Sony NAS-CZ1 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding
Operating Instructions Mode d’emploi Manual de instrucciones
Bedienungsanleitung Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso
Bruksanvisning Instrukcja obsługi Brugsanvisning
Käyttöohjeet Instruções de operação
Wireless Network Audio System
3-275-201-11(1)
©2007 Sony Corporation
NAS-CZ1
2
NL
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen
van het apparaat niet afdekken met kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen
aangestoken kaarsen op het apparaat zetten.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de onderkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
Verwijdering van Oude
Elektrische en Elektronische
Apparaten (Toepasbaar in de
Europese Unie en andere
Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld. Het moet echter naar een plaats worden
gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op
de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt
bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
WAARSCHUWING
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
3
NL
Over de NAS-CZ1
gebruiksaanwijzingen .......................5
Geschikte discs........................................5
Overzicht.................................................8
Voorbereidingen
Voorbereiding van de
afstandsbediening .............................9
Aansluiten van de antennes...................10
Installatie van de bijgeleverde M-crew
Server-software...............................10
Registratie van tracks op de M-crew
Server..............................................10
Aansluiten van het systeem op het
netwerk ...........................................11
Het netsnoer aansluiten.........................12
Gebruik maken van de
NETWORK-functie
Een server kiezen ..................................12
MUSIC LIBRARY
Naar muziek luisteren die opgeslagen is op
uw computer ...................................14
Een album zoeken.................................15
— LIBRARY SEARCH
Luisteren naar muziek in een
afspeellijst.......................................16
— PLAYLIST
Luisteren naar muziek in een favoriete
afspeellijst.......................................16
— Registratie FAVORITE
PLAYLIST/Weergave
FAVORITE PLAYLIST
Gebruik van de profiel functie..............17
— USER PROFILE
Bewerking van geregistreerde
audiobestanden ...............................18
WEB RADIO
Met de M-crew Server naar de webradio
luisteren ..........................................18
Geavanceerde
netwerkinstellingen
Gebruik van het netwerkmenu.............. 19
Controleren van de
netwerkinstellingen ........................ 19
Netwerkinstellingen maken .................. 20
Opnieuw verbinding maken met het
netwerk........................................... 21
Controleren van de systeemnaam......... 21
Een andere server kiezen...................... 21
Handmatige registratie van het systeem op
uw computer................................... 21
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen .................................. 22
Een disc afspelen .................................. 22
— Normale afspeelfunctie/
Willekeurige afspeelfunctie
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders ................................... 24
Luisteren naar de radio ......................... 25
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS) ............................................. 26
(alleen het Europese model)
Geluidsregeling
Regeling van het geluid........................ 27
Geluidseffect kiezen ............................. 27
Timer
Inslapen met muziek............................. 27
— Slaaptimer
Inhoudsopgave
NL
wordt vervolgd
4
NL
Display
Uitschakelen van de display..................28
— Energiebesparingsmodus
Informatie op het display afbeelden......28
Optionele componenten
Aansluiten van optionele
componenten...................................30
Luisteren naar het geluid van een
aangesloten component...................30
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen ....................31
Meldingen .............................................33
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen..........................35
Technische gegevens ............................36
Verklarende woordenlijst......................38
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentie bladzijden ................40
5
NL
NAS-CZ1 bevat de volgende
gebruiksaanwijzingen. Raadpleeg ze, indien
nodig, bij de bediening.
NAS-CZ1 Gebruiksaanwijzing
(deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing legt de bediening van
het systeem zelf uit.
Deze gebruiksaanwijzing legt hoofdzakelijk de
bediening met behulp van de afstandsbediening
uit, doch het merendeel van de handelingen kan
ook uitgevoerd worden met dezelfde of
gelijknamige toetsen en bedieningsknoppen van
het systeem.
"M-crew Server"
Installatievoorschrift
Dit installatievoorschrift is op de bijgeleverde
CD-ROM te vinden.
Hierin wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde
"M-crew Server"-software op uw computer
moet installeren.
"M-crew Server" Help
Deze helpgebruiksaanwijzing kan alleen
geraadpleegd worden na installatie van de
"M-crew Server"-software.
Hierin wordt het gebruik van de "M-crew
Server"-software, dat op de bijgeleverde CD-
ROM te vinden is, uitgelegd.
NAS-CZ1 Aansluitvoorschrift
Dit aansluitvoorschrift is op de bijgeleverde
CD-ROM te vinden.
Het maakt u wegwijs in het aansluiten van het
systeem op, en in overeenstemming met de
configuratie van uw computer.
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
Op dit systeem kunnen de volgende discs niet
worden afgespeeld. Als u deze discs toch
probeert weer te geven, is het mogelijk dat
abnormale geluiden hoorbaar zijn.
•CD-ROM’s
1)
• CD-R’s/CD-RW’s
1)
tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-bestandsindeling, die voldoet aan
ISO9660
2)
Level 1/Level 2, Joliet of
Multisessie
3)
• Discs met een andere dan de standaard vorm
(bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.)
kunnen niet worden afgespeeld op dit
systeem. Als u dit toch probeert, kan het
systeem worden beschadigd. Maak daarom
geen gebruik van dergelijke discs.
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
• Data-gedeelte op CD-Extra-discs
4)
• Datatrack op Mixed CD’s
5)
Over de NAS-CZ1
gebruiksaanwijzingen
Geschikte discs
Type disc Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audiodata en MP3-
bestanden)
wordt vervolgd
6
NL
1)
Wanneer u een CD-ROM, CD-R of CD-RW plaatst,
kan de statusdisplay van de disc worden afgebeeld,
net als voor een afspeelbare disc, maar er wordt
geen geluid voortgebracht.
2)
Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2-
specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
3)
Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (een track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar lead-
out, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
4)
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
5)
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
• Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CD-
RW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
• Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
Level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
• Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
– een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
– een disc opgenomen in multisessie.
– een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
7
NL
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop
aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen
en aan de andere kant digitaal audiomateriaal.
Echter, aangezien de kant met het
audiomateriaal niet voldoet aan de Compact
Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op
dit apparaat niet gegarandeerd.
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessie-
CD
• Als een CD gestart wordt met een CD-DA-
sessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
• Als een CD gestart wordt met een MP3-
sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CD-
DA-(audio-) sessie wordt gevonden.
• Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
• Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
8
NL
Naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer.
U kunt afspeellijsten samenstellen om de opgeslagen muziekbestanden te organiseren, en u kunt uw
favoriete afspeellijsten kiezen en weergeven met behulp van dit systeem (PLAYLISTS/FAVORITE
PLAYLISTS).
Met behulp van dit systeem kunt u tracks toewijzen aan een bepaalde toets, zodat u per genre of andere
classificatie naar de muziek kunt luisteren (USER PROFILE).
Bij computers met een internetaansluiting kunt u ook naar de webradio luisteren.
Over de systeemluidspreker
De systeemluidspreker is samengesteld uit het OMNI DIRECTION TWIN TWEETER SYSTEM,
waarmee u naar surroundeffecten kunt luisteren die hun aanwezigheid duidelijk doen gelden, ongeacht
waar het systeem is opgesteld.
Overzicht
Internet
Voorbereidingen
9
NL
Trek de isolatieplaat eruit zodat de batterij
stroom kan leveren.
In de afstandsbediening zit reeds een batterij.
De batterij van de
afstandsbediening vervangen
1 Schuif de batterijhouder eruit en verwijder
deze.
2 Plaats een nieuwe lithiumbatterij CR2025
met de + kant naar boven gericht.
3 Schuif de batterijhouder er weer in.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterij te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Opmerkingen betreffende de
lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Bij inslikken van de batterij dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek om
verzekerd te zijn van een goed contact.
• Neem bij het plaatsen van de batterij altijd de juiste
polariteit in acht.
• Houd de batterij niet vast met een metalen pincet
aangezien hierdoor kortsluiting kan optreden.
Tip
Als bediening van het systeem met behulp van de
afstandsbediening niet meer mogelijk is, moet u de
batterij vervangen door een nieuw exemplaar.
Voorbereidingen
Voorbereiding van de
afstandsbediening
Een lithiumbatterij CR2025
WAARSCHUWING
Als u met batterijen op de verkeerde wijze omgaat,
kunnen ze exploderen.
De batterij mag niet worden opgeladen,
gedemonteerd of in het vuur worden gegooid.
10
NL
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Opmerkingen
• Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit.
• Houdt de antennes uit de buurt van de netwerkkabel.
Om te kunnen luisteren naar de muziek die op
uw computer is opgeslagen, of naar de
webradio, moet u eerst de bijgeleverde M-crew
Server-software installeren.
Voor details over de installatie moet u het
Installatievoorschrift M-crew Server-software
raadplegen, dat te vinden is op de bijgeleverde
CD-ROM.
U kunt audiobestanden van een audio-CD of
audiobestanden van de vaste schijf van uw
computer op de M-crew Server registreren en
opslaan. U kunt dan, via de luidsprekers van het
systeem, luisteren naar de muziek, die
geregistreerd is op de M-crew Server.
Voor details over registratie van
audiobestanden, moet u de online helpfunctie,
die te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
Aansluiten van de
antennes
FM-draadantenne
AM-raamantenne
Installatie van de
bijgeleverde M-crew
Server-software
Registratie van tracks op
de M-crew Server
Voorbereidingen
11
NL
Na voltooiing van de installatie van de software, kunt u het systeem aansluiten op uw computer met
behulp van de ethernetnetwerkpoort van uw computer, een router met een ingebouwde switch, of een
netwerkswitch.
De manier van aansluiten kan, afhankelijk van uw netwerk, variëren. Hier in het voorbeeld is de
aansluiting van een computer weergegeven.
Voor details moet u het Aansluitvoorschrift, dat te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen.
Voorbeeld: DSL- of kabelmodem met ingebouwde router (zonder
switch-poorten)
* De aansluitingen kunnen, afhankelijk van uw netwerk, verschillen.
Aansluiten van het systeem op het netwerk
Internet
DSL- of
kabelmodem
met ingebouwde
router*
Hub
Netwerkkabel
(bijgeleverd)
Naar
ethernetnetwerk-
poort
NAS-CZ1 ComputerNAS-CZ1
12
NL
Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op de display
weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt
het systeem ingeschakeld en wordt de
demonstratie automatisch beëindigd.
Weergave van de
demonstratiefunctie
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld (blz. 28).
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek
luisteren die opgeslagen is op de aangesloten
mediaserver.
U kunt uw gewenste mediaserver als uw
standaardserver kiezen. Op deze wijze kunt u
voorkomen, dat u iedere keer deze keuze moet
maken, als u gebruik maakt van de NETWORK-
functie.
Tip
Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek
luisteren, die opgeslagen is op servers, die voldoen aan
de DLNA-richtlijn.
1 Activeer de door u gewenste
mediaserver op uw computer.
2 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
3 Druk op NETWORK.
Tijdens het knipperen van "Configuring" op
de display, wordt de display automatisch
ingesteld. Schakel het apparaat gedurende
deze tijd niet uit.
4 "MEDIA SERVERS?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
5 Druk herhaaldelijk op . of > om
de gewenste mediaserver te kiezen en
druk daarna op ENTER.
De gekozen server is ingesteld als de
standaardserver.
Het netsnoer aansluiten
Gebruik maken van de NETWORK-
functie
Een server kiezen
Gebruik maken van de NETWORK-functie
13
NL
Keuze van de M-crew Server als
mediaserver
De volgende aanduidingen verschijnen op de
display.
* Deze aanduidingen worden ook getoond bij gebruik
van een andere mediaserver dan de M-crew Server.
Opmerking
Bij gebruik van de M-crew Server als mediaserver kunt
u alleen de volgende functies gebruiken.
–MUSIC LIBRARY
– LIBRARY SEARCH
– PLAYLIST MODE
– FAVORITE PLAYLIST
– Gebruikersprofiel
– WEB RADIO
Tip
U kunt de keuze van de standaardserver ongedaan
maken door een andere server te kiezen (blz. 19).
Controle van de netwerkstatus
Tip
Als de netwerklamp snel knippert, verschijnt op dat
moment ook een melding op het display (zie blz. 33).
Om de melding nogmaals te controleren, drukt u op
ENTER of een andere toets terwijl [NET] op het
display wordt afgebeeld.
Netwerklampje Systeemstatus
Het systeem communiceert met
de server.
De NETWORK-functie is in
gebruik.
Er is een fout opgetreden.
De momenteel gekozen server*
Netwerklampje
knippert langzaam
gaat branden
knippert snel
14
NL
U kunt, via de luidspreker van het systeem,
luisteren naar de muziek, die opgeslagen is op
uw computer. Zorg ervoor dat de
audiobestanden op de mediaserver geregistreerd
zijn.
1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
2 Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat de gewenste functie verschijnt.
3 Druk op N.
Opmerking
Afhankelijk van het aantal tracks, dat in de server
geregistreerd staat, kan het enige tijd duren voordat
weergave begint.
MUSIC LIBRARY
Naar muziek luisteren die
opgeslagen is op uw
computer
1
2
3
ALBUM +/–
./>
x
m/M
X
1/ALL
REPEAT
(Disc-functie)
(Artiest-functie)
(Afspeellijst-functie)
Kies Voor het afspelen van
(Disc-functie)
Met deze functie kunt u naar
albums luisteren die
gesorteerd zijn volgens de
discgegevens van de tracks
(Artiest-functie)
Met deze functie kunt u naar
albums luisteren die
gesorteerd zijn volgens de
artiestgegevens van de
tracks
(Afspeellijst-
functie)
Met deze functie kunt u naar
afspeellijsten luisteren
gemaakt door M-crew
Server en de favoriete
afspeellijsten die zijn
geregistreerd in de M-crew
Server.
MUSIC LIBRARY
15
NL
Overige bedieningen
Opmerking
Het is mogelijk dat, bij gebruik van een andere
mediaserver dan de M-crew Server, de toetsen X en
m/M niet werkzaam zijn bij sommige tracks.
U kunt in de functie DISC MODE of ARTIST
MODE naar een album zoeken.
1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
2 Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat " (Disc-functie)" of " (Artist-
functie)" verschijnt.
3 Druk op LIBRARY SEARCH.
Gedurende een seconde verschijnt
"LIBRARY SEARCH", daarna brandt
"SEARCH".
4 Herhaal de volgende handelingen om
naar het album te zoeken.
5 Druk op ENTER of N.
Weergave begint vanaf de eerste track in
het gekozen album.
Opmerkingen
• Gebruik van de functie Library Search is niet
mogelijk met een andere mediaserver dan de
bijgeleverde M-crew Server.
• Zoeken naar een album in de PLAYLIST MODE-
functie is niet mogelijk.
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een album te
kiezen
Druk herhaaldelijk op ALBUM +/–.
Een track te
kiezen
Druk herhaaldelijk op . of >.
Een bepaald
punt in een track
te vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Herhaaldelijke
weergave
(Repeat Play)
Druk herhaaldelijk op REPEAT
tijdens het afspelen totdat "REP" of
"REP1" verschijnt.
REP: Voor alle geregistreerde
tracks.
REP1: Slechts één track.
Druk, om herhaaldelijke weergave
te annuleren, herhaaldelijk op de
toets REPEAT totdat "REP" en
"REP1" verdwijnen.
Weergave van
alle tracks in het
gekozen album
Druk herhaaldelijk op 1/ALL totdat
"1ALBM" verschijnt.
Voor weergave van alle
geregistreerde tracks, moet u
herhaaldelijk op de toets 1/ALL
drukken, totdat "ALL ALBM"
verschijnt.
Een album zoeken
— LIBRARY SEARCH
Handeling Drukt u
Verander het teken op
de plaats van de cursor
(knipperend teken)
./>
herhaaldelijk
Verplaats de cursor herhaaldelijk
CURSORT of
CURSORt
Laat de albums zien
waarvan de titels
overeenkomen met de
tekens die voorkomen
van het begin tot de
cursorpositie.
herhaaldelijk ALBUM
+/–
16
NL
U kunt luisteren naar tracks die geregistreerd
zijn in de AFSPEELLIJST op uw computer.
1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de MUSIC
LIBRARY-functie.
2 Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE
totdat " (Afspeellijst-functie)"
verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– om
de gewenste afspeellijst te kiezen.
4 Druk op N.
Opmerking
Soms is het mogelijk dat u de Playlist Library-functie
niet kunt gebruiken met een andere mediaserver dan de
bijgeleverde M-crew Server.
Wat is een FAVORITE PLAYLIST?
Met behulp van dit systeem kunt u de tracks op
uw computer registreren in een favoriete
afspeellijst, waardoor alleen weergave van
tracks, waar u naar wilt luisteren, mogelijk is.
Voor elk profiel kan een favoriete afspeellijst
samengesteld worden, en elke favoriete
afspeellijst kan maximaal 100 tracks bevatten.
Registratie van tracks in een
favoriete afspeellijst en
weergave daarvan
1 Druk, tijdens weergave of in de pauzestand
van de gewenste track op FAVORITE ADD.
"FAVORITE" wordt afgebeeld.
2 Herhaal, nadat "FAVORITE" verdwijnt,
stap 1, om de gewenste tracks te
registreren.
Luisteren naar muziek in
een afspeellijst
—PLAYLIST
Luisteren naar muziek in
een favoriete afspeellijst
— Registratie FAVORITE PLAYLIST/
Weergave FAVORITE PLAYLIST
FAVORITE
DELETE
1
FAVORITE
CALL
ENTER
MUSIC LIBRARY
17
NL
Weergave van de favoriete
afspeellijst
1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de functie MUSIC
LIBRARY.
2 Druk op FAVORITE CALL.
Het afspelen begint.
Tip
Weergave van de favoriete afspeellijst is ook mogelijk
op de volgende wijze:
1. Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat
" (Afspeellijst-functie)" verschijnt.
2. Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– totdat
"FAVORITE" verschijnt.
Tracks uit de favoriete
afspeellijst verwijderen
1 Druk op N of X om de track, die u uit de
favoriete afspeellijst wilt verwijderen, weer
te geven of om weergave daarvan te
pauzeren.
2 Druk op FAVORITE DELETE.
"DELETE?" wordt afgebeeld.
3 Druk op ENTER.
"Deleting" verschijnt en "Complete!"
verschijnt.
Opmerkingen
• Bij bewerking van een track in een album, dat op uw
computer, geregistreerd is in een favoriete
afspeellijst, wordt de track automatisch uit de
favoriete afspeellijst verwijderd. (behalve bij
wijziging van de tracknaam)
• Tijdens weergave van een track uit een favoriete
afspeellijst is het niet mogelijk om, door op
FAVORITE ADD te drukken, de track in een
favoriete afspeellijst te registreren.
• Wanneer u op FAVORITE DELETE drukt, wordt de
track gewist van de FAVORITE PLAYLIST maar
blijft in de Music Library staan.
Als een NAS-CZ1-systeem door meerdere
gebruikers gebruikt wordt, kunt u aan elke
gebruiker een USER PROFILE-toets toewijzen,
zodat elke gebruiker het systeem naar eigen
wens kan gebruiken. Als het NAS-CZ1-systeem
slechts door een gebruiker gebruikt wordt, kunt
u verschillende genres of instellingen aan deze
toetsen toewijzen.
De functies, die voor elke toets afzonderlijk
ingesteld kunnen worden, zijn als volgt.
– weergegeven MUSIC LIBRARY of
WEBRADIO
– uw instellingen van de functie LIBRARY
MODE
– PLAYLIST
– FAVORITE PLAYLIST
– weergegeven albums en tracks
– de gebruikte functie REPEAT
– de gebruikte functie 1/ALL
Druk op een van de USER PROFILE 1 – 5-
toetsen.
De functie verandert automatisch naar
NETWORK en weergave begint vanaf het punt
waar de desbetreffende gebruiker het de vorige
keer gestopt heeft.
Gebruik van de profiel
functie
— USER PROFILE
USER PROFILE 1 – 5
wordt vervolgd
18
NL
Opmerkingen
• De instellingen van de functie NETWORK worden
opgeslagen door de functie USER PROFILE. De
instellingen van de functies CD, TUNER en
ANALOG IN worden niet opgeslagen.
• Gebruik van de functie USER PROFILE is niet
mogelijk met een andere mediaserver, dan de
bijgeleverde M-crew Server.
Tips
• Bij wijziging van de functie NETWORK, door
middel van NETWORK, wordt het eerder gebruikte
USER PROFILE geactiveerd.
• U kunt profielen toekennen aan de toetsen USER
PROFILE 1 – 5. Raadpleeg voor verdere informatie
de on line helpfunctie op de bijgeleverde cd.
Bewerking van tracks, geregistreerd in de
M-crew Server op uw computer, is mogelijk.
Voor details moet u de online helpfunctie, die te
vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
Met de M-crew Server kunt u naar de
uitzendingen op de webradio luisteren. Stel eerst
de voorkeurzenders van de webradio op uw
computer in.
1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om
over te schakelen op de functie WEB
RADIO.
2 Druk herhaaldelijk op ALBUM +/–
totdat de gewenste radiozender
verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat het gewenste programma
verschijnt.
4 Druk op N.
Weergave van een
webradioprogramma beëindigen
Druk op x.
Bewerken van
webradioprogramma's
Webradioprogramma's kunnen alleen met de
aangesloten computer bewerkt worden.
Voor details moet u de online helpfunctie, die te
vinden is op de bijgeleverde CD-ROM,
raadplegen.
Opmerkingen
• Gebruik van de webradio-functie is niet mogelijk
met een andere mediaserver, dan de bijgeleverde
M-crew Server.
• Als de uitzendingen van de webradio niet hoorbaar
zijn via de luidspreker van het systeem, moet u
controleren of de uitzending wel te horen is vanuit de
M-crew Server op de computer.
• De toetsen X, m en M werken niet voor deze
functie.
Bewerking van
geregistreerde
audiobestanden
WEB RADIO
Met de M-crew Server
naar de webradio
luisteren
WEB RADIO/Geavanceerde netwerkinstellingen
19
NL
Met behulp van het netwerkmenu kunnen
verscheidene netwerkinstellingen gerealiseerd
worden.
1 Druk op NETWORK.
2 Druk op MENU.
3 Druk herhaaldelijk op . of > om
het onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
4 Druk op ENTER.
Het netwerkmenu uitschakelen
Druk op MENU.
1 Kies "NETWORK INFO?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2 Druk herhaaldelijk op . of > om
het onderdeel te kiezen, dat u wilt
controleren, druk daarna op ENTER.
Bij elke druk op ENTER verandert de
display als volgt:
NETWORK TYPE? t DHCP* t
IP ADDRESS? t IP-adres* t
SUBNET MASK? t Subnetmasker* t
MAC ADDRESS? t Mac-adres t
NETWORK INFO?
* Weergave op de display kan, afhankelijk van de
inhoud, verschillen.
Geavanceerde netwerkinstellingen
Gebruik van het
netwerkmenu
Onderdeel Zie
NETWORK INFO? "Controleren van de
netwerkinstellingen"
(blz. 19).
NETWORK
SETUP?
"Netwerkinstellingen
maken" (blz. 20).
CONNECT? "Opnieuw verbinding
maken met het netwerk"
(blz. 21).
MY NAME? "Controleren van de
systeemnaam" (blz. 21).
MEDIA
SERVERS?
"Een andere server kiezen"
(blz. 21).
1
3
2
4
REGISTRATION? "Handmatige registratie
van het systeem op uw
computer" (blz. 21).
VERSION? (Geeft de systeemversie
weer)
Controleren van de
netwerkinstellingen
Onderdeel Zie
20
NL
Standaard krijgt het systeem automatisch een
IP-adres toegewezen. Volg, indien nodig,
onderstaande procedure om handmatig een IP-
adres toe te wijzen. U wordt
geattendeerd op het feit dat handmatige
toewijzing van een IP-adres aan het systeem niet
nodig is, bij gebruik in een configuratie met een
router met DHCP-service.
1 Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat "NETWORK TYPE?" verschijnt
en druk daarna op ENTER.
3 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat "STATIC IP?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
"IP ADDRESS?" wordt afgebeeld.
4 Druk op ENTER.
Het huidig ingestelde IP-adres verschijnt.
5 Druk herhaaldelijk op . of > om
de cijfers van het IP-adres in te voeren.
Druk herhaaldelijk op m of M om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
6 Druk op ENTER.
"SUBNET MASK?" wordt afgebeeld.
7 Druk nogmaals op ENTER.
Het huidig ingestelde subnetmasker
verschijnt.
8 Druk herhaaldelijk op . of > om
de cijfers van het subnetmasker in te
voeren.
Druk herhaaldelijk op m of M om het
onderdeel te kiezen dat u wilt instellen.
9 Druk op ENTER.
"NETWORK SETUP?" wordt afgebeeld.
10Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
Als "Configuring" knippert is de instelling
voltooid.
Terugkeren naar de
standaardinstelling
1 Kies "NETWORK SETUP?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2 Druk herhaaldelijk op . of > totdat
"NETWORK TYPE" verschijnt en druk
daarna op ENTER.
3 Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"DHCP?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
4 Druk herhaaldelijk op .of > totdat
"CONNECT?" verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Als "Configuring" knippert, is de instelling
van het systeem teruggekeerd naar de
automatische toewijzing van een IP-adres.
Netwerkinstellingen
maken
Geavanceerde netwerkinstellingen
21
NL
Kies "CONNECT?" in het netwerkmenu
(blz. 19), druk daarna op ENTER.
"Configuring" begint te knipperen.
Het systeem is weer verbonden met het netwerk.
Kies "MY NAME" in het netwerkmenu
(blz. 19), druk daarna op ENTER.
De systeemnaam verschijnt.
Opmerking
Controle van de systeemnaam is alleen mogelijk met
de M-crew Server.
1 Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2 Druk herhaaldelijk op . or > om
de gewenste mediaserver te kiezen en
druk daarna op ENTER.
Opmerking
U kunt uit maximaal 10 servers kiezen.
Bij aansluiting van het systeem op uw computer
en na installatie van de M-crew Server-software,
wordt het systeem automatisch geregistreerd in
het register van uw computer.
Registreer, voor een hogere beveiliging, het
systeem op uw computer handmatig.
1 Kies "REGISTRATION?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
Op de display van het systeem verschijnt de
afteldisplay.
2 Klik achtereenvolgend op [Start] – [Alle
programma's] – [M-crew Server] –
[TOOLS] – [EQUIPMENT LIST] om de
display op de M-crew Server zichtbaar
te maken.
Voor details moet u het
Installatievoorschrift, dat te vinden is op de
bijgeleverde CD-ROM, raadplegen.
3 Klik op uw computer op [Add] terwijl de
afteldisplay getoond wordt.
De aanmelding in het register begint.
Als de aanmelding voltooid is, verschijnt
"Complete!" op de display van het systeem.
Opmerkingen
• Na een onvolledige aanmelding verschijnt
"Incomplete!" op de display van de systeem.
• Stap 3 moet binnen 5 minuten na voltooiing van stap
1 uitgevoerd worden.
Opnieuw verbinding
maken met het netwerk
Controleren van de
systeemnaam
Een andere server kiezen
Handmatige registratie
van het systeem op uw
computer
22
NL
1 Druk op Z OPEN van het systeem.
2 Plaats een disc met de labelkant naar
boven gericht in de dischouder.
3 Druk nog een keer op Z OPEN van het
systeem om de deksel van de disklade
te sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten, omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Plaats geen disc van 8 cm met behulp van een
discadapter. Als u dit doet, kan een storing in het
apparaat optreden.
• Als u een disc eruit haalt, pakt u deze aan de rand
vast. Raak het oppervlak niet aan.
• Houd de lens van de CD-speler schoon en raak deze
niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd
raken en de CD-speler niet naar behoren werken.
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3-
audiotracks afspelen.
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
1 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
over te schakelen op de CD-functie.
2 Druk op N.
Overige bedieningen
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Een disc afspelen
— Normale afspeelfunctie/
Willekeurige afspeelfunctie
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een track te
kiezen
Druk herhaaldelijk op . of
>.
Een album (map)
met MP3-
audiotracks te
kiezen
1)
Druk herhaaldelijk op ALBUM +
of – na stap 1.
Alleen alle MP3-
audiotracks in
het gekozen
album weer te
geven
Druk herhaaldelijk op 1/ALL
totdat "1ALBM" verschijnt.
Druk, voor weergave van alle
MP3-audiotracks op de disc,
herhaaldelijk op 1/ALL totdat
"ALL ALBM" verschijnt.
Een bepaald punt
in een track te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
TRK
Tracknummer Afspeelduur
CD/MP3 – Afspelen
23
NL
1)
Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden
niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de
tijdsduur van sommige bestanden niet correct
afgebeeld wordt.
2)
Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de
bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat
"REP1" geannuleerd wordt.
Opmerkingen
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle tracks
op de disc. Als er albums of niet-MP3-audiotracks op
de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen
begint of voordat het volgende MP3-audiotrack
begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
track dan MP3 op een disc bestemd voor MP3-
gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3-
audiotracks geen ander soort geluidsbestanden of
overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-audiotracks bevat wordt
overgeslagen.
• Het maximale aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-audiotracks en albums dat
een disc kan bevatten, bedraagt 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-audiotracks worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3-
audiotracks, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
• Tijdens het afspelen van een MP3-audiotrack kan in
de volgende gevallen de indicatie van de verstreken
afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd.
– Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate)
MP3-audiotrack
– Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen
(handmatig zoeken)
• Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de
bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat
"REP1" geannuleerd wordt.
Tip
Druk, voor herhaaldelijk weergave van alle MP3-
audiotracks in een album, herhaaldelijk op 1/ALL
totdat "1ALBM" verschijnt.
Herhaaldelijk
weergave
(Repeat Play)
2)
Druk tijdens de weergave
herhaaldelijk op REPEAT totdat
"REP" of "REP1" wordt
afgebeeld.
REP: Maximaal vijf keer voor alle
tracks op een disc, of alle MP3-
audiotracks op een disc.
REP1: Slechts één track.
Druk, om herhaaldelijk weergave
te annuleren, herhaaldelijk op
REPEAT totdat zowel "REP" als
"REP1" verdwijnen.
Een disc te
verwijderen
Druk op Z OPEN van het systeem.
Om Doet u het volgende
24
NL
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende voorkeurnummer te kiezen.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" op de display
verschijnt.
3 Druk op TUNING + of –.
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een
radiozender is afgestemd. Op dat moment
verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor
stereo-uitzendingen).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste zender
in zoals beschreven onder
"Voorprogrammering met handmatige
afstemming" (blz. 24).
4 Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeursnummer knippert. Voer de
stappen 5 en 6 uit terwijl het
voorkeursnummer knippert.
5 Druk op de toets TUNING + of – om het
gewenste voorkeursnummer te kiezen.
6 Druk op ENTER.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tip
Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken
naar frequenties.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van display
verdwijnen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om op de gewenste radiozender af te
stemmen.
4 Druk op TUNER MEMORY.
5 Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om het gewenste voorkeursnummer te
kiezen.
6 Druk op ENTER.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
TUNED
Voorkeursnummer
Tuner
25
NL
Overige bedieningen
Het AM afsteminterval wijzigen
(niet op Europees model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Druk op ?/1 terwijl u tegelijkertijd
FUNCTION op het systeem ingedrukt houdt.
Wanneer u het interval verandert, worden alle
voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het
geheugen gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of indien er een stroomonderbreking
optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders
nog een halve dag in het geheugen bewaard.
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 24).
1 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "PRESET" op de display
verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om de gewenste voorkeurzender te
kiezen.
Luisteren naar een niet-
voorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING + of –
om op de gewenste radiozender af te
stemmen.
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaaldelijk op FM MODE totdat
"MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert.
Om Doet u het volgende
Af te stemmen op
een zender met een
zwak signaal
Volg de procedure die wordt
beschreven in
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming"
(blz. 24).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeursnummer
Na stap 4, druk herhaaldelijk op
TUNING + of – om het
voorkeursnummer te kiezen
waaronder u de radiozender wilt
programmeren.
Luisteren naar de radio
26
NL
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op de
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert de display
als volgt:
Zendernaam* t Voorkeursnummer en de
frequentie
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op de display verschijnt.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model)
Geluidsregeling/Timer
27
NL
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX.
Bij iedere druk op deze toets, verandert het
display als volgt:
DSGX OFF y DSGX ON
Druk herhaaldelijk op PRESET EQ om de
gewenste voorkeurszender te kiezen.
Bij iedere druk op de toets verandert de
instelling van het geluidseffect als volgt:
ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t
DANCE t FLAT
Het geluidseffect controleren
Druk eenmaal op PRESET EQ.
Het geluidseffect uitschakelen
Druk herhaaldelijk op PRESET EQ totdat
"FLAT" op de display verschijnt.
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
90min t 80min t … t 10min t OFF
Overige bedieningen
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Geluidseffect kiezen
Timer
Inslapen met muziek
—Slaaptimer
Om Drukt u
De resterende tijd
te controleren
Eenmaal op SLEEP.
De uitschakeltijd
te wijzigen
Herhaaldelijk op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
De Slaaptimer te
annuleren
Herhaaldelijk op SLEEP totdat
"OFF" verschijnt.
28
NL
De demonstratie-display (het displayvenster en
de toetsen zijn verlicht en knipperen, zelfs als
het systeem uitgeschakeld is) kan uitgeschakeld
worden om energieverbruik in de stand-by-stand
te verminderen (Energiebesparende functie).
Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het
systeem uitgeschakeld, totdat de
demonstratiedisplay is verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Iedere keer als u op deze toets
drukt, verandert de display als volgt:
Demonstratiedisplay y Geen display
(energiebesparingsmodus)
Tip
De ?/1 indicatie gaat banden in de
energiebesparingsmodus.
De resterende tijd en de titels
controleren
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van de huidige track of
die van de hele disc op de display controleren.
Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt
de "MP3" indicator afgebeeld op de display.
Druk op DISPLAY in de NORMAL-
afspeelfunctie.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Bij het afspelen van een CD/MP3
Huidige tracknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige tracknummer en
resterende afspeeltijd of "– –.– –"
1)
t Resterende afspeeltijd van de disc of
"– –.– –"
1)
t Tracktitel (alleen CD-TEXT-disc
of disc met MP3-audiotracks
2)
)
t Lagetonenniveau of albumnaam (alleen disc
met MP3-audiotracks)
x Bij weergave van een MUSIC LIBRARY
Huidige tracknummer en verstreken
weergavetijd t Huidige tracknummer en
resterende afspeeltijd t Tracktitel t
Albumnaam t Discgegevens van de track t
Artiestgegevens van de track
x Bij weergave van de webradio
Programmanaam t Zendernaam
t Programmanummer en verstreken
weergavetijd
1)
Resterende weergavetijd wordt niet getoond voor
discs met MP3-audiotracks.
2)
Als de cd-tekst van de cd meer dan 20 tracks bevat,
wordt de titel van de huidige track, met ingang van
track 21, niet meer weergegeven.
3)
Als u een track afspeelt met een ID3-tag versie 1 of
versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-tag geeft
alleen de tracktitel informatie weer.
Display
Uitschakelen van de
display
— Energiebesparingsmodus
Informatie op het display
afbeelden
Display
29
NL
De totale weergavetijd en de
titels controleren
Druk in de stopstand op DISPLAY.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Terwijl de CD/MP3 in de stopstand staat
Het totale aantal tracks of het totale aantal
albums
1)
en de totale weergavetijd
t Disctitel
3)
of lagetonenniveau
4)
of
albumnaam
2)
1)
Voor discs met MP3-audiotracks in de functie ALL
ALBM
2)
Voor discs met MP3-audiotracks in de functie
1ALBM
3)
Voor discs met CD-TEXT
4)
Bij discs met MP3-audiotracks, is het mogelijk dat,
afhankelijk van de afspeelfunctie, de albumnamen
of het volumelabel niet wordt weergegeven.
x Met de functie MUSIC LIBRARY in de
stopstand
• Als het album is gekozen in de stopstand
Het totale aantal tracks in het album en de totale
weergavetijd t Album informatie
• Als de track is gekozen in de stopstand
Tracknummer t Track informatie
Opmerkingen
• De aanduiding "– – –" verschijnt als het aantal van de
tracks in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan 999.
• De aanduiding "– – – . – –" verschijnt als de
weergavetijd in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan
999 minuten en 59 seconden.
De tunerinformatie op de
display afbeelden
Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio
luistert.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Bij weergave van de FM/AM radio
Zendernaam
1)
t Voorkeursnummer
2)
en frequentie
1)
Alleen model voor Europa, als in de FM-functie een
naam wordt ontvangen van een zender met Radio
Data System
2)
Het voorkeursnummer wordt alleen getoond als u
radiozenders opslaat (blz. 24).
Om een lange naam bewegend te
laten verschijnen
Druk op SCROLL.
De titel verschijnt bewegend op de display.
Druk, om het scrollen van de titel in de
pauzestand te zetten, nog een keer op SCROLL.
Opmerking
Scrollen is niet mogelijk wanneer:
– u naar de FM of AM radio luistert.
– u luistert naar het geluid van een optionele
component.
30
NL
U kunt uw systeem uitbreiden door optionele
componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende
component is meegeleverd.
A ANALOG IN aansluiting
Gebruik een geluidskabel (niet bijgeleverd) voor
aansluiting van een optisch analoge component
(MD-speler, videospeler, enz.) op dit
aansluitpunt. U kunt dan luisteren naar het
geluid van de component.
1 Sluit de audiokabel aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 30.
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
over te schakelen op de functie
ANALOG IN.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Optionele componenten
Aansluiten van optionele
componenten
Optionele, analoge component
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen
van een optionele,
analoge component
Luisteren naar het geluid
van een aangesloten
component
Optionele componenten/Verhelpen van storingen
31
NL
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1 Zorg ervoor dat het netsnoer op de juiste
wijze en stevig aangesloten is.
2 Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
De display begint te knipperen zodra u de
stekker van het netsnoer in het stopcontact
steekt zonder dat u het apparaat hebt
ingeschakeld.
• Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is.
De demonstratie verdwijnt.
De voorkeursinstellingen van de radio zijn
geannuleerd.
• Voer "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 24) nog een keer uit.
Er is geen geluid.
• Druk op VOL + of VOLUME + op het systeem.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vernieuw de CR2025 batterij.
• Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-
buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer of het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
Op het televisiescherm zijn kleurafwijkingen
zichtbaar.
• Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot
30 minuten weer in. Indien de onregelmatige
kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de
luidsprekers verder van het TV-toestel.
Netwerk
De gewenste server wordt niet gevonden.
• Controleer de netwerkinstellingen van uw
computer.
• Activeer de server die u op uw computer wilt
gebruiken.
• Controleer de netwerkinstellingen.
• Stel de breedbandrouter of hub op juiste wijze in.
Voor detail moet u de gebruiksaanwijzing van de
breedbandrouter of hub raadplegen.
• Als u een andere firewall instelt dan die bij het
besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u
Problemen oplossen in de installatiehandleiding
die op de bijgeleverde cd te vinden is.
• Verminder het aantal aangesloten servers naar 10
of minder (blz. 21).
• Vervang de netwerkkabel (Ethernet) door een
nieuw exemplaar.
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Op de server geregistreerde tracks kunnen
niet door het systeem gekozen worden.
• Het kan voorkomen dat trackkeuze, weergave en
andere systeemhandelingen niet mogelijk zijn met
andere servers dan de M-crew Server.
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
wordt vervolgd
32
NL
De disc slaat over.
• Het overslaan van geluid kan in de volgende
gevallen plaatsvinden:
– Tijdens het opnemen van muziek op de server
– Als op de computer veel programma's draaien
– Als het netwerk druk bezet is
– Bij gelijktijdige weergave van een aantal
systemen
Tracknamen worden niet getoond.
• Sommige tekens kunnen niet door het systeem
zichtbaar gemaakt worden, zelfs als ze op de
server geregistreerd zijn en weergegeven worden.
Het uitvoeren van de bedieningscommando’s
vergt enige tijd.
• Afhankelijk van de toestand van de server, kan het
enige tijd duren voordat de bediening wordt
uitgevoerd. Als u bijvoorbeeld op m/M drukt
en er geen reactie volgt, houdt u m/M enige
tijd ingedrukt. Daarna zou de bediening moeten
worden uitgevoerd.
CD/MP3-speler
Abnormaal geluid is hoorbaar.
• Controleer of er een disc geplaatst is, die niet door
het systeem weergegeven kan worden.
Het afspelen begint niet.
• Controleer of er een disc in het apparaat zit. Het
disclampje brandt als er een disc geplaatst is.
• Veeg de disc schoon (blz. 35).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
• Plaats de disc op correcte wijze.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op N om het afspelen te starten.
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 35).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
MP3-audiotracks kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 Level 1 of Level 2-formaat, of Joliet in
het expansieformaat.
• De MP3-audiotrack heeft niet de extensie ".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2,
2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden
afgespeeld.
MP3-audiotracks duren langer om af te spelen
dan andere.
• Na inlezen van alle tracks op de discs kan het
afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien:
– het aantal albums of tracks op de disc zeer groot
is.
– de indeling van de albums en tracks zeer
complex is.
De titel van het album, de tracktitel en de ID3-
tag worden niet juist weergegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO 9660
Level 1, Level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of
versie 2.
Tuner
Er is veel brom of ruis.
Zenders kunnen niet worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 24).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 10).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat.
Verhelpen van storingen
33
NL
Optionele componenten
Er is geen geluid.
• Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid." en
controleer de situatie van het systeem.
• Sluit de component goed aan (blz. 30) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
• Druk herhaaldelijk op FUNCTION om
"ANALOG IN" te kiezen (blz. 30).
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
1 Haal de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk tegelijkertijd op de toetsen x, USER
PROFILE 5 en ?/1, van het systeem.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de instellingen die u gemaakt had, zoals de
voorkeurszenders, opnieuw instellen.
Als een melding wordt afgebeeld tijdens het
gebruik van het systeem, volgt u de
onderstaande procedures om het probleem te
corrigeren.
Netwerk
Cannot Play
• Weergave van de track is in volgende gevallen
niet mogelijk:
– Bemonsteringsfrequentie is geen 32 kHz,
44,1 kHz of 48 kHz.
– De track wordt niet aangeleverd als linear PCM
geluid.
– De geluidsoort van de track is geen een- of
tweekanaals.
– Bemonsteringsresolutie (kwantisatie) van de
track is geen 16-bit.
– De server is bezig.
Check Network
• Controleer of de netwerkkabel (Ethernet) tussen
het systeem en de hub of router goed aangesloten
is.
• Controleer of de hub of router ingeschakeld is.
IP Conflict
• Stel de IP-adressen van het systeem en andere
apparatuur op het netwerk eenduidig (zonder
duplicatie) in (blz. 20).
No album
• Registreer de track zoals voorgeschreven in de
gebruiksaanwijzing van de aangesloten server.
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Meldingen
wordt vervolgd
34
NL
No Server
• Activeer de server. De M-crew Server kan op de
volgende wijze geactiveerd worden:
Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en
klik daarna op "Start Music Service" in het menu.
• Het is mogelijk dat de M-crew Server het systeem
niet herkent. Voer onderstaande procedure uit en
controleer of de M-crew Server het systeem
herkent:
1. Klik achtereenvolgens op [Start] – [Alle
programma's] – [M-crew Server] – [TOOLS] –
[EQUIPMENT LIST].
2. Als de naam van het systeem niet voorkomt in
de lijst, die in stap 1 zichtbaar gemaakt wordt,
moet de registratie van het apparaat uitgevoerd
worden. Voor details moet u de
helpgebruiksaanwijzing of het
installatievoorschrift van de M-crew Server
raadplegen.
• Als u een andere firewall instelt dan die bij het
besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u
Problemen oplossen in de installatiehandleiding
die op de bijgeleverde cd te vinden is.
• Voer de TCP/IP-instellingen van het systeem en
de computer op de juiste wijze in (blz. 20).
Select Server
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Server Error
• Voer onderstaande procedure uit en sluit de server
weer aan.
1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het
netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op
ENTER.
2. Druk herhaaldelijk op ./> om de
gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna
op ENTER.
Server Close
• Activeer de server. De M-crew Server kan op de
volgende wijze geactiveerd worden:
Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en
klik daarna op "Start Music Service" in het menu.
• Als u de netwerkinstellingen op uw computer wilt
wijzigen moet u de server op dit systeem opnieuw
activeren. De melding verdwijnt na een korte tijd.
WebRadio Error
• Registreer een station waarmee weergave op de
M-crew Server mogelijk is.
• Verbinding maken kan, afhankelijk van de
belasting op de internetaansluiting, moeilijk zijn.
Wacht een poosje en voer de handelingen
opnieuw uit.
CD/MP3
No Disc
• Er is geen disc in de speler geplaatst.
Aanvullende informatie
35
NL
De naamplaat bevindt zich buiten op de onderkant.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Plaats het systeem niet naast een televisie.
• Dit systeem is niet magnetisch afgeschermd.
Hierdoor kan op sommige TV-toestellen
magnetische vervorming van het beeld optreden. In
dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te
schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in
te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen,
dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-
toestel te plaatsen.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat op een
ondergrond plaatst die een speciale behandeling
heeft ondergaan (met was, olie, polijstmiddel, enz.)
aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond
kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan
verkleuren.
Ontwikkeling van hitte
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over discs
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray bedoeld
voor langspeelplaten.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
wordt vervolgd
36
NL
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuursponsjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
verdunner, wasbenzine of alcohol.
Hoofdapparaat
Versterker
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
7,5 + 7,5 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
10 + 10 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Ingangen
ANALOG IN (mini-aansluiting):
Gevoeligheid 450 mV,
impedantie 10 kohm
Uitgangen
PHONES (mini-aansluiting):
voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
hoger
CD-speler
Systeem Compact disc en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ=770 – 810 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Technische gegevens
Aanvullende informatie
37
NL
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
Amerikaans model: 87,5 – 108,0 MHz
(100-kHz stap)
Europese modellen: 87,5 – 108,0 MHz
(50-kHz stap)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Amerikaans model: 530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Antenneaansluitingen Aansluiting voor een
buitenantenne
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker gedeelte
Luidsprekersysteem 2-weg, type met
akoestische ophanging
Luidsprekereenheden
Woofer: conus-type met diameter
9cm
Tweeter: symmetrisch koepel-type
met diameter 2,5 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
Amerikaans model: 40 W
Europees model: 40 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars ca. 460 × 175 × 190 mm
Gewicht Ong. 5,3 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening met
batterij (1)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Netwerkkabel (1)
M-crew Server CD-ROM
(1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
38
NL
ADSL
Afkorting van Asymmetric Digital Subscriber
Line. ADSL is een van de soorten
breedbandaansluiting. Het maakt gebruik van de
gewone koperdraden van de telefoonlijnen en
maakt, door een hoogfrequente bandbreedte,
transmissie van grote hoeveelheden gegevens,
naast de audiosignalen, mogelijk. De snelheid
waarmee informatie verzonden wordt (data
verzonden door de computer van de gebruiker)
is lager dan de snelheid waarmee informatie
ontvangen wordt (door de provider verzonden
naar de computer van de gebruiker), vandaar de
omschrijving "asymmetrisch". De snelheid van
de transmissie is afhankelijk van het afgesloten
abonnement.
Bemonsteringsfrequentie
Bij de conversie van analoog geluidsignaal naar
een digitale versie, moet deze omgezet worden
in nummers (gedigitaliseerd). Dit proces wordt
bemonstering genoemd en
bemonsteringsfrequentie is het aantal keren per
seconde dat het signaal gemeten (bemonsterd)
wordt voor de opname.
Muziekcd's worden 44.100 keer per seconde
bemonsterd, wat een bemonsteringsfrequentie
oplevert van 44,1 kHz. Algemeen geldt dat hoe
hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter
de kwaliteit van de opname.
Breedband
Algemene naam voor verbindingen die gebruik
maken van een brede frequentiebandbreedte
voor het, met hoge snelheid, versturen of
ontvangen van grote hoeveelheden video- of
audiomateriaal. Op dit moment worden ADSL,
kabel-tv, FTTH en andere systemen aangeduid
als breedband.
Breedband router
Voor internetaansluitingen met ADSL of via
kabel-tv worden zogenaamde ADSL-modems
en kabelmodems gebruikt. Voor een
internetaansluiting, waarop meerdere computers
tegelijkertijd aangesloten zijn, wordt gebruik
gemaakt van een breedband router.
DHCP
Afkorting van Dynamic Host Configuration
Protocol. Een systeem waarbij automatisch de
juiste instellingen voor een internetaansluiting
toegewezen worden.
DLNA
Afkorting van Digital Living Network Alliance.
De DLNA is een organisatie, zonder winstbejag,
die richtlijnen vaststelt voor het ontwerp van
apparaten, die in staat zijn onderling digitale
data (content) uit te wisselen via netwerken.
Voor verdere informatie, zie
http://www.dlna.org/.
Ethernet
Een manier om computers in een Local Area
Network (LAN) met elkaar aan te sluiten.
Ethernet, ontwikkeld door Xerox Corporation, is
de meeste populaire manier geworden om
netwerken samen te stellen.
Internet
Een communicatienetwerk dat computers over
de gehele wereld met elkaar in verbinding kan
stellen. Het internet bevat vele diensten, zoals
email en zoekmachines.
Een directe internetaansluiting is met dit
systeem niet mogelijk.
IP-adres
IP-adressen bestaan gewoonlijk uit vier groepen
van elk maximaal drie cijfers, gescheiden door
een punt (zoals 192.168.239.1). Alle apparaten
in een netwerk moeten een IP-adres hebben.
ISP
Een internetserviceprovider. "Internet Service
Provider (ISP)" genaamd. Bedrijven die
internetaansluiting aanbieden.
LAN
Afkorting van Local Area Network.
LAN is een algemene naam voor netwerken, die
bedoeld zijn voor communicatie tussen
apparaten, waaronder computers, printers en
faxmachines, in een relatief kleine omgeving
zoals kantoren en gebouwen.
Verklarende woordenlijst
Aanvullende informatie
39
NL
Router
Een apparaat dat netwerken met elkaar verbindt
door conversie van de protocollen en de
adressen van elk netwerk.
Kortgeleden zijn er ook inbel-routers voor de
internetaansluiting via ISDN en
breedbandrouters voor internetaansluiting via
ADSL en kabel-tv op de markt gekomen. De
term "router" kan ook op elk van deze apparaten
betrekking hebben.
Subnetmasker
Een gedeelte van het IP-adres, dat
verantwoordelijk is voor de identificatie van het
subnet, een kleinere groep op het netwerk.
40
NL
Hoofdapparaat
Afstandsbedieningssensor 8
Displayvenster 9
FUNCTION 2 (22, 30)
NETWORK 5 (12, 14, 15, 16,
17, 18, 19)
Netwerklampje 5 (13)
PHONES-aansluiting q;
USER PROFILE 1 – 5 3 (17,
33)
VOL. +/– 7
?/1 (inschakelen/stand-by) 1
(12, 25, 33)
Z PUSH OPEN 4 (22)
N (afspelen) 6 (14, 18, 22)
x (stoppen) 6 (15, 18, 22, 33)
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentie
bladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van
toetsen en andere in de tekst genoemde
onderdelen van het systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TUNER/BAND qs (24, 25)
RR
Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
1
2
3
4
5
q;
6
7
89
Aanvullende informatie
41
NL
Afstandsbediening
ALBUM +/– 9 (15, 18, 22)
DISPLAY 2 (26, 28, 29)
DSGX qf (27)
ENTER 8 (12, 15, 17, 19, 20, 21,
24, 31)
FAVORITE
ADD q; (16)
CALL q; (17)
DELETE q; (17)
FM MODE qj (25, 32)
FUNCTION wd (22, 30)
LIBRARY
MODE wa (14)
SEARCH wa (15)
MENU 7 (19)
NETWORK qa (12, 14, 15, 16,
17, 18, 19)
PRESET EQ 3 (27)
REPEAT qj (15, 23)
SCROLL qd (29)
SLEEP qs (27)
TUNER BAND qg (24, 25)
TUNER MEMORY 5 (24)
TUNING MODE qh (24, 25)
TUNING +/– ql (24, 25)
USER PROFILE ws (17)
VOL +/– 4
?/1 (inschakelen/stand-by) 1
(12)
1/ALL 6 (15, 22)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) qk (15, 22)
TCURSOR/CURSORt qk
(15)
./> (spring achteruit/
spring vooruit)* ql (12, 15, 18,
22)
N (afspelen)* w;
(14, 22)
X (pauzeren)
w; (15, 22)
x (stoppen) w; (15, 22)
*De N en . toetsen hebben
voelstippen. Gebruik de
voelstippen als herkenning bij
de bediening van het systeem.
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – L
M – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
1
2
4
3
5
6
7
9
0
8
qa
qg
qhqj
w;
wa
ws
qs
qd
qf
wd
ql
qk

Documenttranscriptie

3-275-201-11(1) Wireless Network Audio System NAS-CZ1 Operating Instructions Mode d’emploi Manual de instrucciones Bedienungsanleitung Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Bruksanvisning Instrukcja obsÅ‚ugi Brugsanvisning Käyttöohjeet Instruções de operação ©2007 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat zetten. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Verwijdering van Oude Elektrische en Elektronische Apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 2NL Inhoudsopgave Over de NAS-CZ1 gebruiksaanwijzingen ....................... 5 Geschikte discs........................................ 5 Overzicht................................................. 8 Voorbereidingen Voorbereiding van de afstandsbediening ............................. 9 Aansluiten van de antennes...................10 Installatie van de bijgeleverde M-crew Server-software............................... 10 Registratie van tracks op de M-crew Server.............................................. 10 Aansluiten van het systeem op het netwerk ........................................... 11 Het netsnoer aansluiten ......................... 12 Gebruik maken van de NETWORK-functie Een server kiezen .................................. 12 MUSIC LIBRARY Naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer ................................... 14 Een album zoeken ................................. 15 — LIBRARY SEARCH Luisteren naar muziek in een afspeellijst ....................................... 16 — PLAYLIST Luisteren naar muziek in een favoriete afspeellijst ....................................... 16 — Registratie FAVORITE PLAYLIST/Weergave FAVORITE PLAYLIST Gebruik van de profiel functie .............. 17 — USER PROFILE Bewerking van geregistreerde audiobestanden ............................... 18 Geavanceerde netwerkinstellingen Gebruik van het netwerkmenu.............. 19 Controleren van de netwerkinstellingen ........................ 19 Netwerkinstellingen maken .................. 20 Opnieuw verbinding maken met het netwerk ........................................... 21 Controleren van de systeemnaam ......... 21 Een andere server kiezen ...................... 21 Handmatige registratie van het systeem op uw computer ................................... 21 CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen .................................. 22 Een disc afspelen .................................. 22 — Normale afspeelfunctie/ Willekeurige afspeelfunctie NL Tuner Voorprogrammeren van radiozenders ................................... 24 Luisteren naar de radio ......................... 25 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS) ............................................. 26 (alleen het Europese model) Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................ 27 Geluidseffect kiezen ............................. 27 Timer Inslapen met muziek ............................. 27 — Slaaptimer WEB RADIO Met de M-crew Server naar de webradio luisteren .......................................... 18 wordt vervolgd 3NL Display Uitschakelen van de display.................. 28 — Energiebesparingsmodus Informatie op het display afbeelden...... 28 Optionele componenten Aansluiten van optionele componenten................................... 30 Luisteren naar het geluid van een aangesloten component................... 30 Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 31 Meldingen ............................................. 33 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen .......................... 35 Technische gegevens ............................ 36 Verklarende woordenlijst...................... 38 Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentie bladzijden ................ 40 4NL Over de NAS-CZ1 gebruiksaanwijzingen NAS-CZ1 bevat de volgende gebruiksaanwijzingen. Raadpleeg ze, indien nodig, bij de bediening. NAS-CZ1 Gebruiksaanwijzing (deze gebruiksaanwijzing) Deze gebruiksaanwijzing legt de bediening van het systeem zelf uit. Deze gebruiksaanwijzing legt hoofdzakelijk de bediening met behulp van de afstandsbediening uit, doch het merendeel van de handelingen kan ook uitgevoerd worden met dezelfde of gelijknamige toetsen en bedieningsknoppen van het systeem. "M-crew Server" Installatievoorschrift Dit installatievoorschrift is op de bijgeleverde CD-ROM te vinden. Hierin wordt uitgelegd hoe u de bijgeleverde "M-crew Server"-software op uw computer moet installeren. "M-crew Server" Help Deze helpgebruiksaanwijzing kan alleen geraadpleegd worden na installatie van de "M-crew Server"-software. Hierin wordt het gebruik van de "M-crew Server"-software, dat op de bijgeleverde CDROM te vinden is, uitgelegd. NAS-CZ1 Aansluitvoorschrift Dit aansluitvoorschrift is op de bijgeleverde CD-ROM te vinden. Het maakt u wegwijs in het aansluiten van het systeem op, en in overeenstemming met de configuratie van uw computer. Geschikte discs U kunt de volgende discs in het apparaat afspelen. Afspelen van andere discs is niet mogelijk. Lijst van geschikte discs Type disc Disclogo Audio-CD’s CD-R/CD-RW (audiodata en MP3bestanden) Discs die niet op dit systeem afgespeeld kunnen worden Op dit systeem kunnen de volgende discs niet worden afgespeeld. Als u deze discs toch probeert weer te geven, is het mogelijk dat abnormale geluiden hoorbaar zijn. • CD-ROM’s1) • CD-R’s/CD-RW’s1) tenzij deze zijn opgenomen in de volgende formaten: – muziek-CD-formaat – MP3-bestandsindeling, die voldoet aan ISO96602) Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie3) • Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. • Discs waarop papier of stickers zijn geplakt. • Discs waarop nog plakband, cellofaantape of een sticker aanwezig is. • Data-gedeelte op CD-Extra-discs4) • Datatrack op Mixed CD’s5) wordt vervolgd 5NL 1) 6NL Wanneer u een CD-ROM, CD-R of CD-RW plaatst, kan de statusdisplay van de disc worden afgebeeld, net als voor een afspeelbare disc, maar er wordt geen geluid voortgebracht. 2) Formaat ISO9660 De meest algemene internationale norm voor het logische formaat van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie ".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8 boomstructuren hebben. Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan) moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt enzovoort. 3) Multisessie Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt om met behulp van Track-At-Once (een track tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD). Het begin van een conventionele CD wordt vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied, lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-) sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt. 4) CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de tweede sessie bevat de data. 5) Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de tweede en volgende tracks van een sessie. Opmerkingen betreffende CD-R en CD-RW • Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in dit apparaat worden weergegeven afhankelijk van de opnamekwaliteit of fysieke toestand van de disc, of van de eigenschappen van het opnameapparaat. Ook discs die niet correct zijn afgesloten, kunnen niet worden afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur. • Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar als gevolg van krassen, vuil, opnameomstandigheden of eigenschappen van het CD-R/CD-RW-station. • Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de laatst geschreven sessie niet "gesloten" is kunnen niet worden afgespeeld. • Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet afspeelbaar zijn. • Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te spelen kunnen eventueel ruis of storingen in het apparaat opleveren. • Met andere bestandsindelingen dan ISO9660 Level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van mappen en bestanden verkeerd weergegeven worden. • Bij de volgende discs duurt het langer om met afspelen te beginnen. – een disc die is opgenomen met een ingewikkelde boomstructuur. – een disc opgenomen in multisessie. – een CD waarop nog sessies toegevoegd kunnen worden (de CD is nog niet "afgesloten"). Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën Waarschuwingen voor het afspelen van een multisessieCD Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. • Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-) CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een MP3-sessie wordt gevonden. • Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden. • Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt bepaald door de grootte (aantal niveaus) van de bestandstructuur. • Een CD met gemengde indelingen wordt herkend als een CD-DA-(audio-) CD. Bericht over DualDiscs Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet gegarandeerd. 7NL Overzicht Naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer. U kunt afspeellijsten samenstellen om de opgeslagen muziekbestanden te organiseren, en u kunt uw favoriete afspeellijsten kiezen en weergeven met behulp van dit systeem (PLAYLISTS/FAVORITE PLAYLISTS). Met behulp van dit systeem kunt u tracks toewijzen aan een bepaalde toets, zodat u per genre of andere classificatie naar de muziek kunt luisteren (USER PROFILE). Bij computers met een internetaansluiting kunt u ook naar de webradio luisteren. Internet Over de systeemluidspreker De systeemluidspreker is samengesteld uit het OMNI DIRECTION TWIN TWEETER SYSTEM, waarmee u naar surroundeffecten kunt luisteren die hun aanwezigheid duidelijk doen gelden, ongeacht waar het systeem is opgesteld. 8NL Opmerkingen betreffende de lithiumbatterij Voorbereidingen Trek de isolatieplaat eruit zodat de batterij stroom kan leveren. In de afstandsbediening zit reeds een batterij. Voorbereidingen Voorbereiding van de afstandsbediening • Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken van de batterij dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd. • Veeg de batterij schoon met een droge doek om verzekerd te zijn van een goed contact. • Neem bij het plaatsen van de batterij altijd de juiste polariteit in acht. • Houd de batterij niet vast met een metalen pincet aangezien hierdoor kortsluiting kan optreden. Tip Als bediening van het systeem met behulp van de afstandsbediening niet meer mogelijk is, moet u de batterij vervangen door een nieuw exemplaar. WAARSCHUWING De batterij van de afstandsbediening vervangen 1 Schuif de batterijhouder eruit en verwijder deze. 2 Plaats een nieuwe lithiumbatterij CR2025 met de + kant naar boven gericht. Als u met batterijen op de verkeerde wijze omgaat, kunnen ze exploderen. De batterij mag niet worden opgeladen, gedemonteerd of in het vuur worden gegooid. Een lithiumbatterij CR2025 3 Schuif de batterijhouder er weer in. Opmerking Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterij te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 9NL Aansluiten van de antennes Sluit de FM- en AM-antennes aan. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. AM-raamantenne Installatie van de bijgeleverde M-crew Server-software Om te kunnen luisteren naar de muziek die op uw computer is opgeslagen, of naar de webradio, moet u eerst de bijgeleverde M-crew Server-software installeren. Voor details over de installatie moet u het Installatievoorschrift M-crew Server-software raadplegen, dat te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM. FM-draadantenne Registratie van tracks op de M-crew Server Opmerkingen • Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit. • Houdt de antennes uit de buurt van de netwerkkabel. 10NL U kunt audiobestanden van een audio-CD of audiobestanden van de vaste schijf van uw computer op de M-crew Server registreren en opslaan. U kunt dan, via de luidsprekers van het systeem, luisteren naar de muziek, die geregistreerd is op de M-crew Server. Voor details over registratie van audiobestanden, moet u de online helpfunctie, die te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen. Aansluiten van het systeem op het netwerk Voorbereidingen Na voltooiing van de installatie van de software, kunt u het systeem aansluiten op uw computer met behulp van de ethernetnetwerkpoort van uw computer, een router met een ingebouwde switch, of een netwerkswitch. De manier van aansluiten kan, afhankelijk van uw netwerk, variëren. Hier in het voorbeeld is de aansluiting van een computer weergegeven. Voor details moet u het Aansluitvoorschrift, dat te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen. Voorbeeld: DSL- of kabelmodem met ingebouwde router (zonder switch-poorten) Internet DSL- of kabelmodem met ingebouwde router* Hub Netwerkkabel (bijgeleverd) Naar ethernetnetwerkpoort NAS-CZ1 NAS-CZ1 Computer * De aansluitingen kunnen, afhankelijk van uw netwerk, verschillen. 11NL Het netsnoer aansluiten Steek de stekker in het stopcontact. De demonstratie wordt op de display weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem ingeschakeld en wordt de demonstratie automatisch beëindigd. Weergave van de demonstratiefunctie uitschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld (blz. 28). Gebruik maken van de NETWORKfunctie Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek luisteren die opgeslagen is op de aangesloten mediaserver. Een server kiezen U kunt uw gewenste mediaserver als uw standaardserver kiezen. Op deze wijze kunt u voorkomen, dat u iedere keer deze keuze moet maken, als u gebruik maakt van de NETWORKfunctie. Tip Met behulp van dit systeem kunt u naar muziek luisteren, die opgeslagen is op servers, die voldoen aan de DLNA-richtlijn. 1 2 3 Activeer de door u gewenste mediaserver op uw computer. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Druk op NETWORK. Tijdens het knipperen van "Configuring" op de display, wordt de display automatisch ingesteld. Schakel het apparaat gedurende deze tijd niet uit. 4 5 "MEDIA SERVERS?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op . of > om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. De gekozen server is ingesteld als de standaardserver. 12NL Keuze van de M-crew Server als mediaserver De volgende aanduidingen verschijnen op de display. Opmerking Bij gebruik van de M-crew Server als mediaserver kunt u alleen de volgende functies gebruiken. – MUSIC LIBRARY – LIBRARY SEARCH – PLAYLIST MODE – FAVORITE PLAYLIST – Gebruikersprofiel – WEB RADIO Tip Als de netwerklamp snel knippert, verschijnt op dat moment ook een melding op het display (zie blz. 33). Om de melding nogmaals te controleren, drukt u op ENTER of een andere toets terwijl [NET] op het display wordt afgebeeld. Gebruik maken van de NETWORK-functie De momenteel gekozen server* * Deze aanduidingen worden ook getoond bij gebruik van een andere mediaserver dan de M-crew Server. Tip U kunt de keuze van de standaardserver ongedaan maken door een andere server te kiezen (blz. 19). Controle van de netwerkstatus Netwerklampje Netwerklampje Systeemstatus Het systeem communiceert met knippert langzaam de server. gaat branden De NETWORK-functie is in gebruik. Er is een fout opgetreden. knippert snel 13NL 2 MUSIC LIBRARY Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat de gewenste functie verschijnt. Kies Naar muziek luisteren die opgeslagen is op uw computer (Disc-functie) (Artiest-functie) U kunt, via de luidspreker van het systeem, luisteren naar de muziek, die opgeslagen is op uw computer. Zorg ervoor dat de audiobestanden op de mediaserver geregistreerd zijn. (Afspeellijstfunctie) 1 3 Voor het afspelen van Met deze functie kunt u naar albums luisteren die gesorteerd zijn volgens de discgegevens van de tracks Met deze functie kunt u naar albums luisteren die gesorteerd zijn volgens de artiestgegevens van de tracks Met deze functie kunt u naar afspeellijsten luisteren gemaakt door M-crew Server en de favoriete afspeellijsten die zijn geregistreerd in de M-crew Server. Druk op N. Opmerking 2 3 X ALBUM +/– x ./> 1/ALL m/M REPEAT 1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om over te schakelen op de MUSIC LIBRARY-functie. (Disc-functie) (Artiest-functie) (Afspeellijst-functie) 14NL Afhankelijk van het aantal tracks, dat in de server geregistreerd staat, kan het enige tijd duren voordat weergave begint. Overige bedieningen Een album zoeken Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. — LIBRARY SEARCH Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. U kunt in de functie DISC MODE of ARTIST MODE naar een album zoeken. Een album te kiezen Druk herhaaldelijk op ALBUM +/–. 1 Een track te kiezen Druk herhaaldelijk op . of >. Een bepaald Houd tijdens het afspelen m of punt in een track M ingedrukt en laat deze los te vinden wanneer het gewenste punt is bereikt. Herhaaldelijke weergave (Repeat Play) Druk herhaaldelijk op REPEAT tijdens het afspelen totdat "REP" of "REP1" verschijnt. REP: Voor alle geregistreerde tracks. REP1: Slechts één track. Druk, om herhaaldelijke weergave te annuleren, herhaaldelijk op de toets REPEAT totdat "REP" en "REP1" verdwijnen. 2 3 Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat " (Disc-functie)" of " (Artistfunctie)" verschijnt. Druk op LIBRARY SEARCH. Gedurende een seconde verschijnt "LIBRARY SEARCH", daarna brandt "SEARCH". 4 Herhaal de volgende handelingen om naar het album te zoeken. Handeling Drukt u Verander het teken op ./> de plaats van de cursor herhaaldelijk (knipperend teken) Weergave van Druk herhaaldelijk op 1/ALL totdat alle tracks in het "1ALBM" verschijnt. gekozen album Voor weergave van alle geregistreerde tracks, moet u herhaaldelijk op de toets 1/ALL drukken, totdat "ALL ALBM" verschijnt. Verplaats de cursor herhaaldelijk CURSORT of CURSORt Laat de albums zien herhaaldelijk ALBUM waarvan de titels +/– overeenkomen met de tekens die voorkomen van het begin tot de cursorpositie. Opmerking Het is mogelijk dat, bij gebruik van een andere mediaserver dan de M-crew Server, de toetsen X en m/M niet werkzaam zijn bij sommige tracks. Druk herhaaldelijk op NETWORK om over te schakelen op de MUSIC LIBRARY-functie. MUSIC LIBRARY Om 5 Druk op ENTER of N. Weergave begint vanaf de eerste track in het gekozen album. Opmerkingen • Gebruik van de functie Library Search is niet mogelijk met een andere mediaserver dan de bijgeleverde M-crew Server. • Zoeken naar een album in de PLAYLIST MODEfunctie is niet mogelijk. 15NL Luisteren naar muziek in een afspeellijst — PLAYLIST U kunt luisteren naar tracks die geregistreerd zijn in de AFSPEELLIJST op uw computer. 1 2 3 4 Druk herhaaldelijk op NETWORK om over te schakelen op de MUSIC LIBRARY-functie. Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat " (Afspeellijst-functie)" verschijnt. Luisteren naar muziek in een favoriete afspeellijst — Registratie FAVORITE PLAYLIST/ Weergave FAVORITE PLAYLIST Wat is een FAVORITE PLAYLIST? Met behulp van dit systeem kunt u de tracks op uw computer registreren in een favoriete afspeellijst, waardoor alleen weergave van tracks, waar u naar wilt luisteren, mogelijk is. Voor elk profiel kan een favoriete afspeellijst samengesteld worden, en elke favoriete afspeellijst kan maximaal 100 tracks bevatten. Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– om de gewenste afspeellijst te kiezen. Druk op N. Opmerking Soms is het mogelijk dat u de Playlist Library-functie niet kunt gebruiken met een andere mediaserver dan de bijgeleverde M-crew Server. 1 FAVORITE CALL FAVORITE DELETE ENTER Registratie van tracks in een favoriete afspeellijst en weergave daarvan 16NL 1 Druk, tijdens weergave of in de pauzestand van de gewenste track op FAVORITE ADD. "FAVORITE" wordt afgebeeld. 2 Herhaal, nadat "FAVORITE" verdwijnt, stap 1, om de gewenste tracks te registreren. Weergave van de favoriete afspeellijst 1 Druk herhaaldelijk op NETWORK om over te schakelen op de functie MUSIC LIBRARY. 2 Gebruik van de profiel functie — USER PROFILE Druk op FAVORITE CALL. Tip Weergave van de favoriete afspeellijst is ook mogelijk op de volgende wijze: 1. Druk herhaaldelijk op LIBRARY MODE totdat " (Afspeellijst-functie)" verschijnt. 2. Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– totdat "FAVORITE" verschijnt. Tracks uit de favoriete afspeellijst verwijderen 1 Druk op N of X om de track, die u uit de favoriete afspeellijst wilt verwijderen, weer te geven of om weergave daarvan te pauzeren. 2 Druk op FAVORITE DELETE. "DELETE?" wordt afgebeeld. 3 Druk op ENTER. "Deleting" verschijnt en "Complete!" verschijnt. Opmerkingen • Bij bewerking van een track in een album, dat op uw computer, geregistreerd is in een favoriete afspeellijst, wordt de track automatisch uit de favoriete afspeellijst verwijderd. (behalve bij wijziging van de tracknaam) • Tijdens weergave van een track uit een favoriete afspeellijst is het niet mogelijk om, door op FAVORITE ADD te drukken, de track in een favoriete afspeellijst te registreren. • Wanneer u op FAVORITE DELETE drukt, wordt de track gewist van de FAVORITE PLAYLIST maar blijft in de Music Library staan. USER PROFILE 1 – 5 MUSIC LIBRARY Het afspelen begint. Als een NAS-CZ1-systeem door meerdere gebruikers gebruikt wordt, kunt u aan elke gebruiker een USER PROFILE-toets toewijzen, zodat elke gebruiker het systeem naar eigen wens kan gebruiken. Als het NAS-CZ1-systeem slechts door een gebruiker gebruikt wordt, kunt u verschillende genres of instellingen aan deze toetsen toewijzen. De functies, die voor elke toets afzonderlijk ingesteld kunnen worden, zijn als volgt. – weergegeven MUSIC LIBRARY of WEBRADIO – uw instellingen van de functie LIBRARY MODE – PLAYLIST – FAVORITE PLAYLIST – weergegeven albums en tracks – de gebruikte functie REPEAT – de gebruikte functie 1/ALL Druk op een van de USER PROFILE 1 – 5toetsen. De functie verandert automatisch naar NETWORK en weergave begint vanaf het punt waar de desbetreffende gebruiker het de vorige keer gestopt heeft. wordt vervolgd 17NL Opmerkingen • De instellingen van de functie NETWORK worden opgeslagen door de functie USER PROFILE. De instellingen van de functies CD, TUNER en ANALOG IN worden niet opgeslagen. • Gebruik van de functie USER PROFILE is niet mogelijk met een andere mediaserver, dan de bijgeleverde M-crew Server. Tips • Bij wijziging van de functie NETWORK, door middel van NETWORK, wordt het eerder gebruikte USER PROFILE geactiveerd. • U kunt profielen toekennen aan de toetsen USER PROFILE 1 – 5. Raadpleeg voor verdere informatie de on line helpfunctie op de bijgeleverde cd. Bewerking van geregistreerde audiobestanden Bewerking van tracks, geregistreerd in de M-crew Server op uw computer, is mogelijk. Voor details moet u de online helpfunctie, die te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen. WEB RADIO Met de M-crew Server naar de webradio luisteren Met de M-crew Server kunt u naar de uitzendingen op de webradio luisteren. Stel eerst de voorkeurzenders van de webradio op uw computer in. 1 2 Druk herhaaldelijk op NETWORK om over te schakelen op de functie WEB RADIO. Druk herhaaldelijk op ALBUM +/– totdat de gewenste radiozender verschijnt. 3 Druk herhaaldelijk op . of > totdat het gewenste programma verschijnt. 4 Druk op N. Weergave van een webradioprogramma beëindigen Druk op x. Bewerken van webradioprogramma's Webradioprogramma's kunnen alleen met de aangesloten computer bewerkt worden. Voor details moet u de online helpfunctie, die te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen. Opmerkingen • Gebruik van de webradio-functie is niet mogelijk met een andere mediaserver, dan de bijgeleverde M-crew Server. • Als de uitzendingen van de webradio niet hoorbaar zijn via de luidspreker van het systeem, moet u controleren of de uitzending wel te horen is vanuit de M-crew Server op de computer. • De toetsen X, m en M werken niet voor deze functie. 18NL Onderdeel Geavanceerde netwerkinstellingen Gebruik van het netwerkmenu VERSION? Met behulp van het netwerkmenu kunnen verscheidene netwerkinstellingen gerealiseerd worden. Zie REGISTRATION? "Handmatige registratie van het systeem op uw computer" (blz. 21). 4 (Geeft de systeemversie weer) Druk op ENTER. Het netwerkmenu uitschakelen 1 Controleren van de netwerkinstellingen 1 3 4 1 2 3 2 2 Druk op NETWORK. Druk op MENU. Druk herhaaldelijk op . of > om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. Onderdeel Kies "NETWORK INFO?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op . of > om het onderdeel te kiezen, dat u wilt controleren, druk daarna op ENTER. Bij elke druk op ENTER verandert de display als volgt: NETWORK TYPE? t DHCP* t IP ADDRESS? t IP-adres* t SUBNET MASK? t Subnetmasker* t MAC ADDRESS? t Mac-adres t NETWORK INFO? WEB RADIO/Geavanceerde netwerkinstellingen Druk op MENU. * Weergave op de display kan, afhankelijk van de inhoud, verschillen. Zie NETWORK INFO? "Controleren van de netwerkinstellingen" (blz. 19). NETWORK SETUP? "Netwerkinstellingen maken" (blz. 20). CONNECT? "Opnieuw verbinding maken met het netwerk" (blz. 21). MY NAME? "Controleren van de systeemnaam" (blz. 21). MEDIA SERVERS? "Een andere server kiezen" (blz. 21). 19NL Netwerkinstellingen maken Standaard krijgt het systeem automatisch een IP-adres toegewezen. Volg, indien nodig, onderstaande procedure om handmatig een IPadres toe te wijzen. U wordt geattendeerd op het feit dat handmatige toewijzing van een IP-adres aan het systeem niet nodig is, bij gebruik in een configuratie met een router met DHCP-service. Druk op ENTER. "NETWORK SETUP?" wordt afgebeeld. 10 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "CONNECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Als "Configuring" knippert is de instelling voltooid. Terugkeren naar de standaardinstelling 1 Kies "NETWORK SETUP?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. Kies "NETWORK SETUP?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. 2 2 Druk herhaaldelijk op . of > totdat "NETWORK TYPE?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op . of > totdat "NETWORK TYPE" verschijnt en druk daarna op ENTER. 3 3 Druk herhaaldelijk op . of > totdat "STATIC IP?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op .of > totdat "DHCP?" verschijnt en druk daarna op ENTER. 4 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "CONNECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. 1 "IP ADDRESS?" wordt afgebeeld. 4 Druk op ENTER. Het huidig ingestelde IP-adres verschijnt. 5 Druk herhaaldelijk op . of > om de cijfers van het IP-adres in te voeren. Druk herhaaldelijk op m of M om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. 6 Druk op ENTER. "SUBNET MASK?" wordt afgebeeld. 7 Druk nogmaals op ENTER. Het huidig ingestelde subnetmasker verschijnt. 8 Druk herhaaldelijk op . of > om de cijfers van het subnetmasker in te voeren. Druk herhaaldelijk op m of M om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. 20NL 9 Als "Configuring" knippert, is de instelling van het systeem teruggekeerd naar de automatische toewijzing van een IP-adres. Opnieuw verbinding maken met het netwerk Kies "CONNECT?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. "Configuring" begint te knipperen. Het systeem is weer verbonden met het netwerk. Bij aansluiting van het systeem op uw computer en na installatie van de M-crew Server-software, wordt het systeem automatisch geregistreerd in het register van uw computer. Registreer, voor een hogere beveiliging, het systeem op uw computer handmatig. 1 Kies "MY NAME" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. Kies "REGISTRATION?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. Op de display van het systeem verschijnt de afteldisplay. De systeemnaam verschijnt. Opmerking Controle van de systeemnaam is alleen mogelijk met de M-crew Server. 2 Een andere server kiezen 1 2 Kies "MEDIA SERVERS?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. Druk herhaaldelijk op . or > om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. Opmerking U kunt uit maximaal 10 servers kiezen. Klik achtereenvolgend op [Start] – [Alle programma's] – [M-crew Server] – [TOOLS] – [EQUIPMENT LIST] om de display op de M-crew Server zichtbaar te maken. Geavanceerde netwerkinstellingen Controleren van de systeemnaam Handmatige registratie van het systeem op uw computer Voor details moet u het Installatievoorschrift, dat te vinden is op de bijgeleverde CD-ROM, raadplegen. 3 Klik op uw computer op [Add] terwijl de afteldisplay getoond wordt. De aanmelding in het register begint. Als de aanmelding voltooid is, verschijnt "Complete!" op de display van het systeem. Opmerkingen • Na een onvolledige aanmelding verschijnt "Incomplete!" op de display van de systeem. • Stap 3 moet binnen 5 minuten na voltooiing van stap 1 uitgevoerd worden. 21NL CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen 1 2 Druk op Z OPEN van het systeem. Plaats een disc met de labelkant naar boven gericht in de dischouder. Een disc afspelen — Normale afspeelfunctie/ Willekeurige afspeelfunctie Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3audiotracks afspelen. Voorbeeld: Als een disc geplaatst is TRK Tracknummer 1 2 3 Afspeelduur Druk herhaaldelijk op FUNCTION om over te schakelen op de CD-functie. Druk op N. Overige bedieningen Druk nog een keer op Z OPEN van het systeem om de deksel van de disklade te sluiten. Opmerkingen • Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere vreemde voorwerpen zitten, omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. • Plaats geen disc van 8 cm met behulp van een discadapter. Als u dit doet, kan een storing in het apparaat optreden. • Als u een disc eruit haalt, pakt u deze aan de rand vast. Raak het oppervlak niet aan. • Houd de lens van de CD-speler schoon en raak deze niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd raken en de CD-speler niet naar behoren werken. Om Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Een track te kiezen Druk herhaaldelijk op . of >. Een album (map) Druk herhaaldelijk op ALBUM + of – na stap 1. met MP3audiotracks te kiezen1) Alleen alle MP3audiotracks in het gekozen album weer te geven Druk herhaaldelijk op 1/ALL totdat "1ALBM" verschijnt. Druk, voor weergave van alle MP3-audiotracks op de disc, herhaaldelijk op 1/ALL totdat "ALL ALBM" verschijnt. Een bepaald punt Houd tijdens het afspelen m of in een track te M ingedrukt en laat deze los vinden wanneer het gewenste punt is bereikt. 22NL Om Doet u het volgende Herhaaldelijk weergave (Repeat Play)2) Druk tijdens de weergave herhaaldelijk op REPEAT totdat "REP" of "REP1" wordt afgebeeld. REP: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een disc, of alle MP3audiotracks op een disc. REP1: Slechts één track. Druk, om herhaaldelijk weergave te annuleren, herhaaldelijk op REPEAT totdat zowel "REP" als "REP1" verdwijnen. Een disc te verwijderen Druk op Z OPEN van het systeem. 1) Mogelijkerwijs • Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen enige tijd duren. • Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle tracks op de disc. Als er albums of niet-MP3-audiotracks op de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3-audiotrack begint met afspelen. • Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere track dan MP3 op een disc bestemd voor MP3gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3audiotracks geen ander soort geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan. • Een album dat geen MP3-audiotracks bevat wordt overgeslagen. • Het maximale aantal albums: 150 (inclusief de hoofdmap) • Het maximaal aantal MP3-audiotracks en albums dat een disc kan bevatten, bedraagt 300. • Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden. • MP3-audiotracks worden afgespeeld in dezelfde volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen. • Afhankelijk van de gebruikte software voor geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of opnamemedium bij het schrijven van de MP3audiotracks, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart zoals de onmogelijkheid van het afspelen, geluidsonderbrekingen en ruis. • Tijdens het afspelen van een MP3-audiotrack kan in de volgende gevallen de indicatie van de verstreken afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd. – Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate) MP3-audiotrack – Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen (handmatig zoeken) • Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat "REP1" geannuleerd wordt. CD/MP3 – Afspelen is het zoeken in meerdere bestanden niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de tijdsduur van sommige bestanden niet correct afgebeeld wordt. 2) Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van de bewuste track oneindig herhaald, tot het moment dat "REP1" geannuleerd wordt. Opmerkingen Tip Druk, voor herhaaldelijk weergave van alle MP3audiotracks in een album, herhaaldelijk op 1/ALL totdat "1ALBM" verschijnt. 23NL 5 Tuner Voorprogrammeren van radiozenders U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk van die zenders door eenvoudig het bijbehorende voorkeurnummer te kiezen. Voorprogrammering met automatische afstemming U kunt automatisch afstemmen op alle radiozenders die in uw gebied ontvangen kunnen worden en daarna de frequentie van de gewenste radiozenders opslaan. 1 2 3 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" op de display verschijnt. Druk op TUNING + of –. De frequentie verandert terwijl het systeem scant naar een radiozender. Het scannen stopt automatisch wanneer op een radiozender is afgestemd. Op dat moment verschijnen "TUNED" en "ST" (alleen voor stereo-uitzendingen). Indien "TUNED" niet verschijnt en het doorzoeken van de frequenties niet stopt Stel de frequentie van de gewenste zender in zoals beschreven onder "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 24). 4 Druk op TUNER MEMORY. Het voorkeursnummer knippert. Voer de stappen 5 en 6 uit terwijl het voorkeursnummer knippert. TUNED Voorkeursnummer 24NL 6 7 Druk op de toets TUNING + of – om het gewenste voorkeursnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Tip Druk op TUNING MODE om te stoppen met zoeken naar frequenties. Voorprogrammering met handmatige afstemming U kunt handmatig afstemmen op de gewenste radiozenders en daarna de frequentie ervan opslaan. 1 2 3 4 5 6 7 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op TUNING + of – om op de gewenste radiozender af te stemmen. Druk op TUNER MEMORY. Druk herhaaldelijk op TUNING + of – om het gewenste voorkeursnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Luisteren naar de radio Af te stemmen op Volg de procedure die wordt een zender met een beschreven in zwak signaal "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 24). U kunt naar een radiozender luisteren door een voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door handmatig af te stemmen op de zender. Een andere radiozender in te stellen op een bestaand voorkeursnummer Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender Na stap 4, druk herhaaldelijk op TUNING + of – om het voorkeursnummer te kiezen waaronder u de radiozender wilt programmeren. Het AM afsteminterval wijzigen (niet op Europees model) Programmeer eerst de voorkeurzenders in het geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 24). 1 2 3 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "PRESET" op de display verschijnt. Tuner Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Druk op ?/1 terwijl u tegelijkertijd FUNCTION op het systeem ingedrukt houdt. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde procedure. — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Druk herhaaldelijk op TUNING + of – om de gewenste voorkeurzender te kiezen. Tips • Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of indien er een stroomonderbreking optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een halve dag in het geheugen bewaard. • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde radiozender — Handmatig afstemmen 1 2 3 Druk herhaaldelijk op TUNER BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van de display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op TUNING + of – om op de gewenste radiozender af te stemmen. Tips • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan herhaaldelijk op FM MODE totdat "MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. 25NL Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (alleen het Europese model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Opmerking RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor meer informatie over RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Kies een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op de display verschijnen. De RDS-informatie controleren Bij elke druk op DISPLAY verandert de display als volgt: Zendernaam* t Voorkeursnummer en de frequentie * Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen, is het mogelijk dat de zendernaam of de programmasoort niet op de display verschijnt. 26NL Geluidsregeling Timer Regeling van het geluid Inslapen met muziek — Slaaptimer Een dynamischer geluid creëren (Dynamic Sound Generator X-tra) Druk op DSGX. Bij iedere druk op deze toets, verandert het display als volgt: DSGX OFF y DSGX ON Geluidseffect kiezen Druk herhaaldelijk op PRESET EQ om de gewenste voorkeurszender te kiezen. Het geluidseffect controleren Druk eenmaal op PRESET EQ. Het geluidseffect uitschakelen Druk op SLEEP. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: 90min t 80min t … t 10min t OFF Overige bedieningen Om Drukt u De resterende tijd Eenmaal op SLEEP. te controleren De uitschakeltijd Herhaaldelijk op SLEEP om de te wijzigen gewenste tijd te kiezen. De Slaaptimer te Herhaaldelijk op SLEEP totdat annuleren "OFF" verschijnt. Geluidsregeling/Timer Bij iedere druk op de toets verandert de instelling van het geluidseffect als volgt: ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t DANCE t FLAT U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. Druk herhaaldelijk op PRESET EQ totdat "FLAT" op de display verschijnt. 27NL Informatie op het display afbeelden Display Uitschakelen van de display — Energiebesparingsmodus De demonstratie-display (het displayvenster en de toetsen zijn verlicht en knipperen, zelfs als het systeem uitgeschakeld is) kan uitgeschakeld worden om energieverbruik in de stand-by-stand te verminderen (Energiebesparende functie). Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het systeem uitgeschakeld, totdat de demonstratiedisplay is verdwenen. De energiebesparingsmodus uitschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. Iedere keer als u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: Demonstratiedisplay y Geen display (energiebesparingsmodus) Tip De ?/1 indicatie gaat banden in de energiebesparingsmodus. De resterende tijd en de titels controleren U kunt de verstreken afspeelduur en de resterende afspeelduur van de huidige track of die van de hele disc op de display controleren. Als het apparaat een MP3-disc vaststelt, wordt de "MP3" indicator afgebeeld op de display. Druk op DISPLAY in de NORMALafspeelfunctie. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: x Bij het afspelen van een CD/MP3 Huidige tracknummer en verstreken weergavetijd t Huidige tracknummer en resterende afspeeltijd of "– –.– –"1) t Resterende afspeeltijd van de disc of "– –.– –"1) t Tracktitel (alleen CD-TEXT-disc of disc met MP3-audiotracks2)) t Lagetonenniveau of albumnaam (alleen disc met MP3-audiotracks) x Bij weergave van een MUSIC LIBRARY Huidige tracknummer en verstreken weergavetijd t Huidige tracknummer en resterende afspeeltijd t Tracktitel t Albumnaam t Discgegevens van de track t Artiestgegevens van de track x Bij weergave van de webradio Programmanaam t Zendernaam t Programmanummer en verstreken weergavetijd 1) 2) 3) 28NL Resterende weergavetijd wordt niet getoond voor discs met MP3-audiotracks. Als de cd-tekst van de cd meer dan 20 tracks bevat, wordt de titel van de huidige track, met ingang van track 21, niet meer weergegeven. Als u een track afspeelt met een ID3-tag versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-tag geeft alleen de tracktitel informatie weer. De totale weergavetijd en de titels controleren De tunerinformatie op de display afbeelden Druk in de stopstand op DISPLAY. Druk op DISPLAY terwijl u naar de radio luistert. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: x Terwijl de CD/MP3 in de stopstand staat Het totale aantal tracks of het totale aantal albums1) en de totale weergavetijd t Disctitel3) of lagetonenniveau4) of albumnaam2) 1) 2) 3) 4) Voor discs met MP3-audiotracks in de functie ALL ALBM Voor discs met MP3-audiotracks in de functie 1ALBM Voor discs met CD-TEXT Bij discs met MP3-audiotracks, is het mogelijk dat, afhankelijk van de afspeelfunctie, de albumnamen of het volumelabel niet wordt weergegeven. x Met de functie MUSIC LIBRARY in de stopstand • Als het album is gekozen in de stopstand • Als de track is gekozen in de stopstand Tracknummer t Track informatie Opmerkingen x Bij weergave van de FM/AM radio Zendernaam1) t Voorkeursnummer2) en frequentie 1) 2) Alleen model voor Europa, als in de FM-functie een naam wordt ontvangen van een zender met Radio Data System Het voorkeursnummer wordt alleen getoond als u radiozenders opslaat (blz. 24). Om een lange naam bewegend te laten verschijnen Druk op SCROLL. De titel verschijnt bewegend op de display. Druk, om het scrollen van de titel in de pauzestand te zetten, nog een keer op SCROLL. Opmerking Scrollen is niet mogelijk wanneer: – u naar de FM of AM radio luistert. – u luistert naar het geluid van een optionele component. Display Het totale aantal tracks in het album en de totale weergavetijd t Album informatie Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: • De aanduiding "– – –" verschijnt als het aantal van de tracks in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan 999. • De aanduiding "– – – . – –" verschijnt als de weergavetijd in de "MUSIC LIBRARY" meer is dan 999 minuten en 59 seconden. 29NL Optionele componenten Aansluiten van optionele componenten U kunt uw systeem uitbreiden door optionele componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd. Luisteren naar het geluid van een aangesloten component 1 Sluit de audiokabel aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 30. 2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION om over te schakelen op de functie ANALOG IN. Begin met het afspelen van de aangesloten component. Vanaf de digitale uitgangsaansluitingen van een optionele, analoge component Optionele, analoge component A ANALOG IN aansluiting Gebruik een geluidskabel (niet bijgeleverd) voor aansluiting van een optisch analoge component (MD-speler, videospeler, enz.) op dit aansluitpunt. U kunt dan luisteren naar het geluid van de component. 30NL Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen In het geval u een probleem met uw systeem ondervindt, gaat u als volgt te werk: 1 Zorg ervoor dat het netsnoer op de juiste wijze en stevig aangesloten is. 2 Zoek uw probleem op in onderstaande controlelijst en voer de corrigerende handelingen uit. Indien het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Algemeen De display begint te knipperen zodra u de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt zonder dat u het apparaat hebt ingeschakeld. • Druk op ?/1 terwijl het apparaat uitgeschakeld is. De demonstratie verdwijnt. Er is geen geluid. • Druk op VOL + of VOLUME + op het systeem. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op het netsnoer. De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor van het apparaat. • Vernieuw de CR2025 batterij. • Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting. Op het televisiescherm zijn kleurafwijkingen zichtbaar. • Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de onregelmatige kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de luidsprekers verder van het TV-toestel. Netwerk De gewenste server wordt niet gevonden. • Controleer de netwerkinstellingen van uw computer. • Activeer de server die u op uw computer wilt gebruiken. • Controleer de netwerkinstellingen. • Stel de breedbandrouter of hub op juiste wijze in. Voor detail moet u de gebruiksaanwijzing van de breedbandrouter of hub raadplegen. • Als u een andere firewall instelt dan die bij het besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u Problemen oplossen in de installatiehandleiding die op de bijgeleverde cd te vinden is. • Verminder het aantal aangesloten servers naar 10 of minder (blz. 21). • Vervang de netwerkkabel (Ethernet) door een nieuw exemplaar. • Voer onderstaande procedure uit en sluit de server weer aan. 1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. 2. Druk herhaaldelijk op ./> om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. Op de server geregistreerde tracks kunnen niet door het systeem gekozen worden. • Het kan voorkomen dat trackkeuze, weergave en andere systeemhandelingen niet mogelijk zijn met andere servers dan de M-crew Server. Optionele componenten/Verhelpen van storingen De voorkeursinstellingen van de radio zijn geannuleerd. • Voer "Voorprogrammeren van radiozenders" (blz. 24) nog een keer uit. Het systeem kan niet worden ingeschakeld ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt. • Controleer of het netsnoer is aangesloten op een stopcontact. wordt vervolgd 31NL De disc slaat over. • Het overslaan van geluid kan in de volgende gevallen plaatsvinden: – Tijdens het opnemen van muziek op de server – Als op de computer veel programma's draaien – Als het netwerk druk bezet is – Bij gelijktijdige weergave van een aantal systemen Tracknamen worden niet getoond. • Sommige tekens kunnen niet door het systeem zichtbaar gemaakt worden, zelfs als ze op de server geregistreerd zijn en weergegeven worden. Het uitvoeren van de bedieningscommando’s vergt enige tijd. • Afhankelijk van de toestand van de server, kan het enige tijd duren voordat de bediening wordt uitgevoerd. Als u bijvoorbeeld op m/M drukt en er geen reactie volgt, houdt u m/M enige tijd ingedrukt. Daarna zou de bediening moeten worden uitgevoerd. CD/MP3-speler Abnormaal geluid is hoorbaar. • Controleer of er een disc geplaatst is, die niet door het systeem weergegeven kan worden. Het afspelen begint niet. • Controleer of er een disc in het apparaat zit. Het disclampje brandt als er een disc geplaatst is. • Veeg de disc schoon (blz. 35). • Vervang de disc. • Plaats een disc die dit systeem kan lezen. • Plaats de disc op correcte wijze. • Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af, laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. • Druk op N om het afspelen te starten. De disc slaat over. • Veeg de disc schoon (blz. 35). • Vervang de disc. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). MP3-audiotracks kunnen niet worden afgespeeld. • De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO9660 Level 1 of Level 2-formaat, of Joliet in het expansieformaat. • De MP3-audiotrack heeft niet de extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2, 2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden afgespeeld. MP3-audiotracks duren langer om af te spelen dan andere. • Na inlezen van alle tracks op de discs kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien: – het aantal albums of tracks op de disc zeer groot is. – de indeling van de albums en tracks zeer complex is. De titel van het album, de tracktitel en de ID3tag worden niet juist weergegeven. • Gebruik een disc die voldoet aan ISO 9660 Level 1, Level 2, of Joliet in het expansieformaat. • Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of versie 2. Tuner Er is veel brom of ruis. Zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 24). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 10). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt uit te schakelen. Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op FM MODE totdat "MONO" uit gaat. 32NL Optionele componenten Er is geen geluid. • Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid." en controleer de situatie van het systeem. • Sluit de component goed aan (blz. 30) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten component en begin met het afspelen. • Druk herhaaldelijk op FUNCTION om "ANALOG IN" te kiezen (blz. 30). Het geluid is vervormd. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Haal de stekker uit het stopcontact. 4 Druk tegelijkertijd op de toetsen x, USER PROFILE 5 en ?/1, van het systeem. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U moet de instellingen die u gemaakt had, zoals de voorkeurszenders, opnieuw instellen. Als een melding wordt afgebeeld tijdens het gebruik van het systeem, volgt u de onderstaande procedures om het probleem te corrigeren. Netwerk Cannot Play • Weergave van de track is in volgende gevallen niet mogelijk: – Bemonsteringsfrequentie is geen 32 kHz, 44,1 kHz of 48 kHz. – De track wordt niet aangeleverd als linear PCM geluid. – De geluidsoort van de track is geen een- of tweekanaals. – Bemonsteringsresolutie (kwantisatie) van de track is geen 16-bit. – De server is bezig. Check Network • Controleer of de netwerkkabel (Ethernet) tussen het systeem en de hub of router goed aangesloten is. • Controleer of de hub of router ingeschakeld is. IP Conflict • Stel de IP-adressen van het systeem en andere apparatuur op het netwerk eenduidig (zonder duplicatie) in (blz. 20). No album • Registreer de track zoals voorgeschreven in de gebruiksaanwijzing van de aangesloten server. • Voer onderstaande procedure uit en sluit de server weer aan. 1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. 2. Druk herhaaldelijk op ./> om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. Verhelpen van storingen 1 2 3 Meldingen wordt vervolgd 33NL No Server • Activeer de server. De M-crew Server kan op de volgende wijze geactiveerd worden: Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en klik daarna op "Start Music Service" in het menu. • Het is mogelijk dat de M-crew Server het systeem niet herkent. Voer onderstaande procedure uit en controleer of de M-crew Server het systeem herkent: 1. Klik achtereenvolgens op [Start] – [Alle programma's] – [M-crew Server] – [TOOLS] – [EQUIPMENT LIST]. 2. Als de naam van het systeem niet voorkomt in de lijst, die in stap 1 zichtbaar gemaakt wordt, moet de registratie van het apparaat uitgevoerd worden. Voor details moet u de helpgebruiksaanwijzing of het installatievoorschrift van de M-crew Server raadplegen. • Als u een andere firewall instelt dan die bij het besturingssysteem werd geleverd, raadpleegt u Problemen oplossen in de installatiehandleiding die op de bijgeleverde cd te vinden is. • Voer de TCP/IP-instellingen van het systeem en de computer op de juiste wijze in (blz. 20). Select Server • Voer onderstaande procedure uit en sluit de server weer aan. 1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. 2. Druk herhaaldelijk op ./> om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. Server Error • Voer onderstaande procedure uit en sluit de server weer aan. 1. Kies "MEDIA SERVERS?" in het netwerkmenu (blz. 19), druk daarna op ENTER. 2. Druk herhaaldelijk op ./> om de gewenste mediaserver te kiezen en druk daarna op ENTER. Server Close • Activeer de server. De M-crew Server kan op de volgende wijze geactiveerd worden: Rechtsklik op het pictogram op de taakbalk, en klik daarna op "Start Music Service" in het menu. • Als u de netwerkinstellingen op uw computer wilt wijzigen moet u de server op dit systeem opnieuw activeren. De melding verdwijnt na een korte tijd. 34NL WebRadio Error • Registreer een station waarmee weergave op de M-crew Server mogelijk is. • Verbinding maken kan, afhankelijk van de belasting op de internetaansluiting, moeilijk zijn. Wacht een poosje en voer de handelingen opnieuw uit. CD/MP3 No Disc • Er is geen disc in de speler geplaatst. Ontwikkeling van hitte Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen De naamplaat bevindt zich buiten op de onderkant. Voor uw veiligheid • Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. Installeren Bediening • Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Opmerkingen over discs • Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het middengat naar de buitenrand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, verdunner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spray bedoeld voor langspeelplaten. • Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct zonlicht. • Gebruik geen discs waaromheen een beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het systeem optreden. Aanvullende informatie • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. • Plaats het systeem niet naast een televisie. • Dit systeem is niet magnetisch afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TV-toestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TVtoestel te plaatsen. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaan (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Indien u dit systeem voortdurend op een hoog volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. • Om een defect te voorkomen, mag u de ventilatieopening niet afdekken. wordt vervolgd 35NL • Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te halen en kan een storing in het systeem optreden. Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft voordat u deze op de disclade plaatst. De volgende soorten discs mogen niet worden gebruikt: – Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte etiketten waarvan de lijm buiten het etiket uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is gerafeld. – Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die kleverig aanvoelt. Reiniging van de behuizing Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuursponsjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of alcohol. Technische gegevens Hoofdapparaat Versterker Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 7,5 + 7,5 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 10 + 10 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Ingangen ANALOG IN (mini-aansluiting): Gevoeligheid 450 mV, impedantie 10 kohm Uitgangen PHONES (mini-aansluiting): voor aansluiten van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of hoger CD-speler Systeem Laser Frequentiebereik 36NL Compact disc en digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ=770 – 810 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) Tuner Algemeen FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner Stroomvoorziening Amerikaans model: Europees model: FM-tuner Afstembereik Amerikaans model: Europese modellen: Antenne Antenne-aansluitingen Middenfrequentie AM-tuner Afstembereik Amerikaans model: Europees model: Antenne Antenneaansluitingen Middenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz (100-kHz stap) 87,5 – 108,0 MHz (50-kHz stap) FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-raamantenne Aansluiting voor een buitenantenne 450 kHz Stroomverbruik Amerikaans model: Europees model: 120 V wisselstroom, 60 Hz 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 40 W 40 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars ca. 460 × 175 × 190 mm Gewicht Ong. 5,3 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening met batterij (1) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Netwerkkabel (1) M-crew Server CD-ROM (1) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Luidspreker gedeelte Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Woofer: Tweeter: conus-type met diameter 9 cm symmetrisch koepel-type met diameter 2,5 cm 6 ohm Aanvullende informatie Nominale impedantie 2-weg, type met akoestische ophanging 37NL DHCP Verklarende woordenlijst ADSL Afkorting van Asymmetric Digital Subscriber Line. ADSL is een van de soorten breedbandaansluiting. Het maakt gebruik van de gewone koperdraden van de telefoonlijnen en maakt, door een hoogfrequente bandbreedte, transmissie van grote hoeveelheden gegevens, naast de audiosignalen, mogelijk. De snelheid waarmee informatie verzonden wordt (data verzonden door de computer van de gebruiker) is lager dan de snelheid waarmee informatie ontvangen wordt (door de provider verzonden naar de computer van de gebruiker), vandaar de omschrijving "asymmetrisch". De snelheid van de transmissie is afhankelijk van het afgesloten abonnement. Bemonsteringsfrequentie Bij de conversie van analoog geluidsignaal naar een digitale versie, moet deze omgezet worden in nummers (gedigitaliseerd). Dit proces wordt bemonstering genoemd en bemonsteringsfrequentie is het aantal keren per seconde dat het signaal gemeten (bemonsterd) wordt voor de opname. Muziekcd's worden 44.100 keer per seconde bemonsterd, wat een bemonsteringsfrequentie oplevert van 44,1 kHz. Algemeen geldt dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te beter de kwaliteit van de opname. Breedband Algemene naam voor verbindingen die gebruik maken van een brede frequentiebandbreedte voor het, met hoge snelheid, versturen of ontvangen van grote hoeveelheden video- of audiomateriaal. Op dit moment worden ADSL, kabel-tv, FTTH en andere systemen aangeduid als breedband. Breedband router Voor internetaansluitingen met ADSL of via kabel-tv worden zogenaamde ADSL-modems en kabelmodems gebruikt. Voor een internetaansluiting, waarop meerdere computers tegelijkertijd aangesloten zijn, wordt gebruik gemaakt van een breedband router. 38NL Afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol. Een systeem waarbij automatisch de juiste instellingen voor een internetaansluiting toegewezen worden. DLNA Afkorting van Digital Living Network Alliance. De DLNA is een organisatie, zonder winstbejag, die richtlijnen vaststelt voor het ontwerp van apparaten, die in staat zijn onderling digitale data (content) uit te wisselen via netwerken. Voor verdere informatie, zie http://www.dlna.org/. Ethernet Een manier om computers in een Local Area Network (LAN) met elkaar aan te sluiten. Ethernet, ontwikkeld door Xerox Corporation, is de meeste populaire manier geworden om netwerken samen te stellen. Internet Een communicatienetwerk dat computers over de gehele wereld met elkaar in verbinding kan stellen. Het internet bevat vele diensten, zoals email en zoekmachines. Een directe internetaansluiting is met dit systeem niet mogelijk. IP-adres IP-adressen bestaan gewoonlijk uit vier groepen van elk maximaal drie cijfers, gescheiden door een punt (zoals 192.168.239.1). Alle apparaten in een netwerk moeten een IP-adres hebben. ISP Een internetserviceprovider. "Internet Service Provider (ISP)" genaamd. Bedrijven die internetaansluiting aanbieden. LAN Afkorting van Local Area Network. LAN is een algemene naam voor netwerken, die bedoeld zijn voor communicatie tussen apparaten, waaronder computers, printers en faxmachines, in een relatief kleine omgeving zoals kantoren en gebouwen. Router Een apparaat dat netwerken met elkaar verbindt door conversie van de protocollen en de adressen van elk netwerk. Kortgeleden zijn er ook inbel-routers voor de internetaansluiting via ISDN en breedbandrouters voor internetaansluiting via ADSL en kabel-tv op de markt gekomen. De term "router" kan ook op elk van deze apparaten betrekking hebben. Subnetmasker Een gedeelte van het IP-adres, dat verantwoordelijk is voor de identificatie van het subnet, een kleinere groep op het netwerk. Aanvullende informatie 39NL Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentie bladzijden Gebruik van deze bladzijde Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en andere in de tekst genoemde onderdelen van het systeem te kunnen vinden. Nummer van afbeelding r TUNER/BAND qs (24, 25) R R Naam van toets/onderdeel Bijbehorende bladzijde Hoofdapparaat BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE P–Z A–O Afstandsbedieningssensor 8 Displayvenster 9 FUNCTION 2 (22, 30) NETWORK 5 (12, 14, 15, 16, 17, 18, 19) Netwerklampje 5 (13) PHONES-aansluiting q; USER PROFILE 1 – 5 3 (17, 33) VOL. +/– 7 ?/1 (inschakelen/stand-by) 1 (12, 25, 33) Z PUSH OPEN 4 (22) N (afspelen) 6 (14, 18, 22) x (stoppen) 6 (15, 18, 22, 33) 4 5 3 6 2 7 1 q; 9 40NL 8 Afstandsbediening ALFABETISCHE VOLGORDE BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN M–Z A–L ALBUM +/– 9 (15, 18, 22) DISPLAY 2 (26, 28, 29) DSGX qf (27) ENTER 8 (12, 15, 17, 19, 20, 21, 24, 31) FAVORITE ADD q; (16) CALL q; (17) DELETE q; (17) FM MODE qj (25, 32) FUNCTION wd (22, 30) LIBRARY MODE wa (14) SEARCH wa (15) MENU 7 (19) NETWORK qa (12, 14, 15, 16, 17, 18, 19) PRESET EQ 3 (27) REPEAT qj (15, 23) SCROLL qd (29) SLEEP qs (27) TUNER BAND qg (24, 25) TUNER MEMORY 5 (24) TUNING MODE qh (24, 25) TUNING +/– ql (24, 25) USER PROFILE ws (17) VOL +/– 4 ?/1 (inschakelen/stand-by) 1 (12) 1/ALL 6 (15, 22) m/M (terugspoelen/vooruit spoelen) qk (15, 22) TCURSOR/CURSORt qk (15) ./> (spring achteruit/ spring vooruit)* ql (12, 15, 18, 22) N (afspelen)* w; (14, 22) X (pauzeren) w; (15, 22) x (stoppen) w; (15, 22) * De N en . toetsen hebben voelstippen. Gebruik de voelstippen als herkenning bij de bediening van het systeem. wd qa qs 2 qd 0 wa 3 qf 9 w; ql 4 6 5 qg qk qj 8 7 Aanvullende informatie ws 1 qh 41NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435

Sony NAS-CZ1 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding