162
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
5
Tv-, Av- en M-modus
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
● Klap de itser in en stel de itsmodus in op [ ] (
=
32).
● Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (
=
69).
● Gebruik AE lock of spotmeting (
=
69).
● Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geitst (
=
35).
● Maak de opname binnen het bereik van de its (
=
178).
● Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (
=
79,
=
83).
● Verhoog de ISO-waarde (
=
70).
De onderwerpen in geitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
● Maak de opname binnen het bereik van de its (
=
178).
● Klap de itser in en stel de itsmodus in op [
] (
=
32).
● Pas de helderheid aan met behulp van itsbelichtingscompensatie of door het
itsuitvoerniveau te wijzigen (
=
79,
=
83).
Er verschijnen witte vlekken in geitste opnamen.
● Dit komt doordat het licht van de itser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
● Verlaag de ISO-waarde (
=
70).
● Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige beelden
(
=
59).
De onderwerpen hebben rode ogen.
● Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (
=
54). Denk erom dat u geen opname kunt
maken terwijl het licht voor rode-ogenreductie (
=
4) brandt (dit is ongeveer
1 seconde), omdat het licht rode ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als
uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de
verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het onderwerp te gaan.
● Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (
=
103).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continue opnamen gaat langzamer.
● Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (
=
142).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
● Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabbladmenu” (
=
169 –
=
172).
Het pictogram voor baby's of kinderen wordt niet weergegeven.
● De pictogrammen voor baby's en kinderen worden niet weergegeven als
de verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (
=
45). Als de
pictogrammen ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is
opgegeven, registreert u de gezichtsinformatie opnieuw (
=
46) of controleert u
of de datum/tijd correct is ingesteld (
=
20).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
● Druk in de afspeelmodus (
=
84) de ontspanknop half in (
=
26).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (
=
27).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
● Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in lms worden opgenomen.
- Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting, kan het scherm ikkeren en kan
een horizontale band verschijnen.
[ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en
opnemen is niet mogelijk (
=
35).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (
=
35).
● Stel [IS modus] in op [Continu] (
=
53).
● Klap de itser uit en stel de itsmodus in op [
] (
=
78).
● Verhoog de ISO-waarde (
=
70).
● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief
of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden (
=
53).
De opnamen zijn niet scherp.
● Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (
=
26).
● Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (
=
179).
● Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (
=
54).
● Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
● Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (
=
77).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
● Om de AF Frames weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen,
probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te
plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt of u herhaaldelijk de ontspanknop
half indrukt.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
● Klap de itser uit en stel de itsmodus in op [ ] (
=
78).
● Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (
=
69).
● Pas het contrast aan met i-Contrast (
=
70,
=
103).
● Gebruik AE lock of spotmeting (
=
69).