Sony HAR-LH500 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Hard Disc
Audio Recorder
© 2003 Sony Corporation
4-249-904-21(3)
HAR-LH500
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Manual de instrucciones
Gebruiksaanwijzing
FR
DE
ES
NL
2
NL
Waarschuwing
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht. Dit kan brand of elektrische schokken
tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken
tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken
door bevoegde servicetechnici.
Dit apparaat is geklasseerd als
CLASS 1 LASER product.
Dit teken vindt u op de
achterkant van het apparaat.
Sluit de ventilatieopeningen van het apparaat niet af
met kranten, tafelkleden, gordijnen, enzovoort en
plaats geen brandende kaarsen op het apparaat. Dit
kan brand tot gevolg hebben.
Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen, zoals
een vaas, op het apparaat. Dit kan elektrische
schokken of brand tot gevolg hebben.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE
OF INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN
ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT
OF HET GEBRUIK VAN DE PRODUCTEN.
Informatie over de
handleidingen voor de
HAR-LH500
Bij de HAR-LH500 worden de volgende
handleidingen geleverd. Raadpleeg deze
handleidingen als dit wordt vereist bij het
uitvoeren van handelingen.
Gebruiksaanwijzing van HAR-
LH500 (deze handleiding)
In deze handleiding worden de aansluitingen
en functies van de recorder beschreven.
In deze handleiding worden voornamelijk de
functies beschreven die u kunt uitvoeren met
de afstandsbediening. U kunt dezelfde
functies ook uitvoeren met de toetsen en de
bedieningselementen op de recorder als deze
dezelfde of soortgelijke namen hebben als
die op de afstandsbediening.
Help voor "M-crew for HAR-LH500"
Deze handleiding kan worden gebruikt als de
"M-crew for HAR-LH500" software is
geïnstalleerd.
Hierin worden de functies van de "M-crew
for HAR-LH500" software uitgelegd. De
software staat op dezelfde CD-ROM.
Installatiehandleiding van "M-crew
for HAR-LH500"
Deze handleiding is opgenomen op de
bijgeleverde CD-ROM.
Hierin wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde
"M-crew for HAR-LH500" software kunt
installeren op de computer.
3
NL
NL
Inhoudsopgave
Opnamen op de vaste schijf
bewerken
Opnamen wissen
–– Functie voor wissen ........................... 23
Opgenomen tracks splitsen
–– Functie voor splitsen .......................... 25
Opgenomen tracks samenvoegen
–– Functie voor samenvoegen ................ 26
Opgenomen tracks of albums verplaatsen
–– Functie voor verplaatsen .................... 27
Een titel of artiestennaam toewijzen aan een
track, album of afspeellijst
–– Naamfunctie....................................... 28
De laatste bewerking ongedaan maken
–– Functie voor ongedaan maken ........... 31
Overige functies
In slaap vallen met muziek
–– Uitschakeltimer .................................. 32
De indeling van opgenomen tracks
omzetten................................................ 32
Een toetsenbord gebruiken
Een naam toewijzen aan een track of album
met het toetsenbord............................... 33
De recorder bedienen met het toetsenbord .. 33
Extra informatie
Voorzorgsmaatregelen .................................34
Serial Copy Management System................ 35
Problemen oplossen ..................................... 36
Berichten in het display ...............................36
Tabel van Setup Menu ................................. 37
Technische gegevens ................................... 38
Lijst met toetsen en referentiepagina’s ........ 39
Overzicht
Afspeelbare discs ........................................... 6
Aan de slag
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen... 6
Het systeem aansluiten .................................. 7
CD’s afspelen
Een CD plaatsen ............................................8
Een CD afspelen
–– Normaal afspelen (Normal Play)/
willekeurig afspelen (Shuffle Play)/
herhaaldelijk afspelen (Repeat Play) ......... 8
Het CD-display gebruiken ............................. 9
De CD-tracks programmeren....................... 10
Opnemen op de vaste schijf
Opmerkingen over het opnemen.................. 11
Een CD opnemen op de vaste schijf
–– CD-HDD Synchro-Recording/
CD-HDD Synchro-Recording (hoge
snelheid) .................................................. 11
Het HDD-display gebruiken ........................ 13
Opnemen op de vaste schijf ......................... 13
De huidige CD-track opnemen
–– REC-IT functie .................................. 14
Opnametips
–– Tracknummers invoegen/Smart Space/
Het opnameniveau aanpassen .................. 15
De vaste schijf afspelen
De vaste schijf afspelen
–– Normal Play/Shuffle Play/Repeat
Play .......................................................... 18
Het HDD-display gebruiken ........................ 19
Een track in een afspeellijst afspelen
–– Play List Registration/Play List
Play .......................................................... 20
Een gewenst album of gewenste track zoeken
–– Keyword Search/Artist Play .............. 21
Een album afspelen dat u onlangs hebt
afgespeeld
–– History ............................................... 23
4
NL
Deze recorder met een interne vaste schijf
ondersteunt de volgende functies:
Opnemen
Op de vaste schijf (HDD) van de recorder kunt
u maximaal 1.340 uur gegevens (in ATRAC3)
of 125 uur gegevens (in LINEAR PCM)
vastleggen. Er kunnen maximaal 999 albums
op de vaste schijf worden vastgelegd en elk
album kan maximaal 400 tracks bevatten. U
kunt maximaal 40.000 tracks opnemen op de
vaste schijf. Net als een MD-deck ondersteunt
deze recorder Synchro-Recording en het
bewerken van opgenomen tracks.
Audiobestanden met MP3-indeling op
de computer overbrengen
Audiobestanden met MP3-indeling op de
computer kunt u overbrengen naar de recorder
met de bijgeleverde "M-crew for HAR-LH500"
software.
Zoeken
U kunt gemakkelijk tracks vinden op de vaste
schijf.
Zoeken op trefwoord (Keyword Search)
(page 21)
U kunt een trefwoord invoeren om een
gewenst album of gewenste track te vinden.
Trefwoorden kunnen de naam van het
album, de track of de artiest zijn.
Artiest afspelen (Artist Play) (pagina 22)
U kunt op de naam van een artiest zoeken
om alle liedjes van deze artiest (tracks die
met de artiestennaam zijn aangeduid) te
vinden.
Namen van albums, tracks en
artiesten automatisch invoegen met
CDDB
Met de bijgeleverde "M-crew for HAR-LH500"
software hebt u via de computer toegang tot de
Gracenote CDDB
®
-server* om albums, tracks
en artiesten automatisch een naam te geven.
* Een database met informatie over CD’s op de
markt
Overzicht
Afspeellijst
In een afspeellijst kunt u alleen de gewenste
tracks verzamelen. Naast de 999 albums die u
kunt maken op de vaste schijf, kunt u maximaal
10 albums maken via afspeellijsten op de vaste
schijf. Eén afspeellijst kan maximaal 400 tracks
bevatten. U kunt herhaaldelijk tracks toevoegen
aan of verwijderen uit afspeellijsten. De
oorspronkelijke trackgegevens worden
opgenomen in albums op de vaste schijf. Het
verwijderen van gegevens uit de afspeellijst
heeft geen invloed op de oorspronkelijke
gegevens.
Opmerkingen
De opgenomen muziek mag alleen voor privé-
doeleinden worden gebruikt. Als u de muziek
voor andere doeleinden wilt gebruiken, hebt u
toestemming nodig van de houders van het
auteursrecht.
Sony is niet aansprakelijk voor enige schade als
gevolg van verlies van gegevens.
De vaste schijf moet worden beschouwd als
tijdelijke opslagplaats voor audiogegevens. Zorg
dat u altijd de oorspronkelijke geluidsbron als
reservekopie bewaart.
Er is geen service beschikbaar voor het
terughalen van verloren gegevens.
Het is mogelijk dat u geluiden hoort als de
recorder communiceert met de vaste schijf
wanneer u de recorder inschakelt, een track op
de vaste schijf afspeelt, opneemt op de vaste
schijf, enzovoort. Deze geluiden zijn normaal en
duiden niet op een storing.
De recorder maakt wellicht ook geluiden als er
geen handelingen worden uitgevoerd. Deze
geluiden zijn afkomstig van de automatische
onderhoudsfuncties van de recorder en deze zijn
normaal.
De recorder kan ook trillingen produceren. Dit
duidt echter niet op een defect.
Het kopiëren van digitale gegevens wordt
beperkt door het Serial Copy Management
System (pagina 35). Daarom kunnen digitale
gegevens die van een CD in de CD-speler van
de recorder zijn opgenomen, digitale gegevens
die zijn ingevoerd van een CD-speler die via de
DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is
aangesloten en MP3-bestanden die vanaf een
computer worden overgebracht, niet worden
gekopieerd naar een extern, aangesloten
opnameapparaat. Houd er rekening mee dat een
MP3-bestand dat vanaf de computer wordt
overgebracht naar de vaste schijf, wordt gewist
van de computer en dat bestanden die worden
overgebracht naar de vaste schijf, niet weer
kunnen worden teruggezet naar de computer.
M-crew is een gedeponeerd handelsmerk van Sony
Corporation.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van
International Business Machines Corporation.
6
NL
Batterijen in de
afstandsbediening
plaatsen
U kunt de recorder bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat). Zorg
ervoor dat de plus- en minpolen (+ en –) van de
batterijen samenvallen met de + en – in de
batterijhouder.
Plaats eerst de minpool (–) en druk vervolgens
de batterij naar beneden totdat de pluspool (+)
vastklikt.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening niet achter op een zeer
warme of vochtige plaats.
Zorg ervoor dat er niets in de behuizing van de
afstandsbediening terechtkomt, vooral bij het
vervangen van de batterijen.
Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan
direct zonlicht of lichtbronnen. Als u dit wel doet,
kan dit storing veroorzaken.
Als u de afstandsbediening gedurende langere tijd
niet gebruikt, moet u de batterijen verwijderen om
mogelijke schade door batterijlekkage en corrosie te
voorkomen.
Tip
Als u de recorder niet meer kunt bedienen met de
afstandsbediening, vervangt u beide batterijen door
nieuwe.
Afspeelbare discs
U kunt de volgende discs afspelen op deze
recorder. Andere discs kunnen niet worden
afgespeeld.
Lijst met afspeelbare discs
Discindeling Disclogo Inhoud
Audio-CD’s Audio
CD-R/
CD-RW
Audio
Discs die niet met deze
recorder kunnen worden
afgespeeld
CD-ROM’s (waaronder PHOTO CD’s)
CD-R’s/CD-RW’s die niet zijn opgenomen
met de muziek-CD-indeling
Opmerkingen over CD-R en CD-RW
Op deze recorder kunnen CD-R’s/CD-RW’s
worden afgespeeld die zijn bewerkt door de
gebruiker. Bepaalde discs kunnen echter
wellicht niet worden afgespeeld, afhankelijk
van het opnameapparaat of de staat van de
disc.
CD-R’s en CD-RW’s die niet zijn
gefinaliseerd (bewerking waardoor deze
discs op een gewone CD-speler kunnen
worden afgespeeld), kunnen niet worden
afgespeeld.
CD-R’s en CD-RW’s die in meerdere sessies
zijn opgenomen, worden niet ondersteund.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaatschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er
rekening mee dat sommige van deze discs niet
voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met
dit product kunnen worden afgespeeld.
Aan de slag
Aan de slag
7
NL
OPTICAL
IN OUT
DIGITAL
(OPTICAL)
IN OUT
DIGITAL
* Er wordt één digitale optische kabel geleverd bij
deze recorder. Als u wilt aansluiten op de
DIGITAL OPTICAL IN en OUT aansluitingen,
hebt u nog een optionele digitale optische kabel
nodig.
Opmerkingen
Als u een component aansluit via de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting, kunt u ruis horen als u
andere CD-software afspeelt dan muziek, zoals een
CD-ROM.
Tracknummers worden wellicht niet juist
opgenomen tijdens het opnemen op andere
componenten via de DIGITAL OPTICAL OUT
aansluiting.
Als "Din Unlock" of "Cannot Copy" in het display
knippert, kunt u niet opnemen via de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting. In dit geval neemt u de
geluidsbron op via de ANALOG IN aansluitingen
door op de ANALOG toets te drukken.
Plaats geen zware voorwerpen, zoals een versterker,
deck, enzovoort, op de recorder.
Tip
Met een ingebouwd conversieprogramma voor
bemonsteringsfrequenties wordt de
bemonsteringsfrequentie van verschillende digitale
bronnen automatisch omgezet naar de
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van deze
recorder.
Een computer aansluiten
Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om een
computer aan te sluiten op de recorder. Als u de
recorder aansluit op een computer, kunt u de
tracks selecteren en afspelen en verschillende
bewerkingsfuncties voor de vaste schijf
uitvoeren vanaf de computer.
Digitale optische kabel (bijgeleverd)*
Digitale componentHDD-recorder
Het systeem aansluiten
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de
HDD-recorder kunt aansluiten op externe
apparaten. Schakel alle componenten uit
voordat u de aansluitingen maakt.
Analoge aansluitingen
Sluit de versterker aan via de ANALOG IN of
OUT aansluitingen met de audiokabel
(bijgeleverd). Sluit de gekleurde kabels aan op
de bijbehorende aansluitingen van de
componenten: rood (rechts) op rood en wit
(links) op wit.
ANALOG
L
R
INOUT
ANAL
OG
IN
OUT
L
R
Digitale aansluitingen
Als u een digitale component, zoals een digitale
versterker of D/A-versterker hebt, sluit u de
component aan via de DIGITAL OPTICAL IN
of OUT aansluiting met de digitale optische
kabel (bijgeleverd).
De DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting op
de recorder is bestemd voor het uitvoeren van
audiosignalen naar een versterker of receiver.
Daarom kunnen andere gegevens dan
audiogegevens, zoals tekstinformatie en
informatie over tracknummers, niet worden
uitgevoerd via deze aansluiting.
Buig de digitale optische kabel niet en maak
deze niet vast.
l : Signaalverloop
HDD-recorder
Versterker
8
NL
CD’s afspelen
Een CD plaatsen
1 Schakel de versterker in en zet de
bronkeuzeschakelaar op de positie
voor deze recorder.
2 Druk op @/1 om de recorder in te
schakelen.
3 Druk op CD (of CD/HDD op de recorder
zodat de CD-indicator gaat branden).
"CD" wordt weergegeven in het display.
4 Druk op OPEN/CLOSE Z.
De disclade wordt uitgeschoven.
5 Plaats een disc in de disclade met het
label naar boven.
?/1
KEYBOARD
6 Druk nogmaals op OPEN/CLOSE Z om
de disclade te sluiten.
Als u een CD-single (8-cm CD) afspeelt,
plaatst u deze in de binnenste uitsparing
van de lade.
2 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder).
Functies van Repeat Play
U kunt de tracks op de CD herhaaldelijk
afspelen in elke afspeelstand.
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat
"REPEAT" of "REPEAT 1" wordt
weergegeven in het display.
Actie Selecteer
Alle tracks herhalen REPEAT
Alleen één track herhalen REPEAT 1
Repeat Play annuleren Geen aanduiding
De tracks worden als volgt herhaald:
Afspeelstand De recorder herhaalt
De tracks op de CD in
willekeurige volgorde
SHUFFLE
De tracks op de CD in de
gewenste volgorde (zie "De
CD-tracks programmeren"
op pagina 10)
PROGRAM
Een CD afspelen
––Normaal afspelen (Normal Play)/
willekeurig afspelen (Shuffle Play)/
herhaaldelijk afspelen (Repeat
Play)
Met deze recorder kunt u CD’s afspelen in
verschillende afspeelstanden.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/
HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat
branden.
1 Terwijl de recorder in de stopstand
staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY
MODE om de afspeelstand te
selecteren.
Afspelen Selecteer
De disc in de normale Geen aanduiding
volgorde
Normal Play Alle tracks
Shuffle Play Alle tracks in willekeurige
volgorde
Program Play (pagina
10)
Hetzelfde programma
CD’s afspelen
9
NL
Overige functies
Actie Handeling
Afspelen stoppen Druk op x.
Pauzeren Druk op X. Druk nogmaals op
X of H om het afspelen te
hervatten (of PLAY/NEXT/
PREV (H) op de recorder).
Een track selecteren Druk tijdens het afspelen of
pauzeren herhaaldelijk op >
(om vooruit te spoelen) of op
. (om terug te spoelen) (of
draai PLAY/NEXT/PREV naar
l/L op de recorder).
Het CD-display gebruiken
U kunt informatie over de CD controleren met
het display.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/
HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat
branden.
In de stopstand
CDFox Tail
13 62.23
Informatie over de naam weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of
DISPLAY/CHAR op de recorder).
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Als er geen track is geselecteerd
Discnaam t Naam van de artiest van de
disc
Als er een track is geselecteerd
Tracknaam t Naam van de artiest van de
track t Discnaam
Als Program Play is geselecteerd, worden het
laatstgeprogrammeerde tracknummer en de
totale speelduur van het programma
weergegeven.
Tijdens het afspelen
CDBugbear
3 2.23
Informatie over de naam weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of
DISPLAY/CHAR op de recorder).
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Tracknaam t Naam van de artiest van de
track t Discnaam
Discnaam/Tracknaam/Artiestennaam
Totale speelduurTotaalaantal tracks
wordt vervolgd
Tracknaam
Verstreken speelduurHuidig tracknummer
Een track
rechtstreeks
selecteren*
1
Druk op de cijfertoetsen.
Een punt in een
track vinden
Houd tijdens het afspelen
m/M ingedrukt en laat de
toets los op het gewenste punt.*
2
De CD verwijderen Druk op OPEN/CLOSE Z.
*
1
Wanneer u rechtstreeks een track wilt kiezen met
een nummer hoger dan 10, drukt u op >10 voordat
u een tracknummer met twee cijfers invoert. Als u
op de >10 toets drukt, verschijnen er twee streepjes
als de CD 10 tot en met 99 tracks bevat. Druk op
0/10 voor "0".
Voorbeeld:
Tracknummer 30 invoeren voor een CD met 99
tracks
1Druk op >10.
"- -" wordt weergegeven in het display.
2Druk op 3 en 0/10.
*
2
Als u de toets ingedrukt houdt terwijl de recorder
in de pauzestand staat, kunt u een punt met de
tijdinformatie vinden.
Opmerkingen
Als er geen CD in de recorder is geplaatst, wordt
"No Disc" weergegeven in het display.
Als "- Over -" in het display wordt weergegeven, is
het einde van de CD bereikt terwijl u de M toets
ingedrukt houdt. Houd de m toets ingedrukt om
terug te gaan.
Het afspelen van CD’s op de recorder is niet
beschikbaar als de functie is ingesteld op een
externe ingang (bijvoorbeeld als "Optical In" of
"Analog In" is geselecteerd door op de OPTICAL
of ANALOG toets te drukken).
Tips
•U kunt de laatste track snel selecteren door op .
te drukken (of door PLAY/NEXT/PREV naar l
te draaien op de recorder) terwijl het totaalaantal
tracks en de totale speelduur worden weergegeven.
•U kunt aan het begin van een track pauzeren door
op ./> te drukken (of door PLAY/NEXT/
PREV naar l/L te draaien op de recorder)
terwijl de recorder in de pauzestand staat.
10
NL
Tips
Wanneer u een CD plaatst met CD TEXT gegevens,
gaat "CD TEXT" branden in het display.
Als de CD geen tekstinformatie bevat, wordt "No
Name" weergegeven in plaats van de disc- of
tracknaam.
•U kunt een titel van 14 of meer tekens in het display
laten rollen door op de SCROLL toets te drukken.
Druk nogmaals op de toets om het rollen te
onderbreken en nogmaals om het rollen te
hervatten.
Tijdinformatie weergeven
Druk herhaaldelijk op TIME.
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Verstreken speelduur van de huidige track
t Resterende speelduur van de huidige
track t Resterende speelduur van de disc
Opmerking
De resterende speelduur van de disc wordt niet
weergegeven in het display als de afspeelstand
"REPEAT 1", "SHUFFLE" of "PROGRAM" is
geselecteerd.
De CD-tracks
programmeren
U kunt de afspeelvolgorde van de tracks op een
CD opgeven en uw eigen programma’s met
maximaal 25 tracks maken.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/
HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat
branden.
Opmerking
U kunt tracks op de CD en op de vaste schijf niet
combineren in hetzelfde programma.
1 Terwijl de recorder in de stopstand
staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY
MODE totdat "PROGRAM" wordt
weergegeven in het display.
2 Druk herhaaldelijk op ./> (of
draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L
op de recorder) totdat de gewenste
track wordt weergegeven en druk op
ENTER om de track te programmeren.
Het nummer van de laatstgeprogrammeerde
track wordt weergegeven, gevolgd door de
totale speelduur van het programma.
Tip
U kunt de track selecteren met de cijfertoetsen.
Als u een track wilt selecteren met een nummer
hoger dan 10, gebruikt u >10 (zie pagina 9).
3 Wilt u extra tracks programmeren, dan
herhaalt u stap 2.
4 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder) om Program Play te
starten.
Program Play annuleren
Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt
u herhaaldelijk op PLAY MODE totdat
"PROGRAM" verdwijnt.
Opmerkingen
De totale speelduur van het programma wordt niet
weergegeven als deze meer dan 1.000 minuten
bedraagt.
"Step Full!" wordt weergegeven als u meer dan 25
tracks programmeert. Wis de ongewenste tracks om
andere tracks in te voeren.
Het programma wordt gewist als u de CD
verwijdert, de stroom uitschakelt of het netsnoer
loskoppelt.
Tip
Het programma blijft behouden zelfs als Program
Play is afgelopen. Als u op H (of PLAY/NEXT/
PREV (H) op de recorder) drukt, kunt u hetzelfde
programma opnieuw afspelen.
De trackvolgorde wijzigen
U kunt uw programma wijzigen als de recorder
in de stopstand staat.
Actie Handeling
De laatste track in het
programma wissen
Druk op CLEAR. Als u op
de toets drukt, wordt de
laatstgeprogrammeerde
track gewist.
Tracks aan het einde
van het programma
toevoegen
Voer stap 2 uit van de
programmeringsprocedure.
Het CD-display gebruiken (vervolg)
Opnemen op de vaste schijf
11
NL
Opnemen op de vaste schijf
Opmerkingen over het
opnemen
Vóór het opnemen
•U kunt een afspeellijst niet selecteren als
opnamebestemming.
•U kunt niet opnemen over een bestaande
track. Als u een album met bestaande tracks
selecteert als opnamebestemming, wordt er
automatisch opgenomen na de bestaande
tracks.
Na het opnemen
De afspeelstand van de vaste schijf wordt
automatisch overgeschakeld naar Normal Play.
Automatische omzetting van digitale
bemonsteringsfrequenties
Met een ingebouwd conversieprogramma voor
bemonsteringsfrequenties wordt de
bemonsteringsfrequentie van verschillende
digitale bronnen automatisch omgezet naar de
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van de
recorder.
Maximumaantal tracks dat kan
worden opgenomen
U kunt maximaal 40.000 tracks opnemen op de
vaste schijf. De tracks in de afspeellijsten
worden niet meegerekend.
"Track Full!" wordt weergegeven in
het display als u de
opnamebestemming selecteert
Het album bevat al 400 tracks. Dit is het
maximumaantal tracks dat kan worden
opgenomen op één album. Selecteer een ander
album.
"Drive Full!" wordt weergegeven in
het display tijdens het opnemen op
de vaste schijf
Dit betekent dat u niet verder kunt opnemen
omdat de vaste schijf niet voldoende vrije
ruimte heeft of omdat het maximumaantal
tracks is opgenomen op de vaste schijf. Wilt u
weer opnemen op de vaste schijf, dan moet u
de gegevens comprimeren door de tracks om te
zetten naar de ATRAC3-indeling (pagina 32)
of ongewenste tracks of albums wissen.
Opmerking over tekstinformatie
Tekstgegevens op CD’s met CD TEXT inhoud
worden niet opgenomen als de CD’s worden
opgenomen via de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting.
Een CD opnemen op de
vaste schijf
––CD-HDD Synchro-Recording/CD-
HDD Synchro-Recording (hoge
snelheid)
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in
plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
1 Schakel de versterker in en zet de
bronkeuzeschakelaar op de positie
voor deze recorder.
2 Druk op @/1 om de recorder in te
schakelen.
3 Druk op CD (of CD/HDD op de recorder
zodat de CD-indicator gaat branden).
4 Plaats een CD in de disclade.
5 Druk op MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het
display.
6 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Sync Normal" (of "Sync High") wordt
weergegeven in het display en druk op
ENTER of YES.
7 Druk herhaaldelijk op </, om de
opnamesnelheid te selecteren en druk
op ENTER of YES.
Actie Selecteer
Synchro-Recording
(normale snelheid)
uitvoeren
Sync Normal
Synchro-Recording (hoge
snelheid) uitvoeren
Sync High
(fabrieksinstelling)
CD’s afspelen
wordt vervolgd
12
NL
8 Druk op MENU/NO.
9 Druk op CD SYNC.
De vaste schijf staat stand-by voor de
opname en de CD staat stand-by voor het
afspelen.
Als u de albumpositie wilt wijzigen, drukt u
herhaaldelijk op ALBUM +/– (of draait u de
ALBUM knop op de recorder). Wilt u de
positie rechtstreeks invoeren, dan drukt u op
ALBUM en de cijfertoetsen (zie pagina 19).
10
Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder) of X.
Het opnemen wordt gestart.
Het opgenomen geluid is niet hoorbaar
tijdens CD-HDD Synchro-Recording (hoge
snelheid).
Het opnemen stoppen
Druk op x.
De opnametijd verlengen
(Recording Mode)
Als u tracks opneemt in de ATRAC3-indeling,
wordt de totale opnametijd op de vaste schijf
langer dan in de normale opnamestand.
1 Druk op REC MODE zodat "ATRAC3"
wordt weergegeven in het display.
2 Voer stap 5 tot en met 10 uit bij "Een
CD opnemen op de vaste schijf" op
pagina 11.
Opmerkingen
•U kunt tijdens het opnemen de opnamestand niet
wijzigen.
•U kunt de opnamestand niet wijzigen in MP3-
indeling.
De fabrieksinstelling herstellen
Druk nogmaals op REC MODE zodat "ATRAC3"
verdwijnt uit het display.
De opnamestand wijzigen met Setup
Menu
U kunt de opnamestand ook wijzigen met
Setup Menu.
1 Terwijl de recorder in de stopstand of
opnamepauzestand staat, drukt u op
MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Rec
Mode" wordt weergegeven in het display
en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"ATRAC3" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
4 Voer stap 5 tot en met 10 uit bij "Een CD
opnemen op de vaste schijf" op pagina
11.
De fabrieksinstelling herstellen
Selecteer "LinearPCM" in stap 3.
Opmerkingen
Als de vaste schijf vol raakt tijdens het opnemen,
wordt het opnemen automatisch gestopt.
•U kunt tijdens Synchro-Recording het opnemen niet
onderbreken.
Als de afspeelstand van de CD is ingesteld op
Repeat Play of Shuffle Play, wordt automatisch
overgeschakeld naar Normal Play.
De afspeelstand van de vaste schijf wordt
automatisch overgeschakeld naar Normal Play.
CD TEXT wordt wellicht niet opgeslagen voor
korte tracks.
Tips
Met de functie voor CD-HDD Synchro-Recording
(hoge snelheid) kunt u 12 keer sneller opnemen dan
met de functie voor CD-HDD Synchro-Recording
(normale snelheid). De opnamestand moet dan zijn
ingesteld op "LinearPCM" (fabrieksinstelling) (deze
pagina). Als de opnamestand is ingesteld op
"ATRAC3", is de functie voor CD-HDD Synchro-
Recording (hoge snelheid) nog steeds 3 keer sneller
dan de functie voor CD-HDD Synchro-Recording
(normale snelheid).
• U kunt de opnamestand selecteren voordat u begint
met opnemen (deze pagina).
•U kunt Program Play gebruiken om alleen de CD-
tracks op te geven die u wilt opnemen. Nadat u een
CD hebt geplaatst, voert u de procedure uit bij "De
CD-tracks programmeren" op pagina 10. Daarna
voert u de procedure voor Synchro-Recording uit.
Als een geplaatste CD CD TEXT ondersteunt, kan
CD TEXT automatisch op de vaste schijf worden
opgeslagen.
Met Synchro-Recording kunt u namen toewijzen
aan albums en tracks via de Gracenote CDDB
®
-
server. Raadpleeg de Help voor "M-crew for HAR-
LH500" voor meer informatie over de Gracenote
CDDB
®
-server."
Een CD opnemen op de vaste schijf
(vervolg)
Opnemen op de vaste schijf
13
NL
Het opnemen hervatten na
de onderbreking*
X of H (of PLAY/
NEXT/PREV (H) op
de recorder)
Geluidsbron Druk op
De CD in de recorder CD
De component
aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting
OPTICAL
De component
aangesloten op de
ANALOG IN
aansluitingen
ANALOG
Opnemen op de vaste schijf
1 Schakel de versterker in en zet de
bronkeuzeschakelaar op de positie
voor deze recorder.
2 Druk op @/1 om de recorder in te
schakelen.
3 Druk op de betreffende toets op de
afstandsbediening om de geluidsbron
te selecteren.
4 Druk op z.
"REC" wordt weergegeven in het display.
De vaste schijf staat stand-by voor de
opname.
Als u de albumpositie wilt wijzigen, drukt u
herhaaldelijk op ALBUM +/– (of draait u de
ALBUM knop op de recorder). Wilt u de
positie rechtstreeks invoeren, dan drukt u op
ALBUM en de cijfertoetsen (zie pagina 19).
Als u opneemt via de ANALOG IN
aansluiting, past u desgewenst het
opnameniveau aan (zie "Het opnameniveau
aanpassen" op pagina 17).
5 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder) of X.
Het opnemen wordt gestart.
6 Start het afspelen op de geluidsbron.
Overige functies tijdens het opnemen
Actie Druk op
Het opnemen stoppen x
Het opnemen onderbreken X
Een tracknummer toevoegen
z
* Het tracknummer wordt met één verhoogd.
Het HDD-display gebruiken
U kunt tijdens het opnemen informatie over de
vaste schijf controleren met het display.
Tijdinformatie weergeven tijdens
opnemen
Druk herhaaldelijk op TIME.
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Tracknummer en verstreken speelduur van
de huidige track t Gebruikt percentage
vaste-schijfruimte voor de totale opnametijd
Opmerkingen
De totale opnametijd wordt eerst weergegeven als
percentage. Als de resterende opnametijd "999 . 59"
(999 minuten en 59 seconden) is, wordt de tijd in
het display weergegeven.
Het gebruikte percentage vaste-schijfruimte is nooit
0%, zelfs niet als er geen tracks op de vaste schijf
zijn opgenomen.
Tip
"Analog In" wordt weergegeven in het display
wanneer u opneemt via de ANALOG IN aansluiting
en "Optical In" als u opneemt via de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting.
wordt vervolgd
14
NL
Opnemen op de vaste schijf (vervolg)
De huidige CD-track
opnemen
––REC-IT functie
U kunt de CD-track opnemen die momenteel
wordt afgespeeld.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/
HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat
branden.
1 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder).
2 Druk op REC IT als de gewenste track
wordt afgespeeld.
De track wordt opnieuw vanaf het begin
afgespeeld en de opname begint. De
opname wordt gestopt aan het einde van de
track, maar de CD wordt verder afgespeeld.
Het opnemen stoppen
Druk op x.
Opmerkingen
•U kunt niet een album selecteren dat al opgenomen
tracks bevat. Het vorige weergegeven album wordt
automatisch geselecteerd.
De afspeelstand van de vaste schijf wordt
automatisch overgeschakeld naar Normal Play.
CD TEXT informatie wordt wellicht niet
opgeslagen voor korte tracks.
Opmerkingen
Als u "Optical In" of "Analog In" als geluidsbron
selecteert (door op de OPTICAL of ANALOG toets
te drukken) in stap 3, worden tracknummers
wellicht niet automatisch gekopieerd van de bron.
Als dit gebeurt, moet u de functie voor splitsen
gebruiken ("Opgenomen tracks splitsen" op pagina
25) om tracks toe te voegen op de vereiste plaatsen.
Tijdens het opnemen kunt u de CD, OPTICAL of
ANALOG toets op de afstandsbediening niet
gebruiken om over te schakelen naar een andere
geluidsbron.
Tracks die langer zijn dan 120 minuten, kunnen niet
worden opgenomen. Als de opnametijd 120
minuten bereikt, wordt het tracknummer
automatisch met één verhoogd. Als het
tracknummer niet kan worden verhoogd, wordt de
opname gestopt.
Hebt u een album met 400 tracks geselecteerd op
het moment dat u op de z toets drukt, dan wordt de
geluidsbron opgenomen op het album met het
dichtstbijzijnde nummer en voldoende
opnameruimte.
•U kunt de CD in de recorder niet bedienen als de
geluidsbron van de recorder is ingesteld op "Optical
In" of "Analog In" (door op de OPTICAL of
ANALOG toets te drukken) terwijl er wordt
opgenomen of tijdens een opnamepauze.
Het opnemen van digitale uitzendingen
(bijvoorbeeld digitale televisie) wordt beperkt door
bepaalde uitzendmaatschappijen. Daarom kunt u
wellicht bepaalde programma’s of kanalen niet
digitaal opnemen.
Tip
U kunt de opnamestand selecteren voordat u begint
met opnemen (pagina 12).
"Din Unlock" knippert in het display
•U hebt "Optical In" met de OPTICAL toets
geselecteerd, maar er is geen digitale
geluidsbron aangesloten. Sluit de
geluidsbron juist aan.
De geluidsbron is niet ingeschakeld. Schakel
de geluidsbron in.
Opnemen op de vaste schijf
15
NL
Opmerkingen over Level Synchro Recording
Als u opneemt vanaf een extern apparaat dat is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting, wordt het volledige materiaal wellicht
als één track opgenomen.
Als u opneemt vanaf een extern apparaat dat is
aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen en
"Tr.Mark Off" is geselecteerd of als u opneemt
vanaf een DAT-deck of DBS-tuner die is
aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting, wordt het volledige materiaal wellicht
als één track opgenomen.
1 Terwijl de recorder in de stopstand of
opnamepauzestand staat, drukt u op
MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Tr.Mark Lsync" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
3 Druk op MENU/NO.
"L.SYNC" wordt weergegeven in het display.
De recorder voegt een tracknummer in als het
ingangssignaalniveau ten minste 1,5 seconde
gelijk is aan of lager is dan het reactieniveau
voor Level Synchro Recording.
De Level Synchro Recording functie
uitschakelen
Selecteer "Tr.Mark Off" in stap 2.
Opnametips
––Tracknummers invoegen/Smart
Space/Het opnameniveau
aanpassen
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Tracknummers automatisch
invoegen tijdens het opnemen
(Level Synchro Recording)
U kunt automatisch nummers toewijzen aan
tracks tijdens het opnemen van een CD in de
recorder. Als u op bepaalde punten
tracknummers toewijst, kunt u deze punten
later snel terugvinden of de vaste schijf
gemakkelijk bewerken.
Tracks worden wellicht niet automatisch
genummerd als u opneemt vanaf een extern
apparaat via de DIGITAL OPTICAL IN
aansluiting of als de geluidsbron die wordt
opgenomen, ruis bevat (bijvoorbeeld banden of
radioprogramma’s die zijn opgenomen via de
ANALOG IN aansluiting).
Als u opneemt vanaf een extern apparaat, moet
u de volgende procedure uitvoeren om
tracknummers automatisch toe te voegen. Een
tracknummer wordt toegevoegd als het
ingangssignaalniveau ongeveer 1,5 seconde of
meer lager is dan het reactieniveau en
vervolgens weer hoger wordt.
wordt vervolgd
16
NL
Opnametips (vervolg)
Lege gedeelten automatisch
wissen
(Smart Space/Auto Cut)
Met de Smart Space functie kunt u automatisch
lege gedeelten van 3 seconden tussen tracks
invoegen. Als de Smart Space functie is
ingeschakeld en er ongeveer 3 seconden of
meer (niet meer dan 30 seconden) geen geluid
wordt ingevoerd tijdens de opname, wordt de
stilte vervangen door een leeg gedeelte van
ongeveer 3 seconden en de opname gaat door.
Auto Cut: Als de Smart Space functie is
ingeschakeld en er 30 of meer seconden geen
geluid wordt ingevoerd, vervangt de recorder
de stilte door een leeg gedeelte van ongeveer 3
seconden en schakelt vervolgens over na de
opnamepauzestand.
1 Terwijl de recorder in de stopstand of
opnamepauzestand staat, drukt u op
MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"SmartSpace On" (of "SmartSpace
Off") wordt weergegeven in het display
en druk op ENTER of YES.
Er wordt 30 seconden of meer geen geluid ingevoerd
Wordt vervangen door een leeg gedeelte
van 3 seconden en de opname wordt
onderbroken
Er wordt minder dan 30 seconden geen
geluid ingevoerd
Wordt vervangen door een leeg gedeelte
van 3 seconden en de opname gaat door
Het reactieniveau voor Level
Synchro Recording wijzigen
Voer de onderstaande procedure uit om het
signaalniveau te wijzigen waarmee Level
Synchro Recording wordt geactiveerd.
1 Terwijl de recorder in de stopstand of
opnamepauzestand staat, drukt u op
MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"L.Sync(T) –XXdB" wordt weergegeven
in het display en druk op ENTER of
YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, om het
niveau te selecteren en druk op ENTER
of YES.
U kunt het niveau instellen op een waarde
tussen –72 dB en 0 dB, in stappen van 2 dB
(–50 dB is de fabrieksinstelling).
4 Druk op MENU/NO.
De fabrieksinstelling herstellen
Druk op CLEAR terwijl u het reactieniveau
instelt in stap 3.
Opmerkingen
Als deze functie is geactiveerd terwijl de 400ste
track wordt bereikt, wordt de opname gestopt.
Als u opneemt vanaf een CD, wordt er wellicht
geen tracknummer toegewezen aan tracks die korter
zijn dan 4 seconden.
Level Synchro Recording ("Tr.Mark Lsync" of
"Tr.Mark Off") en de instellingen van het
ingangsniveau blijven bewaard, zelfs als u de
recorder uitschakelt of deze loskoppelt van het
stopcontact.
Tip
U kunt zelfs tracknummers invoegen nadat het opnemen
is voltooid (zie "Opgenomen tracks splitsen" op pagina
25).
Uit
Aan
Uit
Aan
Opnemen op de vaste schijf
17
NL
5 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Analog X.XdB" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
6 Terwijl u naar het geluid luistert, drukt
u herhaaldelijk op </, om het
opnameniveau aan te passen zodat de
OVER indicator op de
piekniveaumeters niet wordt
ingeschakeld.
HDAnalog +1.5dB
7 Druk op ENTER of YES.
8 Druk op MENU/NO.
9 Stop het afspelen op de geluidsbron.
10
Voer stap 5 en 6 uit bij "Opnemen op de
vaste schijf" op pagina 13.
De fabrieksinstelling herstellen
Druk op CLEAR als u het opnameniveau
aanpast in stap 6.
Opmerking
Het opnameniveau kan tot maximaal +12 dB worden
verhoogd (0,0 dB is de fabrieksinstelling). Als het
uitgangsniveau van de aangesloten component laag is,
kunt u het opnameniveau wellicht niet instellen op de
maximumwaarde.
Tip
U kunt het opnameniveau aanpassen door
herhaaldelijk op de REC LEVEL +/– toetsen te
drukken tijdens de opname of de opnamepauze. Na
enkele seconden wordt het vorige display
weergegeven.
Zorg dat deze indicator niet wordt ingeschakeld
3 Druk herhaaldelijk op </, om de
instelling te selecteren en druk op
ENTER of YES.
Actie Selecteer
De Smart Space en Auto
Cut functies inschakelen
SmartSpace On
(fabrieksinstelling)
De Smart Space en Auto
Cut functies uitschakelen
SmartSpace Off
4 Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
Als u opneemt vanaf een CD, heeft de Smart Space
functie geen invloed op de volgorde van de
tracknummers die worden opgenomen, zelfs niet als
het lege gedeelte zich in het midden van een track
bevindt.
Auto Cut wordt automatisch in- en uitgeschakeld
met Smart Space.
Als de recorder ongeveer 10 minuten in de
opnamepauzestand staat nadat Auto Cut is
ingeschakeld, wordt de opname automatisch
gestopt.
De instellingen van Smart Space en Auto Cut
("SmartSpace On" of "SmartSpace Off") blijven
bewaard, zelfs als u de recorder uitschakelt of deze
loskoppelt van het stopcontact.
Als deze functie is geactiveerd terwijl de 400ste
track wordt bereikt, wordt de opname gestopt.
Het opnameniveau aanpassen
U kunt het opnameniveau aanpassen voor
analoge opnamen.
1 Voer stap 1 tot en met 3 uit bij "Opnemen
op de vaste schijf" op pagina 13 en druk
op ANALOG in stap 3.
2 Druk op z.
3 Speel het gedeelte van de geluidsbron
af met het sterkste uitgangssignaal.
4 Druk op MENU/NO.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het
display.
18
NL
De vaste schijf afspelen
De vaste schijf afspelen
––Normal Play/Shuffle Play/Repeat
Play
Met deze recorder kunt u de vaste schijf
afspelen in verschillende afspeelstanden.
1 Schakel de versterker in en zet de
bronkeuzeschakelaar op de positie
voor deze recorder.
2 Druk op @/1 om de recorder in te
schakelen.
3 Druk op HDD (of CD/HDD op de recorder
zodat de HDD-indicator gaat branden).
4 Terwijl de recorder in de stopstand staat,
drukt u herhaaldelijk op PLAY MODE om
de afspeelstand te selecteren.
Actie Selecteer
Alle tracks herhalen REPEAT
Alleen één track herhalen REPEAT 1
Repeat Play annuleren Geen aanduiding
De tracks worden als volgt herhaald:
Selectie Resultaat
ALL ALBUM Alle albums op de recorder
worden achtereenvolgens
afgespeeld in de volgorde
van albumnummers.
1ALBUM Alleen het huidige album
wordt afgespeeld.
ALL ALBUM en
SHUFFLE*
1
De tracks worden in
willekeurige volgorde
geselecteerd uit alle
albums*
2
op de vaste schijf.
1ALBUM en
SHUFFLE
Alle tracks in het huidige
album worden in
willekeurige volgorde
afgespeeld. (Shuffle Play
stopt zodra alle tracks zijn
afgespeeld.)
*
1
Dezelfde tracks worden twee of meerdere
keren afgespeeld.
*
2
Met uitzondering van de afspeellijsten (zie
pagina 20)
5 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H)
op de recorder).
Functies van Repeat Play
U kunt de tracks op de vaste schijf herhaaldelijk
afspelen in elke afspeelstand.
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat
"REPEAT" of "REPEAT 1" wordt
weergegeven in het display.
Afspeelstand voor de
vaste schijf
De recorder herhaalt
Normal Play
(ALL ALBUM)
Alle tracks op de vaste schijf.
Normal Play
(1ALBUM)
Alle tracks in het huidige
album.
Shuffle Play
(ALL ALBUM)
Alle tracks, behalve de
afspeellijsten (zie pagina
20), op de vaste schijf in
willekeurige volgorde.
Shuffle Play
(1ALBUM)
Alle tracks in het huidige
album in willekeurige
volgorde.
Overige functies
Actie Handeling
Afspelen stoppen Druk op x.
Pauzeren Druk op X. Druk nogmaals
op X of H (of PLAY/
NEXT/PREV (H) op de
recorder) om het afspelen te
hervatten.
Een track selecteren Druk tijdens het afspelen of
pauzeren herhaaldelijk op
> (om vooruit te
spoelen) of op . (om
terug te spoelen) (of draai
PLAY/NEXT/PREV naar
l/L op de recorder).
Een track rechtstreeks Druk op de cijfertoetsen.
selecteren*
1
Een album*
2
Druk tijdens het afspelen of
of afspeellijst*
3
pauzeren op ALBUM +
selecteren (om vooruit te spoelen) of
op ALBUM – (om terug te
spoelen) (of draai de
ALBUM knop rechtsom
(om vooruit te spoelen) of
linksom (om terug te
spoelen) op de recorder).
Een album rechtstreeks
selecteren*
4
Druk eerst op ALBUM en
vervolgens op de
cijfertoetsen.
Een punt in een track
zoeken*
5
Houd tijdens het afspelen
m/M ingedrukt en laat
de toets los op het gewenste
punt.
De vaste schijf afspelen
19
NL
*
1
Wanneer u rechtstreeks een track wilt kiezen met
een nummer hoger dan 10, drukt u op >10 voordat
u een tracknummer met twee of drie cijfers invoert.
Wanneer u op de >10 toets drukt, verschijnen er
twee streepjes als het album 10 tot en met 99
tracks bevat of drie streepjes als het album meer
dan 100 tracks bevat. Druk op 0/10 voor "0".
Voorbeeld:
Tracknummer 30 invoeren voor een album met
100 tracks
1Druk op >10.
"- - -" wordt weergegeven in het display.
2Druk op 0/10.
Het knipperende streepje verschuift naar
rechts.
3Druk op 3 en 0/10.
*
2
Het afspelen begint bij de eerste track in het
opgegeven album. U kunt geen album zonder
tracks selecteren.
*
3
Afspeellijsten worden weergegeven als
afzonderlijke albums. Albums worden
weergegeven als "001" ~ "999" en afspeellijsten
worden weergegeven als "P01" ~ "P10".
*
4
Druk op 0/10 voor "0".
Voorbeeld:
Albumnummer 30 invoeren wanneer de vaste
schijf meer dan 100 albums bevat
1Druk op ALBUM.
"- - -" wordt weergegeven in het display.
2Druk op 0/10.
Het knipperende streepje verschuift naar
rechts.
3Druk op 3 en 0/10.
*
5
U kunt alleen een punt zoeken in het huidige
album.
Opmerking
Het afspelen van vaste schijf is niet beschikbaar als de
functie is ingesteld op een externe ingang (bijvoorbeeld
als "Optical In" of "Analog In" is geselecteerd door op
de OPTICAL of ANALOG toets te drukken).
Tips
•U kunt de laatste track in een album snel selecteren
door op . te drukken (of door PLAY/NEXT/
PREV naar l te draaien op de recorder) terwijl
het totaalaantal tracks en de totale speelduur of het
totaalaantal tracks en de resterende speelduur van
het album worden weergegeven.
•U kunt aan het begin van de track pauzeren door op
./> te drukken (of door PLAY/NEXT/PREV
naar l/L te draaien op de recorder) terwijl
de recorder in de pauzestand staat.
•U kunt aan het begin van het album pauzeren door op
ALBUM +/– te drukken (of door de ALBUM knop te
draaien op de recorder) terwijl de recorder in de
pauzestand staat.
•U kunt de afspeellijsten (P01 tot en met P10)
weergeven door op de ALBUM – toets te drukken
terwijl album 001 is geselecteerd (alleen als er
afspeellijsten zijn geregistreerd).
Het HDD-display gebruiken
U kunt informatie over de vaste schijf controleren
met het display.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/
HDD op de recorder zodat de HDD-indicator gaat
branden.
In de stopstand
HDBest Selection
1- 23 108.37
Informatie over de naam weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of
DISPLAY/CHAR op de recorder).
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Als er geen track is geselecteerd
Albumnaam t Naam van de artiest van het
album
Als er een track is geselecteerd
Tracknaam t Naam van de artiest van de
track t Albumnaam
Tijdinformatie weergeven (alleen als
er geen track is geselecteerd)
Druk herhaaldelijk op TIME.
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Het totaalaantal tracks en de totale speelduur
van het album t Gebruikt percentage vaste-
schijfruimte voor de totale opnametijd
wordt vervolgd
Albumnaam
Totale speelduur
Totaalaantal
tracks
Albumnummer
20
NL
Tijdens het afspelen
HDBugbear
1- 3 2.23
Informatie over de naam weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of
DISPLAY/CHAR op de recorder).
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Tracknaam t Naam van de artiest van de
track t Albumnaam
Tip
U kunt een titel van 14 of meer tekens in het display laten
rollen door op de SCROLL toets te drukken. Druk
nogmaals op de toets om het rollen te onderbreken en
nogmaals om het rollen te hervatten.
Tijdinformatie weergeven
Druk herhaaldelijk op TIME.
Als u op de toets drukt, wordt het display als
volgt gewijzigd:
Tracknummer en verstreken speelduur voor de
huidige track t Tracknummer en resterende
speelduur van de huidige track t Resterende
speelduur van het album
Opmerkingen
Als de afspeelstand "REPEAT 1" of "SHUFFLE" is
geselecteerd, wordt de resterende speelduur van het
album niet weergegeven in het display.
Het gebruikte percentage vaste-schijfruimte is nooit
0%, zelfs niet als er geen tracks op de vaste schijf
zijn opgenomen. Dit komt omdat de vaste schijf niet
alleen muziekgegevens maar ook andere informatie
bevat, zoals tracknamen en informatie over de
muziek, enzovoort.
"- - - . - -" wordt weergegeven als de resterende
speelduur van het album meer dan 1.000 minuten is.
De totale opnametijd wordt eerst weergegeven als
percentage. Als de resterende opnametijd "999 . 59"
(999 minuten en 59 seconden) is, wordt de tijd in
het display weergegeven.
Een track in een
afspeellijst afspelen
––Play List Registration/Play List
Play
Als u tracks op de vaste schijf registreert in een
afspeellijst, kunt u alleen de gewenste tracks
afspelen. U kunt maximaal 10 afspeellijsten
maken en elke afspeellijst kan maximaal 400
tracks bevatten. Op deze recorder komen de
albumnummers P01 tot en met P10 overeen
met de afspeellijsten.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Wat is een afspeellijst?
Een afspeellijst is een container waarmee u
tracks op de vaste schijf in verschillende
groepen kunt verdelen. U kunt bijvoorbeeld een
afspeellijst gebruiken om uw favoriete tracks te
registreren. Aangezien de tracks in de
afspeellijst oorspronkelijk van de albums op de
vaste schijf komen, blijven de trackgegevens
dus bewaard, zelfs als u de tracks uit de
afspeellijst verwijdert. U kunt herhaaldelijk
tracks toevoegen aan of verwijderen uit
afspeellijsten.
Tip
U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in
plaats van de ALBUM +/– of ENTER toets op de
afstandsbediening om de gewenste afspeellijst te
selecteren en op de knop drukken om de selectie in te
voeren.
Het item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–.
De selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
Tracks registreren in een
afspeellijst en afspelen
1 Druk op PLAYLIST tijdens het afspelen
of het onderbreken van de gewenste
track.
2 Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– tot de
gewenste afspeellijst (P01~P10)
verschijnt en druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
De recorder speelt nu de track in het
originele album af.
3 Voer de procedure uit bij "De vaste
schijf afspelen" op pagina 18 om de
afspeellijst af te spelen.
Tracknaam
Verstreken
speelduur
Tracknummer
Albumnummer
Het HDD-display gebruiken (vervolg)
De vaste schijf afspelen
21
NL
Het selecteren van een afspeellijst
annuleren
Druk op MENU/NO als u een afspeellijst
selecteert in stap 2.
Opmerkingen
Als u een track in een album bewerkt die in een of
meer afspeellijsten is geregistreerd, wordt de track
automatisch uit alle afspeellijsten gewist. (behalve
voor de naamfunctie)
Tijdens het afspelen van een track in een afspeellijst,
kunt u niet op de PLAYLIST toets drukken om de
track in een afspeellijst te registreren.
Tip
Als u op de PLAYLIST toets drukt terwijl de recorder in
de stopstand staat, wordt de geselecteerde track of het
geselecteerde album geregistreerd in een afspeellijst.
Een gewenst album of
gewenste track zoeken
––Keyword Search/Artist Play
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Zoeken op trefwoorden
(Keyword Search)
U kunt gewenste albums of tracks op de vaste
schijf gemakkelijk vinden als er een naam aan
de albums of tracks is toegewezen.
1 Terwijl de recorder in de stopstand
staat, drukt u op SEARCH.
2 Druk herhaaldelijk op </, om het
doelniveau te selecteren en druk op
ENTER of YES.
Actie Selecteer
Een album zoeken For Album?
Een track zoeken For Track?
"Keyword In" wordt weergegeven in het
display.
4 Voer het trefwoord in (zie "Een titel of
artiestennaam toewijzen aan een track,
album of afspeellijst" op pagina 28).
U kunt maximaal 10 tekens invoeren.
5 Druk op YES.
Als het bijbehorende item is gevonden,
wordt het item afgespeeld.
Selectie De recorder speelt
For Album? de eerste track op het
album herhaaldelijk af.
For Track? de track herhaaldelijk af.
Als er meerdere items worden gevonden,
drukt u op </, (of draait u de ALBUM
knop op de recorder) om het gewenste
album of de gewenste track te selecteren.
Als er geen items worden gevonden, wordt
"Not Found" weergegeven in het display.
Keyword Search annuleren
Druk op MENU/NO.
Als u tijdens Keyword Search op de H toets (of
PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder) drukt,
wordt de zoekopdracht geannuleerd en keert de
afspeelstand van de vaste schijf terug naar Normal
Play. Als een album wordt gevonden, begint het
afspelen vanaf de eerste track in het album. Als
een track wordt gevonden, begint het afspelen
vanaf het begin van de track.
wordt vervolgd
by Title?
Actie Selecteer
Zoeken op een album of
tracknaam
Zoeken op een
artiestennaam
by Artist?
3 Druk herhaaldelijk op </, om het
type trefwoord te selecteren en druk op
ENTER of YES.
22
NL
De informatie over de zoekresultaten
controleren
HD 1 / 16 [ 1]
Ceramic Art
*
1
Zelfs als er 21 of meer items worden gevonden,
wordt "X/20" weergegeven in het display.
*
2
Elke pagina bevat maximaal 20 items.
Druk op de DISPLAY toets (of de DISPLAY/
CHAR toets op de recorder) om meer informatie
over het huidige item weer te geven. Als u op de
toets drukt, wordt het onderste gedeelte van het
venster als volgt gewijzigd:
Albumnaam of tracknaam t Albumnummer
(en tracknummer)
Tips
Als u op de SEARCH toets drukt terwijl het huidige
item wordt weergegeven, wordt het display voor het
invoeren van een trefwoord opnieuw weergegeven.
U kunt een nieuwe zoekopdracht uitvoeren met een
ander trefwoord onder dezelfde omstandigheden als
het vorige trefwoord.
In stap 5 kunt u de track registreren in een
afspeellijst door op de PLAYLIST toets op de
afstandsbediening te drukken (zie "Een track in een
afspeellijst afspelen"op pagina 20).
Wilt u de vorige of volgende pagina weergeven, dan
drukt u op . (om terug te gaan) of > (om
vooruit te gaan) (of draait u PLAY/NEXT/PREV op
de recorder naar l/L).
Zoeken op artiestennaam
(Artist Play)
Als de namen van artiesten zijn toegewezen
aan tracks, kunt u de tracks gemakkelijk
terugvinden op de vaste schijf.
1 Terwijl de recorder in de stopstand staat,
drukt u op ARTIST.
"Artist On" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk op </, om de gewenste
artiestennaam te selecteren.
De artiestennamen worden weergegeven in
de volgorde waarop de bijbehorende tracks
zijn geregistreerd.
Huidig item
Pagina*
2
Het totaalaantal gevonden items*
1
3 Druk op ENTER.
De recorder begint te zoeken naar tracks die
zijn voorzien van de naam van de artiest.
"Searching" wordt weergegeven tijdens het
zoeken naar de tracks.
Als het zoeken is voltooid, wordt het
afspelen automatisch gestart.
Artist Play annuleren
Druk nogmaals op ARTIST.
De informatie over de zoekresultaten
controleren
H D
F o x T a i l
3 0
1
2 0 . 0 0
De artiestennamen in alfabetische
volgorde weergeven
Als u deze procedure uitvoert, worden de
volgende keer dat u op de ARTIST toets drukt,
de artiestennamen in alfabetische volgorde
weergegeven.
Opmerking
Als u deze procedure eenmaal hebt uitgevoerd, kunt u
de artiestennamen niet meer weergeven in de
registratievolgorde.
1 Terwijl de recorder in de stopstand staat,
drukt u op ARTIST.
"Artist On" wordt weergegeven in het display.
2 Druk op m om "Sort" te selecteren en druk
op ENTER of YES.
"Sort OK?" wordt weergegeven in het display.
3 Druk op ENTER of YES.
"Sorting" wordt weergegeven in het display en de
artiestennamen worden opnieuw gerangschikt op
alfabetische volgorde. Als het opnieuw rangschikken
is voltooid, wordt "Sort End" weergegeven in het
display.
Opmerking
Als veel tracks de artiestennaam bevatten, duurt het
langer om alle tracks opnieuw te rangschikken.
4 Voer stap 2 en 3 uit bij "Zoeken op
artiestennaam (Artist Play)" (deze pagina).
Opmerkingen
• U kunt geen afspeellijst maken tijdens het afspelen
in de Artist Play stand.
• Bepaalde tracks van een artiest worden wellicht niet
afgespeeld als 400 of meer tracks worden
gevonden.
Een gewenst album of gewenste track
zoeken (vervolg)
Totaalaantal gevonden items
Totale speelduur
Artiestennaam
Opnamen op de vaste schijf bewerken
23
NL
Vóór het bewerken
U kunt een track op de vaste schijf alleen
bewerken als de afspeelstand van de vaste
schijf Normal Play is.
De laatste bewerking annuleren
Gebruik de functie voor ongedaan maken om
de laatste bewerking te annuleren en de inhoud
van de vaste schijf te herstellen.
Annuleren tijdens het bewerken
Druk op MENU/NO of x.
Opnamen wissen
––Functie voor wissen
Met de HDD-recorder kunt u ongewenste
tracks snel en eenvoudig wissen.
Er zijn twee opties voor het wissen van
opnamen:
Eén track wissen (Track Erase)
Alle tracks in een album wissen (Album Erase)
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Een album afspelen dat u
onlangs hebt afgespeeld
––History
De recorder onthoudt de 20 laatstafgespeelde
albums. U kunt een van deze albums selecteren
om af te spelen.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
1 Terwijl de recorder in de stopstand of
de afspeelstand staat, drukt u op
HISTORY.
2 Druk herhaaldelijk op M/m totdat het
gewenste album wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
Het geselecteerde album wordt afgespeeld.
De procedure annuleren
Druk nogmaals op HISTORY.
Opmerkingen
Als een album langer dan 10 seconden wordt
afgespeeld, wordt het album automatisch
geregistreerd in de geschiedenis (behalve tijdens het
proefafspelen of de onderbreking). Als er een nieuw
album wordt geregistreerd terwijl de recorder in de
geschiedenis zoekt, wordt de zoekopdracht
geannuleerd.
•U kunt niet zoeken in de geschiedenis als de
afspeelstand "SHUFFLE" is geselecteerd.
Als het afspelen wordt gestopt terwijl er in de
geschiedenis wordt gezocht, wordt de zoekopdracht
geannuleerd.
Opnamen op de vaste schijf bewerken
De vaste schijf
afspelen
wordt vervolgd
24
NL
Alle tracks in een album
wissen (Album Erase)
Voer de onderstaande procedure uit om alle
tracks, tracknamen, albumnamen en
artiestennamen tegelijkertijd te wissen.
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Album Erase?" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
"Album Erase??" knippert in het display.
3 Druk nogmaals op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Opmerkingen
Als u een album eenmaal hebt gewist met de Album
Erase functie, kunt u dit niet herstellen, zelfs niet
met de functie voor ongedaan maken.
Schakel de recorder niet uit als "Erasing" wordt
weergegeven in het display.
Eén track wissen
(Track Erase)
U kunt een track gemakkelijk wissen door het
bijbehorende tracknummer te selecteren. Als u
een track wist, wordt het totaalaantal tracks in
het album met één verminderd en worden de
tracks na de gewiste track opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Track 2 wissen
123
123
4
ACD
AC D
B
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Track Erase?" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
Het display voor het wissen van tracks
wordt weergegeven en het afspelen van de
weergegeven track wordt gestart.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het
tracknummer dat u wilt wissen, wordt
weergegeven en druk op ENTER of
YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
De track na de gewiste track wordt afgespeeld.
Als u de laatste track in het album wist, wordt
de track vóór de gewiste track afgespeeld.
Opmerkingen
Als een album of afspeellijst na het wissen van een
track leeg is, wordt het album of de afspeellijst ook
gewist.
Wist u een track die in een afspeellijst is
geregistreerd, dan wordt de track ook uit de
afspeellijst gewist. Naderhand kunt u de inhoud van
de afspeellijst niet herstellen, zelfs niet met de
functie voor ongedaan maken.
Track-
nummer
Na het
wissen
Track 2 wissen
Oorspronke-
lijke tracks
Opnamen wissen (vervolg)
Opnamen op de vaste schijf bewerken
25
NL
Opgenomen tracks
splitsen
––Functie voor splitsen
Met deze functie kunt u nummers na de opname
toevoegen. Het totaalaantal tracks in het album
wordt met één verhoogd en de tracks na de
gesplitste track worden opnieuw genummerd.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Voorbeeld: Track 2 in twee tracks splitsen
12 3
123 4
A
AB C D
CBD
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Divide?" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het
tracknummer dat u wilt splitsen, wordt
weergegeven en druk op ENTER of YES
op het splitsingspunt.
"– Rehearsal –" wordt weergegeven en de
track wordt enkele seconden afgespeeld
vanaf het punt waarop u op ENTER of YES
hebt gedrukt.
4 Terwijl u naar het geluid luistert, drukt
u herhaaldelijk op </, om het
splitsingspunt te vinden.
U kunt het beginpunt verschuiven in
intervallen van 1 frame (f) (1 frame = 1/43
seconde), 1 seconde of 1 minuut.
De tijdsaanduiding (frame, seconden,
minuten) van het huidige punt wordt
weergegeven en de track wordt vanaf dat
punt herhaaldelijk enkele seconden
afgespeeld.
De eenheid (frame, seconde of
minuut) opgeven
Druk herhaaldelijk op ./> (of draai
PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de
recorder). De geselecteerde eenheid
knippert in het display.
5 Druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
De nieuwe track wordt afgespeeld. Houd er
rekening mee dat de nieuwe track geen
naam heeft.
Opmerkingen
•U kunt een track niet aan het begin of het einde
splitsen.
•U kunt een track niet splitsen als het totaalaantal
tracks in het album na het splitsen meer dan 400 is.
•U kunt een track niet splitsen als het totaalaantal
tracks op de vaste schijf na het splitsen meer dan
40.000 is.
•U kunt tracks in een afspeellijst niet splitsen.
•U kunt tracks in MP3-indeling niet splitsen.
Als splitsen ervoor zorgt dat een track korter wordt
dan 2 seconden, is het splitsen op dit punt niet
mogelijk ("Impossible" wordt weergegeven).
Tip
U kunt tijdens het opnemen een track automatisch
splitsen. Zie "Tracknummers automatisch invoegen
tijdens het opnemen (Level Synchro Recording)" op
pagina 15 voor meer informatie.
Track-
nummer
Na het
splitsen
Track 2 in track B
en C splitsen
Oorspronke-
lijke tracks
26
NL
Opgenomen tracks
samenvoegen
––Functie voor samenvoegen
Met deze functie kunt u twee tracks
samenvoegen tot één track. Het totaalaantal
tracks in het album wordt met één verminderd
en de tracks na de samengevoegde track
worden opnieuw genummerd.
U kunt deze functie ook gebruiken om
ongewenste tracknummers te wissen.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Voorbeeld: Track 3 samenvoegen met track 1
12
12
43
3
A
ACBD
DCB
Voorbeeld: Track 1 samenvoegen met track 4
12
12
43
3 4
5
A
BC D A
DCB
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Combine?" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het
tracknummer van de eerste track die u
wilt samenvoegen, wordt weergegeven
en druk op ENTER of YES.
Het display voor het selecteren van een
tweede track wordt weergegeven en de
recorder speelt herhaaldelijk het gedeelte af
waar de track wordt samengevoegd (het
einde van de eerste track en het begin van
de tweede track).
4 Druk herhaaldelijk op </, totdat het
tracknummer van de tweede track die u
wilt samenvoegen, wordt weergegeven
en druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Het afspelen van de samengevoegde track
wordt gestart.
Opmerkingen
Als beide samengevoegde tracks tracknamen
hebben, wordt de naam van de tweede track gewist.
Als "Impossible" in het display wordt weergegeven,
kunnen de tracks niet worden gecombineerd omdat
de tracks herhaaldelijk zijn bewerkt. Dit is een
technische beperking van het HDD-systeem en is
geen mechanisch defect.
•U kunt tracks niet samenvoegen als de totale
speelduur van de tracks meer dan 120 minuten
bedraagt.
•U kunt tracks in een afspeellijst niet samenvoegen.
•U kunt tracks met verschillende indelingen (Linear
PCM/ATRAC3/MP3) niet samenvoegen.
•U kunt tracks in MP3-indeling niet samenvoegen.
•U kunt geen tracks combineren met verschillende
kopieerbeperkingsgegevens (gegevens van Serial
Copy Management System (pagina 35)).
Track-
nummer
Oorspronke-
lijke tracks
Na het
samenvoegen
Oorspronke-
lijke tracks
Na het
samenvoegen
Opnamen op de vaste schijf bewerken
27
NL
Opgenomen tracks of
albums verplaatsen
––Functie voor verplaatsen
Met deze functie kunt u de volgorde van tracks
of albums op de vaste schijf wijzigen.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Opgenomen tracks
verplaatsen
Als u tracks verplaatst, worden de tracks
automatisch opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Track 3 verplaatsen naar positie 2
123
1
23
4
4
AB C D
CBDA
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Move?" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het
tracknummer dat u wilt verplaatsen,
wordt weergegeven en druk op ENTER
of YES.
4 Druk herhaaldelijk op </, totdat de
nieuwe trackpositie wordt weergegeven
en druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Het afspelen van de verplaatste track wordt
gestart.
Track-
nummer
Na het
verplaatsen
Oorspronke-
lijke tracks
Opgenomen albums
verplaatsen
U kunt de volgorde van de albumnummers 1 tot
en met 999 (albumnummers P01 tot en met P10
bij afspeellijsten) wijzigen.
U kunt alle tracks in een album tegelijkertijd
verplaatsen naar een album zonder tracks.
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Move?" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op</, totdat
"Album" wordt weergegeven en druk
op ENTER of YES.
4 Druk herhaaldelijk op </, totdat de
nieuwe albumpositie wordt weergegeven
en druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Het verplaatste album wordt het huidige
album.
Opmerkingen
•U kunt een track niet verplaatsen van een album
naar een afspeellijst of van een afspeellijst naar een
album.
Het is niet mogelijk om een album met de nummers
1 tot en met 999 te verplaatsen om een album te
maken met de nummers P01 tot en met P10 (een
afspeellijstnummer). Het is niet mogelijk om een
album met de nummers P01 tot en met P10 te
verplaatsen om een album te maken met de
nummers 1 tot en met 999.
Het is niet mogelijk om een album (of afspeellijst)
te verplaatsen als er geen album (of afspeellijst) is
zonder tracks.
Het verplaatsen van een album heeft geen invloed
op de volgorde van de bijbehorende tracks.
Tip
Als u de positie van een nieuwe track selecteert, kunt
u schakelen naar een ander album door op de
ALBUM toets te drukken. Schakelt u over naar een
ander album, dan wordt de track verplaatst naar de
laatste positie in het album.
28
NL
Een titel of artiestennaam
toewijzen aan een track,
album of afspeellijst
––Naamfunctie
U kunt een titel of artiestennaam invoeren voor
albums, afspeellijsten en afzonderlijke tracks.
De naam kan bestaan uit hoofdletters en kleine
letters, cijfers en symbolen. U kunt voor elke
naam maximaal 127 tekens invoeren.
U kunt titels en artiestennamen op de volgende
manieren toewijzen.
Met de toetsen en bedieningselementen op
de afstandsbediening of de recorder (deze
pagina en pagina 29).
Met een toetsenbord dat is aangesloten op de
KEYBOARD aansluiting van de recorder
(pagina 33).
Met het toetsenbord van de computer.
(Raadpleeg de Help voor "M-crew for HAR-
LH500" op de bijgeleverde CD-ROM.)
Met de "M-crew for HAR-LH500" software
om titels of artiestennamen automatisch toe te
wijzen via de Gracenote CDDB
®
-server.
(Raadpleeg de Help voor "M-crew for HAR-
LH500" op de bijgeleverde CD-ROM.)
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Opmerkingen
•U kunt geen titels of artiestennamen toevoegen
tijdens de opname.
•U kunt geen naam toewijzen aan tracks in een
afspeellijst. Tracknamen in een afspeellijst kunnen
niet worden gewist of gewijzigd.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
Een knipperende cursor wordt weergegeven
in het display.
2 Druk herhaaldelijk op NAME EDIT/
SELECT om het tekentype te
selecteren.
Als u op de toets drukt, wordt het display
als volgt gewijzigd:
"Selected AB" (hoofdletters of symbolen*)
t "Selected ab" (kleine letters of
symbolen*) t "Selected 12" (cijfers)
* Alleen ’ – / , . ( ) : ! ? kunnen worden
geselecteerd.
U kunt een spatie invoegen door op de 0/10
toets te drukken.
3 Voer een teken in met de letter-/
cijfertoetsen.
Als u hoofdletters of kleine letters
hebt geselecteerd
1 Druk herhaaldelijk op de bijbehorende
letter-/cijfertoets totdat het gewenste
teken knippert.
U kunt ook herhaaldelijk op ALBUM +/–
drukken.
2 Druk op >.
Het knipperende teken wordt ingevoerd
en brandt continu. De cursor wordt naar
rechts verplaatst.
4 Herhaal stap 2 en 3 om de rest van de
naam in te voeren.
Een teken wijzigen
Druk herhaaldelijk op ./> totdat het
gewenste teken knippert, druk op CLEAR om
het teken te wissen en herhaal stap 2 en 3.
5 Druk op YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Een naam
toewijzen aan
Druk op de toets terwijl
Een track Er wordt afgespeeld op de
recorder (het tracknummer wordt
weergegeven).
Een album of
afspeellijst
De recorder in de stopstand staat
en het totaalaantal tracks wordt
weergegeven.
Een titel toewijzen met de
bedieningselementen op de
afstandsbediening
1 Nadat u het album hebt geselecteerd
dat u wilt bewerken, drukt u op NAME
EDIT/SELECT, afhankelijk van waaraan
u een naam wilt toewijzen.
Opnamen op de vaste schijf bewerken
29
NL
Een titel of artiestennaam
toewijzen met Edit Menu
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Name In?" wordt weergegeven in het
display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, om het
item te selecteren en druk op ENTER of
YES.
Actie Selecteer
6 Druk herhaaldelijk op </, om het
teken te selecteren.
Het geselecteerde teken knippert.
Een symbool invoeren
U kunt de volgende symbolen in namen
gebruiken:
’ – / , . ( ) : ! ? & + < > _ = ” ; # $ % @ * `
Een geselecteerd teken wijzigen
Herhaal stap 5 en 6.
7 Druk op ENTER.
Het geselecteerde teken wordt ingevoerd en
brandt continu. De cursor wordt naar rechts
verplaatst, knippert en wacht op de invoer
van het volgende teken.
8 Herhaal stap 5 tot en met 7 om de rest
van de naam in te voeren.
Een teken wijzigen
Druk herhaaldelijk op ./> ( of draai
PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de
recorder) totdat het gewenste teken
knippert, druk op CLEAR om het teken te
wissen en herhaal stap 5 tot en met 7.
9 Druk op YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
wordt vervolgd
Een titel aan een track,
album of afspeellijst
toewijzen
Name Title?
Een artiestennaam aan een
track, album of afspeellijst
toewijzen
Name Artist?
4 Druk herhaaldelijk op </, om het
item te selecteren en druk op ENTER of
YES.
Actie Selecteer
Een naam toewijzen aan Name In Tr X
een track
Een naam toewijzen aan Name In Album
een album of afspeellijst
Er wordt een knipperende cursor
weergegeven.
De recorder begint met afspelen en u kunt
een titel of artiestennaam toewijzen terwijl u
naar het geluid luistert. (alleen voor tracks)
5 Druk herhaaldelijk op DISPLAY
(DISPLAY/CHAR op de recorder) om
het tekentype te selecteren.
Als u op de toets drukt, wordt het display
als volgt gewijzigd:
A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0
(cijfers) t ’ (symbolen)
Een spatie invoeren
Druk op (0/10) (of de Album knop op de
recorder) terwijl de cursor knippert.
30
NL
Kopiëren Selecteer
Tracknaam of
albumnaam
Copy Title?
Artiestennaam Copy Artist?
4 Druk herhaaldelijk op </, om de
track of het album te selecteren
waarvan u de naam wilt kopiëren en
druk op ENTER of YES.
Kopiëren van Selecteer
Een album Name Cpy Album
Een track Name Cpy Tr X
5 Druk herhaaldelijk op </, om de
track of het album voor de gekopieerde
naam te selecteren en druk op ENTER
of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Opmerking
Als u de Name Copy functie hebt gebruikt, is het niet
mogelijk om de originele inhoud terug te zetten met
de functie voor ongedaan maken.
Tip
U kunt aan alle tracks in het geselecteerde album
tegelijkertijd een naam toewijzen. Selecteer "ALL"
als bestemming in stap 5. De gekopieerde naam wordt
ingevoerd voor alle tracks in het album.
Een andere naam geven aan
een track, album of
afspeellijst
1 Voer stap 1 bij "Een titel toewijzen met
de bedieningselementen op de
afstandsbediening" op pagina 28 of
stap 1 tot en met 4 bij "Een titel of
artiestennaam toewijzen met Edit
Menu" op pagina 29 uit.
Een titel of artiestennaam wordt
weergegeven in het display.
2 Houd CLEAR ingedrukt totdat de
geselecteerde naam volledig is gewist.
3 Voer stap 2 tot en met 4 bij "Een titel
toewijzen met de bedieningselementen
op de afstandsbediening" op pagina 28
of stap 5 tot en met 8 bij "Een titel of
artiestennaam toewijzen met Edit
Menu" op pagina 29 uit.
4 Druk op YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Een titel of artiestennaam
kopiëren (Name Copy)
U kunt een titel of artiestennaam kopiëren van
tracks en albums die al een naam hebben.
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd met de informatie die u
wilt kopiëren.
"Edit Menu" knippert in het display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Name Copy?" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, om het
item te selecteren dat u wilt kopiëren en
druk op ENTER of YES.
Een titel of artiestennaam toewijzen
aan een track, album of afspeellijst
(vervolg)
Opnamen op de vaste schijf bewerken
31
NL
Een titel of artiestennaam
wissen
Met deze functie kunt u een titel of
artiestennaam wissen.
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO nadat u het album hebt
geselecteerd dat u wilt bewerken.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Name Erase?" wordt weergegeven in
het display en druk op ENTER of YES.
3 Druk herhaaldelijk op </, om het item
te selecteren en druk op ENTER of YES.
Actie Selecteer
Een titel wissen Erase Title?
Een artiestennaam wissen
Erase Artist?
Terwijl de recorder opneemt, wordt
"Complete!" enkele seconden weergegeven.
De naam van de track die wordt
opgenomen, wordt gewist.
4 Druk herhaaldelijk op </, om het
item te selecteren en druk op ENTER of
YES.
Actie Selecteer
De laatste bewerking
ongedaan maken
––Functie voor ongedaan maken
U kunt de laatste bewerking ongedaan maken
en de inhoud van de vaste schijf herstellen. U
kunt een bewerking echter niet ongedaan
maken als u een van de volgende handelingen
na de bewerking uitvoert:
Een andere bewerking uitvoeren.
Het opnemen starten.
Een afspeellijst uitvoeren.
De recorder uitschakelen.
Het netsnoer loskoppelen.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel-
of pauzestand staat, drukt u op MENU/
NO.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het
display.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat
"Undo?" wordt weergegeven in het
display.
"Undo?" wordt niet weergegeven als er
geen bewerking is uitgevoerd.
3 Druk op ENTER of YES.
Een van de berichten wordt weergegeven
afhankelijk van de laatste bewerking.
4 Druk op ENTER of YES.
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
Een naam van een track
wissen
Name Ers Tr X
Een naam van een
album of afspeellijst
wissen
Name Ers Album
"Complete!" wordt enkele seconden
weergegeven.
32
NL
De indeling van opgenomen
tracks omzetten
U kunt tracks die zijn opgenomen in de lineaire
PCM-indeling (fabrieksinstelling) omzetten naar
de ATRAC3-indeling. Als u dit doet, worden de
opgenomen gegevens gecomprimeerd en wordt
de opnametijd op de vaste schijf verlengd.
Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of
CD/HDD op de recorder zodat de HDD-
indicator gaat branden.
1 Terwijl de recorder in de stopstand
staat en de gewenste track/het
gewenste album is geselecteerd, drukt
u op ATRAC3 CONVERT.
"PCM t ATRAC3?" wordt weergegeven
in het display.
2 Druk op YES.
"PCM t ATRAC3??" wordt opnieuw
weergegeven.
3 Druk nogmaals op YES.
Het omzetten begint en de percentages van
de huidige status worden weergegeven in
het display.
Als dit is voltooid, wordt "Complete"
weergegeven in het display.
Opmerkingen
• Als de geselecteerde track is opgenomen in de lineaire
PCM-indeling, neemt het omzetten ongeveer de helft
van de speelduur van die track in beslag. Als u een
album selecteert met veel tracks in de lineaire PCM-
indeling, neemt het omzetten ongeveer de helft van de
speelduur van alle tracks in de lineaire PCM-indeling
in beslag.
• U kunt tracks in de MP3- of ATRAC3-indeling niet
omzetten.
Tip
Als u een album selecteert dat u wilt omzetten,
worden alleen de tracks in de lineaire PCM-indeling
omgezet.
In slaap vallen met muziek
––Uitschakeltimer
U kunt de recorder zo instellen dat deze
automatisch wordt uitgeschakeld na de
opgegeven tijdsduur.
Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat de
gewenste tijd wordt weergegeven in het
display.
"SLEEP" wordt weergegeven in het display.
De uitschakeltimer instellen met
Setup Menu
Tips
• U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken
in plaats van de <, , of ENTER toets op de
afstandsbediening om items te selecteren en in te
voeren in Edit Menu of Setup Menu.
Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar
+/–.
Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop.
• U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in
plaats van de </, toetsen om items te selecteren
in Edit Menu of Setup Menu.
1 Druk op MENU/NO.
"Edit Menu" wordt weergegeven in het display.
Als de recorder is ingesteld op CD met de CD
toets, wordt "Setup Menu" weergegeven in het
display. Ga in dit geval naar stap 3.
2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Setup?"
wordt weergegeven in het display en druk
op ENTER of YES.
"Setup Menu" wordt weergegeven in het display.
3 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Sleep
Off" (of "Sleep XXmin") wordt
weergegeven in het display en druk op
ENTER of YES.
4 Druk herhaaldelijk op </, om de
gewenste tijd ("Off", "30min", "60min",
"90min", "120min") te selecteren en druk
op ENTER of YES.
"SLEEP" wordt weergegeven in het display.
5 Druk op MENU/NO.
Tip
U kunt de resterende tijd controleren. Hebt u eenmaal
de uitschakeltimer ingeschakeld, dan wordt de
resterende tijd weergegeven wanneer u "Sleep" in
Setup Menu selecteert.
Overige functies
Overige functies
33
NL
Een toetsenbord gebruiken
Voorbereiding
U kunt toetsenborden met PS/2-interface die
compatibel zijn met IBM-computers, aansluiten
op de recorder om de recorder te bedienen. Een
toetsenbord is handig voor het toewijzen van
namen aan tracks en albums.
Een toetsenbord aansluiten op de
recorder
Sluit de connector van het toetsenbord
aan op de KEYBOARD aansluiting op het
voorpaneel van de recorder.
Een naam toewijzen aan
een track of album met
het toetsenbord
Als u een toetsenbord gebruikt, kunt u namen
snel invoeren en bewerken. Wanneer u een
naam bewerkt, kunt u de cursor in stappen
verplaatsen of de naam laten rollen.
1 Terwijl de recorder in een van de
onderstaande standen staat, drukt u op
[Enter].
Een naam toewijzen Druk op de toets
aan terwijl
Een track Het tracknummer wordt
weergegeven.
Een album De recorder in de
stopstand staat en het
totaalaantal tracks in een
album wordt
weergegeven.
Een knipperende cursor wordt weergegeven
in het display.
2 Voer een naam in.
Naast de lettertoetsen kunt u ook de toetsen
gebruiken die in volgende tabel worden
weergegeven.
3 Druk op [Enter].
De volledige naam wordt weergegeven in
het display.
Handelingen die u wilt uitvoeren
tijdens het toewijzen van namen aan
een track of een album
Een toetsenbord gebruiken
De recorder bedienen met
het toetsenbord
U kunt de recorder bedienen met de volgende
toetsen.
H [F1]
X [F2]
x [F3]
ALBUM – [F9]
. [F10]
> [F11]
ALBUM + [F12]
Actie Druk op de volgende
toets op het
toetsenbord
De handeling annuleren [Esc]
Schakelen tussen
hoofdletters en kleine
letters
[Caps Lock]
De cursor verplaatsen [ T ] of [ t ]
Het teken bij de
cursorpositie wissen
[Delete]
Het teken vóór de cursor
wissen
[Back Space]
De volgende functies
uitvoeren met het
toetsenbord
Druk op
34
NL
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Let op: de optische instrumenten in dit apparaat
kunnen oogletsel veroorzaken.
Als een voorwerp of vloeistof in de behuizing
terechtkomt, moet u de recorder ontkoppelen en
laten nakijken door bevoegde servicetechnici
voordat u het apparaat verder gebruikt.
Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat
worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet.
Spanningsbronnen
Voordat u de recorder gebruikt, moet u controleren
of het voltage van de recorder overeenkomt met de
plaatselijke netspanning. De werkspanning wordt
aangegeven op het naamplaatje aan de achterkant
van de recorder.
Het apparaat blijft onder (net) spanning staan
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
apparaat zelf uitgeschakeld.
Schakel de recorder uit voordat u het netsnoer
loskoppelt.
Als u de recorder langere tijd niet wilt gebruiken,
moet u de stekker van de recorder uit het
stopcontact halen. Trek altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer.
Het netsnoer mag alleen door bevoegde
servicetechnici worden vervangen.
Plaatsing
Installeer de recorder op een goed geventileerde
plaats om te voorkomen dat deze te warm wordt.
Plaats de recorder niet op een zachte ondergrond,
zoals een tapijt, waardoor de ventilatieopeningen
kunnen worden afgesloten.
Plaats de recorder niet in de buurt van
warmtebronnen of op een plaats waar deze is
blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige
hoeveelheden stof of mechanische schokken.
Plaats geen zware voorwerpen, zoals een versterker,
deck, enzovoort, op de recorder.
Werking
Als u de recorder direct van een koude naar een
warme omgeving verplaatst of als de recorder in een
zeer vochtige omgeving wordt geplaatst, kan vocht
condenseren op de lenzen van de recorder. Als dit het
geval is, kan de werking van de recorder worden
verstoord. Verwijder in dit geval de CD en laat de
recorder ongeveer een uur aan staan tot alle vocht is
verdampt.
Opmerkingen over CD’s
Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een
doek. Veeg de disc van binnen naar buiten schoon.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen, thinner
en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen, of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtkanalen, en laat
deze niet achter in een auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
Gebruik geen discs met een beveiligingsrand. Dit
kan een storing in de recorder veroorzaken.
Als u discs gebruikt met lijm of een gelijksoortige
plakkerige substantie op de labelkant van de disc of
als het label met speciale inkt is bedrukt, kan de
disc of het label vastplakken aan onderdelen in dit
apparaat. Als dit gebeurt, kunt u de disc wellicht
niet verwijderen en kan dit apparaat defect raken.
Controleer voordat u de disc gebruikt of de
labelkant van de disc plakkerig is.
De volgende disctypen kunt u het beste niet
gebruiken:
Gehuurde of gebruikte discs met een verzegeling
waarbij de lijm buiten de verzegeling terecht is
gekomen. De buitenrand van de verzegeling op
de disc is plakkerig.
Discs met labels die zijn bedrukt met speciale
inkt die plakkerig aanvoelt.
CD’s met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat
worden beschadigd. Gebruik dergelijke CD’s niet.
De behuizing reinigen
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte doek die lichtjes
is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen
schuursponsje, schuurpoeder of oplosmiddelen, zoals
thinner, benzeen of alcohol.
Extra informatie
Extra informatie
35
NL
Opmerking over CD-HDD
Synchro-Recording (hoge
snelheid)
Bij bepaalde CD-omstandigheden kan het
geluid wegvallen of ruis in de opname
ontstaan of kunnen er zelfs ongewenste
tracks op de vaste schijf worden gemaakt.
Als dit gebeurt, moet u de CD reinigen
zoals wordt aangegeven bij "Opmerkingen
over CD’s" op pagina 34 en alleen
materiaal op de vaste schijf opnemen met
CD-HDD Synchro-Recording (normale
snelheid).
Opmerkingen over het gebruik van
de vaste schijf
De vaste schijf heeft een hoge opslagdichtheid en kan
gegevens in korte tijd lezen of schrijven in
vergelijking tot diskettes. De vaste schijf kan echter
ook gemakkelijk worden beschadigd door
mechanische trillingen, schokken of stof. Houd de
vaste schijf uit de buurt van magneten.
Hoewel de vaste schijf is voorzien van beveiligingen
om gegevensverlies door mechanische trillingen,
schokken of stof te voorkomen, moet u de recorder
toch voorzichtig gebruiken. Neem de volgende
punten in acht om beschadiging van de gegevens te
voorkomen:
Stel de recorder niet bloot aan schokken of sterke
trillingen.
Zet de recorder niet op een plaats waar deze wordt
blootgesteld aan mechanische trillingen of op een
onstabiele plaats.
Verplaats de recorder niet als deze is ingeschakeld.
Schakel de stroom uit door op de @/1 (aan/uit) toets
op de recorder te drukken voordat u het netsnoer
loskoppelt.
Gebruik de recorder niet op een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan extreme
temperatuurschommelingen (de
temperatuurstijging/-daling moet minder zijn dan
10 °C/uur).
Houd magnetische voorwerpen, waaronder
televisies, luidsprekers, magneten en magnetische
armbanden, uit de buurt van de recorder.
Als de vaste schijf is beschadigd, kunnen de gegevens
niet meer worden hersteld of worden teruggehaald.
Serial Copy Management
System
Beschrijving bij Serial Copy
Management System
Met digitale audiocomponenten, zoals CD’s, MD’s en
DAT’s, kunt u gemakkelijk muziek kopiëren met
hoge kwaliteit door muziek te verwerken als digitaal
signaal.
Ter bescherming van de muziekprogramma’s met
auteursrechten gebruikt de recorder het Serial Copy
Management System waarmee u één kopie van een
digitaal opgenomen bron kunt maken via digitale-
naar-digitale verbindingen.
U kunt alleen een originele kopie*
maken via digitale-naar-digitale
verbindingen
Bijvoorbeeld:
1U kunt via de digitale ingang geen tweede
digitale kopie naar een ander DAT- of MD-deck
maken van de originele kopie die digitaal is
opgenomen met de recorder.
2U kunt een kopie van een digitaal signaal van
een digitaal opgenomen, analoog
geluidsprogramma (bijvoorbeeld een analoge
plaat of een muziekcassette) of van een
digitale satellietuitzending maken, maar u kunt
geen tweede kopie maken.
* Een originele kopie is een digitale opname van een
digitaal signaal die is gemaakt op digitale
audioapparatuur. Als u bijvoorbeeld opneemt van
de CD-speler van deze recorder naar het MD-deck,
maakt u een originele kopie.
36
NL
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt bij het gebruik van
de recorder, probeert u deze eerst zelf op te
lossen aan de hand van de onderstaande lijst.
Als het probleem daarmee niet is verholpen,
raadpleegt u de dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Algemeen
Er wordt geen geluid weergegeven.
Controleer of de recorder goed is aangesloten.
Controleer of u de versterker juist hebt ingesteld.
De afstandsbediening werkt niet.
Verwijder de obstakels tussen de
afstandsbediening en de recorder.
Vervang de batterijen in de afstandsbediening
door nieuwe als de batterijen bijna leeg zijn.
De recorder werkt niet goed.
De microcomputer-chips werken wellicht niet
juist. Schakel de recorder uit en weer in om de
recorder opnieuw in te stellen.
CD
De CD wordt niet afgespeeld.
Er is geen CD in de recorder geplaatst. "No
Disc" wordt weergegeven. Plaats een CD.
Plaats de CD met de labelkant naar boven in de
disclade.
Reinig de CD (zie pagina 34).
Er is vocht gecondenseerd in de recorder.
Verwijder de CD en laat de recorder ongeveer
een uur aan staan.
Plaats de CD met juiste kant naar boven in de
disclade.
Vaste schijf
De vaste schijf wordt niet afgespeeld.
Er is vocht gecondenseerd in de recorder. Laat de
recorder ongeveer een uur aan staan.
Druk op @/1 om de recorder in te schakelen.
Er wordt niet op de vaste schijf opgenomen.
Sluit de geluidsbron juist aan.
De geluidsbron is niet aangesloten op de
geselecteerde ingang. Selecteer de juiste ingang
met de bijbehorende toets op de
afstandsbediening.
Het opnameniveau is niet juist aangepast. Pas het
opnameniveau juist aan (zie pagina 17).
Er is een stroomstoring geweest of het netsnoer
is losgekoppeld tijdens het opnemen. De
gegevens die tot dat moment zijn opgenomen,
zijn mogelijk verloren gegaan. Voer de opname
opnieuw uit.
Opnemen in afspeellijsten (albumnummers P01
tot en met P10) is niet mogelijk. Zorg dat er geen
afspeellijst wordt weergegeven.
De vaste schijf kan niet worden bewerkt.
Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat
"SHUFFLE" verdwijnt.
Er is veel statische ruis in het geluid.
De werking wordt verstoord door een sterk
magnetisch veld van een televisie of
vergelijkbaar apparaat. Zet de recorder uit de
buurt van de bron met een sterk magnetisch veld.
Berichten in het display
Een van de volgende berichten kan tijdens het
gebruik worden weergegeven in het display of
gaan knipperen. De recorder heeft ook een
zelfdiagnosefunctie.
Album Full!
Er zijn geen albums meer op de vaste schijf die
geen tracks bevatten. U kunt geen tracks opnemen
om een nieuw album te maken.
Auto Cut
De opname wordt onderbroken omdat tijdens de
digitale opname langer dan 30 seconden een stilte
is gevallen.
Blank Disc
De vaste schijf bevat geen tracks.
Extra informatie
37
NL
Cannot Copy
U probeert een CD af te spelen met een indeling
die niet door de recorder wordt ondersteund, zoals
een CD-ROM.
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware.
Het digitaal gekopieerde materiaal kan niet digitaal
worden opgenomen (pagina 35).
Cannot Edit
U probeert een bewerking uit te voeren in Shuffle
Play of u probeert een track te registreren in een
afspeellijst die al 400 tracks bevat.
Cannot Play
De recorder kan de track niet afspelen omdat de
audiogegevens zijn beschadigd.
Er is een disc in de recorder geplaatst die niet kan
worden afgespeeld (bijvoorbeeld een CD-ROM,
video-CD of DVD).
Cannot Rec
U probeert een track op te nemen terwijl er een
afspeellijst wordt weergegeven.
Din Unlock
Dit bericht wordt even weergegeven omdat de
signalen van het digitale programma worden
opgenomen. Dit heeft geen invloed op het
opgenomen materiaal.
Als u opneemt vanaf een digitale component die
op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is
aangesloten, is de digitale aansluitkabel
losgekoppeld of is de digitale component
uitgeschakeld.
Drive Error
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Drive Full!
Dit betekent dat u geen tracks kunt opnemen
omdat de vaste schijf niet voldoende vrije ruimte
heeft of omdat het maximumaantal tracks dat kan
worden opgenomen, is bereikt.
Erasing
De gegevens op de vaste schijf worden gewist.
Koppel het netsnoer niet los.
Format Error
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Impossible
U probeert een bewerking uit te voeren of een
opname te maken die niet mogelijk is.
Name Full!
De limiet voor het toewijzen van namen op de
vaste schijf is bereikt (ongeveer 127 tekens).
No Artist
U probeert de naam van de artiest weer te geven
maar er is geen naam ingevoerd.
No Disc
Er is geen CD of DVD in de disclade geplaatst.
No Name
U probeert de titel van de CD, het album of de
track weer te geven maar er is geen titel ingevoerd.
No Signal
De recorder heeft een stil gedeelte tijdens het
opnemen waargenomen.
Reading
De gegevens op de vaste schijf worden gelezen.
Rec Error
Er kan niet goed worden opgenomen.
REMOTE
De recorder wordt aangesloten op de computer.*
Smart Space
Het signaal is tijdens het digitaal opnemen
opnieuw ingevoerd na een stilte van 3 seconden of
meer, maar minder dan 30 seconden.
Step Full!
Het programma bevat het maximumaantal tracks.
U kunt geen extra tracks instellen.
TOC Reading
De recorder leest de inhoudsinformatie op de CD.
Track Full!
Er kunnen geen tracks worden opgenomen omdat
er 400 tracks in het album zijn. Selecteer een ander
album voor het opnemen.
* Als "REMOTE" wordt weergegeven onder andere
omstandigheden, moet u de recorder uitschakelen
en weer inschakelen.
Tabel van Setup Menu
Menuonderdeel Referentiepagina
Rec Mode (LinearPCM/
ATRAC3)
12
Sync (High/Normal) 11
Analog (XX dB) 17
Tr.Mark (Lsync/Off) 15
L.Sync(T) (–XX dB) 16
SmartSpace (On/Off) 17
Sleep (Off/XX min) 32
38
NL
Technische gegevens
CD-speler
Systeem Compact disc en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 5 Hz–20 kHz (± 0,5 dB)
Signaal/ruis-verhouding Meer dan 95 dB
Snelheidsfluctuaties Minder dan meetbare
waarden
Vaste schijf
Capaciteit 80 GB
Opnamesysteem LINEAR PCM/ATRAC 3
Maximale opnametijd Ongeveer 1.340 uur
(ATRAC3)
Ongeveer 125 uur
(LinearPCM)
Maximumaantal albums
999
Maximumaantal tracks
40.000
Maximumaantal tracks per album
400
Maximaal CD-HDD ripping-snelheid
Maximaal ×3 (ATRAC3)
Maximaal ×12 (lineaire
PCM)
Ingang
ANALOG
IN
DIGITAL
OPTICAL
IN
Uitgang
ANALOG
OUT
DIGITAL
OPTICAL
OUT
Stroomvereisten
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 25 W
Afmetingen (ongeveer) (b/h/d)
430 × 65 × 288 mm
inclusief uitstekende
onderdelen en
bedieningselementen
Gewicht (ongeveer) 4,3 kg
Bijgeleverde accessoires
Digitale optische kabel (1)
Audiokabel (2)
Afstandsbediening (1)
Sony R6-batterij (AA-formaat) (2)
USB-kabel (1)
Gebruik de bijgeleverde USB-kabel met
ferrietkernen als u het apparaat op een computer
aansluit.
"M-crew for HAR-LH500" CD-ROM (1)
Octooien in de Verenigde Staten en in andere
landon vallen onder de licentie van Dolby
Laboratories.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Type
aansluiting
Phono-
aansluitingen
Vierkante
optische
aansluiting
Ingangs-
impedantie
47 kOhm
Optische
golflengte:
660 nm
Nominale
ingangs-
spanning
500 mVrms
Minimale
ingangs-
spanning
125 mVrms
Algemeen
Type
aansluiting
Phono-
aansluitingen
Vierkante
optische
aansluiting
Nominale
uitgangs-
spanning
2 Vrms (bij
50 kOhm)
Belastings-
impedantie
Meer dan
10 kOhm
Optische
golflengte:
660 nm
Extra informatie
39
NL
Lijst met toetsen en referentiepagina’s
Deze pagina gebruiken
Gebruik deze pagina voor de locatie van toetsen en
andere onderdelen van het systeem die in de tekst
worden vermeld.
PLAY MODE qg (13, 32, 45)
Nummer van afbeelding
x
X
Naam van toets/onderdeel
X
Referentiepagina’s
1 / u
OPEN/
CLOSE
HDD CD
TIME SLEEP
OPTICAL
DISPLAY
REPEAT
SCROLL
ANALOG
231
564
897
>10
0/10
`-/,
ABC
DEF
NAME EDIT/
SELECT
GHI
JKL MNO YES
PQRS
TUV
WXYZ MENU/NO
ALBUM
ALBUM
ENTER
MENU/NO HISTORY
ARTIST
REC
LEVEL
REC
MODE
PLAY
MODE
ATRAC3
CONVERT
PLAYLIST CD SYNC
REC IT
SEARCH
CLEAR
4
5
q;
qh
qk
ql
w;wa
ws
wd
wf
wg
qf
qa
1
2
3
6
7
8
wh
wj
wk
wl
e;
ea
es
ed
ef
eg
ej
eh
qs
qj
qd
9
qg
N-Z
NAME EDIT/SELECT 6 (28)
OPEN/CLOSE Z ej (8)
OPTICAL 2 (13)
PLAYLIST wd (20)
PLAY MODE wa (8, 18)
REC IT ql (14)
REC LEVEL +/– ws (17)
REC MODE qk (12)
REPEAT es (8, 18)
SCROLLed (10)
SEARCH qh (21)
SLEEP 4 (32)
TIME 5 (10, 13, 19)
YES 7 (11, 20, 24, 32)
BESCHRIJVING VAN
TOETSEN
@/1 (aan/uit) 1 (8, 11, 18)
./> wl (9, 18, 25)
m/M qa (9, 18)
H wk (8, 12, 18)
X wj (9, 12, 18)
x qs (9, 12, 18, 23)
z qf (13)
>10 e; (9, 19)
ALFABETISCHE VOLGORDE
A-M
ALBUM 0 (12, 18)
ALBUM +/– qg (12, 18, 28)
ANALOG 3 (13, 17)
ARTIST wf (22)
ATRAC3 CONVERT w; (32)
CD eh (8, 11)
CD SYNC qj (12)
CLEAR 9 (10, 16, 28)
DISPLAY ef (9, 19, 29)
ENTER/M/m/</, wg (11, 21,
24, 32)
HDD eg (18, 23, 32)
HISTORY qd (23)
Lettertoetsen/cijfertoetsen ea (9, 19,
28)
MENU/NO 8 (11, 24, 32)
MENU/NO wh (11, 24, 32)
Afstandsbediening

Documenttranscriptie

4-249-904-21(3) Hard Disc Audio Recorder Mode d’emploi FR Bedienungsanleitung DE Manual de instrucciones ES Gebruiksaanwijzing NL HAR-LH500 © 2003 Sony Corporation Waarschuwing Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken door bevoegde servicetechnici. Dit apparaat is geklasseerd als CLASS 1 LASER product. Dit teken vindt u op de achterkant van het apparaat. Sluit de ventilatieopeningen van het apparaat niet af met kranten, tafelkleden, gordijnen, enzovoort en plaats geen brandende kaarsen op het apparaat. Dit kan brand tot gevolg hebben. Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen, zoals een vaas, op het apparaat. Dit kan elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN DE PRODUCTEN. Informatie over de handleidingen voor de HAR-LH500 Bij de HAR-LH500 worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg deze handleidingen als dit wordt vereist bij het uitvoeren van handelingen. • Gebruiksaanwijzing van HARLH500 (deze handleiding) In deze handleiding worden de aansluitingen en functies van de recorder beschreven. In deze handleiding worden voornamelijk de functies beschreven die u kunt uitvoeren met de afstandsbediening. U kunt dezelfde functies ook uitvoeren met de toetsen en de bedieningselementen op de recorder als deze dezelfde of soortgelijke namen hebben als die op de afstandsbediening. • Help voor "M-crew for HAR-LH500" Deze handleiding kan worden gebruikt als de "M-crew for HAR-LH500" software is geïnstalleerd. Hierin worden de functies van de "M-crew for HAR-LH500" software uitgelegd. De software staat op dezelfde CD-ROM. • Installatiehandleiding van "M-crew for HAR-LH500" Deze handleiding is opgenomen op de bijgeleverde CD-ROM. Hierin wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde "M-crew for HAR-LH500" software kunt installeren op de computer. 2NL Inhoudsopgave Overzicht Afspeelbare discs ........................................... 6 Aan de slag Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ... 6 Het systeem aansluiten .................................. 7 CD’s afspelen Een CD plaatsen ............................................ 8 Een CD afspelen –– Normaal afspelen (Normal Play)/ willekeurig afspelen (Shuffle Play)/ herhaaldelijk afspelen (Repeat Play) ......... 8 Het CD-display gebruiken ............................. 9 De CD-tracks programmeren ....................... 10 Opnemen op de vaste schijf Opmerkingen over het opnemen .................. 11 Een CD opnemen op de vaste schijf –– CD-HDD Synchro-Recording/ CD-HDD Synchro-Recording (hoge snelheid) .................................................. 11 Het HDD-display gebruiken ........................ 13 Opnemen op de vaste schijf ......................... 13 De huidige CD-track opnemen –– REC-IT functie .................................. 14 Opnametips –– Tracknummers invoegen/Smart Space/ Het opnameniveau aanpassen .................. 15 De vaste schijf afspelen De vaste schijf afspelen –– Normal Play/Shuffle Play/Repeat Play .......................................................... 18 Het HDD-display gebruiken ........................ 19 Een track in een afspeellijst afspelen –– Play List Registration/Play List Play .......................................................... 20 Een gewenst album of gewenste track zoeken –– Keyword Search/Artist Play .............. 21 Een album afspelen dat u onlangs hebt afgespeeld –– History ............................................... 23 Opnamen op de vaste schijf bewerken Opnamen wissen –– Functie voor wissen ........................... 23 Opgenomen tracks splitsen –– Functie voor splitsen .......................... 25 Opgenomen tracks samenvoegen –– Functie voor samenvoegen ................ 26 Opgenomen tracks of albums verplaatsen –– Functie voor verplaatsen .................... 27 Een titel of artiestennaam toewijzen aan een track, album of afspeellijst –– Naamfunctie ....................................... 28 De laatste bewerking ongedaan maken –– Functie voor ongedaan maken ........... 31 Overige functies In slaap vallen met muziek –– Uitschakeltimer .................................. 32 De indeling van opgenomen tracks omzetten ................................................ 32 Een toetsenbord gebruiken NL Een naam toewijzen aan een track of album met het toetsenbord ............................... 33 De recorder bedienen met het toetsenbord .. 33 Extra informatie Voorzorgsmaatregelen ................................. 34 Serial Copy Management System ................ 35 Problemen oplossen ..................................... 36 Berichten in het display ............................... 36 Tabel van Setup Menu ................................. 37 Technische gegevens ................................... 38 Lijst met toetsen en referentiepagina’s ........ 39 3NL Overzicht Afspeellijst Deze recorder met een interne vaste schijf ondersteunt de volgende functies: Opnemen Op de vaste schijf (HDD) van de recorder kunt u maximaal 1.340 uur gegevens (in ATRAC3) of 125 uur gegevens (in LINEAR PCM) vastleggen. Er kunnen maximaal 999 albums op de vaste schijf worden vastgelegd en elk album kan maximaal 400 tracks bevatten. U kunt maximaal 40.000 tracks opnemen op de vaste schijf. Net als een MD-deck ondersteunt deze recorder Synchro-Recording en het bewerken van opgenomen tracks. Audiobestanden met MP3-indeling op de computer overbrengen Audiobestanden met MP3-indeling op de computer kunt u overbrengen naar de recorder met de bijgeleverde "M-crew for HAR-LH500" software. Zoeken U kunt gemakkelijk tracks vinden op de vaste schijf. • Zoeken op trefwoord (Keyword Search) (page 21) U kunt een trefwoord invoeren om een gewenst album of gewenste track te vinden. Trefwoorden kunnen de naam van het album, de track of de artiest zijn. • Artiest afspelen (Artist Play) (pagina 22) U kunt op de naam van een artiest zoeken om alle liedjes van deze artiest (tracks die met de artiestennaam zijn aangeduid) te vinden. Namen van albums, tracks en artiesten automatisch invoegen met CDDB Met de bijgeleverde "M-crew for HAR-LH500" software hebt u via de computer toegang tot de Gracenote CDDB®-server* om albums, tracks en artiesten automatisch een naam te geven. * Een database met informatie over CD’s op de markt In een afspeellijst kunt u alleen de gewenste tracks verzamelen. Naast de 999 albums die u kunt maken op de vaste schijf, kunt u maximaal 10 albums maken via afspeellijsten op de vaste schijf. Eén afspeellijst kan maximaal 400 tracks bevatten. U kunt herhaaldelijk tracks toevoegen aan of verwijderen uit afspeellijsten. De oorspronkelijke trackgegevens worden opgenomen in albums op de vaste schijf. Het verwijderen van gegevens uit de afspeellijst heeft geen invloed op de oorspronkelijke gegevens. Opmerkingen • De opgenomen muziek mag alleen voor privédoeleinden worden gebruikt. Als u de muziek voor andere doeleinden wilt gebruiken, hebt u toestemming nodig van de houders van het auteursrecht. • Sony is niet aansprakelijk voor enige schade als gevolg van verlies van gegevens. • De vaste schijf moet worden beschouwd als tijdelijke opslagplaats voor audiogegevens. Zorg dat u altijd de oorspronkelijke geluidsbron als reservekopie bewaart. • Er is geen service beschikbaar voor het terughalen van verloren gegevens. • Het is mogelijk dat u geluiden hoort als de recorder communiceert met de vaste schijf wanneer u de recorder inschakelt, een track op de vaste schijf afspeelt, opneemt op de vaste schijf, enzovoort. Deze geluiden zijn normaal en duiden niet op een storing. • De recorder maakt wellicht ook geluiden als er geen handelingen worden uitgevoerd. Deze geluiden zijn afkomstig van de automatische onderhoudsfuncties van de recorder en deze zijn normaal. • De recorder kan ook trillingen produceren. Dit duidt echter niet op een defect. • Het kopiëren van digitale gegevens wordt beperkt door het Serial Copy Management System (pagina 35). Daarom kunnen digitale gegevens die van een CD in de CD-speler van de recorder zijn opgenomen, digitale gegevens die zijn ingevoerd van een CD-speler die via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is aangesloten en MP3-bestanden die vanaf een computer worden overgebracht, niet worden gekopieerd naar een extern, aangesloten opnameapparaat. Houd er rekening mee dat een MP3-bestand dat vanaf de computer wordt overgebracht naar de vaste schijf, wordt gewist van de computer en dat bestanden die worden overgebracht naar de vaste schijf, niet weer kunnen worden teruggezet naar de computer. M-crew is een gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation. 4NL IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Aan de slag Afspeelbare discs U kunt de volgende discs afspelen op deze recorder. Andere discs kunnen niet worden afgespeeld. Batterijen in de afstandsbediening plaatsen Lijst met afspeelbare discs Discindeling Disclogo Inhoud Audio-CD’s Audio CD-R/ CD-RW Audio Discs die niet met deze recorder kunnen worden afgespeeld • CD-ROM’s (waaronder PHOTO CD’s) • CD-R’s/CD-RW’s die niet zijn opgenomen met de muziek-CD-indeling Opmerkingen over CD-R en CD-RW • Op deze recorder kunnen CD-R’s/CD-RW’s worden afgespeeld die zijn bewerkt door de gebruiker. Bepaalde discs kunnen echter wellicht niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat of de staat van de disc. • CD-R’s en CD-RW’s die niet zijn gefinaliseerd (bewerking waardoor deze discs op een gewone CD-speler kunnen worden afgespeeld), kunnen niet worden afgespeeld. • CD-R’s en CD-RW’s die in meerdere sessies zijn opgenomen, worden niet ondersteund. U kunt de recorder bedienen met de bijgeleverde afstandsbediening. Plaats twee R6-batterijen (AA-formaat). Zorg ervoor dat de plus- en minpolen (+ en –) van de batterijen samenvallen met de + en – in de batterijhouder. Plaats eerst de minpool (–) en druk vervolgens de batterij naar beneden totdat de pluspool (+) vastklikt. Opmerkingen • Laat de afstandsbediening niet achter op een zeer warme of vochtige plaats. • Zorg ervoor dat er niets in de behuizing van de afstandsbediening terechtkomt, vooral bij het vervangen van de batterijen. • Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan direct zonlicht of lichtbronnen. Als u dit wel doet, kan dit storing veroorzaken. • Als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u de batterijen verwijderen om mogelijke schade door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. Tip Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). 6NL Onlangs hebben platenmaatschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. Als u de recorder niet meer kunt bedienen met de afstandsbediening, vervangt u beide batterijen door nieuwe. Het systeem aansluiten HDD-recorder DIGITAL In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de HDD-recorder kunt aansluiten op externe apparaten. Schakel alle componenten uit voordat u de aansluitingen maakt. OPTICAL IN OUT Digitale component DIGITAL (OPTICAL) IN OUT Analoge aansluitingen Sluit de versterker aan via de ANALOG IN of OUT aansluitingen met de audiokabel (bijgeleverd). Sluit de gekleurde kabels aan op de bijbehorende aansluitingen van de componenten: rood (rechts) op rood en wit (links) op wit. * Er wordt één digitale optische kabel geleverd bij deze recorder. Als u wilt aansluiten op de DIGITAL OPTICAL IN en OUT aansluitingen, hebt u nog een optionele digitale optische kabel nodig. Opmerkingen ANALOG IN OUT L Versterker R ANALOG OUT IN L l : Signaalverloop R Digitale aansluitingen Als u een digitale component, zoals een digitale versterker of D/A-versterker hebt, sluit u de component aan via de DIGITAL OPTICAL IN of OUT aansluiting met de digitale optische kabel (bijgeleverd). De DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting op de recorder is bestemd voor het uitvoeren van audiosignalen naar een versterker of receiver. Daarom kunnen andere gegevens dan audiogegevens, zoals tekstinformatie en informatie over tracknummers, niet worden uitgevoerd via deze aansluiting. Buig de digitale optische kabel niet en maak deze niet vast. • Als u een component aansluit via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting, kunt u ruis horen als u andere CD-software afspeelt dan muziek, zoals een CD-ROM. • Tracknummers worden wellicht niet juist opgenomen tijdens het opnemen op andere componenten via de DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting. • Als "Din Unlock" of "Cannot Copy" in het display knippert, kunt u niet opnemen via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. In dit geval neemt u de geluidsbron op via de ANALOG IN aansluitingen door op de ANALOG toets te drukken. • Plaats geen zware voorwerpen, zoals een versterker, deck, enzovoort, op de recorder. Aan de slag HDD-recorder Tip Met een ingebouwd conversieprogramma voor bemonsteringsfrequenties wordt de bemonsteringsfrequentie van verschillende digitale bronnen automatisch omgezet naar de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van deze recorder. Een computer aansluiten Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om een computer aan te sluiten op de recorder. Als u de recorder aansluit op een computer, kunt u de tracks selecteren en afspelen en verschillende bewerkingsfuncties voor de vaste schijf uitvoeren vanaf de computer. Digitale optische kabel (bijgeleverd)* 7NL CD’s afspelen Een CD plaatsen 1 Schakel de versterker in en zet de bronkeuzeschakelaar op de positie voor deze recorder. 2 Druk op @/1 om de recorder in te schakelen. 3 Druk op CD (of CD/HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat branden). "CD" wordt weergegeven in het display. 4 Druk op OPEN/CLOSE Z. De disclade wordt uitgeschoven. 5 Plaats een disc in de disclade met het label naar boven. ?/1 RD KEYBOA Als u een CD-single (8-cm CD) afspeelt, plaatst u deze in de binnenste uitsparing van de lade. 6 Druk nogmaals op OPEN/CLOSE Z om de disclade te sluiten. Een CD afspelen –– Normaal afspelen (Normal Play)/ willekeurig afspelen (Shuffle Play)/ herhaaldelijk afspelen (Repeat Play) Met deze recorder kunt u CD’s afspelen in verschillende afspeelstanden. Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/ HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat branden. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY MODE om de afspeelstand te selecteren. Afspelen Selecteer De disc in de normale volgorde Geen aanduiding De tracks op de CD in willekeurige volgorde SHUFFLE De tracks op de CD in de PROGRAM gewenste volgorde (zie "De CD-tracks programmeren" op pagina 10) 2 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder). Functies van Repeat Play U kunt de tracks op de CD herhaaldelijk afspelen in elke afspeelstand. Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat "REPEAT" of "REPEAT 1" wordt weergegeven in het display. Actie Selecteer Alle tracks herhalen REPEAT Alleen één track herhalen REPEAT 1 Repeat Play annuleren Geen aanduiding De tracks worden als volgt herhaald: Afspeelstand 8NL De recorder herhaalt Normal Play Alle tracks Shuffle Play Alle tracks in willekeurige volgorde Program Play (pagina 10) Hetzelfde programma Overige functies Actie Handeling Afspelen stoppen Druk op x. Pauzeren Druk op X. Druk nogmaals op X of H om het afspelen te hervatten (of PLAY/NEXT/ PREV (H) op de recorder). Een track selecteren Druk tijdens het afspelen of pauzeren herhaaldelijk op > (om vooruit te spoelen) of op . (om terug te spoelen) (of draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de recorder). Een track rechtstreeks selecteren*1 Druk op de cijfertoetsen. Een punt in een track vinden Houd tijdens het afspelen m/M ingedrukt en laat de toets los op het gewenste punt.*2 Het CD-display gebruiken U kunt informatie over de CD controleren met het display. Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/ HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat branden. In de stopstand Discnaam/Tracknaam/Artiestennaam CDFox Tail 13 62.23 Totaalaantal tracks De CD verwijderen Druk op OPEN/CLOSE Z. Opmerkingen • Als er geen CD in de recorder is geplaatst, wordt "No Disc" weergegeven in het display. • Als "- Over -" in het display wordt weergegeven, is het einde van de CD bereikt terwijl u de M toets ingedrukt houdt. Houd de m toets ingedrukt om terug te gaan. • Het afspelen van CD’s op de recorder is niet beschikbaar als de functie is ingesteld op een externe ingang (bijvoorbeeld als "Optical In" of "Analog In" is geselecteerd door op de OPTICAL of ANALOG toets te drukken). Tips • U kunt de laatste track snel selecteren door op . te drukken (of door PLAY/NEXT/PREV naar l te draaien op de recorder) terwijl het totaalaantal tracks en de totale speelduur worden weergegeven. • U kunt aan het begin van een track pauzeren door op ./> te drukken (of door PLAY/NEXT/ PREV naar l/L te draaien op de recorder) terwijl de recorder in de pauzestand staat. Informatie over de naam weergeven Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of DISPLAY/CHAR op de recorder). Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: • Als er geen track is geselecteerd Discnaam t Naam van de artiest van de disc • Als er een track is geselecteerd Tracknaam t Naam van de artiest van de track t Discnaam Als Program Play is geselecteerd, worden het laatstgeprogrammeerde tracknummer en de totale speelduur van het programma weergegeven. CD’s afspelen *1 Wanneer u rechtstreeks een track wilt kiezen met een nummer hoger dan 10, drukt u op >10 voordat u een tracknummer met twee cijfers invoert. Als u op de >10 toets drukt, verschijnen er twee streepjes als de CD 10 tot en met 99 tracks bevat. Druk op 0/10 voor "0". Voorbeeld: Tracknummer 30 invoeren voor een CD met 99 tracks 1 Druk op >10. "- -" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op 3 en 0/10. *2 Als u de toets ingedrukt houdt terwijl de recorder in de pauzestand staat, kunt u een punt met de tijdinformatie vinden. Totale speelduur Tijdens het afspelen Tracknaam CDBugbear 3 Huidig tracknummer 2.23 Verstreken speelduur Informatie over de naam weergeven Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of DISPLAY/CHAR op de recorder). Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Tracknaam t Naam van de artiest van de track t Discnaam wordt vervolgd 9NL Het CD-display gebruiken (vervolg) Tips • Wanneer u een CD plaatst met CD TEXT gegevens, gaat "CD TEXT" branden in het display. • Als de CD geen tekstinformatie bevat, wordt "No Name" weergegeven in plaats van de disc- of tracknaam. • U kunt een titel van 14 of meer tekens in het display laten rollen door op de SCROLL toets te drukken. Druk nogmaals op de toets om het rollen te onderbreken en nogmaals om het rollen te hervatten. Tijdinformatie weergeven Druk herhaaldelijk op TIME. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Verstreken speelduur van de huidige track t Resterende speelduur van de huidige track t Resterende speelduur van de disc Opmerking De resterende speelduur van de disc wordt niet weergegeven in het display als de afspeelstand "REPEAT 1", "SHUFFLE" of "PROGRAM" is geselecteerd. De CD-tracks programmeren U kunt de afspeelvolgorde van de tracks op een CD opgeven en uw eigen programma’s met maximaal 25 tracks maken. Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/ HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat branden. 2 Druk herhaaldelijk op ./> (of draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de recorder) totdat de gewenste track wordt weergegeven en druk op ENTER om de track te programmeren. Het nummer van de laatstgeprogrammeerde track wordt weergegeven, gevolgd door de totale speelduur van het programma. Tip U kunt de track selecteren met de cijfertoetsen. Als u een track wilt selecteren met een nummer hoger dan 10, gebruikt u >10 (zie pagina 9). 3 Wilt u extra tracks programmeren, dan herhaalt u stap 2. 4 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder) om Program Play te starten. Program Play annuleren Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY MODE totdat "PROGRAM" verdwijnt. Opmerkingen • De totale speelduur van het programma wordt niet weergegeven als deze meer dan 1.000 minuten bedraagt. • "Step Full!" wordt weergegeven als u meer dan 25 tracks programmeert. Wis de ongewenste tracks om andere tracks in te voeren. • Het programma wordt gewist als u de CD verwijdert, de stroom uitschakelt of het netsnoer loskoppelt. Tip Het programma blijft behouden zelfs als Program Play is afgelopen. Als u op H (of PLAY/NEXT/ PREV (H) op de recorder) drukt, kunt u hetzelfde programma opnieuw afspelen. De trackvolgorde wijzigen Opmerking U kunt tracks op de CD en op de vaste schijf niet combineren in hetzelfde programma. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY MODE totdat "PROGRAM" wordt weergegeven in het display. 10NL U kunt uw programma wijzigen als de recorder in de stopstand staat. Actie Handeling De laatste track in het programma wissen Druk op CLEAR. Als u op de toets drukt, wordt de laatstgeprogrammeerde track gewist. Tracks aan het einde van het programma toevoegen Voer stap 2 uit van de programmeringsprocedure. Opnemen op de vaste schijf Opmerkingen over het opnemen Vóór het opnemen • U kunt een afspeellijst niet selecteren als opnamebestemming. • U kunt niet opnemen over een bestaande track. Als u een album met bestaande tracks selecteert als opnamebestemming, wordt er automatisch opgenomen na de bestaande tracks. Na het opnemen De afspeelstand van de vaste schijf wordt automatisch overgeschakeld naar Normal Play. Automatische omzetting van digitale bemonsteringsfrequenties Een CD opnemen op de vaste schijf –– CD-HDD Synchro-Recording/CDHDD Synchro-Recording (hoge snelheid) Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Met een ingebouwd conversieprogramma voor bemonsteringsfrequenties wordt de bemonsteringsfrequentie van verschillende digitale bronnen automatisch omgezet naar de bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz van de recorder. 1 Schakel de versterker in en zet de Maximumaantal tracks dat kan worden opgenomen 3 Druk op CD (of CD/HDD op de recorder U kunt maximaal 40.000 tracks opnemen op de vaste schijf. De tracks in de afspeellijsten worden niet meegerekend. 4 Plaats een CD in de disclade. 5 Druk op MENU/NO. Het album bevat al 400 tracks. Dit is het maximumaantal tracks dat kan worden opgenomen op één album. Selecteer een ander album. Dit betekent dat u niet verder kunt opnemen omdat de vaste schijf niet voldoende vrije ruimte heeft of omdat het maximumaantal tracks is opgenomen op de vaste schijf. Wilt u weer opnemen op de vaste schijf, dan moet u de gegevens comprimeren door de tracks om te zetten naar de ATRAC3-indeling (pagina 32) of ongewenste tracks of albums wissen. Opmerking over tekstinformatie Tekstgegevens op CD’s met CD TEXT inhoud worden niet opgenomen als de CD’s worden opgenomen via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. schakelen. zodat de CD-indicator gaat branden). "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 6 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Sync Normal" (of "Sync High") wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 7 Druk herhaaldelijk op </, om de opnamesnelheid te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Synchro-Recording (normale snelheid) uitvoeren Sync Normal Synchro-Recording (hoge snelheid) uitvoeren Sync High (fabrieksinstelling) wordt vervolgd Opnemen op de vaste schijf "Drive Full!" wordt weergegeven in het display tijdens het opnemen op de vaste schijf 2 Druk op @/1 om de recorder in te CD’s afspelen "Track Full!" wordt weergegeven in het display als u de opnamebestemming selecteert bronkeuzeschakelaar op de positie voor deze recorder. 11NL Een CD opnemen op de vaste schijf (vervolg) De opnamestand wijzigen met Setup Menu 8 Druk op MENU/NO. 9 Druk op CD SYNC. U kunt de opnamestand ook wijzigen met Setup Menu. De vaste schijf staat stand-by voor de opname en de CD staat stand-by voor het afspelen. Als u de albumpositie wilt wijzigen, drukt u herhaaldelijk op ALBUM +/– (of draait u de ALBUM knop op de recorder). Wilt u de positie rechtstreeks invoeren, dan drukt u op ALBUM en de cijfertoetsen (zie pagina 19). 10 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder) of X. Het opnemen wordt gestart. Het opgenomen geluid is niet hoorbaar tijdens CD-HDD Synchro-Recording (hoge snelheid). 1 Terwijl de recorder in de stopstand of opnamepauzestand staat, drukt u op MENU/NO. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Rec Mode" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat "ATRAC3" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 4 Voer stap 5 tot en met 10 uit bij "Een CD opnemen op de vaste schijf" op pagina 11. De fabrieksinstelling herstellen Selecteer "LinearPCM" in stap 3. Opmerkingen Het opnemen stoppen Druk op x. De opnametijd verlengen (Recording Mode) Als u tracks opneemt in de ATRAC3-indeling, wordt de totale opnametijd op de vaste schijf langer dan in de normale opnamestand. 1 Druk op REC MODE zodat "ATRAC3" wordt weergegeven in het display. 2 Voer stap 5 tot en met 10 uit bij "Een CD opnemen op de vaste schijf" op pagina 11. Opmerkingen • U kunt tijdens het opnemen de opnamestand niet wijzigen. • U kunt de opnamestand niet wijzigen in MP3indeling. De fabrieksinstelling herstellen Druk nogmaals op REC MODE zodat "ATRAC3" verdwijnt uit het display. 12NL • Als de vaste schijf vol raakt tijdens het opnemen, wordt het opnemen automatisch gestopt. • U kunt tijdens Synchro-Recording het opnemen niet onderbreken. • Als de afspeelstand van de CD is ingesteld op Repeat Play of Shuffle Play, wordt automatisch overgeschakeld naar Normal Play. • De afspeelstand van de vaste schijf wordt automatisch overgeschakeld naar Normal Play. • CD TEXT wordt wellicht niet opgeslagen voor korte tracks. Tips • Met de functie voor CD-HDD Synchro-Recording (hoge snelheid) kunt u 12 keer sneller opnemen dan met de functie voor CD-HDD Synchro-Recording (normale snelheid). De opnamestand moet dan zijn ingesteld op "LinearPCM" (fabrieksinstelling) (deze pagina). Als de opnamestand is ingesteld op "ATRAC3", is de functie voor CD-HDD SynchroRecording (hoge snelheid) nog steeds 3 keer sneller dan de functie voor CD-HDD Synchro-Recording (normale snelheid). • U kunt de opnamestand selecteren voordat u begint met opnemen (deze pagina). • U kunt Program Play gebruiken om alleen de CDtracks op te geven die u wilt opnemen. Nadat u een CD hebt geplaatst, voert u de procedure uit bij "De CD-tracks programmeren" op pagina 10. Daarna voert u de procedure voor Synchro-Recording uit. • Als een geplaatste CD CD TEXT ondersteunt, kan CD TEXT automatisch op de vaste schijf worden opgeslagen. • Met Synchro-Recording kunt u namen toewijzen aan albums en tracks via de Gracenote CDDB®server. Raadpleeg de Help voor "M-crew for HARLH500" voor meer informatie over de Gracenote CDDB®-server." Het HDD-display gebruiken Opnemen op de vaste schijf U kunt tijdens het opnemen informatie over de vaste schijf controleren met het display. 1 Schakel de versterker in en zet de Tijdinformatie weergeven tijdens opnemen 2 Druk op @/1 om de recorder in te bronkeuzeschakelaar op de positie voor deze recorder. schakelen. Druk herhaaldelijk op TIME. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Tracknummer en verstreken speelduur van de huidige track t Gebruikt percentage vaste-schijfruimte voor de totale opnametijd Opmerkingen • De totale opnametijd wordt eerst weergegeven als percentage. Als de resterende opnametijd "999 . 59" (999 minuten en 59 seconden) is, wordt de tijd in het display weergegeven. • Het gebruikte percentage vaste-schijfruimte is nooit 0%, zelfs niet als er geen tracks op de vaste schijf zijn opgenomen. Tip "Analog In" wordt weergegeven in het display wanneer u opneemt via de ANALOG IN aansluiting en "Optical In" als u opneemt via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting. 3 Druk op de betreffende toets op de afstandsbediening om de geluidsbron te selecteren. Geluidsbron Druk op De CD in de recorder CD De component aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting OPTICAL De component aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen ANALOG 4 Druk op z. "REC" wordt weergegeven in het display. De vaste schijf staat stand-by voor de opname. Als u de albumpositie wilt wijzigen, drukt u herhaaldelijk op ALBUM +/– (of draait u de ALBUM knop op de recorder). Wilt u de positie rechtstreeks invoeren, dan drukt u op ALBUM en de cijfertoetsen (zie pagina 19). Als u opneemt via de ANALOG IN aansluiting, past u desgewenst het opnameniveau aan (zie "Het opnameniveau aanpassen" op pagina 17). 5 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder) of X. 6 Start het afspelen op de geluidsbron. Overige functies tijdens het opnemen Actie Druk op Het opnemen stoppen x Het opnemen onderbreken Het opnemen hervatten na de onderbreking* X X of H (of PLAY/ NEXT/PREV (H) op de recorder) Een tracknummer toevoegen z * Het tracknummer wordt met één verhoogd. wordt vervolgd Opnemen op de vaste schijf Het opnemen wordt gestart. 13NL Opnemen op de vaste schijf (vervolg) Opmerkingen • Als u "Optical In" of "Analog In" als geluidsbron selecteert (door op de OPTICAL of ANALOG toets te drukken) in stap 3, worden tracknummers wellicht niet automatisch gekopieerd van de bron. Als dit gebeurt, moet u de functie voor splitsen gebruiken ("Opgenomen tracks splitsen" op pagina 25) om tracks toe te voegen op de vereiste plaatsen. • Tijdens het opnemen kunt u de CD, OPTICAL of ANALOG toets op de afstandsbediening niet gebruiken om over te schakelen naar een andere geluidsbron. • Tracks die langer zijn dan 120 minuten, kunnen niet worden opgenomen. Als de opnametijd 120 minuten bereikt, wordt het tracknummer automatisch met één verhoogd. Als het tracknummer niet kan worden verhoogd, wordt de opname gestopt. • Hebt u een album met 400 tracks geselecteerd op het moment dat u op de z toets drukt, dan wordt de geluidsbron opgenomen op het album met het dichtstbijzijnde nummer en voldoende opnameruimte. • U kunt de CD in de recorder niet bedienen als de geluidsbron van de recorder is ingesteld op "Optical In" of "Analog In" (door op de OPTICAL of ANALOG toets te drukken) terwijl er wordt opgenomen of tijdens een opnamepauze. • Het opnemen van digitale uitzendingen (bijvoorbeeld digitale televisie) wordt beperkt door bepaalde uitzendmaatschappijen. Daarom kunt u wellicht bepaalde programma’s of kanalen niet digitaal opnemen. Tip U kunt de opnamestand selecteren voordat u begint met opnemen (pagina 12). "Din Unlock" knippert in het display • U hebt "Optical In" met de OPTICAL toets geselecteerd, maar er is geen digitale geluidsbron aangesloten. Sluit de geluidsbron juist aan. • De geluidsbron is niet ingeschakeld. Schakel de geluidsbron in. 14NL De huidige CD-track opnemen –– REC-IT functie U kunt de CD-track opnemen die momenteel wordt afgespeeld. Voordat u dit gaat doen, drukt u op CD of CD/ HDD op de recorder zodat de CD-indicator gaat branden. 1 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder). 2 Druk op REC IT als de gewenste track wordt afgespeeld. De track wordt opnieuw vanaf het begin afgespeeld en de opname begint. De opname wordt gestopt aan het einde van de track, maar de CD wordt verder afgespeeld. Het opnemen stoppen Druk op x. Opmerkingen • U kunt niet een album selecteren dat al opgenomen tracks bevat. Het vorige weergegeven album wordt automatisch geselecteerd. • De afspeelstand van de vaste schijf wordt automatisch overgeschakeld naar Normal Play. • CD TEXT informatie wordt wellicht niet opgeslagen voor korte tracks. Opnametips –– Tracknummers invoegen/Smart Space/Het opnameniveau aanpassen Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Tracknummers automatisch invoegen tijdens het opnemen (Level Synchro Recording) U kunt automatisch nummers toewijzen aan tracks tijdens het opnemen van een CD in de recorder. Als u op bepaalde punten tracknummers toewijst, kunt u deze punten later snel terugvinden of de vaste schijf gemakkelijk bewerken. Tracks worden wellicht niet automatisch genummerd als u opneemt vanaf een extern apparaat via de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting of als de geluidsbron die wordt opgenomen, ruis bevat (bijvoorbeeld banden of radioprogramma’s die zijn opgenomen via de ANALOG IN aansluiting). • Als u opneemt vanaf een extern apparaat dat is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting, wordt het volledige materiaal wellicht als één track opgenomen. • Als u opneemt vanaf een extern apparaat dat is aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen en "Tr.Mark Off" is geselecteerd of als u opneemt vanaf een DAT-deck of DBS-tuner die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting, wordt het volledige materiaal wellicht als één track opgenomen. 1 Terwijl de recorder in de stopstand of opnamepauzestand staat, drukt u op MENU/NO. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Tr.Mark Lsync" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk op MENU/NO. "L.SYNC" wordt weergegeven in het display. De recorder voegt een tracknummer in als het ingangssignaalniveau ten minste 1,5 seconde gelijk is aan of lager is dan het reactieniveau voor Level Synchro Recording. De Level Synchro Recording functie uitschakelen Selecteer "Tr.Mark Off" in stap 2. wordt vervolgd Opnemen op de vaste schijf Als u opneemt vanaf een extern apparaat, moet u de volgende procedure uitvoeren om tracknummers automatisch toe te voegen. Een tracknummer wordt toegevoegd als het ingangssignaalniveau ongeveer 1,5 seconde of meer lager is dan het reactieniveau en vervolgens weer hoger wordt. Opmerkingen over Level Synchro Recording 15NL Opnametips (vervolg) Het reactieniveau voor Level Synchro Recording wijzigen Voer de onderstaande procedure uit om het signaalniveau te wijzigen waarmee Level Synchro Recording wordt geactiveerd. 1 Terwijl de recorder in de stopstand of opnamepauzestand staat, drukt u op MENU/NO. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "L.Sync(T) –XXdB" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, om het niveau te selecteren en druk op ENTER of YES. U kunt het niveau instellen op een waarde tussen –72 dB en 0 dB, in stappen van 2 dB (–50 dB is de fabrieksinstelling). 4 Druk op MENU/NO. De fabrieksinstelling herstellen Druk op CLEAR terwijl u het reactieniveau instelt in stap 3. Lege gedeelten automatisch wissen (Smart Space/Auto Cut) Met de Smart Space functie kunt u automatisch lege gedeelten van 3 seconden tussen tracks invoegen. Als de Smart Space functie is ingeschakeld en er ongeveer 3 seconden of meer (niet meer dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd tijdens de opname, wordt de stilte vervangen door een leeg gedeelte van ongeveer 3 seconden en de opname gaat door. Er wordt minder dan 30 seconden geen geluid ingevoerd Uit Aan Wordt vervangen door een leeg gedeelte van 3 seconden en de opname gaat door Auto Cut: Als de Smart Space functie is ingeschakeld en er 30 of meer seconden geen geluid wordt ingevoerd, vervangt de recorder de stilte door een leeg gedeelte van ongeveer 3 seconden en schakelt vervolgens over na de opnamepauzestand. Er wordt 30 seconden of meer geen geluid ingevoerd Opmerkingen • Als deze functie is geactiveerd terwijl de 400ste track wordt bereikt, wordt de opname gestopt. • Als u opneemt vanaf een CD, wordt er wellicht geen tracknummer toegewezen aan tracks die korter zijn dan 4 seconden. • Level Synchro Recording ("Tr.Mark Lsync" of "Tr.Mark Off") en de instellingen van het ingangsniveau blijven bewaard, zelfs als u de recorder uitschakelt of deze loskoppelt van het stopcontact. Tip U kunt zelfs tracknummers invoegen nadat het opnemen is voltooid (zie "Opgenomen tracks splitsen" op pagina 25). Uit Aan Wordt vervangen door een leeg gedeelte van 3 seconden en de opname wordt onderbroken 1 Terwijl de recorder in de stopstand of opnamepauzestand staat, drukt u op MENU/NO. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "SmartSpace On" (of "SmartSpace Off") wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 16NL 3 Druk herhaaldelijk op </, om de instelling te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer De Smart Space en Auto Cut functies inschakelen SmartSpace On (fabrieksinstelling) De Smart Space en Auto Cut functies uitschakelen SmartSpace Off 4 Druk op MENU/NO. Opmerkingen • Als u opneemt vanaf een CD, heeft de Smart Space functie geen invloed op de volgorde van de tracknummers die worden opgenomen, zelfs niet als het lege gedeelte zich in het midden van een track bevindt. • Auto Cut wordt automatisch in- en uitgeschakeld met Smart Space. • Als de recorder ongeveer 10 minuten in de opnamepauzestand staat nadat Auto Cut is ingeschakeld, wordt de opname automatisch gestopt. • De instellingen van Smart Space en Auto Cut ("SmartSpace On" of "SmartSpace Off") blijven bewaard, zelfs als u de recorder uitschakelt of deze loskoppelt van het stopcontact. • Als deze functie is geactiveerd terwijl de 400ste track wordt bereikt, wordt de opname gestopt. Het opnameniveau aanpassen U kunt het opnameniveau aanpassen voor analoge opnamen. 1 Voer stap 1 tot en met 3 uit bij "Opnemen op de vaste schijf" op pagina 13 en druk op ANALOG in stap 3. 2 Druk op z. 3 Speel het gedeelte van de geluidsbron af met het sterkste uitgangssignaal. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. Druk herhaaldelijk op </, totdat "Analog X.XdB" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 6 Terwijl u naar het geluid luistert, drukt u herhaaldelijk op </, om het opnameniveau aan te passen zodat de OVER indicator op de piekniveaumeters niet wordt ingeschakeld. Zorg dat deze indicator niet wordt ingeschakeld HDAnalog +1.5dB 7 Druk op ENTER of YES. 8 Druk op MENU/NO. 9 Stop het afspelen op de geluidsbron. 10 Voer stap 5 en 6 uit bij "Opnemen op de vaste schijf" op pagina 13. De fabrieksinstelling herstellen Druk op CLEAR als u het opnameniveau aanpast in stap 6. Opmerking Het opnameniveau kan tot maximaal +12 dB worden verhoogd (0,0 dB is de fabrieksinstelling). Als het uitgangsniveau van de aangesloten component laag is, kunt u het opnameniveau wellicht niet instellen op de maximumwaarde. Tip U kunt het opnameniveau aanpassen door herhaaldelijk op de REC LEVEL +/– toetsen te drukken tijdens de opname of de opnamepauze. Na enkele seconden wordt het vorige display weergegeven. Opnemen op de vaste schijf 4 Druk op MENU/NO. 5 17NL De vaste schijf afspelen De vaste schijf afspelen Actie Selecteer Alle tracks herhalen REPEAT Alleen één track herhalen REPEAT 1 –– Normal Play/Shuffle Play/Repeat Play Met deze recorder kunt u de vaste schijf afspelen in verschillende afspeelstanden. 1 Schakel de versterker in en zet de bronkeuzeschakelaar op de positie voor deze recorder. 2 Druk op @/1 om de recorder in te schakelen. 3 Druk op HDD (of CD/HDD op de recorder Repeat Play annuleren De tracks worden als volgt herhaald: Afspeelstand voor de De recorder herhaalt vaste schijf Normal Play (ALL ALBUM) Normal Play (1ALBUM) Alle tracks op de vaste schijf. Shuffle Play (ALL ALBUM) Alle tracks, behalve de afspeellijsten (zie pagina 20), op de vaste schijf in willekeurige volgorde. Shuffle Play (1ALBUM) Alle tracks in het huidige album in willekeurige volgorde. zodat de HDD-indicator gaat branden). 4 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u herhaaldelijk op PLAY MODE om de afspeelstand te selecteren. Selectie Resultaat ALL ALBUM Alle albums op de recorder worden achtereenvolgens afgespeeld in de volgorde van albumnummers. 1ALBUM Alleen het huidige album wordt afgespeeld. ALL ALBUM en SHUFFLE*1 De tracks worden in willekeurige volgorde geselecteerd uit alle albums*2 op de vaste schijf. 1ALBUM en SHUFFLE Alle tracks in het huidige album worden in willekeurige volgorde afgespeeld. (Shuffle Play stopt zodra alle tracks zijn afgespeeld.) *1 Dezelfde tracks worden twee of meerdere keren afgespeeld. *2 Met uitzondering van de afspeellijsten (zie pagina 20) Actie Handeling Afspelen stoppen Druk op x. Pauzeren Druk op X. Druk nogmaals op X of H (of PLAY/ NEXT/PREV (H) op de recorder) om het afspelen te hervatten. Een track selecteren Druk tijdens het afspelen of pauzeren herhaaldelijk op > (om vooruit te spoelen) of op . (om terug te spoelen) (of draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de recorder). Een track rechtstreeks selecteren*1 Druk op de cijfertoetsen. Een album*2 of afspeellijst*3 selecteren Druk tijdens het afspelen of pauzeren op ALBUM + (om vooruit te spoelen) of op ALBUM – (om terug te spoelen) (of draai de ALBUM knop rechtsom (om vooruit te spoelen) of linksom (om terug te spoelen) op de recorder). Een album rechtstreeks selecteren*4 Druk eerst op ALBUM en vervolgens op de cijfertoetsen. Een punt in een track zoeken*5 Houd tijdens het afspelen m/M ingedrukt en laat de toets los op het gewenste punt. op de recorder). Functies van Repeat Play Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat "REPEAT" of "REPEAT 1" wordt weergegeven in het display. 18NL Alle tracks in het huidige album. Overige functies 5 Druk op H (of PLAY/NEXT/PREV (H) U kunt de tracks op de vaste schijf herhaaldelijk afspelen in elke afspeelstand. Geen aanduiding Opmerking Het HDD-display gebruiken U kunt informatie over de vaste schijf controleren met het display. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/ HDD op de recorder zodat de HDD-indicator gaat branden. In de stopstand Albumnaam HDBest Selection 1- 23 108.37 De vaste schijf afspelen *1 Wanneer u rechtstreeks een track wilt kiezen met een nummer hoger dan 10, drukt u op >10 voordat u een tracknummer met twee of drie cijfers invoert. Wanneer u op de >10 toets drukt, verschijnen er twee streepjes als het album 10 tot en met 99 tracks bevat of drie streepjes als het album meer dan 100 tracks bevat. Druk op 0/10 voor "0". Voorbeeld: Tracknummer 30 invoeren voor een album met 100 tracks 1 Druk op >10. "- - -" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op 0/10. Het knipperende streepje verschuift naar rechts. 3 Druk op 3 en 0/10. *2 Het afspelen begint bij de eerste track in het opgegeven album. U kunt geen album zonder tracks selecteren. *3 Afspeellijsten worden weergegeven als afzonderlijke albums. Albums worden weergegeven als "001" ~ "999" en afspeellijsten worden weergegeven als "P01" ~ "P10". 4 * Druk op 0/10 voor "0". Voorbeeld: Albumnummer 30 invoeren wanneer de vaste schijf meer dan 100 albums bevat 1 Druk op ALBUM. "- - -" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op 0/10. Het knipperende streepje verschuift naar rechts. 3 Druk op 3 en 0/10. *5 U kunt alleen een punt zoeken in het huidige album. Albumnummer Totaalaantal Totale speelduur tracks Informatie over de naam weergeven Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of DISPLAY/CHAR op de recorder). Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: • Als er geen track is geselecteerd Albumnaam t Naam van de artiest van het album • Als er een track is geselecteerd Tracknaam t Naam van de artiest van de track t Albumnaam Het afspelen van vaste schijf is niet beschikbaar als de functie is ingesteld op een externe ingang (bijvoorbeeld als "Optical In" of "Analog In" is geselecteerd door op de OPTICAL of ANALOG toets te drukken). Tijdinformatie weergeven (alleen als er geen track is geselecteerd) Tips Druk herhaaldelijk op TIME. • U kunt de laatste track in een album snel selecteren door op . te drukken (of door PLAY/NEXT/ PREV naar l te draaien op de recorder) terwijl het totaalaantal tracks en de totale speelduur of het totaalaantal tracks en de resterende speelduur van het album worden weergegeven. • U kunt aan het begin van de track pauzeren door op ./> te drukken (of door PLAY/NEXT/PREV naar l/L te draaien op de recorder) terwijl de recorder in de pauzestand staat. • U kunt aan het begin van het album pauzeren door op ALBUM +/– te drukken (of door de ALBUM knop te draaien op de recorder) terwijl de recorder in de pauzestand staat. • U kunt de afspeellijsten (P01 tot en met P10) weergeven door op de ALBUM – toets te drukken terwijl album 001 is geselecteerd (alleen als er afspeellijsten zijn geregistreerd). Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Het totaalaantal tracks en de totale speelduur van het album t Gebruikt percentage vasteschijfruimte voor de totale opnametijd wordt vervolgd 19NL Het HDD-display gebruiken (vervolg) Tijdens het afspelen –– Play List Registration/Play List Play Tracknaam HDBugbear 13 Een track in een afspeellijst afspelen Druk herhaaldelijk op DISPLAY (of DISPLAY/CHAR op de recorder). Als u tracks op de vaste schijf registreert in een afspeellijst, kunt u alleen de gewenste tracks afspelen. U kunt maximaal 10 afspeellijsten maken en elke afspeellijst kan maximaal 400 tracks bevatten. Op deze recorder komen de albumnummers P01 tot en met P10 overeen met de afspeellijsten. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Wat is een afspeellijst? 2.23 Albumnummer Tracknummer Verstreken speelduur Informatie over de naam weergeven Tracknaam t Naam van de artiest van de track t Albumnaam Tip U kunt een titel van 14 of meer tekens in het display laten rollen door op de SCROLL toets te drukken. Druk nogmaals op de toets om het rollen te onderbreken en nogmaals om het rollen te hervatten. Tijdinformatie weergeven Druk herhaaldelijk op TIME. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: Tracknummer en verstreken speelduur voor de huidige track t Tracknummer en resterende speelduur van de huidige track t Resterende speelduur van het album Een afspeellijst is een container waarmee u tracks op de vaste schijf in verschillende groepen kunt verdelen. U kunt bijvoorbeeld een afspeellijst gebruiken om uw favoriete tracks te registreren. Aangezien de tracks in de afspeellijst oorspronkelijk van de albums op de vaste schijf komen, blijven de trackgegevens dus bewaard, zelfs als u de tracks uit de afspeellijst verwijdert. U kunt herhaaldelijk tracks toevoegen aan of verwijderen uit afspeellijsten. Tip U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de ALBUM +/– of ENTER toets op de afstandsbediening om de gewenste afspeellijst te selecteren en op de knop drukken om de selectie in te voeren. Het item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. De selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. Opmerkingen • Als de afspeelstand "REPEAT 1" of "SHUFFLE" is geselecteerd, wordt de resterende speelduur van het album niet weergegeven in het display. • Het gebruikte percentage vaste-schijfruimte is nooit 0%, zelfs niet als er geen tracks op de vaste schijf zijn opgenomen. Dit komt omdat de vaste schijf niet alleen muziekgegevens maar ook andere informatie bevat, zoals tracknamen en informatie over de muziek, enzovoort. • "- - - . - -" wordt weergegeven als de resterende speelduur van het album meer dan 1.000 minuten is. • De totale opnametijd wordt eerst weergegeven als percentage. Als de resterende opnametijd "999 . 59" (999 minuten en 59 seconden) is, wordt de tijd in het display weergegeven. Tracks registreren in een afspeellijst en afspelen 1 Druk op PLAYLIST tijdens het afspelen of het onderbreken van de gewenste track. 2 Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– tot de gewenste afspeellijst (P01~P10) verschijnt en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. De recorder speelt nu de track in het originele album af. 3 Voer de procedure uit bij "De vaste 20NL schijf afspelen" op pagina 18 om de afspeellijst af te spelen. Het selecteren van een afspeellijst annuleren Druk op MENU/NO als u een afspeellijst selecteert in stap 2. • Als u een track in een album bewerkt die in een of meer afspeellijsten is geregistreerd, wordt de track automatisch uit alle afspeellijsten gewist. (behalve voor de naamfunctie) • Tijdens het afspelen van een track in een afspeellijst, kunt u niet op de PLAYLIST toets drukken om de track in een afspeellijst te registreren. Tip Als u op de PLAYLIST toets drukt terwijl de recorder in de stopstand staat, wordt de geselecteerde track of het geselecteerde album geregistreerd in een afspeellijst. Een gewenst album of gewenste track zoeken type trefwoord te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Zoeken op een album of tracknaam by Title? Zoeken op een artiestennaam by Artist? "Keyword In" wordt weergegeven in het display. 4 Voer het trefwoord in (zie "Een titel of artiestennaam toewijzen aan een track, album of afspeellijst" op pagina 28). U kunt maximaal 10 tekens invoeren. 5 Druk op YES. Als het bijbehorende item is gevonden, wordt het item afgespeeld. Selectie De recorder speelt –– Keyword Search/Artist Play For Album? de eerste track op het album herhaaldelijk af. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. For Track? de track herhaaldelijk af. Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Zoeken op trefwoorden (Keyword Search) U kunt gewenste albums of tracks op de vaste schijf gemakkelijk vinden als er een naam aan de albums of tracks is toegewezen. De vaste schijf afspelen Opmerkingen 3 Druk herhaaldelijk op </, om het Als er meerdere items worden gevonden, drukt u op </, (of draait u de ALBUM knop op de recorder) om het gewenste album of de gewenste track te selecteren. Als er geen items worden gevonden, wordt "Not Found" weergegeven in het display. Keyword Search annuleren Druk op MENU/NO. Als u tijdens Keyword Search op de H toets (of PLAY/NEXT/PREV (H) op de recorder) drukt, wordt de zoekopdracht geannuleerd en keert de afspeelstand van de vaste schijf terug naar Normal Play. Als een album wordt gevonden, begint het afspelen vanaf de eerste track in het album. Als een track wordt gevonden, begint het afspelen vanaf het begin van de track. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u op SEARCH. 2 Druk herhaaldelijk op </, om het wordt vervolgd doelniveau te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Een album zoeken For Album? Een track zoeken For Track? 21NL Een gewenst album of gewenste track zoeken (vervolg) 3 Druk op ENTER. De recorder begint te zoeken naar tracks die zijn voorzien van de naam van de artiest. "Searching" wordt weergegeven tijdens het zoeken naar de tracks. Als het zoeken is voltooid, wordt het afspelen automatisch gestart. De informatie over de zoekresultaten controleren Het totaalaantal gevonden items*1 HD 1 / 16 [ 1] Ceramic Art Huidig item 2 Pagina* Artist Play annuleren Druk nogmaals op ARTIST. De informatie over de zoekresultaten controleren *1 Zelfs als er 21 of meer items worden gevonden, wordt "X/20" weergegeven in het display. *2 Elke pagina bevat maximaal 20 items. Druk op de DISPLAY toets (of de DISPLAY/ CHAR toets op de recorder) om meer informatie over het huidige item weer te geven. Als u op de toets drukt, wordt het onderste gedeelte van het venster als volgt gewijzigd: Albumnaam of tracknaam t Albumnummer (en tracknummer) Tips • Als u op de SEARCH toets drukt terwijl het huidige item wordt weergegeven, wordt het display voor het invoeren van een trefwoord opnieuw weergegeven. U kunt een nieuwe zoekopdracht uitvoeren met een ander trefwoord onder dezelfde omstandigheden als het vorige trefwoord. • In stap 5 kunt u de track registreren in een afspeellijst door op de PLAYLIST toets op de afstandsbediening te drukken (zie "Een track in een afspeellijst afspelen"op pagina 20). • Wilt u de vorige of volgende pagina weergeven, dan drukt u op . (om terug te gaan) of > (om vooruit te gaan) (of draait u PLAY/NEXT/PREV op de recorder naar l/L). Artiestennaam HD Fox Tail 3 0 1 2 0.00 Totaalaantal gevonden items De artiestennamen in alfabetische volgorde weergeven Als u deze procedure uitvoert, worden de volgende keer dat u op de ARTIST toets drukt, de artiestennamen in alfabetische volgorde weergegeven. Opmerking Als u deze procedure eenmaal hebt uitgevoerd, kunt u de artiestennamen niet meer weergeven in de registratievolgorde. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u op ARTIST. "Artist On" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op m om "Sort" te selecteren en druk op ENTER of YES. "Sort OK?" wordt weergegeven in het display. 3 Druk op ENTER of YES. "Sorting" wordt weergegeven in het display en de artiestennamen worden opnieuw gerangschikt op alfabetische volgorde. Als het opnieuw rangschikken is voltooid, wordt "Sort End" weergegeven in het display. Zoeken op artiestennaam (Artist Play) Als de namen van artiesten zijn toegewezen aan tracks, kunt u de tracks gemakkelijk terugvinden op de vaste schijf. Opmerking Als veel tracks de artiestennaam bevatten, duurt het langer om alle tracks opnieuw te rangschikken. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat, drukt u op ARTIST. "Artist On" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op </, om de gewenste artiestennaam te selecteren. 22NL De artiestennamen worden weergegeven in de volgorde waarop de bijbehorende tracks zijn geregistreerd. Totale speelduur 4 Voer stap 2 en 3 uit bij "Zoeken op artiestennaam (Artist Play)" (deze pagina). Opmerkingen • U kunt geen afspeellijst maken tijdens het afspelen in de Artist Play stand. • Bepaalde tracks van een artiest worden wellicht niet afgespeeld als 400 of meer tracks worden gevonden. Opnamen op de vaste schijf bewerken Een album afspelen dat u onlangs hebt afgespeeld De recorder onthoudt de 20 laatstafgespeelde albums. U kunt een van deze albums selecteren om af te spelen. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. 1 Terwijl de recorder in de stopstand of 2 Druk herhaaldelijk op M/m totdat het gewenste album wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. Het geselecteerde album wordt afgespeeld. De laatste bewerking annuleren Gebruik de functie voor ongedaan maken om de laatste bewerking te annuleren en de inhoud van de vaste schijf te herstellen. Annuleren tijdens het bewerken Druk op MENU/NO of x. Opnamen wissen –– Functie voor wissen Met de HDD-recorder kunt u ongewenste tracks snel en eenvoudig wissen. De procedure annuleren Er zijn twee opties voor het wissen van opnamen: Druk nogmaals op HISTORY. • Eén track wissen (Track Erase) Opmerkingen • Alle tracks in een album wissen (Album Erase) • Als een album langer dan 10 seconden wordt afgespeeld, wordt het album automatisch geregistreerd in de geschiedenis (behalve tijdens het proefafspelen of de onderbreking). Als er een nieuw album wordt geregistreerd terwijl de recorder in de geschiedenis zoekt, wordt de zoekopdracht geannuleerd. • U kunt niet zoeken in de geschiedenis als de afspeelstand "SHUFFLE" is geselecteerd. • Als het afspelen wordt gestopt terwijl er in de geschiedenis wordt gezocht, wordt de zoekopdracht geannuleerd. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Opnamen op de vaste schijf bewerken de afspeelstand staat, drukt u op HISTORY. U kunt een track op de vaste schijf alleen bewerken als de afspeelstand van de vaste schijf Normal Play is. De vaste schijf afspelen –– History Vóór het bewerken wordt vervolgd 23NL Opnamen wissen (vervolg) Alle tracks in een album wissen (Album Erase) Eén track wissen (Track Erase) Voer de onderstaande procedure uit om alle tracks, tracknamen, albumnamen en artiestennamen tegelijkertijd te wissen. U kunt een track gemakkelijk wissen door het bijbehorende tracknummer te selecteren. Als u een track wist, wordt het totaalaantal tracks in het album met één verminderd en worden de tracks na de gewiste track opnieuw genummerd. Voorbeeld: Track 2 wissen Tracknummer Track 2 wissen 1 Oorspronkelijke tracks 2 A 1 Na het wissen 3 B C 2 A 4 D D 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Track Erase?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. Het display voor het wissen van tracks wordt weergegeven en het afspelen van de weergegeven track wordt gestart. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het tracknummer dat u wilt wissen, wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. De track na de gewiste track wordt afgespeeld. Als u de laatste track in het album wist, wordt de track vóór de gewiste track afgespeeld. Opmerkingen • Als een album of afspeellijst na het wissen van een track leeg is, wordt het album of de afspeellijst ook gewist. • Wist u een track die in een afspeellijst is geregistreerd, dan wordt de track ook uit de afspeellijst gewist. Naderhand kunt u de inhoud van de afspeellijst niet herstellen, zelfs niet met de functie voor ongedaan maken. 24NL of pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Album Erase?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. "Album Erase??" knippert in het display. 3 Druk nogmaals op ENTER of YES. 3 C 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel- "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Opmerkingen • Als u een album eenmaal hebt gewist met de Album Erase functie, kunt u dit niet herstellen, zelfs niet met de functie voor ongedaan maken. • Schakel de recorder niet uit als "Erasing" wordt weergegeven in het display. Opgenomen tracks splitsen –– Functie voor splitsen Met deze functie kunt u nummers na de opname toevoegen. Het totaalaantal tracks in het album wordt met één verhoogd en de tracks na de gesplitste track worden opnieuw genummerd. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Tips Voorbeeld: Track 2 in twee tracks splitsen Track1 2 3 nummer OorspronkeA B C D lijke tracks Track 2 in track B en C splitsen 1 2 3 4 Na het A B C D splitsen 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Divide?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. u herhaaldelijk op </, om het splitsingspunt te vinden. U kunt het beginpunt verschuiven in intervallen van 1 frame (f) (1 frame = 1/43 seconde), 1 seconde of 1 minuut. De tijdsaanduiding (frame, seconden, minuten) van het huidige punt wordt weergegeven en de track wordt vanaf dat punt herhaaldelijk enkele seconden afgespeeld. De eenheid (frame, seconde of minuut) opgeven Druk herhaaldelijk op ./> (of draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de recorder). De geselecteerde eenheid knippert in het display. 5 Druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. De nieuwe track wordt afgespeeld. Houd er rekening mee dat de nieuwe track geen naam heeft. Opmerkingen • U kunt een track niet aan het begin of het einde splitsen. • U kunt een track niet splitsen als het totaalaantal tracks in het album na het splitsen meer dan 400 is. • U kunt een track niet splitsen als het totaalaantal tracks op de vaste schijf na het splitsen meer dan 40.000 is. • U kunt tracks in een afspeellijst niet splitsen. • U kunt tracks in MP3-indeling niet splitsen. • Als splitsen ervoor zorgt dat een track korter wordt dan 2 seconden, is het splitsen op dit punt niet mogelijk ("Impossible" wordt weergegeven). Opnamen op de vaste schijf bewerken • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. 4 Terwijl u naar het geluid luistert, drukt Tip U kunt tijdens het opnemen een track automatisch splitsen. Zie "Tracknummers automatisch invoegen tijdens het opnemen (Level Synchro Recording)" op pagina 15 voor meer informatie. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het tracknummer dat u wilt splitsen, wordt weergegeven en druk op ENTER of YES op het splitsingspunt. "– Rehearsal –" wordt weergegeven en de track wordt enkele seconden afgespeeld vanaf het punt waarop u op ENTER of YES hebt gedrukt. 25NL 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel- Opgenomen tracks samenvoegen of pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. –– Functie voor samenvoegen 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat Met deze functie kunt u twee tracks samenvoegen tot één track. Het totaalaantal tracks in het album wordt met één verminderd en de tracks na de samengevoegde track worden opnieuw genummerd. "Combine?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het tracknummer van de eerste track die u wilt samenvoegen, wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. U kunt deze functie ook gebruiken om ongewenste tracknummers te wissen. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Voorbeeld: Track 3 samenvoegen met track 1 2 A 3 4 B C 1 3 2 A C D B D Voorbeeld: Track 1 samenvoegen met track 4 1 2 Oorspronkelijke tracks 26NL 2 B 3 B A 1 Na het samenvoegen 4 Druk herhaaldelijk op </, totdat het tracknummer van de tweede track die u wilt samenvoegen, wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Het afspelen van de samengevoegde track wordt gestart. Opmerkingen Track1 nummer Oorspronkelijke tracks Na het samenvoegen Het display voor het selecteren van een tweede track wordt weergegeven en de recorder speelt herhaaldelijk het gedeelte af waar de track wordt samengevoegd (het einde van de eerste track en het begin van de tweede track). 4 C 5 D 3 C 4 D A • Als beide samengevoegde tracks tracknamen hebben, wordt de naam van de tweede track gewist. • Als "Impossible" in het display wordt weergegeven, kunnen de tracks niet worden gecombineerd omdat de tracks herhaaldelijk zijn bewerkt. Dit is een technische beperking van het HDD-systeem en is geen mechanisch defect. • U kunt tracks niet samenvoegen als de totale speelduur van de tracks meer dan 120 minuten bedraagt. • U kunt tracks in een afspeellijst niet samenvoegen. • U kunt tracks met verschillende indelingen (Linear PCM/ATRAC3/MP3) niet samenvoegen. • U kunt tracks in MP3-indeling niet samenvoegen. • U kunt geen tracks combineren met verschillende kopieerbeperkingsgegevens (gegevens van Serial Copy Management System (pagina 35)). Opgenomen albums verplaatsen Opgenomen tracks of albums verplaatsen –– Functie voor verplaatsen Met deze functie kunt u de volgorde van tracks of albums op de vaste schijf wijzigen. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Tips Als u tracks verplaatst, worden de tracks automatisch opnieuw genummerd. Voorbeeld: Track 3 verplaatsen naar positie 2 Tracknummer 1 2 3 4 OorspronkeA B C D lijke tracks 2 1 A of pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Move?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op</, totdat B 4 Druk herhaaldelijk op </, totdat de nieuwe albumpositie wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Het verplaatste album wordt het huidige album. Opmerkingen 4 3 C 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeel- "Album" wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. Opgenomen tracks verplaatsen Na het verplaatsen U kunt alle tracks in een album tegelijkertijd verplaatsen naar een album zonder tracks. D 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Move?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat het tracknummer dat u wilt verplaatsen, wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. 4 Druk herhaaldelijk op </, totdat de nieuwe trackpositie wordt weergegeven en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Het afspelen van de verplaatste track wordt gestart. • U kunt een track niet verplaatsen van een album naar een afspeellijst of van een afspeellijst naar een album. • Het is niet mogelijk om een album met de nummers 1 tot en met 999 te verplaatsen om een album te maken met de nummers P01 tot en met P10 (een afspeellijstnummer). Het is niet mogelijk om een album met de nummers P01 tot en met P10 te verplaatsen om een album te maken met de nummers 1 tot en met 999. • Het is niet mogelijk om een album (of afspeellijst) te verplaatsen als er geen album (of afspeellijst) is zonder tracks. • Het verplaatsen van een album heeft geen invloed op de volgorde van de bijbehorende tracks. Opnamen op de vaste schijf bewerken • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. U kunt de volgorde van de albumnummers 1 tot en met 999 (albumnummers P01 tot en met P10 bij afspeellijsten) wijzigen. Tip Als u de positie van een nieuwe track selecteert, kunt u schakelen naar een ander album door op de ALBUM toets te drukken. Schakelt u over naar een ander album, dan wordt de track verplaatst naar de laatste positie in het album. 27NL Een titel of artiestennaam toewijzen aan een track, album of afspeellijst –– Naamfunctie U kunt een titel of artiestennaam invoeren voor albums, afspeellijsten en afzonderlijke tracks. De naam kan bestaan uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. U kunt voor elke naam maximaal 127 tekens invoeren. U kunt titels en artiestennamen op de volgende manieren toewijzen. • Met de toetsen en bedieningselementen op de afstandsbediening of de recorder (deze pagina en pagina 29). • Met een toetsenbord dat is aangesloten op de KEYBOARD aansluiting van de recorder (pagina 33). • Met het toetsenbord van de computer. (Raadpleeg de Help voor "M-crew for HARLH500" op de bijgeleverde CD-ROM.) • Met de "M-crew for HAR-LH500" software om titels of artiestennamen automatisch toe te wijzen via de Gracenote CDDB®-server. (Raadpleeg de Help voor "M-crew for HARLH500" op de bijgeleverde CD-ROM.) Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Opmerkingen • U kunt geen titels of artiestennamen toevoegen tijdens de opname. • U kunt geen naam toewijzen aan tracks in een afspeellijst. Tracknamen in een afspeellijst kunnen niet worden gewist of gewijzigd. Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. Een titel toewijzen met de bedieningselementen op de afstandsbediening 1 Nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken, drukt u op NAME EDIT/SELECT, afhankelijk van waaraan u een naam wilt toewijzen. Een naam Druk op de toets terwijl toewijzen aan Een track Er wordt afgespeeld op de recorder (het tracknummer wordt weergegeven). Een album of afspeellijst De recorder in de stopstand staat en het totaalaantal tracks wordt weergegeven. Een knipperende cursor wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op NAME EDIT/ SELECT om het tekentype te selecteren. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: "Selected AB" (hoofdletters of symbolen*) t "Selected ab" (kleine letters of symbolen*) t "Selected 12" (cijfers) * Alleen ’ – / , . ( ) : ! ? kunnen worden geselecteerd. U kunt een spatie invoegen door op de 0/10 toets te drukken. 3 Voer een teken in met de letter-/ cijfertoetsen. Als u hoofdletters of kleine letters hebt geselecteerd 1 Druk herhaaldelijk op de bijbehorende letter-/cijfertoets totdat het gewenste teken knippert. U kunt ook herhaaldelijk op ALBUM +/– drukken. 2 Druk op >. Het knipperende teken wordt ingevoerd en brandt continu. De cursor wordt naar rechts verplaatst. 4 Herhaal stap 2 en 3 om de rest van de naam in te voeren. Een teken wijzigen Druk herhaaldelijk op ./> totdat het gewenste teken knippert, druk op CLEAR om het teken te wissen en herhaal stap 2 en 3. 5 Druk op YES. 28NL "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Een titel of artiestennaam toewijzen met Edit Menu 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Name In?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, om het item te selecteren en druk op ENTER of YES. Selecteer Een titel aan een track, album of afspeellijst toewijzen Name Title? teken te selecteren. Het geselecteerde teken knippert. Een symbool invoeren U kunt de volgende symbolen in namen gebruiken: ’–/,.():!?&+<>_=”;#$%@*` Een geselecteerd teken wijzigen Herhaal stap 5 en 6. 7 Druk op ENTER. Het geselecteerde teken wordt ingevoerd en brandt continu. De cursor wordt naar rechts verplaatst, knippert en wacht op de invoer van het volgende teken. 8 Herhaal stap 5 tot en met 7 om de rest van de naam in te voeren. Een teken wijzigen Een artiestennaam aan een Name Artist? track, album of afspeellijst toewijzen 4 Druk herhaaldelijk op </, om het item te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Een naam toewijzen aan een track Name In Tr X Een naam toewijzen aan een album of afspeellijst Name In Album Er wordt een knipperende cursor weergegeven. De recorder begint met afspelen en u kunt een titel of artiestennaam toewijzen terwijl u naar het geluid luistert. (alleen voor tracks) Druk herhaaldelijk op ./> ( of draai PLAY/NEXT/PREV naar l/L op de recorder) totdat het gewenste teken knippert, druk op CLEAR om het teken te wissen en herhaal stap 5 tot en met 7. 9 Druk op YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. wordt vervolgd Opnamen op de vaste schijf bewerken Actie 6 Druk herhaaldelijk op </, om het 5 Druk herhaaldelijk op DISPLAY (DISPLAY/CHAR op de recorder) om het tekentype te selecteren. Als u op de toets drukt, wordt het display als volgt gewijzigd: A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) Een spatie invoeren Druk op (0/10) (of de Album knop op de recorder) terwijl de cursor knippert. 29NL Een titel of artiestennaam toewijzen aan een track, album of afspeellijst (vervolg) Een andere naam geven aan een track, album of afspeellijst Een titel of artiestennaam kopiëren (Name Copy) 1 Voer stap 1 bij "Een titel toewijzen met U kunt een titel of artiestennaam kopiëren van tracks en albums die al een naam hebben. 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd met de informatie die u wilt kopiëren. "Edit Menu" knippert in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Name Copy?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 3 Druk herhaaldelijk op </, om het item te selecteren dat u wilt kopiëren en druk op ENTER of YES. Kopiëren Selecteer Tracknaam of albumnaam Copy Title? Artiestennaam Copy Artist? 4 Druk herhaaldelijk op </, om de track of het album te selecteren waarvan u de naam wilt kopiëren en druk op ENTER of YES. Kopiëren van Selecteer Een album Name Cpy Album Een track Name Cpy Tr X 5 Druk herhaaldelijk op </, om de track of het album voor de gekopieerde naam te selecteren en druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Opmerking Als u de Name Copy functie hebt gebruikt, is het niet mogelijk om de originele inhoud terug te zetten met de functie voor ongedaan maken. Tip U kunt aan alle tracks in het geselecteerde album tegelijkertijd een naam toewijzen. Selecteer "ALL" als bestemming in stap 5. De gekopieerde naam wordt ingevoerd voor alle tracks in het album. 30NL de bedieningselementen op de afstandsbediening" op pagina 28 of stap 1 tot en met 4 bij "Een titel of artiestennaam toewijzen met Edit Menu" op pagina 29 uit. Een titel of artiestennaam wordt weergegeven in het display. 2 Houd CLEAR ingedrukt totdat de geselecteerde naam volledig is gewist. 3 Voer stap 2 tot en met 4 bij "Een titel toewijzen met de bedieningselementen op de afstandsbediening" op pagina 28 of stap 5 tot en met 8 bij "Een titel of artiestennaam toewijzen met Edit Menu" op pagina 29 uit. 4 Druk op YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. Een titel of artiestennaam wissen Met deze functie kunt u een titel of artiestennaam wissen. 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO nadat u het album hebt geselecteerd dat u wilt bewerken. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Name Erase?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Een titel wissen Erase Title? Een artiestennaam wissen Erase Artist? Terwijl de recorder opneemt, wordt "Complete!" enkele seconden weergegeven. De naam van de track die wordt opgenomen, wordt gewist. 4 Druk herhaaldelijk op </, om het item te selecteren en druk op ENTER of YES. Actie Selecteer Een naam van een track wissen Een naam van een album of afspeellijst wissen Name Ers Tr X Name Ers Album "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. –– Functie voor ongedaan maken U kunt de laatste bewerking ongedaan maken en de inhoud van de vaste schijf herstellen. U kunt een bewerking echter niet ongedaan maken als u een van de volgende handelingen na de bewerking uitvoert: • • • • • Een andere bewerking uitvoeren. Het opnemen starten. Een afspeellijst uitvoeren. De recorder uitschakelen. Het netsnoer loskoppelen. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. 1 Terwijl de recorder in de stop-, afspeelof pauzestand staat, drukt u op MENU/ NO. Opnamen op de vaste schijf bewerken 3 Druk herhaaldelijk op </, om het item De laatste bewerking ongedaan maken "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Undo?" wordt weergegeven in het display. "Undo?" wordt niet weergegeven als er geen bewerking is uitgevoerd. 3 Druk op ENTER of YES. Een van de berichten wordt weergegeven afhankelijk van de laatste bewerking. 4 Druk op ENTER of YES. "Complete!" wordt enkele seconden weergegeven. 31NL Overige functies In slaap vallen met muziek De indeling van opgenomen tracks omzetten –– Uitschakeltimer U kunt de recorder zo instellen dat deze automatisch wordt uitgeschakeld na de opgegeven tijdsduur. Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat de gewenste tijd wordt weergegeven in het display. "SLEEP" wordt weergegeven in het display. De uitschakeltimer instellen met Setup Menu Tips • U kunt de ALBUM knop op de recorder gebruiken in plaats van de <, , of ENTER toets op de afstandsbediening om items te selecteren en in te voeren in Edit Menu of Setup Menu. Een item selecteren: Draai de ALBUM knop naar +/–. Een selectie invoeren: Druk op de ALBUM knop. • U kunt ook de ALBUM +/– toetsen gebruiken in plaats van de </, toetsen om items te selecteren in Edit Menu of Setup Menu. 1 Druk op MENU/NO. "Edit Menu" wordt weergegeven in het display. Als de recorder is ingesteld op CD met de CD toets, wordt "Setup Menu" weergegeven in het display. Ga in dit geval naar stap 3. 2 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Setup?" wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. "Setup Menu" wordt weergegeven in het display. 3 Druk herhaaldelijk op </, totdat "Sleep Off" (of "Sleep XXmin") wordt weergegeven in het display en druk op ENTER of YES. 4 Druk herhaaldelijk op </, om de gewenste tijd ("Off", "30min", "60min", "90min", "120min") te selecteren en druk op ENTER of YES. "SLEEP" wordt weergegeven in het display. 5 Druk op MENU/NO. Tip U kunt de resterende tijd controleren. Hebt u eenmaal de uitschakeltimer ingeschakeld, dan wordt de resterende tijd weergegeven wanneer u "Sleep" in Setup Menu selecteert. 32NL U kunt tracks die zijn opgenomen in de lineaire PCM-indeling (fabrieksinstelling) omzetten naar de ATRAC3-indeling. Als u dit doet, worden de opgenomen gegevens gecomprimeerd en wordt de opnametijd op de vaste schijf verlengd. Voordat u dit gaat doen, drukt u op HDD of CD/HDD op de recorder zodat de HDDindicator gaat branden. 1 Terwijl de recorder in de stopstand staat en de gewenste track/het gewenste album is geselecteerd, drukt u op ATRAC3 CONVERT. "PCM t ATRAC3?" wordt weergegeven in het display. 2 Druk op YES. "PCM t ATRAC3??" wordt opnieuw weergegeven. 3 Druk nogmaals op YES. Het omzetten begint en de percentages van de huidige status worden weergegeven in het display. Als dit is voltooid, wordt "Complete" weergegeven in het display. Opmerkingen • Als de geselecteerde track is opgenomen in de lineaire PCM-indeling, neemt het omzetten ongeveer de helft van de speelduur van die track in beslag. Als u een album selecteert met veel tracks in de lineaire PCMindeling, neemt het omzetten ongeveer de helft van de speelduur van alle tracks in de lineaire PCM-indeling in beslag. • U kunt tracks in de MP3- of ATRAC3-indeling niet omzetten. Tip Als u een album selecteert dat u wilt omzetten, worden alleen de tracks in de lineaire PCM-indeling omgezet. Een toetsenbord gebruiken Voorbereiding U kunt toetsenborden met PS/2-interface die compatibel zijn met IBM-computers, aansluiten op de recorder om de recorder te bedienen. Een toetsenbord is handig voor het toewijzen van namen aan tracks en albums. Een toetsenbord aansluiten op de recorder Sluit de connector van het toetsenbord aan op de KEYBOARD aansluiting op het voorpaneel van de recorder. Een naam toewijzen aan een track of album met het toetsenbord Als u een toetsenbord gebruikt, kunt u namen snel invoeren en bewerken. Wanneer u een naam bewerkt, kunt u de cursor in stappen verplaatsen of de naam laten rollen. 1 Terwijl de recorder in een van de Een naam toewijzen aan Druk op de toets terwijl Actie Druk op de volgende toets op het toetsenbord De handeling annuleren [Esc] Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters De cursor verplaatsen [Caps Lock] Het teken bij de cursorpositie wissen [Delete] Het teken vóór de cursor wissen [Back Space] [ T ] of [ t ] De recorder bedienen met het toetsenbord U kunt de recorder bedienen met de volgende toetsen. De volgende functies uitvoeren met het toetsenbord Druk op H [F1] X [F2] x [F3] [F9] . [F10] Een track Het tracknummer wordt weergegeven. ALBUM – Een album De recorder in de stopstand staat en het totaalaantal tracks in een album wordt weergegeven. > [F11] ALBUM + [F12] 2 Voer een naam in. Naast de lettertoetsen kunt u ook de toetsen gebruiken die in volgende tabel worden weergegeven. 3 Druk op [Enter]. De volledige naam wordt weergegeven in het display. Een toetsenbord gebruiken Een knipperende cursor wordt weergegeven in het display. Overige functies onderstaande standen staat, drukt u op [Enter]. Handelingen die u wilt uitvoeren tijdens het toewijzen van namen aan een track of een album 33NL Extra informatie Opmerkingen over CD’s Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Let op: de optische instrumenten in dit apparaat kunnen oogletsel veroorzaken. • Als een voorwerp of vloeistof in de behuizing terechtkomt, moet u de recorder ontkoppelen en laten nakijken door bevoegde servicetechnici voordat u het apparaat verder gebruikt. • Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet. Spanningsbronnen • Voordat u de recorder gebruikt, moet u controleren of het voltage van de recorder overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De werkspanning wordt aangegeven op het naamplaatje aan de achterkant van de recorder. • Het apparaat blijft onder (net) spanning staan zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Schakel de recorder uit voordat u het netsnoer loskoppelt. • Als u de recorder langere tijd niet wilt gebruiken, moet u de stekker van de recorder uit het stopcontact halen. Trek altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer. • Het netsnoer mag alleen door bevoegde servicetechnici worden vervangen. Plaatsing • Installeer de recorder op een goed geventileerde plaats om te voorkomen dat deze te warm wordt. • Plaats de recorder niet op een zachte ondergrond, zoals een tapijt, waardoor de ventilatieopeningen kunnen worden afgesloten. • Plaats de recorder niet in de buurt van warmtebronnen of op een plaats waar deze is blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige hoeveelheden stof of mechanische schokken. • Plaats geen zware voorwerpen, zoals een versterker, deck, enzovoort, op de recorder. Werking Als u de recorder direct van een koude naar een warme omgeving verplaatst of als de recorder in een zeer vochtige omgeving wordt geplaatst, kan vocht condenseren op de lenzen van de recorder. Als dit het geval is, kan de werking van de recorder worden verstoord. Verwijder in dit geval de CD en laat de recorder ongeveer een uur aan staan tot alle vocht is verdampt. 34NL • Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een doek. Veeg de disc van binnen naar buiten schoon. • Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen, of antistatische sprays voor grammofoonplaten. • Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtkanalen, en laat deze niet achter in een auto die in de volle zon geparkeerd staat. • Gebruik geen discs met een beveiligingsrand. Dit kan een storing in de recorder veroorzaken. • Als u discs gebruikt met lijm of een gelijksoortige plakkerige substantie op de labelkant van de disc of als het label met speciale inkt is bedrukt, kan de disc of het label vastplakken aan onderdelen in dit apparaat. Als dit gebeurt, kunt u de disc wellicht niet verwijderen en kan dit apparaat defect raken. Controleer voordat u de disc gebruikt of de labelkant van de disc plakkerig is. De volgende disctypen kunt u het beste niet gebruiken: — Gehuurde of gebruikte discs met een verzegeling waarbij de lijm buiten de verzegeling terecht is gekomen. De buitenrand van de verzegeling op de disc is plakkerig. — Discs met labels die zijn bedrukt met speciale inkt die plakkerig aanvoelt. • CD’s met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke CD’s niet. De behuizing reinigen Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningselementen met een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder of oplosmiddelen, zoals thinner, benzeen of alcohol. Opmerking over CD-HDD Synchro-Recording (hoge snelheid) Opmerkingen over het gebruik van de vaste schijf De vaste schijf heeft een hoge opslagdichtheid en kan gegevens in korte tijd lezen of schrijven in vergelijking tot diskettes. De vaste schijf kan echter ook gemakkelijk worden beschadigd door mechanische trillingen, schokken of stof. Houd de vaste schijf uit de buurt van magneten. Hoewel de vaste schijf is voorzien van beveiligingen om gegevensverlies door mechanische trillingen, schokken of stof te voorkomen, moet u de recorder toch voorzichtig gebruiken. Neem de volgende punten in acht om beschadiging van de gegevens te voorkomen: • Stel de recorder niet bloot aan schokken of sterke trillingen. • Zet de recorder niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan mechanische trillingen of op een onstabiele plaats. • Verplaats de recorder niet als deze is ingeschakeld. • Schakel de stroom uit door op de @/1 (aan/uit) toets op de recorder te drukken voordat u het netsnoer loskoppelt. • Gebruik de recorder niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan extreme temperatuurschommelingen (de temperatuurstijging/-daling moet minder zijn dan 10 °C/uur). • Houd magnetische voorwerpen, waaronder televisies, luidsprekers, magneten en magnetische armbanden, uit de buurt van de recorder. Beschrijving bij Serial Copy Management System Met digitale audiocomponenten, zoals CD’s, MD’s en DAT’s, kunt u gemakkelijk muziek kopiëren met hoge kwaliteit door muziek te verwerken als digitaal signaal. Ter bescherming van de muziekprogramma’s met auteursrechten gebruikt de recorder het Serial Copy Management System waarmee u één kopie van een digitaal opgenomen bron kunt maken via digitalenaar-digitale verbindingen. Extra informatie Bij bepaalde CD-omstandigheden kan het geluid wegvallen of ruis in de opname ontstaan of kunnen er zelfs ongewenste tracks op de vaste schijf worden gemaakt. Als dit gebeurt, moet u de CD reinigen zoals wordt aangegeven bij "Opmerkingen over CD’s" op pagina 34 en alleen materiaal op de vaste schijf opnemen met CD-HDD Synchro-Recording (normale snelheid). Serial Copy Management System U kunt alleen een originele kopie* maken via digitale-naar-digitale verbindingen Bijvoorbeeld: 1 U kunt via de digitale ingang geen tweede digitale kopie naar een ander DAT- of MD-deck maken van de originele kopie die digitaal is opgenomen met de recorder. 2 U kunt een kopie van een digitaal signaal van een digitaal opgenomen, analoog geluidsprogramma (bijvoorbeeld een analoge plaat of een muziekcassette) of van een digitale satellietuitzending maken, maar u kunt geen tweede kopie maken. * Een originele kopie is een digitale opname van een digitaal signaal die is gemaakt op digitale audioapparatuur. Als u bijvoorbeeld opneemt van de CD-speler van deze recorder naar het MD-deck, maakt u een originele kopie. Als de vaste schijf is beschadigd, kunnen de gegevens niet meer worden hersteld of worden teruggehaald. 35NL Problemen oplossen Vaste schijf De vaste schijf wordt niet afgespeeld. Als u problemen ondervindt bij het gebruik van de recorder, probeert u deze eerst zelf op te lossen aan de hand van de onderstaande lijst. Als het probleem daarmee niet is verholpen, raadpleegt u de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. Algemeen Er wordt geen geluid weergegeven. • Controleer of de recorder goed is aangesloten. • Controleer of u de versterker juist hebt ingesteld. De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder de obstakels tussen de afstandsbediening en de recorder. • Vervang de batterijen in de afstandsbediening door nieuwe als de batterijen bijna leeg zijn. De recorder werkt niet goed. • De microcomputer-chips werken wellicht niet juist. Schakel de recorder uit en weer in om de recorder opnieuw in te stellen. CD De CD wordt niet afgespeeld. • Er is geen CD in de recorder geplaatst. "No Disc" wordt weergegeven. Plaats een CD. • Plaats de CD met de labelkant naar boven in de disclade. • Reinig de CD (zie pagina 34). • Er is vocht gecondenseerd in de recorder. Verwijder de CD en laat de recorder ongeveer een uur aan staan. • Plaats de CD met juiste kant naar boven in de disclade. • Er is vocht gecondenseerd in de recorder. Laat de recorder ongeveer een uur aan staan. • Druk op @/1 om de recorder in te schakelen. Er wordt niet op de vaste schijf opgenomen. • Sluit de geluidsbron juist aan. • De geluidsbron is niet aangesloten op de geselecteerde ingang. Selecteer de juiste ingang met de bijbehorende toets op de afstandsbediening. • Het opnameniveau is niet juist aangepast. Pas het opnameniveau juist aan (zie pagina 17). • Er is een stroomstoring geweest of het netsnoer is losgekoppeld tijdens het opnemen. De gegevens die tot dat moment zijn opgenomen, zijn mogelijk verloren gegaan. Voer de opname opnieuw uit. • Opnemen in afspeellijsten (albumnummers P01 tot en met P10) is niet mogelijk. Zorg dat er geen afspeellijst wordt weergegeven. De vaste schijf kan niet worden bewerkt. • Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat "SHUFFLE" verdwijnt. Er is veel statische ruis in het geluid. • De werking wordt verstoord door een sterk magnetisch veld van een televisie of vergelijkbaar apparaat. Zet de recorder uit de buurt van de bron met een sterk magnetisch veld. Berichten in het display Een van de volgende berichten kan tijdens het gebruik worden weergegeven in het display of gaan knipperen. De recorder heeft ook een zelfdiagnosefunctie. Album Full! Er zijn geen albums meer op de vaste schijf die geen tracks bevatten. U kunt geen tracks opnemen om een nieuw album te maken. Auto Cut De opname wordt onderbroken omdat tijdens de digitale opname langer dan 30 seconden een stilte is gevallen. Blank Disc De vaste schijf bevat geen tracks. 36NL Cannot Copy Cannot Edit U probeert een bewerking uit te voeren in Shuffle Play of u probeert een track te registreren in een afspeellijst die al 400 tracks bevat. Cannot Play De recorder kan de track niet afspelen omdat de audiogegevens zijn beschadigd. Er is een disc in de recorder geplaatst die niet kan worden afgespeeld (bijvoorbeeld een CD-ROM, video-CD of DVD). No Artist U probeert de naam van de artiest weer te geven maar er is geen naam ingevoerd. No Disc Er is geen CD of DVD in de disclade geplaatst. No Name U probeert de titel van de CD, het album of de track weer te geven maar er is geen titel ingevoerd. No Signal De recorder heeft een stil gedeelte tijdens het opnemen waargenomen. Extra informatie U probeert een CD af te spelen met een indeling die niet door de recorder wordt ondersteund, zoals een CD-ROM. De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware. Het digitaal gekopieerde materiaal kan niet digitaal worden opgenomen (pagina 35). Reading De gegevens op de vaste schijf worden gelezen. Rec Error Er kan niet goed worden opgenomen. REMOTE Cannot Rec U probeert een track op te nemen terwijl er een afspeellijst wordt weergegeven. Din Unlock Dit bericht wordt even weergegeven omdat de signalen van het digitale programma worden opgenomen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen materiaal. Als u opneemt vanaf een digitale component die op de DIGITAL OPTICAL IN aansluiting is aangesloten, is de digitale aansluitkabel losgekoppeld of is de digitale component uitgeschakeld. Drive Error Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. Drive Full! Dit betekent dat u geen tracks kunt opnemen omdat de vaste schijf niet voldoende vrije ruimte heeft of omdat het maximumaantal tracks dat kan worden opgenomen, is bereikt. Erasing De gegevens op de vaste schijf worden gewist. Koppel het netsnoer niet los. Format Error Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. Impossible U probeert een bewerking uit te voeren of een opname te maken die niet mogelijk is. Name Full! De limiet voor het toewijzen van namen op de vaste schijf is bereikt (ongeveer 127 tekens). De recorder wordt aangesloten op de computer.* Smart Space Het signaal is tijdens het digitaal opnemen opnieuw ingevoerd na een stilte van 3 seconden of meer, maar minder dan 30 seconden. Step Full! Het programma bevat het maximumaantal tracks. U kunt geen extra tracks instellen. TOC Reading De recorder leest de inhoudsinformatie op de CD. Track Full! Er kunnen geen tracks worden opgenomen omdat er 400 tracks in het album zijn. Selecteer een ander album voor het opnemen. * Als "REMOTE" wordt weergegeven onder andere omstandigheden, moet u de recorder uitschakelen en weer inschakelen. Tabel van Setup Menu Menuonderdeel Referentiepagina Rec Mode (LinearPCM/ ATRAC3) 12 Sync (High/Normal) 11 Analog (XX dB) 17 Tr.Mark (Lsync/Off) 15 L.Sync(T) (–XX dB) 16 SmartSpace (On/Off) 17 Sleep (Off/XX min) 32 37NL Algemeen Technische gegevens Stroomvereisten Europees model: CD-speler Systeem Laser Frequentiebereik Signaal/ruis-verhouding Snelheidsfluctuaties Compact disc en digitaal audiosysteem Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu 5 Hz–20 kHz (± 0,5 dB) Meer dan 95 dB Minder dan meetbare waarden Vaste schijf Capaciteit Opnamesysteem Maximale opnametijd 80 GB LINEAR PCM/ATRAC 3 Ongeveer 1.340 uur (ATRAC3) Ongeveer 125 uur (LinearPCM) Maximumaantal albums 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 25 W Afmetingen (ongeveer) (b/h/d) 430 × 65 × 288 mm inclusief uitstekende onderdelen en bedieningselementen Gewicht (ongeveer) 4,3 kg Bijgeleverde accessoires Digitale optische kabel (1) Audiokabel (2) Afstandsbediening (1) Sony R6-batterij (AA-formaat) (2) USB-kabel (1) Gebruik de bijgeleverde USB-kabel met ferrietkernen als u het apparaat op een computer aansluit. "M-crew for HAR-LH500" CD-ROM (1) 999 Maximumaantal tracks 40.000 Maximumaantal tracks per album 400 Maximaal CD-HDD ripping-snelheid Maximaal ×3 (ATRAC3) Maximaal ×12 (lineaire PCM) Ingang Type aansluiting Ingangs- Nominale Minimale impedantie ingangs- ingangsspanning spanning 47 kOhm 500 mVrms 125 mVrms ANALOG Phonoaansluitingen IN DIGITAL OPTICAL IN Vierkante optische aansluiting Optische golflengte: 660 nm — — Uitgang Type Nominale aansluiting uitgangsspanning ANALOG Phono2 Vrms (bij aansluitingen 50 kOhm) OUT DIGITAL Vierkante OPTICAL optische — aansluiting OUT 38NL Belastingsimpedantie Meer dan 10 kOhm Optische golflengte: 660 nm Octooien in de Verenigde Staten en in andere landon vallen onder de licentie van Dolby Laboratories. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Lijst met toetsen en referentiepagina’s Nummer van afbeelding x Deze pagina gebruiken Afstandsbediening ej PLAY MODE qg (13, 32, 45) X X Naam van toets/onderdeel Referentiepagina’s 1 OPEN/ CLOSE eh eg ef ed es 1/u HDD CD OPTICAL ANALOG DISPLAY SCROLL TIME SLEEP ABC DEF NAME EDIT/ SELECT REPEAT `-/, 1 2 3 GHI JKL MNO 4 ea PQRS 5 TUV 7 8 >10 0/10 wj wh MENU/NO MENU/NO 9 ALBUM e; wl wk YES 6 WXYZ CLEAR HISTORY 2 3 4 5 6 7 8 9 q; qa qs qd qf ALBUM wg ENTER qg wf wd ARTIST REC LEVEL ws PLAYLIST PLAY MODE wa SEARCH REC MODE CD SYNC ATRAC3 CONVERT REC IT qh qj qk ql w; ALFABETISCHE VOLGORDE A-M ALBUM 0 (12, 18) ALBUM +/– qg (12, 18, 28) ANALOG 3 (13, 17) ARTIST wf (22) ATRAC3 CONVERT w; (32) CD eh (8, 11) CD SYNC qj (12) CLEAR 9 (10, 16, 28) DISPLAY ef (9, 19, 29) ENTER/M/m/</, wg (11, 21, 24, 32) HDD eg (18, 23, 32) HISTORY qd (23) Lettertoetsen/cijfertoetsen ea (9, 19, 28) MENU/NO 8 (11, 24, 32) MENU/NO wh (11, 24, 32) Extra informatie Gebruik deze pagina voor de locatie van toetsen en andere onderdelen van het systeem die in de tekst worden vermeld. N-Z NAME EDIT/SELECT 6 (28) OPEN/CLOSE Z ej (8) OPTICAL 2 (13) PLAYLIST wd (20) PLAY MODE wa (8, 18) REC IT ql (14) REC LEVEL +/– ws (17) REC MODE qk (12) REPEAT es (8, 18) SCROLLed (10) SEARCH qh (21) SLEEP 4 (32) TIME 5 (10, 13, 19) YES 7 (11, 20, 24, 32) BESCHRIJVING VAN TOETSEN @/1 (aan/uit) 1 (8, 11, 18) ./> wl (9, 18, 25) m/M qa (9, 18) H wk (8, 12, 18) X wj (9, 12, 18) x qs (9, 12, 18, 23) z qf (13) >10 e; (9, 19) 39NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

Sony HAR-LH500 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding