Documenttranscriptie
Inhoud
1. Inleiding ................................................................................ 1
Voordelen van een draadloos netwerk ................................ 1
De ideale plaats voor uw draadloze N modem/router .......... 3
2. Productoverzicht ................................................................... 8
Productkenmerken ............................................................... 8
3. Kennismaken met uw modem/router .................................. 11
Inhoud van de verpakking ..................................................11
Systeemvereisten ...............................................................11
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software ..........11
4. Uw modem/router aansluiten en configureren ................... 18
5. Alternatieve installatiemethode ......................................... 30
6. Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface ........................................................... 42
LAN-instellingen wijzigen ...................................................43
De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken ...................45
Uw draadloze netwerk configureren ...................................45
WPA-beveiliging instellen ...................................................51
WEP-encryptie instellen .....................................................53
Gebruik maken van de accesspoint-modus ........................55
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen 56
Configuratie van de firewall ................................................58
Gebruik maken van een dynamisch DNS.......................... 62
Hulpprogramma’s ............................................................ 63
De router herstarten ......................................................... 64
De firmware bijwerken ..................................................... 69
7. Netwerkinstellingen handmatig configureren ..................... 77
8. Aanbevolen instellingen van de webbrowser ..................... 82
9. Problemen oplossen ............................................................ 84
10. Informatie .......................................................................... 97
Inleiding
1
2
3
4
•
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning
delen
5
•
Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle
aangesloten computers in uw woning
6
•
Eén printer met het hele gezin gebruiken
•
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen
•
Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren
•
Samen on-line games spelen, via het internet uw e-mail bekijken en
chatten
Voordelen van een draadloos netwerk
Het opzetten van een draadloos netwerk met netwerkproducten van
Belkin heeft veel voordelen:
•
Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u
kunt nu overal binnen de draadloze reikwijdte op een notebook of
desktopcomputer binnen het netwerk werken
•
Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin
maakt de installatie heel eenvoudig
•
Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en
andere netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
•
Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een groot
programma netwerkproducten waarmee u een netwerk met
apparaten als printers en game-consoles kunt uitbreiden
•
Bekabeling is niet nodig – u bespaart de kosten en de moeite
die komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-bekabeling in uw
woning of kantoor
•
Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van onderling
samenwerkende (interoperabele) netwerkproducten
1
7
8
9
10
Hoofdstuk
Dank u voor het aanschaffen van de draadloze N modem/router (de router)
van Belkin. In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van
thuisnetwerken behandeld en de te volgen procedures om het bereik en
de prestaties van uw draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan
deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan
het hoofdstuk “Plaatsing van hardware voor optimale prestaties van uw
draadloze netwerk” (volgende bladzijde). Als u de volgende eenvoudige
installatie-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk van Belkin het
volgende doen:
Inleiding
Revolutionaire draadloze N technologie met MIMO (N MIMO)
Uw draadloze N modem/router maakt gebruik van de slimmeantennetechnologie genaamd Multiple Input Multiple Output (MIMO) N MIMO
voldoet aan de IEEE draft 802.11n specificatie en verhoogt de snelheid, het
bereik, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van draadloze netwerken.
Datgene wat de N MIMO-technologie van Belkin onderscheidt van een
gewone radiozender is het gebruik van meerdere antennes en twee
gelijktijdige datastromen voor het draadloos oversturen van gegevens in uw
woning of kantoor. Een conventionele radio maakt gebruik van een antenne
voor het verzenden van datastromen. De N MIMO van Belkin gebruikt
echter twee antennes. Dit ontwerp helpt signaalvervorming en interferentie
voorkomen. De N MIMO-technologie van Belkin is multidimensionaal. Deze
technologie bouwt voort op de één-dimensionale slimme-antennetechnologie
die de draadloze capaciteit vergroot door twee datastromen tegelijk via het
zelfde kanaal te verzenden.
Een tweede element dat N MIMO zo bijzonder maakt is het gebruik van aggregatie,
zoals omschreven in de concept 802.11n-specificatie. Door de ruimte tussen
pakketten te verkorten en meerdere kleinere pakketten te combineren in een groter
pakket, kunnen de N MIMO-producten van Belkin meer data via de beschikbare
bandbreedte versturen.
Stelt u zich conventionele radiotransmissie als een tweebaans autoweg
voor. De snelheidslimiet regelt het maximaal toegestane verkeer op een
baan. In tegenstelling tot wat bij conventionele radio’s het geval is, zorgt de
één-dimensionale slimme-antennetechnologie ervoor dat het verkeer zich
sneller en betrouwbaarder over die baan kan verplaatsen. Vergelijk het met
een vierbaans autoweg waarbij het verkeer zich verplaatst met constante
snelheden die dichter bij de snelheidslimiet liggen. De N MIMO-technologie
van Belkin zorgt ervoor dat het verkeer zich met de maximumsnelheid kan
verplaatsen en stelt meer rijstroken voor het verkeer open zodat het een
autosnelweg wordt. De snelheid van het verkeer wordt vermenigvuldigd met
het aantal banen dat opengesteld is.
2
Inleiding
1
Belangrijke punten bij het plaatsen en installeren
2
Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is,
wordt de verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt
doorgaans tussen de 30 en 60 meter.
3
De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate
de afstand tussen uw router en de aangesloten apparatuur groter wordt. U hoeft
hiervan niet altijd iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router, kan de
snelheid van de verbinding afnemen. Objecten die signalen kunnen verzwakken
doordat ze de radiogolven van het netwerk blokkeren, zijn metalen apparaten of
obstakels en muren.
Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken hebben
met afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een afstand
van 1,5 tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of een te
grote afstand inderdaad de oorzaak is. Neem contact op met de afdeling
Technische Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet zelf kunt
oplossen.
Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk
functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan
deze checklist uitkomst bieden.
1.
Plaatsing van uw router
Plaats de router, het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk,
op een centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten”
(d.w.z. computers aangestuurd door draadloze notebook- en
desktopnetwerkkaarten en draadloze USB-adapters van Belkin)
bereikt u als volgt:
•
Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router parallel aan
elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als
de router zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes
dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen.
•
In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router op de
verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning
bevindt. Dit kan betekenen dat u de router op een hogere
verdieping moet plaatsen.
•
Plaats de router niet in de buurt van een draadloze 2,4GHztelefoon.
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De ideale plaats voor uw draadloze N modem/router
Inleiding
2.
Vermijd obstakels en interferentie
Plaats de router bij voorkeur niet in de buurt van apparaten
die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende
ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie
hinderen:
• Koelkasten
• Wasmachines en/of drogers
• Metalen kasten
• Grote aquaria
• Gemetalliseerde UV-werende ruiten
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige
plaatsen zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat
bovengenoemde objecten het signaal niet kunnen hinderen, dat
wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw router in
mogen staan.
3.
Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van uw draadloze netwerk
niet beter worden nadat u de bovenstaande aanwijzingen hebt
opgevolgd én u een draadloze telefoon bezit:
• Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt
houdt van uw router en uw computers die geschikt zijn voor
draadloze communicatie.
• Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik
maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant).
Als het probleem hiermee is opgelost, is/zijn uw telefoon(s) de
storingsbron.
• Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen,
kies dan voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het
kanaal dat door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. U kunt
bijvoorbeeld de telefoon naar kanaal 1 verplaatsen en de router
naar kanaal 11. Zie voor meer informatie de handleiding van de
telefoon.
• Gebruik zo nodig voortaan een draadloze telefoon van 900
MHz of 5 GHz.
4
Inleiding
Kies het “rustigste” kanaal voor uw draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar
liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen
draadloze netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor
uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht)
van de Wireless Utility om andere draadloze netwerken te
lokaliseren (zie de handleiding van uw draadloze notebook- of
desktopnetwerkkaart) en verplaats uw router en computers
naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van andere
netwerken.
• Experimenteer met meer dan een van de beschikbare kanalen
om de beste verbinding te vinden en interferentie van draadloze
telefoons of andere draadloze apparatuur te vermijden.
• Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen
voor draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart
heeft gekregen. Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart
voor meer informatie.
Aan de hand van deze richtlijnen kunt u de maximale reikwijdte
voor de draadloze router bepalen. Als u een nog groter bereik
nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range
extender/accesspoint van Belkin.
5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
4.
Inleiding
5.
Veilige verbindingen, VPN en AOL
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en
een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties
waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.:
• Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden
vaak gebruikt om van afstand verbinding te maken met een
kantoornetwerk
• Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online
(AOL) - dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter
beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
• De meeste websites voor internetbankieren
• Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend
wordt nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstellin
gen van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit
is niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers.
Om de energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat
u naar “Power Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel”
(Configuratiescherm).
Als u moeilijkheden blijft houden met de beveiligde verbindingen, VPN
en AOL, raden wij u aan de bovenstaande stappen te doorlopen om te
zien of u hiermee rekening gehouden hebt.
6
Inleiding
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar
op www.belkin.com/nl onder “Ondersteuning”.
2
Als u onze afdeling voor technische ondersteuning wilt bellen, kies
dan het gewenste nummer in de onderstaande lijst*.
3
*Tegen lokaal tarief
Land
Telefoonummer
Internetadres
OOSTENRIJK
0820 200766
http://www.belkin.com/uk/networking/
BELGIË
07 07 00 073
http://www.belkin.com/nl/networking/
TSJECHIË
239 000 406
http://www.belkin.com/uk/networking/
DENEMARKEN
701 22 403
http://www.belkin.com/uk/networking/
FINLAND
00800 - 22 35 54 60
http://www.belkin.com/uk/networking/
FRANKRIJK
08 - 25 54 00 26
http://www.belkin.com/fr/networking/
DUITSLAND
0180 - 500 57 09
http://www.belkin.com/de/networking/
GRIEKENLAND
00800 - 44 14 23 90
http://www.belkin.com/uk/networking/
HONGARIJE
06 - 17 77 49 06
http://www.belkin.com/uk/networking/
IJSLAND
800 8534
http://www.belkin.com/uk/networking/
IERLAND
0818 55 50 06
http://www.belkin.com/uk/networking/
ITALIË
02 - 69 43 02 51
http://www.belkin.com/it/support/tech/issues_more.asp
LUXEMBURG
34 20 80 85 60
http://www.belkin.com/uk/networking/
NEDERLAND
0900 - 040 07 90
€ 0,10 per minuut
http://www.belkin.com/nl/networking/
NOORWEGEN
81 50 0287
http://www.belkin.com/uk/networking/
POLEN
00800 - 441 17 37
http://www.belkin.com/uk/networking/
PORTUGAL
707 200 676
http://www.belkin.com/uk/networking/
RUSLAND
495 580 9541
http://www.belkin.com/networking/
ZUID-AFRIKA
0800 - 99 15 21
http://www.belkin.com/uk/networking/
SPANJE
902 - 02 43 66
http://www.belkin.com/es/support/tech/networkingsupport.asp
ZWEDEN
07 - 71 40 04 53
http://www.belkin.com/se/support/tech/networkingsupport.asp
ZWITSERLAND
08 - 48 00 02 19
http://www.belkin.com/uk/networking/
VERENIGD KONINKRIJK 0845 - 607 77 87
ANDERE LANDEN
http://www.belkin.com/uk/networking/
+44 - 1933 35 20 00
7
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
1
Gratis technische ondersteuning*
Productoverzicht
Productkenmerken
Binnen een paar minuten kunt u uw Internetverbinding delen en
vormen uw computers een netwerk. Hier volgt een overzicht van
voordelen die uw nieuwe draadloze N modem/router van Belkin de
ideale oplossing voor uw privé- of kleinzakelijke netwerk maken.
Works with Both PCs and Mac® Computers
The Router supports a variety of networking environments including
Mac OS ® 8.x, 9.x, X v10.x, Linux ®, Windows ® 98, Me, NT ®, 2000, XP,
and Vista . All that is needed is an Internet browser and a network
adapter that supports TCP/IP (the standard language of the Internet).
Patent-Pending Network Status Display
Lighted LEDs on the front of the Router indicate which functions are
in operation. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding
heeft gemaakt met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde
software en statuscontroleprocedures overbodig.
Web-Based Advanced User Interface
You can set up the Router’s advanced functions easily through your
web browser, without having to install additional software onto the
computer. U hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden
en bovendien kunt u snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen
en setupfuncties uitvoeren vanaf iedere op het netwerk aangesloten
computer.
NAT IP Address Sharing
Your Router employs Network Address Translation (NAT) to share the
single IP address assigned to you by your Internet Service Provider
while saving the cost of adding additional IP addresses to your
Internet service account.
SPI Firewall
Your Router is equipped with a firewall that will protect your network
from a wide array of common hacker attacks including IP Spoofing,
Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP with
zero length, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding,
Tear Drop Attack, ICMP defect, RIP defect, and fragment flooding.
8
Productoverzicht
Integrated N Wireless Access Point
N MIMO is an exciting new wireless technology based on the draft
IEEE 802.11n specification. N MIMO maakt gebruik van MIMO
(Multiple Input Multiple Output) slimme-antennetechnologie die
gegevenssnelheden van tot wel 300 Mbps* mogelijk maakt. Werkelijke
gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk van de netwerkomgeving.
*NOTE: De vermelde overdrachtssnelheid – 300 Mbps – is de fysieke
datasnelheid. Actual data throughput will be lower.
MAC Address Filtering
For added security, you can set up a list of MAC addresses (unique
client identifiers) that are allowed access to your network. Elke
computer heeft een eigen MAC-adres. Simply enter these MAC
addresses into a list using the Web-Based Advanced User Interface
and you can control access to your network.
10
Kennismaken met uw modem/router
1
Inhoud van de verpakking
Belkin N Wireless Modem Router
•
Quick Installation Guide
•
Belkin Setup Assistant Software CD
•
RJ11 Telephone Cord
•
RJ45 Ethernet Networking Cable
•
ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line) Microfilter*
•
Power Supply
•
User Manual in CD
2
3
4
5
*Benodigde ADSL-microfilter verschilt per land en wordt niet in elk
land meegeleverd. Als geen filter is meegeleverd, dient u er zelf een
aan te schaffen.
Systeemvereisten
6
7
•
Een actieve ADSL-lijn in combinatie met een telefoonaansluiting
aan de muur, voor het aansluiten van de router
8
•
Ten minste één computer met een geïnstalleerde
netwerkinterface-adapter
9
•
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer
•
Geen andere DHCP-server op uw lokale netwerk die IP-adressen
aan computers en apparatuur toekent
•
Internetbrowser
Systeemvereisten voor de Setup-Assistent software
•
Een computer met Windows 2000, XP of Vista;
of Mac OS X v10.x
•
Minimaal een 1GHz-processor en 128 MB RAM
•
Internetbrowser
11
10
Hoofdstuk
•
Kennismaken met uw modem/router
Internetverbindingsinstellingen
De Setup-Assistent bevat een database van Internet Service Providers
(ISP’s) in elke land, wat een snelle installatie van uw router mogelijk maakt.
Als uw ISP niet in de lijst staat, vraag dan de volgende informatie bij uw ISP
op voordat u de router installeert.
•
Internetverbindingsprotocol:
Dynamic IP, Static IP)
(PPPoE, PPPoA,
•
Multiplexing-methode of encapsulatie:
(LLC of VC MUX)
•
Virtueel circuit: VPI (Virtual Path Identifier)
(een getal tussen 0 en 255)
•
VCI (Virtual Channel Identifier)
(een getal tussen 1 en 65535)
•
Voor PPPoE- en PPPoA-gebruikers: Gebruikersnaam
en wachtwoord voor uw ADSL-account
•
Voor gebruikers van een statisch IP-adres: IP-adres
Subnet Mask (Subnetmasker)
.
.
.
Standaard-gatewayserver
.
.
•
IP-adres voor Domain Name Server
(Indien verstrekt door uw ISP)
12
.
.
.
.
.
.
Kennismaken met uw modem/router
(A)
(B)
(C)
(D)
(E)
(F)
1
2
3
4
5
6
A.
B.
C.
Beveiliging van uw draadloze netwerk
UIT
Beveiliging uitgeschakeld
Continu blauw
Beveiliging ingeschakeld
Status van uw draadloze computer
UIT
Draadloze computer niet aanwezig
Continu blauw
Draadloze computer verbonden met de
de router
Knipperend
ambergeel
Draadloze computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
Status bedrade computer
UIT
Bedrade computer niet aanwezig
Continu blauw
Bedrade computer verbonden met de
router
Knipperend
ambergeel
Bedrade computer slaagt er niet in een
verbinding met de router tot stand te
brengen.
13
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog
op praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde
van de router naar uw apparatuur. Het netwerkstatusdisplay
aan de VOORZIJDE van de router is goed zichtbaar en geeft u
informatie over de netwerkactiviteit en de status. Raadpleeg het
netwerkstatusdisplay-overzicht voor meer informatie.
Kennismaken met uw modem/router
D.
Status Router/Voeding
Als u de stroom naar de router inschakelt of u herstart hem, dan
heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Intussen knippert
het router-pictogram. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt
het router-pictogram continu. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
E.
UIT
De router is UITgeschakeld
Knipperend blauw
Router is bezig met opstarten
Continu blauw
Router staat aan en is gereed
Status ADSL-lijn
Dit pictogram licht blauw op wanneer uw router op de juiste wijze
op uw ADSL-lijn is aangesloten. Hij wordt ambergeel als er een
probleem is geconstateerd.
UIT
Router NIET verbonden met een
werkende ADSL-lijn
Knipperend blauw
Router probeert verbinding te maken
met de ADSL-service
Continu blauw
Router verbonden met een ADSL-service
en functioneert correct
Knipperend
ambergeel
Er is een probleem met de ADSL-lijn
14
Kennismaken met uw modem/router
F.
1
Internetstatus
UIT
Router heeft GEEN verbinding met het
Internet
Knipperend blauw
Router probeert verbinding te maken
met het Internet
Continu blauw
Router heeft verbinding met het Internet
Knipperend
ambergeel
Router heeft geen verbinding met het
Internet
2
3
4
5
6
7
8
9
10
15
Hoofdstuk
Dit unieke pictogram geeft aan wanneer de router verbinding
heeft gemaakt met het Internet. Wanneer het lampje niet brandt,
is de router NIET verbonden met het Internet. Wanneer het lampje
knippert (ambergeel), probeert de router verbinding te maken met
het Internet. Wanneer het lampje continu bjlauw licht geeft, is de
router verbonden met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van
de functie “Disconnect after x minutes” (Verbinding verbreken na x
minuten), dan is dit pictogram uiterst handig voor het controleren
van de status van de verbinding van uw router.
Kennismaken met uw modem/router
(G)
G.
Aansluiting voor ADSL-lijn
(H)
(I) (J)
(K)
– Grijs
Deze poort is bedoel voor aansluiting op de ADSL-lijn. Sluit
uw ADSL-lijn aan op deze poort. Een RJ11-telefoonkabel is
meegeleverd.
H.
Aansluitingen voor bedrade computers
– Geel
Sluit uw bedrade (niet-draadloze) computers aan op deze
poorten. Deze poorten zijn RJ45 10/100 auto-negotiation, autouplink poorten, geschikt voor standaard UTP Category 5 of 6
Ethernet-kabels. De poorten worden aangeduid met de nummers
1 t/m 4 (connectors voorzien van LED’s).
16
Kennismaken met uw modem/router
J.
1
Resetknop
i.
De router resetten
Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op
de router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed”
begint te knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed”
weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid.
ii.
De standaard fabrieksinstellingen herstellen
Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en
laat hem daarna los. De lampjes op de router zullen even
knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen.
Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu
brandt, is de resetprocedure voltooid.
J.
3
4
5
6
7
8
9
Voedingsaansluiting – Zwart
Sluit de meegeleverde voedingsadapter (15 V DC / 0,8 A) aan op
deze aansluiting.
K.
2
Drukknop – Wit
Deze knop is bedoeld voor eventuele functies in toekomstige
upgrades. Voor de nieuwste firmware-updates verwijzen wij u
naar www.belkin.com/support.
17
10
Hoofdstuk
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de
router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt
u de normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde
instellingen behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de
fabrieksinstellingen van het draadloze accesspoint terugroepen.
U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken wanneer u uw
persoonlijke wachtwoord bent vergeten.
Uw modem/router aansluiten en configureren
Controleer de inhoud van de doos. U dient het volgende te hebben
ontvangen:
•
Draadloze N modem/router
•
RJ11-telefoonkabel
•
RJ45 Ethernet-netwerkkabel
•
Voedingsadapter
•
Software-cd met Setup-Assistent
•
Handleiding op cd
Setup-Assistent
Met de meegeleverde Setup-Assistent software is het installeren
van de router erg eenvoudig. Hiermee hebt u uw router binnen
een paar minuten aan de praat. Om de Setup-Assistent te kunnen
gebruiken moet uw Windows 2000- of XP-computer rechtstreeks zijn
aangesloten op de ADSL-lijn en moet de internetverbinding tijdens de
installatieactief en operationeel zijn Is dat niet het geval, ga dan te
werk volgens het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” in deze
handleiding om uw router te configureren. Bovendien dient u, als u
gebruik maakt van een ander besturingssysteem dan Windows 2000,
XP, Vist of Mac OS X v10.x, de router in te stellen aan de hand van
het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” in deze handleiding.
18
Uw modem/router aansluiten en configureren
Stap 1
A.
Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding
Haal uw nieuwe router uit de verpakking en zet hem naast uw
computer. Zet de antennes van de router in verticale stand.
1.1 Installatiemethode als u geen bestaande modem/router
computer
B.
modem router
C.
Pak de gele RJ45-kabel die met uw
router is meegeleverd. Sluit eerst het
ene uiteinde van deze kabel aan op
een gele poort aangeduid met “to
Wired Computers” (naar bedrade
computers) op de achterkant van uw
router. Sluit vervolgens het andere
uiteinde aan op de netwerkpoort aan
de achterkant van uw computer.
Pak de meegeleverde RJ11telefoonkabel. Sluit het ene uiteinde
aan op de grijze poort die wordt
aangeduid met “to ADSL” aan de
achterkant van uw router. Sluit
vervolgens het andere uiteinde aan
op de ADSL-aansluiting (op een
aansluiting aan de wand of op een
ADSL-splitter).
Let op: Sommige ADSL-aansluitingen
vereisen een microfilter. Uw ADSLprovider kan u vertellen of u een
microfilter nodig hebt. Belkin levert
een microfilter mee met het product
in die regio’s waarin ze doorgaans
nodig zijn. Mogelijk bevat de
verpakking van deze router een
microfilter.
19
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
vervangt
Volg deze stappen als u nog geen modem hebt. Indien u een
bestaand modem vervangt, ga dan verder bij op pagina 20 bij
“Een bestaande modem of modem/router vervangen”.
1
Uw modem/router aansluiten en configureren
D.
Sluit de voedingsadapter van uw
router aan op de zwarte poort die
wordt aangeduid met “Power”,
aan de achterkant van de router.
E.
Het kan 20 seconden duren
voordat uw router is opgestart.
Kijk naar het display aan de
voorzijde van de router. De
pictogrammen “Wired” (bedraad)
en “Modem/Router” moeten blauw
oplichten. Als dit niet het geval is,
controleer dan de verbindingen.
1.2 Een bestaande modem of modem/router vervangen
Volg deze stappen als u nu al een modem of een modem/router
gebruikt en u deze wilt vervangen door uw nieuwe router van
Belkin.
computer
modem router
A.
Haal uw nieuwe router uit de
verpakking en zet hem naast uw
computer. Zet de antennes van de
router in verticale stand.
20
Connecting and Configuring your Modem Router
B.
D.
E.
Sluit de voedingsadapter van uw
router aan op de zwarte poort die
wordt aangeduid met “Power”,
aan de achterkant van de router.
Het kan 20 seconden duren
voordat uw router is opgestart.
Kijk naar het display aan de
voorzijde van de router. De
pictogrammen “Wired” (bedraad)
en “Modem-Router” moeten
blauw oplichten. Als dit niet
het geval is, controleer dan de
verbindingen.
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
C.
Lokaliseer de kabel die uw
oude modem met uw computer
verbindt. Koppel die kabel los
van uw oude modem en sluit hem
aan op de gele poort, aangeduid
met “to Wired Computers” (naar
bedrade computers) aan de
achterkant van uw nieuwe router.
Zoek de kabel op die uw
oude modem met de ADSLwandaansluiting verbindt. Maak
deze kabel los van uw oude
modem en sluit hem aan op
de grijze poort, aangeduid met
“to ADSL” (naar ADSL) aan de
achterkant van uw nieuwe router.
Uw modem/router aansluiten en configureren
Stap 2
Installeer de router – Gebruik de Setup-Assistent Software
A.
Sluit alle programma’s af die momenteel op uw computer geopend
zijn.
Schakel op uw computer alle
software voor firewalls of het delen
van een internetverbinding uit.
B.
Plaats de cd in het cd-romstation
van uw computer. De Setupassistent zal binnen 15 seconden
automtisch op uw beeldscherm
verschijnen. Klik op “Setup
Assistant” om de Setup_Assistent
te starten. Volg de instructies op
het scherm.
BELANGRIJK: Draai de Setup-Assistent op de computer die
rechtstreeks is aangesloten op de router (Stap 1.1B).
Opmerking voor Windowsgebruikers: Als de SetupAssistent niet automatisch
opstart, selecteer dan uw cdromstation onder “My computer”
(Deze computer) en dubbelklik
op het bestand met de naam
“SetupAssistant” om de SetupAssistent te starten.
22
Connecting and Configuring your Modem Router
Selecteer een land
Selecteer uw land in het dropdownmenu. Klik op “Begin” (Beginnen) om
door te gaan.
1
2
3
Bevestigingsscherm
Bevestig dat u alle stappen uit de
beknopte installatiehandleiding hebt
doorlopen door het vakje naast de
pijl aan te vinken. Klik op “Next”
(Volgende) om verder te gaan.
Voortgangsscherm
Er zal een voortgangsscherm
verschijnen zodra er een stap in de
installatie is afgerond.
5
6
7
8
9
10
23
Hoofdstuk
4
Uw modem/router aansluiten en configureren
2.1 Controle van de instellingen
De Setup-Assistent controleert
nu de netwerkinstellingen van
uw computer en verzamelt de
informatie die benodigd is voor
het voltooien van de verbinding
van de router met het Internet.
2.2 Controle van de
hardwareverbindingen
De Setup-Assistent controleert nu
de hardwareverbindingen.
2.3 Naamgeving van uw draadloze
netwerk
De Setup-Assistent zal de
standaard naam (of Service
Set Identifier (SSID)) voor een
draadloos netwerk weergeven.
De SSID is de naam van het
draadloze netwerk waarmee
uw computer of apparaten met
draadloze netwerkadapters
verbinding zullen maken. U kunt
de standaard naam gebruiken
of ervoor kiezen de naam te
wijzigen. Noteer deze naam
ergens, zodat u weet welke naam
u hebt gekozen.
Indien de router in de “High
Speed Mode” kan werken, zal
deze optie aangevinkt zijn. U kunt
deze functie later uitschakelen
door de bandbreedteschakelaar
te gebruiken (zie pagina 48 van
deze handleiding). Klik op “Next”
(Volgende) om verder te gaan.
24
Connecting and Configuring your Modem Router
2.4 Internetaccountinformatie
opvragen (indien nodig)
Selecteer uw land of provider in
het dropdown-menu.
1
2
3
Indien uw internetaccount een
gebruikersnaam en wachtwoord
vereist, verschijnt er een
scherm als op de onderstaande
afbeelding. Klik op “Next”
(Volgende) om verder te gaan.
2.5 Configuratie van de router
De Setup-Assistent zal nu uw
router configureren door gegevens
naar de router te versturen en
hem te herstarten. Daarna hoeft
u slechts de aanwijzingen op uw
scherm te volgen.
Let op: U mag tijdens het
herstarten van de router de kabels
of de voeding niet ontkoppelen.
Als u dit wel zou doen, kan de
router onbruikbaar worden.
2.6 Controle van de
Internetverbinding
U bent bijna klaar. De SetupAssistent controleert nu de
verbinding met het internet.
25
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
4
Uw modem/router aansluiten en configureren
Gefeliciteerd
De installatie van uw nieuwe router van Belkin
is klaar. Dit scherm zal verschijnen als uw
router verbinding heeft kunnen maken met het
Internet. U kunt nu op het internet gaan surfen
door uw browser te openen en websites te
bezoeken.
U kunt de Setup-Assistent gebruiken voor het
instellen van uw andere bedrade en draadloze
computers zodat deze ook verbinding kunnen
maken met het internet. Als u dit wilt doen,
klik dan op “Next” (Volgende). Als u pas later
computers wilt toevoegen, selecteer dan
“Finish—return to Main Menu” (Beëindigen
- terugkeren naar het hoofdmenu) en klik op
“Next” (Volgende).
Problemen oplossen
Als de Setup-Assistent geen verbinding met
het Internet tot stand kan brengen, zal het
links afgebeelde scherm verschijnen. Volg de
aanwijzingen op het scherm om de oorzaak
van het probleem te achterhalen.
2.7 Optioneel: Assistentie bij het
aansluiten van andere computers.
Deze optionele stap helpt u bij het
aansluiten van extra bedrade en
draadloze computers op uw netwerk.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Zodra u hebt gecontroleerd of uw andere
bedrade en draadloze computers correct zijn
aangesloten, is uw netwerk klaar voor gebruik.
U kunt nu op surfen op het Internet. Klik op
“Next” (Volgende) om terug te gaan naar het
hoofdmenu.
26
Connecting and Configuring your Modem Router
Stap 3
Beveiliging van uw draadloze netwerk instellen – Start
de Security Assistent (Beveiligingsassistent)
BELANGRIJK: Start de Setup-Assistent op de computer die
rechtstreeks is aangesloten op de router (Stap 1.1B en 1.12B.).
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voortgangsscherm
Er zal een voortgangsscherm
verschijnen zodra er een stap is
afgerond.
27
Hoofdstuk
Nu u uw netwerk hebt opgezet en alles werkt, raden wij u aan uw
draadloze netwerk te beveiligen om ongeautoriseerde toegang tot uw
netwerk van andere draadloze computers in de omgeving onmogelijk
te maken. De beveiligingsassistent begeleidt u in het proces. Klik op
“Security Assistant” (Beveiligingsassistent) en volg de aanwijzingen
op uw beeldscherm.
1
Uw modem/router aansluiten en configureren
3.1 Een beveiligingstype kiezen
Selecteer het type beveiliging
voor uw draadloze netwerk en klik
op “Next” (Volgende) om door te
gaan.
3.2 Een netwerksleutel creëren
Voer een netwerksleutel (PSK) in
voor uw draadloze netwerk en klik
vervolgens op “Next” (Volgende)
om verder te gaan.
3.3 De sleutel overzetten
Zodra u de draadloze beveiliging
hebt ingesteld, dient u de
netwerksleutel over te zetten naar
elk van de draadloze computers.
Klik op “Transfer Key” (Sleutel
overzetten) indien u over een
USB flash drive beschikt. Volg
de instructies op het scherm of
klik op “Print” (Afdrukken) om
de informatie uit te printen. Voer
de sleutel handmatig in op elke
draadloze computer. Klik op
“Next” (Volgende) om verder te
gaan.
28
Connecting and Configuring your Modem Router
3.4 Verbinding controleren
Gefeliciteerd
Zodra u hebt gecontroleerd of uw
andere draadloze computers correct
zijn aangesloten, is uw netwerk klaar
voor gebruik. U kunt nu op een veilige
manier draadloos gebruik maken van
de apparatuur binnen uw netwerk. Klik
op “Finish” (Beëindigen) om terug te
gaan naar het hoofdmenu.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
29
Hoofdstuk
Indien all uw draadloze computers
verbinding kunnen maken met
de router, klikt u op “Next”
(Volgende). Indien u problemen
ondervindt, selecteert u “I had
problems with at least one
computer” (Ik ondervond met ten
minste één computer problemen)
en klikt u op “Next” (Volgende).
Volg de aanwijzingen op het
scherm.
1
Alternatieve installatiemethode
Stap 1
Hardware aansluiten – Volg de aanwijzingen in de beknopte installatiehandleiding
Zie de beknopte installatiehandleiding of de aanwijzingen onder Stap
1: Hardware aansluiten, in het vorige hoofdstuk.
Stap 2
De netwerkinstellingen van uw computer configureren
voor samenwerking met een DHCP-server
Raadpleeg voor instructies het hoofdstuk “Netwerkinstellingen
handmatig configureren” in deze handleiding.
Step 3
De router configureren met behulp van de geavanceerde
web-based gebruikersinterface
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de
geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router. Typ in
uw browser het getal “192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en
zonder “http://” of “www” ervoor). Druk vervolgens op “Enter”.
30
Alternatieve installatiemethode
1
Inloggen op de router
2
3
4
5
6
7
8
Router uitloggen
Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de
instellingen van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft
ingelogd om wijzigingen aan te brengen, zijn er twee manieren om
uit te loggen. Wanneer u op de knop “Logout” (Afmelden) klikt, wordt
de computer uitgelogd. De tweede methode werkt automatisch. Na
een vooraf ingegeven tijdsduur eindigt de inlogtijd. De standaard
inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze kan worden gewijzigd van
1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het onderdeel in deze
handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”.
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced
User Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. Deze
homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de
instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie
zijn vanaf deze pagina bereikbaar.
31
9
10
Hoofdstuk
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze
homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken.
Om de instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u
klikt op de de “Login”-knop of op één van de links op de homepage
gaat u naar het inlogscherm. De router wordt geleverd zonder
vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het
inlogscherm blanco en klik op de knop “Submit” (Verzenden) om in te
loggen.
Alternatieve installatiemethode
(6)
(13)
(2) (3) (4)
(5)
(8)
(7)
(9)
(1)
(10)
(11)
(12)
1.
Snelkoppelingen
2.
Homeknop
3.
Help-knop
4
U kunt rechtstreeks naar elke willekeurige pagina van de gebruikersinterface
van de router gaan door rechtstreeks op een van deze koppelingen te klikken.
Om het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de
koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd op
tabbladen. Door te klikken op de paarse koptekst van een tabblad krijgt u een
beknopte beschrijving van de functie van het tabblad.
De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface. Met
een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage.
Via de helpknop kunt u de helppagina’s van de router openen. Op veel
pagina’s kunt u ook om hulp vragen met een klik op “More Info” (Meer
informatie).
Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u in- en uitloggen op de router. Wanneer u
bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op de router
in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u een wachtwoord
moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u wijzigingen aanbrengen in de
instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, kunt
u uitloggen door te klikken op de knop “Logout” (Afmelden). Meer informatie
over inloggen op de router vindt u in het hoofdstuk “Inloggen op de router”.
32
Alternatieve installatiemethode
5.
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de
verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator in blauw
“Connected” (Verbinding gemaakt) aangeeft, is de router verbonden met
het internet. Wanneer de indicator met een rood lampje “No Connection”
(Geen verbinding) aangeeft, heeft de router geen verbinding met Internet
tot stand gebracht. De indicator wordt automatisch aangepast wanneer u
wijzigingen aanbrengt in de instellingen van de router.
Knop voor Verbinding maken/Verbinding verbreken
Gebruik deze knoppen voor het handmatig tot stand brengen van een
ADSL-verbinding of het verbreken van de ADSL-verbinding.
7.
Taal
8.
Versie-informatie
9
Toont de ingestelde taal voor de geavanceerde gebruikersinterface.
Selecteer de gewenste taal door te klikken op een van de beschikbare
talen.
Toont de firmware-versie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
LAN Settings (LAN-instellingen)
Toont u de instellingen van de LAN-kant van de router. U kunt deze
instellingen wijzigen door op een van de links (IP Address, Subnet Mask,
DHCP Server) te klikken of door op de LAN-snelnavigatiekoppeling aan de
linkerzijde van het scherm te klikken.
10. Internet Settings (Internetinstellingen)
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen door
te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/WAN”
snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
11. Kenmerken
Hiermee wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze
functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op
een van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen
aan de linkerzijde van het scherm.
12. ADSL-gegevens
Toont de ADSL-status evenals de overdrachtssnelheden.
13. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LANinstellingen).
33
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
6.
1
Internetstatusindicator
Alternatieve installatiemethode
Stap 4
De router configureren voor verbinding met uw Internet
Service Provider (ISP).
Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo in dat deze
verbinding kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan
met vrijwel elke Internetserver verbinding maken mits u de instellingen
van de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw provider
gebruikt. Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om
de router te configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft
verstrekt, klikt u op “Connection Type” (Verbindingstype) (A) links op
het scherm. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt. Als uw ISP
u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u door op “DNS” (B) te klikken
DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen
vereisen. Door te klikken op “MAC Address” (MAC-adres) (C) kunt
u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek WAN
MAC-adres invoeren als uw ISP dat vereist. Als u klaar bent met
het bepalen van de instellingen, laat de Internetstatusindicator de
tekst “Connection OK” (Verbinding OK) zien, als uw router correct is
geïnstalleerd.
(A)
(B)
(C)
34
Alternatieve installatiemethode
1
Type verbinding
Op de pagina “Connection Type” (Type verbinding) kunt u een van
deze vijf verbindingstypes selecteren, gebaseerd op de informatie die
door uw Internet Service Provider is verstrekt.
2
•
PPPoE
3
•
PPPoA
•
Dynamic/Fixed IP (1483 Bridged) (Dynamisch/vast IP (1483
overbrugd))
•
Static IP (IPoA) (Statisch IP (IPoA))
•
Modem Only (Disable Internet Sharing) (Alleen modem (internet
delen uitschakelen))
5
6
7
8
9
(1)
10
35
Hoofdstuk
Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje
(1) naast uw type verbinding te klikken en dan te klikken op “Next”
(Volgende) (2).
4
Alternatieve installatiemethode
Setting your ISP Connection Type to PPPoE or PPPoA
PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet) is the standard method
of connecting networked devices. Een gebruikersnaam en wachtwoord
zijn vereist om toegang tot het netwerk van uw ISP te verkrijgen en om
een verbinding met Internet tot stand te kunnen brengen. PPPoA (PPP
over ATM) is vergelijkbaar met PPPoE, maar wordt voornamelijk in het
Verenigd Koninkrijk gebruikt. Selecteer PPPoE of PPPoA en klik op
“Next” (Volgende). Voer vervolgens de informatie in die u van uw ISP
gekregen hebt en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om
de instellingen te activeren.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
1.
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in. (Toegekend door uw
Internet Service Provider (ISP).
2.
Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. (Toegekend door uw ISP.
3.
Typ het wachtwoord opnieuw in - Bevestig het wachtwoord.
(Toegekend door uw ISP.
4.
VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en
de Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP).
5.
Encapsulatie - Selecteer het encapsulatietype (verstrekt door uw
ISP) om aan te geven hoe meerdere protocollen verwerkt moeten
worden bij de ATM-transportlaag.
VC-MUX: PPPoA Virtual Circuit Multiplexer (null encapsulation) laat
slechts een protocol per virtual circuit toe, met minder overheads.
LLC: PPPoA Logical Link Control staat meerdere protocollen toe op
een virtueel circuit (meer overhead).
36
Alternatieve installatiemethode
6.
MTU - Voer de MTU-waarde (Maximum Transmission Unit) in voor uw ISP.
7.
Uitschakelen na x minuten zonder activiteit - Selecteer het vakje en
geef het aantal minuten op waarna de modem/router de verbinding moet
verbreken als er gedurende die periode geen activiteit is geweest. Nadat
deze tijd is verstreken, zal de verbinding verbroken worden.
2
3
4
5
Uw type internetverbinding instellen op Dynamic IP (1483 Bridged
(overbrugd))
6
Deze verbindingsmethode verbindt uw netwerk met dat van uw provider. Aan de
router zal automatisch een IP-adres worden toegekend door de DHCP-server van
uw provider.
7
8
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
Voor gebruik van een Dynamisch IP:
1. VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de
2.
Virtual Circuit Identifier (VCI) in. Deze gegevens worden door uw provider
verstrekt.
Encapsulatie - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk van wat uw ISP
gebruikt.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw instellingen op
te slaan en te activeren. Om de oorspronkelijke instellingen te herstellen,
voordat u opslaat, klikt u op “Clear Changes” (Wijzigingen wissen). U kunt
ook op een van de snelnavigatiekoppelingen klikken voor meer opties.
Uw nieuwe instellingen zullen niet worden opgeslagen, tenzij u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) klikt.
37
9
10
Hoofdstuk
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw instellingen
op te slaan en te activeren. Om vóór het opslaan naar de oorspronkelijke
instellingen terug te gaan, klikt u op “Clear Changes” (Wijzigingen ongedaan
maken). Voor andere opties kunt u ook op de snelnavigatiekoppelingen
klikken. Uw nieuwe instellingen worden niet opgeslagen tenzij u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) klikt.
1
Alternatieve installatiemethode
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Voor gebruik van een Dynamisch IP:
1.
IP toegekend door ISP - Selecteer “No” (Nee) indien uw ISP wil
dat u een vast IP gebruikt.
2.
IP-adres - Voer het IP-adres in dat u van uw ISP gekregen hebt
3.
Subnetmasker - Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker in.
4.
Standaard gateway - Voer het standaard gateway IP-adres in dat
u van uw ISP hebt gekregen.
5.
VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI)
en de Virtual Circuit Identifier (VCI) in. Deze gegevens worden
door uw provider verstrekt.
6.
Encapsulatie - Selecteer LLC of VC MUX, afhankelijk van wat uw
voor de WAN-interface van de router.
ISP gebruikt.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw
instellingen op te slaan en te activeren. Om vóór het opslaan naar
de oorspronkelijke instellingen terug te gaan, klikt u op “Clear
Changes” (Wijzigingen ongedaan maken). Voor andere opties
kunt u ook op de snelnavigatiekoppelingen klikken. Uw nieuwe
instellingen zullen niet worden opgeslagen, tenzij u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) klikt.
38
Alternatieve installatiemethode
Het verbindingstype van uw provider instellen op Static IP (IPoA)
(Statisch IP (IPoA)).
Dit type verbinding wordt ook wel “Classical IP over ATM” of
“CLIP” genoemd. Hierbij voorziet uw ISP u van een vast IP voor de
verbinding van uw router met het Internet.
1
2
3
4
5
6
7
8
1.
WAN IP-adres - Voer het IP-adres in dat u van uw provider
2.
3.
Subnet Mask - Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker in.
Gebruik het standaard gateway-adres - Voer een standaard
gekregen hebt voor de WAN-interface van de router.
4.
5.
gateway IP-adres in. Indien de router binnen het lokale netwerk
geen bestemmingsadres kan vinden, zal hij de pakketten
doorsturen naar de standaard gateway die uw ISP heeft
toegekend.
VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI)
en de Virtual Circuit Identifier (VCI) in. Deze gegevens worden
door uw provider verstrekt.
Encapsulatie - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk van wat uw
ISP gebruikt.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw
instellingen op te slaan en te activeren. Om vóór het opslaan naar
de oorspronkelijke instellingen terug te gaan, klikt u op “Clear
Changes” (Wijzigingen ongedaan maken). Voor andere opties
kunt u ook op de snelnavigatiekoppelingen klikken. Uw nieuwe
instellingen zullen niet worden opgeslagen, tenzij u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) klikt.
39
9
10
Hoofdstuk
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Alternatieve installatiemethode
Het verbindingstype instellen op Modem Only
(Disable Internet Sharing) (Modem alleen (Internet delen deactiveren))
In deze modus fungeert de router uitsluitend als brug voor de overdracht van
pakketten via de DSL-poort. Om een verbinding met het Internet tot stand
te kunnen brengen, moet echter wel extra software op uw computer worden
geïnstalleerd.
(2)
(3)
1.
Enable Bridge Service (Bridge (Brug) service activeren) - Selecteer deze
optie als u de bridge service wilt activeren.
2.
VPI/VCI - Voer de parameters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de
Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP.)
3.
Encapsulatie - Selecteer LLC of VC MUX, afhankelijk van wat uw ISP
gebruikt.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw
instellingen op te slaan en te activeren. Om vóór het opslaan naar de
oorspronkelijke instellingen terug te gaan, klikt u op “Clear Changes”
(Wijzigingen ongedaan maken). Voor andere opties kunt u ook op
de snelnavigatiekoppelingen klikken. Uw nieuwe instellingen zullen
niet worden opgeslagen, tenzij u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) klikt.
40
Alternatieve installatiemethode
Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen
2
3
4
5
6
7
8
(1)
(2)
41
9
10
Hoofdstuk
Een Domain Name Server is een server op het internet die URL’s
(Universal Resource Locaters) als “www.belkin.com” in IP-adressen
vertaalt. De meeste providers verlangen niet van u dat u deze
informatie in de router invoert. Het vakje “Automatic from ISP”
(Automatisch van provider) (1) moet zijn aangevinkt als uw provider
u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP
gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een
secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding
correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE
gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat
het vakje behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van
ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren,
verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en vult u
uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te
slaan.
1
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens en niet iets anders als “http://” of
“www” ervoor) en druk vervolgens op de entertoets.
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router.
LAN-instellingen bekijken
Als u klikt op de header van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van de LANtab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de instellingen
te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen, klikt u op “LAN Settings”
(LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten
computers, klikt u op “DHCP Client List” (3).
(1)
(2)
(3)
42
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-configuratie van de
router bekijken en aanpassen.
2
3
(1)
(2)
(3)
(5)
(6)
5
6
7
8
1.
IP-adres
Het IP-adres is het interne IP-adres van de router. Het standaard
IP-adres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface
te openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen.
U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen,
typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een nietrouteerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een
niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2.
Subnetmasker
Het subnetmasker hoeft niet te worden veranderd. Dit is een unieke,
geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt
u het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets
aan het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden
hebt. De standaardinstelling is “255.255.255.0”.
43
9
10
Hoofdstuk
(4)
4
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
3.
DHCP Server
De DHCP-serverfunctie maakt de setup van een netwerk bijzonder
makkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IPadres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om dit te
doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig een statisch
IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen, selecteert u “Off”
(Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
4.
IP Pool
Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor dynamische
toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw
begin- en eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch
toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt
specificeren die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij
50 begint, betekent dit dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet
van 100 cliënten niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een
lagere waarde hebben dan het eind-IP-adres.
5.
Lease Time
De tijd dat de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart.
Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). Ook de
standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de
DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde
computer nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden
zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de gespecificeerde
tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde
computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u één van de
andere geavanceerde functies van de router heeft ingesteld zoals DMZ
of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van het IP-adres. Daarom is
het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt wijzigen.
6.
Lokale domeinnaam
De standaard instelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet
te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het
netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
44
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken
U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients”
(cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1)
van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer
er één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres (3) van de
computer’s netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh”
(Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn
gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt.
(2)
2
3
4
5
(3)
6
(4)
7
8
9
10
Uw draadloze netwerk configureren
Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen
aanbrengen in de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit
tabblad kunt u de naam van het draadloze netwerk (SSID), het
gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen wijzigen. U kunt de
router hier ook voor gebruik als accesspoint configureren.
45
Hoofdstuk
(1)
1
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Wijziging van de naam van het draadloze netwerk (SSID)
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die
bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw
netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin N Wireless”
gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. Uw netwerknaam
ziet er ongeveer als volgt uit: “Belkin_N_Wireless_123456”. U kunt deze
naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten.
Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en er andere
draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe naam van uw
netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken. Als u de SSID
wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in (1)
en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2). De verandering
gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloos
werkende computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te
kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw
draadloze netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering
moet aanbrengen.
(1)
(2)
Let op: Wij raden u aan regelmatig te controleren of er firmware-updates
voor de router beschikbaar zijn. Dit kunt u doen via de pagina “Utilities >
Firmware update”. Nieuwere firmware kan bijvoorbeeld bepaalde problemen
oplossen, extra functies toevoegen en/of de draadloze prestaties verhogen
(zie bladzijde 69).
46
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
Het draadloze kanaal wijzigen
Er zijn een aantal kanalen waaruit u kunt kiezen - in totaal 13 in de meeste
Europese landen en Australië. In andere landen gelden andere normen. Uw
router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn op de juiste kanalen voor het
land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd.
Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk
op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken.
Uitbreidingskanaal
Gebruik maken van de schakelaar voor draadloze modi
3
4
5
6
Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te
stellen. Er zijn drie beveiligingsmodi:
7
Opmerking: Bij sommige modi dient u eerst de firmware bij te werken voor
ze geactiveerd kunnen worden.
8
1) Off (Uit)
In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld
waardoor er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden
opgenomen. Het uitschakelen van de draadloze functie van uw router
is een uitstekende manier om uw netwerk te beveiligen als u wat langer
van huis bent dan normaal, of als u gedurende een bepaalde periode
geen gebruik wilt maken van deze functie.
2) 802.11g
Als uw router gebruik maakt van deze modus, kunnen zowel
802.11g- als 802.11b-apparaten onderdeel uitmaken van het
netwerk. Uitsluitend N/draft (concept) 802.11n-apparaten zullen met
de snelheden van 802.11g werken.
3) 802.11b & 802.11g & 802.11n
Als u de router op deze modus instelt, kunnen voor N/concept
802.11n, 802.11g en 802.11b geschikte apparaten het netwerk
vinden.
4) 802.11n
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen
N/draft 802.11n-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het
netwerk. 802.11g- en 802.11b-apparaten kunnen dan niet in het
netwerk worden opgenomen.
47
9
10
Hoofdstuk
De IEEE 802.11n draft specificatie maakt het gebruik van een tweede
kanaal mogelijk om de bandbreedte te verdubbelen (zie “Gebruik maken
van de bandbreedteschakelaar” op de volgende bladzijde). Er zal een
uitbreidingskanaal worden getoond bij gebruik van de 40MHz-modus (zie
“Gebruik maken van de draadloze-modusschakelaar”). Indien nodig kan dit
adres worden gewijzigd.
2
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Gebruik maken van de bandbreedteschakelaar
Deze schakelaar stelt u in staat de bandbreedte-modi van de draadloze router in
te stellen. Er zijn verschillende modi beschikbaar:
1) 20MHz/40MHz
Als u uw router op deze modus instelt, kan tussen een werking met 20MHzbandbreedte en 40MHz-bandbreedte gekozen worden. Deze modus maakt
40MHz-werking mogelijk ten behoeve van optimale snelheden voor N, draft
802.11n-apparaten als de omstandigheden dat toelaten. Bij aanwezigheid
van een 802.11g accesspoint dat een nabijgelegen kanaal bezet, zal de
router automatisch overschakelen op 20MHz-werking om de compatibiliteit te
optimaliseren. Zet de router in deze modus voor hogere prestaties.
2) 20MHz
Als u uw router op deze modus instelt, is alleen een 20MHz-bandbreedte
beschikbaar. Deze modus is geschikt voor apparaten die voldoen aan
N, concept 802.11n, 802.11g en 802.11b maar halveert de beschikbare
bandbreedte voor N, concept 802.11n-apparaten. Soms kunt u bepaalde
draadloze problemen oplossen door de bandbreedte op “20MHz only” in te
stellen. Dit is de standaard modus voor de router.
Gebruik maken van de Broadcast SSID-functie
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw
netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen
voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze
netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen, maakt u het vakje naast
“Broadcast SSID” (SSID uitzenden) leeg en klikt u vervolgens op “Apply changes”
(Wijzigingen aanbrengen). De verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer
moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met uw specifieke SSID;
een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de
handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze
verandering moet aanbrengen.
Protected Mode-schakelaar
De Protected-modus zorgt voor een goede werking van de N, draft 802.11napparaten binnen uw draadloze netwerk wanneer er ook 802.11g- of 802.11bapparaten aanwezig zijn, of wanneer er in de bedrijfsomgeving sprake is van
veel 802.11g- of 802.11b-verkeer. Maak gebruik van de Protected-modus als
uw netwerk bestaat uit een combinatie van draadloze N kaarten van Belkin en
802.11g of 802.11b-kaarten. Als u zich in een omgeving bevindt met weinig of
geen ander draadloos 802.11g of 802.11b netwerkverkeer, zullen uw draadloze N
producten het best presteren als de Protected-modus is uitgeschakeld. Als er in
een omgeving VEEL 802.11g- of 802.11b-verkeer, of interferentie, is, dan zullen
de beste prestaties worden bereikt als u de Protected-modus hebt ingeschakeld.
Zo voorkomt u dat de prestaties van uw draadloze N apparatuur teruglopen.
48
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
802.11e/WMM (Wi-Fi ® Multimedia) QoS
WMM dat gebaseerd is op 802.11e QoS (Quality of Service) geeft voorrang
aan belangrijke data op uw netwerk als multimediamateriaal en voice-overIP (VoIP) om storing van deze data door andere data die door uw netwerk
stromen te voorkomen. U bereikt met deze functie de beste prestaties
als andere draadloze apparaten als Wi-Fi-telefoons en draadloze laptops
eveneens WMM ondersteunen.
De beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen
Systeemvereisten voor WPA2
BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al
uw computers en netwerkadapters geüpgraded zijn en beschikken
over stuurprogramma’s en software die WPA2 ondersteunen. U kunt
gratis beveiligingspatches van Microsoft ® downloaden. Deze patches
werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2)
kan via http://support.microsoft.com/kb/826942 gratis een bestand
van Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless
Protected Access (KB 826942)” gedownload worden.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis
download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB971021). De
update kunt u downloaden van:
http://support.microsoft.com/kb/917021
BELANGRIJK: U dient ook te controleren of al uw draadloze
netwerkkaarten/adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste
stuurprogramma’s gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste
draadloze netwerkkaarten van Belkin is er een stuurprogramma-update
beschikbaar op de website van Belkin: www.belkin.com/networking.
49
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Uw router is uitgerust met de nieuwste beveiligingsstandaard Wi-Fi
Protected Access 2 (WPA2). Tevens wordt WEP (Wired Equivalent
Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een
draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken,
dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om
de beveiligingsinstellingen te wijzigen, klik op “Security” (Beveiliging) op
het tabblad “Wireless” (Draadloos).
De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is
de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard Dit
maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en extra krachtige Advanced
Encryption Standard (AES) encryptietechnieken worden gecombineerd.
1
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
WPA/WPA2-Personal (PSK) instellen
Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal
(PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2Personal (PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in
een woonomgeving terwijl WPA2-Enterprise (RADIUS) doorgaans
wordt geïmplementeerd in werkomgevingen waarin een externe
radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert naar alle
cliënten. Deze handleiding zal zich voornamelijk richten op WPA2Personal (PSK) gebruik. Raadpleeg deze handleiding voor meer
informatie over beveiliging van draadloze netwerken en verschillende
beveiligingsmethoden.
1.
Nadat u uw router hebt geïnstalleerd, gaat u naar de pagina
“Security” (Beveiliging) onder “Wireless” (Draadloos) en selecteert
u “WPA/WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security
Mode” (Beveiligingsmodus).
2.
Voor “Authentication” (Verificatie), selecteert u “WPA-PSK”,
“WPA2-PSK” of “WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet
voor al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. “WPA-PSK + WPA2PSK” modus stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die
gebruik maken van WPA- of WPA2-beveiliging.
3.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze
cliënten hetzelfde zijn.
4.
Voer uw “pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot
63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij
al uw draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK
kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken
nu aan al uw draadloze cliënten deze instellingen toe.
50
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
2
3
4
5
7
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet
zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die
een verbinding met de router mogelijk maken.
WPA-beveiliging instellen
Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, dienen uw
netwerkkaarten uitgerust te zijn met software die WPA ondersteunt. Op
het tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiligingspatch van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch
werkt uitsluitend met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt
gebruik van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel.
Een pre-shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 39 tekens
lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie
van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van
dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de
modus die doorgaans gebruikt wordt in woningen.
51
8
9
10
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
WPA-PSK instellen
1.
Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security
Mode” (Beveiligingsmodus).
2.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3.
Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 39
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al
uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
52
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
WEP-encryptie-instellingen bepalen
Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase”
(meervoudig wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple® AirPort®.
Om encryptie te configureren voor uw Mac-computer, stelt u de
encryptie in met behulp van de handmatige methode beschreven in het
volgende gedeelte.
Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
2.
Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt
geselecteerd, kunt u de WEP-sleutel opgeven door de
hexadecimale waarden handmatig in te typen op de daarvoor
bestemde plaats of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig
wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken
op “Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te
creëren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn
ingesteld.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
3.
De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van
uw draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord
worden geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze
netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering
moet aanbrengen.
53
Hoofdstuk
1.
1
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van
A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die
kunnen worden opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128bits sleutels hebben een lengte van 26 karakters en kunnen worden
opgedeeld in 13 combinaties van twee tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters
van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze
sleutel om de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze
computers te programmeren.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort
2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen.
Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt
uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64bits encryptie.
54
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Gebruik maken van de accesspoint-modus
Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren
gebruikers worden toegepast. De router kan ook zodanig worden
geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze
modus is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCPserver niet mogelijk. In de accesspoint-modus moet de router worden
geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt
als het overige netwerk waarmee u een bridge (brug) tot stand wilt
brengen. Het standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker
is 255.255.255.0. Deze kunnen naar behoefte worden aangepast.
Zet de AP-modus aan door “Enable” (Activeren) (1) te selecteren
op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen gebruiken als
accesspoint). Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen
veranderen.
2.
Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2).
3.
Sluit een kabel aan op de modempoort van de router en verbind
deze met uw bestaande netwerk.
De router fungeert nu als accesspoint. Om toegang te krijgen tot de
geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router, typt u het
door u gespecificeerde IP-adres in de navigatiebalk van uw browser in.
De encryptie-instellingen, Mac-adressenfiltering, de SSID en het kanaal
kunt u normaal instellen.
(1)
(2)
55
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
1.
1
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u
kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk.
Let op: De filterlijst is alleen van toepassing op draadloze computers. U kunt
instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te
komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het
MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie
“Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer
eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres
van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen.
(1)
(2)
(3)
(4)
Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang krijgen
tot het netwerk
1. Selecteer het keuzerondje voor “Allow” (Toelaten) (1) om te beginnen
met het opstellen van een lijst van computers die u tot het draadloze
netwerk wilt toelaten.
2.
Typ vervolgens in het lege “MAC Address” veld (2), het MAC-adres
in van de draadloze computer die u toegang wilt verlenen tot het
draadloze netwerk en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (3).
3.
Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (4) om te eindigen
56
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
(1)
2
(2)
(3)
(4)
3
4
5
7
Een “Deny Access” (Toegang geweigerd) lijst creëren
De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de
toegang tot het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die
lijst is opgenomen zal de toegang tot het draadloze netwerk
geweigerd worden. Alle andere computers zullen wel toegang
krijgen.
1.
Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren) (1) om een lijst
te kunnen creëren met computers die u geen toegang wilt geven
tot het draadloze netwerk.
2.
Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (2),het Macadres in van de draadloze computer die u geen toegang tot het
draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add”
(Toevoegen) (3).
3.
Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (4) om te
eindigen
57
8
9
10
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Configuratie van de firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
•
IP Spoofing
•
Land Attack Ping of Death (PoD)
•
Denial of Service (DoS)
•
IP met lengte nul
•
Smurf Attack
•
TCP Null Scan
•
SYN flood
•
UDP flooding
•
Tear Drop Attack
•
ICMP defect
•
RIP defect
•
Fragment flooding
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden
om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar
gemaakt waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te
bestaan. Door het uitschakelen van de firewallbescherming is uw
netwerk weliswaar niet volledig weerloos tegen hackeraanvallen maar
toch is beter de firewall ingeschakeld te laten.
58
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Interne forwarding-instellingen configureren
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80),
FTP-server (Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen
naar uw interne netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall
worden beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet)
hen niet bereiken omdat zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van populaire
toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele
server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als uw applicatie
niet in de lijst voorkomt, neem dan contact op met de leverancier van de
applicatie om te bepalen welke poortinstellingen u dient te gebruiken.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
Applicaties kiezen
Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add”
(Toevoegen). De instellingen worden overgebracht naar de eerste
beschikbare regel. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)
om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een applicatie te
verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen
en vervolgens klikt u op “Clear” (Leeg maken).
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het
vak voor de interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die
vrijgegeven moeten worden (met een komma tussen de poorten als u
meer poorten wilt opgeven), selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en
klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern
IP-adres slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door
poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en
uitschakelen. Het is beter de instellingen uit te schakelen wanneer u een
specifieke applicatie niet gebruikt.
59
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Cliënt IP-filters instellen
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet,
e-mail of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt
is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een
groep computers of verschillende computers.
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer
af te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer in de
IP-velden invoeren (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden
het getal “80” in (2). Selecteer “Both” (Beide) (3). Selecteer “Block”
(Blokkeren) (4). U kunt ook “Always” (Altijd) kiezen om de toegang
permanent af te sluiten. Selecteer de begindatum bovenaan (5), de
begintijd bovenaan (6), de einddatum onderaan (7)en de eindtijd (8)
onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9). Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven IPadres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot
het Internet. Opmerking: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone selecteert
onder “Utilities> System Settings> Time Zone”.
(1)
(2)
(3)
60
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren
Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk
buiten de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de
firewall bij een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen
problemen veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in.
De computer in de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET
beschermd tegen hackeraanvallen.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
Om een computer in de DMZ te plaatsen voert u de laatste twee cijfers
van zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren).
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te
activeren. Als u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt
u aangeven aan welk WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul
het WAN IP-adres in waaraan de DMZ-host moet worden gericht, voer
de laatste twee cijfers in van het IP-adres van de DMZ-hostcomputer,
selecteer “Enable” (Activeren) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen).
61
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Gebruik van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische IPadressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor de toegang tot
uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet eenvoudiger is.
DynDNS.org biedt deze service voor een maximum van vijf hostnamen gratis aan
de internetgemeenschap.
De dynamische DNSSM-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver,
maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de bestanden
die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u zich ervan dat
uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt.
Als uw IP-adres verandert kunnen uw vrienden en collega’s u altijd vinden via
yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via
http://www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te
melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Volg de onderstaande
aanwijzingen zodra u geregistreerd bent.
1. Selecteer DynDNS.org in het “DNS Service” dropdown-menu (1).
2. Typ in het veld “User Name” (Gebruikersnaam) uw DynDNS.orggebruikersnaam (2).
3. Typ in het veld “Password” (Wachtwoord) (3) uw DynDNS.org wachtwoord
in.
4. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in
in het veld “Domain Name” (4).
5. Klik op “Update Dynamic DNS” (5) om uw IP-adres te updaten.
Indien het door uw provider aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw
nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit ook
handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (5).
(1)
(2)
(3)
(5)
62
(4)
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder
de naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden.
Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen
van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets
interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op
ICMP-pings van buiten reageert. Dit verhoogt het beveiligingsniveau van
uw router.
2
3
4
5
6
7
8
9
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP
Ping” (ICMP-ping blokkeren) (1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De router reageert nu niet op ICMP-pings.
Hulpprogramma’s
In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende
parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren.
63
10
Hoofdstuk
(1)
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
De router herstarten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms
nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen
van de router worden door opnieuw starten NIET gewist.
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop
“Restart Router” (Router
opnieuw opstarten).
2.
De volgende melding
verschijnt. Klik op “OK”.
3.
De volgende melding
verschijnt. Het
herstarten van de router
kan tot 60 seconden
duren. Tijdens het
herstarten mag u de
netvoeding van de
router niet uitschakelen.
4.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra
de nul bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De
homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Als dat niet gebeurt, typ dan het adres van de router in de
navigatiebalk van uw browser in (standaard = 192.168.2.1).
64
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u
de standaardinstellingen herstelt.
1.
3.
4.
3
4
5
6
De volgende melding
verschijnt. Klik op “OK”.
7
8
De volgende melding
verschijnt. Tot het
herstellen van de
standaardinstellingen
behoort ook dat de
router opnieuw wordt
opgestart. Deze
procedure kan tot 60
seconden duren. Tijdens
het herstarten mag u
de netvoeding van de
router niet uitschakelen.
9
10
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra
de nul bereikt is, zullen de standaardinstellingen van de router
hersteld zijn. De homepage van de router zou nu automatisch
moeten verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van
de router (standaard = 192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw
browser.
65
Hoofdstuk
2.
Klik op de knop
“Restore Defaults”
(Standaard instellingen
herstellen).
2
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
De huidige configuratie opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan.
Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze
later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware
bijwerkt.
1.
Klik op “Save”
(Opslaan). Er gaat een
venster open met de
naam “File Download”
(Bestand downloaden).
Klik op “Save”
(Opslaan).
2.
Een scherm wordt
geopend waarin
u de locatie kunt
selecteren waar u het
configuratiebestand
wilt opslaan. Selecteer
een lokatie. U kunt het
bestand elke naam
geven die u wilt of de
standaardbenaming
“Config” gebruiken.
Zorg ervoor dat u het
bestand een naam geeft
die u later gemakkelijk
kunt terugvinden.
Wanneer u de locatie
en de naam van het
bestand hebt gekozen,
klikt u op “Save”
(Opslaan).
66
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
3.
4.
1
Als het bestand is
opgeslagen ziet u het
afgebeelde scherm. Klik
op “Close” (Sluiten).
2
3
Als het bestand is
opgeslagen ziet u het
volgende scherm.
4
5
Vorige configuratie herstellen
6
7
8
1.
9
Klik op “Save”
(Opslaan). Er gaat een
venster open waarin
u de locatie van het
configuratiebestand
kunt selecteren. Alle
configuratiebestanden
hebben de extensie
“.cfg”. Zoek het
configuratiebestand op
dat u wilt terugroepen
en dubbelklik erop.
10
67
Hoofdstuk
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
2.
U krijgt de vraag of u
wilt doorgaan.
Klik op “OK”.
3.
Er verschijnt een
herinneringsvenster. De
herstelprocedure van
uw configuratiebestand
kan tot 60 seconden in
beslag nemen. Klik op
“OK”.
4.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de
nul bereikt is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De
homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Als dat niet gebeurt, typ dan het adres van de router in de
navigatiebalk van uw browser in (standaard = 192.168.2.1).
68
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
De firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de
router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies
en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe
firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de
firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan
Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u
onmiddellijk nagaan of er nieuwe firmwareversies beschikbaar zijn.
Als u op de knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt
aangegeven dat er geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een
nieuwe versie beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is,
kunt u deze downloaden.
69
Hoofdstuk
(1)
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Een nieuwe firmwareversie downloaden
Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een
nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt
op onderstaande afbeelding.
1.
Om de nieuwe
firmwareversie te
downloaden, klikt u op
“Download”.
Er gaat een venster open
waarin u de locatie kunt
aangeven waar u het
firmwarebestand wilt
opslaan. Selecteer een
lokatie. U kunt het bestand
elke naam geven die u wilt,
of gewoon de standaard
naam gebruiken. Zorg
ervoor dat u het bestand
later ook weer terug kunt
vinden. Zodra u een locatie
hebt geselecteerd, klikt u
op “Save” (Opslaan).
70
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
2.
1
Als het bestand is
opgeslagen ziet u het
afgebeelde scherm.
Klik op “Close”
(Sluiten).
2
3
3. Het downloaden van
4
de firmware is voltooid.
Om de firmware bij te
werken, gaat u te werk
als aangegeven onder
“Firmware van de router
bijwerken”.
5
Firmware van de router bijwerken
1.
2.
Op de pagina
“Firmware Update”
(Firmware bijwerken)
klikt u op “Browse”
(Bladeren). Er gaat
een venster open
waarin u de locatie
van het bijgewerkte
firmwarebestand kunt
selecteren.
7
8
9
10
Ga naar het
firmwarebestand dat
u hebt gedownload.
Selecteer het bestand
door dubbel te klikken
op de bestandsnaam.
Het venster “Update
Firmware” (Firmware
bijwerken) toont nu de
locatie en de naam van
het firmwarebestand
dat u zojuist hebt
geselecteerd. Klik op
“Update” (Bijwerken).
71
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
3.
U krijgt de vraag te zien
of u zeker weet dat u
wilt doorgaan. Klik op
“OK”.
4.
U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de
router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van
de firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op
“OK”.
5.
Op het scherm wordt van 60 seconden naar 0 afgeteld. Zodra de
nul bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De
homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Als dit niet het geval is, typ dan het adres van de router
(standaard = 192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser.
72
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
1
Systeeminstellingen wijzigen
Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw
wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone instellen,
beheer op afstand inschakelen en de NAT-functie van de router aan- en
uitschakelen.
2
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
4
5
6
7
8
9
10
De inlog-timeoutinstelling wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen
waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface
(Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te
lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal
wijzigingen in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna
uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken.
Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10
minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen
wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlogtimeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld
op 10 minuten.
Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de
Advanced Setup-Interface.
73
Hoofdstuk
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord.
Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u
hier een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het
op een veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst
wilt inloggen op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te
stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw
router te gebruiken.
3
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple
Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router
synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok
in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de
aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U
hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om
de klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTPserver in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling.
Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat
de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast
“Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft
niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste
15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het
Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet
zelf instellen.
Beheer op afstand mogelijk maken
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE
SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management”
(Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter
wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het
op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke
internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely
manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u
uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan
krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet
invoeren.
De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor
beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze
methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer
waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP address
can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op
afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U TEN ZEERSTE
AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen wachtwoord
invult, loopt uw router het risico van indringers.
74
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in
staat de “Remote Access Port for Remote Management”-functie te
configureren. De standaard toegangspoort is poort 80.
1
2
3
4
5
UPnP inschakelen/uitschakelen
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die
naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties
mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient
de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te
zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en
UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten
worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UPnP kunnen met de
router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke
wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de
UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt
die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van
UPnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert
eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling”
(UPnP activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te
slaan.
75
7
8
9
10
Hoofdstuk
6
Gebruik maken van de geavanceerde webbased gebruikersinterface
Automatische software-update inschakelen/uitschakelen
Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid
automatisch te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de
firmware en u te waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar
is. Wanneer u inlogt op de geavanceerde interface van de router,
dan gaat de router controleren of er nieuwe software beschikbaar
is. Als er nieuwe firmware gedownload kan worden, wordt u daarvan
op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen de nieuwe versie te
downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee bezig was.
76
Netwerkinstellingen handmatig
configureren
1
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSLmodem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook
gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router
geconfigureerd is voor verbinding met het Internet.
2
3
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Mac OS tot 9.x
1.
Open het “Apple”-menu. Selecteer “Control Panels”
(Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”.
2.
U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet BuiltIn” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown-menu
“Connect via:” (Verbinding maken via) (1).
3.
Naast “Configure”
(Configureren) (2), als
“Manually” (Handmatig)
is geselecteerd, moet
uw router ook worden
geconfigureerd voor
een verbinding met een
statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de
onderstaande tabel.
U dient deze
informatie in de router
in te voeren.
4
5
6
(1)
8
9
10
4.
Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u
“Using DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor
geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te
halen.
5.
Sluit het venster.
Als u iets gewijzigd
hebt, zal het volgende
venster verschijnen.
Klik op “Save”
(Opslaan).
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik met
de router.
77
Hoofdstuk
7
(2)
Netwerkinstellingen handmatig
configureren
Netwerkinstellingen handmatig configureren in Mac OS X
1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren).
2.
Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences”
(Systeemvoorkeuren).
(1)
3.
Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show”
(Tonen) in het netwerkmenu.
(5)
(2)
(3)
(4)
78
Netwerkinstellingen handmatig
configureren
4.
5.
Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure”
(Configureren) (4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using
DHCP” (DHCP gebruiken) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga
dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat “Connect
using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is
geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router
configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp
van uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router
worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP.
Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze
informatie in de router moeten invoeren.
1
2
3
4
5
6
8
9
6.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure”
(Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4)
en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen).
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met
de router.
79
10
Hoofdstuk
7
Netwerkinstellingen handmatig
configureren
Netwerkinstellingen handmatig configureren onder Windows 2000, NT en XP
1.
Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
2.
Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerken inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network”
(Netwerk) (Windows XP).
Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer
“Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu.
3.
4.
In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen
lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop
“Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm:
(1)
(2)
(3)
5.
Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres)
(2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IPverbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal
deze informatie in de router moeten invoeren.
6.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address
automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server
address automatically” (DNS-serveradres automatisch ophalen) (3). Klik op
“OK”.
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
80
Netwerkinstellingen handmatig
configureren
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows
98SE of Me
1.
2.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My
Network Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer
“Properties” (Eigenschappen).
Selecteer “TCP/IP Settings” (TCP/IP Instellingen) voor de
geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal
verschijnen.
(3)
(1)
1
2
3
4
5
6
(2)
8
9
3.
Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd,
moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een
statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U
zal deze informatie in de router moeten invoeren.
4.
Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP
Address” (IP-adres) (3).
5.
Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het
diagram in.
6. Selecteer het tabblad “DNS
Configuration” (DNSconfiguratie) (1). Vul het
DNS-adres/de DNS-adressen
in het diagram in.
7.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u “Obtain IP address
automatically” (IP-adres automatisch ophalen) op het tabblad voor IPadressen. Klik op “OK”.
81
10
Hoofdstuk
7
Aanbevolen instellingen van de
webbrowser
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als u
problemen hebt met het openen van het internet of de geavanceerde via het internet
bereikbare gebruikersinterface, verander dan de huidige instellingen van uw browser
in de aanbevolen instellingen die u in dit hoofdstuk vindt.
Microsoft® Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet Options”
(Internetopties).
2.
In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie keuzemogelijkheden.
“Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken), “Dial whenever
a network connection is not present” (Maak verbinding indien er geen
netwerkverbinding aanwezig is) en “Always dial my default connection” (Altijd
mijn standaardverbinding gebruiken). Als u een keus kunt maken, selecteer dan
“Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt
maken, ga dan naar de volgende stap.
3.
Klik op het scherm “Internetopties” op “Verbindingen” en selecteer “LANinstellingen…”.
82
Aanbevolen instellingen van de
webbrowser
4.
Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
“Automatically detect settings” (Instellingen automatisch
detecteren), “Use automatic configuration script” (Script voor
automatische configuratie gebruiken) en “Use a proxy server”
(Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de
pagina “Internet Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”.
1
2
3
4
5
6
7
“Preferences” (Voorkeurinstellingen).
2.
Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op
“Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”.
In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the
Internet” (Rechtstreekse verbinding met het Internet).
83
8
9
10
Hoofdstuk
Netscape® Navigator® 4.0 of hoger
1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op
Problemen oplossen
De cd met de Setup-Assistent start niet automatisch.
Als de cd-rom de Setup-Assistent niet automatisch kan starten, is de
computer misschien bezig met andere applicaties die de werking van
het cd-romstation storen.
1.
Als het openingsvenster van de Setup-Assistent niet binnen 15
tot 20 seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te
dubbelklikken op het pictogram “My Computer” (Deze computer) op
uw desktop
2.
Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de cd van de
Setup-Assistent is geplaatst om de installatie te starten.
3.
De Setup-Assistent moet binnen een paar seconden starten. Als in
plaats daarvan een venster verschijnt met daarin de bestanden op
de cd, dubbelklik dan op het pictogram “SetupAssistant”.
4.
Als de Setup-Assistent nog steeds niet start, raadpleeg
dan het hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings”
(Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 77 van deze
handleiding) voor een alternatieve installatiemethode.
De Setup-Assistent kan de router niet vinden.
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet kan
vinden tijdens het installeren:
1.
Als de Setup-Assistent er niet in slaagt de router te vinden, kan
het zijn dat er op de computer die probeert verbinding te maken
met het Internet, firewall-software van derden is geïnstalleerd.
Voorbeelden van firewall-software van derden: ZoneAlarm,
BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton
Personal Firewall. Als u dergelijke software op uw computer heeft
geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de juiste wijze
is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de
toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te
schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde
firewall moet u de instellingen van de firewall aanpassen. Zie
de instructies van de producent van uw firewall-software voor
instructies over het configureren van de firewall op een manier die
internettoegang mogelijk maakt.
84
Problemen oplossen
2.
3.
Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het
stopcontact en steek die daarna terug. Controleer of de “router”LED continu (BLAUW) brandt. Is dit niet het geval, controleer dan
of de voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is
aangesloten.
Controleer of er een kabel is aangesloten tussen (1) de
netwerkpoort (Ethernet) aan de achterzijde van de computer
en (2) een van de “to Wired Computers” poorten (poorten die
bedoeld zijn voor het aansluiten van bedrade computers) aan de
achterkant van de router.
Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort
“modem” op de achterzijde van de router.
4.
Kijk wat er gebeurt als u de computer afsluit, opnieuw opstart en
vervolgens de Setup-Assistent weer start.
Als de Setup-Assistent de router nog steeds niet kan vinden,
raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings”
(Netwerkinstellingen handmatig configureren) voor de afzonderlijke
installatiestappen.
Controleer de volgende punten als de Setup-Assistent de router niet
met internet kan verbinden:
1.
Gebruik de in de Setup-Assistent.voorgestelde oplossingen.
2.
Als uw provider een gebruikersnaam en een wachtwoord eist,
controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord
correct hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de
domeinnaam van de provider aan het einde van de naam staan.
Een voorbeeld: “
[email protected]”. Het gedeelte “@mijnisp.
com” van de gebruikersnaam moet u wellicht ook achter uw
gebruikersnaam typen.
Als u nog steeds geen verbinding met internet krijgt, raadpleeg
dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings”
(Netwerkinstellingen handmatig configureren) (pagina 77 van deze
handleiding) voor een alternatieve installatiemethode.
85
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Setup-Assistent kan mijn router niet met internet verbinden
1
Problemen oplossen
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen.
Als u met een draadloze computer geen verbinding met het internet
kunt krijgen, controleer dan de volgende punten:
1.
Kijk naar de lampjes op uw router. Het volgende zou het geval
moeten zijn:
• De “router”-LED zou moeten branden.
• De LED voor “ADSL” moet constant branden en niet knipperen.
• De “internet”-LED moet constant branden en niet knipperen.
• De “wireless”-LED moet constant branden en niet knipperen.
2.
Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram
rechts onderin het scherm.
3.
Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het
type draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van
alle utilities is echter een overzicht van “Available Networks”
(Beschikbare netwerken) - de draadloze netwerken waarmee
verbinding gemaakt kan worden.
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de
oplossing voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met
internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend”
in het hoofdstuk “Problemen oplossen”.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld — ga naar de
probleemoplossing “Ik kan geen draadloze verbinding met het internet
maken en de naam van mijn netwerk wordt niet vermeld”.
86
Problemen oplossen
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend.
Als de juiste netwerknaam in het overzicht van “Available Networks”
(Beschikbare netwerken) staat, volg dan de onderstaande stappen om
een draadloze verbinding te maken.
1.
Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare
netwerken.
2.
Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie)
zijn geactiveerd, moet u de netwerksleutel invoeren. Meer
informatie over beveiliging vindt u in het hoofdstuk “De
beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen”.
3.
Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links
onderin uw scherm, groen. Dat betekent dat er een verbinding
met het netwerk tot stand is gebracht.
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend.
1.
Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand
van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit
het hulpprogramma en heropen het. Als de naam van het netwerk
nu wel in het overzicht “Available Networks” (beschikbare
netwerken) verschijnt, hebt u mogelijk een probleem met het
bereik of last van storing. Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u
in het hoofdstuk “De ideale plaats voor uw draadloze N modem/
router” in deze handleiding.
2.
Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is
aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat
“Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de
pagina voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en
SSID).
Als u na deze stappen nog steeds geen verbinding met het internet
kunt krijgen, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
87
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Als de naam van uw netwerk niet in het overzicht “Available
Networks” (Beschikbare netwerken) van het hulpprogramma is
vermeld, kunt u het probleem wellicht als volgt oplossen:
1
Problemen oplossen
•
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
•
De gegevensoverdracht is soms traag.
•
Het signaal is zwak.
•
Problemen bij het tot stand brengen en/of handhaven van een
Virtual Private Network-verbinding.
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen
de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de
signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn
muren en metalen apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid
van de verbinding afneemt naarmate de afstand tot de router groter is
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht
te maken hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te
verplaatsen, indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de
router.
Het draadloze kanaal wijzigen — Het wijzigen van het kanaal kan een
positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw
draadloze netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en
interferentie de prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het
standaard ingestelde kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio
kunt u voor verschillende andere kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 47
het hoofdstuk “Van draadloos kanaal wisselen” voor meer informatie over
het kiezen van een kanaal.
De overdrachtssnelheid verlagen — Het verlagen van de
overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de
verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de
overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen,
gaat u naar het “Controle Panel” (Configuratiescherm) in Windows, opent u
de map “Network connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op
de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen)
selecteert u de knop “Configure” (Configureren) op het tabblad “General”
(Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart
te selecteren, op “Properties” (Eigenschappen) te klikken). Vervolgens
selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de “Rate Property”
(Overdrachtssnelheid).
Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze
overdrachtssnelheid voor u maar dit kan periodiek onderbreking van de
verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; meestal
zijn lagere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u aan te
experimenteren met verschillende verbindingssnelheden totdat u de
88
Problemen oplossen
beste snelheid voor uw omgeving heeft gevonden. Alle beschikbare
overdrachtssnelheden zijn echter geschikt voor Internetgebruik.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw netwerkkaart.
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy
of WEP-beveiliging op mijn router van Belkin
1.
Log in op uw router.
Open uw webbrowser en typ het IP-adres van de router in. (De
standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1.) Log in op uw
router door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw
scherm te drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren.
Als u geen wachtwoord hebt ingesteld, vult u dit veld niet in en klikt u
op “Submit” (Verzenden).
Klik op het tabblad “Wireless”, links op uw scherm. Selecteer het
tabblad “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) om naar
de instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
3.
Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase
(meervoudig wachtwoord) in het “Passphrase”-veld invoeren en
klikken op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een
WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten
op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een
combinatie van cijfers en letters van A t/m F en 0 t/m 9. Voor 128bits WEP moet u 26 hexadecimale sleutels invoeren.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. U moet nu elke computer
in uw draadloze netwerk met dezelfde beveiligingsinstellingen
configureren.
WAARSCHUWING: Als u de router op een computer met een draadloze
cliënt configureert, moet u ervoor zorgen dat de beveiliging voor deze
draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen
draadloze verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort
2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen.
89
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
2.
1
Problemen oplossen
Controleer dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u
niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64bits encryptie.
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy
(WEP)-beveiliging op een cliëntkaart van Belkin.
De cliëntkaart dient de zelfde sleutel te gebruiken als de router. Als uw router
bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899AABBCC,
dan moet de cliëntkaart exact dezelfde sleutel gebruiken.
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen.
2.
Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart
bekijken en deze configureren.
3.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze
netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties”
(Eigenschappen).
5.
Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6.
Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me
automatically” (Ik krijg de sleutel automatisch) onderaan niet is
aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een
bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie
aangevinkt moet zijn of niet.
7.
Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network
Key” (Netwerksleutel).
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A
tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te
voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u
toekent aan uw router.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
8.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te
slaan.
Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin,
raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort te
raadplegen.
90
Problemen oplossen
Ondersteunen de producten van Belkin WPA?
Let op: Voor het gebruik van WPA-beveiliging moeten al uw
cliënten bijgewerkt zijn met stuurprogramma’s en software die WPA
ondersteunen. U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft
downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XPbesturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads
U moet tevens van de website van Belkin het nieuwste
stuurprogramma downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of
notebooknetwerkkaart van Belkin. Andere besturingssystemen worden
momenteel nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt
uitsluitend apparaten met WPA-stuurprogramma’s, zoals Belkin
802.11g-producten.
Download de nieuwste stuurprogramma’s van http://web.belkin.com/
support.
1.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) in
het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus).
2.
Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
dezelfde zijn.
3.
Voer uw Pre-Shared Key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63
karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en
spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
4.
Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in.
91
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Ik heb problemen met het installeren van Wireless Protected
Access (WPA-beveiliging) op een router van Belkin voor een
thuisnetwerk.
1
Problemen oplossen
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor
een thuisnetwerk.
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de router. Als
bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router
wordt gebruikt, moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben.
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster
“Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop
“Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart
bekijken en configureren.
2.
Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt
de Belkin Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin
beheren.
3.
Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt
u op de knop “Properties” (Eigenschappen).
4.
Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server))
onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie).
5.
Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk:WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers
en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63
tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met
de sleutel die u toekent aan uw router.
6.
Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de
instellingen op te slaan.
92
Problemen oplossen
Ik maak GEEN gebruik van een cliëntkaart van Belkin voor een
thuisnetwerk en heb problemen met het instellen van Wireless
Protected Access (WPA) beveiliging.
Als u geen draadloze desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin
gebruikt en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt,
dan kunt u van de website van Microsoft kostelooss een bestand
downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless
Protected Access”. De patch van Microsoft kunt u downloaden via de
knowledge base voor Windows XP WPA.
1
2
3
4
Opmerking: Dit bestand van Microsoft werkt alleen met Windows XP.
Andere besturingssystemen worden momenteel nog niet ondersteund.
U moet ook controleren of de producent van de kaart WPA ondersteunt
en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite hebt
gedownload en geïnstalleerd.
5
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
7
In Windows XP, klikt u op “Start > Control Panel >
Network Connections” (Start > Configuratiescherm >
Netwerkverbindingen).
2.
Klik met uw rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks”
(Draadloze netwerken). Zorg ervoor dat het vakje “Use Windows
to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows
om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is
aangevinkt.
3.
Klik in het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de
knop “Configure” (Configureren).
4.
Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u
onder “Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”.
Let op: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver)
als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een
bedrijfsnetwerk dat een authentificatieserver ondersteunt zoals
een radiusserver. Neem voor meer informatie contact op met uw
netwerkbeheerder.
5.
Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”.
Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router.
6.
Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key”
(Netwerksleutel).
93
8
9
10
Hoofdstuk
1.
6
Problemen oplossen
Belangrijk: Voer uw pre-shared key in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot
63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw
cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
7.
Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g, 802.11a en draft
(concept) 802.11n?
Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken,
waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan.
Deze benamingen zijn elk gebaseerd op de aanduiding voor de
certificering van netwerkstandaarden. De meest gebruikte standaard
voor draadloos netwerkverkeer is 802.11b. Deze maakt een
gegevensoverdracht van 11 Mbps mogelijk. De standaarden 802.11a
en 802.11g maken snelheden tot 54 Mbps mogelijk en draft 802.11n
werkt met snelheden van tot 108 Mbps. Zie het overzicht op de
volgende pagina voor meer informatie.
94
Problemen oplossen
Tot 54 Mbps*
Tot 300 Mbps*
Tot 300 Mbps*
Snelheid*
N1 MIMO
(draft 802.11n met
MIMO)
Tot 54 Mbps*
Frequentie
N MIMO
(draft 802.11n met
MIMO)
De vrije 2,4 GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons.
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
De vrije 2,4GHzband is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
Compatibiliteit
G+ MIMO
(802.11g met
MIMO MRC)
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
draft 802.11n** en
802.11b/g
Compatibel met
draft 802.11n** en
802.11b/g
Bereik*
G
(802.11g)
Tot 120 m*
Tot 300 m*
Tot 365 m*
Tot 425 m*
Voordeel
Draadloze
technologie
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Veel gebruikt – vooral Betere dekking
voor het delen van
en constante
internetaansluitingen snelheden
Groter bereik en
hogere snelheden
Geavanceerd
— beste dekking
en doorvoer
1
2
3
4
5
**Deze router is compatibel met producten die gebaseerd zijn op dezelfde 802.11nspecificaties en vereisen mogelijkerwijs een software-upgrade ten behoeve van optimale
resultaten.
95
7
8
9
10
Hoofdstuk
*Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving.
6
Problemen oplossen
Technische ondersteuning
Aanvullende informatie over de technische ondersteuning die Belkin
biedt is beschikbaar op www.belkin.com onder “Ondersteuning”.
Als u onze afdeling voor technische ondersteuning wilt bellen, kies
dan het gewenste nummer in de onderstaande lijst*.
*Tegen lokaal tarief
Land
Nummer
Internetadres
OOSTENRIJK
0820 200766
http://www.belkin.com/uk/networking/
BELGIË
07 07 00 073
http://www.belkin.com/nl/networking/
TSJECHIË
239 000 406
http://www.belkin.com/uk/networking/
DENEMARKEN
701 22 403
http://www.belkin.com/uk/networking/
FINLAND
00800 - 22 35 54 60
http://www.belkin.com/uk/networking/
FRANKRIJK
08 - 25 54 00 26
http://www.belkin.com/fr/networking/
DUITSLAND
0180 - 500 57 09
http://www.belkin.com/de/networking/
GRIEKENLAND
00800 - 44 14 23 90
http://www.belkin.com/uk/networking/
HONGARIJE
06 - 17 77 49 06
http://www.belkin.com/uk/networking/
IJSLAND
800 8534
http://www.belkin.com/uk/networking/
IERLAND
0818 55 50 06
http://www.belkin.com/uk/networking/
ITALIË
02 - 69 43 02 51
http://www.belkin.com/it/support/tech/issues_more.asp
LUXEMBURG
34 20 80 85 60
http://www.belkin.com/uk/networking/
NEDERLAND
0900 - 040 07 90
€ 0,10 per minuut
http://www.belkin.com/nl/networking/
NOORWEGEN
81 50 0287
http://www.belkin.com/uk/networking/
POLEN
00800 - 441 17 37
http://www.belkin.com/uk/networking/
PORTUGAL
707 200 676
http://www.belkin.com/uk/networking/
RUSLAND
495 580 9541
http://www.belkin.com/networking/
ZUID-AFRIKA
0800 - 99 15 21
http://www.belkin.com/uk/networking/
SPANJE
902 - 02 43 66
http://www.belkin.com/es/support/tech/networkingsupport.asp
ZWEDEN
07 - 71 40 04 53
http://www.belkin.com/se/support/tech/networkingsupport.asp
ZWITSERLAND
08 - 48 00 02 19
http://www.belkin.com/uk/networking/
VERENIGD KONINKRIJK
0845 - 607 77 87
http://www.belkin.com/uk/networking/
ANDERE LANDEN
+44 - 1933 35 20 00
96
Informatie
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin International, Inc.
1
Deze garantie dekt het volgende.
Belkin International, Inc. (“Belkin”) garandeert de oorspronkelijke koper
van dit Belkin product dat het product vrij is van ontwerp-, assemblage-,
materiaal- en fabricagefouten.
2
De geldigheidsduur van de dekking is als volgt.
Belkin garandeert het Belkin product voor de levensduur van het product.
4
Hoe worden problemen opgelost?
Productgarantie.
Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met
uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen.
5
Wat valt buiten deze garantie?
Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van
Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek
aan Belkin ter beschikking is gesteld of als Belkin besluit dat het product
van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is veranderd of vervalst.
De productgarantie van Belkin biedt geen bescherming tegen van buiten
komend onheil zoals overstromingen, aardbevingen, blikseminslag,
oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting, depletie,
veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g. “brownouts” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de
systeemapparatuur.
7
1.Neem binnen 15 dagen na het voorval telefonisch contact op met de
afdeling Technische Ondersteuning van Belkin via het telefoonnummer op
pagina 99. U moet de volgende gegevens kunnen verstrekken:
a. Het artikelnummer van het Belkin-product.
b. Waar u het product hebt gekocht.
c. Wanneer u het product hebt gekocht.
d. De originele aankoopbon.
2. De medewerker/ster van de Belkin klantenservice zal u vervolgens
instructies geven hoe u het aankoopbewijs en het product moet verzenden
en hoe u de claim verder af moet wikkelen.
97
6
8
9
10
Hoofdstuk
Hoe wordt service verleend?
Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het
volgende doen::
3
Informatie
Belkin International, Inc. behoudt zich het recht voor het defecte Belkin-product
te onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product naar Belkin
International, Inc. komen volledig voor rekening van de koper. Als Belkin naar eigen
bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is de beschadigde apparatuur
naar Belkin te verzenden, kan Belkin naar eigen goeddunken een deskundige
reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de betreffende apparatuur te
inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten. De eventuele verzendkosten
van het product naar de reparatie-inrichting en van de terugzending naar de
koper en van de kostenbegroting komen geheel voor rekening van de koper. Het
beschadigde product moet voor onderzoek beschikbaar blijven totdat
de claim is afgehandeld. Belkin International, Inc. behoudt zich bij de
vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding bij alle geldige
verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt.
De garantie en de wet.
DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN. ER ZIJN GEEN ANDERE
GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK BEPAALD IMPLICIET, MET
INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORZIENINGEN VOOR KWALITEIT,
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, EN ZULKE
IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING, ZIJN WAT HUN GELDIGHEID
BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE BEPERKT.
In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur van impliciete garanties te
beperken in welk geval de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
ONDER TOEPASSELIJK RECHT IS BELKIN INTERNATIONAL, INC. NIET
AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE, BIJZONDERE, DIRECTE, INDIRECTE,
BIJKOMENDE OF MEERVOUDIGE SCHADE ZOALS ONDERMEER SCHADE
TEN GEVOLGE VAN GEDERFDE WINST EN/OF GEMISTE OPBRENGSTEN
VOORTKOMEND UIT DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN BELKIN PRODUCTEN,
ZELFS ALS DE BETROKKENE VAN DE MOGELIJKHEID VAN ZULKE SCHADE
TEVOREN OP DE HOOGTE WAS GESTELD.
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere rechten
VOOR GEBRUIK IN
die van staat tot staat kunnen verschillen. In sommige staten en
AT BE CY CZ DK
landen is het niet toegestaan incidentele schade, gevolgschade
EE FI FR DE GR
en andere schade uit te sluiten, daarom is het mogelijk dat de
bovenstaande garantiebeperkingen voor u niet gelden.
HU IE IT LV LT
De conformiteitsverklaring voor dit product vindt u hier:
LU MT NL PL PT
http://www.belkin.com/doc/
Voor informatie over de verwijdering van afgedankte
apparatuur verwijzen wij u naar
http://environmental.belkin.com
98
SK
SI
IS
LI NO CH BG
ES
SE GB
RO TR
WERKT OP DE KANALEN
1-13
Draadloze N
modem/router
Technische ondersteuning
Verenigd Koninkrijk: 0845 607 77 87
Europa: www.belkin.com/support
Belkin Ltd.
Express Business Park
Shipton Way, Rushden
NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
Belkin SAS
130 rue de Silly
92100 Boulogne-Billancourt,
Frankrijk
+33 (0) 1 41 03 14 40
+33 (0) 1 41 31 01 72 fax
Belkin GmbH
Hanebergstraße 2
80637 München
Duitsland
+49 (0) 89 143405 0
+49 (0) 89 143405 100 fax
Belkin Iberia
C/ Anabel Segura, 10 planta baja, Of. 2
28108, Alcobendas, Madrid
Spanje
+34 91 791 23 00
+34 91 490 23 35 fax
Belkin Italy & Greece
Via Carducci, 7
Milaan 20123
Italië
+39 02 862 719
+39 02 862 719 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk,
Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20,654 7349 fax
© 2007 Belkin International, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn
handelsmerken van Apple Computer, Inc. die geregistreerd zijn in de Verenigde Staten en in andere
landen. Windows, Microsoft en NT zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
P75555ea