23
• De Bluetooth-functie van het
apparaat is niet ingeschakeld.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het apparaat voor meer
informatie over het inschakelen van
de functie.
• Het systeem bevindt zich niet in de
koppelingsmodus.
• Het systeem is al aangesloten op
een ander Bluetooth-apparaat.
Verbreek de verbinding met
het apparaat of alle overige
aangesloten apparaten en probeer
het opnieuw.
De verbinding met de gekoppelde
mobiele telefoon wordt voortdurend
aangesloten en weer verbroken.
• De Bluetooth-ontvangst is slecht.
Plaats de mobiele telefoon dichter
bij het systeem of verwijder
obstakels tussen de mobiele
telefoon en het systeem.
• Sommige mobiele telefoons
maken voortdurend verbinding of
verbreken de verbinding tijdens
het bellen of het beëindigen van
gesprekken. Dit betekent niet dat er
zich een storing voordoet.
• Bij sommige mobiele telefoons
wordt de Bluetooth-verbinding
automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen. Dit betekent
niet dat er zich een storing
voordoet.
Ruis in uitzendingen
• Signalen zijn te zwak. Selecteer een
andere radiozender met een sterker
signaal.
• Controleer de aansluiting van de
autoantenne.
Voorkeuzezenders gaan verloren.
• Accukabel is niet goed aangesloten.
Sluit de accukabel aan op de
aansluiting die altijd onder spanning
staat.
De zekering slaat door.
• Het type zekering is onjuist. Vervang
de zekering door een zekering van
15 A.
• Luidsprekerkabel of voedingskabel
is geaard. Controleer de kabels.
Bluetooth
Er kan zelfs na een succesvolle
Bluetooth-aansluiting geen muziek
worden afgespeeld op het systeem.
• Het apparaat is niet geschikt voor
het afspelen van muziek op het
systeem.
De geluidskwaliteit is slecht nadat een
Bluetooth-apparaat is aangesloten.
• De Bluetooth-ontvangst is slecht.
Plaats het apparaat dichter bij het
systeem of verwijder obstakels
tussen het apparaat en het
systeem.
Kan geen verbinding maken met het
systeem.
• Het apparaat biedt geen
ondersteuning voor de proelen die
door het systeem worden vereist.
NL