* of
frequentie
FM 1 1OO.5MHz
PRESET
TUNED STEREO
3 1
p
Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de
band als volgt:
n
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
n
1
VOLUME
FM
1OO.5MHz
MANUAL
Om
Gaat u als volgt tewerk
De radio af
te zetten
Druk op POWER.
Het volume
te regelen
Draai aan VOLUME.
Basishandelingen
* De zendernaam verschijnt alleen
wanneer u de zender hebt benoemd
(zie pagina 55).
TAPE
Om niet-vooringestelde zenders te
beluisteren
• Druk op MANUAL in stap 2 en draai
vervolgens aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste zender (Manuele
afstemming).
• Druk op AUTO in stap 2 en draai
vervolgens aan MULTI JOG. De frequentieaanduiding verandert en het scannen stopt
wanneer het systeem afstemt op een zender
(Automatische afstemming).
Automatische afstemming
annuleren
Druk op p.
Tips
• U kunt van een andere bron overschakelen naar
de tuner door gewoon op TUNER te drukken
(Automatische Bronselectie).
• Richt de meegeleverde antenne om de ontvangst
te verbeteren.
• Wanneer een FM-programma gestoord is, druk
dan op STEREO/ MONO tot “MONO” verschijnt.
Het stereo effect verdwijnt dan, maar de ontvangst
is beter. Druk nogmaals op de toets om het stereo
effect te herstellen.
17
Opnemen van de
radio
U kunt een radioprogramma opnemen op een
MD. Als u gebruik maakt van een
voorbespeelde MD, zoekt het MD deck
automatisch het einde van de opname en start
de opname vanaf dat punt. Om opnames te
wissen, zie pagina 47. Druk op POWER om
het systeem aan te zetten.
2
Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
3
Druk op PRESET.
4
Draai aan MULTI JOG om het
voorinstelnummer van de gewenste
zender te kiezen.
Voorinstelnummer
MD indicatoren
1
POWER
1
2
MD 6
3
Zendernaam* of
frequentie
FM 1 1OO.5MHz
PRESET
TUNED STEREO
* De zendernaam verschijnt alleen
wanneer u de zender hebt benoemd
(zie pagina 55).
5
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opnamewachtstand.
6
Druk op (P.
De opname start.
TAPE
Stoppen met opnemen
Druk op p.
MANUAL MD
4 25 6
p
3
DISC SKIP
1
Druk op MANUAL in stap 3 en draai
vervolgens aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste zender.
Breng een opneembare MD in.
Een MD inbrengen
Laad een MD zoals beschreven onder
“Een MD inbrengen”. U kunt opnemen
op MD’s die in de MD 1 – 3 gleuven
zitten.
1 Druk op de MD om over te schakelen naar
MD.
2 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP zodat de
MD indicator van de gleuf die een
opneembare MD bevat groen oplicht.
3 Druk op MD 6.
Wanneer er al een MD is ingebracht, wordt
die uitgeworpen en wordt de gekozen MD
ingebracht.
Met het pijltje
naar het deck
gericht.
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts.
18
Om niet-vooringestelde zenders
op te nemen
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tip
Als een AM (MG/LG, MG/KG)-zender tijdens de
opname is gestoord, moet u de AM-raamantenne
verplaatsen.
Opmerking
Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd
tegen wissen en kan er niet op worden opgenomen.
Druk op MD 6 om de MD uit te werpen en
verschuif het nokje op de MD om de gleuf te sluiten
(zie pagina 33).
Basishandelingen
19
De CD-speler
Herhaalde
weergave van
muziekstukken op
een CD
Weergeven van CD
muziekstukken in
willekeurige
volgorde
–– Repeat Play
–– Shuffle Play
Met deze functie kunt u een CD of alle CD’s
herhalen bij normale, willekeurige en
geprogrammeerde weergave.
U kunt alle muziekstukken op een CD of alle
CD’s in willekeurige volgorde weergeven.
CONTINUE
REPEAT
2
3
TAPE
TAPE
MULTI JOG
4
MULTI JOG
Alle muziekstukken of
een programma herhalen
Druk tijdens de weergave op REPEAT
tot “REPEAT” verschijnt.
Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle
muziekstukken herhalen.
Slechts één muziekstuk
herhalen
Druk tijdens het afspelen van het
gewenste muziekstuk herhaaldelijk op
REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt.
1
Breng de CD’s in.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk op SHUFFLE.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
“ALL DISCS”
U kunt het te herhalen muziekstuk
veranderen door tijdens de weergave aan
MULTI JOG te draaien.
1
20
Druk herhaaldelijk op REPEAT tot
“REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt.
2
3
“1 DISC”
(De muziekstukken
op de CD waarvan
de CD 1 6 – CD 3
6 indicator groen
oplicht, worden
afgespeeld in
willekeurige
volgorde.)
CD1-18
U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen
tijdens Shuffle of Program Play.
Repeat Play annuleren
˜
(Alle CD’s worden
in willekeurige
volgorde
afgespeeld.)
ALL DISCS
SHUFFLE
64.17
4
Kies “ALL DISCS” en druk
op (P. Kies “1 DISC” en druk op
MD/CD 1 – 3 afhankelijk van de
disc-lade waarin de CD zit.
“J” verschijnt en alle muziekstukken
worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
Shuffle Play annuleren
Druk op CONTINUE.
CD muziekstukken
programmeren
–– Program Play
U kunt drie verschillende programma’s
maken voor alle CD’s in de gewenste
afspeelvolgorde. Elk programma kan
maximum 25 muziekstukken bevatten. U
kunt synchro-opnamen maken van
programma’s op MD’s (zie pagina 37).
Tips
CONTINUE
• U kunt Shuffle Play tijdens normale weergave
starten door op de SHUFFLE toets te drukken. De
CD-speler mengt alle muziekstukken, ook deze
die werden afgespeeld.
• Draai MULTI JOG rechtsom om een muziekstuk
over te slaan.
6
3 DISPLAY
TAPE
Opmerking
Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie
niet beschikbaar.
524 8
p
1
Breng de CD’s in.
2
Druk op CD om over te schakelen
naar CD.
Opmerkingen
• U kunt muziekstukken alleen programmeren
vanuit de stopstand.
• Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur in het
uitleesvenster kloppen en ga door met de
volgende stap.
3
Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
CD1-18
1
2
3
64.17
PROGRAM1
vervolg
21
CD muziekstukken programmeren
(vervolg)
4
Druk op DISC SKIP om de gewenste
CD te kiezen.
Disc-ladenummer
Program Play annuleren
Druk op CONTINUE.
Stoppen met het programmeren
van muziekstukken
Druk op p in elk gewenst punt van stap 4 tot
6.
Een eerder samengesteld
programma afspelen
CD3-AL
1
2
64.17
PROGRAM1
3
Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het
gewenste programmanummer verschijnt en
druk vervolgens op (P.
Het hele programma wissen
5
Draai aan MULTI JOG om het
gewenste muziekstuk te kiezen.
De totale speelduur met inbegrip van het
gekozen muziekstuk knippert.
Gekozen disc- en
muziekstuknummers
CD3-3
1
2
7. 09
Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het
gewenste programmanummer verschijnt en
druk vervolgens eenmaal op p in de
stopstand.
Het geprogrammeerde
muziekstuknummer controleren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op
PROGRAM tot het programmanummer dat u
wilt controleren verschijnt, en druk
vervolgens op DISPLAY.
PROGRAM1
3
Laatst geprogrammeerd
muziekstuk
Totale weergavetijd
6
Druk op ENTER/YES.
1
Het muziekstuk is geprogrammeerd.
Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk
verschijnt, gevolgd door de totale
speelduur van het programma.
Laatst geprogrammeerd Totale weergavetijd
muziekstuk
CD3-3
1
7
2
3
7. 09
PROGRAM1
Herhaal stap 4 tot 6 om extra
muziekstukken te programmeren.
Sla stap 4 over als u een muziekstuk van
dezelfde CD wilt kiezen.
8
22
CD1-12 Stepll
Druk op (P.
Alle muziekstukken worden afgespeeld
in de gekozen volgorde.
2
3
PROGRAM1
Totaal aantal stappen
De geprogrammeerde
muziekstukvolgorde controleren
Draai tijdens Program Play aan MULTI JOG.
Een muziekstuk toevoegen aan
een programma
1 Druk in de stopstand herhaaldelijk op
PROGRAM tot het gewenste
programmanummer verschijnt.
2 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te
kiezen.
3 Draai aan MULTI JOG om het gewenste
muziekstuk te kiezen en druk vervolgens
op ENTER/YES.
Het gekozen muziekstuk wordt
toegevoegd aan het eind van het
programma.
Tips
• Om de hele CD als één programmastap te
programmeren, drukt u op ENTER/YES terwijl
“AL” verschijnt nadat u in stap 4 de gewenste CD
hebt gekozen.
• Om het programma op te nemen, zie “Favoriete
CD-muziekstukken op een MD opnemen” op
pagina 37.
• Het samengestelde programma blijft ook bestaan
wanneer geprogrammeerde weergave is
beëindigd. Om hetzelfde programma opnieuw af
te spelen, drukt u op (P. Wanneer u echter een
opname maakt met de Hit Parade functie (pagina
39), wordt PROGRAM 3 gewist.
• Als u op de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt om de
disc-lade te openen, worden de muziekstukken
van de CD in de lade uit het programma gewist.
• Wanneer de totale programmaduur meer dan 100
minuten bedraagt, verschijnt “--.--” in plaats van
de totale speelduur.
Gebruik van het
uitleesvenster
U kunt de resterende tijd van het huidige
muziekstuk of die van de hele CD
controleren.
DISPLAY
TAPE
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tijdens
het afspelen.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Verstreken speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige
CD1)
µ
Muziekstuktitel2) (alleen voor CD’s met
CD-TEXT)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
1)
De resterende speelduur van de CD verschijnt niet
tijdens geprogrammeerde of willekeurige
weergave.
2)
“No Name“ verschijnt tijdens de weergave van
een CD zonder CD-TEXT informatie.
vervolg
23
Gebruik van het uitleesvenster
(vervolg)
De totale speelduur en het aantal
muziekstukken op de CD
controleren
Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de
stopstand bij normale of willekeurige
weergave.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt.
n Totale speelduur en aantal muziekstukken
µ
Disc-titel3)
µ
Een bepaald
gedeelte van een
muziekstuk op CD
herhalen
— Loop
Met de loop-functie kunt u een deel van een
CD-muziekstuk gedurende weergave
herhalen. Hierdoor kunt u originele opnames
maken. De instelling verloopt in 20 stappen.
Origineel
Hey, Come on everybody! …
Loop
Klok
µ
Hey, C, C, C Come on everybody! …
Preset Equalizer menu
3)
2
“No Name” verschijnt wanneer geen titel aan de
CD is toegekend. Wanneer u op de DISPLAY toets
drukt bij het kiezen van een CD met CD-TEXT
informatie zoals de naam van de artiest, rolt de
naam in het uitleesvenster achter de disc-titel,
waarna de totale speelduur en het aantal
muziekstukken opnieuw verschijnen.
TAPE
Tip
“--.--” verschijnt wanneer u de resterende speelduur
controleert van een muziekstuk met nummer hoger
dan 20.
3 3,5 4
1
Breng een CD in.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk op CD LOOP en draai
tegelijkertijd aan MULTI JOG om de
herhaaltijd te kiezen
(“LOOP 1 – 20”).
De herhaaltijd wordt langer naarmate
het nummer hoger is.
4
24
Druk op de MD/CD 1 – 3 toets van
de gewenste CD om de weergave te
starten.
5
Hou CD LOOP ingedrukt op het
punt waarin u de Loop-functie wilt
starten en laat de toets los om terug
te keren naar normale weergave.
Het muziekstuk pauzeert tijdens de
loop-functie en de weergave wordt
hervat vanaf hetzelfde punt waarin u de
toets hebt losgelaten.
Herhaaltijd
Nn
Druk op CD LOOP.
n
n
Hey, C… C… C… Come on everybody! …
Laat CD LOOP los.
De herhaallengte regelen met
geluid
Draai in stap 5 aan MULTI JOG terwijl u CD
LOOP ingedrukt houdt.
De herhaallengte verandert.
Een CD benoemen
U kunt maximum 100 CD’s benoemen met 20
symbolen en tekens per CD. de titels worden
opgeslagen in het systeemgeheugen en elke
titel (disc-naam) verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u een benoemde CD
laadt.
Als u een CD benoemt en een a CD-MD
synchro-opname maakt op een blanco MD,
wordt de titel automatisch opgenomen op de
MD (Disc Memo Copy functie).
Opmerkingen
• Als u een CD met CD-TEXT informatie benoemt
(zie pagina 27), verschijnt de gegeven disc-titel in
plaats van de disc-titel van de CD-TEXT
informatie.
• Als u CD’s voor de eerste maal benoemt, moet
u eerst de procedure “Alle in het geheugen
opgeslagen disctitels wissen” volgens zoals
beschreven op pagina 27.
7,12
23 8
5
p
TAPE
6,9 10 4
CURSOR N
1
Breng een CD in.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
Opmerking
U kunt CD’s alleen benoemen in de stopstand.
3
Druk op CONTINUE.
vervolg
25
Een CD benoemen (vervolg)
4
Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
tot het disc-ladenummer van de
gewenste CD verschijnt.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur
verschijnen in het uitleesvenster, en ga
door met de volgende stap.
5
Druk op EDIT/NO.
6
Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name in?” verschijnt.
9
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Om een spatie in te lassen, gaat u naar
de volgende stap zonder aan MULTI
JOG te draaien. Een spatie kan niet aan
het begin worden ingelast.
10 Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 9 hebt gekozen,
stopt met knippert en de cursor schuift
naar rechts.
Cursor
CD1 A
DISC
ALL DISCS
1
2
3
CD Name in?
ALL DISCS
1
2
3
11 Herhaal stap 8 tot 10 om de hele titel
te voltooien.
7
Druk op ENTER/YES.
De cursor begint te knipperen.
Cursor
CD1
DISC
ALL DISCS
1
8
2
3
12 Druk op ENTER/YES om het
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
benoemen te vervolledigen.
De disc-titel wordt opgeslagen in het
systeemgeheugen.
A (hoofdletter) n a (kleine letter) n 0
(cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie)
n A…
Het benoemen annuleren
* U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
De in het geheugen
opgeslagen titels
controleren
!"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_`
26
Als u een fout heeft gemaakt, druk op
CURSOR N of n tot het teken dat u
wilt veranderen knippert, herhaal
vervolgens stap 8 tot 10.
Om het teken te wissen, drukt u op
EDIT/NO terwijl het teken knippert. Bij
elke druk op de toets wordt het
knipperende teken gewist. U kunt geen
teken invoegen tussen twee eerder
ingevoegde tekens.
Druk op p in een willekeurig punt van stap 6
tot 11.
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen“
aan MULTI JOG tot “CD Name Check?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de
opgeslagen titels (001 – 100) die u wilt
controleren te kiezen.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
Een disc-titel van een CD
wissen
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen”
aan MULTI JOG tot “CD Name Erase?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de
opgeslagen disc-titels (001 – 100) die u wilt
wissen te kiezen.
3 Druk op ENTER/YES om de disc-titel te
wissen.
“CD Complete” verschijnt en de disc-titel
wordt gewist.
De CD-TEXT
informatie
controleren
Een CD met CD-TEXT informatie (disc-titel,
naam van de artiest, muziekstuk-titel, enz.
gememoriseerd op de CD) kan worden
afgespeeld terwijl de naam van de artiest of
de titel van het huidige muziekstuk in het
uitleesvenster is weergegeven.
4 6 2
Het wissen van een disc-titel
annuleren
Druk op p in een willekeurig punt van stap 1
tot 2.
TAPE
Alle in het geheugen
opgeslagen disctitels
wissen
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen”
aan MULTI JOG tot “CD All Erase?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
“CD All Erase??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES om alle disc-titels te
wissen.
“CD Complete” verschijnt en alle disc-titels
worden gewist.
Het wissen van alle disc-titels
annuleren
Druk op p in stap 1.
5
3
De disc-titels controleren
1
Breng een CD in.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
om de CD te kiezen die u wilt
controleren.
4
Druk op EDIT/NO.
5
Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name Check?” verschijnt.
Opmerking
Als u een opname hebt gemaakt met de Hit Paradefunctie (zie pagina 39), wordt de MD niet met de
disc-titel benoemd.
p
CD Name Check?
ALL DISCS
1
6
2
CD -TEXT
3
Druk op ENTER/YES.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
vervolg
27
De CD-TEXT informatie controleren
(vervolg)
De muziekstuktitels
controleren
Draai in de weergave- of stopstand aan
MULTI JOG om het muziekstuk te
kiezen dat u wilt controleren.
De muziekstuktitel rolt in het uitleesvenster.
Symphony
ALL DISCS
1
2
CD -TEXT
3
Controleren annuleren
Druk op p.
De CD-TEXT informatie
controleren tijdens het afspelen
1 Druk op EDIT/NO.
2 Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name Check?” verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
In het uitleesvenster verschijnt de titel tot
20 tekens lang.
Opmerkingen
• Bij sommige CD’s wordt de CD-TEXT informatie
niet opgenomen op MD’s.
• Als de disc-titel van de CD-TEXT informatie
langer is dan 20 tekens, verschijnen de tekens
achter het 20e teken niet.
28
Het MD deck – Weergave
Muziekstukken op
een MD
herhaaldelijk
weergeven
Weergeven van MD
muziekstukken in
willekeurige
volgorde
— Repeat Play
–– Shuffle Play
Met deze functie kunt u een MD herhalen bij
normale, willekeurige en geprogrammeerde
weergave.
U kunt alle muziekstukken op een MD of alle
MD’s in willekeurige volgorde weergeven.
CONTINUE
2
REPEAT
3
TAPE
TAPE
MULTI JOG
Alle muziekstukken of
een programma herhalen
Druk tijdens de weergave op REPEAT
tot “REPEAT” verschijnt.
Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle
muziekstukken herhalen.
4p
MULTI JOG
1
Breng een MD in.
2
Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3
Druk op SHUFFLE in de stopstand.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
“ALL DISCS” ˜ “1 DISC”
(Alle MD’s
worden in
willekeurige
volgorde
afgespeeld.)
Slechts één muziekstuk
herhalen
1
Druk tijdens het afspelen van het
gewenste muziekstuk herhaaldelijk op
REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt.
U kunt het te herhalen muziekstuk
veranderen door tijdens de weergave aan
MULTI JOG te draaien.
U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen
tijdens Shuffle of Program Play.
Repeat Play annuleren
Druk herhaaldelijk op REPEAT tot
“REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt.
2
3
(De muziekstukken op de
MD waarvan de MD 1 –
MD 3 indicator groen
oplicht, worden afgespeeld
in willekeurige volgorde.)
MD1-17
64.17
ALL DISCS
SHUFFLE
LEVEL- SYNC
4
Wanneer u “ALL DISCS” kiest,
druk op (P. Wanneer u “1 DISC”
kiest, druk op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het gleufnummer
van de gewenste MD.
“J” verschijnt en alle muziekstukken
worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
vervolg
29
Weergeven van MD muziekstukken
in willekeurige volgorde (vervolg)
Shuffle Play annuleren
Druk op p om de weergave te stoppen en
druk vervolgens op CONTINUE.
Tip
Draai MULTI JOG rechtsom om muziekstukken
over te slaan.
MD muziekstukken
programmeren
–– Program Play
U kunt 25 muziekstukken van alle MD’s in
een bepaalde afspeelvolgorde programmeren.
Opmerkingen
3
CONTINUE
• Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie
niet beschikbaar.
• “MD Push STOP !” verschijnt als u tijdens het
afspelen van een MD op de CONTINUE,
SHUFFLE of PROGRAM toets drukt om de
weergavestand te wijzigen. Druk op p om de
weergave te stoppen als u de weergavestand wilt
wijzigen.
TAPE
6 5 2 48
p
1
Breng een MD in.
2
Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
Opmerkingen
• Muziekstukken kunnen enkel in de
stopstand worden geprogrammeerd.
• Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur in het
uitleesvenster zijn aangegeven en ga naar de
volgende stap.
3
Druk op PROGRAM in de
stopstand.
4
Druk op DISC SKIP om de gewenste
MD te kiezen.
Gleufnummer van de
gekozen MD
1
2
3
MD1-AL
64.17
TRACK
PROGRAM
LEVEL- SYNC
5
30
Draai aan MULTI JOG om het
gewenste muziekstuk te kiezen.
6
Tips
Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het
totale aantal geprogrammeerde
muziekstukken verschijnt samen met de
totale speelduur van het programma.
Laatst
geprogrammeerd
muziekstuk
1
2
3
Totale speelduur
MD1-3
7.09
• Om de hele MD te programmeren drukt u op
ENTER/YES terwijl p“AL” verschijnt nadat u de
gewenste MD hebt gekozen in stap 4.
• Het samengestelde programma blijft behouden na
afloop van Program Play. Om het programma
opnieuw te laten afspelen, drukt u op (P.
• Als u een MD uitwerpt uit de MD 1 – 3 gleuf,
worden de muziekstukken van de uitgeworpen
MD uit het programma gewist.
• Wanneer de totale duur van het programma
langer is dan 100 minuten, verschijnt “--.--” in
plaats van de totale speelduur.
PROGRAM
LEVEL- SYNC
7
Herhaal stap 4 tot 6 om andere
muziekstukken te programmeren.
8
Druk op (P.
Alle muziekstukken worden afgespeeld
in de gekozen volgorde.
Program Play annuleren
Druk op p om de weergave te stoppen en
druk vervolgens op CONTINUE.
Programmeren van muziekstukken
annuleren
Druk op p in om het even welk punt van
stap 4 tot 6.
Het hele programma wissen
Druk eenmaal op p in de programmeerstopstand
Een muziekstuk toevoegen aan
het eind van het programma.
1 Draai in de stopstand aan MULTI JOG tot
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
Het gekozen muziekstuk wordt
toegevoegd aan het eind van het
programma.
31
Gebruik van het
MD-uitleesvenster
De resterende duur van
een disc controleren
Druk op DISPLAY in de stopstand.
U kunt de resterende speelduur van een
muziekstuk of van een MD controleren.
DISPLAY
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Totale speelduur en muziekstuknummer
op de MD
µ
Resterende opnametijd op de MD (enkel
voor een opneembare MD)
TAPE
µ
Disc-titel2)
µ
De resterende duur van
een muziekstuk
controleren
Klok
µ
Preset Equalizer menu
2)
Druk tijdens de weergave op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Speelduur en nummer van het huidige
muziekstuk.
µ
Resterende duur en nummer van het
huidige muziekstuk.
µ
Titel van het huidige muziekstuk1)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
1)
32
“No Name” verschijnt als er geen titel werd
opgeslagen. Voor het benoemen van
muziekstukken, zie pagina 46.
“No Name” verschijnt als er geen titel werd
opgeslagen. Voor het benoemen van
muziekstukken, zie pagina 46.
Het MD deck – Opnemen
Voor u begint op te
nemen
Een MD (Mini Disc) biedt u de mogelijkheid
om muziek digitaal op te nemen en af te
spelen met de hoge geluidskwaliteit van
CD’s. Bovendien kunnen de muziekstukken
op een MD worden gemarkeerd. Zo kunt u
snel een bepaald punt zoeken of opnames
bewerken. De opnamemethode verschilt
echter afhankelijk van de bron waarvan u
opneemt. Ook de manier waarop
muziekstukken worden opgenomen, verschilt
afhankelijk van de bron.
Opnamebron:
• CD-speler van het systeem
– Het digitale signaal van de CD wordt als
dusdanig opgenomen (digitale opname1)).
– Muziekstuknummers worden automatisch
gemarkeerd zoals op de originele CD.
• Andere digitale componenten
(bijvoorbeeld een DAT deck)
– Het digitale signaal wordt omgezet naar
een analoog signaal en vervolgens
opnieuw omgezet naar een digitaal signaal
en opgenomen2) (analoge opname).
– Een muziekstuknummer wordt
gemarkeerd aan het begin van de opname,
maar wanneer u de Level Synchro functie
aanzet (zie pagina 43), worden de
muziekstuknummers automatisch
gemarkeerd volgens het niveau van het
ingangssignaal.
• De tuner van het systeem en andere
analoge componenten
(bijvoorbeeld een cassettedeck)
– Het analoge signaal wordt omgezet naar
een digitaal signaal en opgenomen
(analoge opname).
– Een muziekstuknummer wordt
gemarkeerd aan het begin van de opname,
maar wanneer u de Level Synchro functie
aanzet (zie pagina 43), worden de
muziekstuknummers automatisch
gemarkeerd volgens het niveau van het
ingangssignaal.
1)
2)
Voor details omtrent de beperkingen van digitale
opname, zie pagina 64.
Dit signaal wordt geconverteerd omdat dit
systeem niet over een digitale ingang beschikt.
Opmerking over de MDmuziekstuknummers
Op een MD is de informatie over het
muziekstuknummer (muziekstukvolgorde),
muziekstukstart- en eindpunt etc., opgeslagen in de
TOC 3) zone onafhankelijk van de geluidsinformatie.
U kan opgenomen muziekstukken snel bewerken
door de TOC-informatie te wijzigen.
3)
TOC: Inhoud
Na de opname
Druk op MD 6 en trek aan de MD of
druk op POWER om het systeem af te
zetten.
“TOC Write” begint te knipperen. Het MD
deck werkt de TOC informatie van de MD bij
en de opname wordt beëindigd.
Opmerking
De opname op een MD is voltooid wanneer de TOC
is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de TOC
is bijgewerkt, wordt de opname niet gememoriseerd
op de MD.
Het bijwerken van de TOC begint wanneer u één
van de volgende handelingen verricht. Doe eerst het
volgende alvorens de stekker uit het stopcontact te
trekken.
— Werp de MD uit.
— Druk op POWER om het systeem af te zetten.
Een opgenomen MD beveiligen
• Om een opgenomen MD te beveiligen, verschuift
u het nokje om de gleuf te openen.
Er kan dan niet worden opgenomen op de MD.
Om op te nemen op de MD, schuift u het nokje
weer in de andere richting.
Nokje
Verschuif het
nokje.
• Als de MD tegen opname beschermd is, verschijnt
“MD Protected” in het uitleesvenster en kan er
niet op de MD opgenomen worden. Schuif het
nokje om de gleuf te sluiten.
33
Opnamemethoden
• Elk programma (programma 1 – 3)
opnemen op elke MD afzonderlijk
(3PGM tot 3MD, pagina 38)
PROGRAM 1
Dit systeem biedt negen verschillende
opnamemogelijkheden. Kies de meest
geschikte opnamemethode.
PROGRAM 2
Een hele CD opnemen
PROGRAM 3
U kunt een CD opnemen op een MD in
dezelfde volgorde als de originele CD.
• Een CD opnemen op een MD (CD-MD
synchro-opname, pagina 13)
MD1
MD1
MD2
MD3
• Alleen het eerste muziekstuk opnemen op
elke CD (Hit Parade, pagina 39)
Muziekstuk 1
MD1
Muziekstuk 1
Muziekstuk 1
• Drie CD’s in elk disc-nummer (CD 1 – 3)
opnemen op elke MD afzonderlijk (3CD tot
3MD synchro-opname, pagina 35)
MD1
MD2
• Het huidige CD-muziekstuk meteen
opnemen (Rec It, pagina 40)
Huidig
muziekstuk
MD
• Manueel opnemen (pagina 41)
MD3
Uw favoriete muziekstukken
opnemen
• Drie CD’s na elkaar opnemen op MD’s
(aansluitende opname, pagina 36)
MD1
MD1
MD2
Uw favoriete muziekstukken
opnemen
U kunt het samengestelde CD-programma
opnemen op MD’s. U kunt de gewenste
muziekstukken kiezen uit maximum drie
CD’s.
• Eén programma opnemen op een MD
(pagina 37)
PROGRAM
34
MD1
• Opnamen beginnen met 6 seconden
vooropgeslagen audiogegevens (Time
Machine opname, pagina 42)
Wanneer u opneemt van een FM of
satellietzender, kunt u dergelijk verlies
voorkomen.
• 3 seconden tijd tussen opnamen laten
(Smart Space/Auto Cut, pagina 44)
Tijdens een digitale opname kunt u
automatisch een ruimte van 3 seconden
laten tussen muziekstukken.
• Muziekstuknummers automatisch
markeren tijdens het opnemen (Level
Synchro opname, pagina 43)
U kunt muziekstuknummers automatisch
markeren aan de hand van de blanco
ruimte tussen muziekstukken.
• Muziekstuknummers markeren op een
bepaald punt tijdens het opnemen
(pagina 43)
Tijdens analoge of digitale opname kunnen
muziekstuknummers te allen tijde worden
gemarkeerd.
Na het opnemen kunt u de opgenomen
muziekstukken bewerken, b.v. de volgorde
wijzigen, ongewenste muziekstukken wissen.
Verscheidene CD’s
opnemen op
verscheidene MD’s
6
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
— 3CD tot 3MD synchro-opname
Elke CD wordt opgenomen op de MD met
het corresponderende gleufnummer. Zo
wordt bijvoorbeeld CD 1 opgenomen op MD
1, CD 2 op MD 2 en CD 3 op MD 3. Zorg
ervoor dat de betreffende gleuven MD’s
bevatten.
EDIT/NO
Druk op ENTER/YES.
1
1
7
63
2
2
3
3
CD1-1
SYNC
LEVEL SYNC
0.00
ALL DISC
Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De opname begint van CD 1 en gaat
door tot CD 3. Wanneer van CD wordt
gewisseld, wordt ook de betreffende MD
geladen. De CD-speler en het MD deck
stoppen automatisch wanneer alle CD’s
in de disc-lade zijn opgenomen.
TAPE
Opname annuleren
5 47
p
Druk op EDIT/NO in om het even welk punt
van stap 3 tot 5.
Stoppen met opnemen
1
Breng CD’s in.
2
Plaats opneembare MD’s in de
gleuven die overeenkomen met het
disc-ladenummer van ingebrachte
CD’s.
3
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
4
Druk op REC/CD-MD SYNC.
5
Draai aan MULTI JOG tot
“3CD n 3MD ?” verschijnt.
1
2
3
1
2
3
Druk op p.
3CD->3MD ?
SYNC
LEVEL- SYNC
ALL DISCS
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tips
• De MD wordt benoemd met de disc-titel van de
CD (zie pagina 46) wanneer u een splinternieuwe
opneembare MD gebruikt of een MD waarvan alle
muziekstukken gewist zijn (zie pagina 48) (Disc
Memo Copy functie). Merk op dat de CD-TEXT
informatie bij sommige CD’s niet wordt benoemd.
• De opname van de huidige CD wordt
overgeslagen en de opname van de volgende CD
begint in de volgende gevallen:
– Er is geen MD met hetzelfde nummer als de CD.
– De MD is beveiligd tegen wissen.
• Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stopt
zowel het CD-als het MD-deck en begint de
opname van de volgende CD.
35
Drie CD’s na elkaar
opnemen op MD’s
6
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
— Aansluitende opname
Met deze functie kunnen drie CD’s of MD’s
na elkaar worden opgenomen.
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
MD1
MD1
Druk op ENTER/YES.
MD2
1
1
EDIT/NO
6 37
p
TAPE
5 4
36
1
Breng CD’s in.
2
Breng een opneembare MD in.
7
CD1-1
2
2
3
SYNC
LEVEL SYNC
0.00
ALL DISC
Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. Als de MD in MD 1 gleuf
vol is, wordt de rest van de CD
opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. De CD-speler en het MD deck
stoppen automatisch wanneer alle CD’s
in de disc-lade zijn opgenomen.
Opname annuleren
Druk op EDIT/NO in om het even welk punt
van stap 3 to 5.
De opname begint van de MD in de MDgleuf 1. Verwijder eventueel de MD
waarop u niet wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
3
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
4
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Terwijl “TOC Write” knippert
5
Draai aan MULTI JOG tot
“SEAMLESS ?” verschijnt.
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
1
2
3
1
2
3
SEAMLESS ?
SYNC
LEVEL- SYNC
ALL DISCS
Druk op p.
Na het opnemen
Opmerkingen
• De Disc Memo Copy functie is niet beschikbaar
tijdens aansluitende opname.
• Als de MD in MD 1 gleuf vol is, wordt de rest van
de CD opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. Plaats een andere opneembare MD in de
volgende gleuf en verwijder eerst de MD waarop
u niet wilt opnemen.
Favoriete CDmuziekstukken op
een MD opnemen
6
Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd.
Het totale aantal geprogrammeerde
stappen en de totale speelduur van het
programma verschijnen.
— 3PGM tot 3MD
CD1-4
1
U kan uw favoriete CD muziekstukken met
de Programme Play functie selecteren, en het
programma daarna op een MD opnemen met
behulp van de CD-MD Synchro Recording
functie.
• Een programma opnemen op een MD
• Verscheidene programma’s opnemen op
verscheidene MD’s (3PGM tot 3MD)
6
4
2
3
7
Herhaal stap 4 tot 6 om bijkomende
muziekstukken te programmeren.
8
Herhaal stap 3 tot 7 om een ander
programma te laten volgen.
23
TAPE
5
1
3.25
PROGRAM1
Stap 2: Programma’s
opnemen op MD’s
Ga door met de onderstaande procedure
(“Een programma opnemen” of
“Verscheidene programma’s opnemen”)
naargelang van het aantal op te nemen
programma’s.
12
Stap 1: De gewenste
muziekstukken
programmeren
9
13
TAPE
1
Breng de CD’s in.
2
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3
Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
4
Druk op DISC SKIP om de gewenste
CD te kiezen.
5
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste muziekstuk verschijnt.
EDIT/NO
11
p
– Een programma
opnemen
9
Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
vervolg
37
Favoriete CD-muziekstukken op
een MD opnemen (vervolg)
10 Breng een opneembare MD in de
– Verscheidene
programma’s opnemen
MD 1 gleuf.
10 Steek opneembare MD’s in de
U kunt alleen opnemen op de MD die is
ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD
1 indicator groen oplicht, verwijdert u de
reeds ingebrachte MD.
11 Druk op REC/CD-MD SYNC en
11 Druk op REC/CD-MD SYNC en
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “NORMAL ?” verschijnt.
NORMAL ?
1
1
2
3
SYNC
LEVEL- SYNC
gleuven die overeenkomen met de
gewenste programmanummers.
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “3PGM n 3MD ?” verschijnt.
1
2
3
1
2
3
3PGM->3MD ?
SYNC
LEVEL- SYNC
PROGRAM1
PROGRAM
12 Druk op ENTER/YES.
12 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
CD1-3
1
1
2
3
SYNC
LEVEL SYNC
0.00
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
1
1
2
2
3
3
CD1-3
SYNC
LEVEL SYNC
0.00
PROGRAM1
PROGRAM1
13 Controleer of “SYNC” stopt met
13 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. De CD-speler en het MDdeck stoppen automatisch wanneer de
opname is voltooid.
knipperen en druk dan op (P.
De opname begint van PROGRAM 1 tot
PROGRAM 3. Wanneer het programma
wisselt, wordt de betreffende MD
tegelijkertijd geladen. De CD-speler en
het MD-deck stoppen automatisch
wanneer de opname is voltooid.
De opname annuleren
Druk op p tijdens het programmeren van
muziekstukken of EDIT/NO nadat u op
REC/CD-MD SYNC hebt gedrukt.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
38
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerkingen
• Wanneer u slechts één programma opneemt door
“NORMAL” te kiezen, kunt u alleen opnemen op
de MD in de MD 1 gleuf.
• Als u verscheidene programma’s opneemt, wordt
elk programma alleen opgenomen op de MD in
hetzelfde gleufnummer als het gewenste
programmanummer.
• Bij het opnemen van verscheidene programma’s
door “3PGM n 3MD” te kiezen, wordt het
huidige programma niet verder opgenomen en
begint de opname van het volgende programma
in de volgende gevallen:
— er zit geen MD in hetzelfde gleufnummer als
het programmanummer dat u wilt opnemen;
— de MD is beveiligd tegen wissen.
• Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
zowel de CD-speler als het MD deck.
Bij opname van verscheidene programma’s, start
de opname van het volgende programma.
Alleen het eerste
muziekstuk op elke
CD opnemen
— Hit Parade
Deze functie is handig om alleen het eerste
muziekstuk van elke CD na elkaar op te
nemen.
5 36
EDIT/NO
TAPE
4
4
p
Opnemen van drie CD’s
1
Breng CD’s in.
2
Breng een opneembare MD in de
MD 1 gleuf.
U kunt alleen opnemen op de MD die is
ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD
1 indicator groen oplicht, drukt u op
MD 6 en verwijdert u de reeds
ingebrachte MD.
3
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
4
Druk op REC/CD-MD SYNC en
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “HIT PARADE ?” verschijnt.
HIT PARADE ?
1
1
2
3
SYNC
LEVEL- SYNC
ALL DISCS
vervolg
39
Alleen het eerste muziekstuk op
elke CD opnemen (vervolg)
5
Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
CD1-1
1
1
6
2
3
SYNC
LEVEL SYNC
— Rec It
U kunt het CD muziekstuk dat u wilt
opnemen kiezen terwijl u het beluistert en
vervolgens meteen beginnen opnemen.
3
0.00
PROGRAM
TAPE
3
Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. De CD-speler en het MDdeck stoppen automatisch wanneer de
opname is voltooid.
Opnemen van vier of
meer CD’s
4
1
2
p
Breng een CD in.
Breng een opneembare MD in (zie
pagina 18).
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
3
Herhaal stap 1 en 4 tot 6.
Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD en druk
vervolgens op MD/CD 1 – 3.
Opname annuleren
De CD begint te spelen.
Druk op EDIT/NO in step 4.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerking
U kunt alleen opnemen op de MD in de MD 1 gleuf.
40
Het huidige CD
muziekstuk
opnemen
4
Druk op REC IT wanneer u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
De CD keert terug naar het begin van het
muziekstuk en de opname start. Het MD
deck stopt automatisch wanneer het
huidige muziekstuk ten einde is.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Handmatig
opnemen op een
MD
Deze functie is handig voor het opnemen van
radioprogramma’s of het opnemen van
aangesloten optionele componenten. Het
systeem zoekt automatisch het einde van een
opname op MD en begint van daar op te
nemen. Zie pagina 18 voor meer details over
opname van radioprogramma’s.
4 2
1
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tip
Telkens wanneer u tijdens het opnemen op de
DISPLAY toets drukt, verschijnen de opnameduur
en de resterende opnameduur afwisselend op het
scherm.
TAPE
3
De opname stoppen
p
Breng een opneembare MD in (zie
pagina 18).
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
2
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de opnamebron te kiezen (b.v.
TAPE).
• TUNER: opnemen van de radio
• VIDEO/GAME: opnemen van de
component die is aangesloten op
VIDEO/GAME IN
• TAPE: opnemen van een optioneel
cassettedeck
• CD: opnemen van een CD
3
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
4
Druk op (P.
De opname start.
5
Start de weergave met de
opnamebron.
41
1
Opnamen
beginnen met 6
seconden
vooropgeslagen
audio gegevens
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
2
Wanneer u opneemt van een FM of
satellietzender, gaan de eerste paar seconden
vaak verloren vanwege de tijd die nodig is
om zeker te zijn dat de inhoud correct is en
de opname-toets in te drukken. Om dergelijk
verlies te voorkomen, slaat de Time Machine
Opname functie permanent 6 seconden van
de meest recente audio gegevens op in een
buffergeheugen. Wanneer u de geluidsbron
begint op te nemen, begint de eigenlijke
opname met de 6 seconden audio gegevens
die vooraf in het buffergeheugen opgeslagen
zitten, zoals blijkt uit onderstaande illustratie:
Einde van de
opnamebron
Tijd
Audiogegevens in
buffergeheugen van 6 seconden
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de opnamebron te kiezen (b.v.
TUNER).
• TUNER: opnemen van de radio
• VIDEO/GAME: opnemen van de
component die is aangesloten op
VIDEO/GAME IN
• TAPE: opnemen van een optioneel
cassettedeck
— Time Machine opname
Als u in stap 5 op
de ENTER/YES
toets drukt
Breng een opneembare MD in.
3
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
4
Start de weergave met de
opnamebron.
5
Druk op ENTER/YES op het punt
waar u de opname wilt laten
beginnen.
De geluidsopname begint met de 6
seconden audiogegevens die in het
buffergeheugen opgeslagen zitten.
Time Machine opname annuleren
Opgenomen
gedeelte
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Begin van de
opnamebron
Terwijl “TOC Write” knippert
2
5
TAPE
p
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerking
3
42
Het MD deck begint met het opslaan van audio
gegevens wanneer het deck in de
opnamewachtstand staat en u begint met het
weergeven van de bron. Wanneer de bron minder
dan 6 seconden heeft gespeeld en er audiogegevens
in het buffergeheugen zijn opgeslagen, begint de
Time Machine opname met minder dan 6 seconden
audiogegevens.
Muziekstuknummers
markeren
U kunt muziekstuknummers markeren als
volgt:
• Automatisch tijdens het opnemen
Bij opname vanaf de CD van dit toestel (digitale
opname) worden de muziekstuknummers
automatisch gemarkeerd. Bij opname vanaf
andere bronnen kunt u muziekstuknummers
automatisch markeren met behulp van de Level
Synchro opnamefunctie.
• Op een willkeurig punt tijdens de opname
U kunt muziekstuknummers markeren tijdens de
opname van een willekeurige bron.
Automatisch
muziekstuknummers
markeren tijdens de
opname
— Level Synchro opname
Muziekstuknummers worden automatisch
gemarkeerd wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden onder een bepaald
niveau blijft en dan het vorige niveau
overschrijdt.
Deze functie is af fabriek ingesteld op ON. Als
“LEVEL-SYNC” niet tijdens analoge opname
in het uitleesvenster verschijnt, volgt u de
onderstaande procedure om ze aan te zetten.
4,5 61
4
Druk op ENTER/YES.
“LEVELSync ON?” verschijnt.
5
Druk nogmaals op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” licht op.
6
Druk op (P.
De opname start.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Markeren van muziekstukken
annuleren
1 Druk in de opname-wachtstand op
EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI
JOG tot “LevelSync?” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“LevelSyncOFF?” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” dooft.
Als “LEVEL-SYNC” niet oplicht, wordt een
muziekstuknummer alleen aan het begin van
elke opname gemarkeerd.
Opmerking
U kunt muziekstuknummers niet automatisch
markeren wanneer de opname-geluidsbron ruis
bevat (bv. cassettes of radioprogramma’s).
Muziekstuknummers
markeren op een
specifiek punt tijdens de
opname
U kunt op elk ogenblik muziekstuknummers
markeren, onafhankelijk van het type
geluidsbron of aansluiting.
TAPE
TAPE
3
2
p
1
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om “TUNER”, “TAPE” of
“VIDEO/GAME” te kiezen.
2
Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
3
Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“LEVELSync?” verschijnt.
REC/CD-MD SYNC
Druk tijdens het opnemen op REC/CDMD SYNC in het punt waarin u een
muziekstukmarkering wilt toevoegen.
De volgende muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
43
Een 3 seconden
blanco ruimte
maken tussen
muziekstukken
2
Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“S. Space ?” verschijnt.
3
Druk op ENTER/YES
— Smart Space/Auto Cut
4
Druk nogmaals op ENTER/YES.
De functies Smart Space en Auto Cut laten u
toe om automatisch een stilte van 3 seconden
in te lassen tussen muziekstukken tijdens het
maken van een digitale opname.
5
Druk op (P.
Smart Space
Indien er een langere stilte is van 3 tot 30
seconden bij het maken van een digitale
opname, vervangt het MD deck de stilte door
een blanco ruimte van ongeveer 3 seconden
en gaat dan verder met opnemen.
Auto Cut
Indien er tijdens digitale opname een stilte
van meer dan 30 seconden is, vervangt het
MD deck de stilte van meer dan 30 seconden
door een blanco ruimte van 3 seconden en
schakelt over naar de pauzestand.
Tips
• De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek ingesteld op ON.
• Indien u de stroom afzet of de stekker uit het
stopcontact trekt, zal het MD deck de laatste
instelling (aan of uit) van de functies Smart Space
en Auto Cut oproepen wanneer u het toestel de
volgende keer inschakelt.
3,4 5
TAPE
2
1
44
1
p
Druk op REC/CD-MD SYNC om
over te schakelen naar de opnamewachtstand.
“S. Space ON ?” verschijnt.
De opname start.
Als “Smart Space” verschijnt tijdens de
opname, is de Smart Space functie
geactiveerd. Als “Auto Cut” verschijnt is
de Auto Cut functie geactiveerd.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Smart Space en Auto Cut
uitschakelen
1 Druk in de opname-wachtstand
herhaaldelijk op EDIT/NO tot “S. Space ?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“S. Space OFF?” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
Het MD deck – Bewerken
Voor u begint te
bewerken
Voor u begint te
bewerken
Om MD’s te bewerken, eist het MD deck het
volgende:
Bewerkfuncties
• De MD moet beschrijfbaar zijn.
• Het MD deck staat in continu-stand.
Voor u begint te bewerken, moet u de
voorwaarden controleren aan de hand van
onderstaande procedure.
• Name – MD’s benoemen
1
U kunt de opgenomen muziekstukken op de
MD bewerken. Zo kunt u originele MD’s
samenstellen zonder ze te kopiëren.
Gebruik deze functie om de discs en de
muziekstukken te benoemen. U kunt hoofdletters,
kleine letters, cijfers en symbolen gebruiken voor
de titels.
• Erase – Opnames wissen
Gebruik deze functie om ongewenste
muziekstukken of delen te wissen.
• Move – De volgorde van de
muziekstukken veranderen
Controleer of de MD niet is
beveiligd tegen wissen.
Als de MD is beveiligd, kunt u deze niet
monteren. Verschuif het nokje om de
gleuf te sluiten.
2
Druk op CONTINUE.
U kunt enkel MD’s in de continu-stand
bewerken. U kunt geen MD’s in Shuffle
of Program mode bewerken.
Gebruik de Move Functie om de
muziekstuknummering te wijzigen
• Divide – Markeren van
muziekstuknummers van opgenomen
radioprogramma’s.
Gebruik deze functie om muziekstuknummers toe
te voegen. Zo kunt u snel de gewenste fragmenten
terugvinden.
• Combine – Opgenomen
muziekstukken samenvoegen
Dank zij deze functie wordt de blanco ruimte
tussen twee muziekstukken gewist en worden die
twee muziekstukken gecombineerd tot één. U kan
muziekstukken combineren die elkaar niet
opvolgen, b.v. muziekstuk 1 en muziekstuk 4, enz.
• Undo – De laatste bewerking
annuleren
Met deze functie kunt u de laatste bewerking
annuleren en de inhoud van de MD herstellen in
de toestand van vóór de bewerking.
Na het bewerken
Druk op MD 6 en trek aan de MD of
druk op POWER om het systeem af te
zetten.
“TOC Write” begint te knipperen. Het MD
deck werkt de TOC informatie van de MD bij
en de opname wordt beëindigd.
Opmerking
De bewerking van een MD is voltooid wanneer de
TOC is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de
TOC is bijgewerkt, wordt de bewerking niet op de
MD opgeslagen. De TOC wordt bijgewerkt wanneer
u één van de volgende handelingen verricht. Zorg
ervoor dat u dit doet voor u de stekker uittrekt.
• Werp de MD uit.
• Druk op POWER om het systeem af te zetten.
45
Een MD benoemen
6
— Name functie
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
U kunt titels (namen) voor uw opgenomen
MD’s en muziekstukken aanmaken. Voor
elke disc kunt u maximum 1.700 tekens
gebruiken.
4 5,10 2
A (hoofdletter) n a (kleine letter)
n 0 (cijfers) n ! (symbolen)*
(spatie) n A…
n
63
*U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
!"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_`
TAPE
7
CURSOR N
1
4,7 8
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3
Druk op p om de weergave te
stoppen.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur
verschijnen in het uitleesvenster en ga
door met de volgende stap.
Om een muziekstuk te benoemen, draait
u aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“MD Name in ?” verschijnt.
1
2
3
MD Name in ?
DISC
ALL DISCS
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Om een blanco spatie in te lassen, gaat u
naar de volgende stap zonder aan
MULTI JOG te draaien. Aan het begin
kan geen blanco spatie worden ingelast.
DISC SKIP
2
4
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
8
Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 7 geselecteerd
heeft stopt met knipperen en de cursor
gaat naar rechts.
1
2
3
MD1
A
DISC
ALL DISCS
LEVEL- SYNC
9
Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te
vervolledigen.
Als u een fout hebt gemaakt, druk dan
op CURSOR N of n tot het gewenste
teken knippert en herhaal vervolgens
stap 6 tot 8. Om een teken te wissen,
drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op
de toets wordt het teken in de huidige
positie gewist. U kunt geen teken tussen
reeds ingevoerde tekens plaatsen.
LEVEL- SYNC
5
10 Druk op ENTER/YES om het
Druk op ENTER/YES.
benoemen te beëindigen.
De cursor begint te knipperen.
De ingevoerde titels verschijnen
achtereenvolgens, en vervolgens gaat het
uitleesvenster weer naar de originele
positie.
1
2
3
MD1
DISC
ALL DISCS
LEVEL- SYNC
46
Het benoemen annuleren.
Druk op p.
Opnames wissen
Titels controleren
— Erase functie
Om de disc-titel te controleren, drukt u
herhaaldelijk op DISC SKIP om de MD te
kiezen die u wilt controleren. Om de
muziekstuk-titel te controleren, draait u in de
stopstand aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuk verschijnt. De titel rolt dan in het
uitleesvenster.
Opmerkingen
• U kunt de titels controleren door op de DISPLAY
toets te drukken. Als de disc-titel echter meer dan
10 tekens telt (of de muziekstuk-titel meer dan 7
tekens telt), verschijnen de tekens na het 10e (of
7e) teken niet.
• U kunt een muziekstuk benoemen tijdens het
afspelen maar het benoemen moet zijn voltooid
voor het muziekstuk ten einde is.
Alle titels wissen
1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen”
aan MULTI JOG tot “Name AllErs?”
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
“Name AllErs??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt en alle disc- en
muziekstuk-titels worden gewist.
Wissen annuleren
Met het MD deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.
De drie opties om opnames te wissen zijn:
• Eén muziekstuk wissen
• Alle muziekstukken wissen
• Een deel van een muziekstuk wissen
Met de Undo-functie kunt u de toestand van
voor het wissen herstellen. Controleer
zorgvuldig het te wissen gedeelte omdat een
bewerking niet meer ongedaan kan worden
gemaakt nadat u een andere bewerking hebt
uitgevoerd.
Eén muziekstuk wissen
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon
het nummer te selecteren. Wanneer u het
muziekstuk wist, vermindert het totaal aantal
muziekstukken op de MD met één nummer en
worden alle volgende muziekstukken na het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
B.v.: Muziekstuk 2 wissen.
1
Druk op EDIT/NO.
Originele
muziekstukken
Een disc-titel van een MD
wissen
Muziekstukken
na het wissen
1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen”
aan MULTI JOG tot “DiscNameErs?”
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
“DiscNameErs??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
De disc-titel wordt gewist.
Muziekstuk 2 wissen.
Muziekstuknummer
2
A
3
B
1
2
A
D
3
C
D
Wanneer u verschillende muziekstukken
wist, moet u van het hoogste tot het laatste
nummer te werk gaan om de hernummering
van de muziekstukken die nog niet werden
gewist te voorkomen.
4 5,6 2
Een muziekstuktitel
wissen
1 Draai aan MULTI JOG tot de gewenste
muziekstuktitel verschijnt.
2 Druk op EDIT/NO, draai aan MULTI JOG
tot “Name Ers?” verschijnt en druk
vervolgens op ENTER/YES.
“Name Ers??” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
De muziekstuktitel die u in stap 1
geselecteerd heeft is gewist.
4
C
p
TAPE
3,4
vervolg
47
Opnames wissen (vervolg)
Alle muziekstukken
wissen
1
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
U kunt de volledige MD in één keer wissen
(alle titels en muziekstukken).
2
Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3
Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer dat u wilt
wissen verschijnt.
3 4,5 2
TAPE
Muziekstuknummers
die u wilt wissen
1
2
3
ALL DISCS
4
Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“Erase ?” verschijnt.
5
Druk op ENTER/YES.
“Erase ??” verschijnt.
Druk op p om het wissen te annuleren.
6
3
MD1-2
LEVEL- SYNC
Druk nogmaals op ENTER/YES om
het muziekstuk te wissen.
“MD Complete” verschijnt enkele
seconden en het gekozen muziekstuk en
de titel worden gewist.
p
1
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2
Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3
Druk in de stopstand op EDIT/NO
en draai aan MULTI JOG tot
“MD All Erase?” verschijnt.
4
Druk op ENTER/YES.
“MD AllErase??” verschijnt.
5
Druk nogmaals op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en alle opgenomen
muziekstukken en hun titels worden
gewist.
De Erase functie annuleren
Druk op p.
Opmerking
“Erase!! ?” verschijnt wanneer het muziekstuk op
een ander deck opgenomen of bewerkt werd en
tegen wissen beschermd is. Om het muziekstuk te
wissen, druk op ENTER/YES terwijl “Erase!! ?”
verschijnt.
48
De Erase functie annuleren
Druk op p.
Een deel van een
muziekstuk wissen
Met de functies Divide (zie pagina 50), Erase
(zie pagina 47) en Combine (zie pagina 51)
kunt u bepaalde delen van een muziekstuk
wissen.
B.v.: Een deel van muziekstuk A wissen
Te wissen gedeelte
Muziekstuknummer
1
Originele
muziekstukken
2
A
3
B
Muziekstuk A splitsen
in drie delen.
Het hernummerde
muziekstuk
1
Na DIVIDE
(pagina 50)
2
A-a
3
A-b
Opgenomen
muziekstukken
verplaatsen
— Move functie
Deze functie dient om de volgorde van de
muziekstukken op de MD te wijzigen. Na het
verplaatsen van een muziekstuk worden de
muziekstuknummers automatisch
hernummerd.
B.v.: Muziekstuk 3 verplaatsen naar 2
Muziekstuknummer
Originele
muziekstukken
4
A-c
Na ERASE
(pagina 47)
2
A-a
2
A
1
Muziekstukken
na␣ het
verplaatsen
B
Muziekstuk A-b wissen.
1
1
3
3
B
2
A
1
2
A(a+c)
3
C
4
B
4 5,7 2
4
D
D
p
B
A-c
TAPE
Muziekstukken A-a en
A-c samenvoegen.
Na
COMBINE
(pagina 51)
4
C
3
B
3,4,6
1
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2
Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3
Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt.
4
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Move ?” verschijnt.
5
Druk op ENTER/YES.
vervolg
49
Opgenomen muziekstukken
verplaatsen (vervolg)
6
Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer naar waar u
het muziekstuk wilt verplaatsen
(nieuw muziekstuknummer)
verschijnt.
Oud muziekstuknummer
Nieuw muziekstuknummer
1
2
3
MD4 -> 1 ok?
TRACK
1 DISC
LEVEL- SYNC
7
Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en het muziekstuk
wordt verplaatst.
De Move functie annuleren
Druk op p.
Opgenomen
muziekstukken
splitsen
— Divide functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toekennen aan meerdere muziekstukken die
als één muziekstuk worden opgenomen.
Hiermee kunt u ook muziekstuknummers
markeren. Het totale aantal muziekstukken
verhoogt met één en alle muziekstukken
worden na de gesplitste muziekstukken
hernummerd.
B.v.: Muziekstuk 2 in twee splitsen
Muziekstuknummer
Originele
muziekstukken
Muziekstukken na
het splitsen
1
2
A
3
B
C
D
Splits muziekstuk 2
in stukken B en C.
1
2
A
3
4
B
C
4 5,6 2 3
D
p
TAPE
4 3
50
1
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2
Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3
Druk tijdens het afspelen van de
MD op (P wanneer u het
splitspunt hebt gevonden.
Het MD deck schakelt over naar de
pauzestand.
4
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Divide ?”
verschijnt.
5
Druk op ENTER/YES.
“MD Rehearsal” en “MD Position ok?”
verschijnen afwisselend en het te splitsen
stuk wordt voortdurend herhaald.
Het splitspunt verplaatsen:
Draai tijdens het beluisteren van het
muziekstuk aan MULTI JOG om het
splitspunt te zoeken.
Het punt beweegt in stappen van 1/86
seconde (1 frame).
6
Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en het nieuwe
samengestelde muziekstuk begint te
spelen.
Opmerkingen
• Indien u een benoemd muziekstuk opsplitst
(pagina 46) in twee muziekstukken, wordt alleen
het eerste muziekstuk met de titel benoemd.
Andante
1
Andante
3
4
Adajo
2
Adajo
4
B.v.:
• Muziekstuk 3 bij het einde van muziekstuk
1 voegen
Muziekstuknummer
Originele
muziekstukken
1
2
A
3
4
B
C
2
5
Allegro
Het tweede muziekstuk
is niet benoemd.
• Wanneer u het splitspunt aan het begin of het
einde van een muziekstuk opgeeft, verschijnt
“Impossible”. Verschuif het splitspunt door aan
MULTI JOG te draaien.
C
D
3
B
D
• Muziekstuk 1 bij het einde van muziekstuk
4 voegen
Muziekstuknummer
Originele
muziekstukken
Allegro
3
U kunt verscheidene muziekstukken of los
opgenomen gedeelten tot één enkel
muziekstuk samenvoegen. Het totaal aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken na het samengevoegde
muziekstuk worden opnieuw genummerd.
MuziekA
stukken
na het
samenvoegen
Druk op p.
2
— Combine functie
1
De Divide functie annuleren
1
Opgenomen
muziekstukken
samenvoegen
1
2
A
1
MuziekB
stukken
na het
samenvoegen
3
4
B
2
C
5
D
4
3
C
D
4 5,7 2
A
p
TAPE
3,4,6
vervolg
51
Opgenomen muziekstukken
samenvoegen (vervolg)
De Combine functie annuleren
1
Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
Opmerkingen
2
Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3
Draai aan MULTI JOG tot het eerste
van twee muziekstukken die u wilt
samenvoegen verschijnt.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 samen te
voegen met het einde van muziekstuk 4,
kiest u 4.
4
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Combine ?”
verschijnt.
5
Druk op ENTER/YES.
Eerste van de twee samen
te voegen muziekstukken
1
2
3
M D 4+ 5 > 4
TRACK
ALL DISCS
LEVEL- SYNC
6
Draai aan MULTI JOG tot het
tweede van de samen te voegen
muziekstukken verschijnt.
1
2
3
M D 4+ 1 > 3
TRACK
ALL DISCS
LEVEL- SYNC
Tweede van de twee Nieuw
samen te voegen
muziekstuknummer
muziekstukken
7
Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en de muziekstukken
worden samengevoegd. De weergave
start.
52
Druk op p.
• Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hebben, wordt de titel van het tweede muziekstuk
gewist.
• Als “Impossible” verschijnt, kunnen de
muziekstukken niet samengevoegd worden. Dit
gebeurt wanneer u hetzelfde muziekstuk te vaak
bewerkt heeft. Dit is te wijten aan een technische
beperking van het MD-systeem en is geen
mechanische fout.
De laatste
bewerking
ongedaan maken
3
Afhankelijk van de laatste bewerking,
verschijnt één van de volgende
berichten.
Bewerking voltooid:
— Undo functie
Een muziekstuk of
MD benoemen
Met deze functie kunt u de laatste bewerking
annuleren en de inhoud van de MD
herstellen in de toestand van vóór de
bewerking.
Alle titels op een MD
wissen
Eén muziekstuk
wissen
Merk evenwel op dat u geen bewerking kunt
annuleren als u na het bewerken het volgende
hebt gedaan:
• Een andere bewerking.
• Op REC/CD-MD SYNC drukken.
• Op REC IT drukken.
• Het systeem afzetten of de MD uitwerpen.
• De stekker uit het stopcontact trekken.
2 3,4
Druk op ENTER/YES.
Alle muziekstukken
op een MD wissen
4
Bericht:
“Name Undo?”
“Erase Undo?”
Een muziekstuk
verplaatsen
“Move Undo?”
Een muziekstuk
splitsen
“Divide Undo?”
Muziekstukken
samenvoegen
“Combine Undo?”
Druk nogmaals op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en de inhoud van de
MD wordt hersteld zoals voor het
bewerken.
TAPE
1
1
Druk op p.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur
verschijnen en ga dan door met de
volgende stap.
2
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Undo ?” verschijnt.
53
Geluidsregeling
Het geluid regelen
U kunt muziek beluisteren met sterkere lage
tonen of een krachtiger geluid.
DBFB GROOVE
Het Preset
Equalizer menu
selecteren
De Preset Equalizer laat u toe de
geluidskarakteristiek te kiezen uit 15
geluidseffecten naargelang de muziek
waarnaar u luistert.
EDIT/NO
1 3
TAPE
Versterken van lage
tonen
2
Druk op DBFB (Dynamic Bass
Feedback).
1
Druk op PRESET EQ.
De indicator op de toets licht op. Bij elke druk
op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
2
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste effect verschijnt.
n DBFB NORMAL
3
Druk op ENTER/YES.
µ
DBFB HIGH
µ
DBFB OFF
Preset Equalizer annuleren
Druk op EDIT/NO in stap 2.
Tips
Voor een krachtiger
geluid
Druk op GROOVE.
De indicatoren op de toetsen GROOVE en
DBFB lichten op.
Het volume verhoogt en de lage tonen
worden versterkt.
Druk nogmaals op de toets om GROOVE te
annuleren.
DBFB wordt ook geannuleerd.
54
Tip
De DBFB functie is af fabriek ingesteld op ON.
• Het Preset Equalizer menu staat af fabriek op
“1 ROCK”.
• Het Preset Equalizer effect wordt niet opgenomen
op een MD of cassette.
Extra functies
Vooringestelde
zenders benoemen
5
Druk op ENTER/YES.
De cursor begint te knipperen.
Cursor
— Station Name
FM 3
U kunt een vooringestelde zender een naam
van maximum 8 tekens geven (Zendernaam).
De zendernaam verschijnt dan wanneer u
afstemt op deze zender.
PRESET
TUNED STEREO
6
4 5,10 1 2 6
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
Bij elke druk op de toets, verandert het
uitleesvenster als volgt:
TAPE
A (hoofdletter) n a (kleine letter)
n 0 (nummers) n ! (symbolen)*
n
(spatie) n A…
CURSOR N
1
3,4,7 8
* U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
!"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_`
n
7
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Het gewenste teken knippert. Om een
blanco spatie in te lassen, gaat u naar de
volgende stap zonder aan MULTI JOG te
draaien. Aan het begin kan geen blanco
spatie worden ingelast.
n
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
2
Druk op PRESET.
3
Draai aan MULTI JOG tot het
voorinstelnummer van de zender
die u wilt benoemen verschijnt.
4
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “TUNER Name in?”
verschijnt.
8
Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 7 geselecteerd
heeft stopt met knipperen en de cursor
gaat naar rechts.
Cursor
FM 3 A
PRESET
TUNED STEREO
TUNER Name in?
PRESET
TUNED STEREO
vervolg
55
Vooringestelde zenders
benoemen (vervolg)
9
Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te
vervolledigen.
Als u een fout hebt gemaakt, druk dan
op CURSOR N of n tot het gewenste
teken knippert en herhaal vervolgens
stap 6 tot 8. Om een teken te wissen,
drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op
de toets wordt het teken in de huidige
positie gewist. U kunt geen teken tussen
reeds ingevoerde tekens plaatsen.
10 Druk op ENTER/YES om het
benoemen te beëindigen.
De zendernaam wordt opgeslagen in het
geheugen.
Benoemen annuleren
Druk op PRESET.
De naam controleren tijdens het
afstemmen
Druk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Zendernaam
µ
Frequentie
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
Het Radio Data
System (RDS)
gebruiken
(alleen Europees model)
Wat is het Radio Data
System?
Radio Data System (RDS) is een service die
radiozenders in staat stelt om samen met het
gewone signaal extra informatie mee te
sturen. Deze tuner heeft een handige RDSfunctie waarmee automatisch kan worden
gezocht naar zenders volgens
programmatype (PTY). RDS werkt alleen met
FM-zenders.*
Opmerking
RDS kan minder goed functioneren als de zender
waarop is afgestemd geen behoorlijk RDS-signaal
uitzendt of als het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders bieden een RDS service en
ook de diensten verschillen soms. Bent u niet
vertrouwd met RDS, vraag dan meer informatie
bij uw lokale radiozenders.
RDS-uitzendingen
ontvangen
Kies gewoon een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, verschijnt de zendernaam in het
uitleesvenster.
De naam wissen
De RDS-informatie controleren
Herhaal stap 1 tot 5 en druk vervolgens
herhaaldelijk op EDIT/NO tot alle letters zijn
gewist.
Bij elke druk op DISPLAY verandert de
indicatie als volgt:
n Zendernaam
µ
Frequentie
µ
Programmatype
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
56
Een zender zoeken
volgens programmatype
(PTY)
U kan een zender selecteren op
programmatype. Het toestel stemt af de RDSzender met het betreffende programmatype
die in het geheugen van de tuner is
opgeslagen.
2 4,6,7
TAPE
PTY Search annuleren
Druk op EDIT/NO. Er wordt weer afgestemd
op de zender die u ervoor beluisterde.
Lijst van programmatypes (PTY)
NEWS
Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS
Duidingsprogramma’s
INFORMATION
Programma’s over consumentenzaken,
medisch advies en het weer
SPORT
Sportprogramma’s
3,5
1
Stem af op een RDS-zender.
2
Druk op EDIT/NO.
3
Draai aan MULTI JOG tot
“PTY Search?” verschijnt.
4
Druk op ENTER/YES.
5
Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste programmatype
verschijnt.
Zie “Lijst van programmatypes (PTY)”.
6
Druk op ENTER/YES.
Het toestel begint te zoeken naar de
vooringestelde RDS-zenders (“Search”
en het gekozen programmatype
verschijnen afwisselend).
Wanneer de tuner een programma
ontvangt, knippert het nummer van de
vooringestelde zender.
7
EDUCATION
Educatieve programma’s
DRAMA
Hoorspelen en feuilletons
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, zoals godsdienst, taal en
maatschappelijke aangelegenheden
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen
VARIED
Programma’s met personaliteiten, spelletjes
en humor.
POP MUSIC
Populaire muziekprogramma’s
ROCK MUSIC
Rockmuziekprogramma’s
M.O.R. MUSIC
Easy listening
L. CLASSICAL
Klassieke muziek (instrumentaal, vocaal en
koor)
Druk op ENTER/YES als de tuner
het gewenste programma ontvangt.
Een andere zender met het
gewenste programmatype kiezen
Draai in stap 7 aan MULTI JOG en begin
opnieuw vanaf stap 5.
vervolg
57
Het Radio Data System (RDS)
gebruiken (vervolg)
S. CLASSICAL
Uitvoeringen door grote orkesten,
kamermuziek, opera, enz.
OTHER MUSIC
Muziek zoals jazz, rhythm & blues en reggae.
ALARM
Noodberichten.
NONE
Alle programma’s die niet in de
bovenstaande categorieën thuishoren.
In slaap vallen met
muziek
— Sleep Timer
U kunt het systeem automatisch laten
uitschakelen na een bepaalde tijd zonder de
klok gelijk te zetten, zodat u bij muziek in
slaap kunt vallen. De tijd kan in stappen van
10 minuten worden ingesteld.
EDIT/NO
2,4 1
TAPE
Opmerking
“No PTY” verschijnt wanneer het gekozen
programma momenteel niet wordt uitgezonden.
1,3
1
Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET SLEEP?” verschijnt.
2
3
Druk op ENTER/YES.
Draai aan MULTI JOG om de tijd in
te stellen.
Wanneer u aan MULTI JOG draait,
veranderen de minuten (de tijd waarna
het systeem wordt uitgeschakeld) als
volgt:
n AUTO ˜ OFF ˜ 10min N
n 90min ˜ 80min ˜ … ˜ 20min N
4
Druk op ENTER/YES.
De resterende tijd controleren
Herhaal stap 1 en 2, en druk vervolgens op
EDIT/NO.
De uitschakeltijd wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De Sleep Timer functie
uitschakelen
Kies “SLEEP OFF” in stap 3.
Als u AUTO kiest
58
Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer de
weergave van de huidige CD of MD ten einde
is. Het toestel wordt afgezet als u de
weergave van een CD of MD manueel stopt
door op p te drukken.
Ontwaken met
muziek
5
Draai aan MULTI JOG om de uren in te
stellen en druk op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
— Dagtimer
1
U kunt zich elke dag op een bepaald tijdstip
laten wekken met muziek. Controleer eerst of
de klok juist is ingesteld (zie pagina 5).
9
3
1
ON
8 :O O A M
2
3
DAILY
6
Stel op dezelfde manier als in stap 5
het tijdstip in waarop de weergave
moet stoppen.
7
Draai aan MULTI JOG om de
gewenste bron te kiezen.
Door aan MULTI JOG te draaien
verandert het uitleesvenster als volgt:
n TUNER ˜ MD PLAY N
n TAPE PLAY* ˜ CD PLAY N
Maak de bron klaar die u wilt
beluisteren.
• CD: plaats een CD. Om te beginnen
van een bepaald muziekstuk, stel een
programma samen (zie pagina 21).
• MD: breng een MD in. Om te
beginnen vanaf een bepaald
muziekstuk, stel een programma
samen (zie pagina 30).
• Radio: stem af op een zender (zie
pagina 17).
• Tape: plaats een cassette in het
optionele TC-TX515 deck.
3
Draai aan MULTI JOG om de minuten in
te stellen en druk op ENTER/YES.
De uren knipperen opnieuw.
3,5,7
2
CURSOR N/n
4,5,8
1
2
ALL DISCS
CLOCK/TIMER
SELECT
TAPE
Stel het tijdstip in waarop de
weergave moet starten.
* Kies dit voor opname van een
optionele component die is
aangesloten op TAPE IN.
8
Druk op ENTER/YES.
De starttijd gevolgd door de stoptijd, de
geluidsbron en het volume verschijnen,
waarna de originele indicatie weer
verschijnt.
9
Druk op POWER om het systeem af
te zetten.
De instelling veranderen
2
Draai aan VOLUME om het volume
te regelen.
Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5
op CURSOR N of n tot de instelling die u
wilt wijzigen knippert en verander ze.
3
Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET DAILY?” verschijnt.
De instelling controleren of de
timer aanschakelen
4
Druk op ENTER/YES.
De uren knipperen.
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai
aan MULTI JOG tot “SELECT DAILY?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
De starttijd gevolgd door de stoptijd, de
geluidsbron en het volume verschijnen,
waarna de originele indicatie weer
verschijnt.
vervolg
59
Ontwaken met muziek (vervolg)
De timer annuleren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai
aan MULTI JOG tot “TIMER OFF?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“DAILY” verdwijnt van het uitleesvenster
en de timer wordt geannuleerd.
Tip
Wanneer het optionele TC-TX515 deck op het
systeem is aangesloten, kunt u dit activeren met de
dagtimerfunctie zonder de timer van het deck in te
stellen.
Timergestuurde
opname van
radioprogramma’s
U kunt maximum drie start- en stoptijden
instellen en deze tegelijkertijd selecteren. U
kunt een lang programma van maximum 3
MD’s na elkaar opnemen. Voor
timergestuurde opname van
radioprogramma’s moet u eerst de zender
voorinstellen (zie pagina 6) en de klok gelijk
zetten (zie pagina 5).
4,6,7,10
11 3 CLOCK/TIMER
SELECT
Opmerkingen
• U kunt niet tegelijkertijd de dagtimer activeren en
timergestuurd opnemen.
• Ongeveer 30 seconden voor het ingestelde tijdstip
wordt het systeem aangeschakeld. Gebruik het
systeem niet tussen de tijd dat u stroom inschakelt
en de weergave begint.
• Indien de stroom inschakelt vóór de ingestelde
tijd, begint de weergave met de door u
geselecteerde muziekbron.
• Indien u een andere audio/video component
gebruikt (uitgezonderd het optionele cassettedeck
TC-TX515) moet u ook de timer van die audio/
video component instellen.
TAPE
3,5,7,9
EDIT/NO
1
Breng een opneembare MD in.
U kunt opnemen op elke MD in de
MD 1 – 3 gleuven. Om een lang
programma op te nemen, brengt u twee
of drie MD’s in naargelang van de lengte
van het programma. De opname begint
dan op MD 1.
2
Stem af op de vooringestelde
radiozender (zie pagina 17).
3
Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET REC ?” verschijnt.
1
2
3
1
2
3
SET REC
?
PRESET
4
60
TUNED STEREO
Druk op ENTER/YES.
REC
9
Draai aan MULTI JOG tot het
timernummer (“SET REC 1 ?” –
“SET REC 3 ?”) verschijnt.
1
2
3
1
2
3
SET REC 1 ?
Draai aan MULTI JOG om de MD te
kiezen waarop u wilt opnemen.
Wanneer u aan MULTI JOG draait,
verandert het uitleesvenster als volgt:
MD 1 ˜ MD 2 ˜ MD 3 ˜ MDALL
n
5
PRESET
6
TUNED STEREO
REC1
Druk op ENTER/YES.
De dag van de week knippert.
“SUN” – “SAT”: Kies dit voor
timergestuurde opname wekelijks op
dezelfde dag.
“ALL”: Kies dit voor timergestuurde
opname dagelijks.
1
2
3
1
2
3
ON SUN O:OOAM
PRESET
7
TUNED STEREO
n TAPE* N
Kies “MDALL” wanneer u op twee of
drie MD’s na elkaar wilt opnemen.
* Om op te nemen op een cassette met
het optionele TC-TX515 deck, kiest u
“TAPE”.
10 Druk op ENTER/YES.
Het timernummer, gevolgd door de
starttijd, de stoptijd, de geluidsbron en
het volume verschijnen, waarna de
originele indicatie weer verschijnt.
11 Druk op POWER om het systeem af
te zetten.
REC1
Stel de tijd in waarop u de opname
wilt laten starten.
Draai aan MULTI JOG om de dag van de
week in te stellen en druk vervolgens op
ENTER/YES.
De uren knipperen.
De instelling veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Als u zich vergist, drukt u herhaaldelijk op
EDIT/NO om terug te keren naar de
instelling die u wilt veranderen en wijzigt u
die.
De timer aan- en afzetten
1
2
3
ON TUE O:OOAM
PRESET
1
2
3
TUNED STEREO
REC1
Draai aan MULTI JOG om de uren in te
stellen en druk op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
1
2
3
1
2
3
ON TUE11:OOPM
PRESET
TUNED STEREO
REC1
Draai aan MULTI JOG om de minuten in
te stellen en druk op ENTER/YES.
De dag van de week knippert opnieuw.
8
Stel het tijdstip in waarop de
opname moet stoppen zoals in stap
7.
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT, draai
aan MULTI JOG tot “SELECT REC?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
Het timernummer waaronder u een
instelling hebt opgeslagen (REC 1 – 3)
verschijnt.
2 Draai aan MULTI JOG om “ON” of “OFF”
te kiezen en druk op ENTER/YES.
Bij elke druk op de ENTER/YES toets
verschijnen de timernummers waaronder u
de instellingen hebt opgeslagen in
volgorde. Zet elke timerinstelling aan of af.
In het uitleesvenster verschijnen de
aangezette timernummers en de
instellingen, waarna de originele indicatie
weer verschijnt.
vervolg
61
Timergestuurde opname van
radioprogramma’s (vervolg)
De instelling controleren.
Volg de procedure onder “De timer aan- en
afzetten” (zie pagina 61). Kies het
timernummer dat u wilt controleren in stap 1
en kies “ON” in stap 2. De instelling
verschijnt aan het eind van de procedure.
Wanneer de insteltijden
overlappen
De tijd aangegeven met
opgenomen.
kan niet worden
REC 1
REC 2
De laatste 30 seconden
REC 1
REC 2
REC 1
REC 2
De laatste 30 seconden
Tip
De MD wordt automatisch benoemd met de
zendernaam (of frequentie als de zender niet is
benoemd), de starttijd en de stoptijd van de opname
(zie pagina 55).
Opmerkingen
62
• Als u in stap 9 “MDALL” kiest om een lang
programma op te nemen en de MD in de MD 1
gleuf vol raakt, wordt de rest van het programma
automatisch opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. Als er geen andere MD’s zijn ingebracht,
moet u een andere opneembare MD in de
volgende gleuf plaatsen en de MD waarop u niet
wilt opnemen vooraf verwijderen. Het
programma wordt niet opgenomen bij het
wisselen van MD’s.
• Gebruik het systeem niet tussen de tijd dat u
stroom inschakelt en de weergave begint
(ongeveer 30 seconden).
• Als de starttijd en de stoptijd dezelfde is, gaat de
cursor terug naar de stoptijd, gaat de cursor terug
naar de stoptijd. Verander de stoptijd.
• Wanneer u opneemt op een blanco MD, worden
de eerste 30 seconden niet opgenomen.
• Als het toestel 30 seconden voor het ingestelde
tijdstip wordt aangeschakeld, wordt niet
opgenomen.
• Tijdens de opname wordt het volume zo laag
mogelijk gezet.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Betreffende de netspanning
Alvorens het toestel in gebruik te nemen, moet u
controleren of de spanning die vermeld staat op uw
toestel overeenkomt met de netspanning.
Veiligheid
• Zolang het netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, blijft het systeem onder spanning
staan, ook al is het systeem zelf uitgeschakeld.
• Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het
stopcontact wanneer u denkt de installatie
geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het
verbreken van de aansluiting op het stopcontact
altijd aan de stekker en nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in een
van de componenten terechtkomen, verbreek dan
de aansluiting op het stopcontact en laat de
betreffende component eerst door een deskundige
nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Laat het netsnoer uitsluitend bij een erkend
onderhoudscentrum vervangen.
Plaatsing
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen.
• Plaats het systeem niet schuin.
• Stel het systeem niet bloot aan
– Extreme hitte of koude
– Stof of vuil
– Overdreven vochtigheid
– Trillingen
– Directe zonnestraling
• Het systeem is achteraan voorzien van een
verluchtingsrooster om te voorkomen dat het te
sterk opwarmt. Voor een optimale ventilatie moet
u voldoende ruimte vrij laten aan de achterkant en
mag u ook niets op het systeem plaatsen.
Werking
Wanneer het systeem rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of als deze in
een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de
lens binnenin de CD-speler of het MD deck vocht
uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal
de CD-speler of het MD deck niet functioneren.
Verwijder de CD en laat het apparaat ongeveer een
uur aanstaan, zodat alle condens verdwijnt.
Betreffende het transport
• Wanneer u het systeem verplaatst verwijder alle
CD’s en MD’s en zet het systeem af.
• Nadat u het systeem hebt afgezet en u hebt
gecontroleerd of het systeem volledig is gestopt,
steekt u de MD transportcartridge in de MD 3
gleuf met de kant waarop een pijltje staat
afgedrukt naar boven. Als u het systeem transport
zonder ingebrachte cartridge, kan het MD deck
worden beschadigd.
Mocht u vragen of problemen hebben betreffende
uw stereo-installatie, aarzel dan niet contact op te
nemen met uw Sony handelaar.
Luidsprekers
Hoewel deze luidsprekers magnetisch zijn
afgeschermd, kan het beeld van sommige TVtoestellen er toch door gestoord worden. Zet de TV
in dat geval af en na 15 tot 30 minuten opnieuw aan.
Als het probleem daarmee nog niet is opgelost,
moet u de installatie verder van de TV af zetten.
Plaats ook geen voorwerpen die magneten bevatten,
zoals audioracks, TV-stands, speelgoed, enz. in de
buurt van de TV. Deze kunnen magnetische
beeldstoringen veroorzaken.
Opmerkingen betreffende MD’s
• Schuif de sluiter nooit open om een MD te openen.
Sluit de sluiter onmiddellijk indien deze zou
opengaan.
Sluiter
• Maak de disc-houder schoon met een droge doek.
• Stel MD’s niet bloot aan directe zonnestraling of
warmtebronnen, en laat ze ook niet achter in een
auto die in volle zon geparkeerd staat.
Opmerkingen betreffende CD’s
• Reinig CD’s met een zachte doek vooraleer u ze
speelt. Wrijf altijd van binnen naar buiten toe.
• Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop,
aangezien dit de CD-speler kan beschadigen.
• Gebruik voor het reinigen nooit oplosmiddelen
zoals benzine, verfverdunner, reinigingsmiddelen
of anti-statische spray bestemd voor
grammofoonplaten.
• Stel CD’s niet bloot aan directe zonnestraling of
warmtebronnen zoals heteluchtbuizen, en laat ze
ook niet achter in een auto die in volle zon
geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Veeg de behuizing schoon met een zachte doek,
licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
63
Systeembeperkingen
van MD’s
Het opnamesysteem van uw MD deck heeft
beperkingen die hieronder beschreven staan.
Bemerk evenwel dat deze beperkingen
inherent zijn aan het MD-opnamesysteem en
geen mechanische oorzaak hebben.
“Disc Full” licht op nog voor de
maximum opnameduur is bereikt
(60 of 74 minuten)
Wanneer 255 muziekstukken op de disc werden
opgenomen, licht “Disc Full” op ongeacht de totale
opnameduur. Er kunnen niet meer dan 255
muziekstukken op één disc worden opgenomen.
Om voort te kunnen opnemen, moet u overbodige
muziekstukken wissen of een andere opneembare
MD gebruiken.
“Disc Full” licht op nog voor het
maximum aantal muziekstukken
(255) is bereikt
Geluidsniveauverschillen in muziekstukken worden
vaak geïnterpreteerd als scheidingen tussen
muziekstukken, waardoor het aantal oploopt en
“Disc Full” verschijnt.
De resterende opnameduur
verhoogt niet na het wissen van
veel korte muziekstukken
Muziekstukken van minder dan 12 seconden
worden niet geteld, zodat de opnameduur niet
verhoogt wanneer ze worden gewist.
Sommige muziekstukken kunnen
niet met andere worden
samengevoegd
Muziekstukken van minder dan 12 seconden
kunnen eventueel niet worden samengevoegd.
De totale opnameduur en de
resterende speelduur van de MD
kunnen soms minder bedragen
dan de maximum opnameduur (60
of 74 minuten)
De opname gebeurt in stukken van minstens 2
seconden, hoe kort het materiaal ook is. De inhoud
van de opname kan dus korter zijn dan de
maximum opnamecapaciteit. De disc-capaciteit kan
ook verder worden verminderd door krassen.
64
Bij het zoeken kan het geluid in
bewerkte muziekstukken soms
wegvallen
In bewerkte muziekstukken kan het geluid tijdens
het zoeken soms wegvallen doordat het zoeken
enige tijd in beslag neemt wanneer de
muziekstukken over de disc zijn verspreid.
Muziekstuknummers kunnen niet
correct worden gemarkeerd
Wanneer “LevelSync ON” (pagina 43) tijdens
analoge opname verschijnt, kunnen de
muziekstuknummers niet worden gemarkeerd aan
het begin van het muziekstuk.
• als het ingangssignaal minder dan twee seconden
onder een bepaald niveau zit tussen
muziekstukken..
• als het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk meer dan 2 seconden boven een
bepaald niveau zit.
Gids bij het Serial Copy
Management System
Met digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s
en DAT’s kunnen makkelijk kwaliteitsopnames
worden gemaakt omdat deze digitale produkten
muziek verwerken in de vorm van digitale signalen.
Om auteursrechtelijk beschermde programma’s te
beveiligen, werkt dit toestel met het Serial Copy
Management System waarmee via een digitaal/
digitaal-verbinding slechts één enkele kopie kan
worden gemaakt van een digitale bron.
Via een digitaal/digitaal-verbinding kan slechts
een eerste generatie-kopie* worden gemaakt.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een in de handel verkrijgbaar digitaal
geluidsprogramma (b.v. een CD en MD) kopiëren
maar u kunt een eerste generatie-kopie niet
nogmaals kopiëren.
2 U kunt een digitaal signaal van een digitaal
opgenomen analoog geluidsprogramma (b.v. een
analoge plaat en een muziekcassette) of van een
digitale satellietuitzending kopiëren maar u kunt
hiervan geen tweede kopie maken.
* Een eerste generatie-kopie betekent een digitale
opname van een digitaal signaal gemaakt met
behulp van digitale audio-apparatuur. Wanneer u
bijvoorbeeld van de CD-speler van dit systeem
opneemt naar het MD deck, maakt u een eerste
generatie-kopie.
Opmerkingen
• Dit Copy Management System is niet van
toepassing bij opname via analoog/analoogverbinding.
• Het MD deck van dit systeem ondersteunt de
bemonsteringsfrequentie van 32 kHz of 48 kHz
van het DAT deck of digitale satellietuitzendingen
alsook de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz
van het MD deck. Van een digitale opname van
een satellietuitzending kunt u een tweede kopie
maken.
Gebruik van de
zelfdiagnosefunctie
Verhelpen van
storingen
Dit systeem is uitgerust met een
zelfdiagnosefunctie die een eventuele
systeemfout aangeeft. In het uitleesvenster
verschijnt afwisselend een code bestaande uit
drie letters en een bericht om het probleem
aan te geven. Raadpleeg de onderstaande lijst
om het probleem op te lossen. Als dit niet
lukt, raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Bij problemen met dit systeem, moet u eerst
de onderstaande check list overlopen.
MD1
1
C11
ALL DISCS
PRESET
2
Protected
C11/MD Protected
De MD is beveiligd tegen wissen.
mVerwijder de MD en verschuif het
wispreventienokje zodat de gleuf
gesloten is (pagina 33)
C13/REC Error
Opname is onmogelijk.
mZet de installatie op een stabiele
ondergrond en begin de opname van
voor af aan.
De MD is vuil of gekrast./De MD
beantwoordt niet aan de normen.
mVervang de MD door een andere en begin
de opname van voor af aan.
C13/Disc Error
Het MD deck kan de disc-informatie niet
correct uitlezen.
mWerp de MD uit en breng hem opnieuw
in.
C14/Disc Error
Het MD deck kan de disc-informatie niet
correct uitlezen.
mVervang de MD door een andere.
mDe hele inhoud van een MD kan worden
gewist met de Erase functie op pagina 48.
Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekers goed en juist zijn aangesloten.
Als u de storing zelf niet kunt verhelpen,
neem dan contact op met uw plaatselijke
Sony handelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
•Draai VOLUME rechtsom.
•Controleer of de hoofdtelefoon
aangesloten is.
•Controleer de luidsprekeraansluitingen.
Sterke brom of ruis.
•Een TV of videorecorder staat te dicht bij
het systeem. Plaats de apparaten wat
verder uit elkaar.
“0:00” (Europees model) of “12:00 AM”
(andere modellen) knippert in het
uitleesvenster.
•De netstroom is enige tijd uitgevallen.
Stel de klok en de timer opnieuw in.
De timer werkt niet.
•Zet de klok gelijk.
De afneembare bedieningseenheid werkt
niet.
•Er bevindt zich een obstakel tussen de
afneembare bedieningseenheid en het
systeem.
•De afneembare bedieningseenheid wijst
niet in de richting van de sensor.
•De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de
batterijen.
Er is akoestische terugkoppeling.
•Verlaag het volume. Plaats de microfoon
verder van de luidsprekers of zet hem in
een andere richting.
Het uitleesvenster is donker.
•U kunt de helderheid van het
uitleesvenster regelen. Druk herhaaldelijk
op DIMMER om de helderheid te regelen.
vervolg
65
Verhelpen van storingen (vervolg)
Een code bestaande uit drie letters en een
bericht knipperen afwisselend.
•De zelfdiagnosefunctie werkt. Los het
probleem op aan de hand van de
checklist (pagina 65).
Luidsprekers
Het geluid is slechts via één kanaal
hoorbaar of is ongelijk verdeeld over het
linker en rechter kanaal.
•Controleer de aansluiting en de opstelling
van de luidsprekers.
CD-speler
De disc-lade sluit niet.
•De CD is verkeerd geplaatst.
De CD wordt niet uitgeworpen.
•Er zit tape, lijm of kit op de CD.
De weergave begint niet.
•De CD is vuil.
•De CD ligt met het label naar onder in de
disc-lade.
•Er is vocht in de speler gecondenseerd.
Wacht na het inschakelen van het
apparaat ongeveer twee uur totdat het
vocht verdampt is.
Bij weergave wordt niet begonnen met
het eerste muziekstuk.
•De geprogrammeerde of willekeurige
weergavefunctie is ingeschakeld. Druk op
CONTINUE.
“OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
•U bent aan het einde van de CD. Druk op
0 of draai aan MULTI JOG om terug te
keren naar het begin van de CD.
66
De CD indicator licht op zonder dat er CD’s
zijn ingebracht.
•De CD indicator licht op wanneer u het
toestel voor de eerste maal aanschakelt en
dooft dan na een tijdje.
•De laatste maal dat u het toestel
gebruikte, hebt u het afgezet terwijl de
disc-lade open stond. Hij dooft na een
tijdje. Als dat niet zo is, drukt u enkele
malen op CD 6 om de disc-lade te
openen en te sluiten.
MD Deck
Een gedeeltelijk ingelegde MD kan niet
meer uitgenomen worden.
•Het zelfvergrendelingssysteem van het
MD deck is in werking getreden. Leg de
MD volledig in en druk daarna op MD 6.
Er kan geen MD worden ingebracht.
•Breng de MD in met het label naar boven
in de richting van het pijltje.
Het deck kan niet worden bediend.
•De MD is vuil of gekrast. (“Disc Error”
verschijnt.) Vervang de MD door een
nieuwe.
Het MD-deck speelt niet af.
•Er is vocht in het deck gecondenseerd.
Wacht na het inschakelen van het
apparaat een aantal uur totdat het vocht
verdampt is.
•Schuif de MD in de richting van het pijltje
in het deck.
•Er is niets opgenomen op de MD.
Het MD-deck neemt niet op.
•De MD is opnamebeveiligd. (“MD
Protected” verschijnt.) Verschuif het
nokje om de gleuf te sluiten (zie pagina
33).
•Sluit de geluidsbron goed aan.
•Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
Vervang hem door een opneembare MD.
•Vervang de MD door een opneembaar
exemplaar met voldoende resterende
speelduur of wis overbodige
muziekstukken.
•Tijdens het opnemen werd het netsnoer
uitgetrokken of is de stroom uitgevallen.
Start de opname weer vanaf het begin.
Er kan niet op alle MD’s worden
opgenomen met behulp van CD-MD
Synchro opname
•De CD of MD zit niet in hetzelfde discnummer.
“OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
•U bent aan het einde van de MD. Druk op
0 of draai aan MULTI JOG om terug te
keren naar het begin van de MD.
Tuner
Berichten
Sterke brom of ruis (“TUNED” of “STEREO”
knippert in het uitleesvenster).
• Richt de antenne.
• De signaal-ontvangst is te zwak. Sluit een
buitenantenne aan.
Terwijl de MD werkt, kan één van de
volgende berichten in het uitleesvenster
verschijnen of knipperen.
Een stereo FM programma wordt niet in
stereo ontvangen.
• Druk op STEREO/MONO zodat
“STEREO” verschijnt.
MD
Auto Cut
Het MD deck schakelt over naar de
pauzestand omdat er tijdens digitale
opname een stilte van meer dan 30
seconden was.
Blank Disc
De ingebrachte opneembare MD is
gloednieuw of alle muziekstukken op de
MD werden gewist.
Cannot Copy
U kunt geen digitale opname maken (zie
“Gids bij het Serial Copy Management
System” op pagina 64).
Can’t EDIT
Er is een voorbespeelde MD ingebracht.
U probeerde te bewerken bij
geprogrammeerde of willekeurige
weergave.
Cannot REC
Er is een voorbespeelde MD ingebracht.
Complete
Het bewerken van MD’s is voltooid.
Disc Full
Er is geen tijd meer beschikbaar op de disc
(zie “Systeembeperkingen van MD’s” op
pagina 64).
Impossible
U probeerde een onmogelijke bewerking
uit te voeren (zie pagina 51).
U probeerde een muziekstuk samen te
voegen, wat onmogelijk is door de
technische beperkingen van het MDsysteem (zie pagina 52).
MECHA ERROR
De MD transportcartridge is ingebracht.
Name Full
Er is geen ruimte meer om muziekstuk- of
disc-titels op te slaan.
NEW
Het deck schakelt voor opname op een
gloednieuwe MD of na een opgenomen
stuk over naar de opname-wachtstand.
vervolg
67
Verhelpen van storingen (vervolg)
CD
NO DISC
Er zit geen MD in het deck.
File Full
Het systeem heeft het maximum aantal
Disc Memo’s al opgeslagen (100 Disc
Memo’s).
No Name
De gekozen MD of het gekozen
muziekstuk is niet benoemd.
– OVER –
U heeft het einde van de CD bereikt terwijl
u in de pauzestand op ) drukte.
No Track
De ingebrachte MD heeft een disc-titel
maar bevat geen muziekstukken.
OVER
U heeft het einde van het laatste
muziekstuk bereikt tijdens snelzoeken.
Position ok?
De MD geeft het splitspunt weer tijdens de
Divide-functie.
Push STOP!
Tijdens het afspelen heeft u op een
weergavetoets (CONTINUE, SHUFFLE of
PROGRAM) gedrukt.
Rehearsal
De MD speelt om het gekozen splitspunt te
controleren tijdens de Divide-functie.
Release
Het deck werpt de MD uit.
Smart Space
Het signaal werd opnieuw ingevoerd na
een stilte van 30 seconden of minder tijdens
digitale opname.
TOC Read
Het MD deck leest de TOC-informatie op
de MD.
TOC Write
Het MD deck schrijft de informatie van
opgenomen of bewerkte stukken.
TUNER
Name Full
U heeft het maximum tekens voor een
zendernaam al ingevoerd (8 tekens).
68
Technische
gegevens
Versterker-gedeelte
Europees model:
Uitgangsvermogen (DIN) (Nominaal)
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN
230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie)
40 + 40 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Muziek-uitgangsvermogen (Referentie)
60 + 60 watt
Andere modellen:
DIN uitgangsvermogen (Nominaal)
30 + 30 watt (60 ohm bij
1 kHz, DIN, 120/240 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie)
40 + 40 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
Muziek-piekvermogen (Referentie)
700 watt
Ingangen
VIDEO/GAME IN (phono-aansluitingen)
(omschakelbaar)
GAME IN:
spanning 450 mV,
impedantie 47 kOhm
VIDEO IN:
spanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
TAPE IN (phono-aansluitingen):
spanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
Uitgangen
TAPE OUT (phono-aansluitingen):
spanning 250 mV,
impedantie 1 kOhm
PHONES (stereo ministekker):
voor hoofdtelefoon van
8␣ ohm of meer.
SPEAKER:
voor een impedantie van
6 tot 16 ohm.
MD deck-gedeelte
Systeem
MiniDisc digital audio
system
Laser
halfgeleiderlaser
(λ=780 nm)
Emissieduur:
continu
Laseruitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Het vermogen wordt
gemeten op een afstand
van ongeveer 200 mm
van het lensoppervlak op
het optisch blok met een
opening van 7 mm.
Opnameduur
max. 74 minuten (met de
MDW-74)
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
5 Hz tot 20 kHz
Tuner
FM stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM tuner
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
87,5 – 108,0 MHz
(stappen van 50 kHz)
FM draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
AM tuner
Afstembereik
Europees model:
MW (MG):
LW (LG):
Andere modellen:
MW (MG):
SW (KG):
Antenne
Tussenfrequentie
522 – 1.611 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
144 – 288 kHz
(met interval ingesteld op
3 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
5,95 – 17,90 MHz
AM raamantenna
Buitenantenneaansluitingen
450 kHz
CD-spelergedeelte
Systeem
Laser
Laseruitgangsvermogen
Frequentiebereik
Compact disc en digital
audio system
halfgeleiderlaser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Max. 44,6 µW*
*Het vermogen wordt
gemeten op een afstand
van ongeveer 200 mm
van het lensoppervlak op
het optisch blok met een
opening van 7 mm.
2 Hz – 20 kHz
vervolg
69
Technische gegevens (vervolg)
Luidspreker
SS-MD515
Luidsprekersysteem
Luidsprekers
Woofer:
Tweeter:
Nominale impedantie
2-weg bass reflex
15 cm diam., conustype
2,5 cm diam., conustype
6 ohm
Algemeen
Spanningsvereisten
Europees model:
Andere modellen:
220 – 230 V AC, 50/60 Hz
110 – 120 V of 220 – 240 V
AC, 50/60 Hz instelbaar
met
spanningskeuzeschakelaar
85 Watt
Stroomverbruik:
Afmetingen
Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte:
(met bedieningseenheid
aangebracht)
Ong. 215 × 290 × 400 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
(met bedieningseenheid
losgemaakt)
Ong. 215 × 290 × 390 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
Luidsprekers:
Ong. 190 × 350 × 275 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
Gewicht
Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte:
Ong. 9,5 kg
Luidsprekers:
Ong. 3,6 kg netto per
luidspreker
Meegeleverde toebehoren:
AM raamantenna (1)
Afneembare
bedieningseenheid
RM-MD515 (1)
Beschermdeksel (1)
MD cartridge (1)
AA (R6) batterijen (2)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekerdraden (2)
Wijzigingen in ontwerp en specificaties
voorbehouden, zonder kennisgeving.
70
Index
Geluidsregeling 54
GROOVE 54
H, I, J
A
Aansluiten van
de antennes 4, 11
de stroom 5
het systeem 4
optionele
componenten 10
Aansluitend opnemen 36
Afneembare
bedieningseenheid 9
Afstemmen op
vooringestelde
zenders 17
Analoge opname 33
Antennes 4, 11
Automatische
bronselectie 17
B
Batterijen 9
Benoemen
van een CD 25
van een MD 46
van een vooringestelde
zender 55
Berichten 67
Bewerken 45
C
CD-MD Synchro opname 13
CD-speler 20
Combine functie 51
D
Dagtimer 59
DBFB 54
Digitale opname 33
Dimmer 13
Disc Memo Copy 15
Divide functie 50
3CD tot 3MD synchroopname 35
3PGM tot 3MD 37
E, F
Erase functie 47
G
Gelijkzetten van de klok 5
Hit Parade 39
K
Klok gelijkzetten 5
L
Loop 24
Luidsprekers 4
M
MD cartridge 5, 63
Move functie 49
Muziekstuk markeren 43
Muziekstuknummers 43
Muziekstuknummers
markeren 43
N
Name functie 46
Normale weergave 12, 15
O
Ongedaan maken 53
Opnamemethoden 34
Opnames beveiligen 33
Opnames bewaren 33
Opnemen
op een MD 41
timergestuurd
opnemen 60
van een CD 13
van een radiozender 18
P, Q
Preset equalizer menu 54
Program Play 21, 30
R
Radiozenders
afstemmen 17
voorinstellen 6
RDS 56
Rec It 40
Regelen
geluid 54
volume 13
Repeat Play 20, 29
S
Samenvoegfunctie 51
Serial copy management
system 64
Shuffle Play 20, 29
Sleep timer 58
Smart space 44
Splitsfunctie 50
Storingen verhelpen 65
Systeembeperkingen 64
T
Time Machine Recording 42
Timer
in slaap vallen met
muziek 58
ontwaken met
muziek 59
timergestuurde
opname 60
Tuner 6, 17
U
Uitleesvenster 23, 32
Undo functie 53
V
Verplaatsfunctie 49
Voorinstellen van
radiozenders 6
W, X, Y
Weergave
van een CD 12
van een MD 15
van een vooringestelde
zender 17
van muziekstukken in
geprogrammeerde
volgorde (Program
Play) 21, 30
van muziekstukken in
willekeurige volgorde
(Shuffle Play) 20, 29
van muziekstukken herhaalde weergave
(Repeat Play) 20, 29
Wisfunctie 47
Wissen van
all muziekstukken op
een MD 48
een deel van een
muziekstuk 49
één enkel muziekstuk 47
Z
Zendernaam 55
71