Sony MHC-WZ5 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
2
NL
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet
ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
WAARSCHUWING
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
3
NL
Over de gebruiksaanwijzing ...................4
Geschikte discs........................................4
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem.....................6
Instellen van de klok...............................8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen.....................................9
Een disc afspelen.....................................9
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie
Herhaald afspelen..................................11
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma samenstellen......11
— PROGRAM-afspeelfunctie
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders....................................13
Luisteren naar de radio..........................15
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)..............................................16
(alleen het Europese model)
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape...........................17
Afspelen van een tape...........................17
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen op een tape ......................18
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op een tape..........19
— Handmatig opnemen
Geluidsregeling
Regeling van het geluid........................ 20
Geluidseffect kiezen............................. 21
Kiezen van het surroundeffect.............. 21
Instelling van de grafische equalizer en
opslaan van de instellingen ............ 21
— Persoonlijk bestand
Timer
Inslapen met muziek............................. 22
— SLEEP-timerfunctie
Ontwaken met muziek.......................... 22
— DAILY-timerfunctie
Timeropname van
radioprogramma’s .......................... 23
Display
Uitschakelen van het display................ 24
— Energiebesparingsmodus
De helderheid van de achterverlichting
van het display instellen................. 24
Afbeelden van informatie over de CD op
het display ...................................... 25
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van optionele
componenten .................................. 26
Luisteren naar het geluid van een
aangesloten component .................. 27
Audio opnemen vanaf een aangesloten
component...................................... 27
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen....................28
Meldingen............................................. 31
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 32
Technische gegevens............................ 33
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentiebladzijden................. 35
Inhoudsopgave
NL
4
NL
• In deze gebruiksaanwijzing worden
hoofdzakelijk bedieningen beschreven met
behulp van de afstandsbediening, maar
dezelfde bedieningen kunnen ook worden
uitgevoerd met behulp van de toetsen op de
CD-speler die (bijna) dezelfde naam hebben.
• De volgende symbolen worden in deze
gebruiksaanwijzing gebruikt.
U kunt volgende discs in het apparaat afspelen.
Afspelen van andere discs is niet mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
•CD-ROM’s
• CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-formaat dat voldoet aan ISO9660*
1
Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie*
2
• Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld
een kaart of een hart).
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
*1
Formaat ISO 9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus.
Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat
8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens
bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie
tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn.
De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens
bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus
mogelijk. Met de Level 2-specificaties is het
mogelijk bestanden en mappen namen te geven van
maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8
boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt
enzovoort.
*2
Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (een track
tegelijk), bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar lead-
out, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de
tweede sessie bevat de data.
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de
tweede en volgende tracks van een sessie.
Over de
gebruiksaanwijzing
Symbool Betekenis
Functies van toepassing voor
audio-CD’s
Functies van toepassing voor
MP3-discs
Geschikte discs
Type disc Disclogo Inhoud
Audio-CD’s Audio
CD-R/CD-RW
(audio)
Audio
CD-R/CD-RW
(MP3
bestanden)
Audio
5
NL
Opmerkingen betreffende CD-R
en CD-RW
• Dit systeem kan CD-R/CD-RW-discs
afspelen die door de gebruiker zijn bewerkt.
Merk echter op dat afspelen van bepaalde
discs onmogelijk kan zijn als gevolg van het
gebruikte opnameapparaat of de toestand van
de disc.
• CD-R en CD-RW-discs die niet zijn
afgewerkt (een bewerking waardoor afspelen
op een normale CD-speler mogelijk wordt),
kunnen niet worden afgespeeld.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd
met copyright-
beveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaastschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyright-
beveiligingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
6
NL
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 5 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde
snoeren en accessoires. Het Australische model is gebruikt voor de afbeeldingen.
Voorbereidingen
Stel de componenten op zoals hieronder is afgebeeld.
1 Sluit de systeembedieningskabels aan
op de SYSTEM CONTROL-
aansluitingen van het tapedeck.
Sluit de stekkers aan op de aansluitingen
met hetzelfde nummer, in de volgorde
aangegeven op het achterpaneel.
Opmerking
De systeemkabel wordt gebruikt voor de overdracht
van voeding en signalen tussen de componenten ten
behoeve van de onderlinge werking.
Let erop dat u de stekker horizontaal in de aansluiting
steekt totdat deze met een klik vergrendeld wordt.
Anders zal het systeem niet juist werken.
2 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen op het tapedeck
en op de aansluitingen op de luidsprekers
zoals hieronder is aangegeven.
Luidsprekers
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
AM-raamantenne
Voorste luidspreker (rechts)
Voorste luidspreker (links)
FM-draadantenne
CD-speler/
Tuner
Versterker/
Tapedeck
Versterker/
Tapedeck
CD-speler/
Tuner
R
L
SP
EA
KER
Grijs (3)Zwart (#)
Grijs (3)Zwart (#)
Voorbereidingen
7
NL
3 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Opmerking
Houd de antennes uit de buurt van de
luidsprekersnoeren.
4 Bij modellen met een
spanningskeuzeschakelaar stelt u
VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
5 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op het display
weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt,
wordt het systeem ingeschakeld en wordt
de demonstratie automatisch beëindigd.
Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact
passen, haalt u de bijgeleverde
stekkeradapter eraf (alleen bij modellen
geleverd met een stekkeradapter).
Plaatsen van twee AA-
formaat (R6-type) batterijen in
de afstandsbediening
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vervangen.
Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit
AM-raamantenne
E
e
e
E
wordt vervolgd
8
NL
Bevestigen van de
luidsprekerkussentjes
Bevestig de bijgeleverde kussentjes van de
voorste luidsprekers aan de onderkant van de
luidsprekers om de luidsprekers te stabiliseren
en te voorkomen dat deze verschuiven.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Druk herhaald op . of > om het
uur in te stellen.
4 Druk op ENTER.
5 Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen.
6 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaald op . of > om "CLOCK
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3
t/m 6 hierboven.
Bij verplaatsing van dit
systeem
Volg de onderstaande procedure om het CD-
mechanisme te beschermen.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Controleer dat de disc uit het systeem is
verwijderd.
2 Druk op CD.
3 Terwijl u x ingedrukt houdt, zet u de
bedieningshendel in de stand M totdat
"LOCK" verschijnt.
4 Laat eerst M los en laat vervolgens x los.
5 Trek de stekker uit het stopcontact.
Instellen van de klok
CD/MP3 – Afspelen
9
NL
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Druk op Z.
2 Plaats een disc, met de labelkant naar
boven, in de disclade.
3 Druk opnieuw op Z om de disclade te
sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Duw de disclade niet krachtig met de hand dicht
omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden.
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3-
muziekstukken afspelen.
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
1 Druk op CD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION op de CD-speler
totdat de gewenste functie op het
display verschijnt.
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Een disc afspelen
— NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie
Kies Voor het afspelen van
Geen indicatie
(NORMAL-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de oorspronkelijke
volgorde.
ALBM
(NORMAL-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in de oorspronkelijke
volgorde.
Wanneer u een niet-MP3-
disc afspeelt, werkt de
Album-afspeelfunctie
hetzelfde als de normale
afspeelfunctie.
SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
Alle muziekstukken op de
disc in willekeurige
volgorde.
Muziekstuknummer
Afspeelduur
wordt vervolgd
10
NL
3 Druk op nN.
Overige bedieningen
* Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden
niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de
tijdsduur van sommige bestanden niet correct
afgebeeld wordt.
Opmerkingen
• U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet
veranderen.
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle
muziekstukken op de disc. Als er albums of niet-
MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang
duren voordat het afspelen begint of voordat het
volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor
MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met
MP3-muziekstukken geen ander soort
geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat
wordt overgeslagen.
• Maximaal aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-muziekstukken en
albums, dat een disc kan bevatten, bedraagt 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3-
bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
Tip
Wanneer de disc-toegang lang duurt, stelt u "CD
POWER ON" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14).
ALBM SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
De MP3-muziekstukken in
het door u gekozen album op
de disc in willekeurige
volgorde.
Wanneer u een niet-MP3-
disc afspeelt, werkt de
Album Shuffle-
afspeelfunctie hetzelfde als
de Shuffle-afspeelfunctie.
PGM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de volgorde waarin u
deze wilt afspelen (zie "Uw
eigen programma
samenstellen" op blz. 11).
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk opnieuw om
verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaald op . of >.
Een album met
MP3* te kiezen
Druk herhaald op ALBUM – of +
na stap 2.
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Een disc te
verwijderen
Druk op Z op de CD-speler.
Kies Voor het afspelen van
CD/MP3 – Afspelen
11
NL
U kunt alle muziekstukken of een enkel
muziekstuk op de disc herhaald afspelen.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
Met behulp van
displayaanduidingen
Druk tijdens het afspelen op REPEAT/FM
MODE totdat "REP" of "REP1" verschijnt.
REP: Voor het maximaal vijfmaal herhaald
afspelen van alle muziekstukken op de disc.
REP1: Slechts één muziekstuk.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk herhaald op REPEAT/FM MODE totdat
zowel "REP" als "REP1" verdwijnen.
Opmerking
Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het
bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het
moment dat "REP1" geannuleerd wordt.
U kunt een programma samenstellen van
maximaal 25 muziekstukken in de volgorde
waarin u deze wilt afspelen.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
synchroon opnemen op een tape (zie blz. 18).
Met behulp van
displayaanduidingen
1 Druk op CD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION op de CD-speler
totdat "PGM" verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > totdat het
gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Bij het programmeren van een MP3-disc
drukt u op ALBUM – of + om een album te
kiezen, en drukt u daarna herhaald op .
of > totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
4 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het programmastapnummer verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur.
Herhaald afspelen
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma
samenstellen
— PROGRAM-afspeelfunctie
Gekozen muziekstuknummer
Totale afspeelduur (inclusief het
gekozen muziekstuk)
wordt vervolgd
12
NL
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 en 4.
6 Druk op nN.
Het afspelen van het programma begint.
Overige bedieningen
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Druk, om hetzelfde programma weer af
te spelen, op CD, en druk daarna op nN. Het
programma wordt echter gewist wanneer u de
disclade opent.
• "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het
totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of
bij keuze van een CD-muziekstuk met een
muziekstuknummer 21 of hoger of door het kiezen
van een MP3-muziekstuk.
Om Doet u het volgende
De PROGRAM-
afspeelfunctie uit te
schakelen
Druk in de stopstand herhaald op
PLAY MODE/DIRECTION op
de CD-speler totdat "PGM" uit
gaat.
Het programma te
controleren
Druk tijdens het afspelen
herhaald op . of >.
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
Druk in de stopstand op CLEAR
op de afstandsbediening.
Tuner
13
NL
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende preselectienummer te kiezen.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"AUTO" verschijnt.
3 Druk op m/M (of TUNING –/+ op de
afstandsbediening).
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een zender is
afgestemd. Op dat moment verschijnen
"TUNED" en "STEREO" (voor een FM-
stereo-uitzending).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in, zoals is beschreven bij de
stappen 2 en 3 van "Voorprogrammering
met handmatige afstemming" (zie blz. 13).
4 Druk op TUNER MEMORY.
Op het display gaat het preselectienummer
knipperen.
5 Druk herhaald op ./> (of op
PRESET –/+ op de afstandsbediening)
om het gewenste preselectienummer
te kiezen.
6 Druk op PUSH ENTER.
"Complete!" verschijnt op het display.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"PRESET" en "AUTO" uit gaan.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
Preselectienummer
wordt vervolgd
14
NL
3 Druk herhaald op m/M (of op
TUNING –/+ op de afstandsbediening)
om op de gewenste zender af te
stemmen.
4 Druk op TUNER MEMORY.
Op het display gaat het preselectienummer
knipperen.
5 Druk herhaald op ./> (of op
PRESET –/+ op de afstandsbediening)
om het gewenste preselectienummer
te kiezen.
6 Druk op PUSH ENTER.
7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
De ontvangst verbeteren
Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD
POWER OFF" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler.
"CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld.
1 Druk op CD.
2 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
3 Druk op ?/1 terwijl u x ingedrukt houdt.
"CD POWER OFF" verschijnt.
"CD POWER ON" instellen
Herhaal bovenstaande procedure. "CD POWER
ON" verschijnt.
Opmerking
Wanneer "CD POWER OFF" is gekozen, wordt de
disc-toegangstijd langer.
Het AM afsteminterval wijzigen
(niet op Europees model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Terwijl u x ingedrukt houdt, drukt u op ?/1.
Wanneer u het interval verandert, worden alle
voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het
geheugen gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
Opmerking
U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl
het systeem in de energiebesparingsmodus staat.
Tips
• De voorgeprogrammeerde zenders blijven ongeveer
een halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de
stekker uit het stopcontact wordt getrokken of de
stroom uitvalt.
• U kunt de ontvangst verbeteren door de bijgeleverde
antennes te richten of een buitenantenne aan te
sluiten.
Om Doet u het volgende
Af te stemmen op
een zender met een
zwak signaal
Volg de procedure die wordt
beschreven in
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming" (zie
blz. 13).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
preselectienummer
Begin opnieuw vanaf stap 1. Na
stap 4 drukt u herhaald op ./
> (of op PRESET –/+ op de
afstandsbediening) om het
preselectienummer te kiezen
waaronder u de andere zender
wilt opslaan.
Tuner
15
NL
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 13).
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"PRESET" verschijnt.
3 Druk herhaald op ./> (of op
PRESET –/+ op de afstandsbediening)
om de gewenste voorkeurzender te
kiezen.
Luisteren naar een niet-
voorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
"FM" of "AM" te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
"PRESET" en "AUTO" uit gaan.
3 Druk herhaald op m/M (of op
TUNING –/+ op de afstandsbediening)
om op de gewenste zender af te
stemmen.
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt,
druk dan herhaald op REPEAT/FM MODE totdat
"MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert.
• Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO"
verschijnt in bovenstaande stap 2 en druk vervolgens
op m/M (of op TUNING –/+ op de
afstandsbediening). De frequentie-aanduiding
verandert, en het scannen stopt als er een zender
wordt ontvangen (automatische afstemming).
• Gebruik handmatige opname-instellingen bij de
opname van radio-uitzendingen (blz. 19 en 23).
Luisteren naar de radio
Frequentie
Preselectienummer
16
NL
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. Deze tuner is
uitgerust met handige RDS-functies, zoals het
afbeelden van de zendernaam en de
programmasoort*. RDS is alleen beschikbaar bij
FM-zenders.**
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* De programmatypen zijn NEWS (nieuws),
AFFAIRS (actuele nieuwsonderwerpen), INFO
(informatie), SPORT (sport), EDUCATE
(educatieve programma’s), DRAMA (drama),
CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap),
VARIED (vraaggesprekken, quizprogramma’s en
komedies), POP M (popmuziek), ROCK M
(rockmuziek), EASY M (rustige muziek), LIGHT
M (lichte muziek), CLASSICS (klassieke muziek),
OTHER M (andere muziek), WEATHER (weer),
FINANCE (financiële zaken), CHILDREN
(kinderen), SOCIAL (maatschappelijke
onderwerpen), RELIGION (religie), PHONE IN
(inbelprogramma’s), TRAVEL (reizen), LEISURE
(vrije tijd), JAZZ (jazz), COUNTRY
(countrymuziek), NATION M (muziek uit eigen
land), OLDIES (oude hits), FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaires), TEST (testsignaal
voor nooduitzendingen), ALARM!
(nooduitzendingen) en NONE (alle soorten
uitzendingen die niet in één van de bovengenoemde
categorieën vallen).
**Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
Naam radiozender* t Frequentie t
Programmatype* t Klokindicatie t Status
geluidseffect
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op het display verschijnt.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model)
Tape – Afspelen
17
NL
1 Druk op A Z of op Z B op het tapedeck.
2 Plaats een reeds opgenomen/
opneembare tape in de
cassettehouder.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een tape.
2 Druk op TAPE A/B.
3 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION op de CD-speler om "g"
te kiezen en één kant af te spelen. Kies
"j" voor het afspelen van beide
kanten. Kies "RELAY" (ononderbroken
afspelen)
*
om beide tapedecks na
elkaar af te spelen.
4 Druk op nN.
Het afspelen van de tape begint.
* Bij ononderbroken afspelen wordt altijd
de onderstaande cyclus doorlopen:
Tapedeck A (voorkant) t Tapedeck A
(achterkant) t Tapedeck B (voorkant)
t Tapedeck B (achterkant)
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape
Met de kant die u wilt
afspelen/opnemen
naar voren gericht.
Afspelen van een tape
Afspeelrichting
wordt vervolgd
18
NL
Overige bedieningen
* AMS (Automatische Muzieksensor)
Opmerking
Onder de volgende omstandigheden zal de AMS-
functie soms niet goed werken:
– Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de
muziekstukken korter dan 4 seconden is.
– Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is
geplaatst.
Tip
Als u "j" of "RELAY" kiest, stopt het tapedeck
automatisch nadat de cyclus vijfmaal is doorlopen.
U kunt een hele CD op de tape opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape. Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
2 Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
3 Druk op CD en plaats een disc,
waarvan u wilt opnemen, in het
apparaat.
4 Druk op CD SYNC.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
5 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION om "g" te kiezen voor
opnemen van één kant. Kies "j" (of
"RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
6 Druk op z START.
Het opnemen begint.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Om Doet u het volgende
De achterkant af te
spelen
Druk tijdens het afspelen
nogmaals op nN.
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk opnieuw
om verder te gaan met
afspelen.
Snel vooruit te spoelen
of terug te spoelen
Druk in de stopstand op m
of M.
Het begin van het
volgende muziekstuk
te zoeken (AMS)*
Druk tijdens het afspelen op
>.
Bij iedere druk op deze toets,
verschijnen de
afspeelrichting, + (vooruit),
en het aantal muziekstukken
dat wordt overgeslagen (1 t/
m 9).
Het begin van het
huidige muziekstuk of
van voorgaande
muziekstukken te
zoeken (AMS)*
Druk tijdens het afspelen op
..
Bij iedere druk op deze toets,
verschijnen de afspeelrichting,
– (achterwaarts), en het
aantal muziekstukken dat
wordt overgeslagen (1 t/m 9).
De tape eruit te halen Druk op A Z of op Z B op
het tapedeck.
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-
muziekstukken opnemen
op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
Tape – Opnemen
19
NL
Een disc opnemen met een
bepaalde muziekstukvolgorde
U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen met behulp van de Program-
afspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3
eerst de stappen 1 t/m 5 uit van "Uw eigen
programma samenstellen" (zie blz. 11).
U kunt ook de vereiste bandlengte om een CD
op te nemen controleren. Druk op PROGRAM
EDIT op de afstandsbediening nadat u een CD
hebt geplaatst in de CD-functie. De vereiste
tapelengte voor de op dat moment gekozen CD
verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur
van respectievelijk kant A en kant B (Tape
Select Edit-functie).
Opmerking
U kunt Tape Select Edit niet gebruiken voor discs die
meer dan 20 muziekstukken of MP3-bestanden
bevatten.
Tips
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
• Als u kiest voor opnemen op beide kanten en midden
in een muziekstuk het einde van de voorkant van de
tape wordt bereikt, wordt het gehele muziekstuk
nogmaals opgenomen aan het begin van de
achterkant van de tape.
Met deze functie is het mogelijk om alleen uw
favoriete muziekstukken van een CD, tape of
een radioprogramma op een tape opnemen.
U kunt ook opnemen van andere aangesloten
geluidscomponenten (zie "Aansluiten van
optionele componenten" op blz. 26).
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
2 Druk op TAPE A/B om tapedeck B te
kiezen, en druk vervolgens herhaald op
nN om de opneemkant te kiezen.
Druk op x om te stoppen met het
afspelen.
3 Druk op CD, TAPE A/B of TUNER/BAND
om de gewenste bron te kiezen
waarvanaf u wilt opnemen.
• CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CD-
speler.
• TAPE: Opnemen vanaf het ingebouwde
tapedeck A.
• TUNER: Opnemen vanaf de ingebouwde
tuner.
• MD of VIDEO: Opnemen vanaf de
optionele component aangesloten op de
MD (VIDEO) IN-aansluitingen.
4 Druk op z START.
Deck B bevindt zich nu in de wachtstand
voor opnemen.
"REC" knippert.
5 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION om "g" te kiezen voor
opnemen van één kant. Kies "j" (of
"RELAY") voor opnemen op beide
kanten.
6 Druk op z START en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Het opnemen begint.
Handmatig opnemen op
een tape
— Handmatig opnemen
wordt vervolgd
20
NL
Overige bedieningen
Opmerkingen
• Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
• Als TAPE B is gekozen in stap 3, wordt niets
opgenomen.
Tips
• Bij opnemen van de radio:
Eventuele, tijdens de opname van een
radioprogramma, hoorbare ruis kunt u verminderen
door de radioantenne in een andere stand te plaatsen.
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u
altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de
achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het
einde van de achterkant.
U kunt de lage tonen versterken en het geluid
krachtiger maken.
De GROOVE-instelling is ideaal voor
muziekbronnen, en de V-GROOVE-instelling is
ideaal voor videobronnen (films, enz.).
Druk op GROOVE.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
GROOVE t V-GROOVE t
GROOVE OFF (uit)
Om Doet u het volgende
Het opnemen te
stoppen
Druk op x.
Het opnemen te
pauzeren
Druk op
z START. Druk
nogmaals om het opnemen te
hervatten.
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Geluidsregeling
21
NL
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
Druk herhaald op MUSIC MODE of MOVIE
MODE om de gewenste voorinstelling te
kiezen.
De naam van de voorinstelling verschijnt op het
display.
Zie het overzicht "Opties voor geluidseffecten".
Het effect uitschakelen
Druk herhaald op EFFECT totdat "EFFECT
OFF" verschijnt.
Opties voor geluidseffecten
MUSIC MODE
MOVIE MODE
Druk op SURROUND.
"SURR" verschijnt op het display.
Het surroundeffect annuleren
Druk nogmaals op SURROUND totdat "SURR"
uit gaat.
U kunt het geluid instellen door de niveaus van
bepaalde frequentiebereiken te verhogen of te
verlagen, en deze vervolgens opslaan als een
persoonlijk bestand (P FILE) in het geheugen.
Alvorens te bedienen, kiest u eerst de
uitgangsinstelling voor de geluidsregeling.
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Druk op EQ EDIT.
De eerste parameter verschijnt.
2 Verplaats de bedieningshendel naar <
of , om het frequentiebereik te kiezen
en verplaats dan de bedieningshendel
naar M of m om de versterking (dB) te
kiezen.
3 Druk op PUSH ENTER.
"P FILE" verschijnt.
Deze instelling wordt automatisch
opgeslagen als een persoonlijk bestand en
tegelijkertijd wordt de SURROUND-
instelling opgeslagen.
De instelling wordt iedere keer wanneer u
op PUSH ENTER drukt overschreven.
Overige bedieningen
Geluidseffect kiezen
Effect
ROCK
POP
JAZZ
DANCE
SOUL
CLASSIC
P FILE
Standaard geluidsbronnen
Effect
ACTION
DRAMA
MUSICAL
Soundtracks en bijzondere
luistersituaties
Kiezen van het
surroundeffect
Instelling van de
grafische equalizer en
opslaan van de
instellingen
— Persoonlijk bestand
Om Doet u het volgende
Een persoonlijk
bestand op te
roepen
Druk herhaald op MUSIC MODE
totdat "P FILE" verschijnt.
Een persoonlijk
bestand te
annuleren
Druk herhaald op EFFECT op de
afstandsbediening totdat
"EFFECT OFF" verschijnt.
22
NL
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
Druk op SLEEP.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt:
OFF t AUTO* t 90min t 80min t 70min
t … t 10min
* Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na
100 minuten of nadat de huidige CD of tape klaar is
met afspelen.
Overige bedieningen
**U kunt de resterende tijdsduur niet controleren
wanneer "AUTO" is gekozen.
Tip
U kunt de SLEEP-timerfunctie zelfs gebruiken
wanneer de klok niet is ingesteld.
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen
met een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op blz. 11).
• Tape: Plaats een tape.
• Tuner: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
"Luisteren naar de radio" op blz. 15).
2 Druk op VOL +/– (of draai VOLUME op
de CD-speler) om het volume in te
stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
"DAILY SET?" verschijnt.
4 Druk op ENTER.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen, en druk op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
7 Druk herhaald op . of > totdat de
gewenste geluidsbron verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
Timer
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie
Om Doet u het volgende
De resterende
tijdsduur** te
controleren
Druk eenmaal op SLEEP.
De uitschakeltijd
te wijzigen
Druk herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
De SLEEP-
timerfunctie te
annuleren
Druk herhaald op SLEEP totdat
"SLEEP OFF" verschijnt.
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie
t
TUNER
y
CD PLAY
T
t
TAPE PLAY
T
Timer
23
NL
8 Druk op ENTER.
De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings en daarna
verschijnt weer de oorspronkelijke
indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie in werking stellen.
• Als u de DAILY-timerfunctie en de SLEEP-
timerfunctie tegelijkertijd gebruikt, krijgt de SLEEP-
timerfunctie voorrang.
• Als het systeem op de vastgestelde tijd wordt
ingeschakeld, wordt de DAILY-timerfunctie niet
geactiveerd.
• U kunt de optionele component aangesloten op de
MD (VIDEO) IN-aansluitingen niet gebruiken als de
geluidsbron in de DAILY-timerfunctie.
Tip
Het systeem wordt 15 seconden vóór de ingestelde tijd
ingeschakeld.
U kunt een programma van een
voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op
een vooraf ingesteld tijdstip.
Voor het opnemen met de timer dient u eerst de
radiozenders voor te programmeren (zie
"Voorprogrammeren van radiozenders" op
blz. 13) en de ingebouwde klok gelijk te zetten
(zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie "Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde zender" op
blz. 15).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
"DAILY SET?" verschijnt.
3 Druk herhaald op . of > om "REC
SET?" te selecteren en druk daarna op
ENTER.
"ON" licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op . of > om het uur
in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
5 Stel de stoptijd voor opname in
volgens de procedure bij stap 4.
De starttijd, de stoptijd en de naam van de
op te nemen radiozender (bijvoorbeeld
"FM20 t TAPE") worden na elkaar,
weergegeven, voordat de normale
displayweergave weer verschijnt.
6 Plaats een voor opname geschikte tape
in het deck B.
7 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "DAILY
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Timeropname van
radioprogramma’s
wordt vervolgd
24
NL
Overige bedieningen
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie in werking stellen.
• Als u de opname-timerfunctie en de SLEEP-
timerfunctie tegelijkertijd gebruikt, krijgt de SLEEP-
timerfunctie voorrang.
• Als het systeem op de vastgestelde tijd wordt
ingeschakeld, wordt de timeropname niet
geactiveerd.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Merk op dat als de timer-opname op dezelfde tijd is
ingesteld als de DAILY-timerfunctie, waarvan de
geluidsbron is ingesteld op het tapedeck, het geluid
van de timer-opname op de tape kan worden
opgenomen.
Het demonstratiedisplay (het displayvenster en
de toetsen branden en knipperen, zelfs wanneer
de spanning van het systeem is uitgeschakeld)
en het klokdisplay kunnen worden
uitgeschakeld om de hoeveelheid stroom die in
de wachtstand verbruikt wordt zoveel mogelijk
te beperken (energiebesparingsmodus).
Druk, met het systeem uitgeschakeld,
herhaald op DISPLAY totdat het
demonstratiedisplay of het klokdisplay is
verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Bij iedere druk op deze toets
doorloopt het systeem de volgende cyclus:
Demonstratiedisplay t Klokdisplay* t Geen
weergave (energiebesparingsmodus)
* "– –:– –" verschijnt als u de klok niet hebt ingesteld.
Opmerking
De volgende bedieningen kunnen niet worden
uitgevoerd in de energiebesparingsmodus.
– instellen van de klok
– het systeem inschakelen door op de functietoetsen te
drukken
Tips
• De timer blijft werken in de
energiebesparingsmodus.
• De indicatie ?/1 licht ook in de
energiebesparingsmodus op.
Druk herhaald op DIMMER om de gewenste
instelling te kiezen terwijl het systeem is
ingeschakeld.
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "REC
SELECT?" verschijnt en
druk daarna op ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaald op . of
> totdat "TIMER OFF?"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Display
Uitschakelen van het
display
— Energiebesparingsmodus
De helderheid van de
achterverlichting van het
display instellen
Display
25
NL
Het display verandert steeds als volgt:
DIMMER OFF t DIMMER 1 t DIMMER 2
t DIMMER 3*
* DIMMER 3 is de donkerste instelling.
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk of die van de hele disc op het display
controleren.
Als een CD-TEXT-disc of een disc met MP3-
muziekstukken wordt geplaatst, kunt u ook de
informatie op de disc, zoals de titels,
controleren.
Wanneer het apparaat een CD-TEXT-disc
vaststelt, verschijnt de "CD TEXT" indicatie op
het display.
Controleren van de
resterende afspeelduur en
titels (CD/MP3)
Druk op DISPLAY in de NORMAL-
afspeelfunctie.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
Huidige muziekstuknummer en verstreken
afspeeltijd t Huidige muziekstuknummer en
resterende afspeeltijd of "– –.– –"*
1
t
Resterende afspeeltijd van de disc of
"– –.– –"*
1
t Muziekstuktitel (alleen CD-
TEXT-disc of disc met MP3-muziekstukken*
2
)
t Albumnaam (alleen disc met MP3-
muziekstukken)
t Klokindicatie (gedurende
acht seconden) t Status van geluidseffecten
(gedurende acht seconden)
*
1
Voor discs met MP3-muziekstukken
*
2
Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-label
versie 1 of versie 2, verschijnt het ID3-label. Het
ID3-label geeft alleen de muziekstuktitel weer.
De totale afspeeltijd en titels
controleren (CD/MP3)
Druk in de stopstand op DISPLAY.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
x Als een CD/MP3 in de normale
afspeelfunctie staat
TOC-indicatie*
1
of totaal aantal albums op de
disc*
2
of totaal aantal muziekstukken in het
huidige album*
3
t Disctitel*
4
of
volumelabel*
5
of albumnaam*
5
t
Klokindicatie (gedurende acht seconden) t
Status van geluidseffecten (gedurende acht
seconden)
*
1
TOC = inhoudsopgave; geeft het totaal aantal
muziekstukken op de disc aan en geeft de totale
afspeeltijd van de disc aan
*
2
Voor discs met MP3-muziekstukken in de normale
afspeelfunctie of de SHUF-afspeelfunctie
*
3
Voor discs met MP3-muziekstukken in de ALBM-
afspeelfunctie of de ALBM SHUF-afspeelfunctie
*
4
Voor discs met CD-TEXT
*
5
Bij discs met MP3-muziekstukken, is het mogelijk
dat, afhankelijk van de afspeelfunctie, de
albumnamen of het volumelabel niet wordt
weergegeven.
Afhankelijk van de disc, is het mogelijk dat bepaalde
CD-TEXT-informatie niet verschijnt.
x Als een CD in de PROGRAM-
afspeelfunctie staat
Laatste muziekstuknummer van het programma
en de totale afspeeltijd t Totaal aantal
geprogrammeerde muziekstukken (gedurende
vijf seconden) t Disctitel*
1
of volumelabel*
2
t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t
Status van geluidseffecten
*
1
Voor discs met CD-TEXT
*
2
Voor discs met MP3-muziekstukken
Afbeelden van de niveaumeter
De niveaumeter op het display geeft de
veranderingen aan in het ingangsniveau van de
audiobron en in de instelling van het
volumeniveau.
Opmerking
Afhankelijk van de weergegeven audiobron, is het
mogelijk dat de niveaumeteraanwijzing niet verandert.
Afbeelden van informatie
over de CD op het display
Niveaumeter
26
NL
U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd.
A CD DIGITAL (OPTICAL) OUT-
aansluiting (alleen Europese en
Australische modellen)
Gebruik een digitale optische kabel (vierkant,
niet bijgeleverd) om een optische component
(zoals een MD-deck) aan te sluiten op deze
aansluiting. U kunt dan digitaal geluid van dit
systeem opnemen.
Opmerking
Wanneer u een MP3-audiobestand afspeelt, kunt u
geen digitale audio vanaf deze aansluiting uitvoeren.
B MD (VIDEO) IN L/R-
aansluitingen
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (MD-deck,
videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te
sluiten. U kunt vervolgens opnemen vanaf of
luisteren naar de component via dit systeem.
C MD (VIDEO) OUT L/R-
aansluitingen
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (MD-deck,
videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te
sluiten. U kunt vervolgens audio uitvoeren naar
de component vanaf dit systeem.
D SUB WOOFER OUT-aansluiting
(Andere dan het Europese model)
Gebruik een audiosnoer (niet bijgeleverd) om een
optionele subwooferluidspreker* aan te sluiten op
deze aansluiting. U kunt vervolgens audio
uitvoeren naar de component vanaf dit systeem.
* SA-WZ8 is aanbevolen.
Opmerking
Afhankelijk van de aangesloten subwoofer of de soort
muziek die wordt afgespeeld kan het effect beperkt zijn
of kan ruis optreden. Voor nadere bijzonderheden dient
u uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar te raadplegen.
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van optionele componenten
Naar de audio-ingangsaansluitingen
van een analoge component
Naar de digitale ingangsaansluiting
van een digitale component
Vanaf de audio-uitgangsaansluitingen
van een analoge component
Naar de audio-ingangsaansluiting
van een subwoofer
Los verkrijgbare componenten
27
NL
1 Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 26.
2 Druk op MD (VIDEO) om over te
schakelen op de functie MD of VIDEO.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Opmerking
Als het geluid vervormd is of te luid is wanneer
"VIDEO" is gekozen, of wanneer u wilt terugkeren
naar "MD", herhaalt u de hierboven beschreven
bediening om "MD" weer in te stellen.
Tip
Als u "VIDEO" niet kunt kiezen door herhaald op MD
(VIDEO) te drukken, moet u MD (VIDEO) ingedrukt
houden en vervolgens op ?/1 drukken terwijl het
apparaat is ingeschakeld. De functie verandert van
"MD" naar "VIDEO", en de indicatie "VIDEO"
verschijnt op het display. Om de functie terug te
veranderen naar "MD", herhaalt u dezelfde procedure.
1 Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten" op blz. 26.
2 Begin handmatig met het opnemen.
Zie "Handmatig opnemen op een tape" op
blz. 19.
Luisteren naar het geluid
van een aangesloten
component
Audio opnemen vanaf een
aangesloten component
28
NL
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1 Controleer dat het netsnoer en de
luidsprekersnoeren op de juiste wijze en
stevig zijn aangesloten.
2 Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
In geval van reparatie, vragen wij u het hele
systeem (behalve de luidsprekers) naar het
servicecentrum te brengen.
Algemeen
Zodra u de stekker in het stopcontact steekt
begint het display te knipperen, zelfs als het
apparaat uitgeschakeld is (zie stap 5 van
"Aansluiten van het systeem" (blz. 6)).
• Druk op ?/1 terwijl het systeem is uitgeschakeld.
De demonstratie verdwijnt.
De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display.
• Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de
klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timer-
instellingen opnieuw (blz. 22 en 23).
De klokinstelling/voorprogrammering van de
radiozenders/timer is geannuleerd.
• Stel de volgende gegevens opnieuw in:
– "Instellen van de klok" (blz. 8)
– "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 13)
– "De instelling te controleren" (blz. 23 en 24)
– "Timeropname van radioprogramma’s"
(blz. 23)
Er is geen geluid.
• Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar
heeft, controleert u dat de
spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de
juiste spanning.
• Druk op VOL +/– of draai de VOLUME regelaar
op de CD-speler rechtsom.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde
zijn (blz. 6).
• De beveiliging van de CD-speler is in werking
getreden als gevolg van kortsluiting. Schakel de
stroom uit, hef de kortsluiting op en schakel het
systeem weer in.
• Geen geluidsweergave tijdens een timeropname.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (blz. 8).
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Als de ?/1 indicatie knippert
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer volgende punten.
• Zijn de systeembedieningskabels goed
aangesloten?
• Als uw systeem een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de
spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de
juiste spanning?
Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en
controleer daarna of de
spanningskeuzeschakelaar op het juiste
voltage is ingesteld.
• Zijn de + en de – draden van de
luidsprekersnoeren kortgesloten?
• Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers?
• Worden de ventilatieopeningen aan de
achterzijde van het apparaat geblokkeerd?
Controleer alle bovenstaande items en los alle
gevonden problemen op. Nadat de ?/1
indicatie stopt met knipperen, sluit u het
netsnoer weer aan en schakelt u het systeem
in. Als de indicatie nog steeds knippert, of
indien de oorzaak van een probleem, na
controle van bovenstaande zaken, niet
gevonden is, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Verhelpen van storingen
29
NL
De timer werkt niet.
• Controleer de instelling van de timer en stel de
juiste tijd in (blz. 23 en 24).
• Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (blz. 22).
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vervang de batterijen (AA-formaat/R6-type).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-
buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer dat het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
• Controleer dat de systeembedieningskabels goed
zijn aangesloten.
De onregelmatige kleurenweergave op het TV-
scherm verdwijnt niet.
• Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot
30 minuten weer in. Indien de onregelmatige
kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de
luidsprekers verder van het TV-toestel.
De niveaumeteraanwijzing verandert niet.
• Afhankelijk van de weergegeven audiobron, is het
mogelijk dat de niveaumeteraanwijzing niet
verandert.
CD/MP3-speler
De disclade gaat niet open en "LOCKED"
verschijnt.
• Neem contact op met uw Sony-handelaar of een
erkend Sony-servicecentrum in uw omgeving.
De disclade gaat niet dicht.
• Plaats de disc op correcte wijze.
• Sluit de disclade altijd door op Z te drukken op de
CD-speler. Als u probeert de disclade met uw
hand dicht te duwen, kan er een storing in de
speler ontstaan.
De disclade gaat niet open.
• U kunt de disclade niet openen tijdens een CD-
synchroonopname. Druk op x om de CD-
synchroonopname te annuleren, en druk
vervolgens op Z op de CD-speler om de disc uit
te werpen.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Het afspelen begint niet.
• Open de disclade en controleer of er een disc op is
geplaatst.
• Veeg de disc schoon (blz. 32).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die door dit apparaat afgespeeld
kan worden (blz. 4).
• Plaats de disc op correcte wijze.
• Plaats de disc met het etiket naar boven gericht op
de disclade.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op nN om het afspelen te starten.
De disc-toegangstijd is te lang.
• Stel "CD POWER ON" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14).
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 32).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert
met lage tonen en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE/DIRECTION op
de CD-speler totdat zowel "PGM" als "SHUF" uit
gaan om terug te keren naar de normale
afspeelfunctie.
MP3-audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO
9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het
expansieformaat.
• Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie
".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2,
2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden
afgespeeld.
wordt vervolgd
30
NL
MP3-audiobestanden duren langer om af te
spelen dan andere.
• Na inlezen van alle muziekstukken op de discs
kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen
indien:
– het aantal albums of muziekstukken op de disc
zeer groot is.
– de indeling van de albums en muziekstukken
zeer complex is.
De titel van het album, de titel van het
muziekstuk en het ID3-label worden niet juist
weergegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO 9660 level
1, level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of versie
2.
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 13).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 7).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
• Stel "CD POWER OFF" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14).
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op REPEAT/FM MODE op de CD-speler
totdat "MONO" uit gaat.
Tapedeck
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33).
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De begeleidingswielen of de aandrukrollen zijn
vuil. Reinig deze (blz. 33).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 33).
De tape neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening waar het nokje in zat met plakband
(blz. 33).
• Het einde van de tape is bereikt.
Nadat op nN is gedrukt, is een mechanisch
geluid hoorbaar, verschijnt "EJECT" op het
display, en wordt het apparaat automatisch in
de stand-bystand gezet.
• Plaats de cassette op de juiste wijze.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed werkt,
dient u het systeem als volgt
opnieuw in te stellen:
Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de
bediening.
1 Haal de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk tegelijkertijd op x, EQ EDIT en ?/1.
4
Druk op
?/1
om het systeem in te schakelen.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en
timer opnieuw instellen.
Verhelpen van storingen
31
NL
Tijdens de bediening kan er in het display één
van de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD/MP3
NO DISC
Er is geen disc in de speler geplaatst.
OVER
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
Push STOP!
U hebt tijdens het afspelen op PLAY MODE/
DIRECTION gedrukt op de CD-speler.
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen)
te programmeren.
Tape
No Tab
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Er zit geen tape in het tapedeck.
Meldingen
32
NL
Netspanning
Controleer vóór gebruik van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem
terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact
en laat het systeem eerst door een deskundige
controleren alvorens het weer in gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend worden vervangen door
vakbekwame technici.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Ontwikkeling van hitte
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het apparaat op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het apparaat
te voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag de ventilatie-
opening van de koelventilator niet worden afgedekt.
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over discs
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen
bedoeld voor lp’s van vinyl.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer dat de bedrukte kant van de disc niet
kleeft voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
geraffeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
• Discs met een andere dan de standaardvorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet
worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch
probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak
daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
33
NL
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen
zoals verdunner, wasbenzine of alcohol.
Beveiligen van een opgenomen tape
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie
afbeelding).
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de
tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld
kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het
tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het
opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen
van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los
verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte
type. Voor nadere bijzonderheden dient u de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te
raadplegen.
Demagnetiseren van de tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Versterker
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
75 + 75 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
100 + 100 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
200 + 200 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Andere dan het Europese model:
Onderstaande waarden zijn gemeten bij 120, 220,
240 V wisselstroom, 50/60 Hz (voor het Australisch
model bij 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, het Koreaans
model bij 220 V wisselstroom, 60 Hz, het Taiwanees
model bij 120 V wisselstroom, 50/60 Hz)
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
100 + 100 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
140 + 140 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Ingangen
MD (VIDEO) IN (tulpstekker-aansluitingen):
Spanning 450 mV/250 mV,
impedantie 47 kilohm
Uitgangen
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
Geschikt voor
hoofdtelefoon van 8 ohm
of meer
MD (VIDEO) OUT (tulpstekker-aansluitingen):
Spanning 250 mV,
impedantie 1 kilohm
FRONT SPEAKER: Gebruik alleen de
bijgeleverde luidsprekers
SS-WZ5/WZ5E
SUB WOOFER (Andere dan het Europese model):
Spanning 320 mV,
impedantie 1 kilohm
CD-speler
Systeem Compact disc en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Golflengte 780 – 790 nm
Signaal-ruisverhouding Meer dan 90 dB
Verwijder het
wispreventienokje
Technische gegevens
wordt vervolgd
34
NL
Dynamisch bereik Meer dan 90 dB
OPTICAL CD DIGITAL OUT (alleen Europese en
Australische modellen) (Vierkante optische
aansluiting, achterpaneel)
Golflengte 660 nm
Tapedeck
Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals, stereo
Frequentiebereik 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij
gebruik van Sony TYPE I
cassette
Wow en flutter ±0,15% W. Piek (IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% W. Piek (DIN)
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Andere dan het Europese model:
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Antenne-aansluitingen Uitwendige antenne-
aansluiting
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker
Voorste luidspreker
Europese model (SS-WZ5E):
Luidsprekersysteem 2-weg, 2-eenheden,
basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer: 16 cm, conus-type
Tweeter: 5 cm, conus-type
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 200 × 395 × 260 mm
Gewicht Ong. 4,5 kg per luidspreker
Andere dan het Europese model (SS-WZ5):
Luidsprekersysteem 3-weg, 3-eenheden,
basreflex-type
Luidsprekereenheden
Subwoofer: 15 cm, conus-type
Woofer: 15 cm, conus-type
Tweeter: 5 cm, conus-type
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 220 × 415 × 290 mm
Gewicht Ong. 6,0 kg per luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Australisch model: 230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Koreaans model: 220 V wisselstroom 60 Hz
Taiwanees model: 120 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 120 V, 220 V of
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik
Europees model: 150 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Andere dan het Europese model:
180 W
Afmetingen (b/h/d)
CD-speler/Tuner: Ong. 255 × 135 × 355 mm
Versterker/Tapedeck: Ong. 255 × 135 × 330 mm
Gewicht
CD-speler/Tuner: Ong. 2,8 kg
Versterker/Tapedeck
Europees model: Ong. 6,0 kg
Andere dan het Europese model:
Ong. 6,3 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Kussentjes voor voorste
luidsprekers (8)
Luidsprekersnoeren (2)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
35
NL
Hoofdapparaat
Afstandsbedieningssensor qd
Bedieningshendel 7 (8, 21)
CD 5 (9, 11, 18, 19)
CD SYNC 9 (18)
DIMMER w; (24)
Disclade ws
DISPLAY ql (16, 24, 25)
Displayvenster wa
EQ EDIT qk (21, 30)
GROOVE 7 (20)
Hoofdtelefoon-aansluiting qs
MD (VIDEO) 2 (27)
MOVIE MODE 7 (21)
MUSIC MODE 7 (21)
PLAY MODE/DIRECTION qg
(9, 11, 17, 18, 19, 31)
PUSH ENTER 7 (8, 11, 13, 21,
22, 23)
REPEAT/FM MODE qh (11, 15)
SURROUND 7 (21)
TAPE A/B 3 (17, 18, 19)
Tapedeck A wh
Tapedeck B wd
TUNER MEMORY qf (13)
TUNER/BAND 6 (13, 15, 19)
TUNING MODE qj (13, 15)
VOLUME qa (22)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (8, 14, 23, 30)
X (pauzeren) 4 (10, 18)
A Z (uitwerpen) wg (17)
Z B (uitwerpen) wf (17)
nN (afspelen) 4 (10, 17, 18)
x (stoppen) 4 (8, 10, 14, 18, 30)
+M> (vooruit spoelen/spring
vooruit) 4 (8, 10, 13, 18, 22,
31)
.m– (terugspoelen/spring
achteruit) 4 (8, 10, 13, 18, 22)
Z (openen/sluiten) 8 (9)
z START q; (18, 19)
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun
referentiebladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en
andere in de tekst genoemde onderdelen van het
systeem te kunnen vinden.
N
ummer van a
fb
ee
ldi
ng
r
TAPE A/B wg (17, 19)
RR
Naam van toets/onderdeel Bijbehorende
bladzijde
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – L M – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
Versterker/Tapedeck CD-speler/Tuner
wordt vervolgd
36
NL
Afstandsbediening
ALBUM +/– qf (10, 11)
CD 9 (9, 11, 18, 19)
CLEAR 8 (12)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(23, 24)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 22,
23)
DISPLAY 6 (16, 24, 25)
DIMMER 7 (24)
EFFECT qh (21)
ENTER wa (8, 11, 13, 21, 23)
GROOVE qg (20)
MD (VIDEO) ql (27)
MOVIE MODE qa (21)
MUSIC MODE qj (21)
PRESET –/+ 5 (14, 15)
PROGRAM EDIT w; (19)
SLEEP 1 (22)
SURROUND qd (21)
TAPE A/B qk (17, 18, 19)
TUNER/BAND 0 (13, 15, 19)
TUNING –/+ 5 (13, 15)
VOL +/– qs (22)
?/1 (spanning) 4 (8, 14, 23)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) 5 (10, 18, 31)
./> (spring achteruit/
spring vooruit) 5 (8, 10, 18,
22)
nN (afspelen) 5 (10, 17, 18)
X (pauzeren) 5 (10, 18)
x (stoppen) 5 (10, 14, 18)
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – L M – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
1
234
5
6
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
w;
wa

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen, mogen de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Het onderstaande waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Inhoudsopgave Over de gebruiksaanwijzing ................... 4 Geschikte discs........................................ 4 Voorbereidingen Aansluiten van het systeem.....................6 Instellen van de klok ............................... 8 CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen..................................... 9 Een disc afspelen..................................... 9 — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie Herhaald afspelen.................................. 11 — REPEAT-afspeelfunctie Uw eigen programma samenstellen ...... 11 — PROGRAM-afspeelfunctie Tuner Voorprogrammeren van radiozenders.................................... 13 Luisteren naar de radio.......................... 15 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS).............................................. 16 (alleen het Europese model) Tape – Afspelen Plaatsing van een tape ........................... 17 Afspelen van een tape ........................... 17 Tape – Opnemen Uw favoriete CD-muziekstukken opnemen op een tape ...................... 18 — CD-TAPE-synchroonopname Handmatig opnemen op een tape .......... 19 — Handmatig opnemen Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................ 20 Geluidseffect kiezen ............................. 21 Kiezen van het surroundeffect.............. 21 Instelling van de grafische equalizer en opslaan van de instellingen ............ 21 — Persoonlijk bestand Timer Inslapen met muziek............................. 22 — SLEEP-timerfunctie Ontwaken met muziek .......................... 22 — DAILY-timerfunctie Timeropname van radioprogramma’s .......................... 23 Display Uitschakelen van het display ................ 24 — Energiebesparingsmodus De helderheid van de achterverlichting van het display instellen ................. 24 Afbeelden van informatie over de CD op het display ...................................... 25 NL Los verkrijgbare componenten Aansluiten van optionele componenten .................................. 26 Luisteren naar het geluid van een aangesloten component .................. 27 Audio opnemen vanaf een aangesloten component ...................................... 27 Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 28 Meldingen............................................. 31 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 32 Technische gegevens ............................ 33 Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden ................. 35 3NL Discs die niet op dit systeem afgespeeld kunnen worden Over de gebruiksaanwijzing • In deze gebruiksaanwijzing worden hoofdzakelijk bedieningen beschreven met behulp van de afstandsbediening, maar dezelfde bedieningen kunnen ook worden uitgevoerd met behulp van de toetsen op de CD-speler die (bijna) dezelfde naam hebben. • De volgende symbolen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt. Symbool Betekenis Functies van toepassing voor audio-CD’s Functies van toepassing voor MP3-discs Geschikte discs U kunt volgende discs in het apparaat afspelen. Afspelen van andere discs is niet mogelijk. Lijst van geschikte discs Type disc Audio-CD’s Disclogo Inhoud Audio • CD-ROM’s • CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn opgenomen in de volgende formaten: – muziek-CD-formaat – MP3-formaat dat voldoet aan ISO9660*1 Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie*2 • Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld een kaart of een hart). • Discs waarop papier of stickers zijn geplakt. • Discs waarop nog plakband, cellofaantape of een sticker aanwezig is. *1 Formaat ISO 9660 De meest algemene internationale norm voor het logische formaat van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie ".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2-specificaties is het mogelijk bestanden en mappen namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8 boomstructuren hebben. Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en mapnamen kunnen uit maximaal 64 tekens bestaan) moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt enzovoort. *2 Multisessie 4NL CD-R/CD-RW (audio) Audio CD-R/CD-RW (MP3 bestanden) Audio Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt om met behulp van Track-At-Once (een track tegelijk), bestanden toe te voegen (aan een CD). Het begin van een conventionele CD wordt vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied, lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-) sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt. CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de tweede sessie bevat de data. Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de tweede en volgende tracks van een sessie. Opmerkingen betreffende CD-R en CD-RW • Dit systeem kan CD-R/CD-RW-discs afspelen die door de gebruiker zijn bewerkt. Merk echter op dat afspelen van bepaalde discs onmogelijk kan zijn als gevolg van het gebruikte opnameapparaat of de toestand van de disc. • CD-R en CD-RW-discs die niet zijn afgewerkt (een bewerking waardoor afspelen op een normale CD-speler mogelijk wordt), kunnen niet worden afgespeeld. • Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de laatst geschreven sessie niet "gesloten" is kunnen niet worden afgespeeld. • Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet afspeelbaar zijn. • Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te spelen kunnen eventueel ruis of storingen in het apparaat opleveren. Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. 5NL Voorbereidingen Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 5 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en accessoires. Het Australische model is gebruikt voor de afbeeldingen. FM-draadantenne AM-raamantenne CD-speler/ Tuner Versterker/ Tapedeck Voorste luidspreker (links) Voorste luidspreker (rechts) 2 Sluit de luidsprekers aan. Voorbereidingen Stel de componenten op zoals hieronder is afgebeeld. Versterker/ Tapedeck CD-speler/ Tuner Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen op het tapedeck en op de aansluitingen op de luidsprekers zoals hieronder is aangegeven. L R 1 Sluit de systeembedieningskabels aan op de SYSTEM CONTROLaansluitingen van het tapedeck. Sluit de stekkers aan op de aansluitingen met hetzelfde nummer, in de volgorde aangegeven op het achterpaneel. Opmerking De systeemkabel wordt gebruikt voor de overdracht van voeding en signalen tussen de componenten ten behoeve van de onderlinge werking. Let erop dat u de stekker horizontaal in de aansluiting steekt totdat deze met een klik vergrendeld wordt. Anders zal het systeem niet juist werken. 6NL KER A SPE Luidsprekers Zwart (#) Grijs (3) Zwart (#) Grijs (3) 3 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Plaatsen van twee AAformaat (R6-type) batterijen in de afstandsbediening e AM-raamantenne E e Voorbereidingen Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. E Opmerking Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. Tip Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Opmerking Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen. Houd de antennes uit de buurt van de luidsprekersnoeren. 4 Bij modellen met een spanningskeuzeschakelaar stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning. 5 Steek de stekker in het stopcontact. De demonstratie wordt op het display weergegeven. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem ingeschakeld en wordt de demonstratie automatisch beëindigd. Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact passen, haalt u de bijgeleverde stekkeradapter eraf (alleen bij modellen geleverd met een stekkeradapter). wordt vervolgd 7NL Bevestigen van de luidsprekerkussentjes Bevestig de bijgeleverde kussentjes van de voorste luidsprekers aan de onderkant van de luidsprekers om de luidsprekers te stabiliseren en te voorkomen dat deze verschuiven. Instellen van de klok Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 3 4 5 6 Bij verplaatsing van dit systeem Volg de onderstaande procedure om het CDmechanisme te beschermen. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 8NL 1 Controleer dat de disc uit het systeem is verwijderd. 2 3 Druk op CD. 4 5 Laat eerst M los en laat vervolgens x los. Terwijl u x ingedrukt houdt, zet u de bedieningshendel in de stand M totdat "LOCK" verschijnt. Trek de stekker uit het stopcontact. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen. Druk op ENTER. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen. Druk op ENTER. De klok begint te lopen. Veranderen van de tijd 1 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3 t/m 6 hierboven. Druk herhaald op . of > om "CLOCK SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen 1 2 3 Druk op Z. Plaats een disc, met de labelkant naar boven, in de disclade. Druk opnieuw op Z om de disclade te sluiten. Opmerkingen • Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere vreemde voorwerpen zitten omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. • Duw de disclade niet krachtig met de hand dicht omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3muziekstukken afspelen. Voorbeeld: Als een disc geplaatst is Muziekstuknummer CD/MP3 – Afspelen Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. Een disc afspelen Afspeelduur 1 2 Druk op CD. Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE/DIRECTION op de CD-speler totdat de gewenste functie op het display verschijnt. Kies Voor het afspelen van Geen indicatie (NORMALafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de oorspronkelijke volgorde. ALBM (NORMALafspeelfunctie) Alle MP3-muziekstukken in het door u gekozen album op de disc in de oorspronkelijke volgorde. Wanneer u een niet-MP3disc afspeelt, werkt de Album-afspeelfunctie hetzelfde als de normale afspeelfunctie. SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle muziekstukken op de disc in willekeurige volgorde. wordt vervolgd 9NL 3 Kies Voor het afspelen van ALBM SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) De MP3-muziekstukken in het door u gekozen album op de disc in willekeurige volgorde. Wanneer u een niet-MP3disc afspeelt, werkt de Album Shuffleafspeelfunctie hetzelfde als de Shuffle-afspeelfunctie. PGM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de volgorde waarin u deze wilt afspelen (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 11). Druk op nN. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk opnieuw om verder te gaan met afspelen. Een muziekstuk te kiezen Druk herhaald op . of >. Een album met MP3* te kiezen Druk herhaald op ALBUM – of + na stap 2. Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Een disc te verwijderen Druk op Z op de CD-speler. * Mogelijkerwijs is het zoeken in meerdere bestanden niet uitvoerbaar. Het is eveneens mogelijk dat de tijdsduur van sommige bestanden niet correct afgebeeld wordt. 10NL Opmerkingen • U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet veranderen. • Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen enige tijd duren. • Nadat een disc is geplaatst, leest de speler alle muziekstukken op de disc. Als er albums of nietMP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen. • Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3-muziekstukken geen ander soort geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan. • Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat wordt overgeslagen. • Maximaal aantal albums: 150 (inclusief de hoofdmap) • Het maximaal aantal MP3-muziekstukken en albums, dat een disc kan bevatten, bedraagt 300. • Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden. • MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen. • Afhankelijk van de gebruikte software voor geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of opnamemedium bij het schrijven van de MP3bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart zoals de onmogelijkheid van het afspelen, geluidsonderbrekingen en ruis. Tip Wanneer de disc-toegang lang duurt, stelt u "CD POWER ON" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14). Herhaald afspelen — REPEAT-afspeelfunctie Uw eigen programma samenstellen — PROGRAM-afspeelfunctie Met behulp van displayaanduidingen U kunt een programma samenstellen van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. U kunt de geprogrammeerde muziekstukken synchroon opnemen op een tape (zie blz. 18). Druk tijdens het afspelen op REPEAT/FM MODE totdat "REP" of "REP1" verschijnt. Met behulp van displayaanduidingen REP: Voor het maximaal vijfmaal herhaald afspelen van alle muziekstukken op de disc. REP1: Slechts één muziekstuk. 1 2 Uitschakelen van de herhaalfunctie Druk herhaald op REPEAT/FM MODE totdat zowel "REP" als "REP1" verdwijnen. 3 CD/MP3 – Afspelen U kunt alle muziekstukken of een enkel muziekstuk op de disc herhaald afspelen. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. Druk op CD. Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE/DIRECTION op de CD-speler totdat "PGM" verschijnt. Druk herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Bij het programmeren van een MP3-disc drukt u op ALBUM – of + om een album te kiezen, en drukt u daarna herhaald op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Opmerking Bij keuze van "REP1" wordt het afspelen van het bewuste muziekstuk oneindig herhaald, tot het moment dat "REP1" geannuleerd wordt. Gekozen muziekstuknummer Totale afspeelduur (inclusief het gekozen muziekstuk) 4 Druk op ENTER. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het programmastapnummer verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur. wordt vervolgd 11NL 5 6 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. Druk op nN. Het afspelen van het programma begint. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De PROGRAMDruk in de stopstand herhaald op afspeelfunctie uit te PLAY MODE/DIRECTION op schakelen de CD-speler totdat "PGM" uit gaat. Het programma te controleren Druk tijdens het afspelen herhaald op . of >. Een muziekstuk vanaf het einde te wissen Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening. Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Druk, om hetzelfde programma weer af te spelen, op CD, en druk daarna op nN. Het programma wordt echter gewist wanneer u de disclade opent. • "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of bij keuze van een CD-muziekstuk met een muziekstuknummer 21 of hoger of door het kiezen van een MP3-muziekstuk. 12NL Indien "TUNED" niet verschijnt en het doorzoeken van de frequenties niet stopt Tuner Stel de frequentie van de gewenste radiozender in, zoals is beschreven bij de stappen 2 en 3 van "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (zie blz. 13). Voorprogrammeren van radiozenders 4 Druk op TUNER MEMORY. Op het display gaat het preselectienummer knipperen. Tuner U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk van die zenders door eenvoudig het bijbehorende preselectienummer te kiezen. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. Voorprogrammering met automatische afstemming U kunt automatisch afstemmen op alle radiozenders die in uw gebied ontvangen kunnen worden en daarna de frequentie van de gewenste radiozenders opslaan. 1 2 3 Druk herhaald op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Preselectienummer 5 Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO" verschijnt. Druk op m/M (of TUNING –/+ op de afstandsbediening). De frequentie verandert terwijl het systeem scant naar een radiozender. Het scannen stopt automatisch wanneer op een zender is afgestemd. Op dat moment verschijnen "TUNED" en "STEREO" (voor een FMstereo-uitzending). 6 Druk herhaald op ./> (of op PRESET –/+ op de afstandsbediening) om het gewenste preselectienummer te kiezen. Druk op PUSH ENTER. "Complete!" verschijnt op het display. 7 Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Voorprogrammering met handmatige afstemming U kunt handmatig afstemmen op de gewenste radiozenders en daarna de frequentie ervan opslaan. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 1 2 Druk herhaald op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaald op TUNING MODE totdat "PRESET" en "AUTO" uit gaan. wordt vervolgd 13NL 3 Druk herhaald op m/M (of op TUNING –/+ op de afstandsbediening) om op de gewenste zender af te stemmen. 4 Druk op TUNER MEMORY. Op het display gaat het preselectienummer knipperen. 5 Druk herhaald op ./> (of op PRESET –/+ op de afstandsbediening) om het gewenste preselectienummer te kiezen. 6 7 Druk op PUSH ENTER. Om Doet u het volgende Af te stemmen op Volg de procedure die wordt een zender met een beschreven in zwak signaal "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (zie blz. 13). Een andere radiozender in te stellen op een bestaand preselectienummer Begin opnieuw vanaf stap 1. Na stap 4 drukt u herhaald op ./ > (of op PRESET –/+ op de afstandsbediening) om het preselectienummer te kiezen waaronder u de andere zender wilt opslaan. De ontvangst verbeteren Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD POWER OFF" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler. "CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld. 3 Druk op CD. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Druk op ?/1 terwijl u x ingedrukt houdt. "CD POWER OFF" verschijnt. "CD POWER ON" instellen Herhaal bovenstaande procedure. "CD POWER ON" verschijnt. Opmerking Wanneer "CD POWER OFF" is gekozen, wordt de disc-toegangstijd langer. 14NL Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u x ingedrukt houdt, drukt u op ?/1. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde procedure. Opmerking Herhaal de stappen 1 t/m 6 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Overige bedieningen 1 2 Het AM afsteminterval wijzigen (niet op Europees model) U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl het systeem in de energiebesparingsmodus staat. Tips • De voorgeprogrammeerde zenders blijven ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt. • U kunt de ontvangst verbeteren door de bijgeleverde antennes te richten of een buitenantenne aan te sluiten. Luisteren naar de radio U kunt naar een radiozender luisteren door een voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door handmatig af te stemmen op de zender. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen 1 2 3 Druk herhaald op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaald op TUNING MODE totdat "PRESET" en "AUTO" uit gaan. Tuner Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde radiozender Druk herhaald op m/M (of op TUNING –/+ op de afstandsbediening) om op de gewenste zender af te stemmen. Tips Programmeer eerst de voorkeurzenders in het geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 13). 1 2 3 Druk herhaald op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaald op TUNING MODE totdat "PRESET" verschijnt. Druk herhaald op ./> (of op PRESET –/+ op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeurzender te kiezen. Preselectienummer • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan herhaald op REPEAT/FM MODE totdat "MONO" verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. • Druk herhaald op TUNING MODE totdat "AUTO" verschijnt in bovenstaande stap 2 en druk vervolgens op m/M (of op TUNING –/+ op de afstandsbediening). De frequentie-aanduiding verandert, en het scannen stopt als er een zender wordt ontvangen (automatische afstemming). • Gebruik handmatige opname-instellingen bij de opname van radio-uitzendingen (blz. 19 en 23). Frequentie 15NL Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (alleen het Europese model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. Deze tuner is uitgerust met handige RDS-functies, zoals het afbeelden van de zendernaam en de programmasoort*. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.** Opmerking RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is. * De programmatypen zijn NEWS (nieuws), AFFAIRS (actuele nieuwsonderwerpen), INFO (informatie), SPORT (sport), EDUCATE (educatieve programma’s), DRAMA (drama), CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap), VARIED (vraaggesprekken, quizprogramma’s en komedies), POP M (popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M (rustige muziek), LIGHT M (lichte muziek), CLASSICS (klassieke muziek), OTHER M (andere muziek), WEATHER (weer), FINANCE (financiële zaken), CHILDREN (kinderen), SOCIAL (maatschappelijke onderwerpen), RELIGION (religie), PHONE IN (inbelprogramma’s), TRAVEL (reizen), LEISURE (vrije tijd), JAZZ (jazz), COUNTRY (countrymuziek), NATION M (muziek uit eigen land), OLDIES (oude hits), FOLK M (folkmuziek), DOCUMENT (documentaires), TEST (testsignaal voor nooduitzendingen), ALARM! (nooduitzendingen) en NONE (alle soorten uitzendingen die niet in één van de bovengenoemde categorieën vallen). ** Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor meer informatie over RDS-diensten in uw gebied. 16NL Ontvangen van RDSuitzendingen Kies een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. De RDS-informatie controleren Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: Naam radiozender* t Frequentie t Programmatype* t Klokindicatie t Status geluidseffect * Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen, is het mogelijk dat de zendernaam of de programmasoort niet op het display verschijnt. Tape – Afspelen Plaatsing van een tape 1 2 Druk op A Z of op Z B op het tapedeck. Plaats een reeds opgenomen/ opneembare tape in de cassettehouder. Afspelen van een tape U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. 1 2 3 4 Druk op TAPE A/B. Druk herhaald op PLAY MODE/ DIRECTION op de CD-speler om "g" te kiezen en één kant af te spelen. Kies "j" voor het afspelen van beide kanten. Kies "RELAY" (ononderbroken afspelen)* om beide tapedecks na elkaar af te spelen. Druk op nN. Het afspelen van de tape begint. Tape – Afspelen Met de kant die u wilt afspelen/opnemen naar voren gericht. Plaats een tape. Afspeelrichting * Bij ononderbroken afspelen wordt altijd de onderstaande cyclus doorlopen: Tapedeck A (voorkant) t Tapedeck A (achterkant) t Tapedeck B (voorkant) t Tapedeck B (achterkant) wordt vervolgd 17NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende De achterkant af te spelen Druk tijdens het afspelen nogmaals op nN. Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk opnieuw om verder te gaan met afspelen. Snel vooruit te spoelen Druk in de stopstand op m of terug te spoelen of M. Het begin van het volgende muziekstuk te zoeken (AMS)* Druk tijdens het afspelen op >. Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de afspeelrichting, + (vooruit), en het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/ m 9). Het begin van het huidige muziekstuk of van voorgaande muziekstukken te zoeken (AMS)* Druk tijdens het afspelen op .. Bij iedere druk op deze toets, verschijnen de afspeelrichting, – (achterwaarts), en het aantal muziekstukken dat wordt overgeslagen (1 t/m 9). De tape eruit te halen Druk op A Z of op Z B op het tapedeck. * AMS (Automatische Muzieksensor) Tape – Opnemen Uw favoriete CDmuziekstukken opnemen op een tape — CD-TAPE-synchroonopname U kunt een hele CD op de tape opnemen. U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 1 2 3 4 5 Tip Als u "j" of "RELAY" kiest, stopt het tapedeck automatisch nadat de cyclus vijfmaal is doorlopen. Druk op TAPE A/B om tapedeck B te kiezen, en druk vervolgens herhaald op nN om de opneemkant te kiezen. Druk op x om te stoppen met het afspelen. Druk op CD en plaats een disc, waarvan u wilt opnemen, in het apparaat. Druk op CD SYNC. Deck B bevindt zich nu in de wachtstand voor opnemen. "REC" knippert. Opmerking Onder de volgende omstandigheden zal de AMSfunctie soms niet goed werken: – Wanneer het niet-opgenomen gedeelte tussen de muziekstukken korter dan 4 seconden is. – Wanneer het systeem dicht bij een TV-toestel is geplaatst. Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. 6 Druk herhaald op PLAY MODE/ DIRECTION om "g" te kiezen voor opnemen van één kant. Kies "j" (of "RELAY") voor opnemen op beide kanten. Druk op z START. Het opnemen begint. Stoppen met opnemen Druk op x. 18NL Een disc opnemen met een bepaalde muziekstukvolgorde — Handmatig opnemen Met deze functie is het mogelijk om alleen uw favoriete muziekstukken van een CD, tape of een radioprogramma op een tape opnemen. U kunt ook opnemen van andere aangesloten geluidscomponenten (zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26). Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 1 Opmerking U kunt Tape Select Edit niet gebruiken voor discs die meer dan 20 muziekstukken of MP3-bestanden bevatten. 2 Tips • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het einde van de achterkant. • Als u kiest voor opnemen op beide kanten en midden in een muziekstuk het einde van de voorkant van de tape wordt bereikt, wordt het gehele muziekstuk nogmaals opgenomen aan het begin van de achterkant van de tape. 3 Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. Druk op TAPE A/B om tapedeck B te kiezen, en druk vervolgens herhaald op nN om de opneemkant te kiezen. Druk op x om te stoppen met het afspelen. Tape – Opnemen U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken opnemen met behulp van de Programafspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3 eerst de stappen 1 t/m 5 uit van "Uw eigen programma samenstellen" (zie blz. 11). U kunt ook de vereiste bandlengte om een CD op te nemen controleren. Druk op PROGRAM EDIT op de afstandsbediening nadat u een CD hebt geplaatst in de CD-functie. De vereiste tapelengte voor de op dat moment gekozen CD verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur van respectievelijk kant A en kant B (Tape Select Edit-functie). Handmatig opnemen op een tape Druk op CD, TAPE A/B of TUNER/BAND om de gewenste bron te kiezen waarvanaf u wilt opnemen. • CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CDspeler. • TAPE: Opnemen vanaf het ingebouwde tapedeck A. • TUNER: Opnemen vanaf de ingebouwde tuner. • MD of VIDEO: Opnemen vanaf de optionele component aangesloten op de MD (VIDEO) IN-aansluitingen. 4 Druk op z START. Deck B bevindt zich nu in de wachtstand voor opnemen. "REC" knippert. 5 6 Druk herhaald op PLAY MODE/ DIRECTION om "g" te kiezen voor opnemen van één kant. Kies "j" (of "RELAY") voor opnemen op beide kanten. Druk op z START en begin daarna met het afspelen van de bron waarvan u wilt opnemen. Het opnemen begint. wordt vervolgd 19NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het opnemen te stoppen Druk op x. Het opnemen te pauzeren Druk op z START. Druk nogmaals om het opnemen te hervatten. Opmerkingen • Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen luisteren. • Als TAPE B is gekozen in stap 3, wordt niets opgenomen. Tips • Bij opnemen van de radio: Eventuele, tijdens de opname van een radioprogramma, hoorbare ruis kunt u verminderen door de radioantenne in een andere stand te plaatsen. • Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, moet u altijd beginnen met de voorkant. Indien u met de achterkant begint, zal het opnemen stoppen aan het einde van de achterkant. 20NL Geluidsregeling Regeling van het geluid U kunt de lage tonen versterken en het geluid krachtiger maken. De GROOVE-instelling is ideaal voor muziekbronnen, en de V-GROOVE-instelling is ideaal voor videobronnen (films, enz.). Druk op GROOVE. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: GROOVE t V-GROOVE t GROOVE OFF (uit) Geluidseffect kiezen Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. Druk herhaald op MUSIC MODE of MOVIE MODE om de gewenste voorinstelling te kiezen. De naam van de voorinstelling verschijnt op het display. Zie het overzicht "Opties voor geluidseffecten". Het effect uitschakelen Druk herhaald op EFFECT totdat "EFFECT OFF" verschijnt. MUSIC MODE U kunt het geluid instellen door de niveaus van bepaalde frequentiebereiken te verhogen of te verlagen, en deze vervolgens opslaan als een persoonlijk bestand (P FILE) in het geheugen. Alvorens te bedienen, kiest u eerst de uitgangsinstelling voor de geluidsregeling. Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 1 Effect ROCK POP JAZZ DANCE SOUL CLASSIC P FILE — Persoonlijk bestand Standaard geluidsbronnen De eerste parameter verschijnt. 2 3 Effect Soundtracks en bijzondere luistersituaties Kiezen van het surroundeffect Druk op SURROUND. "SURR" verschijnt op het display. Het surroundeffect annuleren Druk nogmaals op SURROUND totdat "SURR" uit gaat. Verplaats de bedieningshendel naar < of , om het frequentiebereik te kiezen en verplaats dan de bedieningshendel naar M of m om de versterking (dB) te kiezen. Druk op PUSH ENTER. "P FILE" verschijnt. Deze instelling wordt automatisch opgeslagen als een persoonlijk bestand en tegelijkertijd wordt de SURROUNDinstelling opgeslagen. De instelling wordt iedere keer wanneer u op PUSH ENTER drukt overschreven. MOVIE MODE ACTION DRAMA MUSICAL Druk op EQ EDIT. Geluidsregeling Opties voor geluidseffecten Instelling van de grafische equalizer en opslaan van de instellingen Overige bedieningen Om Doet u het volgende Een persoonlijk bestand op te roepen Druk herhaald op MUSIC MODE totdat "P FILE" verschijnt. Een persoonlijk bestand te annuleren Druk herhaald op EFFECT op de afstandsbediening totdat "EFFECT OFF" verschijnt. 21NL Ontwaken met muziek Timer Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. — DAILY-timerfunctie U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 • CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 11). • Tape: Plaats een tape. • Tuner: Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar de radio" op blz. 15). Druk op SLEEP. Bij elke druk op deze toets verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: OFF t AUTO* t 90min t 80min t 70min t … t 10min * Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na 100 minuten of nadat de huidige CD of tape klaar is met afspelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De resterende tijdsduur** te controleren Druk eenmaal op SLEEP. 2 3 Druk op VOL +/– (of draai VOLUME op de CD-speler) om het volume in te stellen. Druk op CLOCK/TIMER SET. "DAILY SET?" verschijnt. De uitschakeltijd Druk herhaald op SLEEP om de te wijzigen gewenste tijd te kiezen. De SLEEPtimerfunctie te annuleren Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. Druk herhaald op SLEEP totdat "SLEEP OFF" verschijnt. 4 Druk op ENTER. "ON" licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen, en druk op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. ** U kunt de resterende tijdsduur niet controleren wanneer "AUTO" is gekozen. Tip U kunt de SLEEP-timerfunctie zelfs gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. 6 7 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. Druk herhaald op . of > totdat de gewenste geluidsbron verschijnt. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY T 22NL 8 Druk op ENTER. De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron verschijnen beurtelings en daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "DAILY SELECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "TIMER OFF?" verschijnt en druk daarna op ENTER. U kunt een programma van een voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op een vooraf ingesteld tijdstip. Voor het opnemen met de timer dient u eerst de radiozenders voor te programmeren (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 13) en de ingebouwde klok gelijk te zetten (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. "DAILY SET?" verschijnt. 3 Opmerkingen • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie in werking stellen. • Als u de DAILY-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, krijgt de SLEEPtimerfunctie voorrang. • Als het systeem op de vastgestelde tijd wordt ingeschakeld, wordt de DAILY-timerfunctie niet geactiveerd. • U kunt de optionele component aangesloten op de MD (VIDEO) IN-aansluitingen niet gebruiken als de geluidsbron in de DAILY-timerfunctie. Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender" op blz. 15). Timer De instelling te wijzigen Timeropname van radioprogramma’s Druk herhaald op . of > om "REC SET?" te selecteren en druk daarna op ENTER. "ON" licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 4 Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaald op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaald op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. 5 Tip Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. De starttijd, de stoptijd en de naam van de op te nemen radiozender (bijvoorbeeld "FM20 t TAPE") worden na elkaar, weergegeven, voordat de normale displayweergave weer verschijnt. Het systeem wordt 15 seconden vóór de ingestelde tijd ingeschakeld. 6 7 Plaats een voor opname geschikte tape in het deck B. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. wordt vervolgd 23NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "REC SELECT?" verschijnt en druk daarna op ENTER. De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaald op . of > totdat "TIMER OFF?" verschijnt en druk daarna op ENTER. Opmerkingen • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie in werking stellen. • Als u de opname-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, krijgt de SLEEPtimerfunctie voorrang. • Als het systeem op de vastgestelde tijd wordt ingeschakeld, wordt de timeropname niet geactiveerd. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Merk op dat als de timer-opname op dezelfde tijd is ingesteld als de DAILY-timerfunctie, waarvan de geluidsbron is ingesteld op het tapedeck, het geluid van de timer-opname op de tape kan worden opgenomen. Display Uitschakelen van het display — Energiebesparingsmodus Het demonstratiedisplay (het displayvenster en de toetsen branden en knipperen, zelfs wanneer de spanning van het systeem is uitgeschakeld) en het klokdisplay kunnen worden uitgeschakeld om de hoeveelheid stroom die in de wachtstand verbruikt wordt zoveel mogelijk te beperken (energiebesparingsmodus). Druk, met het systeem uitgeschakeld, herhaald op DISPLAY totdat het demonstratiedisplay of het klokdisplay is verdwenen. De energiebesparingsmodus uitschakelen Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. Bij iedere druk op deze toets doorloopt het systeem de volgende cyclus: Demonstratiedisplay t Klokdisplay* t Geen weergave (energiebesparingsmodus) * "– –:– –" verschijnt als u de klok niet hebt ingesteld. Opmerking De volgende bedieningen kunnen niet worden uitgevoerd in de energiebesparingsmodus. – instellen van de klok – het systeem inschakelen door op de functietoetsen te drukken Tips • De timer blijft werken in de energiebesparingsmodus. • De indicatie ?/1 licht ook in de energiebesparingsmodus op. De helderheid van de achterverlichting van het display instellen Druk herhaald op DIMMER om de gewenste instelling te kiezen terwijl het systeem is ingeschakeld. 24NL Het display verandert steeds als volgt: DIMMER OFF t DIMMER 1 t DIMMER 2 t DIMMER 3* * DIMMER 3 is de donkerste instelling. Afbeelden van informatie over de CD op het display U kunt de verstreken afspeelduur en de resterende afspeelduur van het huidige muziekstuk of die van de hele disc op het display controleren. Als een CD-TEXT-disc of een disc met MP3muziekstukken wordt geplaatst, kunt u ook de informatie op de disc, zoals de titels, controleren. Wanneer het apparaat een CD-TEXT-disc vaststelt, verschijnt de "CD TEXT" indicatie op het display. Druk op DISPLAY in de NORMALafspeelfunctie. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: Huidige muziekstuknummer en verstreken afspeeltijd t Huidige muziekstuknummer en resterende afspeeltijd of "– –.– –"*1 t Resterende afspeeltijd van de disc of "– –.– –"*1 t Muziekstuktitel (alleen CDTEXT-disc of disc met MP3-muziekstukken*2) t Albumnaam (alleen disc met MP3muziekstukken) t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Status van geluidseffecten (gedurende acht seconden) *1 Voor discs met MP3-muziekstukken *2 Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-label versie 1 of versie 2, verschijnt het ID3-label. Het ID3-label geeft alleen de muziekstuktitel weer. TOC-indicatie*1 of totaal aantal albums op de disc*2 of totaal aantal muziekstukken in het huidige album*3 t Disctitel*4 of volumelabel*5 of albumnaam*5 t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Status van geluidseffecten (gedurende acht seconden) *1 TOC = inhoudsopgave; geeft het totaal aantal muziekstukken op de disc aan en geeft de totale afspeeltijd van de disc aan *2 Voor discs met MP3-muziekstukken in de normale afspeelfunctie of de SHUF-afspeelfunctie *3 Voor discs met MP3-muziekstukken in de ALBMafspeelfunctie of de ALBM SHUF-afspeelfunctie *4 Voor discs met CD-TEXT *5 Bij discs met MP3-muziekstukken, is het mogelijk dat, afhankelijk van de afspeelfunctie, de albumnamen of het volumelabel niet wordt weergegeven. Afhankelijk van de disc, is het mogelijk dat bepaalde CD-TEXT-informatie niet verschijnt. x Als een CD in de PROGRAMafspeelfunctie staat Laatste muziekstuknummer van het programma en de totale afspeeltijd t Totaal aantal geprogrammeerde muziekstukken (gedurende vijf seconden) t Disctitel*1 of volumelabel*2 t Klokindicatie (gedurende acht seconden) t Status van geluidseffecten Display Controleren van de resterende afspeelduur en titels (CD/MP3) x Als een CD/MP3 in de normale afspeelfunctie staat *1 Voor discs met CD-TEXT *2 Voor discs met MP3-muziekstukken Afbeelden van de niveaumeter De niveaumeter op het display geeft de veranderingen aan in het ingangsniveau van de audiobron en in de instelling van het volumeniveau. Niveaumeter De totale afspeeltijd en titels controleren (CD/MP3) Druk in de stopstand op DISPLAY. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: Opmerking Afhankelijk van de weergegeven audiobron, is het mogelijk dat de niveaumeteraanwijzing niet verandert. 25NL Los verkrijgbare componenten Aansluiten van optionele componenten U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd. Naar de audio-ingangsaansluiting van een subwoofer Naar de audio-ingangsaansluitingen van een analoge component A CD DIGITAL (OPTICAL) OUTaansluiting (alleen Europese en Australische modellen) Gebruik een digitale optische kabel (vierkant, niet bijgeleverd) om een optische component (zoals een MD-deck) aan te sluiten op deze aansluiting. U kunt dan digitaal geluid van dit systeem opnemen. Opmerking Wanneer u een MP3-audiobestand afspeelt, kunt u geen digitale audio vanaf deze aansluiting uitvoeren. B MD (VIDEO) IN L/Raansluitingen Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een optionele analoge component (MD-deck, videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te sluiten. U kunt vervolgens opnemen vanaf of luisteren naar de component via dit systeem. 26NL Naar de digitale ingangsaansluiting van een digitale component Vanaf de audio-uitgangsaansluitingen van een analoge component C MD (VIDEO) OUT L/Raansluitingen Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een optionele analoge component (MD-deck, videorecorder, enz.) op deze aansluitingen aan te sluiten. U kunt vervolgens audio uitvoeren naar de component vanaf dit systeem. D SUB WOOFER OUT-aansluiting (Andere dan het Europese model) Gebruik een audiosnoer (niet bijgeleverd) om een optionele subwooferluidspreker* aan te sluiten op deze aansluiting. U kunt vervolgens audio uitvoeren naar de component vanaf dit systeem. * SA-WZ8 is aanbevolen. Opmerking Afhankelijk van de aangesloten subwoofer of de soort muziek die wordt afgespeeld kan het effect beperkt zijn of kan ruis optreden. Voor nadere bijzonderheden dient u uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar te raadplegen. Luisteren naar het geluid van een aangesloten component 1 1 Druk op MD (VIDEO) om over te schakelen op de functie MD of VIDEO. Sluit de audiosnoeren aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26. Sluit de audiosnoeren aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 26. 2 Audio opnemen vanaf een aangesloten component 2 Begin handmatig met het opnemen. Zie "Handmatig opnemen op een tape" op blz. 19. Begin met het afspelen van de aangesloten component. Opmerking Als het geluid vervormd is of te luid is wanneer "VIDEO" is gekozen, of wanneer u wilt terugkeren naar "MD", herhaalt u de hierboven beschreven bediening om "MD" weer in te stellen. Tip Los verkrijgbare componenten Als u "VIDEO" niet kunt kiezen door herhaald op MD (VIDEO) te drukken, moet u MD (VIDEO) ingedrukt houden en vervolgens op ?/1 drukken terwijl het apparaat is ingeschakeld. De functie verandert van "MD" naar "VIDEO", en de indicatie "VIDEO" verschijnt op het display. Om de functie terug te veranderen naar "MD", herhaalt u dezelfde procedure. 27NL Algemeen Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen In het geval u een probleem met uw systeem ondervindt, gaat u als volgt te werk: 1 Controleer dat het netsnoer en de luidsprekersnoeren op de juiste wijze en stevig zijn aangesloten. 2 Zoek uw probleem op in onderstaande controlelijst en voer de corrigerende handelingen uit. Indien het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. In geval van reparatie, vragen wij u het hele systeem (behalve de luidsprekers) naar het servicecentrum te brengen. Als de ?/1 indicatie knippert Trek onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en controleer volgende punten. • Zijn de systeembedieningskabels goed aangesloten? • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de juiste spanning? Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en controleer daarna of de spanningskeuzeschakelaar op het juiste voltage is ingesteld. • Zijn de + en de – draden van de luidsprekersnoeren kortgesloten? • Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers? • Worden de ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat geblokkeerd? Controleer alle bovenstaande items en los alle gevonden problemen op. Nadat de ?/1 indicatie stopt met knipperen, sluit u het netsnoer weer aan en schakelt u het systeem in. Als de indicatie nog steeds knippert, of indien de oorzaak van een probleem, na controle van bovenstaande zaken, niet gevonden is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. 28NL Zodra u de stekker in het stopcontact steekt begint het display te knipperen, zelfs als het apparaat uitgeschakeld is (zie stap 5 van "Aansluiten van het systeem" (blz. 6)). • Druk op ?/1 terwijl het systeem is uitgeschakeld. De demonstratie verdwijnt. De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display. • Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timerinstellingen opnieuw (blz. 22 en 23). De klokinstelling/voorprogrammering van de radiozenders/timer is geannuleerd. • Stel de volgende gegevens opnieuw in: – "Instellen van de klok" (blz. 8) – "Voorprogrammeren van radiozenders" (blz. 13) – "De instelling te controleren" (blz. 23 en 24) – "Timeropname van radioprogramma’s" (blz. 23) Er is geen geluid. • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, controleert u dat de spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de juiste spanning. • Druk op VOL +/– of draai de VOLUME regelaar op de CD-speler rechtsom. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde zijn (blz. 6). • De beveiliging van de CD-speler is in werking getreden als gevolg van kortsluiting. Schakel de stroom uit, hef de kortsluiting op en schakel het systeem weer in. • Geen geluidsweergave tijdens een timeropname. Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op het netsnoer. De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (blz. 8). De timer werkt niet. • Controleer de instelling van de timer en stel de juiste tijd in (blz. 23 en 24). • Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (blz. 22). De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor van het apparaat. • Vervang de batterijen (AA-formaat/R6-type). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting. Het systeem kan niet worden ingeschakeld ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt. • Controleer dat het netsnoer is aangesloten op een stopcontact. • Controleer dat de systeembedieningskabels goed zijn aangesloten. De onregelmatige kleurenweergave op het TVscherm verdwijnt niet. • Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de onregelmatige kleurenweergave niet is verdwenen, plaats dan de luidsprekers verder van het TV-toestel. CD/MP3-speler De disclade gaat niet open en "LOCKED" verschijnt. • Neem contact op met uw Sony-handelaar of een erkend Sony-servicecentrum in uw omgeving. De disclade gaat niet dicht. • Plaats de disc op correcte wijze. • Sluit de disclade altijd door op Z te drukken op de CD-speler. Als u probeert de disclade met uw hand dicht te duwen, kan er een storing in de speler ontstaan. De disclade gaat niet open. • U kunt de disclade niet openen tijdens een CDsynchroonopname. Druk op x om de CDsynchroonopname te annuleren, en druk vervolgens op Z op de CD-speler om de disc uit te werpen. • Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. De disc-toegangstijd is te lang. • Stel "CD POWER ON" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14). De disc slaat over. • Veeg de disc schoon (blz. 32). • Vervang de disc. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de door de trillingen van de luidsprekers overslaat. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE/DIRECTION op de CD-speler totdat zowel "PGM" als "SHUF" uit gaan om terug te keren naar de normale afspeelfunctie. MP3-audiobestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO 9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het expansieformaat. • Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Discs waarop andere bestanden dan MPEG 1, 2, 2.5 Audio Layer-3 staan, kunnen niet worden afgespeeld. Verhelpen van storingen De niveaumeteraanwijzing verandert niet. • Afhankelijk van de weergegeven audiobron, is het mogelijk dat de niveaumeteraanwijzing niet verandert. Het afspelen begint niet. • Open de disclade en controleer of er een disc op is geplaatst. • Veeg de disc schoon (blz. 32). • Vervang de disc. • Plaats een disc die door dit apparaat afgespeeld kan worden (blz. 4). • Plaats de disc op correcte wijze. • Plaats de disc met het etiket naar boven gericht op de disclade. • Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af, laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. • Druk op nN om het afspelen te starten. wordt vervolgd 29NL MP3-audiobestanden duren langer om af te spelen dan andere. • Na inlezen van alle muziekstukken op de discs kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien: – het aantal albums of muziekstukken op de disc zeer groot is. – de indeling van de albums en muziekstukken zeer complex is. De titel van het album, de titel van het muziekstuk en het ID3-label worden niet juist weergegeven. • Gebruik een disc die voldoet aan ISO 9660 level 1, level 2, of Joliet in het expansieformaat. • Het ID3-label van de disc is niet versie 1 of versie 2. Tuner Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 13). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 7). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt uit te schakelen. • Stel "CD POWER OFF" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler (blz. 14). Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op REPEAT/FM MODE op de CD-speler totdat "MONO" uit gaat. Tapedeck De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). De tape wordt niet volledig gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De begeleidingswielen of de aandrukrollen zijn vuil. Reinig deze (blz. 33). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 33). De tape neemt niet op. • Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de opening waar het nokje in zat met plakband (blz. 33). • Het einde van de tape is bereikt. Nadat op nN is gedrukt, is een mechanisch geluid hoorbaar, verschijnt "EJECT" op het display, en wordt het apparaat automatisch in de stand-bystand gezet. • Plaats de cassette op de juiste wijze. Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Gebruik de toetsen op de CD-speler voor de bediening. 1 2 3 4 Haal de stekker uit het stopcontact. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk tegelijkertijd op x, EQ EDIT en ?/1. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en timer opnieuw instellen. 30NL Meldingen Tijdens de bediening kan er in het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. CD/MP3 NO DISC Er is geen disc in de speler geplaatst. OVER U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M ingedrukt houdt tijdens het afspelen of in de pauzestand. Push STOP! U hebt tijdens het afspelen op PLAY MODE/ DIRECTION gedrukt op de CD-speler. Step Full! U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. Tape No Tab U kunt de tape niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. Verhelpen van storingen No Tape Er zit geen tape in het tapedeck. 31NL Bediening Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning Controleer vóór gebruik van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. • Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Voor uw veiligheid • Het apparaat blijft op de voeding (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend worden vervangen door vakbekwame technici. Installeren • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. Ontwikkeling van hitte • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. • Installeer het apparaat op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het apparaat te voorkomen. • Indien u dit systeem voortdurend op een hoog volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. • Om een defect te voorkomen, mag de ventilatieopening van de koelventilator niet worden afgedekt. 32NL Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Opmerkingen over discs • Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het middengat naar de buitenrand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, verdunner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen bedoeld voor lp’s van vinyl. • Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct zonlicht. • Gebruik geen discs waaromheen een beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het systeem optreden. • Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te halen en kan een storing in het systeem optreden. Controleer dat de bedrukte kant van de disc niet kleeft voordat u deze op de disclade plaatst. De volgende soorten discs mogen niet worden gebruikt: – Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte etiketten waarvan de lijm buiten het etiket uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is geraffeld. – Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die kleverig aanvoelt. • Discs met een andere dan de standaardvorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. Reiniging van de behuizing Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of alcohol. Beveiligen van een opgenomen tape Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie afbeelding). Verwijder het wispreventienokje Technische gegevens Versterker Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 75 + 75 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 100 + 100 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 200 + 200 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Andere dan het Europese model: Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient u de opening met plakband te bedekken. Alvorens een tape in het tapedeck te plaatsen Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape die langer is dan 90 minuten Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het tapedeck verstrikt raken. Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte type. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te raadplegen. Demagnetiseren van de tapekoppen Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt u in de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Ingangen MD (VIDEO) IN (tulpstekker-aansluitingen): Spanning 450 mV/250 mV, impedantie 47 kilohm Uitgangen PHONES (stereo-mini-aansluiting): Geschikt voor hoofdtelefoon van 8 ohm of meer MD (VIDEO) OUT (tulpstekker-aansluitingen): Spanning 250 mV, impedantie 1 kilohm FRONT SPEAKER: Gebruik alleen de bijgeleverde luidsprekers SS-WZ5/WZ5E SUB WOOFER (Andere dan het Europese model): Spanning 320 mV, impedantie 1 kilohm Aanvullende informatie Reinigen van de koppen van het tapedeck Onderstaande waarden zijn gemeten bij 120, 220, 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (voor het Australisch model bij 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, het Koreaans model bij 220 V wisselstroom, 60 Hz, het Taiwanees model bij 120 V wisselstroom, 50/60 Hz) DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 100 + 100 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 140 + 140 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) CD-speler Systeem Laser Frequentiebereik Golflengte Signaal-ruisverhouding Compact disc en digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) 780 – 790 nm Meer dan 90 dB wordt vervolgd 33NL Dynamisch bereik Meer dan 90 dB OPTICAL CD DIGITAL OUT (alleen Europese en Australische modellen) (Vierkante optische aansluiting, achterpaneel) Golflengte 660 nm Tapedeck Opnamesysteem Frequentiebereik Wow en flutter 4-sporen 2-kanaals, stereo 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij gebruik van Sony TYPE I cassette ±0,15% W. Piek (IEC) 0,1% W. RMS (NAB) ±0,2% W. Piek (DIN) Tuner Andere dan het Europese model (SS-WZ5): Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Subwoofer: Woofer: Tweeter: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht Stroomvoorziening Europees model: Australisch model: 87,5 – 108,0 MHz FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz Koreaans model: Taiwanees model: Overige modellen: AM-tuner Afstembereik Europees model: 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Andere dan het Europese model: 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Antenne AM-raamantenne Antenne-aansluitingen Uitwendige antenneaansluiting Middenfrequentie 450 kHz Luidspreker Voorste luidspreker Europese model (SS-WZ5E): Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Woofer: Tweeter: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 34NL 2-weg, 2-eenheden, basreflex-type 16 cm, conus-type 5 cm, conus-type 6 ohm Ong. 200 × 395 × 260 mm Ong. 4,5 kg per luidspreker 15 cm, conus-type 15 cm, conus-type 5 cm, conus-type 6 ohm Ong. 220 × 415 × 290 mm Ong. 6,0 kg per luidspreker Algemeen FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Middenfrequentie 3-weg, 3-eenheden, basreflex-type 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz 220 V wisselstroom 60 Hz 120 V wisselstroom, 50/60 Hz 120 V, 220 V of 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Stroomverbruik Europees model: 150 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) Andere dan het Europese model: 180 W Afmetingen (b/h/d) CD-speler/Tuner: Ong. 255 × 135 × 355 mm Versterker/Tapedeck: Ong. 255 × 135 × 330 mm Gewicht CD-speler/Tuner: Ong. 2,8 kg Versterker/Tapedeck Europees model: Ong. 6,0 kg Andere dan het Europese model: Ong. 6,3 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) Batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Kussentjes voor voorste luidsprekers (8) Luidsprekersnoeren (2) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden Nummer van afbeelding r Gebruik van deze bladzijde Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en andere in de tekst genoemde onderdelen van het systeem te kunnen vinden. TAPE A/B wg (17, 19) R Naam van toets/onderdeel R Bijbehorende bladzijde Hoofdapparaat BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE M–Z Afstandsbedieningssensor qd Bedieningshendel 7 (8, 21) CD 5 (9, 11, 18, 19) CD SYNC 9 (18) DIMMER w; (24) Disclade ws DISPLAY ql (16, 24, 25) Displayvenster wa EQ EDIT qk (21, 30) GROOVE 7 (20) Hoofdtelefoon-aansluiting qs MD (VIDEO) 2 (27) MOVIE MODE 7 (21) MUSIC MODE 7 (21) PLAY MODE/DIRECTION qg (9, 11, 17, 18, 19, 31) PUSH ENTER 7 (8, 11, 13, 21, 22, 23) REPEAT/FM MODE qh (11, 15) SURROUND 7 (21) TAPE A/B 3 (17, 18, 19) Tapedeck A wh Tapedeck B wd TUNER MEMORY qf (13) TUNER/BAND 6 (13, 15, 19) TUNING MODE qj (13, 15) VOLUME qa (22) Versterker/Tapedeck ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (8, 14, 23, 30) X (pauzeren) 4 (10, 18) A Z (uitwerpen) wg (17) Z B (uitwerpen) wf (17) nN (afspelen) 4 (10, 17, 18) x (stoppen) 4 (8, 10, 14, 18, 30) +M> (vooruit spoelen/spring vooruit) 4 (8, 10, 13, 18, 22, 31) .m– (terugspoelen/spring achteruit) 4 (8, 10, 13, 18, 22) Z (openen/sluiten) 8 (9) z START q; (18, 19) Aanvullende informatie A–L CD-speler/Tuner wordt vervolgd 35NL Afstandsbediening BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE A–L M–Z ALBUM +/– qf (10, 11) CD 9 (9, 11, 18, 19) CLEAR 8 (12) CLOCK/TIMER SELECT 2 (23, 24) CLOCK/TIMER SET 3 (8, 22, 23) DISPLAY 6 (16, 24, 25) DIMMER 7 (24) EFFECT qh (21) ENTER wa (8, 11, 13, 21, 23) GROOVE qg (20) MD (VIDEO) ql (27) MOVIE MODE qa (21) MUSIC MODE qj (21) PRESET –/+ 5 (14, 15) PROGRAM EDIT w; (19) SLEEP 1 (22) SURROUND qd (21) TAPE A/B qk (17, 18, 19) TUNER/BAND 0 (13, 15, 19) TUNING –/+ 5 (13, 15) VOL +/– qs (22) ?/1 (spanning) 4 (8, 14, 23) m/M (terugspoelen/vooruit spoelen) 5 (10, 18, 31) ./> (spring achteruit/ spring vooruit) 5 (8, 10, 18, 22) nN (afspelen) 5 (10, 17, 18) X (pauzeren) 5 (10, 18) x (stoppen) 5 (10, 14, 18) 12 3 4 5 6 wa 7 w; ql qk qj qh 8 9 q; qa qs qg qd qf 36NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180

Sony MHC-WZ5 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding