Documenttranscriptie
2-318-581-32(1)
Network Audio
System
DE
Bedienungsanleitung _____________________________
NL
Gebruiksaanwijzing_______________________________
IT
Istruzioni per l’uso________________________________
NAS-CZ1
©2005 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen
van het apparaat niet afdekken met kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen
aangestoken kaarsen op het apparaat zetten.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de onderkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Verwijdering van Oude
Elektrische en Elektronische
Apparaten (Toepasbaar in de
Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden
gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op
de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt
bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
2NL
Inhoudsopgave
Over de NAS-CZ1
gebruiksaanwijzingen ....................... 5
Geschikte discs........................................ 5
Overzicht................................................. 8
Voorbereidingen
Voorbereiding van de
afstandsbediening ............................. 9
Aansluiten van de antennes...................10
Installatie van de bijgeleverde M-crew
Server-software............................... 10
Registratie van tracks op de M-crew
Server.............................................. 10
Aansluiten van het systeem op het
netwerk ........................................... 11
Het netsnoer aansluiten ......................... 12
Gebruik maken van de
NETWORK-functie
Een server kiezen .................................. 12
MUSIC LIBRARY
Naar muziek luisteren die opgeslagen is op
uw computer ................................... 14
Een album zoeken ................................. 15
— LIBRARY SEARCH
Luisteren naar muziek in een
afspeellijst ....................................... 16
— PLAYLIST
Luisteren naar muziek in een favoriete
afspeellijst ....................................... 16
— Registratie FAVORITE
PLAYLIST/Weergave
FAVORITE PLAYLIST
Gebruik van de profiel functie .............. 17
— USER PROFILE
Bewerking van geregistreerde
audiobestanden ............................... 18
Geavanceerde
netwerkinstellingen
Gebruik van het netwerkmenu.............. 19
Controleren van de
netwerkinstellingen ........................ 19
Netwerkinstellingen maken .................. 20
Opnieuw verbinding maken met het
netwerk ........................................... 21
Controleren van de systeemnaam ......... 21
Een andere server kiezen ...................... 21
Handmatige registratie van het systeem op
uw computer ................................... 21
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen .................................. 22
Een disc afspelen .................................. 22
— Normale afspeelfunctie/
Willekeurige afspeelfunctie
NL
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders ................................... 24
Luisteren naar de radio ......................... 25
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS) ............................................. 26
(alleen het Europese model)
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................ 27
Geluidseffect kiezen ............................. 27
Timer
Inslapen met muziek ............................. 27
— Slaaptimer
WEB RADIO
Met de M-crew Server naar de webradio
luisteren .......................................... 18
wordt vervolgd
3NL
Display
Uitschakelen van de display.................. 28
— Energiebesparingsmodus
Informatie op het display afbeelden...... 28
Optionele componenten
Aansluiten van optionele
componenten................................... 30
Luisteren naar het geluid van een
aangesloten component................... 30
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen .................... 31
Meldingen ............................................. 33
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen .......................... 35
Technische gegevens ............................ 36
Verklarende woordenlijst...................... 38
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentie bladzijden ................ 40
4NL
Over de NAS-CZ1
gebruiksaanwijzingen
NAS-CZ1 bevat de volgende
gebruiksaanwijzingen. Raadpleeg ze, indien
nodig, bij de bediening.
NAS-CZ1 Gebruiksaanwijzing
(deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing legt de bediening van
het systeem zelf uit.
Deze gebruiksaanwijzing legt hoofdzakelijk de
bediening met behulp van de afstandsbediening
uit, doch het merendeel van de handelingen kan
ook uitgevoerd worden met dezelfde of
gelijknamige toetsen en bedieningsknoppen van
het systeem.
"M-crew Server"
Installatievoorschrift
Dit installatievoorschrift is op de bijgeleverde
CD-ROM te vinden.
Hierin wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde
"M-crew Server"-software op uw computer
moet installeren.
"M-crew Server" Help
Deze helpgebruiksaanwijzing kan alleen
geraadpleegd worden na installatie van de
"M-crew Server"-software.
Hierin wordt het gebruik van de "M-crew
Server"-software, dat op de bijgeleverde CDROM te vinden is, uitgelegd.
NAS-CZ1 Aansluitvoorschrift
Dit aansluitvoorschrift is op de bijgeleverde
CD-ROM te vinden.
Het maakt u wegwijs in het aansluiten van het
systeem op, en in overeenstemming met de
configuratie van uw computer.
Geschikte discs
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Type disc
Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audiodata en MP3bestanden)
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
Op dit systeem kunnen de volgende discs niet
worden afgespeeld. Als u deze discs toch
probeert weer te geven, is het mogelijk dat
abnormale geluiden hoorbaar zijn.
• CD-ROM’s1)
• CD-R’s/CD-RW’s1) tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-bestandsindeling, die voldoet aan
ISO96602) Level 1/Level 2, Joliet of
Multisessie3)
• Discs met een andere dan de standaard vorm
(bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.)
kunnen niet worden afgespeeld op dit
systeem. Als u dit toch probeert, kan het
systeem worden beschadigd. Maak daarom
geen gebruik van dergelijke discs.
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
• Data-gedeelte op CD-Extra-discs4)
• Datatrack op Mixed CD’s5)
wordt vervolgd
5NL
1)
6NL
Wanneer u een CD-ROM, CD-R of CD-RW plaatst,
kan de statusdisplay van de disc worden afgebeeld,
net als voor een afspeelbare disc, maar er wordt
geen geluid voortgebracht.
2)
Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
3)
Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (een track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
4)
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
5)
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
• Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
• Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
Level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
• Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
– een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
– een disc opgenomen in multisessie.
– een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessieCD
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
• Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
• Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden.
• Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
• Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop
aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen
en aan de andere kant digitaal audiomateriaal.
Echter, aangezien de kant met het
audiomateriaal niet voldoet aan de Compact
Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op
dit apparaat niet gegarandeerd.
7NL
Overzicht
Naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer.
U kunt afspeellijsten samenstellen om de opgeslagen muziekbestanden te organiseren, en u kunt uw
favoriete afspeellijsten kiezen en weergeven met behulp van dit systeem (PLAYLISTS/FAVORITE
PLAYLISTS).
Met behulp van dit systeem kunt u tracks toewijzen aan een bepaalde toets, zodat u per genre of andere
classificatie naar de muziek kunt luisteren (USER PROFILE).
Bij computers met een internetaansluiting kunt u ook naar de webradio luisteren.
Internet
Over de systeemluidspreker
De systeemluidspreker is samengesteld uit het OMNI DIRECTION TWIN TWEETER SYSTEM,
waarmee u naar surroundeffecten kunt luisteren die hun aanwezigheid duidelijk doen gelden, ongeacht
waar het systeem is opgesteld.
8NL
Opmerkingen betreffende de
lithiumbatterij
Voorbereidingen
Trek de isolatieplaat eruit zodat de batterij
stroom kan leveren.
In de afstandsbediening zit reeds een batterij.
Voorbereidingen
Voorbereiding van de
afstandsbediening
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Bij inslikken van de batterij dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek om
verzekerd te zijn van een goed contact.
• Neem bij het plaatsen van de batterij altijd de juiste
polariteit in acht.
• Houd de batterij niet vast met een metalen pincet
aangezien hierdoor kortsluiting kan optreden.
Tip
Als bediening van het systeem met behulp van de
afstandsbediening niet meer mogelijk is, moet u de
batterij vervangen door een nieuw exemplaar.
WAARSCHUWING
De batterij van de
afstandsbediening vervangen
1
Schuif de batterijhouder eruit en verwijder
deze.
2
Plaats een nieuwe lithiumbatterij CR2025
met de + kant naar boven gericht.
Als u met batterijen op de verkeerde wijze omgaat,
kunnen ze exploderen.
De batterij mag niet worden opgeladen,
gedemonteerd of in het vuur worden gegooid.
Een lithiumbatterij CR2025
3
Schuif de batterijhouder er weer in.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterij te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
9NL
Aansluiten van de
antennes
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
AM-raamantenne
Installatie van de
bijgeleverde M-crew
Server-software
Om te kunnen luisteren naar de muziek die op
uw computer is opgeslagen, of naar de
webradio, moet u eerst de bijgeleverde M-crew
Server-software installeren.
Voor details over de installatie moet u het
Installatievoorschrift M-crew Server-software
raadplegen, dat te vinden is op de bijgeleverde
CD-ROM.
FM-draadantenne
Registratie van tracks op
de M-crew Server
Opmerkingen
• Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit.
• Houdt de antennes uit de buurt van de netwerkkabel.
10NL
U kunt audiobestanden van een audio-CD of
audiobestanden van de vaste schijf van uw
computer op de M-crew Server registreren en
opslaan. U kunt dan, via de luidsprekers van het
systeem, luisteren naar de muziek, die
geregistreerd is op de M-crew Server.
Voor details over registratie van
audiobestanden, moet u de online helpfunctie,
die te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
Aansluiten van het systeem op het netwerk
Voorbereidingen
Na voltooiing van de installatie van de software, kunt u het systeem aansluiten op uw computer met
behulp van de ethernetnetwerkpoort van uw computer, een router met een ingebouwde switch, of een
netwerkswitch.
De manier van aansluiten kan, afhankelijk van uw netwerk, variëren. Hier in het voorbeeld is de
aansluiting van een computer weergegeven.
Voor details moet u het Aansluitvoorschrift, dat te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen.
Voorbeeld: DSL- of kabelmodem met ingebouwde router (zonder
switch-poorten)
Internet
DSL- of
kabelmodem
met ingebouwde
router*
Hub
Netwerkkabel
(bijgeleverd)
Naar
ethernetnetwerkpoort
NAS-CZ1
NAS-CZ1
Computer
* De aansluitingen kunnen, afhankelijk van uw netwerk, verschillen.
11NL
Het netsnoer aansluiten
Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op de display
weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt
het systeem ingeschakeld en wordt de
demonstratie automatisch beëindigd.
Weergave van de
demonstratiefunctie
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld (blz. 28).
Gebruik maken van de NETWORKfunctie
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek
luisteren die opgeslagen is op de aangesloten
mediaserver.
Een server kiezen
U kunt uw gewenste mediaserver als uw
standaardserver kiezen. Op deze wijze kunt u
voorkomen, dat u iedere keer deze keuze moet
maken, als u gebruik maakt van de NETWORKfunctie.
Tip
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek
luisteren, die opgeslagen is op servers, die voldoen aan
de DLNA-richtlijn.
1
2
3
Activeer de door u gewenste
mediaserver op uw computer.
Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
Druk op NETWORK.
Tijdens het knipperen van "Configuring" op
de display, wordt de display automatisch
ingesteld. Schakel het apparaat gedurende
deze tijd niet uit.
4
5
"MEDIA SERVERS?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
Druk herhaaldelijk op . of > om
de gewenste mediaserver te kiezen en
druk daarna op ENTER.
De gekozen server is ingesteld als de
standaardserver.
12NL
Keuze van de M-crew Server als
mediaserver
De volgende aanduidingen verschijnen op de
display.
Opmerking
Bij gebruik van de M-crew Server als mediaserver kunt
u alleen de volgende functies gebruiken.
– MUSIC LIBRARY
– LIBRARY SEARCH
– PLAYLIST MODE
– FAVORITE PLAYLIST
– Gebruikersprofiel
– WEB RADIO
Tip
Als de netwerklamp snel knippert, verschijnt op dat
moment ook een melding op het display (zie blz. 33).
Om de melding nogmaals te controleren, drukt u op
ENTER of een andere toets terwijl [NET] op het
display wordt afgebeeld.
Gebruik maken van de NETWORK-functie
De momenteel gekozen server*
* Deze aanduidingen worden ook getoond bij gebruik
van een andere mediaserver dan de M-crew Server.
Tip
U kunt de keuze van de standaardserver ongedaan
maken door een andere server te kiezen (blz. 19).
Controle van de netwerkstatus
Netwerklampje
Netwerklampje
Systeemstatus
Het systeem communiceert met
knippert langzaam de server.
gaat branden
De NETWORK-functie is in
gebruik.
Er is een fout opgetreden.
knippert snel
13NL
2
MUSIC LIBRARY
Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat de gewenste functie verschijnt.
Kies
Naar muziek luisteren die
opgeslagen is op uw
computer
(Disc-functie)
(Artiest-functie)
U kunt, via de luidspreker van het systeem,
luisteren naar de muziek, die opgeslagen is op
uw computer. Zorg ervoor dat de
audiobestanden op de mediaserver geregistreerd
zijn.
(Afspeellijstfunctie)
1
3
Voor het afspelen van
Met deze functie kunt u naar
albums luisteren die
gesorteerd zijn volgens de
discgegevens van de tracks
Met deze functie kunt u naar
albums luisteren die
gesorteerd zijn volgens de
artiestgegevens van de
tracks
Met deze functie kunt u naar
afspeellijsten luisteren
gemaakt door M-crew
Server en de favoriete
afspeellijsten die zijn
geregistreerd in de M-crew
Server.
Druk op N.
Opmerking
2
3
X
ALBUM +/–
x
./>
1/ALL
m/M
REPEAT
1
Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
(Disc-functie)
(Artiest-functie)
(Afspeellijst-functie)
14NL
Afhankelijk van het aantal tracks, dat in de server
geregistreerd staat, kan het enige tijd duren voordat
weergave begint.
Overige bedieningen
Een album zoeken
Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
— LIBRARY SEARCH
Te pauzeren
Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
U kunt in de functie DISC MODE of ARTIST
MODE naar een album zoeken.
Een album te
kiezen
Druk herhaaldelijk op ALBUM +/–.
1
Een track te
kiezen
Druk herhaaldelijk op . of >.
Een bepaald
Houd tijdens het afspelen m of
punt in een track M ingedrukt en laat deze los
te vinden
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Herhaaldelijke
weergave
(Repeat Play)
Druk herhaaldelijk op REPEAT
tijdens het afspelen totdat "REP" of
"REP1" verschijnt.
REP: Voor alle geregistreerde
tracks.
REP1: Slechts één track.
Druk, om herhaaldelijke weergave
te annuleren, herhaaldelijk op de
toets REPEAT totdat "REP" en
"REP1" verdwijnen.
2
3
Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat "
(Disc-functie)" of " (Artistfunctie)" verschijnt.
Druk op LIBRARY SEARCH.
Gedurende een seconde verschijnt
"LIBRARY SEARCH", daarna brandt
"SEARCH".
4
Herhaal de volgende handelingen om
naar het album te zoeken.
Handeling
Drukt u
Verander het teken op ./>
de plaats van de cursor herhaaldelijk
(knipperend teken)
Weergave van Druk herhaaldelijk op 1/ALL totdat
alle tracks in het "1ALBM" verschijnt.
gekozen album Voor weergave van alle
geregistreerde tracks, moet u
herhaaldelijk op de toets 1/ALL
drukken, totdat "ALL ALBM"
verschijnt.
Verplaats de cursor
herhaaldelijk
CURSORT of
CURSORt
Laat de albums zien
herhaaldelijk ALBUM
waarvan de titels
+/–
overeenkomen met de
tekens die voorkomen
van het begin tot de
cursorpositie.
Opmerking
Het is mogelijk dat, bij gebruik van een andere
mediaserver dan de M-crew Server, de toetsen X en
m/M niet werkzaam zijn bij sommige tracks.
Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
MUSIC LIBRARY
Om
5
Druk op ENTER of N.
Weergave begint vanaf de eerste track in
het gekozen album.
Opmerkingen
• Gebruik van de functie Library Search is niet
mogelijk met een andere mediaserver dan de
bijgeleverde M-crew Server.
• Zoeken naar een album in de PLAYLIST MODEfunctie is niet mogelijk.
15NL
Luisteren naar muziek in
een afspeellijst
— PLAYLIST
U kunt luisteren naar tracks die geregistreerd
zijn in de AFSPEELLIJST op uw computer.
1
2
3
4
Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat " (Afspeellijst-functie)"
verschijnt.
Luisteren naar muziek in
een favoriete afspeellijst
— Registratie FAVORITE PLAYLIST/
Weergave FAVORITE PLAYLIST
Wat is een FAVORITE PLAYLIST?
Met behulp van dit systeem kunt u de tracks op
uw computer registreren in een favoriete
afspeellijst, waardoor alleen weergave van
tracks, waar u naar wilt luisteren, mogelijk is.
Voor elk profiel kan een favoriete afspeellijst
samengesteld worden, en elke favoriete
afspeellijst kan maximaal 100 tracks bevatten.
Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– om
de gewenste afspeellijst te kiezen.
Druk op N.
Opmerking
Soms is het mogelijk dat u de Playlist Library-functie
niet kunt gebruiken met een andere mediaserver dan de
bijgeleverde M-crew Server.
1
FAVORITE
CALL
FAVORITE
DELETE
ENTER
Registratie van tracks in een
favoriete afspeellijst en
weergave daarvan
16NL
1
Druk, tijdens weergave of in de pauzestand
van de gewenste track op FAVORITE ADD.
"FAVORITE" wordt afgebeeld.
2
Herhaal, nadat "FAVORITE" verdwijnt,
stap 1, om de gewenste tracks te
registreren.
Weergave van de favoriete
afspeellijst
1
Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de functie MUSIC
LIBRARY.
2
Gebruik van de profiel
functie
— USER PROFILE
Druk op FAVORITE CALL.
Tip
Weergave van de favoriete afspeellijst is ook mogelijk
op de volgende wijze:
1. Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat
" (Afspeellijst-functie)" verschijnt.
2. Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– totdat
"FAVORITE" verschijnt.
Tracks uit de favoriete
afspeellijst verwijderen
1
Druk op N of X om de track, die u uit de
favoriete afspeellijst wilt verwijderen, weer
te geven of om weergave daarvan te
pauzeren.
2
Druk op FAVORITE DELETE.
"DELETE?" wordt afgebeeld.
3
Druk op ENTER.
"Deleting" verschijnt en "Complete!"
verschijnt.
Opmerkingen
• Bij bewerking van een track in een album, dat op uw
computer, geregistreerd is in een favoriete
afspeellijst, wordt de track automatisch uit de
favoriete afspeellijst verwijderd. (behalve bij
wijziging van de tracknaam)
• Tijdens weergave van een track uit een favoriete
afspeellijst is het niet mogelijk om, door op
FAVORITE ADD te drukken, de track in een
favoriete afspeellijst te registreren.
• Wanneer u op FAVORITE DELETE drukt, wordt de
track gewist van de FAVORITE PLAYLIST maar
blijft in de Music Library staan.
USER PROFILE 1 – 5
MUSIC LIBRARY
Het afspelen begint.
Als een NAS-CZ1-systeem door meerdere
gebruikers gebruikt wordt, kunt u aan elke
gebruiker een USER PROFILE-toets toewijzen,
zodat elke gebruiker het systeem naar eigen
wens kan gebruiken. Als het NAS-CZ1-systeem
slechts door een gebruiker gebruikt wordt, kunt
u verschillende genres of instellingen aan deze
toetsen toewijzen.
De functies, die voor elke toets afzonderlijk
ingesteld kunnen worden, zijn als volgt.
– weergegeven MUSIC LIBRARY of
WEBRADIO
– uw instellingen van de functie LIBRARY
MODE
– PLAYLIST
– FAVORITE PLAYLIST
– weergegeven albums en tracks
– de gebruikte functie REPEAT
– de gebruikte functie 1/ALL
Druk op een van de USER PROFILE 1 – 5toetsen.
De functie verandert automatisch naar
NETWORK en weergave begint vanaf het punt
waar de desbetreffende gebruiker het de vorige
keer gestopt heeft.
wordt vervolgd
17NL
Opmerkingen
• De instellingen van de functie NETWORK worden
opgeslagen door de functie USER PROFILE. De
instellingen van de functies CD, TUNER en
ANALOG IN worden niet opgeslagen.
• Gebruik van de functie USER PROFILE is niet
mogelijk met een andere mediaserver, dan de
bijgeleverde M-crew Server.
Tips
• Bij wijziging van de functie NETWORK, door
middel van NETWORK, wordt het eerder gebruikte
USER PROFILE geactiveerd.
• U kunt profielen toekennen aan de toetsen USER
PROFILE 1 – 5. Raadpleeg voor verdere informatie
de on line helpfunctie op de bijgeleverde cd.
Bewerking van
geregistreerde
audiobestanden
Bewerking van tracks, geregistreerd in de
M-crew Server op uw computer, is mogelijk.
Voor details moet u de online helpfunctie, die te
vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
WEB RADIO
Met de M-crew Server
naar de webradio
luisteren
Met de M-crew Server kunt u naar de
uitzendingen op de webradio luisteren. Stel eerst
de voorkeurzenders van de webradio op uw
computer in.
1
2
Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de functie WEB
RADIO.
Druk herhaaldelijk op ALBUM +/–
totdat de gewenste radiozender
verschijnt.
3
Druk herhaaldelijk op . of >
totdat het gewenste programma
verschijnt.
4
Druk op N.
Weergave van een
webradioprogramma beëindigen
Druk op x.
Bewerken van
webradioprogramma's
Webradioprogramma's kunnen alleen met de
aangesloten computer bewerkt worden.
Voor details moet u de online helpfunctie, die te
vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
Opmerkingen
• Gebruik van de webradio-functie is niet mogelijk
met een andere mediaserver, dan de bijgeleverde
M-crew Server.
• Als de uitzendingen van de webradio niet hoorbaar
zijn via de luidspreker van het systeem, moet u
controleren of de uitzending wel te horen is vanuit de
M-crew Server op de computer.
• De toetsen X, m en M werken niet voor deze
functie.
18NL
Onderdeel
Geavanceerde netwerkinstellingen
Gebruik van het
netwerkmenu
VERSION?
Met behulp van het netwerkmenu kunnen
verscheidene netwerkinstellingen gerealiseerd
worden.
Zie
REGISTRATION? "Handmatige registratie
van het systeem op uw
computer" (blz. 21).
4
(Geeft de systeemversie
weer)
Druk op ENTER.
Het netwerkmenu uitschakelen
1
Controleren van de
netwerkinstellingen
1
3
4
1
2
3
2
2
Druk op NETWORK.
Druk op MENU.
Druk herhaaldelijk op . of > om
het onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
Onderdeel
Kies "NETWORK INFO?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
Druk herhaaldelijk op . of > om
het onderdeel te kiezen, dat u wilt
controleren, druk daarna op ENTER.
Bij elke druk op ENTER verandert de
display als volgt:
NETWORK TYPE? t DHCP* t
IP ADDRESS? t IP-adres* t
SUBNET MASK? t Subnetmasker* t
MAC ADDRESS? t Mac-adres t
NETWORK INFO?
WEB RADIO/Geavanceerde netwerkinstellingen
Druk op MENU.
* Weergave op de display kan, afhankelijk van de
inhoud, verschillen.
Zie
NETWORK INFO? "Controleren van de
netwerkinstellingen"
(blz. 19).
NETWORK
SETUP?
"Netwerkinstellingen
maken" (blz. 20).
CONNECT?
"Opnieuw verbinding
maken met het netwerk"
(blz. 21).
MY NAME?
"Controleren van de
systeemnaam" (blz. 21).
MEDIA
SERVERS?
"Een andere server kiezen"
(blz. 21).
19NL
Netwerkinstellingen
maken
Standaard krijgt het systeem automatisch een
IP-adres toegewezen. Volg, indien nodig,
onderstaande procedure om handmatig een IPadres toe te wijzen. U wordt
geattendeerd op het feit dat handmatige
toewijzing van een IP-adres aan het systeem niet
nodig is, bij gebruik in een configuratie met een
router met DHCP-service.
Druk op ENTER.
"NETWORK SETUP?" wordt afgebeeld.
10 Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
Als "Configuring" knippert is de instelling
voltooid.
Terugkeren naar de
standaardinstelling
1
Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2
2
Druk herhaaldelijk op . of >
totdat "NETWORK TYPE?" verschijnt
en druk daarna op ENTER.
Druk herhaaldelijk op . of > totdat
"NETWORK TYPE" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
3
3
Druk herhaaldelijk op . of >
totdat "STATIC IP?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"DHCP?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
4
Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
1
"IP ADDRESS?" wordt afgebeeld.
4
Druk op ENTER.
Het huidig ingestelde IP-adres verschijnt.
5
Druk herhaaldelijk op . of > om
de cijfers van het IP-adres in te voeren.
Druk herhaaldelijk op m of M om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
6
Druk op ENTER.
"SUBNET MASK?" wordt afgebeeld.
7
Druk nogmaals op ENTER.
Het huidig ingestelde subnetmasker
verschijnt.
8
Druk herhaaldelijk op . of > om
de cijfers van het subnetmasker in te
voeren.
Druk herhaaldelijk op m of M om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
20NL
9
Als "Configuring" knippert, is de instelling
van het systeem teruggekeerd naar de
automatische toewijzing van een IP-adres.
Opnieuw verbinding
maken met het netwerk
Kies "CONNECT?" in het netwerkmenu
(blz. 19), druk daarna op ENTER.
"Configuring" begint te knipperen.
Het systeem is weer verbonden met het netwerk.
Bij aansluiting van het systeem op uw computer
en na installatie van de M-crew Server-software,
wordt het systeem automatisch geregistreerd in
het register van uw computer.
Registreer, voor een hogere beveiliging, het
systeem op uw computer handmatig.
1
Kies "MY NAME" in het netwerkmenu
(blz. 19), druk daarna op ENTER.
Kies "REGISTRATION?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
Op de display van het systeem verschijnt de
afteldisplay.
De systeemnaam verschijnt.
Opmerking
Controle van de systeemnaam is alleen mogelijk met
de M-crew Server.
2
Een andere server kiezen
1
2
Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
Druk herhaaldelijk op . or > om
de gewenste mediaserver te kiezen en
druk daarna op ENTER.
Opmerking
U kunt uit maximaal 10 servers kiezen.
Klik achtereenvolgend op [Start] – [Alle
programma's] – [M-crew Server] –
[TOOLS] – [EQUIPMENT LIST] om de
display op de M-crew Server zichtbaar
te maken.
Geavanceerde netwerkinstellingen
Controleren van de
systeemnaam
Handmatige registratie
van het systeem op uw
computer
Voor details moet u het
Installatievoorschrift, dat te vinden is op de
bijgeleverde CD-ROM, raadplegen.
3
Klik op uw computer op [Add] terwijl de
afteldisplay getoond wordt.
De aanmelding in het register begint.
Als de aanmelding voltooid is, verschijnt
"Complete!" op de display van het systeem.
Opmerkingen
• Na een onvolledige aanmelding verschijnt
"Incomplete!" op de display van de systeem.
• Stap 3 moet binnen 5 minuten na voltooiing van stap
1 uitgevoerd worden.
21NL
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
1
2
Druk op Z OPEN van het systeem.
Plaats een disc met de labelkant naar
boven gericht in de dischouder.
Een disc afspelen
— Normale afspeelfunctie/
Willekeurige afspeelfunctie
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3audiotracks afspelen.
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
TRK
Tracknummer
1
2
3
Afspeelduur
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
over te schakelen op de CD-functie.
Druk op N.
Overige bedieningen
Druk nog een keer op Z OPEN van het
systeem om de deksel van de disklade
te sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten, omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Plaats geen disc van 8 cm met behulp van een
discadapter. Als u dit doet, kan een storing in het
apparaat optreden.
• Als u een disc eruit haalt, pakt u deze aan de rand
vast. Raak het oppervlak niet aan.
• Houd de lens van de CD-speler schoon en raak deze
niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd
raken en de CD-speler niet naar behoren werken.
Om
Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een track te
kiezen
Druk herhaaldelijk op . of
>.
Een album (map) Druk herhaaldelijk op ALBUM +
of – na stap 1.
met MP3audiotracks te
kiezen1)
Alleen alle MP3audiotracks in
het gekozen
album weer te
geven
Druk herhaaldelijk op 1/ALL
totdat "1ALBM" verschijnt.
Druk, voor weergave van alle
MP3-audiotracks op de disc,
herhaaldelijk op 1/ALL totdat
"ALL ALBM" verschijnt.
Een bepaald punt Houd tijdens het afspelen m of
in een track te
M ingedrukt en laat deze los
vinden
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
22NL
Om
Doet u het volgende
Herhaaldelijk
weergave
(Repeat Play)2)
Druk tijdens de weergave
herhaaldelijk op REPEAT totdat
"REP" of "REP1" wordt
afgebeeld.
REP: Maximaal vijf keer voor alle
tracks op een disc, of alle MP3audiotracks op een disc.
REP1: Slechts één track.
Druk, om herhaaldelijk weergave
te annuleren, herhaaldelijk op
REPEAT totdat zowel "REP" als
"REP1" verdwijnen.
Een disc te
verwijderen
Druk op Z OPEN van het systeem.
1) Mogelijkerwijs
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle tracks
op de disc. Als er albums of niet-MP3-audiotracks op
de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen
begint of voordat het volgende MP3-audiotrack
begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
track dan MP3 op een disc bestemd voor MP3gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3audiotracks geen ander soort geluidsbestanden of
overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-audiotracks bevat wordt
overgeslagen.
• Het maximale aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-audiotracks en albums dat
een disc kan bevatten, bedraagt 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-audiotracks worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3audiotracks, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
• Tijdens het afspelen van een MP3-audiotrack kan in
de volgende gevallen de indicatie van de verstreken
afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd.
– Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate)
MP3-audiotrack
– Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen
(handmatig zoeken)
• Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de
bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat
"REP1" geannuleerd wordt.
CD/MP3 – Afspelen
is het zoeken in meerdere bestanden
niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de
tijdsduur van sommige bestanden niet correct
afgebeeld wordt.
2) Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de
bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat
"REP1" geannuleerd wordt.
Opmerkingen
Tip
Druk, voor herhaaldelijk weergave van alle MP3audiotracks in een album, herhaaldelijk op 1/ALL
totdat "1ALBM" verschijnt.
23NL
5
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende voorkeurnummer te kiezen.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1
2
3
Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" op de display
verschijnt.
Druk op TUNING + of –.
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een
radiozender is afgestemd. Op dat moment
verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor
stereo-uitzendingen).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste zender
in zoals beschreven onder
"Voorprogrammering met handmatige
afstemming" (blz. 24).
4
Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeursnummer knippert. Voer de
stappen 5 en 6 uit terwijl het
voorkeursnummer knippert.
TUNED
Voorkeursnummer
24NL
6
7
Druk op de toets TUNING + of – om het
gewenste voorkeursnummer te kiezen.
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tip
Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken
naar frequenties.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
1
2
3
4
5
6
7
Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van display
verdwijnen.
Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om op de gewenste radiozender af te
stemmen.
Druk op TUNER MEMORY.
Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om het gewenste voorkeursnummer te
kiezen.
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
Om
Doet u het volgende
Luisteren naar de radio
Af te stemmen op Volg de procedure die wordt
een zender met een beschreven in
zwak signaal
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming"
(blz. 24).
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeursnummer
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
Na stap 4, druk herhaaldelijk op
TUNING + of – om het
voorkeursnummer te kiezen
waaronder u de radiozender wilt
programmeren.
Het AM afsteminterval wijzigen
(niet op Europees model)
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 24).
1
2
3
Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "PRESET" op de display
verschijnt.
Tuner
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Druk op ?/1 terwijl u tegelijkertijd
FUNCTION op het systeem ingedrukt houdt.
Wanneer u het interval verandert, worden alle
voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het
geheugen gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om de gewenste voorkeurzender te
kiezen.
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of indien er een stroomonderbreking
optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders
nog een halve dag in het geheugen bewaard.
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1
2
3
Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om op de gewenste radiozender af te
stemmen.
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaaldelijk op FM MODE totdat
"MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert.
25NL
Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model)
Wat is het radioinformatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDSuitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op de
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert de display
als volgt:
Zendernaam* t Voorkeursnummer en de
frequentie
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op de display verschijnt.
26NL
Geluidsregeling
Timer
Regeling van het geluid
Inslapen met muziek
— Slaaptimer
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX.
Bij iedere druk op deze toets, verandert het
display als volgt:
DSGX OFF y DSGX ON
Geluidseffect kiezen
Druk herhaaldelijk op PRESET EQ om de
gewenste voorkeurszender te kiezen.
Het geluidseffect controleren
Druk eenmaal op PRESET EQ.
Het geluidseffect uitschakelen
Druk op SLEEP.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
90min t 80min t … t 10min t OFF
Overige bedieningen
Om
Drukt u
De resterende tijd Eenmaal op SLEEP.
te controleren
De uitschakeltijd Herhaaldelijk op SLEEP om de
te wijzigen
gewenste tijd te kiezen.
De Slaaptimer te Herhaaldelijk op SLEEP totdat
annuleren
"OFF" verschijnt.
Geluidsregeling/Timer
Bij iedere druk op de toets verandert de
instelling van het geluidseffect als volgt:
ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t
DANCE t FLAT
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk herhaaldelijk op PRESET EQ totdat
"FLAT" op de display verschijnt.
27NL
Informatie op het display
afbeelden
Display
Uitschakelen van de
display
— Energiebesparingsmodus
De demonstratie-display (het displayvenster en
de toetsen zijn verlicht en knipperen, zelfs als
het systeem uitgeschakeld is) kan uitgeschakeld
worden om energieverbruik in de stand-by-stand
te verminderen (Energiebesparende functie).
Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het
systeem uitgeschakeld, totdat de
demonstratiedisplay is verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Iedere keer als u op deze toets
drukt, verandert de display als volgt:
Demonstratiedisplay y Geen display
(energiebesparingsmodus)
Tip
De ?/1 indicatie gaat banden in de
energiebesparingsmodus.
De resterende tijd en de titels
controleren
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van de huidige track of
die van de hele disc op de display controleren.
Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt
de "MP3" indicator afgebeeld op de display.
Druk op DISPLAY in de NORMALafspeelfunctie.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Bij het afspelen van een CD/MP3
Huidige tracknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige tracknummer en
resterende afspeeltijd of "– –.– –"1)
t Resterende afspeeltijd van de disc of
"– –.– –"1) t Tracktitel (alleen CD-TEXT-disc
of disc met MP3-audiotracks2))
t Lagetonenniveau of albumnaam (alleen disc
met MP3-audiotracks)
x Bij weergave van een MUSIC LIBRARY
Huidige tracknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige tracknummer en
resterende afspeeltijd t Tracktitel t
Albumnaam t Discgegevens van de track t
Artiestgegevens van de track
x Bij weergave van de webradio
Programmanaam t Zendernaam
t Programmanummer en verstreken
weergavetijd
1)
2)
3)
28NL
Resterende weergavetijd wordt niet getoond voor
discs met MP3-audiotracks.
Als de cd-tekst van de cd meer dan 20 tracks bevat,
wordt de titel van de huidige track, met ingang van
track 21, niet meer weergegeven.
Als u een track afspeelt met een ID3-tag versie 1 of
versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-tag geeft
alleen de tracktitel informatie weer.
De totale weergavetijd en de
titels controleren
De tunerinformatie op de
display afbeelden
Druk in de stopstand op DISPLAY.
Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio
luistert.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Terwijl de CD/MP3 in de stopstand staat
Het totale aantal tracks of het totale aantal
albums1) en de totale weergavetijd
t Disctitel3) of lagetonenniveau4) of
albumnaam2)
1)
2)
3)
4)
Voor discs met MP3-audiotracks in de functie ALL
ALBM
Voor discs met MP3-audiotracks in de functie
1ALBM
Voor discs met CD-TEXT
Bij discs met MP3-audiotracks, is het mogelijk dat,
afhankelijk van de afspeelfunctie, de albumnamen
of het volumelabel niet wordt weergegeven.
x Met de functie MUSIC LIBRARY in de
stopstand
• Als het album is gekozen in de stopstand
• Als de track is gekozen in de stopstand
Tracknummer t Track informatie
Opmerkingen
x Bij weergave van de FM/AM radio
Zendernaam1)
t Voorkeursnummer2) en frequentie
1)
2)
Alleen model voor Europa, als in de FM-functie een
naam wordt ontvangen van een zender met Radio
Data System
Het voorkeursnummer wordt alleen getoond als u
radiozenders opslaat (blz. 24).
Om een lange naam bewegend te
laten verschijnen
Druk op SCROLL.
De titel verschijnt bewegend op de display.
Druk, om het scrollen van de titel in de
pauzestand te zetten, nog een keer op SCROLL.
Opmerking
Scrollen is niet mogelijk wanneer:
– u naar de FM of AM radio luistert.
– u luistert naar het geluid van een optionele
component.
Display
Het totale aantal tracks in het album en de totale
weergavetijd t Album informatie
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
• De aanduiding "– – –" verschijnt als het aantal van de
tracks in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan 999.
• De aanduiding "– – – . – –" verschijnt als de
weergavetijd in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan
999 minuten en 59 seconden.
29NL
Optionele componenten
Aansluiten van optionele
componenten
U kunt uw systeem uitbreiden door optionele
componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende
component is meegeleverd.
Luisteren naar het geluid
van een aangesloten
component
1
Sluit de audiokabel aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 30.
2
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
over te schakelen op de functie
ANALOG IN.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen
van een optionele,
analoge component
Optionele, analoge component
A ANALOG IN aansluiting
Gebruik een geluidskabel (niet bijgeleverd) voor
aansluiting van een optisch analoge component
(MD-speler, videospeler, enz.) op dit
aansluitpunt. U kunt dan luisteren naar het
geluid van de component.
30NL
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1
Zorg ervoor dat het netsnoer op de juiste
wijze en stevig aangesloten is.
2
Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
De display begint te knipperen zodra u de
stekker van het netsnoer in het stopcontact
steekt zonder dat u het apparaat hebt
ingeschakeld.
• Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is.
De demonstratie verdwijnt.
Er is geen geluid.
• Druk op VOL + of VOLUME + op het systeem.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vernieuw de CR2025 batterij.
• Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting.
Op het televisiescherm zijn kleurafwijkingen
zichtbaar.
• Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot
30 minuten weer in. Indien de onregelmatige
kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de
luidsprekers verder van het TV-toestel.
Netwerk
De gewenste server wordt niet gevonden.
• Controleer de netwerkinstellingen van uw
computer.
• Activeer de server die u op uw computer wilt
gebruiken.
• Controleer de netwerkinstellingen.
• Stel de breedbandrouter of hub op juiste wijze in.
Voor detail moet u de gebruiksaanwijzing van de
breedbandrouter of hub raadplegen.
• Als u een andere firewall instelt dan die bij het
besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u
Problemen oplossen in de installatiehandleiding
die op de bijgeleverde cd te vinden is.
• Verminder het aantal aangesloten servers naar 10
of minder (blz. 21).
• Vervang de netwerkkabel (Ethernet) door een
nieuw exemplaar.
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Op de server geregistreerde tracks kunnen
niet door het systeem gekozen worden.
• Het kan voorkomen dat trackkeuze, weergave en
andere systeemhandelingen niet mogelijk zijn met
andere servers dan de M-crew Server.
Optionele componenten/Verhelpen van storingen
De voorkeursinstellingen van de radio zijn
geannuleerd.
• Voer "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 24) nog een keer uit.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer of het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
wordt vervolgd
31NL
De disc slaat over.
• Het overslaan van geluid kan in de volgende
gevallen plaatsvinden:
– Tijdens het opnemen van muziek op de server
– Als op de computer veel programma's draaien
– Als het netwerk druk bezet is
– Bij gelijktijdige weergave van een aantal
systemen
Tracknamen worden niet getoond.
• Sommige tekens kunnen niet door het systeem
zichtbaar gemaakt worden, zelfs als ze op de
server geregistreerd zijn en weergegeven worden.
Het uitvoeren van de bedieningscommando’s
vergt enige tijd.
• Afhankelijk van de toestand van de server, kan het
enige tijd duren voordat de bediening wordt
uitgevoerd. Als u bijvoorbeeld op m/M drukt
en er geen reactie volgt, houdt u m/M enige
tijd ingedrukt. Daarna zou de bediening moeten
worden uitgevoerd.
CD/MP3-speler
Abnormaal geluid is hoorbaar.
• Controleer of er een disc geplaatst is, die niet door
het systeem weergegeven kan worden.
Het afspelen begint niet.
• Controleer of er een disc in het apparaat zit. Het
disclampje brandt als er een disc geplaatst is.
• Veeg de disc schoon (blz. 35).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
• Plaats de disc op correcte wijze.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op N om het afspelen te starten.
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 35).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
MP3-audiotracks kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 Level 1 of Level 2-formaat, of Joliet in
het expansieformaat.
• De MP3-audiotrack heeft niet de extensie ".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2,
2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden
afgespeeld.
MP3-audiotracks duren langer om af te spelen
dan andere.
• Na inlezen van alle tracks op de discs kan het
afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien:
– het aantal albums of tracks op de disc zeer groot
is.
– de indeling van de albums en tracks zeer
complex is.
De titel van het album, de tracktitel en de ID3tag worden niet juist weergegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO 9660
Level 1, Level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of
versie 2.
Tuner
Er is veel brom of ruis.
Zenders kunnen niet worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 24).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 10).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat.
32NL
Optionele componenten
Er is geen geluid.
• Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid." en
controleer de situatie van het systeem.
• Sluit de component goed aan (blz. 30) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
• Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
"ANALOG IN" te kiezen (blz. 30).
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Haal de stekker uit het stopcontact.
4
Druk tegelijkertijd op de toetsen x, USER
PROFILE 5 en ?/1, van het systeem.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de instellingen die u gemaakt had, zoals de
voorkeurszenders, opnieuw instellen.
Als een melding wordt afgebeeld tijdens het
gebruik van het systeem, volgt u de
onderstaande procedures om het probleem te
corrigeren.
Netwerk
Cannot Play
• Weergave van de track is in volgende gevallen
niet mogelijk:
– Bemonsteringsfrequentie is geen 32 kHz,
44,1 kHz of 48 kHz.
– De track wordt niet aangeleverd als linear PCM
geluid.
– De geluidsoort van de track is geen een- of
tweekanaals.
– Bemonsteringsresolutie (kwantisatie) van de
track is geen 16-bit.
– De server is bezig.
Check Network
• Controleer of de netwerkkabel (Ethernet) tussen
het systeem en de hub of router goed aangesloten
is.
• Controleer of de hub of router ingeschakeld is.
IP Conflict
• Stel de IP-adressen van het systeem en andere
apparatuur op het netwerk eenduidig (zonder
duplicatie) in (blz. 20).
No album
• Registreer de track zoals voorgeschreven in de
gebruiksaanwijzing van de aangesloten server.
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Verhelpen van storingen
1
2
3
Meldingen
wordt vervolgd
33NL
No Server
• Activeer de server. De M-crew Server kan op de
volgende wijze geactiveerd worden:
Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en
klik daarna op "Start Music Service" in het menu.
• Het is mogelijk dat de M-crew Server het systeem
niet herkent. Voer onderstaande procedure uit en
controleer of de M-crew Server het systeem
herkent:
1. Klik achtereenvolgens op [Start] – [Alle
programma's] – [M-crew Server] – [TOOLS] –
[EQUIPMENT LIST].
2. Als de naam van het systeem niet voorkomt in
de lijst, die in stap 1 zichtbaar gemaakt wordt,
moet de registratie van het apparaat uitgevoerd
worden. Voor details moet u de
helpgebruiksaanwijzing of het
installatievoorschrift van de M-crew Server
raadplegen.
• Als u een andere firewall instelt dan die bij het
besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u
Problemen oplossen in de installatiehandleiding
die op de bijgeleverde cd te vinden is.
• Voer de TCP/IP-instellingen van het systeem en
de computer op de juiste wijze in (blz. 20).
Select Server
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Server Error
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Server Close
• Activeer de server. De M-crew Server kan op de
volgende wijze geactiveerd worden:
Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en
klik daarna op "Start Music Service" in het menu.
• Als u de netwerkinstellingen op uw computer wilt
wijzigen moet u de server op dit systeem opnieuw
activeren. De melding verdwijnt na een korte tijd.
34NL
WebRadio Error
• Registreer een station waarmee weergave op de
M-crew Server mogelijk is.
• Verbinding maken kan, afhankelijk van de
belasting op de internetaansluiting, moeilijk zijn.
Wacht een poosje en voer de handelingen
opnieuw uit.
CD/MP3
No Disc
• Er is geen disc in de speler geplaatst.
Ontwikkeling van hitte
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
De naamplaat bevindt zich buiten op de onderkant.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over discs
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray bedoeld
voor langspeelplaten.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
Aanvullende informatie
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Plaats het systeem niet naast een televisie.
• Dit systeem is niet magnetisch afgeschermd.
Hierdoor kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in
te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen,
dient u het luidsprekersysteem verder van het TVtoestel te plaatsen.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat op een
ondergrond plaatst die een speciale behandeling
heeft ondergaan (met was, olie, polijstmiddel, enz.)
aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond
kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan
verkleuren.
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
wordt vervolgd
35NL
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuursponsjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
verdunner, wasbenzine of alcohol.
Technische gegevens
Hoofdapparaat
Versterker
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
7,5 + 7,5 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
10 + 10 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Ingangen
ANALOG IN (mini-aansluiting):
Gevoeligheid 450 mV,
impedantie 10 kohm
Uitgangen
PHONES (mini-aansluiting):
voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
hoger
CD-speler
Systeem
Laser
Frequentiebereik
36NL
Compact disc en digitaal
audiosysteem
Halfgeleider-laser
(λ=770 – 810 nm)
Emissieduur: continu
2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Tuner
Algemeen
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
Stroomvoorziening
Amerikaans model:
Europees model:
FM-tuner
Afstembereik
Amerikaans model:
Europese modellen:
Antenne
Antenne-aansluitingen
Middenfrequentie
AM-tuner
Afstembereik
Amerikaans model:
Europees model:
Antenne
Antenneaansluitingen
Middenfrequentie
87,5 – 108,0 MHz
(100-kHz stap)
87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
FM-draadantenne
75 ohm asymmetrisch
10,7 MHz
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
AM-raamantenne
Aansluiting voor een
buitenantenne
450 kHz
Stroomverbruik
Amerikaans model:
Europees model:
120 V wisselstroom, 60 Hz
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
40 W
40 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
ca. 460 × 175 × 190 mm
Gewicht
Ong. 5,3 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening met
batterij (1)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Netwerkkabel (1)
M-crew Server CD-ROM
(1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Luidspreker gedeelte
Luidsprekersysteem
Luidsprekereenheden
Woofer:
Tweeter:
conus-type met diameter
9 cm
symmetrisch koepel-type
met diameter 2,5 cm
6 ohm
Aanvullende informatie
Nominale impedantie
2-weg, type met
akoestische ophanging
37NL
DHCP
Verklarende woordenlijst
ADSL
Afkorting van Asymmetric Digital Subscriber
Line. ADSL is een van de soorten
breedbandaansluiting. Het maakt gebruik van de
gewone koperdraden van de telefoonlijnen en
maakt, door een hoogfrequente bandbreedte,
transmissie van grote hoeveelheden gegevens,
naast de audiosignalen, mogelijk. De snelheid
waarmee informatie verzonden wordt (data
verzonden door de computer van de gebruiker)
is lager dan de snelheid waarmee informatie
ontvangen wordt (door de provider verzonden
naar de computer van de gebruiker), vandaar de
omschrijving "asymmetrisch". De snelheid van
de transmissie is afhankelijk van het afgesloten
abonnement.
Bemonsteringsfrequentie
Bij de conversie van analoog geluidsignaal naar
een digitale versie, moet deze omgezet worden
in nummers (gedigitaliseerd). Dit proces wordt
bemonstering genoemd en
bemonsteringsfrequentie is het aantal keren per
seconde dat het signaal gemeten (bemonsterd)
wordt voor de opname.
Muziekcd's worden 44.100 keer per seconde
bemonsterd, wat een bemonsteringsfrequentie
oplevert van 44,1 kHz. Algemeen geldt dat hoe
hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter
de kwaliteit van de opname.
Breedband
Algemene naam voor verbindingen die gebruik
maken van een brede frequentiebandbreedte
voor het, met hoge snelheid, versturen of
ontvangen van grote hoeveelheden video- of
audiomateriaal. Op dit moment worden ADSL,
kabel-tv, FTTH en andere systemen aangeduid
als breedband.
Breedband router
Voor internetaansluitingen met ADSL of via
kabel-tv worden zogenaamde ADSL-modems
en kabelmodems gebruikt. Voor een
internetaansluiting, waarop meerdere computers
tegelijkertijd aangesloten zijn, wordt gebruik
gemaakt van een breedband router.
38NL
Afkorting van Dynamic Host Configuration
Protocol. Een systeem waarbij automatisch de
juiste instellingen voor een internetaansluiting
toegewezen worden.
DLNA
Afkorting van Digital Living Network Alliance.
De DLNA is een organisatie, zonder winstbejag,
die richtlijnen vaststelt voor het ontwerp van
apparaten, die in staat zijn onderling digitale
data (content) uit te wisselen via netwerken.
Voor verdere informatie, zie
http://www.dlna.org/.
Ethernet
Een manier om computers in een Local Area
Network (LAN) met elkaar aan te sluiten.
Ethernet, ontwikkeld door Xerox Corporation, is
de meeste populaire manier geworden om
netwerken samen te stellen.
Internet
Een communicatienetwerk dat computers over
de gehele wereld met elkaar in verbinding kan
stellen. Het internet bevat vele diensten, zoals
email en zoekmachines.
Een directe internetaansluiting is met dit
systeem niet mogelijk.
IP-adres
IP-adressen bestaan gewoonlijk uit vier groepen
van elk maximaal drie cijfers, gescheiden door
een punt (zoals 192.168.239.1). Alle apparaten
in een netwerk moeten een IP-adres hebben.
ISP
Een internetserviceprovider. "Internet Service
Provider (ISP)" genaamd. Bedrijven die
internetaansluiting aanbieden.
LAN
Afkorting van Local Area Network.
LAN is een algemene naam voor netwerken, die
bedoeld zijn voor communicatie tussen
apparaten, waaronder computers, printers en
faxmachines, in een relatief kleine omgeving
zoals kantoren en gebouwen.
Router
Een apparaat dat netwerken met elkaar verbindt
door conversie van de protocollen en de
adressen van elk netwerk.
Kortgeleden zijn er ook inbel-routers voor de
internetaansluiting via ISDN en
breedbandrouters voor internetaansluiting via
ADSL en kabel-tv op de markt gekomen. De
term "router" kan ook op elk van deze apparaten
betrekking hebben.
Subnetmasker
Een gedeelte van het IP-adres, dat
verantwoordelijk is voor de identificatie van het
subnet, een kleinere groep op het netwerk.
Aanvullende informatie
39NL
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentie
bladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van
toetsen en andere in de tekst genoemde
onderdelen van het systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TUNER/BAND qs (24, 25)
R
R
Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde
Hoofdapparaat
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
ALFABETISCHE
VOLGORDE
P–Z
A–O
Afstandsbedieningssensor 8
Displayvenster 9
FUNCTION 2 (22, 30)
NETWORK 5 (12, 14, 15, 16,
17, 18, 19)
Netwerklampje 5 (13)
PHONES-aansluiting q;
USER PROFILE 1 – 5 3 (17,
33)
VOL. +/– 7
?/1 (inschakelen/stand-by) 1
(12, 25, 33)
Z PUSH OPEN 4 (22)
N (afspelen) 6 (14, 18, 22)
x (stoppen) 6 (15, 18, 22, 33)
4
5
3
6
2
7
1
q;
9
40NL
8
Afstandsbediening
ALFABETISCHE
VOLGORDE
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
M–Z
A–L
ALBUM +/– 9 (15, 18, 22)
DISPLAY 2 (26, 28, 29)
DSGX qf (27)
ENTER 8 (12, 15, 17, 19, 20, 21,
24, 31)
FAVORITE
ADD q; (16)
CALL q; (17)
DELETE q; (17)
FM MODE qj (25, 32)
FUNCTION wd (22, 30)
LIBRARY
MODE wa (14)
SEARCH wa (15)
MENU 7 (19)
NETWORK qa (12, 14, 15, 16,
17, 18, 19)
PRESET EQ 3 (27)
REPEAT qj (15, 23)
SCROLL qd (29)
SLEEP qs (27)
TUNER BAND qg (24, 25)
TUNER MEMORY 5 (24)
TUNING MODE qh (24, 25)
TUNING +/– ql (24, 25)
USER PROFILE ws (17)
VOL +/– 4
?/1 (inschakelen/stand-by) 1
(12)
1/ALL 6 (15, 22)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) qk (15, 22)
TCURSOR/CURSORt qk
(15)
./> (spring achteruit/
spring vooruit)* ql (12, 15, 18,
22)
N (afspelen)* w; (14, 22)
X (pauzeren) w; (15, 22)
x (stoppen) w; (15, 22)
* De N en . toetsen hebben
voelstippen. Gebruik de
voelstippen als herkenning bij
de bediening van het systeem.
wd
qa
qs
2
qd
0
wa
3
qf
9
w;
ql
4
6
5
qg
qk
qj
8
7
Aanvullende informatie
ws
1
qh
41NL