Whirlpool ADL 456/1 A+ Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
97
LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR GEBRUIK
AANDACHTIG DOOR
Volg onderstaande voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik van de afwasmachine:
AARDINGSINSTRUCTIES
Dit apparaat moet geaard worden. In het geval van
een storing of defect verkleint de aarding het risico
op een elektrische schok doordat elektrische
stroom via een pad met de laagste weerstand kan
worden afgevoerd. Dit apparaat is voorzien van
een kabel met een aarddraad en een geaarde
stekker.
De voedingsstekker moet in een geschikt
stopcontact worden gestoken dat volgens alle
plaatselijke wetten en voorschriften is geïnstalleerd
en geaard.
Een onjuiste aansluiting van de aarddraad van het
apparaat kan risico’s op een elektrische schok met
zich meebrengen.
Laat het apparaat bij twijfel over de aarding door
een gekwalificeerd elektricien of een
onderhoudsmonteur nakijken. Als de bij het
apparaat geleverde stekker niet geschikt is voor
het stopcontact, mag de stekker niet worden
gewijzigd. Laat een geschikt stopcontact monteren
door een gekwalificeerd elektricien.
CORRECT GEBRUIK
Ga niet op de deur of het serviesrek van de
afwasmachine zitten of leunen en gebruik deze niet
op een oneigenlijke manier.
Zet de afwasmachine pas aan als alle
afsluitingspanelen goed op hun plaats zitten. Open
de deur voorzichtig tijdens de werking van de
afwasmachine, omdat er water naar buiten kan
komen.
Zet geen zware voorwerpen op de geopende deur
en leun er niet op. Het apparaat kan voorover
kantelen.
Bij het laden van het vaatwerk:
1) Plaats scherpe voorwerpen zodanig dat ze de
deurafdichting niet kunnen beschadigen;
2) Waarschuwing: messen en ander puntig of
scherp keukengerei moeten in de korf worden
geplaatst met de punt of het lemmet naar
beneden of horizontaal worden gelegd.
Zorg ervoor dat plastic voorwerpen tijdens de
werking van de afwasmachine niet in aanraking
komen met het verwarmingselement. (Deze
aanwijzing is alleen van toepassing op apparaten
met een zichtbaar verwarmingselement.)
Controleer of het afwasmiddelbakje aan het einde
van het afwasprogramma leeg is.
Zet geen plastic voorwerpen in de afwasmachine
die niet als vaatwasserbestendig zijn gemarkeerd.
Volg voor plastic voorwerpen zonder het speciale
symbool de aanbevelingen van de fabrikant.
Gebruik alleen afwasmiddelen en additieven die
geschikt zijn voor vaatwasautomaten.
Gebruik geen zeep, wasmiddelen of
handafwasmiddelen in de afwasmachine. Bewaar
deze producten buiten bereik van kinderen.
Bewaar de afwasmiddelen en additieven buiten
bereik van kinderen en laat kinderen niet in de
buurt van de open deur van de afwasmachine
komen, omdat er afwasmiddelresten in het
apparaat aanwezig kunnen zijn.
Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens, of zonder ervaring en
kennis van het apparaat, mits ze goed geïnstrueerd
zijn of tijdens het gebruik van het apparaat onder
toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat
kunnen spelen.
Afwasmiddelen zijn sterk basisch en kunnen bij
inslikken zeer gevaarlijk zijn. Vermijd het contact
met huid en ogen, en houd kinderen uit de buurt
van de afwasmachine wanneer de deur geopend is.
Laat de deur niet openstaan, u zou erover kunnen
struikelen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze
worden vervangen door de fabrikant, een erkend
servicecentrum of een gekwalificeerd monteur om
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Verwijder de deur van de spoelruimte, indien u
een oude afwasmachine sloopt of deze niet langer
meer gebruikt.
Voer het verpakkingsmateriaal volgens de geldende
voorschriften af.
Gebruik de afwasmachine alleen voor het
bedoelde gebruik.
Zorg er tijdens de installatie voor dat de
voedingskabel niet te veel of op gevaarlijke wijze
geknikt of geplet wordt. Knoei niet met de
bedieningen.
Het apparaat moet met nieuwe leidingen op de
waterleiding worden aangesloten zonder eerdere,
oude leidingen opnieuw te gebruiken.
De afwasmachine heeft een maximale belading van
9 couverts.
De maximale toevoerdruk van het water is 1 Mpa.
De minimale toevoerdruk van het water is 0,04
Mpa.
LEES DE VOLGENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
AANDACHTIG EN VOLG ZE OP
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
98
Dit apparaat bestaat uit recyclebaar of herbruikbaar materiaal. De verwerking ervan moet volgens de
plaatselijk geldende voorschriften worden uitgevoerd. Knip de kabel vóór de verwijdering door zodat
het apparaat niet opnieuw kan worden gebruikt.
Voor meer informatie over de verplaatsing en de recycling van dit product, dient u zich te wenden tot
de plaatselijke instanties die verantwoordelijk zijn voor de gescheiden afvalinzameling of tot het
verkooppunt waar het apparaat is aangeschaft.
HET VERPAKKINGSMATERIAAL VERWIJDEREN
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het symbool wordt aangegeven. De
verschillende delen van de verpakking mogen niet in het milieu worden achtergelaten en moeten
volgens de plaatselijk geldende voorschriften worden verwerkt.
HET APPARAAT AFDANKEN
Dit apparaat is gemarkeerd volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Door dit product op de juiste wijze als afval te verwerken, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor
het milieu en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende documenten geeft aan dat het apparaat niet
moet worden behandeld als huisvuil, maar moet worden afgeleverd bij een geschikt inzamelpunt voor
de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
MILIEUTIPS DELL’AMBIENTE
Voer het verpakkingsmateriaal van de afwasmachine op correcte wijze af.
Al het verpakkingsmateriaal is recyclebaar.
De plastic delen zijn gemarkeerd met de standaard internationale afkortingen:
PE voor polyethyleen, bijvoorbeeld voor de wikkelfolie
PS voor polystyreen, bijvoorbeeld voor het vulmateriaal
POM voor polyoxymethyleen, bijvoorbeeld voor de plastic blokkeringen
PP voor polypropyleen, bijvoorbeeld voor het zoutreservoir
ABS voor acrylonitril-butadieen-styreen, bijvoorbeeld voor het bedieningspaneel.
Verpakkingsmaterialen kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen!
Wend u voor het verwijderen van de verpakking en van het apparaat tot een afvalinzamelcentrum.
Knip de voedingskabel door en maak de deursluiting onbruikbaar.
De kartonnen verpakking bestaat uit gerecycled papier en moet bij afvalinzamelcentra worden
verwerkt.
Door dit product correct te verwerken, helpt u mogelijke schade aan het milieu en de gezondheid als
gevolg van een verkeerde verwerking te voorkomen.
Wend u voor meer informatie over de recycling van dit product tot uw gemeente of tot de plaatselijke
afhaalophaaldienst.
AFDANKEN: dit product niet als algemeen afval afvoeren. Dit soort afval vereist een gescheiden
inzameling en een speciale behandeling.
WAARSCHUWING:
AFVALVERWERKING
BELANGRIJK! Lees de gebruiksaanwijzing alvorens het apparaat voor de eerste keer in gebruik te
nemen voor de beste prestaties van de afwasmachine.
Bedieningspaneel
Onderdelen van de afwasmachine
99
1 Programmalampje: wanneer het
afwasprogramma wordt geselecteerd, gaat het
bijbehorende lampje branden.
2 Programmatoetsen: druk op de desbetreffende
toets om het afwasprogramma te selecteren.
3 Controlelampjes zout en glansmiddel: deze
lampjes gaan aan wanneer de waterontharder of
het glansmiddeldoseerbakje moet worden
gevuld.
4 Controlelampjes uitgestelde start: geven de
uitgestelde start van 3, 6 of 9 uur aan.
5 Toets uitgestelde start: druk op deze toets om
het aantal uitgestelde uren voor de start van het
afwasprogramma in te stellen. De start van het
afwasprogramma kan met 3, 6 of 9 uur worden
uitgesteld.
6 Controlelampje 3-in-1/Functietoets 3-in-1: om
de 3-in- 1-functie te selecteren en weer te
geven.
7 Aan-uitlampje: dit lampje gaat branden als op de
ON/OFF-toets wordt gedrukt.
8 ON/OFF-toets: om de afwasmachine in of uit te
schakelen.
1 Bovenste korf
2 Sproeiarmen
3 Onderste korf
4 Zoutreservoir
5 Hoofdfilter
6 Afwasmiddelbakje
7 Kopjesrek
8 Bestekkorf
9 Grof filter
10 Glansmiddeldoseerbakje
11 Aansluiting afvoerslang
12 Aansluiting toevoerslang
on
Off
GEBRUIKSAANWIJZING
1
7
2
3
8
4
5
9
6
10
11
12
Vooraanzicht
Achteraanzicht
2
9
4
3
9
65
8
7
1
2
3
5
6
74
8
100
Voordat u de afwasmachine voor het eerst gebruikt:
A. De waterontharder instellen
B. ½ liter water in het zoutreservoir gieten en daarna met zout voor afwasmachines vullen
C. Het glansmiddeldoseerbakje vullen
D. Het afwasmiddelbakje vullen
A. Waterontharder
De waterontharder moet met de hand worden ingesteld met behulp van de waterhardheidsindicator. De
waterontharder is ontwikkeld om het water te ontdoen van mineralen en zouten die de werking van het
apparaat in gevaar zouden brengen. Hoe meer van deze mineralen en zouten in het water, hoe harder het
water. De waterontharder moet worden ingesteld op basis van de waterhardheid van de plaats waar het
apparaat wordt gebruikt. Om de waterhardheid in uw woonplaats te achterhalen, kunt u zich tot het
waterleidingbedrijf wenden.
Het zoutverbruik instellen
De afwasmachine is ontwikkeld om het zoutverbruik te regelen op basis van de
waterhardheid. Op deze manier wordt het zoutverbruik geoptimaliseerd en
aangepast.
Ga als volgt te werk om het zoutverbruik in te stellen.
1. Draai de dop van het zoutreservoir los.
2. Het reservoir is voorzien van een ring met een pijl (zie de afbeelding hiernaast).
Draai de ring zo nodig linksom van het minteken ‘-’ naar het plusteken ‘+’
afhankelijk van de waterhardheid. Het is aanbevolen om de instelling volgens
het onderstaande schema uit te voeren:
Opmerking 1
°dH = 1,25
°Clarke = 1,78
°fH = 0,178 mmol/l
°dH = Duitse graden
°fH = Franse graden
°Clarke = Engelse graden
Neem contact op met het waterleidingbedrijf om de waterhardheid van het waterleidingnet te
achterhalen.
Opmerking: als uw model afwasmachine niet met een waterontharder is uitgerust, kunt u deze paragraaf
overslaan.
Waterontharder
De waterhardheid varieert van plaats tot plaats. Hard water veroorzaakt aanslag op het serviesgoed en het
keukengerei.
Het apparaat is voorzien van een speciale waterontharder die zout gebruikt dat speciaal ontwikkeld is om
kalk en mineralen uit het water te halen.
Opmerking 2
/ = Er hoeft geen zout te worden bijgevuld
= Instelling naar het minteken ‘-’
+ = Instelling naar het plusteken ‘+’
Midden = Instelling tussen het minteken ‘-’ en het plusteken ‘+’
VOOR HET EERSTE GEBRUIK VAN DE
AFWASMACHINE
HARDHEIDSGRAAD
Stand van de
keuzeknop
Zoutverbruik (gram /
afwasprogramma)
Autonomie
(afwasprogramma’s /
1 kg)
°dH °fH °Clarke mmol/l
0~8 0~14 0~10 0~1,4 / 0 /
8~22 14~39 10~28 1,4~3,9 20 50
22~45 39~80 28~56 3,9~8 Midden 40 25
45~60 80~107 56~75 8~11 + 60 16
101
B. De waterontharder met zout vullen
Gebruik altijd zout voor afwasmachines.
Het zoutreservoir bevindt zich onder de onderste korf en moet worden gevuld zoals hieronder wordt
beschreven.
Let op!
Gebruik alleen zout voor afwasmachines! Alle andere soorten zout die niet specifiek voor
afwasmachines zijn, met name tafelzout, beschadigen de waterontharder. De producent geeft geen
enkele garantie voor eventuele schade die veroorzaakt is door het gebruik van ongeschikt zout.
Vul de waterontharder pas met zout net voordat u één van de complete afwasprogramma’s start. Op
deze manier voorkomt u dat eventuele zoutkorrels of overgelopen zout water gedurende een
bepaalde tijd op de bodem van de machine blijven liggen en deze aantasten.
A. Verwijder de onderste korf, draai daarna de dop van het zoutreservoir los en verwijder hem. (1)
B. Giet vóór de eerste afwascyclus een liter water in het zoutreservoir.
C. Plaats het uiteinde van de (bijgeleverde) trechter in het gat en giet er ongeveer 1 kg zout in. Het is
normaal dat er een kleine hoeveelheid water uit het reservoir naar buiten komt. (2).
D. Draai de dop stevig linksom dicht nadat het reservoir gevuld is.
E. Over het algemeen gaat het controlelampje van het zout 2-6 dagen na het vullen van het reservoir uit.
F. Meteen na het vullen van het zoutreservoir moet een afwasprogramma worden gestart (het wordt
aanbevolen om een voorspoelprogramma of een kort programma te gebruiken). Anders kunnen het
filtersysteem, de pomp of andere belangrijke onderdelen van de machine door het zoute water
worden beschadigd. Dit type schade wordt niet door de garantie gedekt.
Opmerking:
1. Het zoutreservoir moet pas weer worden bijgevuld wanneer het controlelampje op het
bedieningspaneel gaat branden.
Als het zout niet goed oplost, blijft het controlelampje van het zout mogelijk ook branden nadat het
reservoir gevuld is.
Als het bedieningspaneel niet is uitgerust met een controlelampje (bij sommige modellen), dan kunt u
bepalen wanneer de waterontharder met zout moet worden bijgevuld op basis van het aantal door de
afwasmachine uitgevoerde afwasprogramma’s.
2. Als er zout naar buiten komt, start dan een voorspoelprogramma of een kort programma om het
overmatige zout te verwijderen.
1
Open
2
102
C. Het glansmiddeldoseerbakje vullen
Glansmiddeldoseerbakje
Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase afgegeven om de afzetting van waterdruppels op de vaat te
voorkomen, omdat deze vlekken en strepen achterlaten. De vaat droogt ook beter, omdat het water van
de vaat afglijdt. De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibare glansmiddelen. Het
glansmiddeldoseerbakje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur, naast het afwasmiddelbakje. Om het
bakje te vullen, opent u de dop en giet u er het glansmiddel in totdat het kijkglas volledig zwart is
geworden. Het glansmiddeldoseerbakje heeft een inhoud van ongeveer 140 mi.
Functie van het glansmiddel
Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase automatisch toegevoegd, zodat de vaat goed nagespoeld
wordt en zonder vlekken en strepen opdroogt.
Let op!
Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere
middelen (bijvoorbeeld afwasmiddel voor afwasmachines, vloeibaar afwasmiddel), omdat deze het
apparaat beschadigen.
Wanneer moet het glansmiddeldoseerbakje worden gevuld
Als het bedieningspaneel niet met een controlelampje voor het glansmiddel is uitgerust, dan kan het
glansmiddelniveau worden beoordeeld op basis van de kleur van het kijkglas C naast de dop. Wanneer het
glansmiddeldoseerbakje vol is, is het volledige kijkglas donker gekleurd. Als het glansmiddelniveau daalt,
neemt de afmeting van de donkere punt af. Laat het glansmiddelniveau nooit onder ¼ deel van de inhoud
van het bakje dalen.
Als het glansmiddelniveau daalt, neemt de afmeting van de donkere punt op het kijkglas van het
glansmiddel af, zoals hieronder te zien is.
Vol
Voor 3/4 deel vol
Voor de 1/2 vol
Voor 1/4 deel vol - Het bakje moet opnieuw
gevuld worden om de vlekken te verwijderen
Leeg
6
C (Kijkglas van het
glansmiddel)
103
Glansmiddeldoseerbakje
1. Draai de dop in de richting van de pijl ‘open’ (linksom) en neem hem
weg om het doseerbakje te openen.
2. Giet het glansmiddel in het doseerbakje en giet het niet te vol.
3. Breng de dop weer uitgelijnd met de pijl ‘open’ aan en draai hem naar de
pijl ‘dicht’ (rechtsom).
Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase afgegeven om de afzetting van
waterdruppels op de vaat te voorkomen, omdat deze vlekken en strepen
achterlaten. De vaat droogt ook beter, omdat het water van de vaat afglijdt.
De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibare glansmiddelen.
Het glansmiddeldoseerbakje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur,
naast het afwasmiddelbakje. Om het bakje te vullen, opent u de dop en giet
u er het glansmiddel in totdat het kijkglas volledig zwart is geworden. Het
glansmiddeldoseerbakje heeft een inhoud van ongeveer 140 mi. Let erop
het doseerbakje niet te vol te gieten, omdat het kan overlopen. Verwijder
eventueel geknoeid glansmiddel met een vochtige doek. Vergeet niet de dop
weer aan te brengen, voordat u de deur van de afwasmachine sluit.
Let op!
Verwijder het eventuele tijdens het vullen geknoeide glansmiddel met een absorberende doek om een te
grote schuimvorming tijdens het volgende afwasprogramma te voorkomen.
Het glansmiddeldoseerbakje instellen
Het glansmiddeldoseerbakje heeft zes of vier instellingen. Begin
altijd met het doseerbakje ingesteld op ‘4’. Als de vaat niet goed
droogt en vlekken vertoont, moet de hoeveelheid afgegeven
glansmiddel worden verhoogd door de dop te verwijderen en de
keuzeknop op ‘5’ te draaien. Als de vaat nog niet goed droog is of
vlekken vertoont, moet de keuzeknop op het volgende hogere
nummer worden gezet, totdat de vaat geen vlekken meer vertoont.
Het is aanbevolen
om de keuzeknop op ‘4’ te zetten. (de fabrieksinstelling is ‘4’)
OPMERKING
Verhoog de dosis als er na het afwasprogramma druppels of kalkafzettingen op de vaat aanwezig zijn.
Verlaag de dosis als er witte, plakkerige vlekken op de vaat of een blauwachtige laag op de glazen en het
glaswerk of op de lemmeten van de messen te zien is.
1
2
3
Stelhendeltje
(glansmiddel)
104
D. Functie van het afwasmiddel
Afwasmiddelen met chemische bestanddelen zijn noodzakelijk om het vuil te verwijderen, fijn te maken en
uit de afwasmachine af te voeren. De meeste in de handel verkrijgbare kwaliteitsafwasmiddelen zijn
geschikt voor dit doel.
Geconcentreerd afwasmiddel
Afhankelijk van hun chemische samenstelling kunnen afwasmiddelen voor afwasmachines onderverdeeld
worden in twee basistypen:
conventionele, basische afwasmiddelen met bijtende stoffen
afwasmiddelen met een laag alkalinegehalte met natuurlijke enzymen
Het gebruik van normale afwasprogramma’s in combinatie met geconcentreerde afwasmiddelen
vermindert vervuiling en is goed voor uw serviesgoed; deze afwasprogramma’s zijn specifiek afgestemd op
de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen van het geconcentreerde afwasmiddel. Daarom
verkrijgt u met normale afwasprogramma’s waarbij geconcentreerd afwasmiddel gebruikt wordt, dezelfde
resultaten als bij het gebruik van intensieve programma’s.
Afwastabletten
Afwastabletten van verschillende merken lossen met verschillende snelheden op. Daarom kan het
gebeuren dat bij korte programma’s sommige tabletten niet goed oplossen en hun volledige reinigende
kracht niet kunnen ontwikkelen. Gebruik dus lange programma’s bij het gebruik van tabletten om er
zeker van te zijn dat alle afwasmiddelenresten worden verwijderd.
Afwasmiddelbakje
Het afwasmiddelbakje moet voor de start van elk afwasprogramma worden gevuld volgens de instructies
in de tabel met afwasprogramma’s. Dit apparaat gebruikt minder afwasmiddel en glansmiddel dan een
conventionele afwasmachine. Over het algemeen is een eetlepel afwasmiddel voldoende voor een normale
lading. Voor sterker vervuild serviesgoed heeft u meer afwasmiddel nodig. Voeg het afwasmiddel toe vlak
voor u de afwasmachine start, anders kan het vochtig worden en niet goed oplossen.
Te gebruiken hoeveelheid afwasmiddel
Druk op de blokkering
om het bakje te openen
105
OPMERKING:
Als het deksel dicht is: druk op de ontgrendelknop.
Het deksel gaat open. Voeg het afwasmiddel altijd toe vlak voordat u een afwasprogramma start.
Gebruik alleen glansmiddelen voor afwasmachines van een goed merk.
Afwasmiddel voor afwasmachines is corrosief! Bewaar het buiten bereik van kinderen.
Correct gebruik van het afwasmiddel
Gebruik alleen een afwasmiddel voor afwasmachines. Bewaar het afwasmiddel op een koele en droge
plaats. Doe geen poederwasmiddel in het bakje, zolang u niet klaar bent om de vaat te wassen.
Het afwasmiddelbakje vullen
Vul het bakje met afwasmiddel. De markering geeft de
doseringsniveaus aan, zoals aan de rechterkant is afgebeeld:
A. Het niveau voor afwasmiddel voor een
hoofdwasprogramma, ‘MIN’ komt overeen met ongeveer
20 g afwasmiddel.
B. Het niveau voor afwasmiddel voor een
voorspoelprogramma komt overeen met ongeveer 5 g
afwasmiddel.
Houd u aan de aanbevelingen van de fabrikant m.b.t.
dosering en het bewaren, zoals vermeld op de verpakking.
Sluit het deksel en druk hem aan tot hij vastklikt.
Bij een zeer vuile vaat moet een extra dosis afwasmiddel aan
het bakje voor het voorspoelprogramma worden
toegevoegd. Dit afwasmiddel wordt gebruikt tijdens de voorspoelfase.
OPMERKING:
Zie de laatste pagina voor informatie over de hoeveelheid te gebruiken afwasmiddel voor elk
afzonderlijk programma.
Denk er wel aan dat afhankelijk van de vervuilingsgraad van de vaat en de waterhardheidsgraad er
verschillen mogelijk zijn.
Houd u aan de aanbevelingen van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel.
Afwasmiddelen
Er zijn 3 soorten afwasmiddelen
1. Met fosfaten en chloor
2. Met fosfaten en zonder chloor
3. Zonder fosfaten en zonder chloor
Gewoonlijk zijn de nieuwe poederafwasmiddelen zonder fosfaten. Ze verzachten het water dus niet zoals
de fosfaten dat doen. In dit geval adviseren wij om het reservoir met zout te vullen, ook als de
waterhardheid slechts 6 dH is. Als afwasmiddelen zonder fosfaten worden gebruikt bij hard water, dan
verschijnen er vaak witte vlekken op borden en glazen. Voeg in dit geval meer afwasmiddel toe om betere
resultaten te krijgen. Afwasmiddelen zonder chloor bleken maar weinig. Hardnekkige en gekleurde
vlekken worden niet volledig verwijderd. Kies in dit geval een afwasprogramma met een hogere
temperatuur.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen. Voeg altijd afwasmiddel toe
voordat u de afwasmachine start.
WAARSCHUWING:
6
106
Gebruik van de 3-in-1-functie
De afwasmachine heeft een 3-in-1-functie waarbij geen zout en glansmiddel nodig is, maar alleen een 3-in-
1-tablet. Deze afwasmachine wordt geleverd met een houder voor 3-in-1-tabletten als accessoire.
OPMERKING:
de 3-in-1-tablet mag alleen gebruikt worden met de 3-in-1-functie (met het programma
Intensief/Normaal/Eco). Als u de 3-in-1-tablet met andere programma’s gebruikt, levert het apparaat geen
optimale prestaties.
1. De onderstaande afbeelding toont hoe de houder van de
3-in-1-tabletten aan de bovenste korf moet worden
gehangen.
2. Draai de bovenste sproeiarm en verander de plaats van
de houder zo nodig om ervoor te zorgen dat de bovenste
sproeiarm niet wordt gehinderd door de houder van de
3-in-1-tabletten. Zie de onderstaande afbeelding.
3. Doe de 3-in-1-tabletten in de houder en start het 3-in-1-
programma.
OPMERKING:
Wanneer u 3-in-1-/compacte afwasmiddelen gebruikt, dient u erop te letten dat ze geschikte afmetingen
hebben voor de houder, zodat ze gemakkelijk kunnen worden geplaatst en de houder niet kapot maken.
Onderste wielen
Bovenste wielen
Steun
107
Volg onderstaande aanwijzingen voor de beste prestaties van uw afwasmachine. De korven en
bestekkorven kunnen verschillen, afhankelijk van het model.
Aandachtspunten voor of na het inladen van de afwasmachine
Schraap de grootste etensresten weg. Laat resten aangebrand voedsel in pannen week worden.
Het is niet nodig om de borden onder stromend water af te spoelen. Plaats het serviesgoed als volgt in de
afwasmachine:
1. Voorwerpen zoals kopjes, glazen, potten en pannen, enz. moeten ondersteboven worden geplaatst.
2. Gebogen voorwerpen, of voorwerpen met uitsparingen moeten schuin worden gezet zodat het water
eraf kan lopen.
3. Alle keukengerei moet stevig worden geplaatst, zodat het niet kan kantelen.
4. Alle keukengerei moet zodanig worden geplaatst dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien tijdens het
afwasprogramma.
Zeer kleine voorwerpen mogen niet in de afwasmachine worden gewassen, omdat ze gemakkelijk uit de
korven kunnen vallen.
De bovenste korf laden
De bovenste korf is ontworpen voor het meer
delicate en lichte serviesgoed zoals glazen, koffie-
en theekopjes en schotels en borden, schaaltjes en
ondiepe pannen (mits deze niet te vuil zijn). Zet de
borden en pannen zodanig dat ze niet door de
waterstraal kunnen worden verplaatst.
De bovenste korf afstellen
De hoogte van de bovenste korf kan worden
afgesteld om meer ruimte in de bovenste/onderste
korf te creëren voor groot keukengerei. De hoogte
van de bovenste korf kan worden afgesteld door de
wielen op verschillende hoogtes op de rails te zetten.
Lange voorwerpen, serveerbestek, saladebestek en messen moeten
op de steunen worden geplaatst, zodat ze de rotatie van de sproeiarmen niet kunnen hinderen. De steun
kan naar achteren worden gekanteld of worden verwijderd, als hij niet gebruikt wordt.
DE KORVEN LADEN
Schaaltje
(M)
Kopjes
Schoteltjes
Soeplepel
Slabak
(L)
Voorkant
Glazen Dessertbordje
108
De onderste korf laden
We adviseren om de moeilijkst te reinigen grote voorwerpen in de onderste korf te plaatsen: potten,
pannen, deksels, serveerschalen en kommen, zoals in de afbeelding rechts is weergegeven. U kunt
serveerschalen en deksels het beste aan de zijkant van de korven plaatsen om te voorkomen dat ze de
rotatie van de bovenste sproeiarm blokkeren.
Pannen, serveerschalen, enz. moeten altijd ondersteboven
worden geplaatst. Diepe pannen moeten schuin worden
geplaatst, zodat het water eraf kan lopen. De onderste korf
heeft kantelbare rekken om grotere of meer potten en
pannen in de machine te kunnen laden.
1. Bestekkorf
2. Dessertbordjes
3. Soepborden
4. Dinerborden
5. Ovale schaal
6. Schoteltje
109
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen uit de onderkant van de korf steken.
Messen en ander keukengerei met scherpe punten moeten in de korf met de
punten of de lemmeten naar beneden worden geplaatst, of horizontaal
worden neergelegd.
Plaats scherp keukengerei altijd met de scherp punt naar beneden!
WAARSCHUWING:
Bestekkorf
Het bestek moet in de speciale korf worden geplaatst met de handgrepen naar beneden. Als de
bestekkorf zijmandjes heeft, moeten de lepels apart in de speciale openingen worden geplaatst, lang
keukengerei moet horizontaal in de voorkant van de bovenste korf worden geplaatst, zoals in de
afbeelding is weergegeven
1 Theelepels
2. Dessertlepels
3. Soeplepels
4. Vorken
5. Messen
6. Serveervorken
7. Serveerlepels
Het volgende vaatwerk/bestek:
Is niet geschikt voor de afwasmachine
Bestek met houten, benen, porseleinen of
parelmoeren handgrepen
Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
Antiek bestek met gelijmde delen die niet
bestand zijn tegen hoge temperaturen
Gelijmd bestek of gelijmde borden
Tinnen of koperen voorwerpen
Glaswerk van kristal
Voorwerpen van roestvrij staal Houten schalen
Voorwerpen die gemaakt zijn van synthetische
vezels
Is in beperkte mate geschikt voor de
afwasmachine
Sommige soorten glazen kunnen dof worden na
een groot aantal afwasbeurten
Zilveren en aluminium kunnen verkleuren
tijdens het afwassen
Geglazuurde patronen kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine worden gewassen
OPMERKING: Plaats geen voorwerpen in de
afwasmachine die verontreinigd zijn met
sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Controleer bij de
aankoop van nieuw servies of het geschikt is voor
de afwasmachine.
OPMERKING: Laad de afwasmachine niet te vol.
De machine kan 9 standaardcouverts bevatten.
Gebruik geen servies dat niet geschikt is voor de
afwasmachine. Dit is belangrijk voor goede
resultaten en voor een redelijk energieverbruik.
Het bestek en het serviesgoed laden
Voordat u het serviesgoed in de afwasmachine zet,
moet u:
Grote voedselresten verwijderen
Resten aangebrand voedsel in pannen week laten
worden
Let bij het inladen van serviesgoed en bestek
op het volgende:
Serviesgoed en bestek mogen de rotatie van de
sproeiarmen niet hinderen
Laad holle voorwerpen zoals kopjes, glazen,
pannen, enz. met de opening naar beneden, zodat
het water eruit kan lopen
123456 7
3553
1551
3553
3553
1561
3213
3244
1244
2244
2214
1214
7274
PLAATSINGSSCHEMA
110
Serviesgoed en bestek mogen niet in elkaar
worden geplaatst en mogen elkaar niet
bedekken
Om schade te voorkomen mogen de glazen
elkaar niet raken
Laad grote, moeilijk te reinigen voorwerpen in
de onderste korf
De bovenste korf is ontworpen voor het meer
delicate en lichte serviesgoed zoals glazen,
koffie- en theekopjes.
Let op!
Messen met een lang lemmet die in een verticale
positie zijn geplaatst vormen een mogelijk gevaar!
Lang en/of puntig bestek, zoals vleesmessen, moet
horizontaal worden geplaatst de bovenste korf.
Schade aan glazen en borden
Mogelijke oorzaken:
Glassoort of productieproces. Chemische
samenstelling van het afwasmiddel.
Watertemperatuur en programmaduur.
Aanbevolen oplossing:
Gebruik glazen of porseleinen servies die door
de fabrikant gemarkeerd zijn als afwasbaar in de
afwasmachine.
Gebruik een mild afwasmiddel dat geschikt is
voor elk type servies. Vraag zo nodig om meer
informatie bij de fabrikant van het afwasmiddel.
Selecteer een programma met een zo laag
mogelijke temperatuur.
Verwijder de glazen en het bestek zo snel
mogelijk na het einde van het afwasprogramma
uit de afwasmachine om schade te voorkomen.
111
Tabel van de afwasprogramma’s
OPMERKING
Betekenis: er moet glansmiddel worden bijgevuld.
* En50242: dit programma is de testcyclus, het is aanbevolen om het glansmiddeldoseerbakje in de
stand 6 te zetten.
EEN AFWASPROGRAMMA STARTEN
Programma
Informatie voor de
programmakeuze
Beschrijving van
het programma
Afwasmiddel
voor
voorspoelen/
hoofdwas
Duur
(min)
Energie
(kWh)
Water
(l)
Naspoelen
Intensief
Voor de zwaarst bevuilde
vaat zoals potten, pannen en
borden met opgedroogde
voedselresten.
Voorspoelen
(50°C)
Voorspoelen
Afwassen (65°C)
Naspoelen
Naspoelen (55°C)
Drogen
Dagelijks
*EN 50242
Voor normaal bevuilde vaat,
zoals borden, glazen en licht
bevuilde pannen. Standaard
dagelijks programma.
Voorspoelen
Afwassen (55°C)
Naspoelen (65°C)
Drogen
Eco
Voor licht bevuilde vaat,
zoals borden, glazen, schalen
en licht bevuilde pannen.
Voorspoelen
Afwassen (50°C)
Naspoelen (60°C)
Drogen
Kort
Een korter afwasprogramma
voor licht bevuilde vaat die
niet gedroogd hoeft te
worden.
Hoofdprogramma
(40°C)
Naspoelen (40°C)
Delicaat
Voor licht bevuilde vaat,
zoals glazen, glaswerk van
kristal en porselein.
Voorspoelen
Afwassen (40°C)
Naspoelen (60°C)
Voorspoelen
Om serviesgoed voor te
spoelen dat u later die dag
wilt afwassen
Voorspoelen
Intensief
+ 3-in-1
+
Voor de zwaarst bevuilde
vaat zoals potten, pannen en
borden met opgedroogde
voedselresten.
Voorspoelen
(50°C)
Afwassen (65°C)
Naspoelen
Naspoelen (55°C)
Drogen
3-in-1
Dagelijks
+ 3-in-1
+
Voor normaal bevuilde vaat,
zoals borden, glazen en licht
bevuilde pannen. Standaard
dagelijks programma.
Voorspoelen
Afwassen (55°C)
Naspoelen (65°C)
Drogen
3-in-1
Eco
+ 3-in-1
+
Voor borden, glazen,
slabakken en licht bevuilde
pannen.
Afwassen (50°C)
Naspoelen ( °C)
Drogen
3-in-1
65
5/22g 120 1.13 16.0
5/22 g 155 13.0
175 0.77 10.5
15 g
15 g 0.71 13.0
120 1.13 16.0
150 1.08 13.5
160 0.84 10.5
1.09
30 9.0
95
8 3.0
5/22 g
0.5
0.01
112
Het apparaat inschakelen
Een afwasprogramma starten
1. Trek de onderste en de bovenste korven naar buiten, vul ze met serviesgoed en schuif de korven
terug.
Het wordt geadviseerd om eerst de onderste korf te laden en daarna de bovenste (zie paragraaf ‘De
afwasmachine inladen’).
2. Voeg het afwasmiddel toe (zie paragraaf ‘Zout, afwasmiddel en glansmiddel’).
3. Steek de stekker in het stopcontact. De netvoeding is 220-240 VAC /50 HZ, het stopcontact is 10A
250 VAC. Zorg ervoor dat de watertoevoer de volledige druk heeft.
4. Sluit de deur, druk op de ON/OFF-toets, het ON/OFF-lampje gaat branden. Druk op de
programmatoets om het gewenste afwasprogramma te selecteren. Sluit de deur. Na 3 seconden wordt
de machine gestart.
Het programma wijzigen.
Voorwaarde:
1. Een programma dat al begonnen is, kan alleen worden veranderd als het pas korte tijd bezig is. Anders
is het afwasmiddel al afgegeven en heeft het apparaat het afwaswater mogelijk al afgevoerd. In dat
geval moet het afwasmiddelbakje opnieuw worden gevuld (zie paragraaf ‘Het afwasmiddelbakje
vullen’).
2. Houd de programmatoets langer dan 3 seconden ingedrukt om het programma te annuleren; daarna
kunt u het gewenste programma instellen (zie de paragraaf ‘Een afwasprogramma starten...’).
3. Houd één van de andere programmatoetsen langer dan 3 seconden ingedrukt om het lopende
programma te annuleren; daarna wordt het programma waarop u drukt ingesteld.
4. Druk langer dan 3 seconden op de displaytoets om de weergegeven tijd te wijzigen.
OPMERKING: Als alle lampjes gaan branden, betekent dit dat de machine een storing heeft. Schakel de
elektrische voeding uit en draai de waterkraan dicht voordat u de klantenservice belt.
Vergeten een bord in de afwasmachine te plaatsen?
Als u vergeten bent om servies in de machine te zetten, kunt u dit nog doen voordat het afwasmiddelbakje
wordt geopend.
1. Open de deur een beetje om het afwasprogramma te stoppen.
2. Nadat de sproeiarmen gestopt zijn met draaien, kunt u de deur helemaal open doen.
3. Plaats het vergeten serviesgoed.
4. Sluit de deur. De afwasmachine begint na 10 seconden weer te werken.
Het is gevaarlijk om de deur tijdens het afwassen te openen; u zou zich kunnen branden aan het hete
water.
Aan het einde van het afwasprogramma
Wanneer het afwasprogramma is beëindigd, klinkt de zoemer van de afwasmachine gedurende 8 seconden
en gaat daarna uit. Zet het apparaat uit met de ON/OFF-toets, sluit de watertoevoer af en open de deur
van de afwasmachine. Wacht enkele minuten voordat u de afwasmachine uitlaadt, om te voorkomen dat u
serviesgoed en keukengerei vastpakt terwijl het nog heet is en gemakkelijker kan breken. Het serviesgoed
droogt ook beter als u even wacht.
De afwasmachine uitzetten
Het programma is pas afgelopen als de zoemer van de afwasmachine gedurende 8 seconden klinkt.
1. Druk op de ON/OFF-toets om de afwasmachine uit te zetten.
2. Draai de waterkraan dicht!
De deur voorzichtig openen.
Heet servies is gevoeliger voor stoten. Het serviesgoed moet daarom ongeveer 15 minuten afkoelen
voordat u het uit de machine haalt.
Open de deur van de afwasmachine, laat deze op een kier staan en wacht enkele minuten voordat u het
serviesgoed eruit haalt. Op deze manier koelt het serviesgoed af en droogt het beter.
De afwasmachine uitladen
Het is normaal dat de afwasmachine nat is aan de binnenkant.
Maak eerst de onderste korf leeg en daarna de bovenste. Op deze manier voorkomt u dat de bovenste
korf water op het serviesgoed in de onderste korf druppelt.
WAARSCHUWING:
113
Filtersysteem
Het filter voorkomt dat grote voedselresten of andere voorwerpen in de pomp terechtkomen. De resten
kunnen het filter verstoppen; in dat geval moeten ze worden verwijderd.
Het filtersysteem bestaat uit een grof filter, een plat filter (hoofdfilter) en een microfilter (filter met fijne
mazen).
1. Hoofdfilter
Voedselresten en vuildeeltjes die door dit filter worden
opgevangen, worden verpulverd door een speciale straal
uit de onderste sproeiarm en worden vervolgens via het
afvoerkanaal afgevoerd.
2. Grof filter
Grotere resten, zoals botjes of stukjes glas die de afvoer
zouden kunnen verstoppen, worden in het grove filter
opgevangen. Druk het deksel op de bovenkant van het
filter zachtjes in en neem het weg om de resten in dit
filter te verwijderen.
3. Fijn filter
Dit filter vangt vuildeeltjes en voedselresten op in het
bakje en voorkomt dat ze weer op het serviesgoed
terechtkomen tijdens het afwasprogramma.
- Controleer de filters na elke wasbeurt om na te gaan of ze niet verstopt zijn.
- Door het grove filter los te draaien kan het filtersysteem worden verwijderd. Verwijder de
voedselresten en spoel de filters af onder stromend water
Stap 1: draai het filter linksom en neem het weg.
Stap 2: til het hoofdfilter op
Stap 3: til het fijne filter op
OPMERKING
voer stap 1 tot 3 uit om het filter te verwijderen; ga voor de installatie in de omgekeerde volgorde te
werk, dus van 3 tot 1.
ONDERHOUD EN REINIGING
2
3
1
1
2
3
Openen
114
Filtergroep
Voor betere prestaties en resultaten moet de filtergroep schoon zijn.
Het filter verwijdert voedseldeeltjes effectief uit het afwaswater, waardoor het water gerecycled kan
worden tijdens het afwasprogramma. Voor betere prestaties en resultaten moet het filter schoon zijn.
Daarom is het aanbevolen om de grote voedselresten in het filter na elk afwasprogramma te verwijderen
door het halfronde filter en de beker onder stromend water af te spoelen.
Trek de handgreep van de beker omhoog om de filtergroep te verwijderen. De hele filtergroep moet
eenmaal in de week worden gereinigd.
Gebruik voor de reiniging van het grove filter een borstel. Monteer de delen van het filter daarna weer
zoals in de afbeeldingen is weergegeven en plaats de hele groep in de afwasmachine door hem in de
opening te plaatsen en naar beneden te drukken.
De afwasmachine mag nooit zonder filter worden gebruikt. Een verkeerde montage van het filter kan de
prestaties van het apparaat verminderen en het servies en keukengerei beschadigen.
De afwasmachine mag nooit zonder filter worden gebruikt.
Een verkeerde vervanging van het filter kan de prestaties van het apparaat verminderen en het servies
en keukengerei beschadigen.
De sproeiarmen reinigen
De sproeiarmen moeten regelmatig worden
gereinigd om kalkaanslag door hard water te
verwijderen en verstopping van de sproeikoppen
en de steunen van de sproeiarmen te voorkomen.
Wij adviseren om een naald in de verstopte
sproeikoppen van de sproeiarmen te steken om
een goed wasresultaat te garanderen.
Verzorging van de afwasmachine
Het bedieningspaneel kan met een vochtige doek worden gereinigd. Maak het paneel goed droog na het
reinigen. Gebruik voor de buitenkant van de machine een goed poetsmiddel.
Gebruik nooit scherpe voorwerpen, schuursponsjes of agressieve schoonmaakmiddelen op enig onderdeel
van de afwasmachine.
Bescherming tegen bevriezing
Neem in de winter maatregelen om de afwasmachine tegen bevriezing te beschermen. Ga na elk
afwasprogramma als volgt te werk:
1. Sluit de elektrische stroom naar de afwasmachine af.
2. Sluit de watertoevoer af en maak de watertoevoerslang los van de waterkraan.
3. Laat het water uit de toevoerslang en uit de waterkraan lopen. (Gebruik een bak om het water op te
vangen)
4. Sluit de watertoevoerslang weer op de waterkraan aan.
5. Verwijder het filter op de bodem van de kuip en gebruik een spons om het water in het bakje op te
nemen.
De deur schoonmaken
Gebruik slechts een zachte, lauwe en vochtige doek om de rand
rondom de deur schoon te maken. “ Gebruik nooit sprayreinigers
om te voorkomen dat er water in de deurvergrendeling en de
elektrische onderdelen terechtkomt.
WAARSCHUWING:
Schroef de
115
Gebruik nooit een sprayreiniger om het deurpaneel te reinigen, omdat de deurvergrendeling en de
elektrische onderdelen hierdoor beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen schuurmiddelen of papieren doekjes, omdat deze krassen of vlekken op het
roestvrijstalen oppervlak kunnen achterlaten.
De afwasmachine in een goede staat behouden
Na elk afwasprogramma
Sluit de watertoevoer na elk afwasprogramma af en laat de deur een beetje openstaan, zodat vocht en
geurtjes niet in de afwasmachine blijven.
Trek de stekker uit het stopcontact
Haal de stekker altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt of er onderhoud aan pleegt.
Loop geen risico.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen om de buitenkant en de rubber delen van de
afwasmachine te reinigen. Gebruik alleen een doek met lauw sopje. Om vlekken van de binnenkant te
verwijderen gebruikt u een doek die u bevochtigd heeft met water en een beetje schoonmaakazijn, of
een speciaal reinigingsmiddel voor afwasmachines.
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt
Het is aanbevolen om een afwasprogramma met een lege machine te draaien. Haal daarna de stekker
uit het stopcontact, sluit de watertoevoer af en laat de deur van het apparaat een beetje openstaan.
Op deze manier gaan de deurafdichtingen langer mee en wordt de vorming van nare geurtjes in het
apparaat voorkomen.
Het apparaat verplaatsen
Probeer het apparaat in een verticale positie te houden als het moet worden verplaatst. Indien dit
absoluut noodzakelijk is, kan het apparaat op zijn rug worden gelegd.
Afdichtingen
Een van de oorzaken van nare luchtjes in de afwasmachine is voedsel dat in de afdichtingen achterblijft.
Om dit te voorkomen moeten ze regelmatig met een vochtige spons worden gereinigd.
WAARSCHUWING:
116
LET OP: Leidingen en elektrische onderdelen moeten door een professionele monteur worden
geïnstalleerd.
Gevaar voor elektrische schokken. Sluit de elektrische stroom af voordat u de afwasmachine installeert.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de dood of elektrische schokken tot gevolg
hebben
Voorbereiding van de installatie
De afwasmachine moet in de buurt van de toevoer- en afvoerleidingen en van de voedingskabel worden
geplaatst.
Kies een plaats naast de gootsteen om de aansluiting van de afvoerslangen van de afwasmachine te
vergemakkelijken.
OPMERKING:
controleer de bijgeleverde installatieaccessoires (haak voor houten sierpaneel, schroef)
Lees de installatie-instructies aandachtig.
Afbeeldingen van de afmetingen van de keukenkastjes en de installatieplaats van de afwasmachine. Voer
eerst alle voorbereidingen uit, voordat u de afwasmachine op de installatieplaats zet.
1. Kies een plaats in de buurt van de gootsteen om de installatie van de toevoer- en afvoerslangen te
vergemakkelijken (zie afbeelding 1).
2. Als de afwasmachine in de hoek van de keuken wordt geplaatst, moet er een ruimte overblijven (zoals
in afbeelding 2 is weergegeven) als de deur geopend is.
WAARSCHUWING:
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Afbeelding 1
Afmetingen van de kast
Minder dan 5 mm tussen de bovenkant van de afwasmachine en de kast en de buitenkant van de deur die
met de kast uitgelijnd is.
90 °
90 °
450 mm
820mm
100
580mm
80
Ingangen voor
elektrische kabels,
wateraanvoer
en -afvoerslangen
Ruimte tussen het
voetstuk van de kast
en de vloer
117
Afbeelding 2
Minimale ruimte als de deur geopend is.
Afwasmachine
Deur van de
afwasmachine
Kast
Minimale ruimte van
50 mm
Afmetingen en installatie houten sierpaneel
1. Het houten sierpaneel moet de afmetingen hebben zoals in afbeelding 3.
Afbeelding 3
Het houten sierpaneel moet de weergegeven afmetingen hebben.
3.5
15
444
1.5
390
179
175
19
38
52
418
Eenheid: mm
Diepte
van het gat 10
Diepte
van het gat 10
118
2. Monteer de haak op het houten sierpaneel en steek de haak daarna in de opening in de buitendeur van
de afwasmachine (zie afbeelding 4a). Bevestig het paneel na de plaatsing met schroeven en bouten
aan de buitendeur (zie afbeelding 4b).
Afbeelding 4a
Installatie van het houten
sierpaneel.
Afbeelding 4b
Installatie van het houten sierpaneel.
1. Verwijder de afdekking
2. Bevestig de schroef stevig
3. Breng de afdekking weer aan
Bovenste haak
Schroef met
platte kop 4
Onderste haak
Schroef 4x18
Houten sierpaneel
Buitenste deur
van de afwasmachine
Haak voor het houten sierpaneel
Afdekking
Afstandhouder voor het
houten sierpaneel
119
De spanning van de deurveer afstellen
De deurveren zijn in de fabriek ingesteld op de correcte spanning voor de deur. Als een houten sierpaneel
wordt geïnstalleerd, moet de spanning van de deurveer worden afgesteld. Draai de stelschroef zodanig dat
het stelmechanisme de stalen kabel strakker of losser maakt (zie afbeelding 5).
De spanning van de deurveer is correct als de deur in de volledig geopende stand horizontaal blijft staan,
maar met een lichte duw van een vinger omhoog komt naar de gesloten stand.
Afbeelding 5
De spanning van de deurveer afstellen.
losdraaien
De afvoerslangen aansluiten
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een diameter van minimaal 4 cm, of laat hem naar de gootsteen
lopen. Zorg ervoor dat hij niet verbogen of ingedrukt raakt. Gebruik de speciale kunststof steun die bij het
apparaat geleverd is (afbeelding 6). Het vrije uiteinde van de slang moet zich op een hoogte tussen 400 en
1.000 mm bevinden en mag niet in water ondergedompeld worden om terugstroming te voorkomen.
LET OP: de speciale kunststof slangsteun moet stevig aan de wand worden bevestigd, zodat de afvoerpijp
niet kan bewegen en er geen water buiten de afvoer gemorst kan worden.
Bevestig de haak voor de afvoerslang
in de buurt van het werkblad
Afvoerslang
Haak voor afvoerslang
Werkblad
Voorkant
Afbeelding 6
Aansluiten van de afvoerslang.
WAARSCHUWING. Hang de afvoerslang zoals A, B of C laat zien
120
De afwasmachine installeren
1. Monteer de deur van de kast aan de buitenkant van de deur van de afwasmachine met behulp van de
bijgeleverde beugels. Gebruik de sjabloon voor het plaatsen van de beugels.
2. Stel de spanning van de deurveren af met een inbussleutel; draai de sleutel rechtsom om de veren aan
de rechter- en linkerkant aan te halen. Als de spanning niet wordt afgesteld, kan de afwasmachine
beschadigd raken (afbeelding 2).
3. Sluit de toevoerslang op de koudwatertoevoer aan.
4. Sluit de afvoerslang aan. Zie het schema (afbeelding 6)
5. Sluit de voedingskabel aan.
6. Bevestig de condensstrip onder het werkblad van de keukenkastjes. Controleer of de condensstrip niet
uit het werkblad steekt.
7. Plaats de afwasmachine.
8. Zet de afwasmachine waterpas. De achterste pootjes kunnen vanaf de voorkant van de afwasmachine
worden afgesteld door aan de schroeven aan de linker- en rechterzijde van de kast te draaien
(afbeelding 5A). Gebruik voor het afstellen van de pootjes aan de voorkant een sleutel en draai aan de
voorste pootjes totdat de afwasmachine waterpas staat (afbeelding 5B).
9. De afwasmachine moet op zijn plaats worden vastgezet. Dit kan op twee manieren plaatsvinden:
A. Normaal werkblad - Bevestig de afwasmachine aan het werkblad met twee houtschroeven en
controleer of de afwasmachine het oppervlak niet raakt (afbeelding 6).
B. Marmeren of granieten werkblad - Bevestig de beugel aan het zijpaneel van de afwasmachine en
maak de afwasmachine vast aan de keukenkastjes. Breng de rubberen afdekking op de schroef aan
(afbeelding 7).
Afbeelding 7
Schroef
Conisch
tandwiel
Schroef
Rubberen
afdekking
Sierpaneel
Condensstrip
121
Voor een correcte werking van de korven en voor betere afwasresultaten moet de afwasmachine
waterpas worden gezet.
1. Leg een waterpas op de deur en op de rails van de korf in de kuip, zoals is weergegeven, om na te
gaan of de afwasmachine waterpas staat.
2. Zet de afwasmachine waterpas door de vier pootjes apart af te stellen.
3. Let er bij het waterpas zetten van de machine op, dat de afwasmachine niet voorover kantelt.
Afbeelding 8
Afbeelding van de afstelling van de pootjes.
OPMERKING: De maximale afstelhoogte van de pootjes is 60 mm.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Voor uw veiligheid:
GEBRUIK GEEN VERLENGSNOER OF EEN ADAPTERSTEKKER MET DIT APPARAAT.
VERWIJDER NOOIT DE AARDVERBINDING UIT DE STEKKER VAN DE VOEDINGSKABEL
EN SNIJD DEZE NIET DOOR.
Elektrische vereisten
Lees de waarde van de nominale spanning van het plaatje af en sluit de afwasmachine op een geschikte
netvoeding aan. Gebruik een zekering van 10 amp. Het gebruik van een zekering of een
vertragingsschakelaar is aanbevolen en gebruik een apart stroomcircuit waarop alleen dit apparaat is
aangesloten.
Voor gebruik van het apparaat moet worden gecontroleerd of er een correcte aardverbinding is
Elektrische aansluiting
Controleer of de spanningswaarden en frequenties overeenstemmen met de waarden op het plaatje.
Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact. Als het stopcontact waarop het apparaat moet worden
aangesloten niet geschikt is voor de stekker, vervang dan het stopcontact in plaats van adapters of
dergelijke apparaten te gebruiken, die oververhitting en brandwonden kunnen veroorzaken
Aardingsinstructies
Dit apparaat moet worden geaard. In het geval van een storing of defect, verkleint de aarding het risico op
een elektrische schok doordat elektrische stroom via een pad met een lagere weerstand kan worden
afgevoerd. Dit apparaat is voorzien van een kabel met een aardleiding en een geaarde stekker. De stekker
moet worden aangesloten op een geschikt stopcontact dat volgens de plaatselijke voorschriften is
geïnstalleerd en geaard.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
Waterpas
controleren
- van voor
naar achter
Waterpas controleren - van de ene
zijde naar de andere zijde
122
Een verkeerde aansluiting van de aardleiding kan elektrische schokken veroorzaken. Wend u tot een
gekwalificeerd elektricien of een monteur van de technische dienst wanneer u twijfels hebt over de
correcte aarding van het apparaat. Wijzig de bij het apparaat geleverde stekker niet; laat een geschikt
stopcontact door een gekwalificeerd elektricien installeren, als de stekker niet geschikt is voor het
stopcontact.
Draai de waterkraan na gebruik dicht om stilstaand water in de toevoerslang te voorkomen. (Voor de
modellen zonder veiligheidstoevoerslang).
Koudwateraansluiting
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met nieuwe
slangen, terwijl de oude slangen niet opnieuw gebruikt mogen worden.
De druk van het water moet tussen de 0,04 MPa en 1 MPa liggen. Neem
contact op met onze klantenservice als de druk onder het minimum daalt.
1. Trek de veiligheidstoevoerslangen volledig uit het vak aan de achterkant van
de afwasmachine.
2. Draai de schroeven van de veiligheidstoevoerslang aan de kraan met
schroefdraad ¾ aan.
3. Open de watertoevoer volledig voordat u de afwasmachine start.
Veiligheidstoevoerslang
De veiligheidstoevoerslang is dubbelwandig. Het veiligheidssysteem onderbreekt de waterstroom in geval
van een breuk van de toevoerleiding en wanneer de tussenruimte tussen de toevoerleiding en de externe
ribbelbuis zich met water vult.
Als een leiding die op een spuitsysteem in de gootsteen is aangesloten, op dezelfde waterleiding als de
afwasmachine wordt aangesloten, bestaat het gevaar dat de leiding springt. Als uw gootsteen een dergelijk
systeem heeft, dan is het aanbevolen om de leiding los te koppelen en de dop in het gat te plaatsen.
De veiligheidstoevoerslang loskoppelen
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verlaag de druk van het water door op de drukaflaatknop te drukken. Een lagere druk beschermt uzelf
en het hele vertrek tegen eventueel krachtig wegspuitend water.
3. Draai de veiligheidstoevoerslang los van de kraan.
Aansluiting op de koudwateraansluiting
Sluit de koudwaterleiding op een schroefdraadaansluiting van 3/4” aan en controleer of deze goed is
aangehaald.
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet is gebruikt, laat het water dan doorstromen om te kijken of
het helder en schoon is. Deze voorzorgsmaatregel is nodig om te voorkomen dat het water de toevoer
verstopt en het apparaat beschadigt.
Aansluiting op de warmwateraansluiting
De watertoevoer naar het apparaat kan worden aangesloten op een warmwaterleiding (cv-systeem,
verwarmingssysteem), mits de temperatuur van 60°C niet wordt overschreden. In dat geval zal de duur
van het afwasprogramma ongeveer 15 minuten korter zijn en is het afwasrendement iets minder.
De aansluiting op de warmwaterleiding moet op dezelfde wijze worden uitgevoerd als voor de
koudwaterleiding is beschreven.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
123
Het apparaat plaatsen
Zet het apparaat op de gewenste plaats. De achterkant moet tegen de achterwand staan en de zijkanten
moeten zich langs de kast of de wanden ernaast bevinden. De toevoer- en afvoerslangen van het water
kunnen rechts of links geplaatst worden om een correcte installatie te vergemakkelijken.
Overbodig water uit de leidingen laten stromen
Als de gootsteen zich op meer dan 1.000 mm van de vloer bevindt, kan het overbodige water niet direct
in de gootsteen worden afgevoerd. In dat geval moet het overbodige water uit de leidingen worden
afgevoerd in een schaal of een geschikte bak buiten de gootsteen en in een lager positie dan de gootsteen.
Waterafvoer
Sluit de afvoerslang van het water aan. De afvoerslang moet correct worden gemonteerd om te
voorkomen dat er water lekt.
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet geknikt of platgedrukt is.
Verlengslang
Als de afvoerslang een verlengstuk nodig heeft, gebruik dan een soortgelijke afvoerslang.
De slang mag niet langer dan 4 meter zijn; anders kunnen de reinigingsresultaten van de afwasmachine
achteruitgaan.
Sifonaansluiting
De afvoeraansluiting moet op een hoogte tussen 50 cm (minimaal) en 100 cm (maximaal) van de bodem
van de afwasmachine liggen. De waterafvoerslang moet met een slangklem worden bevestigd.
De afwasmachine starten
Controleer de volgende punten voordat u de afwasmachine start.
1. De afwasmachine staat waterpas en is goed bevestigd
2 De toevoerklep is geopend
3 Er zijn geen lekken bij de aansluiting van de leidingen
4 De elektrische kabels zijn goed aangesloten
5 De elektriciteit is ingeschakeld
6 De toevoer- en afvoerslangen zijn aangesloten
7 Alle verpakkingsmaterialen en stickers zijn uit de afwasmachine verwijderd
LET OP: bewaar deze handleiding na de installatie. De inhoud van deze handleiding is zeer
nuttig voor de gebruikers.
124
Voordat u contact opneemt met de klantenservice
Als u deze folder doorneemt, hoeft u mogelijk geen contact meer met de klantenservice op te nemen
Technische problemen
TIPS VOOR HET OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN
Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen
De afwasmachine start
niet
Zekering gesprongen, of
stroomonderbreker in werking
getreden
Vervang de zekering of reset de stroomonderbreker. Verwijder eventuele
andere apparaten die op hetzelfde voedingscircuit als de afwasmachine
zijn aangesloten
De netvoeding is niet ingeschakeld Controleer of de afwasmachine ingeschakeld is en of de deur goed
gesloten is.
Controleer of de voedingskabel in het wandstopcontact is gestoken
Foutcode: El; de waterdruk is te
laag
Controleer of de watertoevoer correct is aangesloten en of de
waterkraan open is gedraaid
De deur van de afwasmachine is
niet goed gesloten
Ga na of de deur correct sluit en vergrendel hem
Het water wordt niet
weggepompt uit de
machine
Knik in de afvoerslang Controleer de afvoerslang
Verstopt filter Controleer het filter (zie de paragraaf ‘Het filter reinigen’)
De gootsteen van de keuken is
verstopt
Controleer de gootsteen en zorg ervoor dat de afvoer vrij is. Als het
probleem is dat de gootsteenafvoer verstopt is, dan moet u een
loodgieter bellen in plaats van een servicemonteur voor afwasmachines.
Algemene problemen
Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen
Schuim in de kuip Ongeschikt afwasmiddel Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor afwasmachines. Open bij
grote schuimvorming de afwasmachine en laat het schuim verdampen.
Giet 4 liter koud water in de kuip. Sluit en vergrendel de afwasmachine en
start daarna het afwasprogramma ‘weken‘ om het water af te pompen.
Herhaal dit zo nodig.
Gemorst glansmiddel Gemorst glansmiddel moet altijd onmiddellijk met een doek worden
verwijderd.
Vlekken op de
binnenkant van de kuip
Er is afwasmiddel met kleurstoffen
gebruikt
Controleer of het afwasmiddel geen kleurstoffen bevat.
Witte aanslag op de
binnenkant
Mineralen uit hard water Gebruik een vochtige spons met een afwasmiddel voor afwasmachines en
draag rubberen handschoenen om de binnenkant te reinigen. Gebruik
nooit afwasmiddelen die niet voor afwasmachines bedoeld zijn vanwege
het gevaar voor schuimvorming.
Er zitten roestvlekken
op het bestek
Voorwerpen met vlekken zijn niet
corrosiebestendig.
Na het toevoegen van het zout is
er geen programma gestart. Er zijn
sporen van zout in het
afwasprogramma terechtgekomen.
Voer altijd het korte afwasprogramma uit, zonder serviesgoed in de
machine en zonder de Turbo-functie te selecteren (indien aanwezig) nadat
u zout in het reservoir hebt gedaan.
Het deksel van de waterontharder
is niet stevig gesloten
Controleer het deksel. Ga na of het goed vergrendeld is.
125
Geluid
Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen
Tikkend geluid in de
afwasmachine
Een sproeiarm stoot tegen een
voorwerp in de korf.
Onderbreek het programma, plaats de voorwerpen die de sproeiarm
hinderen opnieuw.
Kloppend geluid in de
waskuip
Serviesgoed ligt los in de
afwasmachine.
Stop het programma en plaats de vaat opnieuw.
Tikkend geluid in de
waterleidingen
Dit kan veroorzaakt worden door
de installatie ter plaatse of door de
dwarsdoorsnede van de leidingen.
Dit heeft geen negatieve invloed op de werking van de afwasmachine.
Neem bij twijfel contact op met een gekwalificeerd loodgieter.
Slechte afwasresultaten
Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen
Het serviesgoed wordt
niet schoon
Het serviesgoed is niet op de juiste
manier geplaatst.
Zie de opmerkingen in de paragraaf ‘De korven laden’.
Het programma is niet krachtig
genoeg.
Kies een intensiever programma.
Zie de ‘Tabel van de afwasprogramma’s’.
Er is niet genoeg afwasmiddel
afgegeven.
Gebruik meer afwasmiddel of verander van afwasmiddel.
De sproeiarmen worden door de
vaat geblokkeerd
Plaats de vaat opnieuw, zodat de armen vrij kunnen draaien.
De filtergroep op de bodem van de
waskuip is niet schoon en is niet
correct gemonteerd. Hierdoor
kunnen de sproeikoppen van de
sproeiarmen verstopt raken.
Reinig en/of monteer de filtergroep op correcte wijze. Reinig de
sproeikoppen van de sproeiarmen. Zie de paragraaf ‘De sproeiarmen
reinigen’.
Kringen op de glazen Combinatie van zacht water en te
veel afwasmiddel.
Gebruik minder afwasmiddel als het water zacht is en selecteer een
korter programma voor het glaswerk om ze schoon te krijgen.
Zwarte of grijze strepen
op het serviesgoed
Aluminium keukengerei is tegen het
serviesgoed gekomen.
Gebruik een mild schuurmiddel om de strepen te verwijderen.
Afwasmiddelresten in
het bakje
Het serviesgoed blokkeert het
afwasmiddelbakje.
Plaats het serviesgoed op de juiste manier in de machine.
126
Het serviesgoed is niet droog
Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen
Slechte droogresultaten Niet goed geladen Vul de afwasmachine zoals aangegeven in de handleiding.
Te weinig glansmiddel Voeg meer glansmiddel toe / vul het glansmiddeldoseerbakje bij.
Het serviesgoed is te snel uit de
machine gehaald
Haal uw serviesgoed niet onmiddellijk na het wassen uit de afwasmachine.
Open de deur iets om de damp naar buiten te laten komen. Begin de
afwasmachine pas uit te pakken als het serviesgoed niet meer warm
aanvoelt. Maak eerst de onderste korf leeg. Op deze manier voorkomt u
dat water van het serviesgoed in de bovenste korf afdruppelt.
Er is een verkeerd programma
geselecteerd
Bij het korte programma is de wastemperatuur lager. Dit verlaagt de
afwasresultaten. Kies een programma met een langere wasduur.
Gebruik van bestek met een
coating van lage kwaliteit
Dit type bestek droogt moeilijk. Dit type bestek is niet geschikt om in de
afwasmachine te worden gewassen.
Schakel de hoofdwatertoevoer uit wanneer de machine overloopt, voordat u zich tot de klantenservice
wendt.
Als er water in de kuip is doordat deze te veel gevuld is of door een kleine lekkage, dan moet het
water worden verwijderd voordat de afwasmachine opnieuw wordt gestart.
WAARSCHUWING:
127
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte 820 mm (verstelbaar + 60 mm)
Breedte 445 mm
Diepte 540 mm
Voltage bij belasting Zie het gegevensplaatje
Waterdruk 0,04-1,0 MPa
Warmwateraansluiting Max. 60°C
Elektrische voeding Zie het gegevensplaatje
Laadcapaciteit 9 couverts

Documenttranscriptie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Controleer of het afwasmiddelbakje aan het einde van het afwasprogramma leeg is. • Zet geen plastic voorwerpen in de afwasmachine die niet als vaatwasserbestendig zijn gemarkeerd. Volg voor plastic voorwerpen zonder het speciale symbool de aanbevelingen van de fabrikant. • Gebruik alleen afwasmiddelen en additieven die geschikt zijn voor vaatwasautomaten. • Gebruik geen zeep, wasmiddelen of handafwasmiddelen in de afwasmachine. Bewaar deze producten buiten bereik van kinderen. • Bewaar de afwasmiddelen en additieven buiten bereik van kinderen en laat kinderen niet in de buurt van de open deur van de afwasmachine komen, omdat er afwasmiddelresten in het apparaat aanwezig kunnen zijn. • Dit apparaat is niet bedoeld om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of zonder ervaring en kennis van het apparaat, mits ze goed geïnstrueerd zijn of tijdens het gebruik van het apparaat onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat kunnen spelen. • Afwasmiddelen zijn sterk basisch en kunnen bij inslikken zeer gevaarlijk zijn. Vermijd het contact met huid en ogen, en houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine wanneer de deur geopend is. • Laat de deur niet openstaan, u zou erover kunnen struikelen. • Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de fabrikant, een erkend servicecentrum of een gekwalificeerd monteur om gevaarlijke situaties te voorkomen. • Verwijder de deur van de spoelruimte, indien u een oude afwasmachine sloopt of deze niet langer meer gebruikt. • Voer het verpakkingsmateriaal volgens de geldende voorschriften af. • Gebruik de afwasmachine alleen voor het bedoelde gebruik. • Zorg er tijdens de installatie voor dat de voedingskabel niet te veel of op gevaarlijke wijze geknikt of geplet wordt. Knoei niet met de bedieningen. • Het apparaat moet met nieuwe leidingen op de waterleiding worden aangesloten zonder eerdere, oude leidingen opnieuw te gebruiken. • De afwasmachine heeft een maximale belading van 9 couverts. • De maximale toevoerdruk van het water is 1 Mpa. • De minimale toevoerdruk van het water is 0,04 Mpa. LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR GEBRUIK AANDACHTIG DOOR WAARSCHUWING: Volg onderstaande voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de afwasmachine: AARDINGSINSTRUCTIES • Dit apparaat moet geaard worden. In het geval van een storing of defect verkleint de aarding het risico op een elektrische schok doordat elektrische stroom via een pad met de laagste weerstand kan worden afgevoerd. Dit apparaat is voorzien van een kabel met een aarddraad en een geaarde stekker. • De voedingsstekker moet in een geschikt stopcontact worden gestoken dat volgens alle plaatselijke wetten en voorschriften is geïnstalleerd en geaard. WAARSCHUWING: Een onjuiste aansluiting van de aarddraad van het apparaat kan risico’s op een elektrische schok met zich meebrengen. • Laat het apparaat bij twijfel over de aarding door een gekwalificeerd elektricien of een onderhoudsmonteur nakijken. Als de bij het apparaat geleverde stekker niet geschikt is voor het stopcontact, mag de stekker niet worden gewijzigd. Laat een geschikt stopcontact monteren door een gekwalificeerd elektricien. WAARSCHUWING: CORRECT GEBRUIK • Ga niet op de deur of het serviesrek van de afwasmachine zitten of leunen en gebruik deze niet op een oneigenlijke manier. • Zet de afwasmachine pas aan als alle afsluitingspanelen goed op hun plaats zitten. Open de deur voorzichtig tijdens de werking van de afwasmachine, omdat er water naar buiten kan komen. • Zet geen zware voorwerpen op de geopende deur en leun er niet op. Het apparaat kan voorover kantelen. • Bij het laden van het vaatwerk: 1) Plaats scherpe voorwerpen zodanig dat ze de deurafdichting niet kunnen beschadigen; 2) Waarschuwing: messen en ander puntig of scherp keukengerei moeten in de korf worden geplaatst met de punt of het lemmet naar beneden of horizontaal worden gelegd. • Zorg ervoor dat plastic voorwerpen tijdens de werking van de afwasmachine niet in aanraking komen met het verwarmingselement. (Deze aanwijzing is alleen van toepassing op apparaten met een zichtbaar verwarmingselement.) LEES DE VOLGENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN AANDACHTIG EN VOLG ZE OP BEWAAR DEZE INSTRUCTIES 97 MILIEUTIPS DELL’AMBIENTE • Dit apparaat bestaat uit recyclebaar of herbruikbaar materiaal. De verwerking ervan moet volgens de plaatselijk geldende voorschriften worden uitgevoerd. Knip de kabel vóór de verwijdering door zodat het apparaat niet opnieuw kan worden gebruikt. • Voor meer informatie over de verplaatsing en de recycling van dit product, dient u zich te wenden tot de plaatselijke instanties die verantwoordelijk zijn voor de gescheiden afvalinzameling of tot het verkooppunt waar het apparaat is aangeschaft. HET VERPAKKINGSMATERIAAL VERWIJDEREN • De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het symbool wordt aangegeven. De verschillende delen van de verpakking mogen niet in het milieu worden achtergelaten en moeten volgens de plaatselijk geldende voorschriften worden verwerkt. HET APPARAAT AFDANKEN • Dit apparaat is gemarkeerd volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). • Door dit product op de juiste wijze als afval te verwerken, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. • Het symbool op het product of op de bijbehorende documenten geeft aan dat het apparaat niet moet worden behandeld als huisvuil, maar moet worden afgeleverd bij een geschikt inzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. AFVALVERWERKING Voer het verpakkingsmateriaal van de afwasmachine op correcte wijze af. Al het verpakkingsmateriaal is recyclebaar. De plastic delen zijn gemarkeerd met de standaard internationale afkortingen: • PE voor polyethyleen, bijvoorbeeld voor de wikkelfolie • PS voor polystyreen, bijvoorbeeld voor het vulmateriaal • POM voor polyoxymethyleen, bijvoorbeeld voor de plastic blokkeringen • PP voor polypropyleen, bijvoorbeeld voor het zoutreservoir • ABS voor acrylonitril-butadieen-styreen, bijvoorbeeld voor het bedieningspaneel. WAARSCHUWING: • Verpakkingsmaterialen kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen! • Wend u voor het verwijderen van de verpakking en van het apparaat tot een afvalinzamelcentrum. Knip de voedingskabel door en maak de deursluiting onbruikbaar. • De kartonnen verpakking bestaat uit gerecycled papier en moet bij afvalinzamelcentra worden verwerkt. • Door dit product correct te verwerken, helpt u mogelijke schade aan het milieu en de gezondheid als gevolg van een verkeerde verwerking te voorkomen. • Wend u voor meer informatie over de recycling van dit product tot uw gemeente of tot de plaatselijke afhaalophaaldienst. AFDANKEN: dit product niet als algemeen afval afvoeren. Dit soort afval vereist een gescheiden inzameling en een speciale behandeling. 98 GEBRUIKSAANWIJZING BELANGRIJK! Lees de gebruiksaanwijzing alvorens het apparaat voor de eerste keer in gebruik te nemen voor de beste prestaties van de afwasmachine. Bedieningspaneel 1 2 4 6 895 9 34 7 2 3 1 Programmalampje: wanneer het afwasprogramma wordt geselecteerd, gaat het bijbehorende lampje branden. 2 Programmatoetsen: druk op de desbetreffende toets om het afwasprogramma te selecteren. 3 Controlelampjes zout en glansmiddel: deze lampjes gaan aan wanneer de waterontharder of het glansmiddeldoseerbakje moet worden gevuld. 4 Controlelampjes uitgestelde start: geven de uitgestelde start van 3, 6 of 9 uur aan. 5 7 6 8 5 Toets uitgestelde start: druk op deze toets om het aantal uitgestelde uren voor de start van het afwasprogramma in te stellen. De start van het afwasprogramma kan met 3, 6 of 9 uur worden uitgesteld. 6 Controlelampje 3-in-1/Functietoets 3-in-1: om de 3-in- 1-functie te selecteren en weer te geven. 7 Aan-uitlampje: dit lampje gaat branden als op de ON/OFF-toets wordt gedrukt. 8 ON/OFF-toets: om de afwasmachine in of uit te schakelen. Onderdelen van de afwasmachine Achteraanzicht Vooraanzicht 7 1 2 8 3 4 9 5 11 12 10 6 on O ff 1 2 3 4 5 Bovenste korf Sproeiarmen Onderste korf Zoutreservoir Hoofdfilter 6 7 8 9 10 Afwasmiddelbakje Kopjesrek Bestekkorf Grof filter Glansmiddeldoseerbakje 99 11 Aansluiting afvoerslang 12 Aansluiting toevoerslang VOOR HET EERSTE GEBRUIK VAN DE AFWASMACHINE Voordat u de afwasmachine voor het eerst gebruikt: A. De waterontharder instellen B. ½ liter water in het zoutreservoir gieten en daarna met zout voor afwasmachines vullen C. Het glansmiddeldoseerbakje vullen D. Het afwasmiddelbakje vullen A. Waterontharder De waterontharder moet met de hand worden ingesteld met behulp van de waterhardheidsindicator. De waterontharder is ontwikkeld om het water te ontdoen van mineralen en zouten die de werking van het apparaat in gevaar zouden brengen. Hoe meer van deze mineralen en zouten in het water, hoe harder het water. De waterontharder moet worden ingesteld op basis van de waterhardheid van de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Om de waterhardheid in uw woonplaats te achterhalen, kunt u zich tot het waterleidingbedrijf wenden. Het zoutverbruik instellen De afwasmachine is ontwikkeld om het zoutverbruik te regelen op basis van de waterhardheid. Op deze manier wordt het zoutverbruik geoptimaliseerd en aangepast. Ga als volgt te werk om het zoutverbruik in te stellen. 1. Draai de dop van het zoutreservoir los. 2. Het reservoir is voorzien van een ring met een pijl (zie de afbeelding hiernaast). Draai de ring zo nodig linksom van het minteken ‘-’ naar het plusteken ‘+’ afhankelijk van de waterhardheid. Het is aanbevolen om de instelling volgens het onderstaande schema uit te voeren: HARDHEIDSGRAAD °dH °fH °Clarke mmol/l Stand van de keuzeknop 0~8 0~14 0~10 0~1,4 / Autonomie Zoutverbruik (gram / (afwasprogramma’s / afwasprogramma) 1 kg) 0 / 8~22 14~39 10~28 1,4~3,9 – 20 50 22~45 39~80 28~56 3,9~8 Midden 40 25 45~60 80~107 56~75 8~11 + 60 16 Opmerking 1 °dH = 1,25 °Clarke = 1,78 °fH = 0,178 mmol/l °dH = Duitse graden °fH = Franse graden °Clarke = Engelse graden Opmerking 2 / = Er hoeft geen zout te worden bijgevuld – = Instelling naar het minteken ‘-’ + = Instelling naar het plusteken ‘+’ Midden = Instelling tussen het minteken ‘-’ en het plusteken ‘+’ Neem contact op met het waterleidingbedrijf om de waterhardheid van het waterleidingnet te achterhalen. Opmerking: als uw model afwasmachine niet met een waterontharder is uitgerust, kunt u deze paragraaf overslaan. Waterontharder De waterhardheid varieert van plaats tot plaats. Hard water veroorzaakt aanslag op het serviesgoed en het keukengerei. Het apparaat is voorzien van een speciale waterontharder die zout gebruikt dat speciaal ontwikkeld is om kalk en mineralen uit het water te halen. 100 B. De waterontharder met zout vullen Gebruik altijd zout voor afwasmachines. Het zoutreservoir bevindt zich onder de onderste korf en moet worden gevuld zoals hieronder wordt beschreven. Let op! • Gebruik alleen zout voor afwasmachines! Alle andere soorten zout die niet specifiek voor afwasmachines zijn, met name tafelzout, beschadigen de waterontharder. De producent geeft geen enkele garantie voor eventuele schade die veroorzaakt is door het gebruik van ongeschikt zout. • Vul de waterontharder pas met zout net voordat u één van de complete afwasprogramma’s start. Op deze manier voorkomt u dat eventuele zoutkorrels of overgelopen zout water gedurende een bepaalde tijd op de bodem van de machine blijven liggen en deze aantasten. Open 1 2 A. Verwijder de onderste korf, draai daarna de dop van het zoutreservoir los en verwijder hem. (1) B. Giet vóór de eerste afwascyclus een liter water in het zoutreservoir. C. Plaats het uiteinde van de (bijgeleverde) trechter in het gat en giet er ongeveer 1 kg zout in. Het is normaal dat er een kleine hoeveelheid water uit het reservoir naar buiten komt. (2). D. Draai de dop stevig linksom dicht nadat het reservoir gevuld is. E. Over het algemeen gaat het controlelampje van het zout 2-6 dagen na het vullen van het reservoir uit. F. Meteen na het vullen van het zoutreservoir moet een afwasprogramma worden gestart (het wordt aanbevolen om een voorspoelprogramma of een kort programma te gebruiken). Anders kunnen het filtersysteem, de pomp of andere belangrijke onderdelen van de machine door het zoute water worden beschadigd. Dit type schade wordt niet door de garantie gedekt. Opmerking: 1. Het zoutreservoir moet pas weer worden bijgevuld wanneer het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden. Als het zout niet goed oplost, blijft het controlelampje van het zout mogelijk ook branden nadat het reservoir gevuld is. Als het bedieningspaneel niet is uitgerust met een controlelampje (bij sommige modellen), dan kunt u bepalen wanneer de waterontharder met zout moet worden bijgevuld op basis van het aantal door de afwasmachine uitgevoerde afwasprogramma’s. 2. Als er zout naar buiten komt, start dan een voorspoelprogramma of een kort programma om het overmatige zout te verwijderen. 101 C. Het glansmiddeldoseerbakje vullen Glansmiddeldoseerbakje Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase afgegeven om de afzetting van waterdruppels op de vaat te voorkomen, omdat deze vlekken en strepen achterlaten. De vaat droogt ook beter, omdat het water van de vaat afglijdt. De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibare glansmiddelen. Het glansmiddeldoseerbakje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur, naast het afwasmiddelbakje. Om het bakje te vullen, opent u de dop en giet u er het glansmiddel in totdat het kijkglas volledig zwart is geworden. Het glansmiddeldoseerbakje heeft een inhoud van ongeveer 140 mi. Functie van het glansmiddel Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase automatisch toegevoegd, zodat de vaat goed nagespoeld wordt en zonder vlekken en strepen opdroogt. Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijvoorbeeld afwasmiddel voor afwasmachines, vloeibaar afwasmiddel), omdat deze het apparaat beschadigen. Wanneer moet het glansmiddeldoseerbakje worden gevuld Als het bedieningspaneel niet met een controlelampje voor het glansmiddel is uitgerust, dan kan het glansmiddelniveau worden beoordeeld op basis van de kleur van het kijkglas C naast de dop. Wanneer het glansmiddeldoseerbakje vol is, is het volledige kijkglas donker gekleurd. Als het glansmiddelniveau daalt, neemt de afmeting van de donkere punt af. Laat het glansmiddelniveau nooit onder ¼ deel van de inhoud van het bakje dalen. Als het glansmiddelniveau daalt, neemt de afmeting van de donkere punt op het kijkglas van het glansmiddel af, zoals hieronder te zien is. C (Kijkglas van het glansmiddel) Vol Voor 3/4 deel vol Voor de 1/2 vol 6 Voor 1/4 deel vol - Het bakje moet opnieuw gevuld worden om de vlekken te verwijderen Leeg 102 Glansmiddeldoseerbakje 1. Draai de dop in de richting van de pijl ‘open’ (linksom) en neem hem weg om het doseerbakje te openen. 1 2. Giet het glansmiddel in het doseerbakje en giet het niet te vol. 3. Breng de dop weer uitgelijnd met de pijl ‘open’ aan en draai hem naar de pijl ‘dicht’ (rechtsom). Het glansmiddel wordt in de laatste spoelfase afgegeven om de afzetting van waterdruppels op de vaat te voorkomen, omdat deze vlekken en strepen achterlaten. De vaat droogt ook beter, omdat het water van de vaat afglijdt. De afwasmachine is ontworpen voor gebruik van vloeibare glansmiddelen. Het glansmiddeldoseerbakje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur, naast het afwasmiddelbakje. Om het bakje te vullen, opent u de dop en giet u er het glansmiddel in totdat het kijkglas volledig zwart is geworden. Het glansmiddeldoseerbakje heeft een inhoud van ongeveer 140 mi. Let erop het doseerbakje niet te vol te gieten, omdat het kan overlopen. Verwijder eventueel geknoeid glansmiddel met een vochtige doek. Vergeet niet de dop weer aan te brengen, voordat u de deur van de afwasmachine sluit. 2 3 Let op! Verwijder het eventuele tijdens het vullen geknoeide glansmiddel met een absorberende doek om een te grote schuimvorming tijdens het volgende afwasprogramma te voorkomen. Het glansmiddeldoseerbakje instellen Het glansmiddeldoseerbakje heeft zes of vier instellingen. Begin altijd met het doseerbakje ingesteld op ‘4’. Als de vaat niet goed droogt en vlekken vertoont, moet de hoeveelheid afgegeven glansmiddel worden verhoogd door de dop te verwijderen en de keuzeknop op ‘5’ te draaien. Als de vaat nog niet goed droog is of vlekken vertoont, moet de keuzeknop op het volgende hogere nummer worden gezet, totdat de vaat geen vlekken meer vertoont. Het is aanbevolen om de keuzeknop op ‘4’ te zetten. (de fabrieksinstelling is ‘4’) Stelhendeltje (glansmiddel) OPMERKING Verhoog de dosis als er na het afwasprogramma druppels of kalkafzettingen op de vaat aanwezig zijn. Verlaag de dosis als er witte, plakkerige vlekken op de vaat of een blauwachtige laag op de glazen en het glaswerk of op de lemmeten van de messen te zien is. 103 D. Functie van het afwasmiddel Afwasmiddelen met chemische bestanddelen zijn noodzakelijk om het vuil te verwijderen, fijn te maken en uit de afwasmachine af te voeren. De meeste in de handel verkrijgbare kwaliteitsafwasmiddelen zijn geschikt voor dit doel. Geconcentreerd afwasmiddel Afhankelijk van hun chemische samenstelling kunnen afwasmiddelen voor afwasmachines onderverdeeld worden in twee basistypen: • conventionele, basische afwasmiddelen met bijtende stoffen • afwasmiddelen met een laag alkalinegehalte met natuurlijke enzymen Het gebruik van normale afwasprogramma’s in combinatie met geconcentreerde afwasmiddelen vermindert vervuiling en is goed voor uw serviesgoed; deze afwasprogramma’s zijn specifiek afgestemd op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen van het geconcentreerde afwasmiddel. Daarom verkrijgt u met normale afwasprogramma’s waarbij geconcentreerd afwasmiddel gebruikt wordt, dezelfde resultaten als bij het gebruik van intensieve programma’s. Afwastabletten Afwastabletten van verschillende merken lossen met verschillende snelheden op. Daarom kan het gebeuren dat bij korte programma’s sommige tabletten niet goed oplossen en hun volledige reinigende kracht niet kunnen ontwikkelen. Gebruik dus lange programma’s bij het gebruik van tabletten om er zeker van te zijn dat alle afwasmiddelenresten worden verwijderd. Afwasmiddelbakje Het afwasmiddelbakje moet voor de start van elk afwasprogramma worden gevuld volgens de instructies in de tabel met afwasprogramma’s. Dit apparaat gebruikt minder afwasmiddel en glansmiddel dan een conventionele afwasmachine. Over het algemeen is een eetlepel afwasmiddel voldoende voor een normale lading. Voor sterker vervuild serviesgoed heeft u meer afwasmiddel nodig. Voeg het afwasmiddel toe vlak voor u de afwasmachine start, anders kan het vochtig worden en niet goed oplossen. Te gebruiken hoeveelheid afwasmiddel Druk op de blokkering om het bakje te openen 104 OPMERKING: • Als het deksel dicht is: druk op de ontgrendelknop. • Het deksel gaat open. Voeg het afwasmiddel altijd toe vlak voordat u een afwasprogramma start. • Gebruik alleen glansmiddelen voor afwasmachines van een goed merk. WAARSCHUWING: Afwasmiddel voor afwasmachines is corrosief! Bewaar het buiten bereik van kinderen. Correct gebruik van het afwasmiddel Gebruik alleen een afwasmiddel voor afwasmachines. Bewaar het afwasmiddel op een koele en droge plaats. Doe geen poederwasmiddel in het bakje, zolang u niet klaar bent om de vaat te wassen. Het afwasmiddelbakje vullen Vul het bakje met afwasmiddel. De markering geeft de doseringsniveaus aan, zoals aan de rechterkant is afgebeeld: A. Het niveau voor afwasmiddel voor een hoofdwasprogramma, ‘MIN’ komt overeen met ongeveer 20 g afwasmiddel. B. Het niveau voor afwasmiddel voor een voorspoelprogramma komt overeen met ongeveer 5 g afwasmiddel. 6 Houd u aan de aanbevelingen van de fabrikant m.b.t. dosering en het bewaren, zoals vermeld op de verpakking. Sluit het deksel en druk hem aan tot hij vastklikt. Bij een zeer vuile vaat moet een extra dosis afwasmiddel aan het bakje voor het voorspoelprogramma worden toegevoegd. Dit afwasmiddel wordt gebruikt tijdens de voorspoelfase. OPMERKING: • Zie de laatste pagina voor informatie over de hoeveelheid te gebruiken afwasmiddel voor elk afzonderlijk programma. • Denk er wel aan dat afhankelijk van de vervuilingsgraad van de vaat en de waterhardheidsgraad er verschillen mogelijk zijn. • Houd u aan de aanbevelingen van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel. Afwasmiddelen Er zijn 3 soorten afwasmiddelen 1. Met fosfaten en chloor 2. Met fosfaten en zonder chloor 3. Zonder fosfaten en zonder chloor Gewoonlijk zijn de nieuwe poederafwasmiddelen zonder fosfaten. Ze verzachten het water dus niet zoals de fosfaten dat doen. In dit geval adviseren wij om het reservoir met zout te vullen, ook als de waterhardheid slechts 6 dH is. Als afwasmiddelen zonder fosfaten worden gebruikt bij hard water, dan verschijnen er vaak witte vlekken op borden en glazen. Voeg in dit geval meer afwasmiddel toe om betere resultaten te krijgen. Afwasmiddelen zonder chloor bleken maar weinig. Hardnekkige en gekleurde vlekken worden niet volledig verwijderd. Kies in dit geval een afwasprogramma met een hogere temperatuur. Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen. Voeg altijd afwasmiddel toe voordat u de afwasmachine start. 105 Gebruik van de 3-in-1-functie De afwasmachine heeft een 3-in-1-functie waarbij geen zout en glansmiddel nodig is, maar alleen een 3-in1-tablet. Deze afwasmachine wordt geleverd met een houder voor 3-in-1-tabletten als accessoire. OPMERKING: de 3-in-1-tablet mag alleen gebruikt worden met de 3-in-1-functie (met het programma Intensief/Normaal/Eco). Als u de 3-in-1-tablet met andere programma’s gebruikt, levert het apparaat geen optimale prestaties. 1. De onderstaande afbeelding toont hoe de houder van de 3-in-1-tabletten aan de bovenste korf moet worden gehangen. 2. Draai de bovenste sproeiarm en verander de plaats van de houder zo nodig om ervoor te zorgen dat de bovenste sproeiarm niet wordt gehinderd door de houder van de 3-in-1-tabletten. Zie de onderstaande afbeelding. 3. Doe de 3-in-1-tabletten in de houder en start het 3-in-1programma. OPMERKING: Wanneer u 3-in-1-/compacte afwasmiddelen gebruikt, dient u erop te letten dat ze geschikte afmetingen hebben voor de houder, zodat ze gemakkelijk kunnen worden geplaatst en de houder niet kapot maken. 106 DE KORVEN LADEN Volg onderstaande aanwijzingen voor de beste prestaties van uw afwasmachine. De korven en bestekkorven kunnen verschillen, afhankelijk van het model. Aandachtspunten voor of na het inladen van de afwasmachine Schraap de grootste etensresten weg. Laat resten aangebrand voedsel in pannen week worden. Het is niet nodig om de borden onder stromend water af te spoelen. Plaats het serviesgoed als volgt in de afwasmachine: 1. Voorwerpen zoals kopjes, glazen, potten en pannen, enz. moeten ondersteboven worden geplaatst. 2. Gebogen voorwerpen, of voorwerpen met uitsparingen moeten schuin worden gezet zodat het water eraf kan lopen. 3. Alle keukengerei moet stevig worden geplaatst, zodat het niet kan kantelen. 4. Alle keukengerei moet zodanig worden geplaatst dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien tijdens het afwasprogramma. Zeer kleine voorwerpen mogen niet in de afwasmachine worden gewassen, omdat ze gemakkelijk uit de korven kunnen vallen. Schaaltje (M) De bovenste korf laden De bovenste korf is ontworpen voor het meer delicate en lichte serviesgoed zoals glazen, koffieen theekopjes en schotels en borden, schaaltjes en ondiepe pannen (mits deze niet te vuil zijn). Zet de borden en pannen zodanig dat ze niet door de waterstraal kunnen worden verplaatst. Slabak (L) Kopjes De bovenste korf afstellen De hoogte van de bovenste korf kan worden Soeplepel afgesteld om meer ruimte in de bovenste/onderste korf te creëren voor groot keukengerei. De hoogte Glazen Dessertbordje Schoteltjes van de bovenste korf kan worden afgesteld door de Voorkant wielen op verschillende hoogtes op de rails te zetten. Lange voorwerpen, serveerbestek, saladebestek en messen moeten op de steunen worden geplaatst, zodat ze de rotatie van de sproeiarmen niet kunnen hinderen. De steun kan naar achteren worden gekanteld of worden verwijderd, als hij niet gebruikt wordt. Steu n Bovenste wielen Onderste wielen 107 De onderste korf laden We adviseren om de moeilijkst te reinigen grote voorwerpen in de onderste korf te plaatsen: potten, pannen, deksels, serveerschalen en kommen, zoals in de afbeelding rechts is weergegeven. U kunt serveerschalen en deksels het beste aan de zijkant van de korven plaatsen om te voorkomen dat ze de rotatie van de bovenste sproeiarm blokkeren. Pannen, serveerschalen, enz. moeten altijd ondersteboven worden geplaatst. Diepe pannen moeten schuin worden geplaatst, zodat het water eraf kan lopen. De onderste korf heeft kantelbare rekken om grotere of meer potten en pannen in de machine te kunnen laden. 1. Bestekkorf 2. Dessertbordjes 3. Soepborden 4. Dinerborden 5. Ovale schaal 6. Schoteltje 108 Bestekkorf Het bestek moet in de speciale korf worden geplaatst met de handgrepen naar beneden. Als de bestekkorf zijmandjes heeft, moeten de lepels apart in de speciale openingen worden geplaatst, lang keukengerei moet horizontaal in de voorkant van de bovenste korf worden geplaatst, zoals in de afbeelding is weergegeven 1 Theelepels 2. Dessertlepels 3. Soeplepels 3 5 5 3 1 5 5 1 3 5 5 3 5. Messen 3 5 5 3 1 5 6 1 6. Serveervorken 3 2 1 3 3 2 4 4 1 2 4 4 2 2 4 4  2 2 1 4 PLAATSINGSSCHEMA 1 2 1 4 7 2 7 4 4. Vorken 7. Serveerlepels 1 2 3 4 5 6 7 WAARSCHUWING: • Zorg ervoor dat er geen voorwerpen uit de onderkant van de korf steken. Messen en ander keukengerei met scherpe punten moeten in de korf met de punten of de lemmeten naar beneden worden geplaatst, of horizontaal worden neergelegd. • Plaats scherp keukengerei altijd met de scherp punt naar beneden! Het volgende vaatwerk/bestek: Is niet geschikt voor de afwasmachine • Bestek met houten, benen, porseleinen of parelmoeren handgrepen • Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn • Antiek bestek met gelijmde delen die niet bestand zijn tegen hoge temperaturen • Gelijmd bestek of gelijmde borden • Tinnen of koperen voorwerpen • Glaswerk van kristal • Voorwerpen van roestvrij staal Houten schalen Voorwerpen die gemaakt zijn van synthetische vezels Is in beperkte mate geschikt voor de afwasmachine • Sommige soorten glazen kunnen dof worden na een groot aantal afwasbeurten • Zilveren en aluminium kunnen verkleuren tijdens het afwassen • Geglazuurde patronen kunnen vervagen als ze vaak in de afwasmachine worden gewassen OPMERKING: Plaats geen voorwerpen in de afwasmachine die verontreinigd zijn met sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Controleer bij de aankoop van nieuw servies of het geschikt is voor de afwasmachine. OPMERKING: Laad de afwasmachine niet te vol. De machine kan 9 standaardcouverts bevatten. Gebruik geen servies dat niet geschikt is voor de afwasmachine. Dit is belangrijk voor goede resultaten en voor een redelijk energieverbruik. Het bestek en het serviesgoed laden Voordat u het serviesgoed in de afwasmachine zet, moet u: Grote voedselresten verwijderen Resten aangebrand voedsel in pannen week laten worden Let bij het inladen van serviesgoed en bestek op het volgende: Serviesgoed en bestek mogen de rotatie van de sproeiarmen niet hinderen Laad holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar beneden, zodat het water eruit kan lopen 109 Serviesgoed en bestek mogen niet in elkaar worden geplaatst en mogen elkaar niet bedekken • Om schade te voorkomen mogen de glazen elkaar niet raken • Laad grote, moeilijk te reinigen voorwerpen in de onderste korf • De bovenste korf is ontworpen voor het meer delicate en lichte serviesgoed zoals glazen, koffie- en theekopjes. Let op! Messen met een lang lemmet die in een verticale positie zijn geplaatst vormen een mogelijk gevaar! Lang en/of puntig bestek, zoals vleesmessen, moet horizontaal worden geplaatst de bovenste korf. Aanbevolen oplossing: • Gebruik glazen of porseleinen servies die door de fabrikant gemarkeerd zijn als afwasbaar in de afwasmachine. • Gebruik een mild afwasmiddel dat geschikt is voor elk type servies. Vraag zo nodig om meer informatie bij de fabrikant van het afwasmiddel. • Selecteer een programma met een zo laag mogelijke temperatuur. • Verwijder de glazen en het bestek zo snel mogelijk na het einde van het afwasprogramma uit de afwasmachine om schade te voorkomen. Schade aan glazen en borden Mogelijke oorzaken: • Glassoort of productieproces. Chemische samenstelling van het afwasmiddel. • Watertemperatuur en programmaduur. 110 EEN AFWASPROGRAMMA STARTEN Tabel van de afwasprogramma’s OPMERKING •  Betekenis: er moet glansmiddel worden bijgevuld. • * En50242: dit programma is de testcyclus, het is aanbevolen om het glansmiddeldoseerbakje in de stand 6 te zetten. Informatie voor de programmakeuze Beschrijving van het programma Afwasmiddel voor voorspoelen/ hoofdwas Duur (min) Energie (kWh) Voor de zwaarst bevuilde vaat zoals potten, pannen en borden met opgedroogde voedselresten. Voorspoelen (50°C) Voorspoelen Afwassen (65°C) Naspoelen Naspoelen (55°C) Drogen 5/22g 120 1.13 16.0  Voor normaal bevuilde vaat, zoals borden, glazen en licht bevuilde pannen. Standaard dagelijks programma. Voorspoelen Afwassen (55°C) Naspoelen (65°C) Drogen 5/22 g 155 1.09 13.0  Voorspoelen Afwassen (50°C) Naspoelen (60°C) Drogen 5/22 g 175 0.77 10.5 Eco Voor licht bevuilde vaat, zoals borden, glazen, schalen en licht bevuilde pannen.  Hoofdprogramma (40°C) Naspoelen (40°C) 15 g 30 0.5 9.0 Kort Een korter afwasprogramma voor licht bevuilde vaat die niet gedroogd hoeft te worden. Voor licht bevuilde vaat, zoals glazen, glaswerk van kristal en porselein. Voorspoelen Afwassen (40°C) Naspoelen (60°C) 15 g 95 0.71 13.0 Om serviesgoed voor te spoelen dat u later die dag wilt afwassen Voorspoelen 8 0.01 3.0 Programma Intensief Dagelijks *EN 50242 Delicaat Voorspoelen Water Naspoelen (l) Voor de zwaarst bevuilde vaat zoals potten, pannen en borden met opgedroogde voedselresten. Voorspoelen (50°C) Afwassen (65°C) Naspoelen Naspoelen (55°C) Drogen 3-in-1 120 1.13 16.0 Dagelijks + 3-in-1 Voor normaal bevuilde vaat, zoals borden, glazen en licht bevuilde pannen. Standaard dagelijks programma. Voorspoelen Afwassen (55°C) Naspoelen (65°C) Drogen 3-in-1 150 1.08 13.5 + Eco + 3-in-1 Voor borden, glazen, slabakken en licht bevuilde pannen. Afwassen (50°C) Naspoelen (65°C) Drogen 3-in-1 160 0.84 10.5 + Intensief + 3-in-1 + 111  Het apparaat inschakelen Een afwasprogramma starten 1. Trek de onderste en de bovenste korven naar buiten, vul ze met serviesgoed en schuif de korven terug. Het wordt geadviseerd om eerst de onderste korf te laden en daarna de bovenste (zie paragraaf ‘De afwasmachine inladen’). 2. Voeg het afwasmiddel toe (zie paragraaf ‘Zout, afwasmiddel en glansmiddel’). 3. Steek de stekker in het stopcontact. De netvoeding is 220-240 VAC /50 HZ, het stopcontact is 10A 250 VAC. Zorg ervoor dat de watertoevoer de volledige druk heeft. 4. Sluit de deur, druk op de ON/OFF-toets, het ON/OFF-lampje gaat branden. Druk op de programmatoets om het gewenste afwasprogramma te selecteren. Sluit de deur. Na 3 seconden wordt de machine gestart. Het programma wijzigen. Voorwaarde: 1. Een programma dat al begonnen is, kan alleen worden veranderd als het pas korte tijd bezig is. Anders is het afwasmiddel al afgegeven en heeft het apparaat het afwaswater mogelijk al afgevoerd. In dat geval moet het afwasmiddelbakje opnieuw worden gevuld (zie paragraaf ‘Het afwasmiddelbakje vullen’). 2. Houd de programmatoets langer dan 3 seconden ingedrukt om het programma te annuleren; daarna kunt u het gewenste programma instellen (zie de paragraaf ‘Een afwasprogramma starten...’). 3. Houd één van de andere programmatoetsen langer dan 3 seconden ingedrukt om het lopende programma te annuleren; daarna wordt het programma waarop u drukt ingesteld. 4. Druk langer dan 3 seconden op de displaytoets om de weergegeven tijd te wijzigen. OPMERKING: Als alle lampjes gaan branden, betekent dit dat de machine een storing heeft. Schakel de elektrische voeding uit en draai de waterkraan dicht voordat u de klantenservice belt. Vergeten een bord in de afwasmachine te plaatsen? Als u vergeten bent om servies in de machine te zetten, kunt u dit nog doen voordat het afwasmiddelbakje wordt geopend. 1. Open de deur een beetje om het afwasprogramma te stoppen. 2. Nadat de sproeiarmen gestopt zijn met draaien, kunt u de deur helemaal open doen. 3. Plaats het vergeten serviesgoed. 4. Sluit de deur. De afwasmachine begint na 10 seconden weer te werken. WAARSCHUWING: Het is gevaarlijk om de deur tijdens het afwassen te openen; u zou zich kunnen branden aan het hete water. Aan het einde van het afwasprogramma Wanneer het afwasprogramma is beëindigd, klinkt de zoemer van de afwasmachine gedurende 8 seconden en gaat daarna uit. Zet het apparaat uit met de ON/OFF-toets, sluit de watertoevoer af en open de deur van de afwasmachine. Wacht enkele minuten voordat u de afwasmachine uitlaadt, om te voorkomen dat u serviesgoed en keukengerei vastpakt terwijl het nog heet is en gemakkelijker kan breken. Het serviesgoed droogt ook beter als u even wacht. De afwasmachine uitzetten Het programma is pas afgelopen als de zoemer van de afwasmachine gedurende 8 seconden klinkt. 1. Druk op de ON/OFF-toets om de afwasmachine uit te zetten. 2. Draai de waterkraan dicht! De deur voorzichtig openen. Heet servies is gevoeliger voor stoten. Het serviesgoed moet daarom ongeveer 15 minuten afkoelen voordat u het uit de machine haalt. Open de deur van de afwasmachine, laat deze op een kier staan en wacht enkele minuten voordat u het serviesgoed eruit haalt. Op deze manier koelt het serviesgoed af en droogt het beter. De afwasmachine uitladen Het is normaal dat de afwasmachine nat is aan de binnenkant. Maak eerst de onderste korf leeg en daarna de bovenste. Op deze manier voorkomt u dat de bovenste korf water op het serviesgoed in de onderste korf druppelt. 112 ONDERHOUD EN REINIGING Filtersysteem Het filter voorkomt dat grote voedselresten of andere voorwerpen in de pomp terechtkomen. De resten kunnen het filter verstoppen; in dat geval moeten ze worden verwijderd. Het filtersysteem bestaat uit een grof filter, een plat filter (hoofdfilter) en een microfilter (filter met fijne mazen). 1. Hoofdfilter Voedselresten en vuildeeltjes die door dit filter worden opgevangen, worden verpulverd door een speciale straal uit de onderste sproeiarm en worden vervolgens via het afvoerkanaal afgevoerd. 2. Grof filter Grotere resten, zoals botjes of stukjes glas die de afvoer zouden kunnen verstoppen, worden in het grove filter opgevangen. Druk het deksel op de bovenkant van het filter zachtjes in en neem het weg om de resten in dit filter te verwijderen. 3. Fijn filter Dit filter vangt vuildeeltjes en voedselresten op in het bakje en voorkomt dat ze weer op het serviesgoed terechtkomen tijdens het afwasprogramma. 2 1 3 - Controleer de filters na elke wasbeurt om na te gaan of ze niet verstopt zijn. - Door het grove filter los te draaien kan het filtersysteem worden verwijderd. Verwijder de voedselresten en spoel de filters af onder stromend water Openen Stap 1: draai het filter linksom en neem het weg. 1 Stap 2: til het hoofdfilter op 2 Stap 3: til het fijne filter op 3 OPMERKING voer stap 1 tot 3 uit om het filter te verwijderen; ga voor de installatie in de omgekeerde volgorde te werk, dus van 3 tot 1. 113 Filtergroep Voor betere prestaties en resultaten moet de filtergroep schoon zijn. Het filter verwijdert voedseldeeltjes effectief uit het afwaswater, waardoor het water gerecycled kan worden tijdens het afwasprogramma. Voor betere prestaties en resultaten moet het filter schoon zijn. Daarom is het aanbevolen om de grote voedselresten in het filter na elk afwasprogramma te verwijderen door het halfronde filter en de beker onder stromend water af te spoelen. Trek de handgreep van de beker omhoog om de filtergroep te verwijderen. De hele filtergroep moet eenmaal in de week worden gereinigd. Gebruik voor de reiniging van het grove filter een borstel. Monteer de delen van het filter daarna weer zoals in de afbeeldingen is weergegeven en plaats de hele groep in de afwasmachine door hem in de opening te plaatsen en naar beneden te drukken. De afwasmachine mag nooit zonder filter worden gebruikt. Een verkeerde montage van het filter kan de prestaties van het apparaat verminderen en het servies en keukengerei beschadigen. WAARSCHUWING: • De afwasmachine mag nooit zonder filter worden gebruikt. • Een verkeerde vervanging van het filter kan de prestaties van het apparaat verminderen en het servies en keukengerei beschadigen. De sproeiarmen reinigen De sproeiarmen moeten regelmatig worden gereinigd om kalkaanslag door hard water te verwijderen en verstopping van de sproeikoppen en de steunen van de sproeiarmen te voorkomen. Wij adviseren om een naald in de verstopte sproeikoppen van de sproeiarmen te steken om een goed wasresultaat te garanderen. Schroef de Verzorging van de afwasmachine Het bedieningspaneel kan met een vochtige doek worden gereinigd. Maak het paneel goed droog na het reinigen. Gebruik voor de buitenkant van de machine een goed poetsmiddel. Gebruik nooit scherpe voorwerpen, schuursponsjes of agressieve schoonmaakmiddelen op enig onderdeel van de afwasmachine. Bescherming tegen bevriezing Neem in de winter maatregelen om de afwasmachine tegen bevriezing te beschermen. Ga na elk afwasprogramma als volgt te werk: 1. Sluit de elektrische stroom naar de afwasmachine af. 2. Sluit de watertoevoer af en maak de watertoevoerslang los van de waterkraan. 3. Laat het water uit de toevoerslang en uit de waterkraan lopen. (Gebruik een bak om het water op te vangen) 4. Sluit de watertoevoerslang weer op de waterkraan aan. 5. Verwijder het filter op de bodem van de kuip en gebruik een spons om het water in het bakje op te nemen. De deur schoonmaken Gebruik slechts een zachte, lauwe en vochtige doek om de rand rondom de deur schoon te maken. “ Gebruik nooit sprayreinigers om te voorkomen dat er water in de deurvergrendeling en de elektrische onderdelen terechtkomt. 114 WAARSCHUWING: • Gebruik nooit een sprayreiniger om het deurpaneel te reinigen, omdat de deurvergrendeling en de elektrische onderdelen hierdoor beschadigd kunnen raken. • Gebruik geen schuurmiddelen of papieren doekjes, omdat deze krassen of vlekken op het roestvrijstalen oppervlak kunnen achterlaten. De afwasmachine in een goede staat behouden • Na elk afwasprogramma Sluit de watertoevoer na elk afwasprogramma af en laat de deur een beetje openstaan, zodat vocht en geurtjes niet in de afwasmachine blijven. • Trek de stekker uit het stopcontact Haal de stekker altijd uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt of er onderhoud aan pleegt. Loop geen risico. • Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen om de buitenkant en de rubber delen van de afwasmachine te reinigen. Gebruik alleen een doek met lauw sopje. Om vlekken van de binnenkant te verwijderen gebruikt u een doek die u bevochtigd heeft met water en een beetje schoonmaakazijn, of een speciaal reinigingsmiddel voor afwasmachines. • Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt Het is aanbevolen om een afwasprogramma met een lege machine te draaien. Haal daarna de stekker uit het stopcontact, sluit de watertoevoer af en laat de deur van het apparaat een beetje openstaan. Op deze manier gaan de deurafdichtingen langer mee en wordt de vorming van nare geurtjes in het apparaat voorkomen. • Het apparaat verplaatsen Probeer het apparaat in een verticale positie te houden als het moet worden verplaatst. Indien dit absoluut noodzakelijk is, kan het apparaat op zijn rug worden gelegd. • Afdichtingen Een van de oorzaken van nare luchtjes in de afwasmachine is voedsel dat in de afdichtingen achterblijft. Om dit te voorkomen moeten ze regelmatig met een vochtige spons worden gereinigd. 115 INSTALLATIE-INSTRUCTIES LET OP: Leidingen en elektrische onderdelen moeten door een professionele monteur worden geïnstalleerd. WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schokken. Sluit de elektrische stroom af voordat u de afwasmachine installeert. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de dood of elektrische schokken tot gevolg hebben Voorbereiding van de installatie De afwasmachine moet in de buurt van de toevoer- en afvoerleidingen en van de voedingskabel worden geplaatst. Kies een plaats naast de gootsteen om de aansluiting van de afvoerslangen van de afwasmachine te vergemakkelijken. OPMERKING: controleer de bijgeleverde installatieaccessoires (haak voor houten sierpaneel, schroef) Lees de installatie-instructies aandachtig. Afbeeldingen van de afmetingen van de keukenkastjes en de installatieplaats van de afwasmachine. Voer eerst alle voorbereidingen uit, voordat u de afwasmachine op de installatieplaats zet. 1. Kies een plaats in de buurt van de gootsteen om de installatie van de toevoer- en afvoerslangen te vergemakkelijken (zie afbeelding 1). 2. Als de afwasmachine in de hoek van de keuken wordt geplaatst, moet er een ruimte overblijven (zoals in afbeelding 2 is weergegeven) als de deur geopend is. 90 ° 90 ° 820mm 580mm Ingangen voor elektrische kabels, wateraanvoer en -afvoerslangen 80 100 Ruimte tussen het voetstuk van de kast en de vloer 450 mm Afbeelding 1 Afmetingen van de kast Minder dan 5 mm tussen de bovenkant van de afwasmachine en de kast en de buitenkant van de deur die met de kast uitgelijnd is. 116 Afbeelding 2 Minimale ruimte als de deur geopend is. Afwasmachine Kast Deur van de afwasmachine Minimale ruimte van 50 mm Afmetingen en installatie houten sierpaneel 1. Het houten sierpaneel moet de afmetingen hebben zoals in afbeelding 3. 390 15 3.5 418 0 t1 te t ga p e e Di n h va 38 19 52 175 179 0 t1 te t ga p e e Di n h va Eenheid: mm 444 Afbeelding 3 Het houten sierpaneel moet de weergegeven afmetingen hebben. 117 1.5 2. Monteer de haak op het houten sierpaneel en steek de haak daarna in de opening in de buitendeur van de afwasmachine (zie afbeelding 4a). Bevestig het paneel na de plaatsing met schroeven en bouten aan de buitendeur (zie afbeelding 4b). Bovenste haak Afbeelding 4a Installatie van het houten sierpaneel. Schroef met platte kop 4 Onderste haak Schroef 4x18 Afbeelding 4b Installatie van het houten sierpaneel. Afdekking 1. Verwijder de afdekking Afstandhouder voor het houten sierpaneel 2. Bevestig de schroef stevig 3. Breng de afdekking weer aan Haak voor het houten sierpaneel Buitenste deur van de afwasmachine 118 Houten sierpaneel De spanning van de deurveer afstellen De deurveren zijn in de fabriek ingesteld op de correcte spanning voor de deur. Als een houten sierpaneel wordt geïnstalleerd, moet de spanning van de deurveer worden afgesteld. Draai de stelschroef zodanig dat het stelmechanisme de stalen kabel strakker of losser maakt (zie afbeelding 5). De spanning van de deurveer is correct als de deur in de volledig geopende stand horizontaal blijft staan, maar met een lichte duw van een vinger omhoog komt naar de gesloten stand. Afbeelding 5 De spanning van de deurveer afstellen. losdraaien De afvoerslangen aansluiten Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een diameter van minimaal 4 cm, of laat hem naar de gootsteen lopen. Zorg ervoor dat hij niet verbogen of ingedrukt raakt. Gebruik de speciale kunststof steun die bij het apparaat geleverd is (afbeelding 6). Het vrije uiteinde van de slang moet zich op een hoogte tussen 400 en 1.000 mm bevinden en mag niet in water ondergedompeld worden om terugstroming te voorkomen. LET OP: de speciale kunststof slangsteun moet stevig aan de wand worden bevestigd, zodat de afvoerpijp niet kan bewegen en er geen water buiten de afvoer gemorst kan worden. Afbeelding 6 Aansluiten van de afvoerslang. Bevestig de haak voor de afvoerslang in de buurt van het werkblad Haak voor afvoerslang Voorkant Werkblad Afvoerslang WAARSCHUWING. Hang de afvoerslang zoals A, B of C laat zien 119 De afwasmachine installeren 1. Monteer de deur van de kast aan de buitenkant van de deur van de afwasmachine met behulp van de bijgeleverde beugels. Gebruik de sjabloon voor het plaatsen van de beugels. 2. Stel de spanning van de deurveren af met een inbussleutel; draai de sleutel rechtsom om de veren aan de rechter- en linkerkant aan te halen. Als de spanning niet wordt afgesteld, kan de afwasmachine beschadigd raken (afbeelding 2). 3. Sluit de toevoerslang op de koudwatertoevoer aan. 4. Sluit de afvoerslang aan. Zie het schema (afbeelding 6) 5. Sluit de voedingskabel aan. 6. Bevestig de condensstrip onder het werkblad van de keukenkastjes. Controleer of de condensstrip niet uit het werkblad steekt. 7. Plaats de afwasmachine. 8. Zet de afwasmachine waterpas. De achterste pootjes kunnen vanaf de voorkant van de afwasmachine worden afgesteld door aan de schroeven aan de linker- en rechterzijde van de kast te draaien (afbeelding 5A). Gebruik voor het afstellen van de pootjes aan de voorkant een sleutel en draai aan de voorste pootjes totdat de afwasmachine waterpas staat (afbeelding 5B). 9. De afwasmachine moet op zijn plaats worden vastgezet. Dit kan op twee manieren plaatsvinden: A. Normaal werkblad - Bevestig de afwasmachine aan het werkblad met twee houtschroeven en controleer of de afwasmachine het oppervlak niet raakt (afbeelding 6). B. Marmeren of granieten werkblad - Bevestig de beugel aan het zijpaneel van de afwasmachine en maak de afwasmachine vast aan de keukenkastjes. Breng de rubberen afdekking op de schroef aan (afbeelding 7). strip dens Con neel Sierpa Schroef Conisch tandwiel Rubberen afdekking Schroef Afbeelding 7 120 Voor een correcte werking van de korven en voor betere afwasresultaten moet de afwasmachine waterpas worden gezet. 1. Leg een waterpas op de deur en op de rails van de korf in de kuip, zoals is weergegeven, om na te gaan of de afwasmachine waterpas staat. 2. Zet de afwasmachine waterpas door de vier pootjes apart af te stellen. 3. Let er bij het waterpas zetten van de machine op, dat de afwasmachine niet voorover kantelt. Waterpas controleren - van voor naar achter Waterpas controleren - van de ene zijde naar de andere zijde Afbeelding 8 Afbeelding van de afstelling van de pootjes. OPMERKING: De maximale afstelhoogte van de pootjes is 60 mm. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING: Voor uw veiligheid: • GEBRUIK GEEN VERLENGSNOER OF EEN ADAPTERSTEKKER MET DIT APPARAAT. • VERWIJDER NOOIT DE AARDVERBINDING UIT DE STEKKER VAN DE VOEDINGSKABEL EN SNIJD DEZE NIET DOOR. Elektrische vereisten Lees de waarde van de nominale spanning van het plaatje af en sluit de afwasmachine op een geschikte netvoeding aan. Gebruik een zekering van 10 amp. Het gebruik van een zekering of een vertragingsschakelaar is aanbevolen en gebruik een apart stroomcircuit waarop alleen dit apparaat is aangesloten. WAARSCHUWING: Voor gebruik van het apparaat moet worden gecontroleerd of er een correcte aardverbinding is Elektrische aansluiting Controleer of de spanningswaarden en frequenties overeenstemmen met de waarden op het plaatje. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact. Als het stopcontact waarop het apparaat moet worden aangesloten niet geschikt is voor de stekker, vervang dan het stopcontact in plaats van adapters of dergelijke apparaten te gebruiken, die oververhitting en brandwonden kunnen veroorzaken Aardingsinstructies Dit apparaat moet worden geaard. In het geval van een storing of defect, verkleint de aarding het risico op een elektrische schok doordat elektrische stroom via een pad met een lagere weerstand kan worden afgevoerd. Dit apparaat is voorzien van een kabel met een aardleiding en een geaarde stekker. De stekker moet worden aangesloten op een geschikt stopcontact dat volgens de plaatselijke voorschriften is geïnstalleerd en geaard. 121 WAARSCHUWING: Een verkeerde aansluiting van de aardleiding kan elektrische schokken veroorzaken. Wend u tot een gekwalificeerd elektricien of een monteur van de technische dienst wanneer u twijfels hebt over de correcte aarding van het apparaat. Wijzig de bij het apparaat geleverde stekker niet; laat een geschikt stopcontact door een gekwalificeerd elektricien installeren, als de stekker niet geschikt is voor het stopcontact. WAARSCHUWING: Draai de waterkraan na gebruik dicht om stilstaand water in de toevoerslang te voorkomen. (Voor de modellen zonder veiligheidstoevoerslang). Koudwateraansluiting Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met nieuwe slangen, terwijl de oude slangen niet opnieuw gebruikt mogen worden. De druk van het water moet tussen de 0,04 MPa en 1 MPa liggen. Neem contact op met onze klantenservice als de druk onder het minimum daalt. 1. Trek de veiligheidstoevoerslangen volledig uit het vak aan de achterkant van de afwasmachine. 2. Draai de schroeven van de veiligheidstoevoerslang aan de kraan met schroefdraad ¾ aan. 3. Open de watertoevoer volledig voordat u de afwasmachine start. Veiligheidstoevoerslang De veiligheidstoevoerslang is dubbelwandig. Het veiligheidssysteem onderbreekt de waterstroom in geval van een breuk van de toevoerleiding en wanneer de tussenruimte tussen de toevoerleiding en de externe ribbelbuis zich met water vult. WAARSCHUWING: Als een leiding die op een spuitsysteem in de gootsteen is aangesloten, op dezelfde waterleiding als de afwasmachine wordt aangesloten, bestaat het gevaar dat de leiding springt. Als uw gootsteen een dergelijk systeem heeft, dan is het aanbevolen om de leiding los te koppelen en de dop in het gat te plaatsen. De veiligheidstoevoerslang loskoppelen 1. Draai de waterkraan dicht. 2. Verlaag de druk van het water door op de drukaflaatknop te drukken. Een lagere druk beschermt uzelf en het hele vertrek tegen eventueel krachtig wegspuitend water. 3. Draai de veiligheidstoevoerslang los van de kraan. Aansluiting op de koudwateraansluiting Sluit de koudwaterleiding op een schroefdraadaansluiting van 3/4” aan en controleer of deze goed is aangehaald. Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet is gebruikt, laat het water dan doorstromen om te kijken of het helder en schoon is. Deze voorzorgsmaatregel is nodig om te voorkomen dat het water de toevoer verstopt en het apparaat beschadigt. Aansluiting op de warmwateraansluiting De watertoevoer naar het apparaat kan worden aangesloten op een warmwaterleiding (cv-systeem, verwarmingssysteem), mits de temperatuur van 60°C niet wordt overschreden. In dat geval zal de duur van het afwasprogramma ongeveer 15 minuten korter zijn en is het afwasrendement iets minder. De aansluiting op de warmwaterleiding moet op dezelfde wijze worden uitgevoerd als voor de koudwaterleiding is beschreven. 122 Het apparaat plaatsen Zet het apparaat op de gewenste plaats. De achterkant moet tegen de achterwand staan en de zijkanten moeten zich langs de kast of de wanden ernaast bevinden. De toevoer- en afvoerslangen van het water kunnen rechts of links geplaatst worden om een correcte installatie te vergemakkelijken. Overbodig water uit de leidingen laten stromen Als de gootsteen zich op meer dan 1.000 mm van de vloer bevindt, kan het overbodige water niet direct in de gootsteen worden afgevoerd. In dat geval moet het overbodige water uit de leidingen worden afgevoerd in een schaal of een geschikte bak buiten de gootsteen en in een lager positie dan de gootsteen. Waterafvoer Sluit de afvoerslang van het water aan. De afvoerslang moet correct worden gemonteerd om te voorkomen dat er water lekt. Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet geknikt of platgedrukt is. Verlengslang Als de afvoerslang een verlengstuk nodig heeft, gebruik dan een soortgelijke afvoerslang. De slang mag niet langer dan 4 meter zijn; anders kunnen de reinigingsresultaten van de afwasmachine achteruitgaan. Sifonaansluiting De afvoeraansluiting moet op een hoogte tussen 50 cm (minimaal) en 100 cm (maximaal) van de bodem van de afwasmachine liggen. De waterafvoerslang moet met een slangklem worden bevestigd. De afwasmachine starten Controleer de volgende punten voordat u de afwasmachine start. 1. De afwasmachine staat waterpas en is goed bevestigd 2 De toevoerklep is geopend 3 Er zijn geen lekken bij de aansluiting van de leidingen 4 De elektrische kabels zijn goed aangesloten 5 De elektriciteit is ingeschakeld 6 De toevoer- en afvoerslangen zijn aangesloten 7 Alle verpakkingsmaterialen en stickers zijn uit de afwasmachine verwijderd LET OP: bewaar deze handleiding na de installatie. De inhoud van deze handleiding is zeer nuttig voor de gebruikers. 123 TIPS VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Voordat u contact opneemt met de klantenservice Als u deze folder doorneemt, hoeft u mogelijk geen contact meer met de klantenservice op te nemen Technische problemen Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen De afwasmachine start niet Zekering gesprongen, of stroomonderbreker in werking getreden Vervang de zekering of reset de stroomonderbreker. Verwijder eventuele andere apparaten die op hetzelfde voedingscircuit als de afwasmachine zijn aangesloten De netvoeding is niet ingeschakeld Controleer of de afwasmachine ingeschakeld is en of de deur goed gesloten is. Controleer of de voedingskabel in het wandstopcontact is gestoken Foutcode: El; de waterdruk is te laag Controleer of de watertoevoer correct is aangesloten en of de waterkraan open is gedraaid De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten Ga na of de deur correct sluit en vergrendel hem Knik in de afvoerslang Controleer de afvoerslang Verstopt filter Controleer het filter (zie de paragraaf ‘Het filter reinigen’) De gootsteen van de keuken is verstopt Controleer de gootsteen en zorg ervoor dat de afvoer vrij is. Als het probleem is dat de gootsteenafvoer verstopt is, dan moet u een loodgieter bellen in plaats van een servicemonteur voor afwasmachines. Het water wordt niet weggepompt uit de machine Algemene problemen Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen Schuim in de kuip Ongeschikt afwasmiddel Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor afwasmachines. Open bij grote schuimvorming de afwasmachine en laat het schuim verdampen. Giet 4 liter koud water in de kuip. Sluit en vergrendel de afwasmachine en start daarna het afwasprogramma ‘weken‘ om het water af te pompen. Herhaal dit zo nodig. Gemorst glansmiddel Gemorst glansmiddel moet altijd onmiddellijk met een doek worden verwijderd. Vlekken op de binnenkant van de kuip Er is afwasmiddel met kleurstoffen gebruikt Controleer of het afwasmiddel geen kleurstoffen bevat. Witte aanslag op de binnenkant Mineralen uit hard water Gebruik een vochtige spons met een afwasmiddel voor afwasmachines en draag rubberen handschoenen om de binnenkant te reinigen. Gebruik nooit afwasmiddelen die niet voor afwasmachines bedoeld zijn vanwege het gevaar voor schuimvorming. Er zitten roestvlekken op het bestek Voorwerpen met vlekken zijn niet corrosiebestendig. – Na het toevoegen van het zout is Voer altijd het korte afwasprogramma uit, zonder serviesgoed in de er geen programma gestart. Er zijn machine en zonder de Turbo-functie te selecteren (indien aanwezig) nadat sporen van zout in het u zout in het reservoir hebt gedaan. afwasprogramma terechtgekomen. Het deksel van de waterontharder is niet stevig gesloten Controleer het deksel. Ga na of het goed vergrendeld is. 124 Geluid Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen Tikkend geluid in de afwasmachine Een sproeiarm stoot tegen een voorwerp in de korf. Onderbreek het programma, plaats de voorwerpen die de sproeiarm hinderen opnieuw. Kloppend geluid in de waskuip Serviesgoed ligt los in de afwasmachine. Stop het programma en plaats de vaat opnieuw. Tikkend geluid in de waterleidingen Dit kan veroorzaakt worden door de installatie ter plaatse of door de dwarsdoorsnede van de leidingen. Dit heeft geen negatieve invloed op de werking van de afwasmachine. Neem bij twijfel contact op met een gekwalificeerd loodgieter. Slechte afwasresultaten Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen Het serviesgoed wordt niet schoon Het serviesgoed is niet op de juiste manier geplaatst. Zie de opmerkingen in de paragraaf ‘De korven laden’. Het programma is niet krachtig genoeg. Kies een intensiever programma. Zie de ‘Tabel van de afwasprogramma’s’. Er is niet genoeg afwasmiddel afgegeven. Gebruik meer afwasmiddel of verander van afwasmiddel. De sproeiarmen worden door de vaat geblokkeerd Plaats de vaat opnieuw, zodat de armen vrij kunnen draaien. De filtergroep op de bodem van de Reinig en/of monteer de filtergroep op correcte wijze. Reinig de waskuip is niet schoon en is niet sproeikoppen van de sproeiarmen. Zie de paragraaf ‘De sproeiarmen correct gemonteerd. Hierdoor reinigen’. kunnen de sproeikoppen van de sproeiarmen verstopt raken. Kringen op de glazen Combinatie van zacht water en te veel afwasmiddel. Gebruik minder afwasmiddel als het water zacht is en selecteer een korter programma voor het glaswerk om ze schoon te krijgen. Zwarte of grijze strepen Aluminium keukengerei is tegen het Gebruik een mild schuurmiddel om de strepen te verwijderen. op het serviesgoed serviesgoed gekomen. Afwasmiddelresten in het bakje Het serviesgoed blokkeert het afwasmiddelbakje. Plaats het serviesgoed op de juiste manier in de machine. 125 Het serviesgoed is niet droog Probleem Mogelijke oorzaken Hoe te handelen Slechte droogresultaten Niet goed geladen Vul de afwasmachine zoals aangegeven in de handleiding. Te weinig glansmiddel Voeg meer glansmiddel toe / vul het glansmiddeldoseerbakje bij. Het serviesgoed is te snel uit de machine gehaald Haal uw serviesgoed niet onmiddellijk na het wassen uit de afwasmachine. Open de deur iets om de damp naar buiten te laten komen. Begin de afwasmachine pas uit te pakken als het serviesgoed niet meer warm aanvoelt. Maak eerst de onderste korf leeg. Op deze manier voorkomt u dat water van het serviesgoed in de bovenste korf afdruppelt. Er is een verkeerd programma geselecteerd Bij het korte programma is de wastemperatuur lager. Dit verlaagt de afwasresultaten. Kies een programma met een langere wasduur. Gebruik van bestek met een coating van lage kwaliteit Dit type bestek droogt moeilijk. Dit type bestek is niet geschikt om in de afwasmachine te worden gewassen. WAARSCHUWING: • Schakel de hoofdwatertoevoer uit wanneer de machine overloopt, voordat u zich tot de klantenservice wendt. • Als er water in de kuip is doordat deze te veel gevuld is of door een kleine lekkage, dan moet het water worden verwijderd voordat de afwasmachine opnieuw wordt gestart. 126 TECHNISCHE GEGEVENS Hoogte 820 mm (verstelbaar + 60 mm) Breedte 445 mm Diepte 540 mm Voltage bij belasting Zie het gegevensplaatje Waterdruk 0,04-1,0 MPa Warmwateraansluiting Max. 60°C Elektrische voeding Zie het gegevensplaatje Laadcapaciteit 9 couverts 127
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

Whirlpool ADL 456/1 A+ Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding