Sony dhc md 515 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Manual de instruções
Istruzioni per l’uso
Mini Hi-Fi
Component
System
3-861-229-52(1)
©1997 by Sony Corporation
DHC-MD515
T
NL
I
P
2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om elektrische schokken te
voorkomen. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Installeer het apparaat niet in een besloten
ruimte, zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Amerikaanse en buitenlandse patenten in licentie
van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Het lasersysteem in dit product kan straling
produceren die de limiet voor Klasse 1 overstijgt.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
toestel.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
Het label met de
aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT bevindt
zich aan de achterkant van
het apparaat.
Voor de Klanten in Nederland en België
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA
(België: KGA).
3
Inhoud
Aan de slag
Stap 1:
Aansluiten van de installatie ....
4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 5
Stap 3: Voorinstellen van
radiozenders .............................. 6
Stap 4: Gebruik van de afneembare
bedieningseenheid .................... 8
Aansluiten van optionele
AV-componenten en
buitenantennes ............................... 10
Basishandelingen
Weergeven van een CD ....................... 12
Een CD opnemen op MD .................... 13
Een MD afspelen .................................. 15
Luisteren naar de radio ....................... 17
Opnemen van de radio ........................ 18
De CD-speler
Herhaalde weergave van
muziekstukken op een CD ........... 20
Weergeven van CD muziekstukken in
willekeurige volgorde ................... 20
CD muziekstukken programmeren... 21
Gebruik van het uitleesvenster .......... 23
Een bepaald gedeelte van een
muziekstuk op CD herhalen ........ 24
Een CD benoemen ................................ 25
De CD-TEXT informatie
controleren ...................................... 27
Het MD deck – Weergave
Muziekstukken op een MD
herhaaldelijk weergeven .............. 29
Weergeven van MD muziekstukken in
willekeurige volgorde ................... 29
MD muziekstukken programmeren ...
30
Gebruik van het MD-uitleesvenster ...
32
Het MD deck – Opname
Voor u begint op te nemen ................. 33
Opnamemethoden ............................... 34
Verscheidene CD’s opnemen op
verscheidene MD’s ........................ 35
Drie CD’s na elkaar opnemen op
MD’s ................................................ 36
Favoriete CD-muziekstukken op een
MD opnemen.................................. 37
Alleen het eerste muziekstuk op elke
CD opnemen .................................. 39
Het huidige CD muziekstuk
opnemen ......................................... 40
Handmatig opnemen op een MD ...... 41
Opnamen beginnen met 6 seconden
vooropgeslagen audio
gegevens.......................................... 42
Muziekstuknummers markeren ........ 43
Een 3 seconden blanco ruimte maken
tussen muziekstukken .................. 44
Het MD deck – Bewerken
Voor u begint te bewerken.................. 45
Een MD benoemen ............................... 46
Opnamen wissen .................................. 47
Opgenomen muziekstukken
verplaatsen ..................................... 49
Opgenomen muziekstukken
splitsen ............................................ 50
Opgenomen muziekstukken
samenvoegen .................................. 51
De laatste bewerking ongedaan
maken .............................................. 53
Geluidsregeling
Het geluid regelen ................................ 54
Het Preset Equalizer menu
selecteren......................................... 54
Extra functies
Vooringestelde zenders benoemen.... 55
Het Radio Data System (RDS)
gebruiken ........................................ 56
In slaap vallen met muziek ................. 58
Ontwaken met muziek ........................ 59
Timergestuurde opname van
radioprogramma’s ......................... 60
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 63
Systeembeperkingen van MD’s.......... 64
Gebruik van de zelfdiagnosefunctie ...
65
Verhelpen van storingen ..................... 65
Technische gegevens............................ 69
Index....................................................... 71
NL
4
+
_
+
_
L
R
Aan de slag
Stap 1: Aansluiten van de installatie
Volg de stappen 1 en 2 om uw systeem aan te sluiten met behulp van de meegeleverde
snoeren en toebehoren. Volg ook de stappen 3 en 4 om de installatie te beëindigen.
Linker luidspreker
Rechter luidspreker
Achterpaneel
DHC-MD515
FM-antenne
AM-raamantenne
Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen van dezelfde
kleur.
Hou de luidsprekersnoeren uit de buurt
van de antennes om ruis te voorkomen.
1
Effen ()
Gegroefd ()
Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-antenne en sluit ze aan.
Europees model
2
AM-
raamantenne
Strek de FM-draadantenne
horizontaal uit.
FM 75
COAXIAL
AM
Dit gedeelte
insteken.
5
Andere modellen
Zet VOLTAGE SELECTOR in de
stand voor uw lokale
netstroomspanning (behalve
Europees model).
Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Indien de stekker niet in het stopcontact
past, verwijder dan de meegeleverde
adapter van de stekker (behalve
Europees model).
Voor u het systeem aanzet
Haal de MD transportcartridge uit de gleuf.
Als u het systeem aanzet voor u de cartridge
verwijdert, verschijnt “MD MECHA
ERROR”. Zet het systeem af en haal de
cartridge uit nadat de klok verschijnt (zie
pagina 63).
3
4
AM-raamantenne
Strek de FM-
draadantenne
horizontaal uit
Stap 2: Gelijkzetten
van de klok
De tijd moet ingesteld zijn vooraleer u de
timerfuncties kan gebruiken. De klok werkt
volgens een 24-urensysteem voor het
Europese model en volgens een 12-
urensysteem voor alle andere modellen. Het
12-urensysteem is afgebeeld. U kan de tijd
instellen terwijl het systeem af staat.
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
De dag van de week (“SUN”) knippert.
2 Draai aan MULTI JOG om de dag
van de week in te stellen en druk
vervolgens op ENTER/YES.
De uren knipperen.
FM
75
AM
1
2,3,4
DISPLAY
CURSOR N/n
vervolg
SU 0: 0A M0N
MO 0: 0A M0N
TAPE
110 – 120V
220 – 240V
VOLTAGE SELECTOR
6
Stap 3:
Voorinstellen van
radiozenders
U kunt het volgende aantal zenders
voorinstellen:
Europees model: 20 FM-zenders, 10 MW
(MG)-zenders en 10 LW (LG)-zenders
Andere modellen: 20 FM-zenders, 10 MW
(MG)-zenders en 10 SW (KG)-zenders.
Om op de gewenste
voorinstelzender af te
stemmen
1 Druk op POWER om de installatie
aan te schakelen.
3 Draai aan MULTI JOG om de uren
in te stellen en druk vervolgens op
ENTER/YES.
De minuten knipperen.
4 Draai aan MULTI JOG om de
minuten in te stellen en druk
vervolgens op ENTER/YES.
De klok begint te lopen.
Als u zich hebt vergist
Druk herhaaldelijk op CURSOR N of n
zodat de foutieve instelling knippert en stel
ze vervolgens opnieuw in.
De ingestelde tijd veranderen
U kan de tijd instellen wanneer u het systeem
uitschakelt.
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Draai aan MULTI JOG tot “SET CLOCK?”
verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
4 Herhaal stap 2 tot 4 hierboven.
De tijd laten verschijnen
De ingebouwde klok toont de tijd in het
uitleesvenster wanneer het toestel af staat.
Om de tijd te laten verschijnen wanneer het
toestel aan staat, drukt u op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
Tip
Het bovenste puntje knippert tijdens de eerste helft
van een minuut (0 tot 29 seconden) en het onderste
tijdens de laatste helft (30 tot 59 seconden).
n Normaal n Tijd
Preset Equalizer N
Stap 2: Gelijkzetten van de klok
(vervolg)
1
2
3
4,5,75 6,8
MANUAL
MO 9: 0A M0N
DIMMER
TAPE
7
2 Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
verandert de band als volgt:
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
3 Druk op AUTO.
4 Draai aan MULTI JOG.
De frequentie in het uitleesvenster
verandert en het scannen stopt wanneer
op de zender is afgestemd. “TUNED” en
“STEREO” (voor een stereo programma)
verschijnen. Wanneer u het scannen wil
stoppen, drukt u op p.
De zender voorinstellen
5 Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot
“TUNER Memory?” verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES.
7 Draai aan MULTI JOG om het
gewenste voorinstelnummer te
kiezen.
n
8 Druk op ENTER/YES.
De zender wordt opgeslagen.
9 Herhaal stap 2 tot 8 om andere
zenders op te slaan.
Afstemmen op een zender met
een zwak signaal
Druk in stap 3 op MANUAL en draai aan
MULTI JOG om af te stemmen op de zender
en ga door met stap 5.
Het voorinstelnummer wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Het MW (MG) afsteminterval
wijzigen (behalve Europees
model)
Het MW (MG) afsteminterval is af fabriek
ingesteld op 9 kHz (10 kHz in sommige
gebieden). Om het MW (MG) afsteminterval
te veranderen, stemt u eerst af op eender
welke MW (MG) zender en schakelt u de
stroom uit. Terwijl u de DIMMER toets
ingedrukt houdt, schakelt u de stroom weer
aan. Wanneer u de afsteminterval verandert,
worden alle vooringestelde MW (MG)
zenders gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
Tips
De vooringestelde zenders blijven bewaard
gedurende een dag, zelfs wanneer u het netsnoer
uittrekt of de stroom uitvalt.
U kunt de vooringestelde zenders benoemen
(zie pagina 55).
n
TUNED STEREO
AUTO
Me or ym?FM 1CH
TUNED STEREO
AUTO
TU Me or ymNER ?
8
T
A
P
E
T
A
P
E
Stap 4: Gebruik
van de afneembare
bedieningseenheid
Het bedieningspaneel is afneembaar
(afneembare bedieningseenheid) en fungeert
als afstandsbediening.
De afneembare
bedieningseenheid
losmaken.
Afneembare bedieningseenheid
TAPE
Wanneer de bedieningseenheid is
losgemaakt, moet u altijd het meegeleverde
beschermdeksel aanbrengen om te
voorkomen dat de contactklem vuil wordt.
De afneembare
bedieningseenheid
aanbrengen.
Opmerkingen
Als u de afneembare bedieningseenheid niet
gebruikt, bevestig ze dan altijd op het toestel
zodat ze niet zoek raakt.
Controleer of de afneembare bedieningseenheid
goed is bevestigd, zoniet kan het systeem
eventueel niet correct functioneren.
Contactklembeschermer
Contactklem afneembare
bedieningseenheid
2Druk de
afneembare
bedieningseenheid
voorzichtig op
haar plaats.
1Schuif de lipjes onderaan in de
gleuven.
1Pak de afneembare
bedieningseenheid vast
aan beide zijden.
2Uitnemen.
9
Plaats twee AA (R6)
batterijen in de
afneembare
bedieningseenheid.
Tip
Als de afneembare bedieningseenheid niet meer
functioneert, moeten beide batterijen worden
vervangen. Als u de afneembare bedieningseenheid
niet gebruikt, moet u ze op het toestel bevestigen om
de batterijen te sparen.
Opmerkingen betreffende de
batterijen
• Plaats de batterijen in de juiste richting.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar.
• Gebruik geen batterijen van verschillende types
door elkaar.
• Gebruik geen lekkende batterijen.
• Als batterijen lekken, moet u de batterijhouder
reinigen en alle batterijen vervangen door nieuwe.
De afneembare
bedieningseenheid
gebruiken vanop afstand
Richt de afneembare bedieningseenheid op
de afstandsbedieningssensor van het toestel.
Gebruik van een optionele
afstandsbediening
Wanneer u de optionele afstandsbediening
gebruikt in combinatie met de afneembare
bedieningseenheid op het toestel, moet u ze
op de sensor in de linker bovenhoek van het
toestel richten.
Als de afneembare bedieningseenheid niet op
het toestel is bevestigd, richt u de optionele
afstandsbediening op de sensor onderaan het
toestel. Wanneer de afneembare
bedieningseenheid is losgemaakt, werkt de
sensor in de linker bovenhoek van het toestel
niet.
Afstandsbedieningssensor
(met afneembare
bedieningseenheid
bevestigd)
AA (R6) batterij
Afstandsbedieningssensor
30
30
30
30
10
Aansluiting van
optionele
AV-componenten
en buitenantennes
Opmerking betreffende de indicaties
“VIDEO” en “GAME”
Verander de indicaties VIDEO/GAME IN volgens
de aangesloten apparatuur.
Kies “VIDEO” wanneer u een videorecorder,
AM/FM tuner of cassettedeck aansluit.
Kies “GAME” wanneer u een videospelletje,
multi disc-speler of DAT deck aansluit.
Als het geluid is vervormd wanneer “VIDEO”
wordt gekozen, moet u overschakelen naar
“GAME”.
Audiocomponenten
aansluiten
Een cassettedeck aansluiten
Steek de stekkers in de aansluitingen van
dezelfde kleur.
Het geluid van het cassettedeck
beluisteren
Druk op TAPE.
Tips
Bij aansluiting van het TC-TX515 stereo
cassettedeck op de DHC-MD515, moet u de AU
BUS aansluitingen gebruiken. Meer details vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de TC-TX515.
De markeringen A en B onder de
TAPE IN/OUT aansluitingen helpen u bij het
aansluiten van het optionele TC-TX515 deck.
Opmerking
U kunt geen platenspeler zonder ingebouwde
equalizer aansluiten.
Naar de audio-uitgang
van een cassettedeck
Naar de audio-ingang
van een cassettedeck
Naar de AU BUS aansluiting van
het TC-TX515 stereo cassettedeck
U kunt uw installatie uitbreiden door
optionele componenten aan te sluiten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
betreffende component.
Een videospelletje of
videorecorder aansluiten
Sluit de stekkers aan op de aansluitingen van
dezelfde kleur.
Om het geluid van de
videorecorder te beluisteren
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“VIDEO” verschijnt.
Om het geluid van het
videospelletje te beluisteren
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“GAME” verschijnt.
Als “GAME” niet verschijnt door op
FUNCTION te drukken verandert u de
indicatie “VIDEO” in “GAME” door de
onderstaande procedure te volgen:
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot
“VIDEO” verschijnt.
2 Druk op EDIT/NO.
“GAME ?” verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
Druk nogmaals op EDIT/NO om “VIDEO”
weer te laten verschijnen.
Naar de audio-uitgang van een
videospelletje of videorecorder
11
AM-antenne
Verbind een geïsoleerde draad van 6 tot 15
meter met de aansluiting voor een AM-
antenne. Laat de meegeleverde AM-
raamantenne aangesloten.
Europees model
Andere modellen
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze
goed geaard te worden als bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding om explosiegevaar te
voorkomen.
Buitenantennes
aansluiten
Sluit de buitenantenne aan om de ontvangst
te verbeteren.
FM-antenne
Sluit de optionele FM-buitenantenne aan of u
kunt ook de TV-antenne gebruiken.
Europees model
Andere modellen
Standaard IEC aansluiting
(niet meegeleverd)
Geïsoleerde
draad (niet
meegeleverd)
75 ohm coaxiaalkabel
(niet meegeleverd)
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
Geïsoleerde draad
(niet meegeleverd)
FM
75
AM
AM
FM 75
COAXIAL
FM
75
AM
AM
FM 75
COAXIAL
Aardingsdraad
(niet meegeleverd)
12
Basishandelingen
Weergeven van
een CD
U kunt alle muziekstukken op een CD in de
originele volgorde afspelen of tot drie CD’s
na elkaar afspelen. Druk op POWER om de
installatie aan te zetten.
1 Druk op één van de CD 1 6
CD 3 6 toetsen om de disc-lade te
openen en leg een CD op de lade.
De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op
de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt.
Om andere CD’s in te brengen, drukt u
op andere CD 1 6 – CD 3 6 toetsen en
legt u vervolgens de CD’s op de lade.
Met het label
naar boven
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “ALL DISCS” verschijnt.
Om één CD af te spelen, drukt u op
CONTINUE tot “1 DISC” verschijnt.
4 Druk op (P.
De weergave begint vanaf de CD
waarvan de CD indicator groen oplicht.
Om de weergave te laten starten vanaf
een andere CD, drukt u op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het disc-ladenummer
van de gewenste CD.
1,23 4
MULTI JOG
MD/CD 1 – 3
DISC SKIP p
VOLUME
0/)
123
ALL DISCS
CD 6 .2423-10
Disc-ladenummer
POWER
Muziekstuknummer
Weergavetijd
DIMMER
CD
indicatoren
TAPE
123
ALL DISCS
CD .3503-1
Basishandelingen
13
Een CD opnemen
op MD
— CD-MD synchro-opname
U kunt een digitale opname maken van een
CD op een MD. Als de MD al muziekstukken
bevat, wordt de opname automatisch gestart
na het laatste muziekstuk. Zie pagina 47 om
muziekstukken te wissen.
Dit systeem biedt ook nog andere
opnamemogelijkheden (zie
“Opnamemethoden” op pagina 34). Kies de
meest geschikte manier van opnemen.
Druk op POWER om het systeem aan te
zetten.
1
234
5
67
8
MD 1 indicator
MD 6
EDIT/NO
MD
p
POWER
9
Om
De weergave
te stoppen
Te pauzeren
Een
muziekstuk te
kiezen
Een punt in
een
muziekstuk te
zoeken
Een CD te
kiezen
Een CD te
verwijderen of
te verwisselen
Het volume te
regelen
Tips
• In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf elk
muziekstuk.
1 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te
kiezen.
2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
3 Druk op (P.
• De CD 1 6 – CD 3 6 indicatoren geven het
volgende aan
Groen: de disc-lade wordt gekozen of afgespeeld.
Oranje: de disc-lade bevat een CD.
• Als er geen CD in de speler zit, verschijnt
“CD NO DISC”.
• U kunt de helderheid van het scherm veranderen,
Bij elke druk op de DIMMER toets verandert de
helderheid als volgt:
Helder n Donkerder n Donkerst
Opmerkingen
• Sluit de disc-lade door op de CD 1 6 – CD 3 6
toets te drukken. Probeer de disc-lade niet met de
hand te sluiten omdat ze hierdoor kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop,
aangezien dit de CD-speler kan beschadigen.
Gaat u als volgt tewerk
Druk op p.
Druk op (P. Druk nogmaals
om de weergave te hervatten.
Draai MULTI JOG rechtsom
(vooruit gaan) of linksom
(achteruit gaan) tot u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Druk tijdens de weergave op
0 of ) en laat de toets los
op het gewenste punt. “OVER”
verschijnt wanneer u het einde
van de CD hebt bereikt.
Druk op MD/CD 1 – 3. De
weergave start wanneer u op
de toets drukt.
Druk herhaaldelijk op DISC
SKIP zodat de gewenste CD
indicator groen oplicht. Druk
op (P om de CD te laten
afspelen.
Als u tijdens de weergave op
DISC SKIP drukt, wordt
overgeschakeld naar een andere
CD en start de weergave
automatisch.
Druk op de CD 1 6 – CD 3 6
toets van de CD die u wilt
verwijderen.
Draai aan VOLUME.
n
vervolg
TAPE
14
Stap 1: Een CD
klaarmaken voor opname
1 Druk op één van de CD 1 6
CD 3 6 toetsen om de disc-lade te
openen en leg een CD op de lade.
De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op
de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
om de gewenste CD te kiezen.
De gekozen CD 1 6 – CD 3 6 indicator
licht groen op.
4 Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “1 DISC” verschijnt.
Stap 2: Opname
5 Plaats een opneembare MD in de
gleuf MD 1.
Breng de MD in tot hij vastklikt. Als er
geen MD is ingebracht, wordt de MD na
een tijdje automatisch geladen. Als er
MD’s in andere gleuven zitten, wordt de
MD in de MD 1 gleuf automatisch
geladen nadat u in stap 8 op de
ENTER/YES toets hebt gedrukt.
Met het label
naar boven
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
1
DISC
NO RMAL ?
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
1
DISC
CD 1-1 0.00
Een CD opnemen op MD (vervolg)
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts
6 Druk op REC/CD-MD SYNC.
7 Draai aan MULTI JOG tot
“NORMAL ?” verschijnt.
8 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
9 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De opname start.
De CD-speler en het MD deck stoppen
automatisch wanneer alle CD’s in de
disc-lade zijn opgenomen.
Druk op p om de opname te stoppen.
CD-MD synchro-opname annuleren
Druk op EDIT/NO op een willekeurig punt
van stap 6 tot 9.
CD-MD synchro-opname stoppen
Druk op p.
Als er al een MD is ingebracht
Breng een opneembare MD in nadat u de
ingebrachte MD hebt verwijderd zoals
hieronder beschreven.
1 Druk op MD 6.
De MD wordt vrijgemaakt en uitgeworpen.
2 Trek de MD uit de gleuf.
Basishandelingen
15
Een MD afspelen
U kunt alle muziekstukken op een MD in de
originele volgorde afspelen en ook maximum
drie MD’s na elkaar afspelen, net als CD’s.
Druk op POWER om het systeem aan te
zetten.
1 Breng een MD in.
Breng de MD in tot hij vastklikt.
Controleer of de MD indicator oranje of
groen oplicht.
2 Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts.
Met het pijltje
naar het deck
gericht.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Als de MD ten einde is gedurende
opname
De CD-speler en het MD deck stoppen
automatisch.
Tips
• De muziekstuknummers en disc-titel van de CD
(zie pagina 25) worden op de MD gekopieerd
wanneer u een splinternieuwe opneembare MD
gebruikt of een MD waarvan alle muziekstukken
gewist zijn (zie pagina 48) (Disc Memo Copy
functie). Merk op dat de CD-TEXT informatie bij
sommige CD’s niet wordt benoemd.
• Als u opneemt op een CD waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, worden de
opgenomen CD muziekstukken hernummerd.
Opmerkingen
• Met deze opnamemethode kunt u alleen opnemen
op de MD in de MD 1 gleuf.
• Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd
tegen wissen en kan er niet op worden
opgenomen. Druk op MD 6 om de MD uit te
werpen en verschuif het nokje op de MD om de
gleuf te sluiten (zie pagina 33).
1
2
34
MULTI JOG
p
MD/CD 1 – 3
VOLUME
DISC SKIP
0/)
MD 6
MD indicatoren
POWER
vervolg
TAPE
16
Tips
De MD indicatoren geven het volgende aan:
Groen: de disc-gleuf is gekozen of de disc wordt
afgespeeld.
Oranje: er zit een MD in de gleuf.
In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf om het
even welk muziekstuk.
1 Druk op DISC SKIP om de gewenste MD te
kiezen.
De MD indicator van de gewenste MD licht
groen op.
2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
3 Druk op (P.
3 Druk herhaaldelijk op CONTINUE
tot “ALL DISCS” verschijnt.
Om slechts één MD af te spelen, drukt u
op de toets tot “1 DISC” verschijnt.
4 Druk op (P.
De weergave start vanaf de MD waarvan
de MD indicator groen oplicht.
Om de weergave te starten vanaf een
andere MD, drukt u op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het disc-gleufnummer
dat overeenstemt met de gewenste MD.
123
LEVEL SYNC
TRACK
ALL
DISCS
MD 1-1 .070
Een MD afspelen (vervolg)
Om
De weergave
te starten
Te pauzeren
Een
muziekstuk
te kiezen
Een punt in
een
muziekstuk
te zoeken
Een MD te
kiezen
De MD te
verwijderen
Het volume
te regelen
Gaat u als volgt tewerk
Druk op p.
Druk op (P. Druk nogmaals
om de weergave te hervatten.
Draai MULTI JOG rechtsom
(vooruit gaan) of linksom
(achteruit gaan) tot u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Druk tijdens de weergave op 0
of ) en laat de toets los op het
gewenste punt.
Druk op MD/CD 1 – 3. De
weergave start wanneer u op de
toets drukt.
Druk herhaaldelijk op DISC
SKIP zodat de gewenste MD
indicator groen oplicht. Druk op
(P om de MD te laten
afspelen.
Als u tijdens de weergave op
DISC SKIP drukt, wordt
overgeschakeld naar een andere
MD en start de weergave
automatisch.
Druk op MD 6. Trek de MD uit
de gleuf wanneer hij wordt
uitgeworpen.
Draai aan VOLUME.
Discnummer Weergavetijd
Muziekstuknummer
Basishandelingen
17
2 Druk op PRESET.
3 Draai aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste
vooringestelde zender.
* De zendernaam verschijnt alleen
wanneer u de zender hebt benoemd
(zie pagina 55).
Om niet-vooringestelde zenders te
beluisteren
Druk op MANUAL in stap 2 en draai
vervolgens aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste zender (Manuele
afstemming).
Druk op AUTO in stap 2 en draai
vervolgens aan MULTI JOG. De frequentie-
aanduiding verandert en het scannen stopt
wanneer het systeem afstemt op een zender
(Automatische afstemming).
Automatische afstemming
annuleren
Druk op p.
Tips
U kunt van een andere bron overschakelen naar
de tuner door gewoon op TUNER te drukken
(Automatische Bronselectie).
Richt de meegeleverde antenne om de ontvangst
te verbeteren.
Wanneer een FM-programma gestoord is, druk
dan op STEREO/ MONO tot “MONO” verschijnt.
Het stereo effect verdwijnt dan, maar de ontvangst
is beter. Druk nogmaals op de toets om het stereo
effect te herstellen.
Luisteren naar de
radio
Stel eerst de zenders voorin in het geheugen
van de tuner (zie pagina 6). Druk op POWER
om het systeem aan te zetten.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de
band als volgt:
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
Om
De radio af
te zetten
Het volume
te regelen
Gaat u als volgt tewerk
Druk op POWER.
Draai aan VOLUME.
Draai linksom voor
lagere
voorinstelnummers.
Draai rechtsom voor
hogere
voorinstelnummers.
Zendernaam* of
frequentieVoorinstelnummer
nn
1
2
3
VOLUME
STEREO/
MONO
AUTOMANUAL
MANUAL
FM OO. MHz51
TUNED STEREO
PRESET
FM 1O M 51O.Hz
POWER
PRESET
FM OO. MHz51
p
TAPE
18
2 Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
3 Druk op PRESET.
4 Draai aan MULTI JOG om het
voorinstelnummer van de gewenste
zender te kiezen.
* De zendernaam verschijnt alleen
wanneer u de zender hebt benoemd
(zie pagina 55).
5 Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opnamewachtstand.
6 Druk op (P.
De opname start.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Om niet-vooringestelde zenders
op te nemen
Druk op MANUAL in stap 3 en draai
vervolgens aan MULTI JOG om af te
stemmen op de gewenste zender.
Een MD inbrengen
1 Druk op de MD om over te schakelen naar
MD.
2 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP zodat de
MD indicator van de gleuf die een
opneembare MD bevat groen oplicht.
3 Druk op MD 6.
Wanneer er al een MD is ingebracht, wordt
die uitgeworpen en wordt de gekozen MD
ingebracht.
Opnemen van de
radio
U kunt een radioprogramma opnemen op een
MD. Als u gebruik maakt van een
voorbespeelde MD, zoekt het MD deck
automatisch het einde van de opname en start
de opname vanaf dat punt. Om opnames te
wissen, zie pagina 47. Druk op POWER om
het systeem aan te zetten.
1 Breng een opneembare MD in.
Laad een MD zoals beschreven onder
“Een MD inbrengen”. U kunt opnemen
op MD’s die in de MD 1 – 3 gleuven
zitten.
Met het pijltje
naar het deck
gericht.
Met het label
naar boven en
de sluiter rechts.
Voorinstelnummer
Zendernaam* of
frequentie
1
23456
p
DISC SKIP
MANUAL
MD 6
MD
POWER
MD indicatoren
123
TUNED STEREO
PRESET
FM 1O M 51O.Hz
TAPE
Basishandelingen
19
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tip
Als een AM (MG/LG, MG/KG)-zender tijdens de
opname is gestoord, moet u de AM-raamantenne
verplaatsen.
Opmerking
Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd
tegen wissen en kan er niet op worden opgenomen.
Druk op MD 6 om de MD uit te werpen en
verschuif het nokje op de MD om de gleuf te sluiten
(zie pagina 33).
20
Herhaalde
weergave van
muziekstukken op
een CD
–– Repeat Play
De CD-speler
Weergeven van CD
muziekstukken in
willekeurige
volgorde
–– Shuffle Play
U kunt alle muziekstukken op een CD of alle
CD’s in willekeurige volgorde weergeven.
1 Breng de CD’s in.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk op SHUFFLE.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
“ALL DISCS”
(Alle CD’s worden
in willekeurige
volgorde
afgespeeld.)
“1 DISC”
(De muziekstukken
op de CD waarvan
de CD 1 6 – CD 3
6 indicator groen
oplicht, worden
afgespeeld in
willekeurige
volgorde.)
˜
Alle muziekstukken of
een programma herhalen
Druk tijdens de weergave op REPEAT
tot “REPEAT” verschijnt.
Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle
muziekstukken herhalen.
Slechts één muziekstuk
herhalen
Druk tijdens het afspelen van het
gewenste muziekstuk herhaaldelijk op
REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt.
U kunt het te herhalen muziekstuk
veranderen door tijdens de weergave aan
MULTI JOG te draaien.
U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen
tijdens Shuffle of Program Play.
Repeat Play annuleren
Druk herhaaldelijk op REPEAT tot
“REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt.
REPEAT
MULTI JOG
23
4
MULTI JOG
CONTINUE
123
ALL
SHUFFLE
DISCS
CD . 4-118 716
Met deze functie kunt u een CD of alle CD’s
herhalen bij normale, willekeurige en
geprogrammeerde weergave.
TAPE
TAPE
21
CD muziekstukken
programmeren
–– Program Play
U kunt drie verschillende programma’s
maken voor alle CD’s in de gewenste
afspeelvolgorde. Elk programma kan
maximum 25 muziekstukken bevatten. U
kunt synchro-opnamen maken van
programma’s op MD’s (zie pagina 37).
4 Kies “ALL DISCS” en druk
op (P. Kies “1 DISC” en druk op
MD/CD 1 – 3 afhankelijk van de
disc-lade waarin de CD zit.
J” verschijnt en alle muziekstukken
worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
Shuffle Play annuleren
Druk op CONTINUE.
Tips
• U kunt Shuffle Play tijdens normale weergave
starten door op de SHUFFLE toets te drukken. De
CD-speler mengt alle muziekstukken, ook deze
die werden afgespeeld.
• Draai MULTI JOG rechtsom om een muziekstuk
over te slaan.
Opmerking
Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie
niet beschikbaar.
1 Breng de CD’s in.
2 Druk op CD om over te schakelen
naar CD.
Opmerkingen
• U kunt muziekstukken alleen programmeren
vanuit de stopstand.
• Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur in het
uitleesvenster kloppen en ga door met de
volgende stap.
3 Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
63
452 8
p
CONTINUE
123
PROGRAM
1
CD . 4-118 716
vervolg
DISPLAY
TAPE
22
4 Druk op DISC SKIP om de gewenste
CD te kiezen.
5 Draai aan MULTI JOG om het
gewenste muziekstuk te kiezen.
De totale speelduur met inbegrip van het
gekozen muziekstuk knippert.
6 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd.
Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk
verschijnt, gevolgd door de totale
speelduur van het programma.
7 Herhaal stap 4 tot 6 om extra
muziekstukken te programmeren.
Sla stap 4 over als u een muziekstuk van
dezelfde CD wilt kiezen.
8 Druk op (P.
Alle muziekstukken worden afgespeeld
in de gekozen volgorde.
Totale weergavetijdLaatst geprogrammeerd
muziekstuk
Program Play annuleren
Druk op CONTINUE.
Stoppen met het programmeren
van muziekstukken
Druk op p in elk gewenst punt van stap 4 tot
6.
Een eerder samengesteld
programma afspelen
Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het
gewenste programmanummer verschijnt en
druk vervolgens op (P.
Het hele programma wissen
Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het
gewenste programmanummer verschijnt en
druk vervolgens eenmaal op p in de
stopstand.
Het geprogrammeerde
muziekstuknummer controleren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op
PROGRAM tot het programmanummer dat u
wilt controleren verschijnt, en druk
vervolgens op DISPLAY.
De geprogrammeerde
muziekstukvolgorde controleren
Draai tijdens Program Play aan MULTI JOG.
Een muziekstuk toevoegen aan
een programma
1 Druk in de stopstand herhaaldelijk op
PROGRAM tot het gewenste
programmanummer verschijnt.
2 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te
kiezen.
3 Draai aan MULTI JOG om het gewenste
muziekstuk te kiezen en druk vervolgens
op ENTER/YES.
Het gekozen muziekstuk wordt
toegevoegd aan het eind van het
programma.
Gekozen disc- en
muziekstuknummers
Totale weergavetijd
Disc-ladenummer
CD muziekstukken programmeren
(vervolg)
123
PROGRAM
1
CD . 4-3AL 716
123
PROGRAM
1
CD . 7-33 90
Totaal aantal stappen
123
PROGRAM
1
CD p
e
-11 ll2S
t
123
PROGRAM
1
CD . 7-33 90
Laatst geprogrammeerd
muziekstuk
23
Gebruik van het
uitleesvenster
U kunt de resterende tijd van het huidige
muziekstuk of die van de hele CD
controleren.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tijdens
het afspelen.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Verstreken speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige
CD
1)
µ
Muziekstuktitel
2)
(alleen voor CD’s met
CD-TEXT)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
1)
De resterende speelduur van de CD verschijnt niet
tijdens geprogrammeerde of willekeurige
weergave.
2)
“No Name“ verschijnt tijdens de weergave van
een CD zonder CD-TEXT informatie.
TAPE
DISPLAY
Tips
• Om de hele CD als één programmastap te
programmeren, drukt u op ENTER/YES terwijl
“AL” verschijnt nadat u in stap 4 de gewenste CD
hebt gekozen.
• Om het programma op te nemen, zie “Favoriete
CD-muziekstukken op een MD opnemen” op
pagina 37.
• Het samengestelde programma blijft ook bestaan
wanneer geprogrammeerde weergave is
beëindigd. Om hetzelfde programma opnieuw af
te spelen, drukt u op (P. Wanneer u echter een
opname maakt met de Hit Parade functie (pagina
39), wordt PROGRAM 3 gewist.
• Als u op de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt om de
disc-lade te openen, worden de muziekstukken
van de CD in de lade uit het programma gewist.
• Wanneer de totale programmaduur meer dan 100
minuten bedraagt, verschijnt “--.--” in plaats van
de totale speelduur.
vervolg
24
Een bepaald
gedeelte van een
muziekstuk op CD
herhalen
— Loop
Met de loop-functie kunt u een deel van een
CD-muziekstuk gedurende weergave
herhalen. Hierdoor kunt u originele opnames
maken. De instelling verloopt in 20 stappen.
Origineel
Hey, Come on everybody! …
Loop
Hey, C, C, C Come on everybody! …
1 Breng een CD in.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk op CD LOOP en draai
tegelijkertijd aan MULTI JOG om de
herhaaltijd te kiezen
(“LOOP 1 – 20”).
De herhaaltijd wordt langer naarmate
het nummer hoger is.
4 Druk op de MD/CD 1 – 3 toets van
de gewenste CD om de weergave te
starten.
2
3,534
De totale speelduur en het aantal
muziekstukken op de CD
controleren
Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de
stopstand bij normale of willekeurige
weergave.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt.
n Totale speelduur en aantal muziekstukken
µ
Disc-titel
3)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
3)
“No Name” verschijnt wanneer geen titel aan de
CD is toegekend. Wanneer u op de DISPLAY toets
drukt bij het kiezen van een CD met CD-TEXT
informatie zoals de naam van de artiest, rolt de
naam in het uitleesvenster achter de disc-titel,
waarna de totale speelduur en het aantal
muziekstukken opnieuw verschijnen.
Tip
“--.--” verschijnt wanneer u de resterende speelduur
controleert van een muziekstuk met nummer hoger
dan 20.
Gebruik van het uitleesvenster
(vervolg)
TAPE
25
5 Hou CD LOOP ingedrukt op het
punt waarin u de Loop-functie wilt
starten en laat de toets los om terug
te keren naar normale weergave.
Het muziekstuk pauzeert tijdens de
loop-functie en de weergave wordt
hervat vanaf hetzelfde punt waarin u de
toets hebt losgelaten.
De herhaallengte regelen met
geluid
Draai in stap 5 aan MULTI JOG terwijl u CD
LOOP ingedrukt houdt.
De herhaallengte verandert.
Hey, C… C… C… Come on everybody! …
Herhaaltijd
Druk op CD LOOP.
Laat CD LOOP los.
n
n
Nn
Een CD benoemen
U kunt maximum 100 CD’s benoemen met 20
symbolen en tekens per CD. de titels worden
opgeslagen in het systeemgeheugen en elke
titel (disc-naam) verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u een benoemde CD
laadt.
Als u een CD benoemt en een a CD-MD
synchro-opname maakt op een blanco MD,
wordt de titel automatisch opgenomen op de
MD (Disc Memo Copy functie).
Opmerkingen
Als u een CD met CD-TEXT informatie benoemt
(zie pagina 27), verschijnt de gegeven disc-titel in
plaats van de disc-titel van de CD-TEXT
informatie.
Als u CD’s voor de eerste maal benoemt, moet
u eerst de procedure “Alle in het geheugen
opgeslagen disctitels wissen” volgens zoals
beschreven op pagina 27.
1 Breng een CD in.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
Opmerking
U kunt CD’s alleen benoemen in de stopstand.
3 Druk op CONTINUE.
23
4
5
6,9
7,12
8
10
p
CURSOR N
vervolg
TAPE
26
9 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Om een spatie in te lassen, gaat u naar
de volgende stap zonder aan MULTI
JOG te draaien. Een spatie kan niet aan
het begin worden ingelast.
10 Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 9 hebt gekozen,
stopt met knippert en de cursor schuift
naar rechts.
11 Herhaal stap 8 tot 10 om de hele titel
te voltooien.
Als u een fout heeft gemaakt, druk op
CURSOR N of n tot het teken dat u
wilt veranderen knippert, herhaal
vervolgens stap 8 tot 10.
Om het teken te wissen, drukt u op
EDIT/NO terwijl het teken knippert. Bij
elke druk op de toets wordt het
knipperende teken gewist. U kunt geen
teken invoegen tussen twee eerder
ingevoegde tekens.
12 Druk op ENTER/YES om het
benoemen te vervolledigen.
De disc-titel wordt opgeslagen in het
systeemgeheugen.
Het benoemen annuleren
Druk op p in een willekeurig punt van stap 6
tot 11.
De in het geheugen
opgeslagen titels
controleren
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen“
aan MULTI JOG tot “CD Name Check?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de
opgeslagen titels (001 – 100) die u wilt
controleren te kiezen.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
4 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
tot het disc-ladenummer van de
gewenste CD verschijnt.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur
verschijnen in het uitleesvenster, en ga
door met de volgende stap.
5 Druk op EDIT/NO.
6 Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name in?” verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES.
De cursor begint te knipperen.
8 Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletter) n a (kleine letter) n 0
(cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie)
n A…
*U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_`
Cursor
123
DISC
ALL DISCS
CD
1
Cursor
123
DISC
ALL DISCS
CD
1 A
Een CD benoemen (vervolg)
123
ALL DISCS
CD ? name
iN
27
Een disc-titel van een CD
wissen
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen”
aan MULTI JOG tot “CD Name Erase?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de
opgeslagen disc-titels (001 – 100) die u wilt
wissen te kiezen.
3 Druk op ENTER/YES om de disc-titel te
wissen.
“CD Complete” verschijnt en de disc-titel
wordt gewist.
Het wissen van een disc-titel
annuleren
Druk op p in een willekeurig punt van stap 1
tot 2.
Alle in het geheugen
opgeslagen disctitels
wissen
1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen”
aan MULTI JOG tot “CD All Erase?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
“CD All Erase??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES om alle disc-titels te
wissen.
“CD Complete” verschijnt en alle disc-titels
worden gewist.
Het wissen van alle disc-titels
annuleren
Druk op p in stap 1.
Opmerking
Als u een opname hebt gemaakt met de Hit Parade-
functie (zie pagina 39), wordt de MD niet met de
disc-titel benoemd.
De CD-TEXT
informatie
controleren
Een CD met CD-TEXT informatie (disc-titel,
naam van de artiest, muziekstuk-titel, enz.
gememoriseerd op de CD) kan worden
afgespeeld terwijl de naam van de artiest of
de titel van het huidige muziekstuk in het
uitleesvenster is weergegeven.
De disc-titels controleren
1 Breng een CD in.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP
om de CD te kiezen die u wilt
controleren.
4 Druk op EDIT/NO.
5 Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name Check?” verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES.
De disc-titel rolt in het uitleesvenster.
2
3
4
5
6
p
123
CD
-
TEXT
ALL
DISCS
CD ame he kNCc?
vervolg
TAPE
28
De muziekstuktitels
controleren
Draai in de weergave- of stopstand aan
MULTI JOG om het muziekstuk te
kiezen dat u wilt controleren.
De muziekstuktitel rolt in het uitleesvenster.
Controleren annuleren
Druk op p.
De CD-TEXT informatie
controleren tijdens het afspelen
1 Druk op EDIT/NO.
2 Draai aan MULTI JOG tot
“CD Name Check?” verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
In het uitleesvenster verschijnt de titel tot
20 tekens lang.
Opmerkingen
Bij sommige CD’s wordt de CD-TEXT informatie
niet opgenomen op MD’s.
Als de disc-titel van de CD-TEXT informatie
langer is dan 20 tekens, verschijnen de tekens
achter het 20e teken niet.
De CD-TEXT informatie controleren
(vervolg)
123
CD
-
TEXT
ALL
DISCS
Sy mphony
29
1 Breng een MD in.
2 Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3 Druk op SHUFFLE in de stopstand.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
4 Wanneer u “ALL DISCS” kiest,
druk op (P. Wanneer u “1 DISC”
kiest, druk op MD/CD 1 – 3
afhankelijk van het gleufnummer
van de gewenste MD.
J” verschijnt en alle muziekstukken
worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
U kunt alle muziekstukken op een MD of alle
MD’s in willekeurige volgorde weergeven.
Met deze functie kunt u een MD herhalen bij
normale, willekeurige en geprogrammeerde
weergave.
Alle muziekstukken of
een programma herhalen
Druk tijdens de weergave op REPEAT
tot “REPEAT” verschijnt.
Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle
muziekstukken herhalen.
Slechts één muziekstuk
herhalen
Druk tijdens het afspelen van het
gewenste muziekstuk herhaaldelijk op
REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt.
U kunt het te herhalen muziekstuk
veranderen door tijdens de weergave aan
MULTI JOG te draaien.
U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen
tijdens Shuffle of Program Play.
Repeat Play annuleren
Druk herhaaldelijk op REPEAT tot
“REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt.
“ALL DISCS”
(Alle MD’s
worden in
willekeurige
volgorde
afgespeeld.)
“1 DISC”
(De muziekstukken op de
MD waarvan de MD 1 –
MD 3 indicator groen
oplicht, worden afgespeeld
in willekeurige volgorde.)
˜
Het MD deck – Weergave
123
LEVEL SYNC
-
ALL
SHUFFLE
DISCS
MD1-1 71.476
vervolg
Muziekstukken op
een MD
herhaaldelijk
weergeven
— Repeat Play
REPEAT
MULTI JOG
Weergeven van MD
muziekstukken in
willekeurige
volgorde
–– Shuffle Play
TAPE
23
4
p
CONTINUE
MULTI JOG
TAPE
30
U kunt 25 muziekstukken van alle MD’s in
een bepaalde afspeelvolgorde programmeren.
Shuffle Play annuleren
Druk op p om de weergave te stoppen en
druk vervolgens op CONTINUE.
Tip
Draai MULTI JOG rechtsom om muziekstukken
over te slaan.
Opmerkingen
Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie
niet beschikbaar.
“MD Push STOP !” verschijnt als u tijdens het
afspelen van een MD op de CONTINUE,
SHUFFLE of PROGRAM toets drukt om de
weergavestand te wijzigen. Druk op p om de
weergave te stoppen als u de weergavestand wilt
wijzigen.
Gleufnummer van de
gekozen MD
123
LEVEL SYNC
-
TRACK
PROGRAM
MD1-A 71.4L6
Weergeven van MD muziekstukken
in willekeurige volgorde (vervolg)
MD muziekstukken
programmeren
–– Program Play
2
3
4568
p
CONTINUE
TAPE
1 Breng een MD in.
2 Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
Opmerkingen
Muziekstukken kunnen enkel in de
stopstand worden geprogrammeerd.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur in het
uitleesvenster zijn aangegeven en ga naar de
volgende stap.
3 Druk op PROGRAM in de
stopstand.
4 Druk op DISC SKIP om de gewenste
MD te kiezen.
5 Draai aan MULTI JOG om het
gewenste muziekstuk te kiezen.
31
Tips
Om de hele MD te programmeren drukt u op
ENTER/YES terwijl p“AL” verschijnt nadat u de
gewenste MD hebt gekozen in stap 4.
Het samengestelde programma blijft behouden na
afloop van Program Play. Om het programma
opnieuw te laten afspelen, drukt u op (P.
Als u een MD uitwerpt uit de MD 1 – 3 gleuf,
worden de muziekstukken van de uitgeworpen
MD uit het programma gewist.
Wanneer de totale duur van het programma
langer is dan 100 minuten, verschijnt “--.--” in
plaats van de totale speelduur.
6 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het
totale aantal geprogrammeerde
muziekstukken verschijnt samen met de
totale speelduur van het programma.
7 Herhaal stap 4 tot 6 om andere
muziekstukken te programmeren.
8 Druk op (P.
Alle muziekstukken worden afgespeeld
in de gekozen volgorde.
Program Play annuleren
Druk op p om de weergave te stoppen en
druk vervolgens op CONTINUE.
Programmeren van muziekstukken
annuleren
Druk op p in om het even welk punt van
stap 4 tot 6.
Het hele programma wissen
Druk eenmaal op p in de programmeer-
stopstand
Een muziekstuk toevoegen aan
het eind van het programma.
1 Draai in de stopstand aan MULTI JOG tot
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
Het gekozen muziekstuk wordt
toegevoegd aan het eind van het
programma.
Laatst
geprogrammeerd
muziekstuk
Totale speelduur
123
LEVEL SYNC
-
PROGRAM
MD1-3 90.7
32
U kunt de resterende speelduur van een
muziekstuk of van een MD controleren.
De resterende duur van
een muziekstuk
controleren
Druk tijdens de weergave op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Speelduur en nummer van het huidige
muziekstuk.
µ
Resterende duur en nummer van het
huidige muziekstuk.
µ
Titel van het huidige muziekstuk
1)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
1)
“No Name” verschijnt als er geen titel werd
opgeslagen. Voor het benoemen van
muziekstukken, zie pagina 46.
TAPE
DISPLAY
Gebruik van het
MD-uitleesvenster
De resterende duur van
een disc controleren
Druk op DISPLAY in de stopstand.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Totale speelduur en muziekstuknummer
op de MD
µ
Resterende opnametijd op de MD (enkel
voor een opneembare MD)
µ
Disc-titel
2)
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
2)
“No Name” verschijnt als er geen titel werd
opgeslagen. Voor het benoemen van
muziekstukken, zie pagina 46.
33
Een MD (Mini Disc) biedt u de mogelijkheid
om muziek digitaal op te nemen en af te
spelen met de hoge geluidskwaliteit van
CD’s. Bovendien kunnen de muziekstukken
op een MD worden gemarkeerd. Zo kunt u
snel een bepaald punt zoeken of opnames
bewerken. De opnamemethode verschilt
echter afhankelijk van de bron waarvan u
opneemt. Ook de manier waarop
muziekstukken worden opgenomen, verschilt
afhankelijk van de bron.
Opnamebron:
CD-speler van het systeem
Het digitale signaal van de CD wordt als
dusdanig opgenomen (digitale opname
1)
).
Muziekstuknummers worden automatisch
gemarkeerd zoals op de originele CD.
Andere digitale componenten
(bijvoorbeeld een DAT deck)
Het digitale signaal wordt omgezet naar
een analoog signaal en vervolgens
opnieuw omgezet naar een digitaal signaal
en opgenomen
2)
(analoge opname).
Een muziekstuknummer wordt
gemarkeerd aan het begin van de opname,
maar wanneer u de Level Synchro functie
aanzet (zie pagina 43), worden de
muziekstuknummers automatisch
gemarkeerd volgens het niveau van het
ingangssignaal.
De tuner van het systeem en andere
analoge componenten
(bijvoorbeeld een cassettedeck)
Het analoge signaal wordt omgezet naar
een digitaal signaal en opgenomen
(analoge opname).
Een muziekstuknummer wordt
gemarkeerd aan het begin van de opname,
maar wanneer u de Level Synchro functie
aanzet (zie pagina 43), worden de
muziekstuknummers automatisch
gemarkeerd volgens het niveau van het
ingangssignaal.
1)
Voor details omtrent de beperkingen van digitale
opname, zie pagina 64.
2)
Dit signaal wordt geconverteerd omdat dit
systeem niet over een digitale ingang beschikt.
Het MD deck – Opnemen
Voor u begint op te
nemen
Opmerking over de MD-
muziekstuknummers
Op een MD is de informatie over het
muziekstuknummer (muziekstukvolgorde),
muziekstukstart- en eindpunt etc., opgeslagen in de
TOC
3)
zone onafhankelijk van de geluidsinformatie.
U kan opgenomen muziekstukken snel bewerken
door de TOC-informatie te wijzigen.
3)
TOC: Inhoud
Na de opname
Druk op MD 6 en trek aan de MD of
druk op POWER om het systeem af te
zetten.
“TOC Write” begint te knipperen. Het MD
deck werkt de TOC informatie van de MD bij
en de opname wordt beëindigd.
Opmerking
De opname op een MD is voltooid wanneer de TOC
is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de TOC
is bijgewerkt, wordt de opname niet gememoriseerd
op de MD.
Het bijwerken van de TOC begint wanneer u één
van de volgende handelingen verricht. Doe eerst het
volgende alvorens de stekker uit het stopcontact te
trekken.
— Werp de MD uit.
— Druk op POWER om het systeem af te zetten.
Een opgenomen MD beveiligen
Om een opgenomen MD te beveiligen, verschuift
u het nokje om de gleuf te openen.
Er kan dan niet worden opgenomen op de MD.
Om op te nemen op de MD, schuift u het nokje
weer in de andere richting.
Als de MD tegen opname beschermd is, verschijnt
“MD Protected” in het uitleesvenster en kan er
niet op de MD opgenomen worden. Schuif het
nokje om de gleuf te sluiten.
Nokje
Verschuif het
nokje.
34
Elk programma (programma 1 – 3)
opnemen op elke MD afzonderlijk
(3PGM tot 3MD, pagina 38)
Alleen het eerste muziekstuk opnemen op
elke CD (Hit Parade, pagina 39)
Het huidige CD-muziekstuk meteen
opnemen (Rec It, pagina 40)
Manueel opnemen (pagina 41)
Uw favoriete muziekstukken
opnemen
Opnamen beginnen met 6 seconden
vooropgeslagen audiogegevens (Time
Machine opname, pagina 42)
Wanneer u opneemt van een FM of
satellietzender, kunt u dergelijk verlies
voorkomen.
3 seconden tijd tussen opnamen laten
(Smart Space/Auto Cut, pagina 44)
Tijdens een digitale opname kunt u
automatisch een ruimte van 3 seconden
laten tussen muziekstukken.
Muziekstuknummers automatisch
markeren tijdens het opnemen (Level
Synchro opname, pagina 43)
U kunt muziekstuknummers automatisch
markeren aan de hand van de blanco
ruimte tussen muziekstukken.
Muziekstuknummers markeren op een
bepaald punt tijdens het opnemen
(pagina 43)
Tijdens analoge of digitale opname kunnen
muziekstuknummers te allen tijde worden
gemarkeerd.
Na het opnemen kunt u de opgenomen
muziekstukken bewerken, b.v. de volgorde
wijzigen, ongewenste muziekstukken wissen.
MD1
MD1
MD2
MD3
MD1
MD1
MD2
MD1
PROGRAM
MD1
MD2
MD3
PROGRAM 1
PROGRAM 2
PROGRAM 3
MD1
Muziekstuk 1
Muziekstuk 1
Muziekstuk 1
MD
Huidig
muziekstuk
Dit systeem biedt negen verschillende
opnamemogelijkheden. Kies de meest
geschikte opnamemethode.
Een hele CD opnemen
U kunt een CD opnemen op een MD in
dezelfde volgorde als de originele CD.
Een CD opnemen op een MD (CD-MD
synchro-opname, pagina 13)
Drie CD’s in elk disc-nummer (CD 1 – 3)
opnemen op elke MD afzonderlijk (3CD tot
3MD synchro-opname, pagina 35)
Drie CD’s na elkaar opnemen op MD’s
(aansluitende opname, pagina 36)
Uw favoriete muziekstukken
opnemen
U kunt het samengestelde CD-programma
opnemen op MD’s. U kunt de gewenste
muziekstukken kiezen uit maximum drie
CD’s.
Eén programma opnemen op een MD
(pagina 37)
Opnamemethoden
35
Verscheidene CD’s
opnemen op
verscheidene MD’s
3CD tot 3MD synchro-opname
1 Breng CD’s in.
2 Plaats opneembare MD’s in de
gleuven die overeenkomen met het
disc-ladenummer van ingebrachte
CD’s.
3 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
4 Druk op REC/CD-MD SYNC.
5 Draai aan MULTI JOG tot
“3CD n 3MD ?” verschijnt.
3
45
6
7
EDIT/NO
p
123
123
SYNC
LEVEL SYNC
-
ALL DISCS
3CD-> MD ?3
TAPE
123
123
SYNC
LEVEL SYNC
ALL DISC
CD 1-1 0.00
Elke CD wordt opgenomen op de MD met
het corresponderende gleufnummer. Zo
wordt bijvoorbeeld CD 1 opgenomen op MD
1, CD 2 op MD 2 en CD 3 op MD 3. Zorg
ervoor dat de betreffende gleuven MD’s
bevatten.
6 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
7 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De opname begint van CD 1 en gaat
door tot CD 3. Wanneer van CD wordt
gewisseld, wordt ook de betreffende MD
geladen. De CD-speler en het MD deck
stoppen automatisch wanneer alle CD’s
in de disc-lade zijn opgenomen.
Opname annuleren
Druk op EDIT/NO in om het even welk punt
van stap 3 tot 5.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tips
De MD wordt benoemd met de disc-titel van de
CD (zie pagina 46) wanneer u een splinternieuwe
opneembare MD gebruikt of een MD waarvan alle
muziekstukken gewist zijn (zie pagina 48) (Disc
Memo Copy functie). Merk op dat de CD-TEXT
informatie bij sommige CD’s niet wordt benoemd.
De opname van de huidige CD wordt
overgeslagen en de opname van de volgende CD
begint in de volgende gevallen:
Er is geen MD met hetzelfde nummer als de CD.
De MD is beveiligd tegen wissen.
Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stopt
zowel het CD-als het MD-deck en begint de
opname van de volgende CD.
36
Drie CD’s na elkaar
opnemen op MD’s
— Aansluitende opname
1 Breng CD’s in.
2 Breng een opneembare MD in.
De opname begint van de MD in de MD-
gleuf 1. Verwijder eventueel de MD
waarop u niet wilt opnemen.
3 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
4 Druk op REC/CD-MD SYNC.
5 Draai aan MULTI JOG tot
“SEAMLESS ?” verschijnt.
3 p
45
67
EDIT/NO
123
123
SYNC
LEVEL SYNC
-
ALL DISCS
SEAML SS ?E
Voorbeeld 1 Voorbeeld 2
MD1
MD1
MD2
TAPE
123
12
SYNC
LEVEL SYNC
ALL DISC
CD 1-1 0.00
Met deze functie kunnen drie CD’s of MD’s
na elkaar worden opgenomen.
6 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin.
Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
7 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. Als de MD in MD 1 gleuf
vol is, wordt de rest van de CD
opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. De CD-speler en het MD deck
stoppen automatisch wanneer alle CD’s
in de disc-lade zijn opgenomen.
Opname annuleren
Druk op EDIT/NO in om het even welk punt
van stap 3 to 5.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerkingen
De Disc Memo Copy functie is niet beschikbaar
tijdens aansluitende opname.
Als de MD in MD 1 gleuf vol is, wordt de rest van
de CD opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. Plaats een andere opneembare MD in de
volgende gleuf en verwijder eerst de MD waarop
u niet wilt opnemen.
37
23
4
6
5
6 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is geprogrammeerd.
Het totale aantal geprogrammeerde
stappen en de totale speelduur van het
programma verschijnen.
7 Herhaal stap 4 tot 6 om bijkomende
muziekstukken te programmeren.
8 Herhaal stap 3 tot 7 om een ander
programma te laten volgen.
Stap 2: Programma’s
opnemen op MD’s
Ga door met de onderstaande procedure
(“Een programma opnemen” of
“Verscheidene programma’s opnemen”)
naargelang van het aantal op te nemen
programma’s.
– Een programma
opnemen
9 Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
912
11
13
pEDIT/NO
123
1
PROGRAM
1
CD1- 2534.
TAPE
vervolg
Favoriete CD-
muziekstukken op
een MD opnemen
— 3PGM tot 3MD
U kan uw favoriete CD muziekstukken met
de Programme Play functie selecteren, en het
programma daarna op een MD opnemen met
behulp van de CD-MD Synchro Recording
functie.
Een programma opnemen op een MD
Verscheidene programma’s opnemen op
verscheidene MD’s (3PGM tot 3MD)
Stap 1: De gewenste
muziekstukken
programmeren
1 Breng de CD’s in.
2 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
3 Druk herhaaldelijk op PROGRAM
tot het gewenste
programmanummer (“PROGRAM
1” – “PROGRAM 3”) verschijnt.
4 Druk op DISC SKIP om de gewenste
CD te kiezen.
5 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste muziekstuk verschijnt.
TAPE
38
Favoriete CD-muziekstukken op
een MD opnemen (vervolg)
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
-
PROGRAM
NORMAL ?
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
PROGRAM
1
CD 1-3 0.00
123
123
SYNC
LEVEL SYNC
-
PROGRAM
1
3PG ->3 ?MDM
123
123
SYNC
LEVEL SYNC
PROGRAM
1
CD 1-3 0.00
10 Breng een opneembare MD in de
MD 1 gleuf.
U kunt alleen opnemen op de MD die is
ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD
1 indicator groen oplicht, verwijdert u de
reeds ingebrachte MD.
11 Druk op REC/CD-MD SYNC en
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “NORMAL ?” verschijnt.
12 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
13 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. De CD-speler en het MD-
deck stoppen automatisch wanneer de
opname is voltooid.
– Verscheidene
programma’s opnemen
10 Steek opneembare MD’s in de
gleuven die overeenkomen met de
gewenste programmanummers.
11 Druk op REC/CD-MD SYNC en
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “3PGM n 3MD ?” verschijnt.
12 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
13 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De opname begint van PROGRAM 1 tot
PROGRAM 3. Wanneer het programma
wisselt, wordt de betreffende MD
tegelijkertijd geladen. De CD-speler en
het MD-deck stoppen automatisch
wanneer de opname is voltooid.
De opname annuleren
Druk op p tijdens het programmeren van
muziekstukken of EDIT/NO nadat u op
REC/CD-MD SYNC hebt gedrukt.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
39
Deze functie is handig om alleen het eerste
muziekstuk van elke CD na elkaar op te
nemen.
Opnemen van drie CD’s
1 Breng CD’s in.
2 Breng een opneembare MD in de
MD 1 gleuf.
U kunt alleen opnemen op de MD die is
ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD
1 indicator groen oplicht, drukt u op
MD 6 en verwijdert u de reeds
ingebrachte MD.
3 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD.
4 Druk op REC/CD-MD SYNC en
draai vervolgens aan MULTI JOG
tot “HIT PARADE ?” verschijnt.
3
4
56
p
EDIT/NO
vervolg
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerkingen
• Wanneer u slechts één programma opneemt door
“NORMAL” te kiezen, kunt u alleen opnemen op
de MD in de MD 1 gleuf.
• Als u verscheidene programma’s opneemt, wordt
elk programma alleen opgenomen op de MD in
hetzelfde gleufnummer als het gewenste
programmanummer.
• Bij het opnemen van verscheidene programma’s
door “3PGM n 3MD” te kiezen, wordt het
huidige programma niet verder opgenomen en
begint de opname van het volgende programma
in de volgende gevallen:
er zit geen MD in hetzelfde gleufnummer als
het programmanummer dat u wilt opnemen;
de MD is beveiligd tegen wissen.
• Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
zowel de CD-speler als het MD deck.
Bij opname van verscheidene programma’s, start
de opname van het volgende programma.
TAPE
4
Alleen het eerste
muziekstuk op elke
CD opnemen
— Hit Parade
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
-
ALL DISCS
HIT PAR ?ADE
40
Het huidige CD
muziekstuk
opnemen
— Rec It
5 Druk op ENTER/YES.
“SYNC” in het uitleesvenster begint te
knipperen en blijft dan branden. Het MD
deck schakelt over naar de opname-
wachtstand en de CD pauzeert in het
begin. Als u een MD gebruikt waarop al
muziekstukken zijn opgenomen, zoekt
het MD deck automatisch het einde van
de opname en start de opname vanaf dat
punt.
6 Controleer of “SYNC” stopt met
knipperen en druk dan op (P.
De CD begint te spelen en de MD begint
op te nemen. De CD-speler en het MD-
deck stoppen automatisch wanneer de
opname is voltooid.
Opnemen van vier of
meer CD’s
Herhaal stap 1 en 4 tot 6.
Opname annuleren
Druk op EDIT/NO in step 4.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerking
U kunt alleen opnemen op de MD in de MD 1 gleuf.
1 Breng een CD in.
2 Breng een opneembare MD in (zie
pagina 18).
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
3 Druk op de CD toets om over te
schakelen naar CD en druk
vervolgens op MD/CD 1 – 3.
De CD begint te spelen.
4 Druk op REC IT wanneer u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
De CD keert terug naar het begin van het
muziekstuk en de opname start. Het MD
deck stopt automatisch wanneer het
huidige muziekstuk ten einde is.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
U kunt het CD muziekstuk dat u wilt
opnemen kiezen terwijl u het beluistert en
vervolgens meteen beginnen opnemen.
4
3
p
Alleen het eerste muziekstuk op
elke CD opnemen (vervolg)
123
1
SYNC
LEVEL SYNC
PROGRAM
3
CD 1-1 0.00
TAPE
41
De opname stoppen
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Tip
Telkens wanneer u tijdens het opnemen op de
DISPLAY toets drukt, verschijnen de opnameduur
en de resterende opnameduur afwisselend op het
scherm.
2
p
3
4
1 Breng een opneembare MD in (zie
pagina 18).
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de opnamebron te kiezen (b.v.
TAPE).
TUNER: opnemen van de radio
VIDEO/GAME: opnemen van de
component die is aangesloten op
VIDEO/GAME IN
TAPE: opnemen van een optioneel
cassettedeck
CD: opnemen van een CD
3 Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
4 Druk op (P.
De opname start.
5 Start de weergave met de
opnamebron.
Deze functie is handig voor het opnemen van
radioprogramma’s of het opnemen van
aangesloten optionele componenten. Het
systeem zoekt automatisch het einde van een
opname op MD en begint van daar op te
nemen. Zie pagina 18 voor meer details over
opname van radioprogramma’s.
Handmatig
opnemen op een
MD
TAPE
42
Als u in stap 5 op
de ENTER/YES
toets drukt
Opgenomen
gedeelte
Tijd
Begin van de
opnamebron
Einde van de
opnamebron
Audiogegevens in
buffergeheugen van 6 seconden
2
p
3
5
1 Breng een opneembare MD in.
U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3
gleuven.
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de opnamebron te kiezen (b.v.
TUNER).
TUNER: opnemen van de radio
VIDEO/GAME: opnemen van de
component die is aangesloten op
VIDEO/GAME IN
TAPE: opnemen van een optioneel
cassettedeck
3 Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
4 Start de weergave met de
opnamebron.
5 Druk op ENTER/YES op het punt
waar u de opname wilt laten
beginnen.
De geluidsopname begint met de 6
seconden audiogegevens die in het
buffergeheugen opgeslagen zitten.
Time Machine opname annuleren
Druk op p.
Na het opnemen
Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en
de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op
de MD.
Terwijl “TOC Write” knippert
Om de opname niet te onderbreken, mag u
het toestel niet verplaatsen of de stekker uit
het stopcontact trekken. Het deck werkt de
inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij
terwijl “TOC” knippert.
Opmerking
Het MD deck begint met het opslaan van audio
gegevens wanneer het deck in de
opnamewachtstand staat en u begint met het
weergeven van de bron. Wanneer de bron minder
dan 6 seconden heeft gespeeld en er audiogegevens
in het buffergeheugen zijn opgeslagen, begint de
Time Machine opname met minder dan 6 seconden
audiogegevens.
Opnamen
beginnen met 6
seconden
vooropgeslagen
audio gegevens
Time Machine opname
Wanneer u opneemt van een FM of
satellietzender, gaan de eerste paar seconden
vaak verloren vanwege de tijd die nodig is
om zeker te zijn dat de inhoud correct is en
de opname-toets in te drukken. Om dergelijk
verlies te voorkomen, slaat de Time Machine
Opname functie permanent 6 seconden van
de meest recente audio gegevens op in een
buffergeheugen. Wanneer u de geluidsbron
begint op te nemen, begint de eigenlijke
opname met de 6 seconden audio gegevens
die vooraf in het buffergeheugen opgeslagen
zitten, zoals blijkt uit onderstaande illustratie:
TAPE
43
4 Druk op ENTER/YES.
“LEVELSync ON?” verschijnt.
5 Druk nogmaals op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” licht op.
6 Druk op (P.
De opname start.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Markeren van muziekstukken
annuleren
1 Druk in de opname-wachtstand op
EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI
JOG tot “LevelSync?” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“LevelSyncOFF?” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
“LEVEL-SYNC” dooft.
Als “LEVEL-SYNC” niet oplicht, wordt een
muziekstuknummer alleen aan het begin van
elke opname gemarkeerd.
Opmerking
U kunt muziekstuknummers niet automatisch
markeren wanneer de opname-geluidsbron ruis
bevat (bv. cassettes of radioprogramma’s).
Muziekstuknummers
markeren op een
specifiek punt tijdens de
opname
U kunt op elk ogenblik muziekstuknummers
markeren, onafhankelijk van het type
geluidsbron of aansluiting.
Druk tijdens het opnemen op REC/CD-
MD SYNC in het punt waarin u een
muziekstukmarkering wilt toevoegen.
De volgende muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Muziekstuknummers
markeren
TAPE
REC/CD-MD SYNC
2
4,5
3
6
p
1
TAPE
U kunt muziekstuknummers markeren als
volgt:
Automatisch tijdens het opnemen
Bij opname vanaf de CD van dit toestel (digitale
opname) worden de muziekstuknummers
automatisch gemarkeerd. Bij opname vanaf
andere bronnen kunt u muziekstuknummers
automatisch markeren met behulp van de Level
Synchro opnamefunctie.
Op een willkeurig punt tijdens de opname
U kunt muziekstuknummers markeren tijdens de
opname van een willekeurige bron.
Automatisch
muziekstuknummers
markeren tijdens de
opname
— Level Synchro opname
Muziekstuknummers worden automatisch
gemarkeerd wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden onder een bepaald
niveau blijft en dan het vorige niveau
overschrijdt.
Deze functie is af fabriek ingesteld op ON. Als
“LEVEL-SYNC” niet tijdens analoge opname
in het uitleesvenster verschijnt, volgt u de
onderstaande procedure om ze aan te zetten.
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om “TUNER”, “TAPE” of
“VIDEO/GAME” te kiezen.
2 Druk op REC/CD-MD SYNC.
Het MD deck schakelt over naar de
opname-wachtstand.
3 Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“LEVELSync?” verschijnt.
44
De functies Smart Space en Auto Cut laten u
toe om automatisch een stilte van 3 seconden
in te lassen tussen muziekstukken tijdens het
maken van een digitale opname.
Smart Space
Indien er een langere stilte is van 3 tot 30
seconden bij het maken van een digitale
opname, vervangt het MD deck de stilte door
een blanco ruimte van ongeveer 3 seconden
en gaat dan verder met opnemen.
Auto Cut
Indien er tijdens digitale opname een stilte
van meer dan 30 seconden is, vervangt het
MD deck de stilte van meer dan 30 seconden
door een blanco ruimte van 3 seconden en
schakelt over naar de pauzestand.
Tips
De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek ingesteld op ON.
Indien u de stroom afzet of de stekker uit het
stopcontact trekt, zal het MD deck de laatste
instelling (aan of uit) van de functies Smart Space
en Auto Cut oproepen wanneer u het toestel de
volgende keer inschakelt.
1 Druk op REC/CD-MD SYNC om
over te schakelen naar de opname-
wachtstand.
1
2
3,4
5
Een 3 seconden
blanco ruimte
maken tussen
muziekstukken
Smart Space/Auto Cut
2 Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“S. Space ?” verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES
“S. Space ON ?” verschijnt.
4 Druk nogmaals op ENTER/YES.
5 Druk op (P.
De opname start.
Als “Smart Space” verschijnt tijdens de
opname, is de Smart Space functie
geactiveerd. Als “Auto Cut” verschijnt is
de Auto Cut functie geactiveerd.
Stoppen met opnemen
Druk op p.
Smart Space en Auto Cut
uitschakelen
1 Druk in de opname-wachtstand
herhaaldelijk op EDIT/NO tot “S. Space ?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“S. Space OFF?” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
TAPE
p
45
Het MD deck – Bewerken
U kunt de opgenomen muziekstukken op de
MD bewerken. Zo kunt u originele MD’s
samenstellen zonder ze te kopiëren.
Bewerkfuncties
Name – MD’s benoemen
Gebruik deze functie om de discs en de
muziekstukken te benoemen. U kunt hoofdletters,
kleine letters, cijfers en symbolen gebruiken voor
de titels.
Erase – Opnames wissen
Gebruik deze functie om ongewenste
muziekstukken of delen te wissen.
Move – De volgorde van de
muziekstukken veranderen
Gebruik de Move Functie om de
muziekstuknummering te wijzigen
Divide – Markeren van
muziekstuknummers van opgenomen
radioprogramma’s.
Gebruik deze functie om muziekstuknummers toe
te voegen. Zo kunt u snel de gewenste fragmenten
terugvinden.
Combine – Opgenomen
muziekstukken samenvoegen
Dank zij deze functie wordt de blanco ruimte
tussen twee muziekstukken gewist en worden die
twee muziekstukken gecombineerd tot één. U kan
muziekstukken combineren die elkaar niet
opvolgen, b.v. muziekstuk 1 en muziekstuk 4, enz.
Undo – De laatste bewerking
annuleren
Met deze functie kunt u de laatste bewerking
annuleren en de inhoud van de MD herstellen in
de toestand van vóór de bewerking.
Voor u begint te
bewerken
Voor u begint te
bewerken
Om MD’s te bewerken, eist het MD deck het
volgende:
De MD moet beschrijfbaar zijn.
Het MD deck staat in continu-stand.
Voor u begint te bewerken, moet u de
voorwaarden controleren aan de hand van
onderstaande procedure.
1 Controleer of de MD niet is
beveiligd tegen wissen.
Als de MD is beveiligd, kunt u deze niet
monteren. Verschuif het nokje om de
gleuf te sluiten.
2 Druk op CONTINUE.
U kunt enkel MD’s in de continu-stand
bewerken. U kunt geen MD’s in Shuffle
of Program mode bewerken.
Na het bewerken
Druk op MD 6 en trek aan de MD of
druk op POWER om het systeem af te
zetten.
“TOC Write” begint te knipperen. Het MD
deck werkt de TOC informatie van de MD bij
en de opname wordt beëindigd.
Opmerking
De bewerking van een MD is voltooid wanneer de
TOC is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de
TOC is bijgewerkt, wordt de bewerking niet op de
MD opgeslagen. De TOC wordt bijgewerkt wanneer
u één van de volgende handelingen verricht. Zorg
ervoor dat u dit doet voor u de stekker uittrekt.
Werp de MD uit.
Druk op POWER om het systeem af te zetten.
46
Een MD benoemen
— Name functie
U kunt titels (namen) voor uw opgenomen
MD’s en muziekstukken aanmaken. Voor
elke disc kunt u maximum 1.700 tekens
gebruiken.
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3 Druk op p om de weergave te
stoppen.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de speelduur
verschijnen in het uitleesvenster en ga
door met de volgende stap.
Om een muziekstuk te benoemen, draait
u aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
4 Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“MD Name in ?” verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
De cursor begint te knipperen.
234 5,10 6
4,7 8
CURSOR N
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_`
123
LEVEL SYNC
-
DISC
ALL
DISCS
Nam ?eniMD
123
LEVEL SYNC
-
DISC
ALL
DISCS
D1M
123
LEVEL SYNC
-
DISC
ALL
DISCS
D1M A
6 Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletter) n a (kleine letter)
n 0 (cijfers) n ! (symbolen)*
n (spatie) n A…
*U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
7 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Om een blanco spatie in te lassen, gaat u
naar de volgende stap zonder aan
MULTI JOG te draaien. Aan het begin
kan geen blanco spatie worden ingelast.
8 Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 7 geselecteerd
heeft stopt met knipperen en de cursor
gaat naar rechts.
9 Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te
vervolledigen.
Als u een fout hebt gemaakt, druk dan
op CURSOR N of n tot het gewenste
teken knippert en herhaal vervolgens
stap 6 tot 8. Om een teken te wissen,
drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op
de toets wordt het teken in de huidige
positie gewist. U kunt geen teken tussen
reeds ingevoerde tekens plaatsen.
10 Druk op ENTER/YES om het
benoemen te beëindigen.
De ingevoerde titels verschijnen
achtereenvolgens, en vervolgens gaat het
uitleesvenster weer naar de originele
positie.
TAPE
DISC SKIP
47
2
3,4
4 5,6
p
vervolg
TAPE
Muziekstuknummer
Originele
muziekstukken
AC D
Muziekstukken
na het wissen
123
123
4
Het benoemen annuleren.
Druk op p.
Titels controleren
Om de disc-titel te controleren, drukt u
herhaaldelijk op DISC SKIP om de MD te
kiezen die u wilt controleren. Om de
muziekstuk-titel te controleren, draait u in de
stopstand aan MULTI JOG tot het gewenste
muziekstuk verschijnt. De titel rolt dan in het
uitleesvenster.
Opmerkingen
• U kunt de titels controleren door op de DISPLAY
toets te drukken. Als de disc-titel echter meer dan
10 tekens telt (of de muziekstuk-titel meer dan 7
tekens telt), verschijnen de tekens na het 10e (of
7e) teken niet.
• U kunt een muziekstuk benoemen tijdens het
afspelen maar het benoemen moet zijn voltooid
voor het muziekstuk ten einde is.
Alle titels wissen
1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen”
aan MULTI JOG tot “Name AllErs?”
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
“Name AllErs??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt en alle disc- en
muziekstuk-titels worden gewist.
Wissen annuleren
Druk op EDIT/NO.
Een disc-titel van een MD
wissen
1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen”
aan MULTI JOG tot “DiscNameErs?”
verschijnt en druk vervolgens op
ENTER/YES.
“DiscNameErs??” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
De disc-titel wordt gewist.
Een muziekstuktitel
wissen
1 Draai aan MULTI JOG tot de gewenste
muziekstuktitel verschijnt.
2 Druk op EDIT/NO, draai aan MULTI JOG
tot “Name Ers?” verschijnt en druk
vervolgens op ENTER/YES.
“Name Ers??” verschijnt.
3 Druk nogmaals op ENTER/YES.
De muziekstuktitel die u in stap 1
geselecteerd heeft is gewist.
Met het MD deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.
De drie opties om opnames te wissen zijn:
Eén muziekstuk wissen
Alle muziekstukken wissen
Een deel van een muziekstuk wissen
Met de Undo-functie kunt u de toestand van
voor het wissen herstellen. Controleer
zorgvuldig het te wissen gedeelte omdat een
bewerking niet meer ongedaan kan worden
gemaakt nadat u een andere bewerking hebt
uitgevoerd.
Eén muziekstuk wissen
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon
het nummer te selecteren. Wanneer u het
muziekstuk wist, vermindert het totaal aantal
muziekstukken op de MD met één nummer en
worden alle volgende muziekstukken na het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
B.v.: Muziekstuk 2 wissen.
Wanneer u verschillende muziekstukken
wist, moet u van het hoogste tot het laatste
nummer te werk gaan om de hernummering
van de muziekstukken die nog niet werden
gewist te voorkomen.
Opnames wissen
— Erase functie
AB C D
Muziekstuk 2 wissen.
48
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3 Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer dat u wilt
wissen verschijnt.
4 Druk op EDIT/NO en draai
vervolgens aan MULTI JOG tot
“Erase ?” verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
“Erase ??” verschijnt.
Druk op p om het wissen te annuleren.
6 Druk nogmaals op ENTER/YES om
het muziekstuk te wissen.
“MD Complete” verschijnt enkele
seconden en het gekozen muziekstuk en
de titel worden gewist.
De Erase functie annuleren
Druk op p.
Opmerking
“Erase!! ?” verschijnt wanneer het muziekstuk op
een ander deck opgenomen of bewerkt werd en
tegen wissen beschermd is. Om het muziekstuk te
wissen, druk op ENTER/YES terwijl “Erase!! ?”
verschijnt.
123
LEVEL SYNC
-
ALL DISCS
MD1-2
Muziekstuknummers
die u wilt wissen
Alle muziekstukken
wissen
U kunt de volledige MD in één keer wissen
(alle titels en muziekstukken).
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3 Druk in de stopstand op EDIT/NO
en draai aan MULTI JOG tot
“MD All Erase?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
“MD AllErase??” verschijnt.
5 Druk nogmaals op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en alle opgenomen
muziekstukken en hun titels worden
gewist.
De Erase functie annuleren
Druk op p.
3 4,5
3
p
Opnames wissen (vervolg)
TAPE
2
49
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3 Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt.
4 Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Move ?” verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
Een deel van een
muziekstuk wissen
Met de functies Divide (zie pagina 50), Erase
(zie pagina 47) en Combine (zie pagina 51)
kunt u bepaalde delen van een muziekstuk
wissen.
B.v.: Een deel van muziekstuk A wissen
vervolg
Opgenomen
muziekstukken
verplaatsen
— Move functie
Deze functie dient om de volgorde van de
muziekstukken op de MD te wijzigen. Na het
verplaatsen van een muziekstuk worden de
muziekstuknummers automatisch
hernummerd.
B.v.: Muziekstuk 3 verplaatsen naar 2
2
3,4,6
4 5,7
p
123
1234
1234
123
AB
Te wissen gedeelte
A(a+c)B
Na DIVIDE
(pagina 50)
A-a
B
A-c
Na ERASE
(pagina 47)
Muziekstuk A-b wissen.
A-a BA-c
Na
COMBINE
(pagina 51)
Het hernummerde
muziekstuk
Muziekstuk A splitsen
in drie delen.
Muziekstukken A-a en
A-c samenvoegen.
A-b
Muziekstuknummer
Originele
muzieks-
tukken
123
12 34
4
AB C D
DCBA
Muziek-
stukken
na␣ het
verplaatsen
Muziekstuknummer
Originele
muziek-
stukken
TAPE
50
6 Draai aan MULTI JOG tot het
muziekstuknummer naar waar u
het muziekstuk wilt verplaatsen
(nieuw muziekstuknummer)
verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en het muziekstuk
wordt verplaatst.
De Move functie annuleren
Druk op p.
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD toets om over te
schakelen naar MD.
3 Druk tijdens het afspelen van de
MD op (P wanneer u het
splitspunt hebt gevonden.
Het MD deck schakelt over naar de
pauzestand.
Opgenomen muziekstukken
verplaatsen (vervolg)
Opgenomen
muziekstukken
splitsen
— Divide functie
Oud muziekstuknummer
Nieuw muziekstuknummer
2
3
34 5,6
4
p
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toekennen aan meerdere muziekstukken die
als één muziekstuk worden opgenomen.
Hiermee kunt u ook muziekstuknummers
markeren. Het totale aantal muziekstukken
verhoogt met één en alle muziekstukken
worden na de gesplitste muziekstukken
hernummerd.
B.v.: Muziekstuk 2 in twee splitsen
12 3
123 4
ADBC
DAB C
Splits muziekstuk 2
in stukken B en C.
Muziek-
stukken na
het splitsen
Muziekstuknummer
Originele
muziek-
stukken
TAPE
123
LEVEL SYNC
-
TRACK
1
DISC
4k1-> ?oDM
51
Opgenomen
muziekstukken
samenvoegen
— Combine functie
4 Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Divide ?”
verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
“MD Rehearsal” en “MD Position ok?”
verschijnen afwisselend en het te splitsen
stuk wordt voortdurend herhaald.
Het splitspunt verplaatsen:
Draai tijdens het beluisteren van het
muziekstuk aan MULTI JOG om het
splitspunt te zoeken.
Het punt beweegt in stappen van 1/86
seconde (1 frame).
6 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en het nieuwe
samengestelde muziekstuk begint te
spelen.
De Divide functie annuleren
Druk op p.
Opmerkingen
• Indien u een benoemd muziekstuk opsplitst
(pagina 46) in twee muziekstukken, wordt alleen
het eerste muziekstuk met de titel benoemd.
• Wanneer u het splitspunt aan het begin of het
einde van een muziekstuk opgeeft, verschijnt
“Impossible”. Verschuif het splitspunt door aan
MULTI JOG te draaien.
vervolg
U kunt verscheidene muziekstukken of los
opgenomen gedeelten tot één enkel
muziekstuk samenvoegen. Het totaal aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken na het samengevoegde
muziekstuk worden opnieuw genummerd.
B.v.:
Muziekstuk 3 bij het einde van muziekstuk
1 voegen
Muziekstuk 1 bij het einde van muziekstuk
4 voegen
12
12
43
3
4
5
ABC D
BC D A
Muziekstuknummer
Originele
muziek-
stukken
12
12
43
3
AB D
DAB
C
C
Muziekstuknummer
Originele
muziek-
stukken
12 3 4
51234
Andante
Adajo Allegro
Andante
Adajo Allegro
Het tweede muziekstuk
is niet benoemd.
p
3,4,6
4 5,7
TAPE
2
Muziek-
stukken
na het
samenvoegen
Muziek-
stukken
na het
samenvoegen
52
De Combine functie annuleren
Druk op p.
Opmerkingen
Als beide samengevoegde muziekstukken titels
hebben, wordt de titel van het tweede muziekstuk
gewist.
Als “Impossible” verschijnt, kunnen de
muziekstukken niet samengevoegd worden. Dit
gebeurt wanneer u hetzelfde muziekstuk te vaak
bewerkt heeft. Dit is te wijten aan een technische
beperking van het MD-systeem en is geen
mechanische fout.
Opgenomen muziekstukken
samenvoegen (vervolg)
1 Breng een MD in die u wilt
bewerken (zie pagina 18).
2 Druk op de MD om over te
schakelen naar MD.
3 Draai aan MULTI JOG tot het eerste
van twee muziekstukken die u wilt
samenvoegen verschijnt.
Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 samen te
voegen met het einde van muziekstuk 4,
kiest u 4.
4 Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Combine ?”
verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
6 Draai aan MULTI JOG tot het
tweede van de samen te voegen
muziekstukken verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en de muziekstukken
worden samengevoegd. De weergave
start.
Eerste van de twee samen
te voegen muziekstukken
Tweede van de twee
samen te voegen
muziekstukken
Nieuw
muziekstuknummer
123
LEVEL SYNC
-
TRACK
ALL
DISCS
D 4M45+>
TRACK
DISCS
123
LEVEL SYNC
-
ALL
D 4M31+>
53
De laatste
bewerking
ongedaan maken
— Undo functie
1 Druk op p.
Controleer of het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur
verschijnen en ga dan door met de
volgende stap.
2 Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “Undo ?” verschijnt.
2 3,4
1
TAPE
Met deze functie kunt u de laatste bewerking
annuleren en de inhoud van de MD
herstellen in de toestand van vóór de
bewerking.
Merk evenwel op dat u geen bewerking kunt
annuleren als u na het bewerken het volgende
hebt gedaan:
Een andere bewerking.
Op REC/CD-MD SYNC drukken.
Op REC IT drukken.
Het systeem afzetten of de MD uitwerpen.
De stekker uit het stopcontact trekken.
“Name Undo?”
“Erase Undo?”
“Move Undo?”
“Divide Undo?”
“Combine Undo?”
3 Druk op ENTER/YES.
Afhankelijk van de laatste bewerking,
verschijnt één van de volgende
berichten.
Bewerking voltooid: Bericht:
Een muziekstuk of
MD benoemen
Alle titels op een MD
wissen
Eén muziekstuk
wissen
Alle muziekstukken
op een MD wissen
Een muziekstuk
verplaatsen
Een muziekstuk
splitsen
Muziekstukken
samenvoegen
4 Druk nogmaals op ENTER/YES.
“MD Complete” verschijnt gedurende
enkele seconden en de inhoud van de
MD wordt hersteld zoals voor het
bewerken.
54
Geluidsregeling
U kunt muziek beluisteren met sterkere lage
tonen of een krachtiger geluid.
Versterken van lage
tonen
Druk op DBFB (Dynamic Bass
Feedback).
De indicator op de toets licht op. Bij elke druk
op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
n DBFB NORMAL
µ
DBFB HIGH
µ
DBFB OFF
Voor een krachtiger
geluid
Druk op GROOVE.
De indicatoren op de toetsen GROOVE en
DBFB lichten op.
Het volume verhoogt en de lage tonen
worden versterkt.
Druk nogmaals op de toets om GROOVE te
annuleren.
DBFB wordt ook geannuleerd.
Tip
De DBFB functie is af fabriek ingesteld op ON.
1 Druk op PRESET EQ.
2 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste effect verschijnt.
3 Druk op ENTER/YES.
Preset Equalizer annuleren
Druk op EDIT/NO in stap 2.
Tips
Het Preset Equalizer menu staat af fabriek op
“1 ROCK”.
Het Preset Equalizer effect wordt niet opgenomen
op een MD of cassette.
Het geluid regelen
Het Preset
Equalizer menu
selecteren
De Preset Equalizer laat u toe de
geluidskarakteristiek te kiezen uit 15
geluidseffecten naargelang de muziek
waarnaar u luistert.
GROOVEDBFB
1
2
3
EDIT/NO
TAPE
55
5 Druk op ENTER/YES.
De cursor begint te knipperen.
6 Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot
het gewenste teken verschijnt.
Bij elke druk op de toets, verandert het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletter) n a (kleine letter)
n 0 (nummers) n ! (symbolen)*
n (spatie) n A…
*U kunt de volgende symbolen
gebruiken.
7 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste teken verschijnt.
Het gewenste teken knippert. Om een
blanco spatie in te lassen, gaat u naar de
volgende stap zonder aan MULTI JOG te
draaien. Aan het begin kan geen blanco
spatie worden ingelast.
8 Druk op CURSOR n.
Het teken dat u in stap 7 geselecteerd
heeft stopt met knipperen en de cursor
gaat naar rechts.
Extra functies
1 Druk herhaaldelijk op TUNER tot
de gewenste band verschijnt.
Europees model:
FM n MW (MG) n LW (LG)
Andere modellen:
FM n MW (MG) n SW (KG)
2 Druk op PRESET.
3 Draai aan MULTI JOG tot het
voorinstelnummer van de zender
die u wilt benoemen verschijnt.
4
Druk op EDIT/NO en draai aan
MULTI JOG tot “TUNER Name in?”
verschijnt.
vervolg
TUNED STEREO
TU Na e nimNER ?
PRESET
Vooringestelde
zenders benoemen
— Station Name
U kunt een vooringestelde zender een naam
van maximum 8 tekens geven (Zendernaam).
De zendernaam verschijnt dan wanneer u
afstemt op deze zender.
12
3,4,7
45,10 6
8
CURSOR N
n
n
Cursor
Cursor
PRESET
M 3F A
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_`
TAPE
TUNED STEREO
PRESET
M 3F
TUNED STEREO
PRESET
M 3F A
56
9 Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te
vervolledigen.
Als u een fout hebt gemaakt, druk dan
op CURSOR N of n tot het gewenste
teken knippert en herhaal vervolgens
stap 6 tot 8. Om een teken te wissen,
drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op
de toets wordt het teken in de huidige
positie gewist. U kunt geen teken tussen
reeds ingevoerde tekens plaatsen.
10 Druk op ENTER/YES om het
benoemen te beëindigen.
De zendernaam wordt opgeslagen in het
geheugen.
Benoemen annuleren
Druk op PRESET.
De naam controleren tijdens het
afstemmen
Druk op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het
uitleesvenster als volgt:
n Zendernaam
µ
Frequentie
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
De naam wissen
Herhaal stap 1 tot 5 en druk vervolgens
herhaaldelijk op EDIT/NO tot alle letters zijn
gewist.
n Zendernaam
µ
Frequentie
µ
Programmatype
µ
Klok
µ
Preset Equalizer menu
Vooringestelde zenders
benoemen (vervolg)
Het Radio Data
System (RDS)
gebruiken
(alleen Europees model)
Wat is het Radio Data
System?
Radio Data System (RDS) is een service die
radiozenders in staat stelt om samen met het
gewone signaal extra informatie mee te
sturen. Deze tuner heeft een handige RDS-
functie waarmee automatisch kan worden
gezocht naar zenders volgens
programmatype (PTY). RDS werkt alleen met
FM-zenders.*
Opmerking
RDS kan minder goed functioneren als de zender
waarop is afgestemd geen behoorlijk RDS-signaal
uitzendt of als het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders bieden een RDS service en
ook de diensten verschillen soms. Bent u niet
vertrouwd met RDS, vraag dan meer informatie
bij uw lokale radiozenders.
RDS-uitzendingen
ontvangen
Kies gewoon een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender met RDS
service, verschijnt de zendernaam in het
uitleesvenster.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert de
indicatie als volgt:
57
PTY Search annuleren
Druk op EDIT/NO. Er wordt weer afgestemd
op de zender die u ervoor beluisterde.
Lijst van programmatypes (PTY)
NEWS
Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS
Duidingsprogramma’s
INFORMATION
Programma’s over consumentenzaken,
medisch advies en het weer
SPORT
Sportprogramma’s
EDUCATION
Educatieve programma’s
DRAMA
Hoorspelen en feuilletons
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, zoals godsdienst, taal en
maatschappelijke aangelegenheden
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen
VARIED
Programma’s met personaliteiten, spelletjes
en humor.
POP MUSIC
Populaire muziekprogramma’s
ROCK MUSIC
Rockmuziekprogramma’s
M.O.R. MUSIC
Easy listening
L. CLASSICAL
Klassieke muziek (instrumentaal, vocaal en
koor)
vervolg
3,5
4,6,7
2
TAPE
Een zender zoeken
volgens programmatype
(PTY)
U kan een zender selecteren op
programmatype. Het toestel stemt af de RDS-
zender met het betreffende programmatype
die in het geheugen van de tuner is
opgeslagen.
1 Stem af op een RDS-zender.
2 Druk op EDIT/NO.
3 Draai aan MULTI JOG tot
“PTY Search?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
5 Draai aan MULTI JOG tot het
gewenste programmatype
verschijnt.
Zie “Lijst van programmatypes (PTY)”.
6 Druk op ENTER/YES.
Het toestel begint te zoeken naar de
vooringestelde RDS-zenders (“Search”
en het gekozen programmatype
verschijnen afwisselend).
Wanneer de tuner een programma
ontvangt, knippert het nummer van de
vooringestelde zender.
7 Druk op ENTER/YES als de tuner
het gewenste programma ontvangt.
Een andere zender met het
gewenste programmatype kiezen
Draai in stap 7 aan MULTI JOG en begin
opnieuw vanaf stap 5.
58
1 Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET SLEEP?” verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
3 Draai aan MULTI JOG om de tijd in
te stellen.
Wanneer u aan MULTI JOG draait,
veranderen de minuten (de tijd waarna
het systeem wordt uitgeschakeld) als
volgt:
n AUTO ˜ OFF ˜ 10min N
n 90min ˜ 80min ˜˜ 20min N
4 Druk op ENTER/YES.
De resterende tijd controleren
Herhaal stap 1 en 2, en druk vervolgens op
EDIT/NO.
De uitschakeltijd wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De Sleep Timer functie
uitschakelen
Kies “SLEEP OFF” in stap 3.
Als u AUTO kiest
Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer de
weergave van de huidige CD of MD ten einde
is. Het toestel wordt afgezet als u de
weergave van een CD of MD manueel stopt
door op p te drukken.
S. CLASSICAL
Uitvoeringen door grote orkesten,
kamermuziek, opera, enz.
OTHER MUSIC
Muziek zoals jazz, rhythm & blues en reggae.
ALARM
Noodberichten.
NONE
Alle programma’s die niet in de
bovenstaande categorieën thuishoren.
Opmerking
“No PTY” verschijnt wanneer het gekozen
programma momenteel niet wordt uitgezonden.
Het Radio Data System (RDS)
gebruiken (vervolg)
In slaap vallen met
muziek
— Sleep Timer
U kunt het systeem automatisch laten
uitschakelen na een bepaalde tijd zonder de
klok gelijk te zetten, zodat u bij muziek in
slaap kunt vallen. De tijd kan in stappen van
10 minuten worden ingesteld.
12,4
1,3
TAPE
EDIT/NO
59
1 Maak de bron klaar die u wilt
beluisteren.
CD: plaats een CD. Om te beginnen
van een bepaald muziekstuk, stel een
programma samen (zie pagina 21).
MD: breng een MD in. Om te
beginnen vanaf een bepaald
muziekstuk, stel een programma
samen (zie pagina 30).
Radio: stem af op een zender (zie
pagina 17).
Tape: plaats een cassette in het
optionele TC-TX515 deck.
2 Draai aan VOLUME om het volume
te regelen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET DAILY?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
De uren knipperen.
vervolg
DISCS
123
123
ALL
DAILY
N :OMOO8 A
U kunt zich elke dag op een bepaald tijdstip
laten wekken met muziek. Controleer eerst of
de klok juist is ingesteld (zie pagina 5).
Ontwaken met
muziek
— Dagtimer
2
3
4,5,8
3,5,7
CLOCK/TIMER
SELECT
CURSOR N/n
9
TAPE
5 Stel het tijdstip in waarop de
weergave moet starten.
Draai aan MULTI JOG om de uren in te
stellen en druk op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
Draai aan MULTI JOG om de minuten in
te stellen en druk op ENTER/YES.
De uren knipperen opnieuw.
6 Stel op dezelfde manier als in stap 5
het tijdstip in waarop de weergave
moet stoppen.
7 Draai aan MULTI JOG om de
gewenste bron te kiezen.
Door aan MULTI JOG te draaien
verandert het uitleesvenster als volgt:
n TUNER ˜ MD PLAY N
n TAPE PLAY* ˜ CD PLAY N
* Kies dit voor opname van een
optionele component die is
aangesloten op TAPE IN.
8 Druk op ENTER/YES.
De starttijd gevolgd door de stoptijd, de
geluidsbron en het volume verschijnen,
waarna de originele indicatie weer
verschijnt.
9 Druk op POWER om het systeem af
te zetten.
De instelling veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5
op CURSOR N of n tot de instelling die u
wilt wijzigen knippert en verander ze.
De instelling controleren of de
timer aanschakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai
aan MULTI JOG tot “SELECT DAILY?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
De starttijd gevolgd door de stoptijd, de
geluidsbron en het volume verschijnen,
waarna de originele indicatie weer
verschijnt.
60
De timer annuleren
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai
aan MULTI JOG tot “TIMER OFF?”
verschijnt.
2 Druk op ENTER/YES.
“DAILY” verdwijnt van het uitleesvenster
en de timer wordt geannuleerd.
Tip
Wanneer het optionele TC-TX515 deck op het
systeem is aangesloten, kunt u dit activeren met de
dagtimerfunctie zonder de timer van het deck in te
stellen.
Opmerkingen
U kunt niet tegelijkertijd de dagtimer activeren en
timergestuurd opnemen.
Ongeveer 30 seconden voor het ingestelde tijdstip
wordt het systeem aangeschakeld. Gebruik het
systeem niet tussen de tijd dat u stroom inschakelt
en de weergave begint.
Indien de stroom inschakelt vóór de ingestelde
tijd, begint de weergave met de door u
geselecteerde muziekbron.
Indien u een andere audio/video component
gebruikt (uitgezonderd het optionele cassettedeck
TC-TX515) moet u ook de timer van die audio/
video component instellen.
1 Breng een opneembare MD in.
U kunt opnemen op elke MD in de
MD 1 – 3 gleuven. Om een lang
programma op te nemen, brengt u twee
of drie MD’s in naargelang van de lengte
van het programma. De opname begint
dan op MD 1.
2 Stem af op de vooringestelde
radiozender (zie pagina 17).
3 Druk op CLOCK/TIMER SET en
draai aan MULTI JOG tot
“SET REC ?” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
Ontwaken met muziek (vervolg)
123
123
TUNED STEREO
REC
RCESE ?T
PRESET
Timergestuurde
opname van
radioprogramma’s
U kunt maximum drie start- en stoptijden
instellen en deze tegelijkertijd selecteren. U
kunt een lang programma van maximum 3
MD’s na elkaar opnemen. Voor
timergestuurde opname van
radioprogramma’s moet u eerst de zender
voorinstellen (zie pagina 6) en de klok gelijk
zetten (zie pagina 5).
3
4,6,7,10
3,5,7,9
CLOCK/TIMER
SELECT
EDIT/NO
11
TAPE
61
123
123
TUNED STEREO
REC
1
RCESE ?T 1
PRESET
123
123
TUNED STEREO
PRESET
REC
1
:OSMUOON N O A
123
123
TUNED STEREO
REC
1
E OOOON TU AM:
PRESET
123
123
TUNED STEREO
REC
1
E OO1ON TU PM:1
PRESET
vervolg
5 Draai aan MULTI JOG tot het
timernummer (“SET REC 1 ?” –
“SET REC 3 ?”) verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES.
De dag van de week knippert.
“SUN” – “SAT”: Kies dit voor
timergestuurde opname wekelijks op
dezelfde dag.
“ALL”: Kies dit voor timergestuurde
opname dagelijks.
7 Stel de tijd in waarop u de opname
wilt laten starten.
Draai aan MULTI JOG om de dag van de
week in te stellen en druk vervolgens op
ENTER/YES.
De uren knipperen.
Draai aan MULTI JOG om de uren in te
stellen en druk op ENTER/YES.
De minuten knipperen.
Draai aan MULTI JOG om de minuten in
te stellen en druk op ENTER/YES.
De dag van de week knippert opnieuw.
8 Stel het tijdstip in waarop de
opname moet stoppen zoals in stap
7.
9 Draai aan MULTI JOG om de MD te
kiezen waarop u wilt opnemen.
Wanneer u aan MULTI JOG draait,
verandert het uitleesvenster als volgt:
MD 1 ˜ MD 2 ˜ MD 3 ˜ MDALL
TAPE*
Kies “MDALL” wanneer u op twee of
drie MD’s na elkaar wilt opnemen.
* Om op te nemen op een cassette met
het optionele TC-TX515 deck, kiest u
“TAPE”.
10 Druk op ENTER/YES.
Het timernummer, gevolgd door de
starttijd, de stoptijd, de geluidsbron en
het volume verschijnen, waarna de
originele indicatie weer verschijnt.
11 Druk op POWER om het systeem af
te zetten.
De instelling veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Als u zich vergist, drukt u herhaaldelijk op
EDIT/NO om terug te keren naar de
instelling die u wilt veranderen en wijzigt u
die.
De timer aan- en afzetten
1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT, draai
aan MULTI JOG tot “SELECT REC?”
verschijnt en druk op ENTER/YES.
Het timernummer waaronder u een
instelling hebt opgeslagen (REC 1 – 3)
verschijnt.
2 Draai aan MULTI JOG om “ON” of “OFF”
te kiezen en druk op ENTER/YES.
Bij elke druk op de ENTER/YES toets
verschijnen de timernummers waaronder u
de instellingen hebt opgeslagen in
volgorde. Zet elke timerinstelling aan of af.
In het uitleesvenster verschijnen de
aangezette timernummers en de
instellingen, waarna de originele indicatie
weer verschijnt.
n
Nn
62
De instelling controleren.
Volg de procedure onder “De timer aan- en
afzetten” (zie pagina 61). Kies het
timernummer dat u wilt controleren in stap 1
en kies “ON” in stap 2. De instelling
verschijnt aan het eind van de procedure.
Wanneer de insteltijden
overlappen
De tijd aangegeven met kan niet worden
opgenomen.
Tip
De MD wordt automatisch benoemd met de
zendernaam (of frequentie als de zender niet is
benoemd), de starttijd en de stoptijd van de opname
(zie pagina 55).
Opmerkingen
Als u in stap 9 “MDALL” kiest om een lang
programma op te nemen en de MD in de MD 1
gleuf vol raakt, wordt de rest van het programma
automatisch opgenomen op de MD in de volgende
gleuf. Als er geen andere MD’s zijn ingebracht,
moet u een andere opneembare MD in de
volgende gleuf plaatsen en de MD waarop u niet
wilt opnemen vooraf verwijderen. Het
programma wordt niet opgenomen bij het
wisselen van MD’s.
Gebruik het systeem niet tussen de tijd dat u
stroom inschakelt en de weergave begint
(ongeveer 30 seconden).
Als de starttijd en de stoptijd dezelfde is, gaat de
cursor terug naar de stoptijd, gaat de cursor terug
naar de stoptijd. Verander de stoptijd.
Wanneer u opneemt op een blanco MD, worden
de eerste 30 seconden niet opgenomen.
Als het toestel 30 seconden voor het ingestelde
tijdstip wordt aangeschakeld, wordt niet
opgenomen.
Tijdens de opname wordt het volume zo laag
mogelijk gezet.
Timergestuurde opname van
radioprogramma’s (vervolg)
REC 1
REC 2
REC 1
REC 2
REC 1
REC 2
De laatste 30 seconden
De laatste 30 seconden
63
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Betreffende de netspanning
Alvorens het toestel in gebruik te nemen, moet u
controleren of de spanning die vermeld staat op uw
toestel overeenkomt met de netspanning.
Veiligheid
• Zolang het netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, blijft het systeem onder spanning
staan, ook al is het systeem zelf uitgeschakeld.
• Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het
stopcontact wanneer u denkt de installatie
geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het
verbreken van de aansluiting op het stopcontact
altijd aan de stekker en nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in een
van de componenten terechtkomen, verbreek dan
de aansluiting op het stopcontact en laat de
betreffende component eerst door een deskundige
nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Laat het netsnoer uitsluitend bij een erkend
onderhoudscentrum vervangen.
Plaatsing
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen.
• Plaats het systeem niet schuin.
• Stel het systeem niet bloot aan
– Extreme hitte of koude
Stof of vuil
– Overdreven vochtigheid
– Trillingen
Directe zonnestraling
• Het systeem is achteraan voorzien van een
verluchtingsrooster om te voorkomen dat het te
sterk opwarmt. Voor een optimale ventilatie moet
u voldoende ruimte vrij laten aan de achterkant en
mag u ook niets op het systeem plaatsen.
Werking
Wanneer het systeem rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of als deze in
een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de
lens binnenin de CD-speler of het MD deck vocht
uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal
de CD-speler of het MD deck niet functioneren.
Verwijder de CD en laat het apparaat ongeveer een
uur aanstaan, zodat alle condens verdwijnt.
Betreffende het transport
Wanneer u het systeem verplaatst verwijder alle
CD’s en MD’s en zet het systeem af.
Nadat u het systeem hebt afgezet en u hebt
gecontroleerd of het systeem volledig is gestopt,
steekt u de MD transportcartridge in de MD 3
gleuf met de kant waarop een pijltje staat
afgedrukt naar boven. Als u het systeem transport
zonder ingebrachte cartridge, kan het MD deck
worden beschadigd.
Mocht u vragen of problemen hebben betreffende
uw stereo-installatie, aarzel dan niet contact op te
nemen met uw Sony handelaar.
Luidsprekers
Hoewel deze luidsprekers magnetisch zijn
afgeschermd, kan het beeld van sommige TV-
toestellen er toch door gestoord worden. Zet de TV
in dat geval af en na 15 tot 30 minuten opnieuw aan.
Als het probleem daarmee nog niet is opgelost,
moet u de installatie verder van de TV af zetten.
Plaats ook geen voorwerpen die magneten bevatten,
zoals audioracks, TV-stands, speelgoed, enz. in de
buurt van de TV. Deze kunnen magnetische
beeldstoringen veroorzaken.
Opmerkingen betreffende MD’s
Schuif de sluiter nooit open om een MD te openen.
Sluit de sluiter onmiddellijk indien deze zou
opengaan.
Maak de disc-houder schoon met een droge doek.
Stel MD’s niet bloot aan directe zonnestraling of
warmtebronnen, en laat ze ook niet achter in een
auto die in volle zon geparkeerd staat.
Opmerkingen betreffende CD’s
Reinig CD’s met een zachte doek vooraleer u ze
speelt. Wrijf altijd van binnen naar buiten toe.
Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop,
aangezien dit de CD-speler kan beschadigen.
Gebruik voor het reinigen nooit oplosmiddelen
zoals benzine, verfverdunner, reinigingsmiddelen
of anti-statische spray bestemd voor
grammofoonplaten.
Stel CD’s niet bloot aan directe zonnestraling of
warmtebronnen zoals heteluchtbuizen, en laat ze
ook niet achter in een auto die in volle zon
geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Veeg de behuizing schoon met een zachte doek,
licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
Sluiter
64
Systeembeperkingen
van MD’s
Het opnamesysteem van uw MD deck heeft
beperkingen die hieronder beschreven staan.
Bemerk evenwel dat deze beperkingen
inherent zijn aan het MD-opnamesysteem en
geen mechanische oorzaak hebben.
“Disc Full” licht op nog voor de
maximum opnameduur is bereikt
(60 of 74 minuten)
Wanneer 255 muziekstukken op de disc werden
opgenomen, licht “Disc Full” op ongeacht de totale
opnameduur. Er kunnen niet meer dan 255
muziekstukken op één disc worden opgenomen.
Om voort te kunnen opnemen, moet u overbodige
muziekstukken wissen of een andere opneembare
MD gebruiken.
“Disc Full” licht op nog voor het
maximum aantal muziekstukken
(255) is bereikt
Geluidsniveauverschillen in muziekstukken worden
vaak geïnterpreteerd als scheidingen tussen
muziekstukken, waardoor het aantal oploopt en
“Disc Full” verschijnt.
De resterende opnameduur
verhoogt niet na het wissen van
veel korte muziekstukken
Muziekstukken van minder dan 12 seconden
worden niet geteld, zodat de opnameduur niet
verhoogt wanneer ze worden gewist.
Sommige muziekstukken kunnen
niet met andere worden
samengevoegd
Muziekstukken van minder dan 12 seconden
kunnen eventueel niet worden samengevoegd.
De totale opnameduur en de
resterende speelduur van de MD
kunnen soms minder bedragen
dan de maximum opnameduur (60
of 74 minuten)
De opname gebeurt in stukken van minstens 2
seconden, hoe kort het materiaal ook is. De inhoud
van de opname kan dus korter zijn dan de
maximum opnamecapaciteit. De disc-capaciteit kan
ook verder worden verminderd door krassen.
Bij het zoeken kan het geluid in
bewerkte muziekstukken soms
wegvallen
In bewerkte muziekstukken kan het geluid tijdens
het zoeken soms wegvallen doordat het zoeken
enige tijd in beslag neemt wanneer de
muziekstukken over de disc zijn verspreid.
Muziekstuknummers kunnen niet
correct worden gemarkeerd
Wanneer “LevelSync ON” (pagina 43) tijdens
analoge opname verschijnt, kunnen de
muziekstuknummers niet worden gemarkeerd aan
het begin van het muziekstuk.
• als het ingangssignaal minder dan twee seconden
onder een bepaald niveau zit tussen
muziekstukken..
• als het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk meer dan 2 seconden boven een
bepaald niveau zit.
Gids bij het Serial Copy
Management System
Met digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s
en DAT’s kunnen makkelijk kwaliteitsopnames
worden gemaakt omdat deze digitale produkten
muziek verwerken in de vorm van digitale signalen.
Om auteursrechtelijk beschermde programma’s te
beveiligen, werkt dit toestel met het Serial Copy
Management System waarmee via een digitaal/
digitaal-verbinding slechts één enkele kopie kan
worden gemaakt van een digitale bron.
Via een digitaal/digitaal-verbinding kan slechts
een eerste generatie-kopie* worden gemaakt.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een in de handel verkrijgbaar digitaal
geluidsprogramma (b.v. een CD en MD) kopiëren
maar u kunt een eerste generatie-kopie niet
nogmaals kopiëren.
2 U kunt een digitaal signaal van een digitaal
opgenomen analoog geluidsprogramma (b.v. een
analoge plaat en een muziekcassette) of van een
digitale satellietuitzending kopiëren maar u kunt
hiervan geen tweede kopie maken.
* Een eerste generatie-kopie betekent een digitale
opname van een digitaal signaal gemaakt met
behulp van digitale audio-apparatuur. Wanneer u
bijvoorbeeld van de CD-speler van dit systeem
opneemt naar het MD deck, maakt u een eerste
generatie-kopie.
Opmerkingen
Dit Copy Management System is niet van
toepassing bij opname via analoog/analoog-
verbinding.
Het MD deck van dit systeem ondersteunt de
bemonsteringsfrequentie van 32 kHz of 48 kHz
van het DAT deck of digitale satellietuitzendingen
alsook de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz
van het MD deck. Van een digitale opname van
een satellietuitzending kunt u een tweede kopie
maken.
65
Gebruik van de
zelfdiagnosefunctie
Bij problemen met dit systeem, moet u eerst
de onderstaande check list overlopen.
Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekers goed en juist zijn aangesloten.
Als u de storing zelf niet kunt verhelpen,
neem dan contact op met uw plaatselijke
Sony handelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
Draai VOLUME rechtsom.
Controleer of de hoofdtelefoon
aangesloten is.
Controleer de luidsprekeraansluitingen.
Sterke brom of ruis.
Een TV of videorecorder staat te dicht bij
het systeem. Plaats de apparaten wat
verder uit elkaar.
“0:00” (Europees model) of “12:00 AM”
(andere modellen) knippert in het
uitleesvenster.
De netstroom is enige tijd uitgevallen.
Stel de klok en de timer opnieuw in.
De timer werkt niet.
Zet de klok gelijk.
De afneembare bedieningseenheid werkt
niet.
Er bevindt zich een obstakel tussen de
afneembare bedieningseenheid en het
systeem.
De afneembare bedieningseenheid wijst
niet in de richting van de sensor.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de
batterijen.
Er is akoestische terugkoppeling.
Verlaag het volume. Plaats de microfoon
verder van de luidsprekers of zet hem in
een andere richting.
Het uitleesvenster is donker.
U kunt de helderheid van het
uitleesvenster regelen. Druk herhaaldelijk
op DIMMER om de helderheid te regelen.
vervolg
Dit systeem is uitgerust met een
zelfdiagnosefunctie die een eventuele
systeemfout aangeeft. In het uitleesvenster
verschijnt afwisselend een code bestaande uit
drie letters en een bericht om het probleem
aan te geven. Raadpleeg de onderstaande lijst
om het probleem op te lossen. Als dit niet
lukt, raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
C11/MD Protected
De MD is beveiligd tegen wissen.
mVerwijder de MD en verschuif het
wispreventienokje zodat de gleuf
gesloten is (pagina 33)
C13/REC Error
Opname is onmogelijk.
mZet de installatie op een stabiele
ondergrond en begin de opname van
voor af aan.
De MD is vuil of gekrast./De MD
beantwoordt niet aan de normen.
mVervang de MD door een andere en begin
de opname van voor af aan.
C13/Disc Error
Het MD deck kan de disc-informatie niet
correct uitlezen.
mWerp de MD uit en breng hem opnieuw
in.
C14/Disc Error
Het MD deck kan de disc-informatie niet
correct uitlezen.
mVervang de MD door een andere.
mDe hele inhoud van een MD kan worden
gewist met de Erase functie op pagina 48.
Verhelpen van
storingen
2
1
ALL
PRESET
DISCS
D1M C11
ctedetorP
66
Verhelpen van storingen (vervolg)
Een code bestaande uit drie letters en een
bericht knipperen afwisselend.
De zelfdiagnosefunctie werkt. Los het
probleem op aan de hand van de
checklist (pagina 65).
Luidsprekers
Het geluid is slechts via één kanaal
hoorbaar of is ongelijk verdeeld over het
linker en rechter kanaal.
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de luidsprekers.
CD-speler
De disc-lade sluit niet.
De CD is verkeerd geplaatst.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Er zit tape, lijm of kit op de CD.
De weergave begint niet.
De CD is vuil.
De CD ligt met het label naar onder in de
disc-lade.
Er is vocht in de speler gecondenseerd.
Wacht na het inschakelen van het
apparaat ongeveer twee uur totdat het
vocht verdampt is.
Bij weergave wordt niet begonnen met
het eerste muziekstuk.
De geprogrammeerde of willekeurige
weergavefunctie is ingeschakeld. Druk op
CONTINUE.
“OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
U bent aan het einde van de CD. Druk op
0 of draai aan MULTI JOG om terug te
keren naar het begin van de CD.
De CD indicator licht op zonder dat er CD’s
zijn ingebracht.
De CD indicator licht op wanneer u het
toestel voor de eerste maal aanschakelt en
dooft dan na een tijdje.
De laatste maal dat u het toestel
gebruikte, hebt u het afgezet terwijl de
disc-lade open stond. Hij dooft na een
tijdje. Als dat niet zo is, drukt u enkele
malen op CD 6 om de disc-lade te
openen en te sluiten.
MD Deck
Een gedeeltelijk ingelegde MD kan niet
meer uitgenomen worden.
Het zelfvergrendelingssysteem van het
MD deck is in werking getreden. Leg de
MD volledig in en druk daarna op MD 6.
Er kan geen MD worden ingebracht.
Breng de MD in met het label naar boven
in de richting van het pijltje.
Het deck kan niet worden bediend.
De MD is vuil of gekrast. (“Disc Error”
verschijnt.) Vervang de MD door een
nieuwe.
Het MD-deck speelt niet af.
Er is vocht in het deck gecondenseerd.
Wacht na het inschakelen van het
apparaat een aantal uur totdat het vocht
verdampt is.
Schuif de MD in de richting van het pijltje
in het deck.
Er is niets opgenomen op de MD.
Het MD-deck neemt niet op.
De MD is opnamebeveiligd. (“MD
Protected” verschijnt.) Verschuif het
nokje om de gleuf te sluiten (zie pagina
33).
Sluit de geluidsbron goed aan.
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
Vervang hem door een opneembare MD.
Vervang de MD door een opneembaar
exemplaar met voldoende resterende
speelduur of wis overbodige
muziekstukken.
Tijdens het opnemen werd het netsnoer
uitgetrokken of is de stroom uitgevallen.
Start de opname weer vanaf het begin.
Er kan niet op alle MD’s worden
opgenomen met behulp van CD-MD
Synchro opname
De CD of MD zit niet in hetzelfde disc-
nummer.
“OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
U bent aan het einde van de MD. Druk op
0 of draai aan MULTI JOG om terug te
keren naar het begin van de MD.
67
Berichten
Terwijl de MD werkt, kan één van de
volgende berichten in het uitleesvenster
verschijnen of knipperen.
MD
Auto Cut
Het MD deck schakelt over naar de
pauzestand omdat er tijdens digitale
opname een stilte van meer dan 30
seconden was.
Blank Disc
De ingebrachte opneembare MD is
gloednieuw of alle muziekstukken op de
MD werden gewist.
Cannot Copy
U kunt geen digitale opname maken (zie
“Gids bij het Serial Copy Management
System” op pagina 64).
Can’t EDIT
Er is een voorbespeelde MD ingebracht.
U probeerde te bewerken bij
geprogrammeerde of willekeurige
weergave.
Cannot REC
Er is een voorbespeelde MD ingebracht.
Complete
Het bewerken van MD’s is voltooid.
Disc Full
Er is geen tijd meer beschikbaar op de disc
(zie “Systeembeperkingen van MD’s” op
pagina 64).
Impossible
U probeerde een onmogelijke bewerking
uit te voeren (zie pagina 51).
U probeerde een muziekstuk samen te
voegen, wat onmogelijk is door de
technische beperkingen van het MD-
systeem (zie pagina 52).
MECHA ERROR
De MD transportcartridge is ingebracht.
Name Full
Er is geen ruimte meer om muziekstuk- of
disc-titels op te slaan.
NEW
Het deck schakelt voor opname op een
gloednieuwe MD of na een opgenomen
stuk over naar de opname-wachtstand.
Tuner
Sterke brom of ruis (“TUNED” of “STEREO”
knippert in het uitleesvenster).
Richt de antenne.
De signaal-ontvangst is te zwak. Sluit een
buitenantenne aan.
Een stereo FM programma wordt niet in
stereo ontvangen.
Druk op STEREO/MONO zodat
“STEREO” verschijnt.
vervolg
68
NO DISC
Er zit geen MD in het deck.
No Name
De gekozen MD of het gekozen
muziekstuk is niet benoemd.
No Track
De ingebrachte MD heeft een disc-titel
maar bevat geen muziekstukken.
OVER
U heeft het einde van het laatste
muziekstuk bereikt tijdens snelzoeken.
Position ok?
De MD geeft het splitspunt weer tijdens de
Divide-functie.
Push STOP!
Tijdens het afspelen heeft u op een
weergavetoets (CONTINUE, SHUFFLE of
PROGRAM) gedrukt.
Rehearsal
De MD speelt om het gekozen splitspunt te
controleren tijdens de Divide-functie.
Release
Het deck werpt de MD uit.
Smart Space
Het signaal werd opnieuw ingevoerd na
een stilte van 30 seconden of minder tijdens
digitale opname.
TOC Read
Het MD deck leest de TOC-informatie op
de MD.
TOC Write
Het MD deck schrijft de informatie van
opgenomen of bewerkte stukken.
TUNER
Name Full
U heeft het maximum tekens voor een
zendernaam al ingevoerd (8 tekens).
Verhelpen van storingen (vervolg)
CD
File Full
Het systeem heeft het maximum aantal
Disc Memo’s al opgeslagen (100 Disc
Memo’s).
– OVER –
U heeft het einde van de CD bereikt terwijl
u in de pauzestand op ) drukte.
69
Technische
gegevens
Versterker-gedeelte
Europees model:
Uitgangsvermogen (DIN) (Nominaal)
30 + 30 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN
230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie)
40 + 40 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Muziek-uitgangsvermogen (Referentie)
60 + 60 watt
Andere modellen:
DIN uitgangsvermogen (Nominaal)
30 + 30 watt (60 ohm bij
1 kHz, DIN, 120/240 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie)
40 + 40 watt
(6 ohm bij 1 kHz,
10% THD)
Muziek-piekvermogen (Referentie)
700 watt
Ingangen
VIDEO/GAME IN (phono-aansluitingen)
(omschakelbaar)
GAME IN: spanning 450 mV,
impedantie 47 kOhm
VIDEO IN: spanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
TAPE IN (phono-aansluitingen):
spanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
Uitgangen
TAPE OUT (phono-aansluitingen):
spanning 250 mV,
impedantie 1 kOhm
PHONES (stereo ministekker):
voor hoofdtelefoon van
8␣ ohm of meer.
SPEAKER: voor een impedantie van
6 tot 16 ohm.
CD-spelergedeelte
Systeem Compact disc en digital
audio system
Laser halfgeleiderlaser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Laseruitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Het vermogen wordt
gemeten op een afstand
van ongeveer 200 mm
van het lensoppervlak op
het optisch blok met een
opening van 7 mm.
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz
vervolg
MD deck-gedeelte
Systeem MiniDisc digital audio
system
Laser halfgeleiderlaser
(λ=780 nm)
Emissieduur:
continu
Laseruitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
*Het vermogen wordt
gemeten op een afstand
van ongeveer 200 mm
van het lensoppervlak op
het optisch blok met een
opening van 7 mm.
Opnameduur max. 74 minuten (met de
MDW-74)
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 5 Hz tot 20 kHz
Tuner
FM stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
(stappen van 50 kHz)
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM tuner
Afstembereik
Europees model:
MW (MG): 522 – 1.611 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
LW (LG): 144 – 288 kHz
(met interval ingesteld op
3 kHz)
Andere modellen:
MW (MG): 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
SW (KG): 5,95 – 17,90 MHz
Antenne AM raamantenna
Buitenantenne-
aansluitingen
Tussenfrequentie 450 kHz
70
Technische gegevens (vervolg)
Luidspreker
SS-MD515
Luidsprekersysteem 2-weg bass reflex
Luidsprekers
Woofer: 15 cm diam., conustype
Tweeter: 2,5 cm diam., conustype
Nominale impedantie 6 ohm
Algemeen
Spanningsvereisten
Europees model: 220 – 230 V AC, 50/60 Hz
Andere modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V
AC, 50/60 Hz instelbaar
met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik: 85 Watt
Afmetingen
Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte:
(met bedieningseenheid
aangebracht)
Ong. 215 × 290 × 400 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
(met bedieningseenheid
losgemaakt)
Ong. 215 × 290 × 390 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
Luidsprekers: Ong. 190 × 350 × 275 mm
(b/h/d) incl. uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
Gewicht
Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte:
Ong. 9,5 kg
Luidsprekers: Ong. 3,6 kg netto per
luidspreker
Meegeleverde toebehoren:
AM raamantenna (1)
Afneembare
bedieningseenheid
RM-MD515 (1)
Beschermdeksel (1)
MD cartridge (1)
AA (R6) batterijen (2)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekerdraden (2)
Wijzigingen in ontwerp en specificaties
voorbehouden, zonder kennisgeving.
71
Geluidsregeling 54
GROOVE 54
H, I, J
Hit Parade 39
K
Klok gelijkzetten 5
L
Loop 24
Luidsprekers 4
M
MD cartridge 5, 63
Move functie 49
Muziekstuk markeren 43
Muziekstuknummers 43
Muziekstuknummers
markeren 43
N
Name functie 46
Normale weergave 12, 15
O
Ongedaan maken 53
Opnamemethoden 34
Opnames beveiligen 33
Opnames bewaren 33
Opnemen
op een MD 41
timergestuurd
opnemen 60
van een CD 13
van een radiozender 18
P, Q
Preset equalizer menu 54
Program Play 21, 30
R
Radiozenders
afstemmen 17
voorinstellen 6
RDS 56
Rec It 40
Regelen
geluid 54
volume 13
Repeat Play 20, 29
S
Samenvoegfunctie 51
Serial copy management
system 64
Shuffle Play 20, 29
Sleep timer 58
Smart space 44
Splitsfunctie 50
Storingen verhelpen 65
Systeembeperkingen 64
T
Time Machine Recording 42
Timer
in slaap vallen met
muziek 58
ontwaken met
muziek 59
timergestuurde
opname 60
Tuner 6, 17
U
Uitleesvenster 23, 32
Undo functie 53
V
Verplaatsfunctie 49
Voorinstellen van
radiozenders 6
W, X, Y
Weergave
van een CD 12
van een MD 15
van een vooringestelde
zender 17
van muziekstukken in
geprogrammeerde
volgorde (Program
Play) 21, 30
van muziekstukken in
willekeurige volgorde
(Shuffle Play) 20, 29
van muziekstukken -
herhaalde weergave
(Repeat Play) 20, 29
Wisfunctie 47
Wissen van
all muziekstukken op
een MD 48
een deel van een
muziekstuk 49
één enkel muziekstuk 47
Z
Zendernaam 55
A
Aansluiten van
de antennes 4, 11
de stroom 5
het systeem 4
optionele
componenten 10
Aansluitend opnemen 36
Afneembare
bedieningseenheid 9
Afstemmen op
vooringestelde
zenders 17
Analoge opname 33
Antennes 4, 11
Automatische
bronselectie 17
B
Batterijen 9
Benoemen
van een CD 25
van een MD 46
van een vooringestelde
zender 55
Berichten 67
Bewerken 45
C
CD-MD Synchro opname 13
CD-speler 20
Combine functie 51
D
Dagtimer 59
DBFB 54
Digitale opname 33
Dimmer 13
Disc Memo Copy 15
Divide functie 50
3CD tot 3MD synchro-
opname 35
3PGM tot 3MD 37
E, F
Erase functie 47
G
Gelijkzetten van de klok 5
Index

Documenttranscriptie

3-861-229-52(1) Mini Hi-Fi Component System Gebruiksaanwijzing NL Manual de instruções P Istruzioni per l’uso I T DHC-MD515 ©1997 by Sony Corporation WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open de behuizing niet, om elektrische schokken te voorkomen. Laat eventuele reparaties over aan bevoegd vakpersoneel. Installeer het apparaat niet in een besloten ruimte, zoals een boekenkast of een inbouwkast. Amerikaanse en buitenlandse patenten in licentie van Dolby Laboratories Licensing Corporation. Het lasersysteem in dit product kan straling produceren die de limiet voor Klasse 1 overstijgt. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Het label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het toestel. Voor de Klanten in Nederland en België Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA (België: KGA). 2 Inhoud Aan de slag Stap 1: Aansluiten van de installatie .... 4 Stap 2: Gelijkzetten van de klok .......... 5 Stap 3: Voorinstellen van radiozenders .............................. 6 Stap 4: Gebruik van de afneembare bedieningseenheid .................... 8 Aansluiten van optionele AV-componenten en buitenantennes ............................... 10 Basishandelingen Weergeven van een CD ....................... 12 Een CD opnemen op MD .................... 13 Een MD afspelen .................................. 15 Luisteren naar de radio ....................... 17 Opnemen van de radio ........................ 18 De CD-speler Herhaalde weergave van muziekstukken op een CD ........... 20 Weergeven van CD muziekstukken in willekeurige volgorde ................... 20 CD muziekstukken programmeren ... 21 Gebruik van het uitleesvenster .......... 23 Een bepaald gedeelte van een muziekstuk op CD herhalen ........ 24 Een CD benoemen ................................ 25 De CD-TEXT informatie controleren ...................................... 27 Het MD deck – Weergave Muziekstukken op een MD herhaaldelijk weergeven .............. 29 Weergeven van MD muziekstukken in willekeurige volgorde ................... 29 MD muziekstukken programmeren ... 30 Gebruik van het MD-uitleesvenster ... 32 Het MD deck – Opname Voor u begint op te nemen ................. 33 Opnamemethoden ............................... 34 Verscheidene CD’s opnemen op verscheidene MD’s ........................ 35 Drie CD’s na elkaar opnemen op MD’s ................................................ 36 Favoriete CD-muziekstukken op een MD opnemen .................................. 37 Alleen het eerste muziekstuk op elke CD opnemen .................................. 39 Het huidige CD muziekstuk opnemen ......................................... 40 Handmatig opnemen op een MD ...... 41 Opnamen beginnen met 6 seconden vooropgeslagen audio gegevens .......................................... 42 Muziekstuknummers markeren ........ 43 Een 3 seconden blanco ruimte maken tussen muziekstukken .................. 44 Het MD deck – Bewerken Voor u begint te bewerken .................. 45 Een MD benoemen ............................... 46 Opnamen wissen .................................. 47 Opgenomen muziekstukken verplaatsen ..................................... 49 Opgenomen muziekstukken splitsen ............................................ 50 Opgenomen muziekstukken samenvoegen .................................. 51 De laatste bewerking ongedaan maken .............................................. 53 NL Geluidsregeling Het geluid regelen ................................ 54 Het Preset Equalizer menu selecteren ......................................... 54 Extra functies Vooringestelde zenders benoemen .... 55 Het Radio Data System (RDS) gebruiken ........................................ 56 In slaap vallen met muziek ................. 58 Ontwaken met muziek ........................ 59 Timergestuurde opname van radioprogramma’s ......................... 60 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ........................ 63 Systeembeperkingen van MD’s.......... 64 Gebruik van de zelfdiagnosefunctie ...65 Verhelpen van storingen ..................... 65 Technische gegevens ............................ 69 Index ....................................................... 71 3 Aan de slag Stap 1: Aansluiten van de installatie Volg de stappen 1 en 2 om uw systeem aan te sluiten met behulp van de meegeleverde snoeren en toebehoren. Volg ook de stappen 3 en 4 om de installatie te beëindigen. AM-raamantenne FM-antenne Rechter luidspreker Linker luidspreker Achterpaneel DHC-MD515 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM/AM-antennes aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen van dezelfde kleur. Hou de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen. R Effen (‘) Installeer de AM-antenne en sluit ze aan. Europees model L + + _ _ AMraamantenne AM Gegroefd (’) FM 75 COAXIAL Dit gedeelte insteken. 4 Strek de FM-draadantenne horizontaal uit. Andere modellen AM-raamantenne Strek de FMdraadantenne horizontaal uit AM FM 75 Stap 2: Gelijkzetten van de klok De tijd moet ingesteld zijn vooraleer u de timerfuncties kan gebruiken. De klok werkt volgens een 24-urensysteem voor het Europese model en volgens een 12urensysteem voor alle andere modellen. Het 12-urensysteem is afgebeeld. U kan de tijd instellen terwijl het systeem af staat. 1 DISPLAY 3 Zet VOLTAGE SELECTOR in de stand voor uw lokale netstroomspanning (behalve Europees model). 110 – 120V TAPE 220 – 240V VOLTAGE SELECTOR 4 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. Indien de stekker niet in het stopcontact past, verwijder dan de meegeleverde adapter van de stekker (behalve Europees model). 2,3,4 1 CURSOR N/n Druk op CLOCK/TIMER SET. De dag van de week (“SUN”) knippert. SUN 0:00AM Voor u het systeem aanzet Haal de MD transportcartridge uit de gleuf. Als u het systeem aanzet voor u de cartridge verwijdert, verschijnt “MD MECHA ERROR”. Zet het systeem af en haal de cartridge uit nadat de klok verschijnt (zie pagina 63). 2 Draai aan MULTI JOG om de dag van de week in te stellen en druk vervolgens op ENTER/YES. De uren knipperen. MON 0:00AM vervolg 5 Stap 2: Gelijkzetten van de klok (vervolg) 3 Draai aan MULTI JOG om de uren in te stellen en druk vervolgens op ENTER/YES. De minuten knipperen. MON 9:00AM 4 Stap 3: Voorinstellen van radiozenders U kunt het volgende aantal zenders voorinstellen: – Europees model: 20 FM-zenders, 10 MW (MG)-zenders en 10 LW (LG)-zenders – Andere modellen: 20 FM-zenders, 10 MW (MG)-zenders en 10 SW (KG)-zenders. MANUAL 1 DIMMER Draai aan MULTI JOG om de minuten in te stellen en druk vervolgens op ENTER/YES. 3 De klok begint te lopen. Als u zich hebt vergist Druk herhaaldelijk op CURSOR N of n zodat de foutieve instelling knippert en stel ze vervolgens opnieuw in. De ingestelde tijd veranderen U kan de tijd instellen wanneer u het systeem uitschakelt. 1 Druk op CLOCK/TIMER SET. 2 Draai aan MULTI JOG tot “SET CLOCK?” verschijnt. 3 Druk op ENTER/YES. 4 Herhaal stap 2 tot 4 hierboven. TAPE De tijd laten verschijnen De ingebouwde klok toont de tijd in het uitleesvenster wanneer het toestel af staat. Om de tijd te laten verschijnen wanneer het toestel aan staat, drukt u op DISPLAY. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: n Normaal n Tijd Preset Equalizer N Tip Het bovenste puntje knippert tijdens de eerste helft van een minuut (0 tot 29 seconden) en het onderste tijdens de laatste helft (30 tot 59 seconden). 6 5 4,5,7 6,8 2 Om op de gewenste voorinstelzender af te stemmen 1 Druk op POWER om de installatie aan te schakelen. 2 Druk herhaaldelijk op TUNER tot de gewenste band verschijnt. Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de band als volgt: n Europees model: FM n MW (MG) n LW (LG) 8 Druk op ENTER/YES. De zender wordt opgeslagen. 9 Herhaal stap 2 tot 8 om andere zenders op te slaan. Afstemmen op een zender met een zwak signaal Druk in stap 3 op MANUAL en draai aan MULTI JOG om af te stemmen op de zender en ga door met stap 5. n Andere modellen: FM n MW (MG) n SW (KG) Het voorinstelnummer wijzigen 3 Druk op AUTO. Begin opnieuw vanaf stap 2. 4 Draai aan MULTI JOG. Het MW (MG) afsteminterval wijzigen (behalve Europees model) De frequentie in het uitleesvenster verandert en het scannen stopt wanneer op de zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo programma) verschijnen. Wanneer u het scannen wil stoppen, drukt u op p. De zender voorinstellen 5 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “TUNER Memory?” verschijnt. Het MW (MG) afsteminterval is af fabriek ingesteld op 9 kHz (10 kHz in sommige gebieden). Om het MW (MG) afsteminterval te veranderen, stemt u eerst af op eender welke MW (MG) zender en schakelt u de stroom uit. Terwijl u de DIMMER toets ingedrukt houdt, schakelt u de stroom weer aan. Wanneer u de afsteminterval verandert, worden alle vooringestelde MW (MG) zenders gewist. Om het interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde procedure. Tips TUNER Memory? AUTO TUNED STEREO 6 Druk op ENTER/YES. 7 Draai aan MULTI JOG om het gewenste voorinstelnummer te kiezen. • De vooringestelde zenders blijven bewaard gedurende een dag, zelfs wanneer u het netsnoer uittrekt of de stroom uitvalt. • U kunt de vooringestelde zenders benoemen (zie pagina 55). Memory FM 1CH? AUTO TUNED STEREO 7 Stap 4: Gebruik van de afneembare bedieningseenheid Wanneer de bedieningseenheid is losgemaakt, moet u altijd het meegeleverde beschermdeksel aanbrengen om te voorkomen dat de contactklem vuil wordt. Contactklembeschermer Het bedieningspaneel is afneembaar (afneembare bedieningseenheid) en fungeert als afstandsbediening. Contactklem afneembare bedieningseenheid TAPE De afneembare bedieningseenheid aanbrengen. Afneembare bedieningseenheid De afneembare bedieningseenheid losmaken. TAPE 2Druk de afneembare bedieningseenheid voorzichtig op haar plaats. 1Schuif de lipjes onderaan in de gleuven. Opmerkingen TAPE 1Pak de afneembare bedieningseenheid vast aan beide zijden. 2Uitnemen. 8 • Als u de afneembare bedieningseenheid niet gebruikt, bevestig ze dan altijd op het toestel zodat ze niet zoek raakt. • Controleer of de afneembare bedieningseenheid goed is bevestigd, zoniet kan het systeem eventueel niet correct functioneren. Plaats twee AA (R6) batterijen in de afneembare bedieningseenheid. De afneembare bedieningseenheid gebruiken vanop afstand Afstandsbedieningssensor 30 30 Richt de afneembare bedieningseenheid op de afstandsbedieningssensor van het toestel. AA (R6) batterij Tip Als de afneembare bedieningseenheid niet meer functioneert, moeten beide batterijen worden vervangen. Als u de afneembare bedieningseenheid niet gebruikt, moet u ze op het toestel bevestigen om de batterijen te sparen. Opmerkingen betreffende de batterijen • Plaats de batterijen in de juiste richting. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen batterijen van verschillende types door elkaar. • Gebruik geen lekkende batterijen. • Als batterijen lekken, moet u de batterijhouder reinigen en alle batterijen vervangen door nieuwe. Gebruik van een optionele afstandsbediening Wanneer u de optionele afstandsbediening gebruikt in combinatie met de afneembare bedieningseenheid op het toestel, moet u ze op de sensor in de linker bovenhoek van het toestel richten. Afstandsbedieningssensor (met afneembare bedieningseenheid bevestigd) 30 30 Als de afneembare bedieningseenheid niet op het toestel is bevestigd, richt u de optionele afstandsbediening op de sensor onderaan het toestel. Wanneer de afneembare bedieningseenheid is losgemaakt, werkt de sensor in de linker bovenhoek van het toestel niet. 9 Aansluiting van optionele AV-componenten en buitenantennes U kunt uw installatie uitbreiden door optionele componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de betreffende component. Een videospelletje of videorecorder aansluiten Sluit de stekkers aan op de aansluitingen van dezelfde kleur. Opmerking betreffende de indicaties “VIDEO” en “GAME” Verander de indicaties VIDEO/GAME IN volgens de aangesloten apparatuur. • Kies “VIDEO” wanneer u een videorecorder, AM/FM tuner of cassettedeck aansluit. • Kies “GAME” wanneer u een videospelletje, multi disc-speler of DAT deck aansluit. • Als het geluid is vervormd wanneer “VIDEO” wordt gekozen, moet u overschakelen naar “GAME”. Audiocomponenten aansluiten Een cassettedeck aansluiten Steek de stekkers in de aansluitingen van dezelfde kleur. Naar de AU BUS aansluiting van het TC-TX515 stereo cassettedeck Naar de audio-uitgang van een videospelletje of videorecorder Naar de audio-ingang van een cassettedeck Naar de audio-uitgang van een cassettedeck Om het geluid van de videorecorder te beluisteren Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot “VIDEO” verschijnt. Om het geluid van het videospelletje te beluisteren Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot “GAME” verschijnt. Als “GAME” niet verschijnt door op FUNCTION te drukken verandert u de indicatie “VIDEO” in “GAME” door de onderstaande procedure te volgen: 10 1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot “VIDEO” verschijnt. 2 Druk op EDIT/NO. “GAME ?” verschijnt. 3 Druk op ENTER/YES. Druk nogmaals op EDIT/NO om “VIDEO” weer te laten verschijnen. Het geluid van het cassettedeck beluisteren Druk op TAPE. Tips • Bij aansluiting van het TC-TX515 stereo cassettedeck op de DHC-MD515, moet u de AU BUS aansluitingen gebruiken. Meer details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de TC-TX515. • De markeringen A en B onder de TAPE IN/OUT aansluitingen helpen u bij het aansluiten van het optionele TC-TX515 deck. Opmerking U kunt geen platenspeler zonder ingebouwde equalizer aansluiten. Buitenantennes aansluiten AM-antenne Sluit de buitenantenne aan om de ontvangst te verbeteren. Verbind een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter met de aansluiting voor een AMantenne. Laat de meegeleverde AMraamantenne aangesloten. FM-antenne Europees model Sluit de optionele FM-buitenantenne aan of u kunt ook de TV-antenne gebruiken. Geïsoleerde draad (niet meegeleverd) Europees model AM AM FM 75 COAXIAL FM 75 COAXIAL Aardingsdraad (niet meegeleverd) 75 ohm coaxiaalkabel (niet meegeleverd) Andere modellen Andere modellen Geïsoleerde draad (niet meegeleverd) AM AM FM 75 FM 75 Standaard IEC aansluiting (niet meegeleverd) Aardingsdraad (niet meegeleverd) Belangrijk Bij gebruik van een buitenantenne dient deze goed geaard te worden als bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding om explosiegevaar te voorkomen. 11 Basishandelingen Weergeven van een CD U kunt alle muziekstukken op een CD in de originele volgorde afspelen of tot drie CD’s na elkaar afspelen. Druk op POWER om de installatie aan te zetten. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk herhaaldelijk op CONTINUE tot “ALL DISCS” verschijnt. Om één CD af te spelen, drukt u op CONTINUE tot “1 DISC” verschijnt. DIMMER CD3-10 23 4 1, CD indicatoren POWER 0/) 62.24 ALL DISCS 1 4 2 3 Druk op (P. De weergave begint vanaf de CD waarvan de CD indicator groen oplicht. Disc-ladenummer Weergavetijd CD3-1 0.35 ALL DISCS 1 TAPE 2 3 Muziekstuknummer MULTI JOG DISC SKIP MD/CD 1 – 3 1 p VOLUME Druk op één van de CD 1 6 – CD 3 6 toetsen om de disc-lade te openen en leg een CD op de lade. Met het label naar boven De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt. Om andere CD’s in te brengen, drukt u op andere CD 1 6 – CD 3 6 toetsen en legt u vervolgens de CD’s op de lade. 12 Om de weergave te laten starten vanaf een andere CD, drukt u op MD/CD 1 – 3 afhankelijk van het disc-ladenummer van de gewenste CD. Om Gaat u als volgt tewerk De weergave te stoppen Druk op p. Te pauzeren Druk op (P. Druk nogmaals om de weergave te hervatten. Een muziekstuk te kiezen Draai MULTI JOG rechtsom (vooruit gaan) of linksom (achteruit gaan) tot u het gewenste muziekstuk hebt gevonden. Een punt in een muziekstuk te zoeken Druk tijdens de weergave op 0 of ) en laat de toets los op het gewenste punt. “OVER” verschijnt wanneer u het einde van de CD hebt bereikt. Een CD te kiezen • Druk op MD/CD 1 – 3. De weergave start wanneer u op de toets drukt. • Druk herhaaldelijk op DISC SKIP zodat de gewenste CD indicator groen oplicht. Druk op (P om de CD te laten afspelen. Een CD opnemen op MD — CD-MD synchro-opname U kunt een digitale opname maken van een CD op een MD. Als de MD al muziekstukken bevat, wordt de opname automatisch gestart na het laatste muziekstuk. Zie pagina 47 om muziekstukken te wissen. Dit systeem biedt ook nog andere opnamemogelijkheden (zie “Opnamemethoden” op pagina 34). Kies de meest geschikte manier van opnemen. Druk op POWER om het systeem aan te zetten. MD 1 indicator POWER 5 MD 6 1 Basishandelingen Als u tijdens de weergave op DISC SKIP drukt, wordt overgeschakeld naar een andere CD en start de weergave automatisch. Druk op de CD 1 6 – CD 3 6 Een CD te verwijderen of toets van de CD die u wilt te verwisselen verwijderen. Het volume te regelen Draai aan VOLUME. Tips TAPE EDIT/NO 8 7 6 32 MD 9 p 4 n • In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf elk muziekstuk. 1 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te kiezen. 2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 3 Druk op (P. • De CD 1 6 – CD 3 6 indicatoren geven het volgende aan Groen: de disc-lade wordt gekozen of afgespeeld. Oranje: de disc-lade bevat een CD. • Als er geen CD in de speler zit, verschijnt “CD NO DISC”. • U kunt de helderheid van het scherm veranderen, Bij elke druk op de DIMMER toets verandert de helderheid als volgt: Helder n Donkerder n Donkerst Opmerkingen • Sluit de disc-lade door op de CD 1 6 – CD 3 6 toets te drukken. Probeer de disc-lade niet met de hand te sluiten omdat ze hierdoor kan worden beschadigd. • Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop, aangezien dit de CD-speler kan beschadigen. vervolg 13 Een CD opnemen op MD (vervolg) 6 Druk op REC/CD-MD SYNC. Stap 1: Een CD klaarmaken voor opname 7 Draai aan MULTI JOG tot “NORMAL ?” verschijnt. 1 1 8 De disc-lade sluit wanneer u opnieuw op de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt. Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP om de gewenste CD te kiezen. De gekozen CD 1 6 – CD 3 6 indicator licht groen op. 4 Druk herhaaldelijk op CONTINUE tot “1 DISC” verschijnt. Stap 2: Opname 5 Plaats een opneembare MD in de gleuf MD 1. Breng de MD in tot hij vastklikt. Als er geen MD is ingebracht, wordt de MD na een tijdje automatisch geladen. Als er MD’s in andere gleuven zitten, wordt de MD in de MD 1 gleuf automatisch geladen nadat u in stap 8 op de ENTER/YES toets hebt gedrukt. Met het pijltje naar het deck gericht Met het label naar boven en de sluiter rechts 14 2 3 SYNC LEVEL SYNC 1 DISC Druk op ENTER/YES. “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. Met het label naar boven 2 NORMAL ? 1 Druk op één van de CD 1 6 – CD 3 6 toetsen om de disc-lade te openen en leg een CD op de lade. CD1-1 1 1 9 2 3 SYNC LEVEL SYNC 0.00 1 DISC Controleer of “SYNC” stopt met knipperen en druk dan op (P. De opname start. De CD-speler en het MD deck stoppen automatisch wanneer alle CD’s in de disc-lade zijn opgenomen. Druk op p om de opname te stoppen. CD-MD synchro-opname annuleren Druk op EDIT/NO op een willekeurig punt van stap 6 tot 9. CD-MD synchro-opname stoppen Druk op p. Als er al een MD is ingebracht Breng een opneembare MD in nadat u de ingebrachte MD hebt verwijderd zoals hieronder beschreven. 1 Druk op MD 6. De MD wordt vrijgemaakt en uitgeworpen. 2 Trek de MD uit de gleuf. Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Een MD afspelen U kunt alle muziekstukken op een MD in de originele volgorde afspelen en ook maximum drie MD’s na elkaar afspelen, net als CD’s. Druk op POWER om het systeem aan te zetten. MD indicatoren Als de MD ten einde is gedurende opname POWER 1 MD 6 De CD-speler en het MD deck stoppen automatisch. Tips Basishandelingen • De muziekstuknummers en disc-titel van de CD (zie pagina 25) worden op de MD gekopieerd wanneer u een splinternieuwe opneembare MD gebruikt of een MD waarvan alle muziekstukken gewist zijn (zie pagina 48) (Disc Memo Copy functie). Merk op dat de CD-TEXT informatie bij sommige CD’s niet wordt benoemd. • Als u opneemt op een CD waarop al muziekstukken zijn opgenomen, worden de opgenomen CD muziekstukken hernummerd. TAPE Opmerkingen • Met deze opnamemethode kunt u alleen opnemen op de MD in de MD 1 gleuf. • Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd tegen wissen en kan er niet op worden opgenomen. Druk op MD 6 om de MD uit te werpen en verschuif het nokje op de MD om de gleuf te sluiten (zie pagina 33). 4 VOLUME MULTI JOG 0/) MD/CD 1 – 3 DISC SKIP p 3 2 1 Breng een MD in. Breng de MD in tot hij vastklikt. Controleer of de MD indicator oranje of groen oplicht. Met het pijltje naar het deck gericht. Met het label naar boven en de sluiter rechts. 2 Druk op de MD toets om over te schakelen naar MD. vervolg 15 Een MD afspelen (vervolg) Om Gaat u als volgt tewerk De weergave Druk op p. te starten 3 Druk herhaaldelijk op CONTINUE tot “ALL DISCS” verschijnt. Om slechts één MD af te spelen, drukt u op de toets tot “1 DISC” verschijnt. 4 Te pauzeren Druk op (P. Druk nogmaals om de weergave te hervatten. Een muziekstuk te kiezen Draai MULTI JOG rechtsom (vooruit gaan) of linksom (achteruit gaan) tot u het gewenste muziekstuk hebt gevonden. Een punt in een muziekstuk te zoeken Druk tijdens de weergave op 0 of ) en laat de toets los op het gewenste punt. Een MD te kiezen • Druk op MD/CD 1 – 3. De weergave start wanneer u op de toets drukt. Druk op (P. De weergave start vanaf de MD waarvan de MD indicator groen oplicht. Discnummer Weergavetijd Muziekstuknummer 1 2 3 MD1-1 0.07 • Druk herhaaldelijk op DISC SKIP zodat de gewenste MD indicator groen oplicht. Druk op (P om de MD te laten afspelen. TRACK ALL DISCS LEVEL SYNC Om de weergave te starten vanaf een andere MD, drukt u op MD/CD 1 – 3 afhankelijk van het disc-gleufnummer dat overeenstemt met de gewenste MD. Als u tijdens de weergave op DISC SKIP drukt, wordt overgeschakeld naar een andere MD en start de weergave automatisch. De MD te verwijderen Druk op MD 6. Trek de MD uit de gleuf wanneer hij wordt uitgeworpen. Het volume te regelen Draai aan VOLUME. Tips • De MD indicatoren geven het volgende aan: Groen: de disc-gleuf is gekozen of de disc wordt afgespeeld. Oranje: er zit een MD in de gleuf. • In stap 4 kunt u de weergave starten vanaf om het even welk muziekstuk. 1 Druk op DISC SKIP om de gewenste MD te kiezen. De MD indicator van de gewenste MD licht groen op. 2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 3 Druk op (P. 16 Luisteren naar de radio Stel eerst de zenders voorin in het geheugen van de tuner (zie pagina 6). Druk op POWER om het systeem aan te zetten. POWER MANUAL AUTO 2 FM 1OO.5MHz PRESET 3 STEREO/ MONO 2 Druk op PRESET. Draai aan MULTI JOG om af te stemmen op de gewenste vooringestelde zender. Draai linksom voor lagere voorinstelnummers. Draai rechtsom voor hogere voorinstelnummers. Voorinstelnummer Zendernaam* of frequentie FM 1 1OO.5MHz PRESET TUNED STEREO 3 1 p Druk herhaaldelijk op TUNER tot de gewenste band verschijnt. Bij elke druk op de toets verandert de band als volgt: n Europees model: FM n MW (MG) n LW (LG) Andere modellen: FM n MW (MG) n SW (KG) n 1 VOLUME FM 1OO.5MHz MANUAL Om Gaat u als volgt tewerk De radio af te zetten Druk op POWER. Het volume te regelen Draai aan VOLUME. Basishandelingen * De zendernaam verschijnt alleen wanneer u de zender hebt benoemd (zie pagina 55). TAPE Om niet-vooringestelde zenders te beluisteren • Druk op MANUAL in stap 2 en draai vervolgens aan MULTI JOG om af te stemmen op de gewenste zender (Manuele afstemming). • Druk op AUTO in stap 2 en draai vervolgens aan MULTI JOG. De frequentieaanduiding verandert en het scannen stopt wanneer het systeem afstemt op een zender (Automatische afstemming). Automatische afstemming annuleren Druk op p. Tips • U kunt van een andere bron overschakelen naar de tuner door gewoon op TUNER te drukken (Automatische Bronselectie). • Richt de meegeleverde antenne om de ontvangst te verbeteren. • Wanneer een FM-programma gestoord is, druk dan op STEREO/ MONO tot “MONO” verschijnt. Het stereo effect verdwijnt dan, maar de ontvangst is beter. Druk nogmaals op de toets om het stereo effect te herstellen. 17 Opnemen van de radio U kunt een radioprogramma opnemen op een MD. Als u gebruik maakt van een voorbespeelde MD, zoekt het MD deck automatisch het einde van de opname en start de opname vanaf dat punt. Om opnames te wissen, zie pagina 47. Druk op POWER om het systeem aan te zetten. 2 Druk herhaaldelijk op TUNER tot de gewenste band verschijnt. 3 Druk op PRESET. 4 Draai aan MULTI JOG om het voorinstelnummer van de gewenste zender te kiezen. Voorinstelnummer MD indicatoren 1 POWER 1 2 MD 6 3 Zendernaam* of frequentie FM 1 1OO.5MHz PRESET TUNED STEREO * De zendernaam verschijnt alleen wanneer u de zender hebt benoemd (zie pagina 55). 5 Druk op REC/CD-MD SYNC. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand. 6 Druk op (P. De opname start. TAPE Stoppen met opnemen Druk op p. MANUAL MD 4 25 6 p 3 DISC SKIP 1 Druk op MANUAL in stap 3 en draai vervolgens aan MULTI JOG om af te stemmen op de gewenste zender. Breng een opneembare MD in. Een MD inbrengen Laad een MD zoals beschreven onder “Een MD inbrengen”. U kunt opnemen op MD’s die in de MD 1 – 3 gleuven zitten. 1 Druk op de MD om over te schakelen naar MD. 2 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP zodat de MD indicator van de gleuf die een opneembare MD bevat groen oplicht. 3 Druk op MD 6. Wanneer er al een MD is ingebracht, wordt die uitgeworpen en wordt de gekozen MD ingebracht. Met het pijltje naar het deck gericht. Met het label naar boven en de sluiter rechts. 18 Om niet-vooringestelde zenders op te nemen Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Tip Als een AM (MG/LG, MG/KG)-zender tijdens de opname is gestoord, moet u de AM-raamantenne verplaatsen. Opmerking Als “MD Protected” verschijnt, is de MD beveiligd tegen wissen en kan er niet op worden opgenomen. Druk op MD 6 om de MD uit te werpen en verschuif het nokje op de MD om de gleuf te sluiten (zie pagina 33). Basishandelingen 19 De CD-speler Herhaalde weergave van muziekstukken op een CD Weergeven van CD muziekstukken in willekeurige volgorde –– Repeat Play –– Shuffle Play Met deze functie kunt u een CD of alle CD’s herhalen bij normale, willekeurige en geprogrammeerde weergave. U kunt alle muziekstukken op een CD of alle CD’s in willekeurige volgorde weergeven. CONTINUE REPEAT 2 3 TAPE TAPE MULTI JOG 4 MULTI JOG Alle muziekstukken of een programma herhalen Druk tijdens de weergave op REPEAT tot “REPEAT” verschijnt. Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle muziekstukken herhalen. Slechts één muziekstuk herhalen Druk tijdens het afspelen van het gewenste muziekstuk herhaaldelijk op REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt. 1 Breng de CD’s in. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk op SHUFFLE. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: “ALL DISCS” U kunt het te herhalen muziekstuk veranderen door tijdens de weergave aan MULTI JOG te draaien. 1 20 Druk herhaaldelijk op REPEAT tot “REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt. 2 3 “1 DISC” (De muziekstukken op de CD waarvan de CD 1 6 – CD 3 6 indicator groen oplicht, worden afgespeeld in willekeurige volgorde.) CD1-18 U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen tijdens Shuffle of Program Play. Repeat Play annuleren ˜ (Alle CD’s worden in willekeurige volgorde afgespeeld.) ALL DISCS SHUFFLE 64.17 4 Kies “ALL DISCS” en druk op (P. Kies “1 DISC” en druk op MD/CD 1 – 3 afhankelijk van de disc-lade waarin de CD zit. “J” verschijnt en alle muziekstukken worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Shuffle Play annuleren Druk op CONTINUE. CD muziekstukken programmeren –– Program Play U kunt drie verschillende programma’s maken voor alle CD’s in de gewenste afspeelvolgorde. Elk programma kan maximum 25 muziekstukken bevatten. U kunt synchro-opnamen maken van programma’s op MD’s (zie pagina 37). Tips CONTINUE • U kunt Shuffle Play tijdens normale weergave starten door op de SHUFFLE toets te drukken. De CD-speler mengt alle muziekstukken, ook deze die werden afgespeeld. • Draai MULTI JOG rechtsom om een muziekstuk over te slaan. 6 3 DISPLAY TAPE Opmerking Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie niet beschikbaar. 524 8 p 1 Breng de CD’s in. 2 Druk op CD om over te schakelen naar CD. Opmerkingen • U kunt muziekstukken alleen programmeren vanuit de stopstand. • Controleer of het totale aantal muziekstukken en de speelduur in het uitleesvenster kloppen en ga door met de volgende stap. 3 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer (“PROGRAM 1” – “PROGRAM 3”) verschijnt. CD1-18 1 2 3 64.17 PROGRAM1 vervolg 21 CD muziekstukken programmeren (vervolg) 4 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te kiezen. Disc-ladenummer Program Play annuleren Druk op CONTINUE. Stoppen met het programmeren van muziekstukken Druk op p in elk gewenst punt van stap 4 tot 6. Een eerder samengesteld programma afspelen CD3-AL 1 2 64.17 PROGRAM1 3 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer verschijnt en druk vervolgens op (P. Het hele programma wissen 5 Draai aan MULTI JOG om het gewenste muziekstuk te kiezen. De totale speelduur met inbegrip van het gekozen muziekstuk knippert. Gekozen disc- en muziekstuknummers CD3-3 1 2 7. 09 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer verschijnt en druk vervolgens eenmaal op p in de stopstand. Het geprogrammeerde muziekstuknummer controleren Druk in de stopstand herhaaldelijk op PROGRAM tot het programmanummer dat u wilt controleren verschijnt, en druk vervolgens op DISPLAY. PROGRAM1 3 Laatst geprogrammeerd muziekstuk Totale weergavetijd 6 Druk op ENTER/YES. 1 Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale speelduur van het programma. Laatst geprogrammeerd Totale weergavetijd muziekstuk CD3-3 1 7 2 3 7. 09 PROGRAM1 Herhaal stap 4 tot 6 om extra muziekstukken te programmeren. Sla stap 4 over als u een muziekstuk van dezelfde CD wilt kiezen. 8 22 CD1-12 Stepll Druk op (P. Alle muziekstukken worden afgespeeld in de gekozen volgorde. 2 3 PROGRAM1 Totaal aantal stappen De geprogrammeerde muziekstukvolgorde controleren Draai tijdens Program Play aan MULTI JOG. Een muziekstuk toevoegen aan een programma 1 Druk in de stopstand herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer verschijnt. 2 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te kiezen. 3 Draai aan MULTI JOG om het gewenste muziekstuk te kiezen en druk vervolgens op ENTER/YES. Het gekozen muziekstuk wordt toegevoegd aan het eind van het programma. Tips • Om de hele CD als één programmastap te programmeren, drukt u op ENTER/YES terwijl “AL” verschijnt nadat u in stap 4 de gewenste CD hebt gekozen. • Om het programma op te nemen, zie “Favoriete CD-muziekstukken op een MD opnemen” op pagina 37. • Het samengestelde programma blijft ook bestaan wanneer geprogrammeerde weergave is beëindigd. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op (P. Wanneer u echter een opname maakt met de Hit Parade functie (pagina 39), wordt PROGRAM 3 gewist. • Als u op de CD 1 6 – CD 3 6 toets drukt om de disc-lade te openen, worden de muziekstukken van de CD in de lade uit het programma gewist. • Wanneer de totale programmaduur meer dan 100 minuten bedraagt, verschijnt “--.--” in plaats van de totale speelduur. Gebruik van het uitleesvenster U kunt de resterende tijd van het huidige muziekstuk of die van de hele CD controleren. DISPLAY TAPE Druk herhaaldelijk op DISPLAY tijdens het afspelen. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: n Verstreken speelduur van het huidige muziekstuk µ Resterende speelduur van het huidige muziekstuk µ Resterende speelduur van de huidige CD1) µ Muziekstuktitel2) (alleen voor CD’s met CD-TEXT) µ Klok µ Preset Equalizer menu 1) De resterende speelduur van de CD verschijnt niet tijdens geprogrammeerde of willekeurige weergave. 2) “No Name“ verschijnt tijdens de weergave van een CD zonder CD-TEXT informatie. vervolg 23 Gebruik van het uitleesvenster (vervolg) De totale speelduur en het aantal muziekstukken op de CD controleren Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de stopstand bij normale of willekeurige weergave. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt. n Totale speelduur en aantal muziekstukken µ Disc-titel3) µ Een bepaald gedeelte van een muziekstuk op CD herhalen — Loop Met de loop-functie kunt u een deel van een CD-muziekstuk gedurende weergave herhalen. Hierdoor kunt u originele opnames maken. De instelling verloopt in 20 stappen. Origineel Hey, Come on everybody! … Loop Klok µ Hey, C, C, C Come on everybody! … Preset Equalizer menu 3) 2 “No Name” verschijnt wanneer geen titel aan de CD is toegekend. Wanneer u op de DISPLAY toets drukt bij het kiezen van een CD met CD-TEXT informatie zoals de naam van de artiest, rolt de naam in het uitleesvenster achter de disc-titel, waarna de totale speelduur en het aantal muziekstukken opnieuw verschijnen. TAPE Tip “--.--” verschijnt wanneer u de resterende speelduur controleert van een muziekstuk met nummer hoger dan 20. 3 3,5 4 1 Breng een CD in. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk op CD LOOP en draai tegelijkertijd aan MULTI JOG om de herhaaltijd te kiezen (“LOOP 1 – 20”). De herhaaltijd wordt langer naarmate het nummer hoger is. 4 24 Druk op de MD/CD 1 – 3 toets van de gewenste CD om de weergave te starten. 5 Hou CD LOOP ingedrukt op het punt waarin u de Loop-functie wilt starten en laat de toets los om terug te keren naar normale weergave. Het muziekstuk pauzeert tijdens de loop-functie en de weergave wordt hervat vanaf hetzelfde punt waarin u de toets hebt losgelaten. Herhaaltijd Nn Druk op CD LOOP. n n Hey, C… C… C… Come on everybody! … Laat CD LOOP los. De herhaallengte regelen met geluid Draai in stap 5 aan MULTI JOG terwijl u CD LOOP ingedrukt houdt. De herhaallengte verandert. Een CD benoemen U kunt maximum 100 CD’s benoemen met 20 symbolen en tekens per CD. de titels worden opgeslagen in het systeemgeheugen en elke titel (disc-naam) verschijnt in het uitleesvenster wanneer u een benoemde CD laadt. Als u een CD benoemt en een a CD-MD synchro-opname maakt op een blanco MD, wordt de titel automatisch opgenomen op de MD (Disc Memo Copy functie). Opmerkingen • Als u een CD met CD-TEXT informatie benoemt (zie pagina 27), verschijnt de gegeven disc-titel in plaats van de disc-titel van de CD-TEXT informatie. • Als u CD’s voor de eerste maal benoemt, moet u eerst de procedure “Alle in het geheugen opgeslagen disctitels wissen” volgens zoals beschreven op pagina 27. 7,12 23 8 5 p TAPE 6,9 10 4 CURSOR N 1 Breng een CD in. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. Opmerking U kunt CD’s alleen benoemen in de stopstand. 3 Druk op CONTINUE. vervolg 25 Een CD benoemen (vervolg) 4 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP tot het disc-ladenummer van de gewenste CD verschijnt. Controleer of het totale aantal muziekstukken en de speelduur verschijnen in het uitleesvenster, en ga door met de volgende stap. 5 Druk op EDIT/NO. 6 Draai aan MULTI JOG tot “CD Name in?” verschijnt. 9 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste teken verschijnt. Om een spatie in te lassen, gaat u naar de volgende stap zonder aan MULTI JOG te draaien. Een spatie kan niet aan het begin worden ingelast. 10 Druk op CURSOR n. Het teken dat u in stap 9 hebt gekozen, stopt met knippert en de cursor schuift naar rechts. Cursor CD1 A DISC ALL DISCS 1 2 3 CD Name in? ALL DISCS 1 2 3 11 Herhaal stap 8 tot 10 om de hele titel te voltooien. 7 Druk op ENTER/YES. De cursor begint te knipperen. Cursor CD1 DISC ALL DISCS 1 8 2 3 12 Druk op ENTER/YES om het Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot het gewenste teken verschijnt. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: benoemen te vervolledigen. De disc-titel wordt opgeslagen in het systeemgeheugen. A (hoofdletter) n a (kleine letter) n 0 (cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie) n A… Het benoemen annuleren * U kunt de volgende symbolen gebruiken. De in het geheugen opgeslagen titels controleren !"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_` 26 Als u een fout heeft gemaakt, druk op CURSOR N of n tot het teken dat u wilt veranderen knippert, herhaal vervolgens stap 8 tot 10. Om het teken te wissen, drukt u op EDIT/NO terwijl het teken knippert. Bij elke druk op de toets wordt het knipperende teken gewist. U kunt geen teken invoegen tussen twee eerder ingevoegde tekens. Druk op p in een willekeurig punt van stap 6 tot 11. 1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen“ aan MULTI JOG tot “CD Name Check?” verschijnt en druk op ENTER/YES. 2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de opgeslagen titels (001 – 100) die u wilt controleren te kiezen. De disc-titel rolt in het uitleesvenster. Een disc-titel van een CD wissen 1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen” aan MULTI JOG tot “CD Name Erase?” verschijnt en druk op ENTER/YES. De disc-titel rolt in het uitleesvenster. 2 Draai aan MULTI JOG om CD 1 – 3 of de opgeslagen disc-titels (001 – 100) die u wilt wissen te kiezen. 3 Druk op ENTER/YES om de disc-titel te wissen. “CD Complete” verschijnt en de disc-titel wordt gewist. De CD-TEXT informatie controleren Een CD met CD-TEXT informatie (disc-titel, naam van de artiest, muziekstuk-titel, enz. gememoriseerd op de CD) kan worden afgespeeld terwijl de naam van de artiest of de titel van het huidige muziekstuk in het uitleesvenster is weergegeven. 4 6 2 Het wissen van een disc-titel annuleren Druk op p in een willekeurig punt van stap 1 tot 2. TAPE Alle in het geheugen opgeslagen disctitels wissen 1 Draai in stap 6 van “Een CD benoemen” aan MULTI JOG tot “CD All Erase?” verschijnt en druk op ENTER/YES. “CD All Erase??” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES om alle disc-titels te wissen. “CD Complete” verschijnt en alle disc-titels worden gewist. Het wissen van alle disc-titels annuleren Druk op p in stap 1. 5 3 De disc-titels controleren 1 Breng een CD in. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk herhaaldelijk op DISC SKIP om de CD te kiezen die u wilt controleren. 4 Druk op EDIT/NO. 5 Draai aan MULTI JOG tot “CD Name Check?” verschijnt. Opmerking Als u een opname hebt gemaakt met de Hit Paradefunctie (zie pagina 39), wordt de MD niet met de disc-titel benoemd. p CD Name Check? ALL DISCS 1 6 2 CD -TEXT 3 Druk op ENTER/YES. De disc-titel rolt in het uitleesvenster. vervolg 27 De CD-TEXT informatie controleren (vervolg) De muziekstuktitels controleren Draai in de weergave- of stopstand aan MULTI JOG om het muziekstuk te kiezen dat u wilt controleren. De muziekstuktitel rolt in het uitleesvenster. Symphony ALL DISCS 1 2 CD -TEXT 3 Controleren annuleren Druk op p. De CD-TEXT informatie controleren tijdens het afspelen 1 Druk op EDIT/NO. 2 Draai aan MULTI JOG tot “CD Name Check?” verschijnt. 3 Druk op ENTER/YES. In het uitleesvenster verschijnt de titel tot 20 tekens lang. Opmerkingen • Bij sommige CD’s wordt de CD-TEXT informatie niet opgenomen op MD’s. • Als de disc-titel van de CD-TEXT informatie langer is dan 20 tekens, verschijnen de tekens achter het 20e teken niet. 28 Het MD deck – Weergave Muziekstukken op een MD herhaaldelijk weergeven Weergeven van MD muziekstukken in willekeurige volgorde — Repeat Play –– Shuffle Play Met deze functie kunt u een MD herhalen bij normale, willekeurige en geprogrammeerde weergave. U kunt alle muziekstukken op een MD of alle MD’s in willekeurige volgorde weergeven. CONTINUE 2 REPEAT 3 TAPE TAPE MULTI JOG Alle muziekstukken of een programma herhalen Druk tijdens de weergave op REPEAT tot “REPEAT” verschijnt. Tijdens All Discs Shuffle Play kunt u niet alle muziekstukken herhalen. 4p MULTI JOG 1 Breng een MD in. 2 Druk op de MD toets om over te schakelen naar MD. 3 Druk op SHUFFLE in de stopstand. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: “ALL DISCS” ˜ “1 DISC” (Alle MD’s worden in willekeurige volgorde afgespeeld.) Slechts één muziekstuk herhalen 1 Druk tijdens het afspelen van het gewenste muziekstuk herhaaldelijk op REPEAT tot “REPEAT 1” verschijnt. U kunt het te herhalen muziekstuk veranderen door tijdens de weergave aan MULTI JOG te draaien. U kunt niet één enkel muziekstuk herhalen tijdens Shuffle of Program Play. Repeat Play annuleren Druk herhaaldelijk op REPEAT tot “REPEAT” of “REPEAT 1” verdwijnt. 2 3 (De muziekstukken op de MD waarvan de MD 1 – MD 3 indicator groen oplicht, worden afgespeeld in willekeurige volgorde.) MD1-17 64.17 ALL DISCS SHUFFLE LEVEL- SYNC 4 Wanneer u “ALL DISCS” kiest, druk op (P. Wanneer u “1 DISC” kiest, druk op MD/CD 1 – 3 afhankelijk van het gleufnummer van de gewenste MD. “J” verschijnt en alle muziekstukken worden in willekeurige volgorde afgespeeld. vervolg 29 Weergeven van MD muziekstukken in willekeurige volgorde (vervolg) Shuffle Play annuleren Druk op p om de weergave te stoppen en druk vervolgens op CONTINUE. Tip Draai MULTI JOG rechtsom om muziekstukken over te slaan. MD muziekstukken programmeren –– Program Play U kunt 25 muziekstukken van alle MD’s in een bepaalde afspeelvolgorde programmeren. Opmerkingen 3 CONTINUE • Tijdens All Discs Shuffle Play is de herhaalfunctie niet beschikbaar. • “MD Push STOP !” verschijnt als u tijdens het afspelen van een MD op de CONTINUE, SHUFFLE of PROGRAM toets drukt om de weergavestand te wijzigen. Druk op p om de weergave te stoppen als u de weergavestand wilt wijzigen. TAPE 6 5 2 48 p 1 Breng een MD in. 2 Druk op de MD om over te schakelen naar MD. Opmerkingen • Muziekstukken kunnen enkel in de stopstand worden geprogrammeerd. • Controleer of het totale aantal muziekstukken en de speelduur in het uitleesvenster zijn aangegeven en ga naar de volgende stap. 3 Druk op PROGRAM in de stopstand. 4 Druk op DISC SKIP om de gewenste MD te kiezen. Gleufnummer van de gekozen MD 1 2 3 MD1-AL 64.17 TRACK PROGRAM LEVEL- SYNC 5 30 Draai aan MULTI JOG om het gewenste muziekstuk te kiezen. 6 Tips Druk op ENTER/YES. Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken verschijnt samen met de totale speelduur van het programma. Laatst geprogrammeerd muziekstuk 1 2 3 Totale speelduur MD1-3 7.09 • Om de hele MD te programmeren drukt u op ENTER/YES terwijl p“AL” verschijnt nadat u de gewenste MD hebt gekozen in stap 4. • Het samengestelde programma blijft behouden na afloop van Program Play. Om het programma opnieuw te laten afspelen, drukt u op (P. • Als u een MD uitwerpt uit de MD 1 – 3 gleuf, worden de muziekstukken van de uitgeworpen MD uit het programma gewist. • Wanneer de totale duur van het programma langer is dan 100 minuten, verschijnt “--.--” in plaats van de totale speelduur. PROGRAM LEVEL- SYNC 7 Herhaal stap 4 tot 6 om andere muziekstukken te programmeren. 8 Druk op (P. Alle muziekstukken worden afgespeeld in de gekozen volgorde. Program Play annuleren Druk op p om de weergave te stoppen en druk vervolgens op CONTINUE. Programmeren van muziekstukken annuleren Druk op p in om het even welk punt van stap 4 tot 6. Het hele programma wissen Druk eenmaal op p in de programmeerstopstand Een muziekstuk toevoegen aan het eind van het programma. 1 Draai in de stopstand aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. Het gekozen muziekstuk wordt toegevoegd aan het eind van het programma. 31 Gebruik van het MD-uitleesvenster De resterende duur van een disc controleren Druk op DISPLAY in de stopstand. U kunt de resterende speelduur van een muziekstuk of van een MD controleren. DISPLAY Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: n Totale speelduur en muziekstuknummer op de MD µ Resterende opnametijd op de MD (enkel voor een opneembare MD) TAPE µ Disc-titel2) µ De resterende duur van een muziekstuk controleren Klok µ Preset Equalizer menu 2) Druk tijdens de weergave op DISPLAY. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: n Speelduur en nummer van het huidige muziekstuk. µ Resterende duur en nummer van het huidige muziekstuk. µ Titel van het huidige muziekstuk1) µ Klok µ Preset Equalizer menu 1) 32 “No Name” verschijnt als er geen titel werd opgeslagen. Voor het benoemen van muziekstukken, zie pagina 46. “No Name” verschijnt als er geen titel werd opgeslagen. Voor het benoemen van muziekstukken, zie pagina 46. Het MD deck – Opnemen Voor u begint op te nemen Een MD (Mini Disc) biedt u de mogelijkheid om muziek digitaal op te nemen en af te spelen met de hoge geluidskwaliteit van CD’s. Bovendien kunnen de muziekstukken op een MD worden gemarkeerd. Zo kunt u snel een bepaald punt zoeken of opnames bewerken. De opnamemethode verschilt echter afhankelijk van de bron waarvan u opneemt. Ook de manier waarop muziekstukken worden opgenomen, verschilt afhankelijk van de bron. Opnamebron: • CD-speler van het systeem – Het digitale signaal van de CD wordt als dusdanig opgenomen (digitale opname1)). – Muziekstuknummers worden automatisch gemarkeerd zoals op de originele CD. • Andere digitale componenten (bijvoorbeeld een DAT deck) – Het digitale signaal wordt omgezet naar een analoog signaal en vervolgens opnieuw omgezet naar een digitaal signaal en opgenomen2) (analoge opname). – Een muziekstuknummer wordt gemarkeerd aan het begin van de opname, maar wanneer u de Level Synchro functie aanzet (zie pagina 43), worden de muziekstuknummers automatisch gemarkeerd volgens het niveau van het ingangssignaal. • De tuner van het systeem en andere analoge componenten (bijvoorbeeld een cassettedeck) – Het analoge signaal wordt omgezet naar een digitaal signaal en opgenomen (analoge opname). – Een muziekstuknummer wordt gemarkeerd aan het begin van de opname, maar wanneer u de Level Synchro functie aanzet (zie pagina 43), worden de muziekstuknummers automatisch gemarkeerd volgens het niveau van het ingangssignaal. 1) 2) Voor details omtrent de beperkingen van digitale opname, zie pagina 64. Dit signaal wordt geconverteerd omdat dit systeem niet over een digitale ingang beschikt. Opmerking over de MDmuziekstuknummers Op een MD is de informatie over het muziekstuknummer (muziekstukvolgorde), muziekstukstart- en eindpunt etc., opgeslagen in de TOC 3) zone onafhankelijk van de geluidsinformatie. U kan opgenomen muziekstukken snel bewerken door de TOC-informatie te wijzigen. 3) TOC: Inhoud Na de opname Druk op MD 6 en trek aan de MD of druk op POWER om het systeem af te zetten. “TOC Write” begint te knipperen. Het MD deck werkt de TOC informatie van de MD bij en de opname wordt beëindigd. Opmerking De opname op een MD is voltooid wanneer de TOC is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de TOC is bijgewerkt, wordt de opname niet gememoriseerd op de MD. Het bijwerken van de TOC begint wanneer u één van de volgende handelingen verricht. Doe eerst het volgende alvorens de stekker uit het stopcontact te trekken. — Werp de MD uit. — Druk op POWER om het systeem af te zetten. Een opgenomen MD beveiligen • Om een opgenomen MD te beveiligen, verschuift u het nokje om de gleuf te openen. Er kan dan niet worden opgenomen op de MD. Om op te nemen op de MD, schuift u het nokje weer in de andere richting. Nokje Verschuif het nokje. • Als de MD tegen opname beschermd is, verschijnt “MD Protected” in het uitleesvenster en kan er niet op de MD opgenomen worden. Schuif het nokje om de gleuf te sluiten. 33 Opnamemethoden • Elk programma (programma 1 – 3) opnemen op elke MD afzonderlijk (3PGM tot 3MD, pagina 38) PROGRAM 1 Dit systeem biedt negen verschillende opnamemogelijkheden. Kies de meest geschikte opnamemethode. PROGRAM 2 Een hele CD opnemen PROGRAM 3 U kunt een CD opnemen op een MD in dezelfde volgorde als de originele CD. • Een CD opnemen op een MD (CD-MD synchro-opname, pagina 13) MD1 MD1 MD2 MD3 • Alleen het eerste muziekstuk opnemen op elke CD (Hit Parade, pagina 39) Muziekstuk 1 MD1 Muziekstuk 1 Muziekstuk 1 • Drie CD’s in elk disc-nummer (CD 1 – 3) opnemen op elke MD afzonderlijk (3CD tot 3MD synchro-opname, pagina 35) MD1 MD2 • Het huidige CD-muziekstuk meteen opnemen (Rec It, pagina 40) Huidig muziekstuk MD • Manueel opnemen (pagina 41) MD3 Uw favoriete muziekstukken opnemen • Drie CD’s na elkaar opnemen op MD’s (aansluitende opname, pagina 36) MD1 MD1 MD2 Uw favoriete muziekstukken opnemen U kunt het samengestelde CD-programma opnemen op MD’s. U kunt de gewenste muziekstukken kiezen uit maximum drie CD’s. • Eén programma opnemen op een MD (pagina 37) PROGRAM 34 MD1 • Opnamen beginnen met 6 seconden vooropgeslagen audiogegevens (Time Machine opname, pagina 42) Wanneer u opneemt van een FM of satellietzender, kunt u dergelijk verlies voorkomen. • 3 seconden tijd tussen opnamen laten (Smart Space/Auto Cut, pagina 44) Tijdens een digitale opname kunt u automatisch een ruimte van 3 seconden laten tussen muziekstukken. • Muziekstuknummers automatisch markeren tijdens het opnemen (Level Synchro opname, pagina 43) U kunt muziekstuknummers automatisch markeren aan de hand van de blanco ruimte tussen muziekstukken. • Muziekstuknummers markeren op een bepaald punt tijdens het opnemen (pagina 43) Tijdens analoge of digitale opname kunnen muziekstuknummers te allen tijde worden gemarkeerd. Na het opnemen kunt u de opgenomen muziekstukken bewerken, b.v. de volgorde wijzigen, ongewenste muziekstukken wissen. Verscheidene CD’s opnemen op verscheidene MD’s 6 “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. — 3CD tot 3MD synchro-opname Elke CD wordt opgenomen op de MD met het corresponderende gleufnummer. Zo wordt bijvoorbeeld CD 1 opgenomen op MD 1, CD 2 op MD 2 en CD 3 op MD 3. Zorg ervoor dat de betreffende gleuven MD’s bevatten. EDIT/NO Druk op ENTER/YES. 1 1 7 63 2 2 3 3 CD1-1 SYNC LEVEL SYNC 0.00 ALL DISC Controleer of “SYNC” stopt met knipperen en druk dan op (P. De opname begint van CD 1 en gaat door tot CD 3. Wanneer van CD wordt gewisseld, wordt ook de betreffende MD geladen. De CD-speler en het MD deck stoppen automatisch wanneer alle CD’s in de disc-lade zijn opgenomen. TAPE Opname annuleren 5 47 p Druk op EDIT/NO in om het even welk punt van stap 3 tot 5. Stoppen met opnemen 1 Breng CD’s in. 2 Plaats opneembare MD’s in de gleuven die overeenkomen met het disc-ladenummer van ingebrachte CD’s. 3 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 4 Druk op REC/CD-MD SYNC. 5 Draai aan MULTI JOG tot “3CD n 3MD ?” verschijnt. 1 2 3 1 2 3 Druk op p. 3CD->3MD ? SYNC LEVEL- SYNC ALL DISCS Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Tips • De MD wordt benoemd met de disc-titel van de CD (zie pagina 46) wanneer u een splinternieuwe opneembare MD gebruikt of een MD waarvan alle muziekstukken gewist zijn (zie pagina 48) (Disc Memo Copy functie). Merk op dat de CD-TEXT informatie bij sommige CD’s niet wordt benoemd. • De opname van de huidige CD wordt overgeslagen en de opname van de volgende CD begint in de volgende gevallen: – Er is geen MD met hetzelfde nummer als de CD. – De MD is beveiligd tegen wissen. • Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stopt zowel het CD-als het MD-deck en begint de opname van de volgende CD. 35 Drie CD’s na elkaar opnemen op MD’s 6 “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. Als u een MD gebruikt waarop al muziekstukken zijn opgenomen, zoekt het MD deck automatisch het einde van de opname en start de opname vanaf dat punt. — Aansluitende opname Met deze functie kunnen drie CD’s of MD’s na elkaar worden opgenomen. Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 MD1 MD1 Druk op ENTER/YES. MD2 1 1 EDIT/NO 6 37 p TAPE 5 4 36 1 Breng CD’s in. 2 Breng een opneembare MD in. 7 CD1-1 2 2 3 SYNC LEVEL SYNC 0.00 ALL DISC Controleer of “SYNC” stopt met knipperen en druk dan op (P. De CD begint te spelen en de MD begint op te nemen. Als de MD in MD 1 gleuf vol is, wordt de rest van de CD opgenomen op de MD in de volgende gleuf. De CD-speler en het MD deck stoppen automatisch wanneer alle CD’s in de disc-lade zijn opgenomen. Opname annuleren Druk op EDIT/NO in om het even welk punt van stap 3 to 5. De opname begint van de MD in de MDgleuf 1. Verwijder eventueel de MD waarop u niet wilt opnemen. Stoppen met opnemen 3 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. 4 Druk op REC/CD-MD SYNC. Terwijl “TOC Write” knippert 5 Draai aan MULTI JOG tot “SEAMLESS ?” verschijnt. Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. 1 2 3 1 2 3 SEAMLESS ? SYNC LEVEL- SYNC ALL DISCS Druk op p. Na het opnemen Opmerkingen • De Disc Memo Copy functie is niet beschikbaar tijdens aansluitende opname. • Als de MD in MD 1 gleuf vol is, wordt de rest van de CD opgenomen op de MD in de volgende gleuf. Plaats een andere opneembare MD in de volgende gleuf en verwijder eerst de MD waarop u niet wilt opnemen. Favoriete CDmuziekstukken op een MD opnemen 6 Druk op ENTER/YES. Het muziekstuk is geprogrammeerd. Het totale aantal geprogrammeerde stappen en de totale speelduur van het programma verschijnen. — 3PGM tot 3MD CD1-4 1 U kan uw favoriete CD muziekstukken met de Programme Play functie selecteren, en het programma daarna op een MD opnemen met behulp van de CD-MD Synchro Recording functie. • Een programma opnemen op een MD • Verscheidene programma’s opnemen op verscheidene MD’s (3PGM tot 3MD) 6 4 2 3 7 Herhaal stap 4 tot 6 om bijkomende muziekstukken te programmeren. 8 Herhaal stap 3 tot 7 om een ander programma te laten volgen. 23 TAPE 5 1 3.25 PROGRAM1 Stap 2: Programma’s opnemen op MD’s Ga door met de onderstaande procedure (“Een programma opnemen” of “Verscheidene programma’s opnemen”) naargelang van het aantal op te nemen programma’s. 12 Stap 1: De gewenste muziekstukken programmeren 9 13 TAPE 1 Breng de CD’s in. 2 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 3 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer (“PROGRAM 1” – “PROGRAM 3”) verschijnt. 4 Druk op DISC SKIP om de gewenste CD te kiezen. 5 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuk verschijnt. EDIT/NO 11 p – Een programma opnemen 9 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot het gewenste programmanummer (“PROGRAM 1” – “PROGRAM 3”) verschijnt. vervolg 37 Favoriete CD-muziekstukken op een MD opnemen (vervolg) 10 Breng een opneembare MD in de – Verscheidene programma’s opnemen MD 1 gleuf. 10 Steek opneembare MD’s in de U kunt alleen opnemen op de MD die is ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD 1 indicator groen oplicht, verwijdert u de reeds ingebrachte MD. 11 Druk op REC/CD-MD SYNC en 11 Druk op REC/CD-MD SYNC en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “NORMAL ?” verschijnt. NORMAL ? 1 1 2 3 SYNC LEVEL- SYNC gleuven die overeenkomen met de gewenste programmanummers. draai vervolgens aan MULTI JOG tot “3PGM n 3MD ?” verschijnt. 1 2 3 1 2 3 3PGM->3MD ? SYNC LEVEL- SYNC PROGRAM1 PROGRAM 12 Druk op ENTER/YES. 12 Druk op ENTER/YES. “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. Als u een MD gebruikt waarop al muziekstukken zijn opgenomen, zoekt het MD deck automatisch het einde van de opname en start de opname vanaf dat punt. CD1-3 1 1 2 3 SYNC LEVEL SYNC 0.00 “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. Als u een MD gebruikt waarop al muziekstukken zijn opgenomen, zoekt het MD deck automatisch het einde van de opname en start de opname vanaf dat punt. 1 1 2 2 3 3 CD1-3 SYNC LEVEL SYNC 0.00 PROGRAM1 PROGRAM1 13 Controleer of “SYNC” stopt met 13 Controleer of “SYNC” stopt met knipperen en druk dan op (P. De CD begint te spelen en de MD begint op te nemen. De CD-speler en het MDdeck stoppen automatisch wanneer de opname is voltooid. knipperen en druk dan op (P. De opname begint van PROGRAM 1 tot PROGRAM 3. Wanneer het programma wisselt, wordt de betreffende MD tegelijkertijd geladen. De CD-speler en het MD-deck stoppen automatisch wanneer de opname is voltooid. De opname annuleren Druk op p tijdens het programmeren van muziekstukken of EDIT/NO nadat u op REC/CD-MD SYNC hebt gedrukt. Stoppen met opnemen Druk op p. 38 Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Opmerkingen • Wanneer u slechts één programma opneemt door “NORMAL” te kiezen, kunt u alleen opnemen op de MD in de MD 1 gleuf. • Als u verscheidene programma’s opneemt, wordt elk programma alleen opgenomen op de MD in hetzelfde gleufnummer als het gewenste programmanummer. • Bij het opnemen van verscheidene programma’s door “3PGM n 3MD” te kiezen, wordt het huidige programma niet verder opgenomen en begint de opname van het volgende programma in de volgende gevallen: — er zit geen MD in hetzelfde gleufnummer als het programmanummer dat u wilt opnemen; — de MD is beveiligd tegen wissen. • Als de MD tijdens het opnemen vol raakt, stoppen zowel de CD-speler als het MD deck. Bij opname van verscheidene programma’s, start de opname van het volgende programma. Alleen het eerste muziekstuk op elke CD opnemen — Hit Parade Deze functie is handig om alleen het eerste muziekstuk van elke CD na elkaar op te nemen. 5 36 EDIT/NO TAPE 4 4 p Opnemen van drie CD’s 1 Breng CD’s in. 2 Breng een opneembare MD in de MD 1 gleuf. U kunt alleen opnemen op de MD die is ingebracht in de MD 1 gleuf. Als de MD 1 indicator groen oplicht, drukt u op MD 6 en verwijdert u de reeds ingebrachte MD. 3 Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD. 4 Druk op REC/CD-MD SYNC en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “HIT PARADE ?” verschijnt. HIT PARADE ? 1 1 2 3 SYNC LEVEL- SYNC ALL DISCS vervolg 39 Alleen het eerste muziekstuk op elke CD opnemen (vervolg) 5 Druk op ENTER/YES. “SYNC” in het uitleesvenster begint te knipperen en blijft dan branden. Het MD deck schakelt over naar de opnamewachtstand en de CD pauzeert in het begin. Als u een MD gebruikt waarop al muziekstukken zijn opgenomen, zoekt het MD deck automatisch het einde van de opname en start de opname vanaf dat punt. CD1-1 1 1 6 2 3 SYNC LEVEL SYNC — Rec It U kunt het CD muziekstuk dat u wilt opnemen kiezen terwijl u het beluistert en vervolgens meteen beginnen opnemen. 3 0.00 PROGRAM TAPE 3 Controleer of “SYNC” stopt met knipperen en druk dan op (P. De CD begint te spelen en de MD begint op te nemen. De CD-speler en het MDdeck stoppen automatisch wanneer de opname is voltooid. Opnemen van vier of meer CD’s 4 1 2 p Breng een CD in. Breng een opneembare MD in (zie pagina 18). U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3 gleuven. 3 Herhaal stap 1 en 4 tot 6. Druk op de CD toets om over te schakelen naar CD en druk vervolgens op MD/CD 1 – 3. Opname annuleren De CD begint te spelen. Druk op EDIT/NO in step 4. Stoppen met opnemen Druk op p. Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Opmerking U kunt alleen opnemen op de MD in de MD 1 gleuf. 40 Het huidige CD muziekstuk opnemen 4 Druk op REC IT wanneer u het gewenste muziekstuk hebt gevonden. De CD keert terug naar het begin van het muziekstuk en de opname start. Het MD deck stopt automatisch wanneer het huidige muziekstuk ten einde is. Stoppen met opnemen Druk op p. Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Handmatig opnemen op een MD Deze functie is handig voor het opnemen van radioprogramma’s of het opnemen van aangesloten optionele componenten. Het systeem zoekt automatisch het einde van een opname op MD en begint van daar op te nemen. Zie pagina 18 voor meer details over opname van radioprogramma’s. 4 2 1 Druk op p. Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Terwijl “TOC Write” knippert Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Tip Telkens wanneer u tijdens het opnemen op de DISPLAY toets drukt, verschijnen de opnameduur en de resterende opnameduur afwisselend op het scherm. TAPE 3 De opname stoppen p Breng een opneembare MD in (zie pagina 18). U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3 gleuven. 2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de opnamebron te kiezen (b.v. TAPE). • TUNER: opnemen van de radio • VIDEO/GAME: opnemen van de component die is aangesloten op VIDEO/GAME IN • TAPE: opnemen van een optioneel cassettedeck • CD: opnemen van een CD 3 Druk op REC/CD-MD SYNC. Het MD deck schakelt over naar de opname-wachtstand. 4 Druk op (P. De opname start. 5 Start de weergave met de opnamebron. 41 1 Opnamen beginnen met 6 seconden vooropgeslagen audio gegevens U kunt opnemen op MD’s in de MD 1 – 3 gleuven. 2 Wanneer u opneemt van een FM of satellietzender, gaan de eerste paar seconden vaak verloren vanwege de tijd die nodig is om zeker te zijn dat de inhoud correct is en de opname-toets in te drukken. Om dergelijk verlies te voorkomen, slaat de Time Machine Opname functie permanent 6 seconden van de meest recente audio gegevens op in een buffergeheugen. Wanneer u de geluidsbron begint op te nemen, begint de eigenlijke opname met de 6 seconden audio gegevens die vooraf in het buffergeheugen opgeslagen zitten, zoals blijkt uit onderstaande illustratie: Einde van de opnamebron Tijd Audiogegevens in buffergeheugen van 6 seconden Druk herhaaldelijk op FUNCTION om de opnamebron te kiezen (b.v. TUNER). • TUNER: opnemen van de radio • VIDEO/GAME: opnemen van de component die is aangesloten op VIDEO/GAME IN • TAPE: opnemen van een optioneel cassettedeck — Time Machine opname Als u in stap 5 op de ENTER/YES toets drukt Breng een opneembare MD in. 3 Druk op REC/CD-MD SYNC. Het MD deck schakelt over naar de opname-wachtstand. 4 Start de weergave met de opnamebron. 5 Druk op ENTER/YES op het punt waar u de opname wilt laten beginnen. De geluidsopname begint met de 6 seconden audiogegevens die in het buffergeheugen opgeslagen zitten. Time Machine opname annuleren Opgenomen gedeelte Druk op p. Na het opnemen Verwijder de MD. “TOC Write” knippert en de opgenomen inhoud wordt opgeslagen op de MD. Begin van de opnamebron Terwijl “TOC Write” knippert 2 5 TAPE p Om de opname niet te onderbreken, mag u het toestel niet verplaatsen of de stekker uit het stopcontact trekken. Het deck werkt de inhoudsopgave (TOC - Table of Contents) bij terwijl “TOC” knippert. Opmerking 3 42 Het MD deck begint met het opslaan van audio gegevens wanneer het deck in de opnamewachtstand staat en u begint met het weergeven van de bron. Wanneer de bron minder dan 6 seconden heeft gespeeld en er audiogegevens in het buffergeheugen zijn opgeslagen, begint de Time Machine opname met minder dan 6 seconden audiogegevens. Muziekstuknummers markeren U kunt muziekstuknummers markeren als volgt: • Automatisch tijdens het opnemen Bij opname vanaf de CD van dit toestel (digitale opname) worden de muziekstuknummers automatisch gemarkeerd. Bij opname vanaf andere bronnen kunt u muziekstuknummers automatisch markeren met behulp van de Level Synchro opnamefunctie. • Op een willkeurig punt tijdens de opname U kunt muziekstuknummers markeren tijdens de opname van een willekeurige bron. Automatisch muziekstuknummers markeren tijdens de opname — Level Synchro opname Muziekstuknummers worden automatisch gemarkeerd wanneer het ingangssignaal langer dan twee seconden onder een bepaald niveau blijft en dan het vorige niveau overschrijdt. Deze functie is af fabriek ingesteld op ON. Als “LEVEL-SYNC” niet tijdens analoge opname in het uitleesvenster verschijnt, volgt u de onderstaande procedure om ze aan te zetten. 4,5 61 4 Druk op ENTER/YES. “LEVELSync ON?” verschijnt. 5 Druk nogmaals op ENTER/YES. “LEVEL-SYNC” licht op. 6 Druk op (P. De opname start. Stoppen met opnemen Druk op p. Markeren van muziekstukken annuleren 1 Druk in de opname-wachtstand op EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “LevelSync?” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. “LevelSyncOFF?” verschijnt. 3 Druk nogmaals op ENTER/YES. “LEVEL-SYNC” dooft. Als “LEVEL-SYNC” niet oplicht, wordt een muziekstuknummer alleen aan het begin van elke opname gemarkeerd. Opmerking U kunt muziekstuknummers niet automatisch markeren wanneer de opname-geluidsbron ruis bevat (bv. cassettes of radioprogramma’s). Muziekstuknummers markeren op een specifiek punt tijdens de opname U kunt op elk ogenblik muziekstuknummers markeren, onafhankelijk van het type geluidsbron of aansluiting. TAPE TAPE 3 2 p 1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om “TUNER”, “TAPE” of “VIDEO/GAME” te kiezen. 2 Druk op REC/CD-MD SYNC. Het MD deck schakelt over naar de opname-wachtstand. 3 Druk op EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “LEVELSync?” verschijnt. REC/CD-MD SYNC Druk tijdens het opnemen op REC/CDMD SYNC in het punt waarin u een muziekstukmarkering wilt toevoegen. De volgende muziekstukken worden opnieuw genummerd. 43 Een 3 seconden blanco ruimte maken tussen muziekstukken 2 Druk op EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “S. Space ?” verschijnt. 3 Druk op ENTER/YES — Smart Space/Auto Cut 4 Druk nogmaals op ENTER/YES. De functies Smart Space en Auto Cut laten u toe om automatisch een stilte van 3 seconden in te lassen tussen muziekstukken tijdens het maken van een digitale opname. 5 Druk op (P. Smart Space Indien er een langere stilte is van 3 tot 30 seconden bij het maken van een digitale opname, vervangt het MD deck de stilte door een blanco ruimte van ongeveer 3 seconden en gaat dan verder met opnemen. Auto Cut Indien er tijdens digitale opname een stilte van meer dan 30 seconden is, vervangt het MD deck de stilte van meer dan 30 seconden door een blanco ruimte van 3 seconden en schakelt over naar de pauzestand. Tips • De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de fabriek ingesteld op ON. • Indien u de stroom afzet of de stekker uit het stopcontact trekt, zal het MD deck de laatste instelling (aan of uit) van de functies Smart Space en Auto Cut oproepen wanneer u het toestel de volgende keer inschakelt. 3,4 5 TAPE 2 1 44 1 p Druk op REC/CD-MD SYNC om over te schakelen naar de opnamewachtstand. “S. Space ON ?” verschijnt. De opname start. Als “Smart Space” verschijnt tijdens de opname, is de Smart Space functie geactiveerd. Als “Auto Cut” verschijnt is de Auto Cut functie geactiveerd. Stoppen met opnemen Druk op p. Smart Space en Auto Cut uitschakelen 1 Druk in de opname-wachtstand herhaaldelijk op EDIT/NO tot “S. Space ?” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. “S. Space OFF?” verschijnt. 3 Druk nogmaals op ENTER/YES. Het MD deck – Bewerken Voor u begint te bewerken Voor u begint te bewerken Om MD’s te bewerken, eist het MD deck het volgende: Bewerkfuncties • De MD moet beschrijfbaar zijn. • Het MD deck staat in continu-stand. Voor u begint te bewerken, moet u de voorwaarden controleren aan de hand van onderstaande procedure. • Name – MD’s benoemen 1 U kunt de opgenomen muziekstukken op de MD bewerken. Zo kunt u originele MD’s samenstellen zonder ze te kopiëren. Gebruik deze functie om de discs en de muziekstukken te benoemen. U kunt hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen gebruiken voor de titels. • Erase – Opnames wissen Gebruik deze functie om ongewenste muziekstukken of delen te wissen. • Move – De volgorde van de muziekstukken veranderen Controleer of de MD niet is beveiligd tegen wissen. Als de MD is beveiligd, kunt u deze niet monteren. Verschuif het nokje om de gleuf te sluiten. 2 Druk op CONTINUE. U kunt enkel MD’s in de continu-stand bewerken. U kunt geen MD’s in Shuffle of Program mode bewerken. Gebruik de Move Functie om de muziekstuknummering te wijzigen • Divide – Markeren van muziekstuknummers van opgenomen radioprogramma’s. Gebruik deze functie om muziekstuknummers toe te voegen. Zo kunt u snel de gewenste fragmenten terugvinden. • Combine – Opgenomen muziekstukken samenvoegen Dank zij deze functie wordt de blanco ruimte tussen twee muziekstukken gewist en worden die twee muziekstukken gecombineerd tot één. U kan muziekstukken combineren die elkaar niet opvolgen, b.v. muziekstuk 1 en muziekstuk 4, enz. • Undo – De laatste bewerking annuleren Met deze functie kunt u de laatste bewerking annuleren en de inhoud van de MD herstellen in de toestand van vóór de bewerking. Na het bewerken Druk op MD 6 en trek aan de MD of druk op POWER om het systeem af te zetten. “TOC Write” begint te knipperen. Het MD deck werkt de TOC informatie van de MD bij en de opname wordt beëindigd. Opmerking De bewerking van een MD is voltooid wanneer de TOC is bijgewerkt. Als u de stekker uittrekt voor de TOC is bijgewerkt, wordt de bewerking niet op de MD opgeslagen. De TOC wordt bijgewerkt wanneer u één van de volgende handelingen verricht. Zorg ervoor dat u dit doet voor u de stekker uittrekt. • Werp de MD uit. • Druk op POWER om het systeem af te zetten. 45 Een MD benoemen 6 — Name functie Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: U kunt titels (namen) voor uw opgenomen MD’s en muziekstukken aanmaken. Voor elke disc kunt u maximum 1.700 tekens gebruiken. 4 5,10 2 A (hoofdletter) n a (kleine letter) n 0 (cijfers) n ! (symbolen)* (spatie) n A… n 63 *U kunt de volgende symbolen gebruiken. !"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_` TAPE 7 CURSOR N 1 4,7 8 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). Druk op de MD toets om over te schakelen naar MD. 3 Druk op p om de weergave te stoppen. Controleer of het totale aantal muziekstukken en de speelduur verschijnen in het uitleesvenster en ga door met de volgende stap. Om een muziekstuk te benoemen, draait u aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Druk op EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “MD Name in ?” verschijnt. 1 2 3 MD Name in ? DISC ALL DISCS Draai aan MULTI JOG tot het gewenste teken verschijnt. Om een blanco spatie in te lassen, gaat u naar de volgende stap zonder aan MULTI JOG te draaien. Aan het begin kan geen blanco spatie worden ingelast. DISC SKIP 2 4 Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot het gewenste teken verschijnt. 8 Druk op CURSOR n. Het teken dat u in stap 7 geselecteerd heeft stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. 1 2 3 MD1 A DISC ALL DISCS LEVEL- SYNC 9 Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te vervolledigen. Als u een fout hebt gemaakt, druk dan op CURSOR N of n tot het gewenste teken knippert en herhaal vervolgens stap 6 tot 8. Om een teken te wissen, drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op de toets wordt het teken in de huidige positie gewist. U kunt geen teken tussen reeds ingevoerde tekens plaatsen. LEVEL- SYNC 5 10 Druk op ENTER/YES om het Druk op ENTER/YES. benoemen te beëindigen. De cursor begint te knipperen. De ingevoerde titels verschijnen achtereenvolgens, en vervolgens gaat het uitleesvenster weer naar de originele positie. 1 2 3 MD1 DISC ALL DISCS LEVEL- SYNC 46 Het benoemen annuleren. Druk op p. Opnames wissen Titels controleren — Erase functie Om de disc-titel te controleren, drukt u herhaaldelijk op DISC SKIP om de MD te kiezen die u wilt controleren. Om de muziekstuk-titel te controleren, draait u in de stopstand aan MULTI JOG tot het gewenste muziekstuk verschijnt. De titel rolt dan in het uitleesvenster. Opmerkingen • U kunt de titels controleren door op de DISPLAY toets te drukken. Als de disc-titel echter meer dan 10 tekens telt (of de muziekstuk-titel meer dan 7 tekens telt), verschijnen de tekens na het 10e (of 7e) teken niet. • U kunt een muziekstuk benoemen tijdens het afspelen maar het benoemen moet zijn voltooid voor het muziekstuk ten einde is. Alle titels wissen 1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen” aan MULTI JOG tot “Name AllErs?” verschijnt en druk vervolgens op ENTER/YES. “Name AllErs??” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt en alle disc- en muziekstuk-titels worden gewist. Wissen annuleren Met het MD deck kunt u ongewenste muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. De drie opties om opnames te wissen zijn: • Eén muziekstuk wissen • Alle muziekstukken wissen • Een deel van een muziekstuk wissen Met de Undo-functie kunt u de toestand van voor het wissen herstellen. Controleer zorgvuldig het te wissen gedeelte omdat een bewerking niet meer ongedaan kan worden gemaakt nadat u een andere bewerking hebt uitgevoerd. Eén muziekstuk wissen U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het nummer te selecteren. Wanneer u het muziekstuk wist, vermindert het totaal aantal muziekstukken op de MD met één nummer en worden alle volgende muziekstukken na het gewiste muziekstuk opnieuw genummerd. B.v.: Muziekstuk 2 wissen. 1 Druk op EDIT/NO. Originele muziekstukken Een disc-titel van een MD wissen Muziekstukken na het wissen 1 Draai in stap 4 van “Een MD benoemen” aan MULTI JOG tot “DiscNameErs?” verschijnt en druk vervolgens op ENTER/YES. “DiscNameErs??” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. De disc-titel wordt gewist. Muziekstuk 2 wissen. Muziekstuknummer 2 A 3 B 1 2 A D 3 C D Wanneer u verschillende muziekstukken wist, moet u van het hoogste tot het laatste nummer te werk gaan om de hernummering van de muziekstukken die nog niet werden gewist te voorkomen. 4 5,6 2 Een muziekstuktitel wissen 1 Draai aan MULTI JOG tot de gewenste muziekstuktitel verschijnt. 2 Druk op EDIT/NO, draai aan MULTI JOG tot “Name Ers?” verschijnt en druk vervolgens op ENTER/YES. “Name Ers??” verschijnt. 3 Druk nogmaals op ENTER/YES. De muziekstuktitel die u in stap 1 geselecteerd heeft is gewist. 4 C p TAPE 3,4 vervolg 47 Opnames wissen (vervolg) Alle muziekstukken wissen 1 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). U kunt de volledige MD in één keer wissen (alle titels en muziekstukken). 2 Druk op de MD om over te schakelen naar MD. 3 Draai aan MULTI JOG tot het muziekstuknummer dat u wilt wissen verschijnt. 3 4,5 2 TAPE Muziekstuknummers die u wilt wissen 1 2 3 ALL DISCS 4 Druk op EDIT/NO en draai vervolgens aan MULTI JOG tot “Erase ?” verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES. “Erase ??” verschijnt. Druk op p om het wissen te annuleren. 6 3 MD1-2 LEVEL- SYNC Druk nogmaals op ENTER/YES om het muziekstuk te wissen. “MD Complete” verschijnt enkele seconden en het gekozen muziekstuk en de titel worden gewist. p 1 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). 2 Druk op de MD om over te schakelen naar MD. 3 Druk in de stopstand op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “MD All Erase?” verschijnt. 4 Druk op ENTER/YES. “MD AllErase??” verschijnt. 5 Druk nogmaals op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt gedurende enkele seconden en alle opgenomen muziekstukken en hun titels worden gewist. De Erase functie annuleren Druk op p. Opmerking “Erase!! ?” verschijnt wanneer het muziekstuk op een ander deck opgenomen of bewerkt werd en tegen wissen beschermd is. Om het muziekstuk te wissen, druk op ENTER/YES terwijl “Erase!! ?” verschijnt. 48 De Erase functie annuleren Druk op p. Een deel van een muziekstuk wissen Met de functies Divide (zie pagina 50), Erase (zie pagina 47) en Combine (zie pagina 51) kunt u bepaalde delen van een muziekstuk wissen. B.v.: Een deel van muziekstuk A wissen Te wissen gedeelte Muziekstuknummer 1 Originele muziekstukken 2 A 3 B Muziekstuk A splitsen in drie delen. Het hernummerde muziekstuk 1 Na DIVIDE (pagina 50) 2 A-a 3 A-b Opgenomen muziekstukken verplaatsen — Move functie Deze functie dient om de volgorde van de muziekstukken op de MD te wijzigen. Na het verplaatsen van een muziekstuk worden de muziekstuknummers automatisch hernummerd. B.v.: Muziekstuk 3 verplaatsen naar 2 Muziekstuknummer Originele muziekstukken 4 A-c Na ERASE (pagina 47) 2 A-a 2 A 1 Muziekstukken na␣ het verplaatsen B Muziekstuk A-b wissen. 1 1 3 3 B 2 A 1 2 A(a+c) 3 C 4 B 4 5,7 2 4 D D p B A-c TAPE Muziekstukken A-a en A-c samenvoegen. Na COMBINE (pagina 51) 4 C 3 B 3,4,6 1 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). 2 Druk op de MD toets om over te schakelen naar MD. 3 Draai aan MULTI JOG tot het muziekstuknummer dat u wilt verplaatsen verschijnt. 4 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “Move ?” verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES. vervolg 49 Opgenomen muziekstukken verplaatsen (vervolg) 6 Draai aan MULTI JOG tot het muziekstuknummer naar waar u het muziekstuk wilt verplaatsen (nieuw muziekstuknummer) verschijnt. Oud muziekstuknummer Nieuw muziekstuknummer 1 2 3 MD4 -> 1 ok? TRACK 1 DISC LEVEL- SYNC 7 Druk op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt gedurende enkele seconden en het muziekstuk wordt verplaatst. De Move functie annuleren Druk op p. Opgenomen muziekstukken splitsen — Divide functie Met deze functie kunt u muziekstuknummers toekennen aan meerdere muziekstukken die als één muziekstuk worden opgenomen. Hiermee kunt u ook muziekstuknummers markeren. Het totale aantal muziekstukken verhoogt met één en alle muziekstukken worden na de gesplitste muziekstukken hernummerd. B.v.: Muziekstuk 2 in twee splitsen Muziekstuknummer Originele muziekstukken Muziekstukken na het splitsen 1 2 A 3 B C D Splits muziekstuk 2 in stukken B en C. 1 2 A 3 4 B C 4 5,6 2 3 D p TAPE 4 3 50 1 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). 2 Druk op de MD toets om over te schakelen naar MD. 3 Druk tijdens het afspelen van de MD op (P wanneer u het splitspunt hebt gevonden. Het MD deck schakelt over naar de pauzestand. 4 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “Divide ?” verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES. “MD Rehearsal” en “MD Position ok?” verschijnen afwisselend en het te splitsen stuk wordt voortdurend herhaald. Het splitspunt verplaatsen: Draai tijdens het beluisteren van het muziekstuk aan MULTI JOG om het splitspunt te zoeken. Het punt beweegt in stappen van 1/86 seconde (1 frame). 6 Druk op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt gedurende enkele seconden en het nieuwe samengestelde muziekstuk begint te spelen. Opmerkingen • Indien u een benoemd muziekstuk opsplitst (pagina 46) in twee muziekstukken, wordt alleen het eerste muziekstuk met de titel benoemd. Andante 1 Andante 3 4 Adajo 2 Adajo 4 B.v.: • Muziekstuk 3 bij het einde van muziekstuk 1 voegen Muziekstuknummer Originele muziekstukken 1 2 A 3 4 B C 2 5 Allegro Het tweede muziekstuk is niet benoemd. • Wanneer u het splitspunt aan het begin of het einde van een muziekstuk opgeeft, verschijnt “Impossible”. Verschuif het splitspunt door aan MULTI JOG te draaien. C D 3 B D • Muziekstuk 1 bij het einde van muziekstuk 4 voegen Muziekstuknummer Originele muziekstukken Allegro 3 U kunt verscheidene muziekstukken of los opgenomen gedeelten tot één enkel muziekstuk samenvoegen. Het totaal aantal muziekstukken vermindert met één en alle muziekstukken na het samengevoegde muziekstuk worden opnieuw genummerd. MuziekA stukken na het samenvoegen Druk op p. 2 — Combine functie 1 De Divide functie annuleren 1 Opgenomen muziekstukken samenvoegen 1 2 A 1 MuziekB stukken na het samenvoegen 3 4 B 2 C 5 D 4 3 C D 4 5,7 2 A p TAPE 3,4,6 vervolg 51 Opgenomen muziekstukken samenvoegen (vervolg) De Combine functie annuleren 1 Breng een MD in die u wilt bewerken (zie pagina 18). Opmerkingen 2 Druk op de MD om over te schakelen naar MD. 3 Draai aan MULTI JOG tot het eerste van twee muziekstukken die u wilt samenvoegen verschijnt. Om bijvoorbeeld muziekstuk 1 samen te voegen met het einde van muziekstuk 4, kiest u 4. 4 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “Combine ?” verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES. Eerste van de twee samen te voegen muziekstukken 1 2 3 M D 4+ 5 > 4 TRACK ALL DISCS LEVEL- SYNC 6 Draai aan MULTI JOG tot het tweede van de samen te voegen muziekstukken verschijnt. 1 2 3 M D 4+ 1 > 3 TRACK ALL DISCS LEVEL- SYNC Tweede van de twee Nieuw samen te voegen muziekstuknummer muziekstukken 7 Druk op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt gedurende enkele seconden en de muziekstukken worden samengevoegd. De weergave start. 52 Druk op p. • Als beide samengevoegde muziekstukken titels hebben, wordt de titel van het tweede muziekstuk gewist. • Als “Impossible” verschijnt, kunnen de muziekstukken niet samengevoegd worden. Dit gebeurt wanneer u hetzelfde muziekstuk te vaak bewerkt heeft. Dit is te wijten aan een technische beperking van het MD-systeem en is geen mechanische fout. De laatste bewerking ongedaan maken 3 Afhankelijk van de laatste bewerking, verschijnt één van de volgende berichten. Bewerking voltooid: — Undo functie Een muziekstuk of MD benoemen Met deze functie kunt u de laatste bewerking annuleren en de inhoud van de MD herstellen in de toestand van vóór de bewerking. Alle titels op een MD wissen Eén muziekstuk wissen Merk evenwel op dat u geen bewerking kunt annuleren als u na het bewerken het volgende hebt gedaan: • Een andere bewerking. • Op REC/CD-MD SYNC drukken. • Op REC IT drukken. • Het systeem afzetten of de MD uitwerpen. • De stekker uit het stopcontact trekken. 2 3,4 Druk op ENTER/YES. Alle muziekstukken op een MD wissen 4 Bericht: “Name Undo?” “Erase Undo?” Een muziekstuk verplaatsen “Move Undo?” Een muziekstuk splitsen “Divide Undo?” Muziekstukken samenvoegen “Combine Undo?” Druk nogmaals op ENTER/YES. “MD Complete” verschijnt gedurende enkele seconden en de inhoud van de MD wordt hersteld zoals voor het bewerken. TAPE 1 1 Druk op p. Controleer of het totale aantal muziekstukken en de totale speelduur verschijnen en ga dan door met de volgende stap. 2 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “Undo ?” verschijnt. 53 Geluidsregeling Het geluid regelen U kunt muziek beluisteren met sterkere lage tonen of een krachtiger geluid. DBFB GROOVE Het Preset Equalizer menu selecteren De Preset Equalizer laat u toe de geluidskarakteristiek te kiezen uit 15 geluidseffecten naargelang de muziek waarnaar u luistert. EDIT/NO 1 3 TAPE Versterken van lage tonen 2 Druk op DBFB (Dynamic Bass Feedback). 1 Druk op PRESET EQ. De indicator op de toets licht op. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: 2 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste effect verschijnt. n DBFB NORMAL 3 Druk op ENTER/YES. µ DBFB HIGH µ DBFB OFF Preset Equalizer annuleren Druk op EDIT/NO in stap 2. Tips Voor een krachtiger geluid Druk op GROOVE. De indicatoren op de toetsen GROOVE en DBFB lichten op. Het volume verhoogt en de lage tonen worden versterkt. Druk nogmaals op de toets om GROOVE te annuleren. DBFB wordt ook geannuleerd. 54 Tip De DBFB functie is af fabriek ingesteld op ON. • Het Preset Equalizer menu staat af fabriek op “1 ROCK”. • Het Preset Equalizer effect wordt niet opgenomen op een MD of cassette. Extra functies Vooringestelde zenders benoemen 5 Druk op ENTER/YES. De cursor begint te knipperen. Cursor — Station Name FM 3 U kunt een vooringestelde zender een naam van maximum 8 tekens geven (Zendernaam). De zendernaam verschijnt dan wanneer u afstemt op deze zender. PRESET TUNED STEREO 6 4 5,10 1 2 6 Druk herhaaldelijk op DISPLAY tot het gewenste teken verschijnt. Bij elke druk op de toets, verandert het uitleesvenster als volgt: TAPE A (hoofdletter) n a (kleine letter) n 0 (nummers) n ! (symbolen)* n (spatie) n A… CURSOR N 1 3,4,7 8 * U kunt de volgende symbolen gebruiken. Druk herhaaldelijk op TUNER tot de gewenste band verschijnt. Europees model: FM n MW (MG) n LW (LG) !"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_` n 7 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste teken verschijnt. Het gewenste teken knippert. Om een blanco spatie in te lassen, gaat u naar de volgende stap zonder aan MULTI JOG te draaien. Aan het begin kan geen blanco spatie worden ingelast. n Andere modellen: FM n MW (MG) n SW (KG) 2 Druk op PRESET. 3 Draai aan MULTI JOG tot het voorinstelnummer van de zender die u wilt benoemen verschijnt. 4 Druk op EDIT/NO en draai aan MULTI JOG tot “TUNER Name in?” verschijnt. 8 Druk op CURSOR n. Het teken dat u in stap 7 geselecteerd heeft stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor FM 3 A PRESET TUNED STEREO TUNER Name in? PRESET TUNED STEREO vervolg 55 Vooringestelde zenders benoemen (vervolg) 9 Herhaal stap 6 tot 8 om de titel te vervolledigen. Als u een fout hebt gemaakt, druk dan op CURSOR N of n tot het gewenste teken knippert en herhaal vervolgens stap 6 tot 8. Om een teken te wissen, drukt u op EDIT/NO. Bij elke druk op de toets wordt het teken in de huidige positie gewist. U kunt geen teken tussen reeds ingevoerde tekens plaatsen. 10 Druk op ENTER/YES om het benoemen te beëindigen. De zendernaam wordt opgeslagen in het geheugen. Benoemen annuleren Druk op PRESET. De naam controleren tijdens het afstemmen Druk op DISPLAY. Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als volgt: n Zendernaam µ Frequentie µ Klok µ Preset Equalizer menu Het Radio Data System (RDS) gebruiken (alleen Europees model) Wat is het Radio Data System? Radio Data System (RDS) is een service die radiozenders in staat stelt om samen met het gewone signaal extra informatie mee te sturen. Deze tuner heeft een handige RDSfunctie waarmee automatisch kan worden gezocht naar zenders volgens programmatype (PTY). RDS werkt alleen met FM-zenders.* Opmerking RDS kan minder goed functioneren als de zender waarop is afgestemd geen behoorlijk RDS-signaal uitzendt of als het signaal te zwak is. * Niet alle FM-zenders bieden een RDS service en ook de diensten verschillen soms. Bent u niet vertrouwd met RDS, vraag dan meer informatie bij uw lokale radiozenders. RDS-uitzendingen ontvangen Kies gewoon een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender met RDS service, verschijnt de zendernaam in het uitleesvenster. De naam wissen De RDS-informatie controleren Herhaal stap 1 tot 5 en druk vervolgens herhaaldelijk op EDIT/NO tot alle letters zijn gewist. Bij elke druk op DISPLAY verandert de indicatie als volgt: n Zendernaam µ Frequentie µ Programmatype µ Klok µ Preset Equalizer menu 56 Een zender zoeken volgens programmatype (PTY) U kan een zender selecteren op programmatype. Het toestel stemt af de RDSzender met het betreffende programmatype die in het geheugen van de tuner is opgeslagen. 2 4,6,7 TAPE PTY Search annuleren Druk op EDIT/NO. Er wordt weer afgestemd op de zender die u ervoor beluisterde. Lijst van programmatypes (PTY) NEWS Nieuwsuitzendingen AFFAIRS Duidingsprogramma’s INFORMATION Programma’s over consumentenzaken, medisch advies en het weer SPORT Sportprogramma’s 3,5 1 Stem af op een RDS-zender. 2 Druk op EDIT/NO. 3 Draai aan MULTI JOG tot “PTY Search?” verschijnt. 4 Druk op ENTER/YES. 5 Draai aan MULTI JOG tot het gewenste programmatype verschijnt. Zie “Lijst van programmatypes (PTY)”. 6 Druk op ENTER/YES. Het toestel begint te zoeken naar de vooringestelde RDS-zenders (“Search” en het gekozen programmatype verschijnen afwisselend). Wanneer de tuner een programma ontvangt, knippert het nummer van de vooringestelde zender. 7 EDUCATION Educatieve programma’s DRAMA Hoorspelen en feuilletons CULTURE Programma’s over nationale en regionale cultuur, zoals godsdienst, taal en maatschappelijke aangelegenheden SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen VARIED Programma’s met personaliteiten, spelletjes en humor. POP MUSIC Populaire muziekprogramma’s ROCK MUSIC Rockmuziekprogramma’s M.O.R. MUSIC Easy listening L. CLASSICAL Klassieke muziek (instrumentaal, vocaal en koor) Druk op ENTER/YES als de tuner het gewenste programma ontvangt. Een andere zender met het gewenste programmatype kiezen Draai in stap 7 aan MULTI JOG en begin opnieuw vanaf stap 5. vervolg 57 Het Radio Data System (RDS) gebruiken (vervolg) S. CLASSICAL Uitvoeringen door grote orkesten, kamermuziek, opera, enz. OTHER MUSIC Muziek zoals jazz, rhythm & blues en reggae. ALARM Noodberichten. NONE Alle programma’s die niet in de bovenstaande categorieën thuishoren. In slaap vallen met muziek — Sleep Timer U kunt het systeem automatisch laten uitschakelen na een bepaalde tijd zonder de klok gelijk te zetten, zodat u bij muziek in slaap kunt vallen. De tijd kan in stappen van 10 minuten worden ingesteld. EDIT/NO 2,4 1 TAPE Opmerking “No PTY” verschijnt wanneer het gekozen programma momenteel niet wordt uitgezonden. 1,3 1 Druk op CLOCK/TIMER SET en draai aan MULTI JOG tot “SET SLEEP?” verschijnt. 2 3 Druk op ENTER/YES. Draai aan MULTI JOG om de tijd in te stellen. Wanneer u aan MULTI JOG draait, veranderen de minuten (de tijd waarna het systeem wordt uitgeschakeld) als volgt: n AUTO ˜ OFF ˜ 10min N n 90min ˜ 80min ˜ … ˜ 20min N 4 Druk op ENTER/YES. De resterende tijd controleren Herhaal stap 1 en 2, en druk vervolgens op EDIT/NO. De uitschakeltijd wijzigen Begin opnieuw vanaf stap 1. De Sleep Timer functie uitschakelen Kies “SLEEP OFF” in stap 3. Als u AUTO kiest 58 Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer de weergave van de huidige CD of MD ten einde is. Het toestel wordt afgezet als u de weergave van een CD of MD manueel stopt door op p te drukken. Ontwaken met muziek 5 Draai aan MULTI JOG om de uren in te stellen en druk op ENTER/YES. De minuten knipperen. — Dagtimer 1 U kunt zich elke dag op een bepaald tijdstip laten wekken met muziek. Controleer eerst of de klok juist is ingesteld (zie pagina 5). 9 3 1 ON 8 :O O A M 2 3 DAILY 6 Stel op dezelfde manier als in stap 5 het tijdstip in waarop de weergave moet stoppen. 7 Draai aan MULTI JOG om de gewenste bron te kiezen. Door aan MULTI JOG te draaien verandert het uitleesvenster als volgt: n TUNER ˜ MD PLAY N n TAPE PLAY* ˜ CD PLAY N Maak de bron klaar die u wilt beluisteren. • CD: plaats een CD. Om te beginnen van een bepaald muziekstuk, stel een programma samen (zie pagina 21). • MD: breng een MD in. Om te beginnen vanaf een bepaald muziekstuk, stel een programma samen (zie pagina 30). • Radio: stem af op een zender (zie pagina 17). • Tape: plaats een cassette in het optionele TC-TX515 deck. 3 Draai aan MULTI JOG om de minuten in te stellen en druk op ENTER/YES. De uren knipperen opnieuw. 3,5,7 2 CURSOR N/n 4,5,8 1 2 ALL DISCS CLOCK/TIMER SELECT TAPE Stel het tijdstip in waarop de weergave moet starten. * Kies dit voor opname van een optionele component die is aangesloten op TAPE IN. 8 Druk op ENTER/YES. De starttijd gevolgd door de stoptijd, de geluidsbron en het volume verschijnen, waarna de originele indicatie weer verschijnt. 9 Druk op POWER om het systeem af te zetten. De instelling veranderen 2 Draai aan VOLUME om het volume te regelen. Begin opnieuw vanaf stap 1. Druk na stap 5 op CURSOR N of n tot de instelling die u wilt wijzigen knippert en verander ze. 3 Druk op CLOCK/TIMER SET en draai aan MULTI JOG tot “SET DAILY?” verschijnt. De instelling controleren of de timer aanschakelen 4 Druk op ENTER/YES. De uren knipperen. 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai aan MULTI JOG tot “SELECT DAILY?” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. De starttijd gevolgd door de stoptijd, de geluidsbron en het volume verschijnen, waarna de originele indicatie weer verschijnt. vervolg 59 Ontwaken met muziek (vervolg) De timer annuleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT en draai aan MULTI JOG tot “TIMER OFF?” verschijnt. 2 Druk op ENTER/YES. “DAILY” verdwijnt van het uitleesvenster en de timer wordt geannuleerd. Tip Wanneer het optionele TC-TX515 deck op het systeem is aangesloten, kunt u dit activeren met de dagtimerfunctie zonder de timer van het deck in te stellen. Timergestuurde opname van radioprogramma’s U kunt maximum drie start- en stoptijden instellen en deze tegelijkertijd selecteren. U kunt een lang programma van maximum 3 MD’s na elkaar opnemen. Voor timergestuurde opname van radioprogramma’s moet u eerst de zender voorinstellen (zie pagina 6) en de klok gelijk zetten (zie pagina 5). 4,6,7,10 11 3 CLOCK/TIMER SELECT Opmerkingen • U kunt niet tegelijkertijd de dagtimer activeren en timergestuurd opnemen. • Ongeveer 30 seconden voor het ingestelde tijdstip wordt het systeem aangeschakeld. Gebruik het systeem niet tussen de tijd dat u stroom inschakelt en de weergave begint. • Indien de stroom inschakelt vóór de ingestelde tijd, begint de weergave met de door u geselecteerde muziekbron. • Indien u een andere audio/video component gebruikt (uitgezonderd het optionele cassettedeck TC-TX515) moet u ook de timer van die audio/ video component instellen. TAPE 3,5,7,9 EDIT/NO 1 Breng een opneembare MD in. U kunt opnemen op elke MD in de MD 1 – 3 gleuven. Om een lang programma op te nemen, brengt u twee of drie MD’s in naargelang van de lengte van het programma. De opname begint dan op MD 1. 2 Stem af op de vooringestelde radiozender (zie pagina 17). 3 Druk op CLOCK/TIMER SET en draai aan MULTI JOG tot “SET REC ?” verschijnt. 1 2 3 1 2 3 SET REC ? PRESET 4 60 TUNED STEREO Druk op ENTER/YES. REC 9 Draai aan MULTI JOG tot het timernummer (“SET REC 1 ?” – “SET REC 3 ?”) verschijnt. 1 2 3 1 2 3 SET REC 1 ? Draai aan MULTI JOG om de MD te kiezen waarop u wilt opnemen. Wanneer u aan MULTI JOG draait, verandert het uitleesvenster als volgt: MD 1 ˜ MD 2 ˜ MD 3 ˜ MDALL n 5 PRESET 6 TUNED STEREO REC1 Druk op ENTER/YES. De dag van de week knippert. “SUN” – “SAT”: Kies dit voor timergestuurde opname wekelijks op dezelfde dag. “ALL”: Kies dit voor timergestuurde opname dagelijks. 1 2 3 1 2 3 ON SUN O:OOAM PRESET 7 TUNED STEREO n TAPE* N Kies “MDALL” wanneer u op twee of drie MD’s na elkaar wilt opnemen. * Om op te nemen op een cassette met het optionele TC-TX515 deck, kiest u “TAPE”. 10 Druk op ENTER/YES. Het timernummer, gevolgd door de starttijd, de stoptijd, de geluidsbron en het volume verschijnen, waarna de originele indicatie weer verschijnt. 11 Druk op POWER om het systeem af te zetten. REC1 Stel de tijd in waarop u de opname wilt laten starten. Draai aan MULTI JOG om de dag van de week in te stellen en druk vervolgens op ENTER/YES. De uren knipperen. De instelling veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1. Als u zich vergist, drukt u herhaaldelijk op EDIT/NO om terug te keren naar de instelling die u wilt veranderen en wijzigt u die. De timer aan- en afzetten 1 2 3 ON TUE O:OOAM PRESET 1 2 3 TUNED STEREO REC1 Draai aan MULTI JOG om de uren in te stellen en druk op ENTER/YES. De minuten knipperen. 1 2 3 1 2 3 ON TUE11:OOPM PRESET TUNED STEREO REC1 Draai aan MULTI JOG om de minuten in te stellen en druk op ENTER/YES. De dag van de week knippert opnieuw. 8 Stel het tijdstip in waarop de opname moet stoppen zoals in stap 7. 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT, draai aan MULTI JOG tot “SELECT REC?” verschijnt en druk op ENTER/YES. Het timernummer waaronder u een instelling hebt opgeslagen (REC 1 – 3) verschijnt. 2 Draai aan MULTI JOG om “ON” of “OFF” te kiezen en druk op ENTER/YES. Bij elke druk op de ENTER/YES toets verschijnen de timernummers waaronder u de instellingen hebt opgeslagen in volgorde. Zet elke timerinstelling aan of af. In het uitleesvenster verschijnen de aangezette timernummers en de instellingen, waarna de originele indicatie weer verschijnt. vervolg 61 Timergestuurde opname van radioprogramma’s (vervolg) De instelling controleren. Volg de procedure onder “De timer aan- en afzetten” (zie pagina 61). Kies het timernummer dat u wilt controleren in stap 1 en kies “ON” in stap 2. De instelling verschijnt aan het eind van de procedure. Wanneer de insteltijden overlappen De tijd aangegeven met opgenomen. kan niet worden REC 1 REC 2 De laatste 30 seconden REC 1 REC 2 REC 1 REC 2 De laatste 30 seconden Tip De MD wordt automatisch benoemd met de zendernaam (of frequentie als de zender niet is benoemd), de starttijd en de stoptijd van de opname (zie pagina 55). Opmerkingen 62 • Als u in stap 9 “MDALL” kiest om een lang programma op te nemen en de MD in de MD 1 gleuf vol raakt, wordt de rest van het programma automatisch opgenomen op de MD in de volgende gleuf. Als er geen andere MD’s zijn ingebracht, moet u een andere opneembare MD in de volgende gleuf plaatsen en de MD waarop u niet wilt opnemen vooraf verwijderen. Het programma wordt niet opgenomen bij het wisselen van MD’s. • Gebruik het systeem niet tussen de tijd dat u stroom inschakelt en de weergave begint (ongeveer 30 seconden). • Als de starttijd en de stoptijd dezelfde is, gaat de cursor terug naar de stoptijd, gaat de cursor terug naar de stoptijd. Verander de stoptijd. • Wanneer u opneemt op een blanco MD, worden de eerste 30 seconden niet opgenomen. • Als het toestel 30 seconden voor het ingestelde tijdstip wordt aangeschakeld, wordt niet opgenomen. • Tijdens de opname wordt het volume zo laag mogelijk gezet. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Betreffende de netspanning Alvorens het toestel in gebruik te nemen, moet u controleren of de spanning die vermeld staat op uw toestel overeenkomt met de netspanning. Veiligheid • Zolang het netsnoer op het stopcontact is aangesloten, blijft het systeem onder spanning staan, ook al is het systeem zelf uitgeschakeld. • Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het stopcontact wanneer u denkt de installatie geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopcontact altijd aan de stekker en nooit aan het snoer zelf. • Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in een van de componenten terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de betreffende component eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Laat het netsnoer uitsluitend bij een erkend onderhoudscentrum vervangen. Plaatsing • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen. • Plaats het systeem niet schuin. • Stel het systeem niet bloot aan – Extreme hitte of koude – Stof of vuil – Overdreven vochtigheid – Trillingen – Directe zonnestraling • Het systeem is achteraan voorzien van een verluchtingsrooster om te voorkomen dat het te sterk opwarmt. Voor een optimale ventilatie moet u voldoende ruimte vrij laten aan de achterkant en mag u ook niets op het systeem plaatsen. Werking Wanneer het systeem rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht, of als deze in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de CD-speler of het MD deck vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de CD-speler of het MD deck niet functioneren. Verwijder de CD en laat het apparaat ongeveer een uur aanstaan, zodat alle condens verdwijnt. Betreffende het transport • Wanneer u het systeem verplaatst verwijder alle CD’s en MD’s en zet het systeem af. • Nadat u het systeem hebt afgezet en u hebt gecontroleerd of het systeem volledig is gestopt, steekt u de MD transportcartridge in de MD 3 gleuf met de kant waarop een pijltje staat afgedrukt naar boven. Als u het systeem transport zonder ingebrachte cartridge, kan het MD deck worden beschadigd. Mocht u vragen of problemen hebben betreffende uw stereo-installatie, aarzel dan niet contact op te nemen met uw Sony handelaar. Luidsprekers Hoewel deze luidsprekers magnetisch zijn afgeschermd, kan het beeld van sommige TVtoestellen er toch door gestoord worden. Zet de TV in dat geval af en na 15 tot 30 minuten opnieuw aan. Als het probleem daarmee nog niet is opgelost, moet u de installatie verder van de TV af zetten. Plaats ook geen voorwerpen die magneten bevatten, zoals audioracks, TV-stands, speelgoed, enz. in de buurt van de TV. Deze kunnen magnetische beeldstoringen veroorzaken. Opmerkingen betreffende MD’s • Schuif de sluiter nooit open om een MD te openen. Sluit de sluiter onmiddellijk indien deze zou opengaan. Sluiter • Maak de disc-houder schoon met een droge doek. • Stel MD’s niet bloot aan directe zonnestraling of warmtebronnen, en laat ze ook niet achter in een auto die in volle zon geparkeerd staat. Opmerkingen betreffende CD’s • Reinig CD’s met een zachte doek vooraleer u ze speelt. Wrijf altijd van binnen naar buiten toe. • Gebruik geen CD met tape, lijm of kit erop, aangezien dit de CD-speler kan beschadigen. • Gebruik voor het reinigen nooit oplosmiddelen zoals benzine, verfverdunner, reinigingsmiddelen of anti-statische spray bestemd voor grammofoonplaten. • Stel CD’s niet bloot aan directe zonnestraling of warmtebronnen zoals heteluchtbuizen, en laat ze ook niet achter in een auto die in volle zon geparkeerd staat. Reinigen van de behuizing Veeg de behuizing schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. 63 Systeembeperkingen van MD’s Het opnamesysteem van uw MD deck heeft beperkingen die hieronder beschreven staan. Bemerk evenwel dat deze beperkingen inherent zijn aan het MD-opnamesysteem en geen mechanische oorzaak hebben. “Disc Full” licht op nog voor de maximum opnameduur is bereikt (60 of 74 minuten) Wanneer 255 muziekstukken op de disc werden opgenomen, licht “Disc Full” op ongeacht de totale opnameduur. Er kunnen niet meer dan 255 muziekstukken op één disc worden opgenomen. Om voort te kunnen opnemen, moet u overbodige muziekstukken wissen of een andere opneembare MD gebruiken. “Disc Full” licht op nog voor het maximum aantal muziekstukken (255) is bereikt Geluidsniveauverschillen in muziekstukken worden vaak geïnterpreteerd als scheidingen tussen muziekstukken, waardoor het aantal oploopt en “Disc Full” verschijnt. De resterende opnameduur verhoogt niet na het wissen van veel korte muziekstukken Muziekstukken van minder dan 12 seconden worden niet geteld, zodat de opnameduur niet verhoogt wanneer ze worden gewist. Sommige muziekstukken kunnen niet met andere worden samengevoegd Muziekstukken van minder dan 12 seconden kunnen eventueel niet worden samengevoegd. De totale opnameduur en de resterende speelduur van de MD kunnen soms minder bedragen dan de maximum opnameduur (60 of 74 minuten) De opname gebeurt in stukken van minstens 2 seconden, hoe kort het materiaal ook is. De inhoud van de opname kan dus korter zijn dan de maximum opnamecapaciteit. De disc-capaciteit kan ook verder worden verminderd door krassen. 64 Bij het zoeken kan het geluid in bewerkte muziekstukken soms wegvallen In bewerkte muziekstukken kan het geluid tijdens het zoeken soms wegvallen doordat het zoeken enige tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken over de disc zijn verspreid. Muziekstuknummers kunnen niet correct worden gemarkeerd Wanneer “LevelSync ON” (pagina 43) tijdens analoge opname verschijnt, kunnen de muziekstuknummers niet worden gemarkeerd aan het begin van het muziekstuk. • als het ingangssignaal minder dan twee seconden onder een bepaald niveau zit tussen muziekstukken.. • als het ingangssignaal in het midden van het muziekstuk meer dan 2 seconden boven een bepaald niveau zit. Gids bij het Serial Copy Management System Met digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s kunnen makkelijk kwaliteitsopnames worden gemaakt omdat deze digitale produkten muziek verwerken in de vorm van digitale signalen. Om auteursrechtelijk beschermde programma’s te beveiligen, werkt dit toestel met het Serial Copy Management System waarmee via een digitaal/ digitaal-verbinding slechts één enkele kopie kan worden gemaakt van een digitale bron. Via een digitaal/digitaal-verbinding kan slechts een eerste generatie-kopie* worden gemaakt. Bijvoorbeeld: 1 U kunt een in de handel verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (b.v. een CD en MD) kopiëren maar u kunt een eerste generatie-kopie niet nogmaals kopiëren. 2 U kunt een digitaal signaal van een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma (b.v. een analoge plaat en een muziekcassette) of van een digitale satellietuitzending kopiëren maar u kunt hiervan geen tweede kopie maken. * Een eerste generatie-kopie betekent een digitale opname van een digitaal signaal gemaakt met behulp van digitale audio-apparatuur. Wanneer u bijvoorbeeld van de CD-speler van dit systeem opneemt naar het MD deck, maakt u een eerste generatie-kopie. Opmerkingen • Dit Copy Management System is niet van toepassing bij opname via analoog/analoogverbinding. • Het MD deck van dit systeem ondersteunt de bemonsteringsfrequentie van 32 kHz of 48 kHz van het DAT deck of digitale satellietuitzendingen alsook de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van het MD deck. Van een digitale opname van een satellietuitzending kunt u een tweede kopie maken. Gebruik van de zelfdiagnosefunctie Verhelpen van storingen Dit systeem is uitgerust met een zelfdiagnosefunctie die een eventuele systeemfout aangeeft. In het uitleesvenster verschijnt afwisselend een code bestaande uit drie letters en een bericht om het probleem aan te geven. Raadpleeg de onderstaande lijst om het probleem op te lossen. Als dit niet lukt, raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Bij problemen met dit systeem, moet u eerst de onderstaande check list overlopen. MD1 1 C11 ALL DISCS PRESET 2 Protected C11/MD Protected De MD is beveiligd tegen wissen. mVerwijder de MD en verschuif het wispreventienokje zodat de gleuf gesloten is (pagina 33) C13/REC Error Opname is onmogelijk. mZet de installatie op een stabiele ondergrond en begin de opname van voor af aan. De MD is vuil of gekrast./De MD beantwoordt niet aan de normen. mVervang de MD door een andere en begin de opname van voor af aan. C13/Disc Error Het MD deck kan de disc-informatie niet correct uitlezen. mWerp de MD uit en breng hem opnieuw in. C14/Disc Error Het MD deck kan de disc-informatie niet correct uitlezen. mVervang de MD door een andere. mDe hele inhoud van een MD kan worden gewist met de Erase functie op pagina 48. Controleer eerst of het netsnoer en de luidsprekers goed en juist zijn aangesloten. Als u de storing zelf niet kunt verhelpen, neem dan contact op met uw plaatselijke Sony handelaar. Algemeen Er is geen geluid. •Draai VOLUME rechtsom. •Controleer of de hoofdtelefoon aangesloten is. •Controleer de luidsprekeraansluitingen. Sterke brom of ruis. •Een TV of videorecorder staat te dicht bij het systeem. Plaats de apparaten wat verder uit elkaar. “0:00” (Europees model) of “12:00 AM” (andere modellen) knippert in het uitleesvenster. •De netstroom is enige tijd uitgevallen. Stel de klok en de timer opnieuw in. De timer werkt niet. •Zet de klok gelijk. De afneembare bedieningseenheid werkt niet. •Er bevindt zich een obstakel tussen de afneembare bedieningseenheid en het systeem. •De afneembare bedieningseenheid wijst niet in de richting van de sensor. •De batterijen zijn bijna leeg. Vervang de batterijen. Er is akoestische terugkoppeling. •Verlaag het volume. Plaats de microfoon verder van de luidsprekers of zet hem in een andere richting. Het uitleesvenster is donker. •U kunt de helderheid van het uitleesvenster regelen. Druk herhaaldelijk op DIMMER om de helderheid te regelen. vervolg 65 Verhelpen van storingen (vervolg) Een code bestaande uit drie letters en een bericht knipperen afwisselend. •De zelfdiagnosefunctie werkt. Los het probleem op aan de hand van de checklist (pagina 65). Luidsprekers Het geluid is slechts via één kanaal hoorbaar of is ongelijk verdeeld over het linker en rechter kanaal. •Controleer de aansluiting en de opstelling van de luidsprekers. CD-speler De disc-lade sluit niet. •De CD is verkeerd geplaatst. De CD wordt niet uitgeworpen. •Er zit tape, lijm of kit op de CD. De weergave begint niet. •De CD is vuil. •De CD ligt met het label naar onder in de disc-lade. •Er is vocht in de speler gecondenseerd. Wacht na het inschakelen van het apparaat ongeveer twee uur totdat het vocht verdampt is. Bij weergave wordt niet begonnen met het eerste muziekstuk. •De geprogrammeerde of willekeurige weergavefunctie is ingeschakeld. Druk op CONTINUE. “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. •U bent aan het einde van de CD. Druk op 0 of draai aan MULTI JOG om terug te keren naar het begin van de CD. 66 De CD indicator licht op zonder dat er CD’s zijn ingebracht. •De CD indicator licht op wanneer u het toestel voor de eerste maal aanschakelt en dooft dan na een tijdje. •De laatste maal dat u het toestel gebruikte, hebt u het afgezet terwijl de disc-lade open stond. Hij dooft na een tijdje. Als dat niet zo is, drukt u enkele malen op CD 6 om de disc-lade te openen en te sluiten. MD Deck Een gedeeltelijk ingelegde MD kan niet meer uitgenomen worden. •Het zelfvergrendelingssysteem van het MD deck is in werking getreden. Leg de MD volledig in en druk daarna op MD 6. Er kan geen MD worden ingebracht. •Breng de MD in met het label naar boven in de richting van het pijltje. Het deck kan niet worden bediend. •De MD is vuil of gekrast. (“Disc Error” verschijnt.) Vervang de MD door een nieuwe. Het MD-deck speelt niet af. •Er is vocht in het deck gecondenseerd. Wacht na het inschakelen van het apparaat een aantal uur totdat het vocht verdampt is. •Schuif de MD in de richting van het pijltje in het deck. •Er is niets opgenomen op de MD. Het MD-deck neemt niet op. •De MD is opnamebeveiligd. (“MD Protected” verschijnt.) Verschuif het nokje om de gleuf te sluiten (zie pagina 33). •Sluit de geluidsbron goed aan. •Er zit een voorbespeelde MD in het deck. Vervang hem door een opneembare MD. •Vervang de MD door een opneembaar exemplaar met voldoende resterende speelduur of wis overbodige muziekstukken. •Tijdens het opnemen werd het netsnoer uitgetrokken of is de stroom uitgevallen. Start de opname weer vanaf het begin. Er kan niet op alle MD’s worden opgenomen met behulp van CD-MD Synchro opname •De CD of MD zit niet in hetzelfde discnummer. “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. •U bent aan het einde van de MD. Druk op 0 of draai aan MULTI JOG om terug te keren naar het begin van de MD. Tuner Berichten Sterke brom of ruis (“TUNED” of “STEREO” knippert in het uitleesvenster). • Richt de antenne. • De signaal-ontvangst is te zwak. Sluit een buitenantenne aan. Terwijl de MD werkt, kan één van de volgende berichten in het uitleesvenster verschijnen of knipperen. Een stereo FM programma wordt niet in stereo ontvangen. • Druk op STEREO/MONO zodat “STEREO” verschijnt. MD Auto Cut Het MD deck schakelt over naar de pauzestand omdat er tijdens digitale opname een stilte van meer dan 30 seconden was. Blank Disc De ingebrachte opneembare MD is gloednieuw of alle muziekstukken op de MD werden gewist. Cannot Copy U kunt geen digitale opname maken (zie “Gids bij het Serial Copy Management System” op pagina 64). Can’t EDIT Er is een voorbespeelde MD ingebracht. U probeerde te bewerken bij geprogrammeerde of willekeurige weergave. Cannot REC Er is een voorbespeelde MD ingebracht. Complete Het bewerken van MD’s is voltooid. Disc Full Er is geen tijd meer beschikbaar op de disc (zie “Systeembeperkingen van MD’s” op pagina 64). Impossible U probeerde een onmogelijke bewerking uit te voeren (zie pagina 51). U probeerde een muziekstuk samen te voegen, wat onmogelijk is door de technische beperkingen van het MDsysteem (zie pagina 52). MECHA ERROR De MD transportcartridge is ingebracht. Name Full Er is geen ruimte meer om muziekstuk- of disc-titels op te slaan. NEW Het deck schakelt voor opname op een gloednieuwe MD of na een opgenomen stuk over naar de opname-wachtstand. vervolg 67 Verhelpen van storingen (vervolg) CD NO DISC Er zit geen MD in het deck. File Full Het systeem heeft het maximum aantal Disc Memo’s al opgeslagen (100 Disc Memo’s). No Name De gekozen MD of het gekozen muziekstuk is niet benoemd. – OVER – U heeft het einde van de CD bereikt terwijl u in de pauzestand op ) drukte. No Track De ingebrachte MD heeft een disc-titel maar bevat geen muziekstukken. OVER U heeft het einde van het laatste muziekstuk bereikt tijdens snelzoeken. Position ok? De MD geeft het splitspunt weer tijdens de Divide-functie. Push STOP! Tijdens het afspelen heeft u op een weergavetoets (CONTINUE, SHUFFLE of PROGRAM) gedrukt. Rehearsal De MD speelt om het gekozen splitspunt te controleren tijdens de Divide-functie. Release Het deck werpt de MD uit. Smart Space Het signaal werd opnieuw ingevoerd na een stilte van 30 seconden of minder tijdens digitale opname. TOC Read Het MD deck leest de TOC-informatie op de MD. TOC Write Het MD deck schrijft de informatie van opgenomen of bewerkte stukken. TUNER Name Full U heeft het maximum tekens voor een zendernaam al ingevoerd (8 tekens). 68 Technische gegevens Versterker-gedeelte Europees model: Uitgangsvermogen (DIN) (Nominaal) 30 + 30 watt (6 ohm bij 1 kHz, DIN 230 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie) 40 + 40 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-uitgangsvermogen (Referentie) 60 + 60 watt Andere modellen: DIN uitgangsvermogen (Nominaal) 30 + 30 watt (60 ohm bij 1 kHz, DIN, 120/240 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (Referentie) 40 + 40 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-piekvermogen (Referentie) 700 watt Ingangen VIDEO/GAME IN (phono-aansluitingen) (omschakelbaar) GAME IN: spanning 450 mV, impedantie 47 kOhm VIDEO IN: spanning 250 mV, impedantie 47 kOhm TAPE IN (phono-aansluitingen): spanning 250 mV, impedantie 47 kOhm Uitgangen TAPE OUT (phono-aansluitingen): spanning 250 mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo ministekker): voor hoofdtelefoon van 8␣ ohm of meer. SPEAKER: voor een impedantie van 6 tot 16 ohm. MD deck-gedeelte Systeem MiniDisc digital audio system Laser halfgeleiderlaser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Laseruitgangsvermogen Max. 44,6 µW* *Het vermogen wordt gemeten op een afstand van ongeveer 200 mm van het lensoppervlak op het optisch blok met een opening van 7 mm. Opnameduur max. 74 minuten (met de MDW-74) Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 5 Hz tot 20 kHz Tuner FM stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM tuner Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz (stappen van 50 kHz) FM draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz AM tuner Afstembereik Europees model: MW (MG): LW (LG): Andere modellen: MW (MG): SW (KG): Antenne Tussenfrequentie 522 – 1.611 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 144 – 288 kHz (met interval ingesteld op 3 kHz) 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) 5,95 – 17,90 MHz AM raamantenna Buitenantenneaansluitingen 450 kHz CD-spelergedeelte Systeem Laser Laseruitgangsvermogen Frequentiebereik Compact disc en digital audio system halfgeleiderlaser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Max. 44,6 µW* *Het vermogen wordt gemeten op een afstand van ongeveer 200 mm van het lensoppervlak op het optisch blok met een opening van 7 mm. 2 Hz – 20 kHz vervolg 69 Technische gegevens (vervolg) Luidspreker SS-MD515 Luidsprekersysteem Luidsprekers Woofer: Tweeter: Nominale impedantie 2-weg bass reflex 15 cm diam., conustype 2,5 cm diam., conustype 6 ohm Algemeen Spanningsvereisten Europees model: Andere modellen: 220 – 230 V AC, 50/60 Hz 110 – 120 V of 220 – 240 V AC, 50/60 Hz instelbaar met spanningskeuzeschakelaar 85 Watt Stroomverbruik: Afmetingen Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte: (met bedieningseenheid aangebracht) Ong. 215 × 290 × 400 mm (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en bedieningselementen (met bedieningseenheid losgemaakt) Ong. 215 × 290 × 390 mm (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en bedieningselementen Luidsprekers: Ong. 190 × 350 × 275 mm (b/h/d) incl. uitstekende onderdelen en bedieningselementen Gewicht Versterker/Tuner/MD/CD gedeelte: Ong. 9,5 kg Luidsprekers: Ong. 3,6 kg netto per luidspreker Meegeleverde toebehoren: AM raamantenna (1) Afneembare bedieningseenheid RM-MD515 (1) Beschermdeksel (1) MD cartridge (1) AA (R6) batterijen (2) FM-draadantenne (1) Luidsprekerdraden (2) Wijzigingen in ontwerp en specificaties voorbehouden, zonder kennisgeving. 70 Index Geluidsregeling 54 GROOVE 54 H, I, J A Aansluiten van de antennes 4, 11 de stroom 5 het systeem 4 optionele componenten 10 Aansluitend opnemen 36 Afneembare bedieningseenheid 9 Afstemmen op vooringestelde zenders 17 Analoge opname 33 Antennes 4, 11 Automatische bronselectie 17 B Batterijen 9 Benoemen van een CD 25 van een MD 46 van een vooringestelde zender 55 Berichten 67 Bewerken 45 C CD-MD Synchro opname 13 CD-speler 20 Combine functie 51 D Dagtimer 59 DBFB 54 Digitale opname 33 Dimmer 13 Disc Memo Copy 15 Divide functie 50 3CD tot 3MD synchroopname 35 3PGM tot 3MD 37 E, F Erase functie 47 G Gelijkzetten van de klok 5 Hit Parade 39 K Klok gelijkzetten 5 L Loop 24 Luidsprekers 4 M MD cartridge 5, 63 Move functie 49 Muziekstuk markeren 43 Muziekstuknummers 43 Muziekstuknummers markeren 43 N Name functie 46 Normale weergave 12, 15 O Ongedaan maken 53 Opnamemethoden 34 Opnames beveiligen 33 Opnames bewaren 33 Opnemen op een MD 41 timergestuurd opnemen 60 van een CD 13 van een radiozender 18 P, Q Preset equalizer menu 54 Program Play 21, 30 R Radiozenders afstemmen 17 voorinstellen 6 RDS 56 Rec It 40 Regelen geluid 54 volume 13 Repeat Play 20, 29 S Samenvoegfunctie 51 Serial copy management system 64 Shuffle Play 20, 29 Sleep timer 58 Smart space 44 Splitsfunctie 50 Storingen verhelpen 65 Systeembeperkingen 64 T Time Machine Recording 42 Timer in slaap vallen met muziek 58 ontwaken met muziek 59 timergestuurde opname 60 Tuner 6, 17 U Uitleesvenster 23, 32 Undo functie 53 V Verplaatsfunctie 49 Voorinstellen van radiozenders 6 W, X, Y Weergave van een CD 12 van een MD 15 van een vooringestelde zender 17 van muziekstukken in geprogrammeerde volgorde (Program Play) 21, 30 van muziekstukken in willekeurige volgorde (Shuffle Play) 20, 29 van muziekstukken herhaalde weergave (Repeat Play) 20, 29 Wisfunctie 47 Wissen van all muziekstukken op een MD 48 een deel van een muziekstuk 49 één enkel muziekstuk 47 Z Zendernaam 55 71
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212

Sony dhc md 515 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor