Sony VGP-UPR1 Handleiding

Type
Handleiding
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het toestel niet bloot aan regen of
vocht om het risico op brand of
elektrocutie te verminderen.
Open de behuizing niet om elektrocutie
te voorkomen.
Laat alle onderhoud over aan bevoegd
personeel.
Gebruik uw product alleen met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
Om het toestel los te koppelen van de netspanning,
koppelt u de netspanningsadapter los.
Zorg ervoor dat het stopcontact zich in de buurt
van het toestel bevindt en dat u er gemakkelijk bij
kunt.
Voor klanten in Europa
Raadpleeg de veiligheidsvoorschriften.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
3
NL
Inhoudsopgave
Handelsmerken
VAIO is een handelsmerk van Sony Corporation.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere namen van systemen vermeld in dit document en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken
van elke fabrikant. Bovendien worden de tekens
,
®
niet gespecificeerd in deze handleiding.
In deze handleiding wordt naar Windows Vista
®
Home Basic, Windows Vista
®
Home Premium, Windows
Vista
®
Business en Windows Vista
®
Ultimate verwezen met Windows Vista.
Raadpleeg de licentieovereenkomst voor de gebruiksrechten betreffende de bijgeleverde software.
Sony is niet verantwoordelijk voor schade aangericht door dit product, de software geleverd bij dit product,
passieve schade of schade-eisen van derden.
Dit product of de bijgeleverde software kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Voor gebruik ..................................................... 4
Compatibele personal computers ............
4
Aan de slag ........................................................
5
De bijgeleverde onderdelen
controleren ............................................... 5
De software installeren .............................
5
Verbinden met de personal computer ....
6
Namen van de onderdelen ..............................
8
USB-apparaten aansluiten ...............................
9
Het scherm aansluiten ...................................
10
Aansluiten van een scherm met
DVI-D-aansluiting ................................ 10
Aansluiten van een scherm met
MONITOR-aansluiting ........................ 10
De instellingen wijzigen via het
pictogram in de taakbalk ......................
11
Aansluiten op het netwerk (LAN)
................ 11
Een hoofdtelefoon aansluiten .......................
12
De microfoon aansluiten ...............................
12
Beperkingen .................................................... 13
Opmerkingen bij het gebruik .......................
14
Onderhoud ...................................................... 14
Technische gegevens ......................................
15
Hulp ................................................................. 16
Over de klantondersteuning van
Sony ......................................................... 16
Problemen oplossen .......................................
17
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
4
NL
Inleiding
Voor gebruik
Dit product is een USB-basisstation voor Sony VAIO-laptops. Het basisstation kan echter met enkele
modellen niet worden gebruikt. Ga na of uw model compatibel is.
Compatibele personal computers
Dit product is compatibel met Sony VAIO-laptops die aan de volgende technische voorschriften voldoen.
CPU: processor van 1,2 GHz of hoger
Geheugen: 512 MB of hoger
Windows Vista voorgeïnstalleerde modellen
Laptops die niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, kunnen niet worden gebruikt.
Voor meer informatie over specifieke modellen, raadpleegt u de websites die worden vermeld in "Hulp"
(pagina 16).
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
5
NL
Aan de slag
De bijgeleverde onderdelen controleren
Controleer na het uitpakken of de volgende onderdelen bijgeleverd zijn. Als er iets ontbreekt of beschadigd
is, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-verdeler.
USB-basisstation
Netspanningsadapter
Netsnoer
Installatie-cd
Gebruiksaanwijzing
Garantie*
Veiligheidsvoorschriften*
* Beschikbaarheid varieert naargelang land of regio.
De software installeren
Installeer het stuurprogramma van de VGP-UPR1 om dit product te gebruiken met uw personal computer.
Opmerkingen

Verbind het product pas met de personal computer nadat de software geïnstalleerd is.

Koppel alle USB-apparaten los die zijn aangesloten op de personal computer.

Houd schijfstations zoals CD-ROM-stations enz. klaar voor gebruik. In deze handleiding wordt naar een schijfstation
voor CD-ROM's enz. verwezen met "CD-ROM-station". Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van
de personal computer of het CD-ROM-station voor instructies over het aansluiten van het CD-ROM-station op de
personal computer.

Voordat u de software installeert, dient u ervoor te zorgen dat de laatste updates van Windows zijn uitgevoerd. Sluit alle
andere programmas af.

Meld u aan als "Beheerder".

Raadpleeg de websites beschreven in "Hulp" (pagina 16) voor de laatste versie van de software.
1
Zet de personal computer aan en start Windows.
Wordt vervolgd
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
6
NL
2
Plaats de bijgeleverde installatie-cd in het CD-ROM-station.
Het scherm "Automatisch afspelen" wordt weergegeven.
Tip
Als het scherm niet automatisch wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op "Setup.exe" op de
CD-ROM. Klik daarna op "Uitvoeren als beheerder".
3
Klik op "Start Setup.exe" in het scherm "Installeer of open het programma".
Klik op "Doorgaan" wanneer het scherm "Beheer van gebruikersaccounts" wordt weergegeven.
4
Voltooi de installatie door de instructies op het scherm te volgen.
Tip
Nadat de installatie is voltooid, wordt mogelijk een scherm weergegeven dat u vraagt de personal
computer opnieuw op te starten. Selecteer in dat geval "OK".
Verbinden met de personal computer
Opmerkingen
Installeer de software voordat u het product aansluit (pagina 5).
Sluit het product rechtstreeks aan op de USB-aansluiting van de personal computer. Maak geen verbinding via een
USB-hub.
Wanneer u voor de eerste keer verbinding maakt met een personal computer, dient u alle apparaten los te koppelen van
dit product.
Dit product ondersteunt Windows Aero niet. Indien het product is aangesloten op een computer, dan schakelt het over
naar de basisgebruiksinterface.
Het afspelen van films en het gebruik van software die verwerking van 3D-gegevens vereisen, worden niet ondersteund
op het scherm dat is aangesloten op dit product.
1
Sluit de stekker van de bijgeleverde netspanningsadapter aan op het product.
2
Steek de stekker van het bijgeleverde netsnoer in de netspanningsadapter.
3
Steek de stekker van het bijgeleverde netsnoer in het stopcontact.
Het DC IN-lampje gaat branden.
4
Verbind het product rechtstreeks met de USB-aansluiting van de personal computer.
Er wordt mogelijk een scherm weergegeven dat u vraagt de personal computer opnieuw op te
starten. Selecteer in dat geval "Nu opnieuw opstarten".
Tip

Het scherm kan mogelijk enkele ogenblikken donker worden na het aansluiten van het product op de personal
computer. Dit is normaal en duidt niet op een storing.

U kunt de lengte van de USB-kabel van het product aanpassen met behulp van de goot aan de onderkant.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
7
NL
Het product loskoppelen
Opmerking
Wanneer u het product loskoppelt van de personal computer, dient u er zeker van te zijn dat de verbonden apparaten
veilig kunnen worden losgekoppeld.
1
Sluit de software af die wordt gebruikt door het USB-apparaat dat is aangesloten op het
product.
2
Koppel de USB-aansluiting los die is aangesloten op de personal computer.
Als een USB-HDD of USB-geheugen is aangesloten
1
Klik op "Hardware veilig verwijderen" in de taakbalk.
Het scherm "Hardware veilig verwijderen" wordt weergegeven.
2
Na het selecteren van "USB-apparaat voor massaopslag" in het scherm "Hardware veilig
verwijderen", drukt u op "Stoppen".
Het scherm "Een hardwareapparaat stoppen" wordt weergegeven.
3
Selecteer het "USB-apparaat voor massaopslag" dat is aangesloten op het product, en klik
vervolgens op "OK".
Het scherm "Do hardware kan veilig worden verwijderd" wordt weergegeven.
4
Druk op "OK".
Het apparaat kan worden losgekoppeld.
5
Koppel het product los nadat het POWER-lampje of toegangslampje van het aangesloten
product dooft.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
8
NL
Namen van de onderdelen
DVI-D-aansluiting
Om het scherm aan te sluiten.
Opmerking
Kan niet tegelijk met de MONITOR-
aansluiting worden gebruikt.
MONITOR-aansluiting
Om het scherm aan te sluiten.
Opmerking
Kan niet tegelijk met de DVI-D-aansluiting
worden gebruikt.
MIC-aansluiting
Om een monaurale microfoon aan te sluiten.
Opmerking
Om deze aansluiting te kunnen
onderscheiden van de HEADPHONES-
aansluiting, voelt u een uitsteeksel boven de
MIC-aansluiting. Zorg ervoor dat u de
microfoon niet aansluit op de
HEADPHONES-aansluiting.
HEADPHONES-aansluiting
Om een externe hoofdtelefoon aan te sluiten.
LAN-aansluiting
Om LAN-kabels enz. aan te sluiten.
Gebruik deze aansluiting bijvoorbeeld voor het
verbinden met ADSL-modems die zijn uitgerust
met een LAN-poort.
USB-aansluiting
Om USB-aansluitingen van apparaten die
voldoen aan de USB-standaard te verbinden.
DC IN-lampje
Licht op wanneer een stroombron is
aangesloten.
DC IN 12V-aansluiting
Om de netspanningsadapter aan te sluiten en
aan te sluiten op een stopcontact.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
9
NL
USB-apparaten
aansluiten
U dient mogelijk eerst de stuurprogramma's die
werden geleverd bij een apparaat te installeren
voor u USB-apparaten zoals een printer kunt
aansluiten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat
dat u wenst aan te sluiten voor meer informatie.
1
Sluit het apparaat aan op de
USB-aansluiting.
Opmerkingen
Sluit geen USB-hub aan op het product.
Afhankelijk van het type printer kan tijdens de
installatie van het stuurprogramma een scherm
worden weergegeven voor het selecteren van de
printerkabel of -poort. Selecteer in dat geval de USB-
kabel of -poort.
Wanneer meerdere USB-apparaten zijn aangesloten, is
het mogelijk dat de snelheid van de printer afneemt.
Dit is een kenmerk van USB.
Afhankelijk van het type printer is het mogelijk dat het
statusscherm, het afstandspaneel, enz. van het
hulpprogramma dat werd geleverd bij het
stuurprogramma voor de printer niet meer werkt.
Contacteer in dat geval de fabrikant van de printer.
Als u een printer aansluit die niet compatibel is met
Windows Vista, werkt die mogelijk niet correct.
Bij het loskoppelen van een USB-luidspreker, enz.
stopt u het afspelen van een dvd, muziek, enz. of
schakelt u de apparaten uit voor u de luispreker
loskoppelt. Als het apparaat wordt losgekoppeld
tijdens het afspelen, kan dit een storing veroorzaken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat
voor de procedure voor het loskoppelen van
USB-apparaten.
Volg de volgende voorzorgsmaatregelen om storingen
van dit product of een USB-apparaat te voorkomen.
Wanneer u het product verplaatst met USB-
apparaten aangesloten, vermijd dan om druk of
kracht uit te oefenen op de USB-aansluiting.
Steek het product niet in een zak of draagtas terwijl
USB-apparaten zijn aangesloten.
Tips
De USB-aansluiting van dit product is uitgerust met
USB 2.0-technologie.
USB 2.0 is een nieuwe toevoeging aan USB (Universal
Serial Bus) en kan gegevens sneller overzetten dan
USB 1.1. USB-aansluitingen die zijn uitgerust met USB
2.0-technologie kunnen eveneens worden aangesloten
op apparaten met USB 1.1-aansluitingen.
USB 2.0 beschikt over drie overzetmethodes.
High-speed: snelste overzetmodus aan 480 Mbps.
Full-speed: overzetmodus aan 12 Mbps.
Low-speed: overzetmodus aan 1,5 Mbps. Deze
modus wordt gebruikt voor trage apparaten zoals
een muis, toetsenbord, enz.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
10
NL
Het scherm aansluiten
Opmerkingen
Voor u een scherm op het product aansluit, installeert
u eerst de software op de bijgeleverde installatie-cd
(pagina 5).
Dit product beschikt over twee aansluitingen om een
scherm aan te sluiten, de MONITOR-aansluiting en de
DVI-D-aansluiting. De aansluiting die u nodig heeft
hangt af van het type scherm dat wordt aangesloten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het scherm voor
meer informatie.
De DVI-D-aansluiting en de MONITOR-aansluiting
kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Wanneer een personal computer is aangesloten,
kunnen maximaal twee schermen worden
weergegeven, inclusief het LCD-scherm van de
personal computer.
De maximale uitgangsresolutie van het product is
1680 × 1050 pixels. De beelden kunnen echter in een
lagere resolutie worden weergegeven afhankelijk van
het aangesloten scherm.
Het aangesloten scherm wordt geïdentificeerd als het
derde scherm in het scherm "Beeldinstellingen" van
Windows.
Afhankelijk van de gebruikte software wordt de
inhoud mogelijk niet correct weergegeven op het
aangesloten scherm.
Uitvoer van het product kan worden gebruikt via de
Modus uitgebreid bureaublad.
Aansluiten van een scherm met
DVI-D-aansluiting
1
Steek de schermkabel in de DVI-D-
aansluiting van het product.
Opmerking
De DVI-D-aansluiting van dit product voldoet niet
aan de vereisten van HDCP (High-bandwidth Digital
Content Protection).
Aansluiten van een scherm met
MONITOR-aansluiting
1
Steek de schermkabel in de MONITOR-
aansluiting van het product.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
11
NL
De instellingen wijzigen via het
pictogram in de taakbalk
Er verschijnt een menu wanneer u met de
rechtermuisknop op het -pictogram in de
taakbalk klikt. De instellingen voor aangesloten
beeldschermen kunnen worden aangepast in dit
menu.
Instellingen Uitleg
Beeldscherm
Resolutie
Wijzigt de beeldscherm
resolutie van het aangesloten
scherm.
Kleur Kwaliteit
Wijzigt het kleur van het
aangesloten scherm.
Uitbreiden naar
Wijzigt de schermpositie van
het aangesloten scherm en de
personal computer.
Uitbreiden
Wijzigt de instelling voor het
uitgebreid bureaublad.
Uit
Maakt het uitgebreid
bureaublad ongeldig.
Geavanceerd…
Geeft het scherm
"Beeldinstellingen" van
Windows weer.
Over de resolutie
Dit product ondersteunt de volgende resoluties:
800 × 600, 1024 × 768, 1280 × 768, 1280 × 1024,
1360 × 768, 1400 × 1050, 1440 × 900, 1600 × 1200,
1680 × 1050
Deze resoluties worden mogelijk niet allemaal
ondersteund afhankelijk van het aangesloten scherm.
Afhankelijk van de uitgangsresolutie worden beelden
mogelijk niet normaal weergegeven. Selecteer een
resolutie die correct kan worden weergegeven.
Aansluiten op het
netwerk (LAN)
U kunt een ADSL-modem of netwerk (LAN) thuis
of op kantoor rechtstreeks aansluiten op de LAN-
aansluiting van dit product. U kunt verbinding
maken met het internet en gegevens uitwisselen
tussen verschillende apparaten via het netwerk.
Het product kan worden aangesloten op een
100BASE-TX- of een 10BASE-T-netwerk. Voor
randapparaten die u nodig heeft om verbinding te
maken met het netwerk, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing geleverd bij de ADSL-modem
of neemt u rechtstreeks contact op met de
systeembeheerder van uw netwerkprovider.
Voor instellingen om verbinding te maken met het
netwerk, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
geleverd bij de ADSL-modem of de aangesloten
randapparaten, of controleert u de instellingen van
uw provider, enz. Voor instellingen in uw kantoor
neemt u contact op met de netwerkbeheerder in
uw kantoor.
Tip
Selecteer de optie "Lokale netwerkverbinding SONY
VGP-UPR1 (Ethernet Adapter)" die wordt
weergegeven in het scherm "Netwerkverbindingen"
om de instellingen te wijzigen van het netwerk
aangesloten op de LAN-aansluiting.
Opmerkingen
Om aan te sluiten op het netwerk, installeert u de
software op de bijgeleverde installatie-cd (pagina 5).
De LAN-aansluiting van dit product ondersteunt geen
netwerkboot of Wake-on-LAN.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
12
NL
Een hoofdtelefoon
aansluiten
U kunt een hoofdtelefoon aansluiten op de
HEADPHONES-aansluiting van dit product.
Over het volume
Afhankelijk van geluidseffecten, geluidsbronnen,
softwaretypes, enz. kan het geluidsvolume verschillen,
ook al blijft de volume-instelling gelijk. Wijzig de
geluidsinstellingen van uw personal computer
naargelang uw gebruiksomgeving.
Wanneer u het geluidsniveau wilt wijzigen in de
geluidsinstellingen van elk apparaat, dubbelklikt u op
het gewenste apparaat of selecteert u de eigenschappen
van het apparaat en geeft u ze weer. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van uw
personal computer voor meer informatie over de
geluidsinstellingen.
Opmerkingen
Bij het aansluiten/loskoppelen van dit product op/van
een computer, wijzigt de uitvoerinstelling van de
computer. Terwijl het product is aangesloten op een
computer, wordt het geluid van de computer
uitgevoerd via de HEADPHONES-aansluiting op dit
product.
Afhankelijk van de software is het mogelijk dat het
geluid niet wordt uitgevoerd via de HEADPHONES-
aansluiting van dit product. Als dit het geval is, sluit u
de software af en volgt u vervolgens de onderstaande
procedure om ervoor te zorgen dat het geluid wordt
uitgevoerd via de hoofdtelefoon van de aangesloten
personal computer, enz.
1
Klik met de rechtermuisknop op het
-pictogram in de taakbalk en
selecteer vervolgens het
afspeelapparaat.
Het scherm "Geluid" wordt weergegeven.
2
Selecteer bij het weergegeven
afspeelapparaat luidsprekers of
hoofdtelefoon op de computer, en klik
vervolgens op "Standaardinstellingen".
Dit product wordt weergegeven als "C-Media
luidsprekers…".
3
Klik op "OK".
De instelling is voltooid en het geluid wordt
uitgevoerd via de personal computer.
De microfoon aansluiten
U kunt de microfoon gebruiken door hem aan te
sluiten op de MIC-aansluiting van dit product.
Opmerking
Wanneer het product is aangesloten op een personal
computer, is het mogelijk dat de instellingen wijzigen
om de MIC-aansluiting van dit product te activeren.
Om de microfoonaansluiting op de personal computer
te activeren, volgt u de onderstaande procedure.
1
Klik met de rechtermuisknop op het
-pictogram in de taakbalk en
selecteer vervolgens het
opnameapparaat.
Het scherm "Geluid" wordt weergegeven.
2
Selecteer een ander opnameapparaat
dan "C-Media microfoon…" uit de
weergegeven opnameapparaten en
klik op "Standaardinstellingen".
3
Klik op "OK".
De instelling is gewijzigd en de
microfoonaansluiting van de personal
computer wordt geactiveerd.
Het is mogelijk dat het microfoonvolume van dit
product gedempt is. Wijzig in dat geval het
volumeniveau in functie van uw voorkeur.
1
Klik met de rechtermuisknop op het
-pictogram in de taakbalk en
selecteer vervolgens het
opnameapparaat.
Het scherm "Geluid" wordt weergegeven.
2
Selecteer uit de weergegeven
opnameapparaten "C-Media
microfoon…" en klik op
"Eigenschappen".
Het scherm "Microfooneigenschappen"
wordt weergegeven.
3
Selecteer het tabblad "Niveaus" en stel
het microfoonvolume in aangepast
aan uw microfoon.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
13
NL
Beperkingen
Wanneer een personal computer is aangesloten,
kunnen maximaal twee schermen worden
weergegeven, inclusief het LCD-scherm van de
personal computer.
Gebruik het product niet op de volgende
manieren:
Simultaan gebruik van de MONITOR- en
DVI-D-aansluitingen op dit product.
Simultaan gebruik van de schermuitvoer
van het product en de externe
schermuitvoer van de personal computer.
De LAN-aansluiting van dit product
ondersteunt geen netwerkboot of Wake-on-
LAN. Wanneer u de functies netwerkboot of
Wake-on-LAN wilt gebruiken, gebruikt u de
LAN-aansluiting van uw personal computer.
Afhankelijk van de modus, de softwaretypes of
gegevens is het mogelijk dat het geluid niet
wordt uitgevoerd via de
HEADPHONES-aansluiting.
Dit product ondersteunt Windows Aero niet.
Indien het product is aangesloten op een
computer, dan schakelt het over naar de
basisgebruiksinterface.
Wanneer een scherm is aangesloten op het
product, dan wordt de modus uitgebreid
bureaublad ingesteld als de standaardinstelling.
Gebruik in Clonemodus (spiegelmodus) wordt
niet ondersteund.
Wanneer meerdere USB-apparaten zijn
aangesloten, kan de CPU-belasting van de
personal computer verhogen, wat kenmerkend
is voor de USB en wat resulteert in een lagere
snelheid van de software of lagere
afdruksnelheid van de USB-printer.
De weergave van films op het externe scherm
wordt niet ondersteund. Het wordt zelfs niet
ondersteund als het scherm is aangesloten als
hoofdmonitor.
Het afspelen van films en het gebruik van
software die verwerking van 3D-gegevens
vereisen, worden niet ondersteund op het
scherm dat is aangesloten op dit product.
De maximale bitsnelheid en
bemonsteringsfrequentie van de uitvoer van de
hoofdtelefoon bedraagt 16 bit, 48 KHz.
Wanneer u Windows start of herstelt, wordt
mogelijk een geluid weergegeven dat meldt dat
het apparaat wordt verbonden/losgekoppeld.
Dit duidt niet op een storing. Voer de volgende
procedure uit om het geluid te stoppen. Houd
er echter rekening mee dat alle andere
geluidseffecten die verwittigen dat een apparaat
werd gevonden eveneens worden uitgeschakeld.
1
Klik op de
-knop-"Configuratiescherm".
Het "Configuratiescherm" wordt
weergegeven.
2
Klik op "Hardware en geluid" en klik
vervolgens op "Audioapparaten
beheren" in het scherm "Geluid".
Het scherm "Geluid" wordt weergegeven.
3
Klik op het tabblad "Geluiden",
selecteer vervolgens "Apparaan
aansluiten" uit de lijst "Programma".
4
Selecteer "Geen" uit de keuzelijst
"Geluiden".
5
Selecteer ook "Apparaat ontkoppelen"
uit de lijst "Programma" en selecteer
vervolgens "Geen" uit de keuzelijst
"Geluiden".
6
Klik op "OK" en sluit het scherm
"Geluid".
De instelling is gewijzigd en het geluid dat
wordt weergegeven wanneer een apparaat
wordt verbonden/losgekoppeld, is
uitgeschakeld.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
14
NL
Opmerkingen bij het
gebruik
Gebruik de bijgeleverde netspanningsadapter
(AC-NB12A).
Om het product los te koppelen van de
netspanning, koppelt u de netspanningsadapter
los.
Plaats het product niet op plaatsen met de
volgende kenmerken:
Extreem warm of koud
Stoffig of vuil
Erg vochtig
Aanwezigheid van trillingen
Aanwezigheid van sterke magnetische velden
Zanderig
Directe zonnestraling
Stel het product niet bloot aan mechanische
schokken en laat het niet vallen.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in
contact komen met de metalen onderdelen van
het product. Gebeurt dit wel, dan kan er zich
een kortsluiting voordoen en het product kan
beschadigd raken.
Sluit geen beschadigde kabels aan op het
product.
Gebruik het product niet indien het gevallen of
beschadigd is.
Zorg ervoor dat de metalen contactpunten
steeds gereinigd zijn.
Probeer dit product niet te demonteren of om
te bouwen.
Het is normaal dat het product warm wordt
tijdens het gebruik.
Houd het product uit de buurt van tv- of AM-
ontvangers, omdat dit de tv- of AM-ontvangst
kan verstoren.
USB, printer, DVI-D en MONITOR zijn niet
uitgerust met Limited Power Sources.
Behandel het product voorzichtig tijdens het
aansluiten of loskoppelen.
Zorg ervoor dat u het product loskoppelt van
de computer wanneer u de computer verplaatst.
Het verplaatsen van de computer terwijl het
product nog is aangesloten, kan ervoor zorgen
dat het product valt, met letsels of schade aan
het product of de computer tot gevolg.
Andere
Onderhoud
Reinig het toestel met een zachte droge doek of
een zachte doek die licht is bevochtigd met een
mild zeepsopje (let erop dat u de aansluitingen
niet nat maakt). Gebruik geen oplosmiddelen
zoals alcohol of benzine, want die kunnen de
afwerking van de behuizing beschadigen.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
15
NL
Technische gegevens
Interface
USB-aansluiting Type-A
Aansluitingen
USB (
): Type-A-aansluiting (4)
1
Uitgang voor extern scherm
MONITOR (): Analoog RGB (mini D-sub 15-polig) (1)
DVI-D (
): Digitaal (DVI-D-type) (1)
HEADPHONES-aansluiting (): stereo mini-aansluiting (1)
MIC-aansluiting (): mono mini-aansluiting (1)
LAN-aansluiting
LAN (10BASE-T/100BASE-TX) (1)
Voeding (netspanningsadapter)
Invoer
100 tot 240 V AC (netsnoer bijgeleverd)
AC-NB12A: 0,65A-0,35 A, 50/60 Hz
Uitgangsvoltage
12 V DC
Uitgangsstroom
max. 2,5 A
Werkingstemperatuur
5°C tot 35°C (temperatuurschommeling van minder dan 10°C/uur)
Luchtvochtigheid tijdens
werking
20% tot 80% (geen condensatie), op voorwaarde dat de
luchtvochtigheid minder bedraagt dan 65% bij 35°C
(hygrometerwaarde van minder dan 29°C)
Opslagtemperatuur
–20°C tot 60 °C (temperatuurschommeling van minder dan 10°C/uur)
Luchtvochtigheid bij
opslag
10% tot 90% (geen condensatie), op voorwaarde dat de
luchtvochtigheid minder bedraagt dan 20% bij 60°C
(hygrometerwaarde van minder dan 35°C)
Afmetingen
Ong. 275 × 31,5 × 70 mm (b×h×d)
Gewicht
Ong. 470 g
Bijgeleverde accessoires
Netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
Garantie
2
Gebruiksaanwijzing
3
Veiligheidsvoorschriften
2
Installatie-cd (CD-ROM × 1)
1
De technische gegevens zijn dezelfde als die van de computer die u gebruikt. Meer informatie vindt u in de
installatiehandleiding van uw computer.
2
Is mogelijk niet bijgeleverd in bepaalde landen of regio's.
3
Het bijgeleverde aantal verschilt naargelang het land/de regio.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
16
NL
Hulp
Dit onderdeel geeft u informatie over hoe u hulp
en ondersteuning kunt verkrijgen van Sony en tips
om problemen op te lossen met het
USB-basisstation.
Over de klantondersteuning
van Sony
Sony biedt u verschillende types ondersteuning
voor uw USB-basisstation. Bekijk het volgende
wanneer u vragen hebt over uw USB-basisstation:
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw
USB-basisstation dient te gebruiken.
Voor klanten in de Verenigde Staten en
Canada
Het klanteninformatiecentrum van Sony
biedt u informatie over uw VAIO-computer en
andere Sony-producten die u kunt aansluiten
op de computer. Om contact op te nemen met
het klanteninformatiecentrum van Sony, belt u
naar het nummer
1-888-4SONYPC (1-888-476-6972).
Sony computerondersteuning biedt u directe
toegang tot informatie over veelvoorkomende
problemen. Voer een omschrijving in van het
probleem en de ondersteuningswebsite zoekt
online naar overeenstemmende oplossingen. U
kunt de klantenondersteuning van Sony online
bezoeken op:
http://www.sony.com/pcsupport.
Voor klanten in Europa
VAIO-Link. Voor adressen en
telefoonnummers raadpleegt u
http://www.vaio-link.com/
Voor klanten in andere landen en regio's
De VAIO-website biedt u een lijst met
veelgestelde vragen (FAQ) en oplossingen.
vaio-online.sony.com/
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
17
NL
Problemen oplossen
Raadpleeg de informatie in dit onderdeel wanneer er zich een probleem voordoet tijdens het gebruik van
dit product. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony-verdeler als dit probleem blijft aanhouden. De nodige
contactinformatie kunt u vinden onder "Hulp" (pagina 16). Raadpleeg eveneens de gebruiksaanwijzing of
de onlinehandleiding van uw personal computer.
Algemeen
Symptoom Oorzaak/Actie
Het aangesloten apparaat
wordt niet herkend door de
personal computer. Het
apparaat werkt niet correct.
Koppel de USB-aansluiting van dit product los, wacht enkele seconden
en sluit daarna de USB-aansluiting opnieuw aan. Zie "Het product
loskoppelen" (pagina 7).
Het product werkt niet wanneer de netspanningsadapter niet is
aangesloten. Sluit de netstroomadapter aan en maak vervolgens
verbinding met de personal computer.
Het product en de personal computer zijn mogelijk niet correct
aangesloten met de USB-kabel. Raadpleeg "Verbinden met de personal
computer" (pagina 6) voor de aansluitingswijze van het product.
Het stuurprogramma van het scherm of netwerk is nog niet
geïnstalleerd.
De apparaten werken niet tenzij de vereiste stuurprogrammas zijn
geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde installatie-CD. Raadpleeg "De
software installeren" (pagina 5).
Het product is aangesloten op een personal computer die niet
compatibel is.
Controleer de technische gegevens van compatibele personal
computers.
Een foutmelding wordt
weergegeven bij het
loskoppelen van de USB-kabel.
Wanneer u een apparaat voor massaopslag fysiek loskoppelt, is het
loskoppelen ook noodzakelijk in Windows.
Sluit alle software af die wordt gebruikt voor (een) USB-appara(a)ten
aangesloten op de personal computer via dit product en koppel
vervolgens het product los.
De werking van de personal
computer is niet stabiel.
Om de USB-interface te resetten, schakelt u de personal computer uit
en koppelt u de USB-kabel los. Raadpleeg "Het product loskoppelen"
(pagina 7). De USB-interface is ontworpen om te worden gebruikt met
meerdere apparaten tegelijk, maar de stabiliteit van de werking ervan
hangt af van de combinatie van de aangesloten apparaten. Koppel in
dat geval de USB-apparaten los die niet worden gebruikt. Meer
informatie over het loskoppelen van de USB-apparaten vindt u in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat.
Het product is aangesloten op een personal computer die niet
compatibel is.
Controleer de technische gegevens van compatibele personal
computers.
Het product is aangesloten op een externe USB-hub (aansluiting).
Sluit het product aan op een USB-aansluiting van de personal
computer.
Problemen
oplossen
Wordt vervolgd
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
18
NL
HEADPHONES-aansluiting
Symptoom Oorzaak/Actie
Het geluid is vervormd.
Het uitgangssignaal is te sterk.
Verlaag het volume van de personal computer.
Verlaag het volume van de weergavesoftware voor muziek, DVD, enz.
Het geluidsniveau is te laag of
er wordt geen geluid
weergegeven.
Indien het product is aangesloten, krijgt momenteel de
HEADPHONES-aansluiting van het product prioriteit. Als u wilt
uitvoeren via de personal computer, dient u de instellingen te wijzigen.
Koppel het product los van de personal computer en ga na of het
afspeelgeluid wordt uitgevoerd via de personal computer zelf.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van uw
personal computer voor meer informatie.
De USB-kabel is niet goed aangesloten.
Verbind de USB-kabel op een correcte manier.
Het uitgangssignaal is te zwak.
Zet het volume van de computer harder. Zet het volume van de
afspeelsoftware voor muziek, DVD, enz. harder.
Het product is niet geselecteerd in de geluidsinstellingen van de
personal computer of de geluidsinstellingen zijn te laag.
Controleer de geluidsinstellingen van de personal computer. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleidingen van uw personal
computer voor meer informatie.
De USB-kabel is losgekoppeld of aangesloten terwijl de
weergavesoftware in gebruik is.
Als de USB-kabel wordt losgekoppeld of aangesloten terwijl de
weergavesoftware voor muziek, DVD, enz. geactiveerd is, wisselen de
geluidsuitvoer van het product en die van de personal computer
(interne luidsprekers, enz.) mogelijk niet correct. Sluit de USB-kabel
aan of koppel deze los nadat u de weergavesoftware hebt afgesloten.
Controleer de geluidsinstellingen van de personal computer. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleidingen van uw personal
computer voor meer informatie.
Het apparaat wordt gedempt.
Schakel het dempen van het geluid uit.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
19
NL
Symptoom Oorzaak/Actie
Het geluid hapert of er treedt
ruis op.
Wanneer u het product aansluit op een personal computer of het
loskoppelt, of wanneer u de personal computer herstart of in de
stand-bymodus zet, kan er een abnormaal geluid worden
geproduceerd. Wanneer u het product of andere apparaten aansluit of
loskoppelt, of wanneer u de personal computer herstart of in de
stand-bymodus zet, dient u de hoofdtelefoon los te koppelen of het
geluidsniveau van de luidspreker zo laag mogelijk te zetten.
Het antivirusprogramma, de systeembewaking of andere
geheugenresidente hulpsoftware zijn mogelijk actief op de computer.
Schakel tijdens het afspelen van cd’s of dvd’s de geheugenresidente
hulpsoftware uit.
Er zijn niet genoeg beschikbare bronnen.
Herstart de personal computer.
Meerdere bestanden zijn geopend of verschillende programma's
worden gebruikt.
Sluit de bestanden en programma's die u niet nodig hebt. Als het
geluid nog steeds hapert of u nog steeds ruis hoort, dient u de personal
computer te herstarten.
Het product is geplaatst op een onstabiele ondergrond.
Plaats het product of de personal computer op een stabiele
ondergrond. Trillingen kunnen ook haperingen veroorzaken.
MIC-aansluiting
Symptoom Oorzaak/Actie
Het geluid kan niet worden
ingevoerd.
De microfoon van het product is niet geselecteerd.
Volg de onderstaande procedure.
Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk
en selecteer het opnameapparaat.
Ga na of "C-Media microfoon…" als standaard is ingesteld in de
weergegeven opnameapparaten.
Het microfoonvolume is niet ingesteld.
Volg de onderstaande procedure.
Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk
en selecteer het opnameapparaat.
Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media
microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm
"Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het
tabblad "Niveaus" en stel het microfoonvolume in aangepast aan uw
microfoon.
Wordt vervolgd
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
20
NL
Symptoom Oorzaak/Actie
Het ingevoerde geluid is
vervormd.
Het microfoonvolume is te hoog.
Actie 1
Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk
en selecteer het opnameapparaat.
Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media
microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm
"Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het
tabblad "Niveaus" en stel het microfoonvolume in aangepast aan uw
microfoon.
Actie 2
Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk
en selecteer het opnameapparaat.
Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media
microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm
"Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het
tabblad Aangepast en schakel AGC (Automatic Gain Control) uit.
Extern scherm
Symptoom Oorzaak/Actie
Er verschijnt niets op het
scherm of beelden worden
abnormaal weergegeven.
Haal het product uit de personal computer of ontkoppel het display
van het product. Wacht enkele seconden en sluit ze opnieuw aan. Zie
"Het product loskoppelen" (pagina 7) en "Verbinden met de personal
computer" (pagina 6).
Het instelprogramma is niet voltooid.
Installeer het stuurprogramma op de installatie-cd.
De DVI-D-aansluiting en MONITOR-aansluiting kunnen niet tegelijk
worden gebruikt.
Sluit het scherm aan op de DVI-D-aansluiting of de
MONITOR-aansluiting.
Beelden worden niet weergegeven in de aangeraden resolutie.
De maximale resolutie van het product is 1680 × 1050 pixels. Een
resolutie hoger dan 1680 × 1050 pixels zal niet worden weergegeven.
De software stelt bepaalde voorwaarden.
Dit product voldoet niet aan de vereisten om 3D-games te kunnen
spelen. Wanneer bepaalde software, zoals 3D-games, geactiveerd is
terwijl dit product is aangesloten, zal de uitvoer van het product of het
scherm van de personal computer niet stabiel zijn. Koppel het product
los en gebruik daarna de software.
Het product biedt geen ondersteuning voor Windows Aero. Indien het
product is aangesloten op een computer, dan schakelt het over naar de
basisgebruiksinterface.
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
21
NL
Symptoom Oorzaak/Actie
Het beeld van de personal
computer verschijnt niet op
het scherm (Clonemodus
(spiegelmodus)).
De schermuitvoer van dit product werkt enkel in de modus uitgebreid
bureaublad. Als u de Clonemodus (spiegelmodus) wilt gebruiken,
dient u de externe beelduitvoer van de personal computer te
gebruiken.
De beelden van het uitgebreide bureaublad worden niet weergegeven.
De uitvoerinstelling is ingesteld op "Uit". Klik met de rechtermuisknop
op het -pictogram in de taakbalk om het menu weer te geven.
Selecteer "Uitbreiden" in het menu.
Het beeld vervormt.
Houd alle voorwerpen die elektromagnetische velden genereren, zoals
een radio, uit de buurt van dit product.
U wilt de lettergrootte in
Windows vergroten.
Voer de onderstaande handelingen uit.
Klik op de -knop-"Configuratiescherm".
Het "Configuratiescherm" verschijnt.
klik op "Beeld en personalisatie"-"Personalisatie".
Klik links op het scherm op "Lettergrootte aanpassen (DPI)".
Het scherm "DPI-schaling" wordt weergegeven.
Vink "Grote schaal (120DPI)" aan klik vervolgens op "OK".
Klik op "Nu opnieuw opstarten".
Start uw personal computer opnieuw op zodat de wijzigingen in het
lettertype van kracht worden.
Beelden op het beeldscherm
aangesloten op het product
worden niet correct
weergegeven.
Afhankelijk van de gebruikte software is het mogelijk dat beelden op
het beeldscherm aangesloten op het product niet correct worden
weergegeven.
De software wordt niet correct
weergegeven.
Afhankelijk van de software die wordt gebruikt, worden beelden
mogelijk niet normaal weergegeven. Sluit de software af en herstart het
programma.
Er kunnen geen films worden
afgespeeld op het beeldscherm
aangesloten op het product.
De uitgang voor een extern scherm op dit product ondersteunt het
afspelen van films niet. Films kunnen worden bekeken op een
computerscherm.
Wanneer het product werd
aangesloten op de personal
computer, werd de uitvoer van
de personal computer naar het
scherm uitgeschakeld.
Uitvoer van de personal computer naar het scherm is mogelijk naar
een van de volgende schermen:
− scherm aangesloten op de MONITOR-aansluiting of DVI-D-
aansluiting van het product
− scherm aangesloten op de externe uitgang van de personal computer
Er kunnen geen twee
schermen tegelijk worden
aangesloten.
U kunt de MONITOR-aansluiting of de DVI-D-aansluiting van dit
product niet tegelijk gebruiken. U kunt geen twee externe schermen
tegelijk aansluiten.
Wordt vervolgd
VGP-UPR1 (GB/FR/DE/NL/IT) 3-296-348-11(1)
22
NL
LAN-aansluiting
Symptoom Oorzaak/Actie
U kunt geen verbinding
maken met het netwerk.
Sluit de LAN-aansluiting aan.
De setup is niet voltooid.
Installeer het stuurprogramma op de installatie-cd.
Voor instellingen om verbinding te maken met het netwerk, raadpleegt
u de gebruiksaanwijzing geleverd bij de ADSL-modem of de
aangesloten randapparaten, of controleert u de instellingen van uw
provider, enz. Voor instellingen in uw kantoor neemt u contact op met
de netwerkbeheerder in uw kantoor.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het toestel niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrocutie te verminderen. Open de behuizing niet om elektrocutie te voorkomen. Laat alle onderhoud over aan bevoegd personeel.  Gebruik uw product alleen met de bijgeleverde netspanningsadapter.  Om het toestel los te koppelen van de netspanning, koppelt u de netspanningsadapter los.  Zorg ervoor dat het stopcontact zich in de buurt van het toestel bevindt en dat u er gemakkelijk bij kunt. Voor klanten in Europa Raadpleeg de veiligheidsvoorschriften.  NL Inhoudsopgave Voor gebruik...................................................... 4 Compatibele personal computers............. 4 Aan de slag......................................................... 5 De bijgeleverde onderdelen controleren................................................ 5 De software installeren.............................. 5 Verbinden met de personal computer..... 6 Aansluiten op het netwerk (LAN)................ 11 Een hoofdtelefoon aansluiten........................ 12 De microfoon aansluiten................................ 12 Beperkingen..................................................... 13 Opmerkingen bij het gebruik........................ 14 Onderhoud....................................................... 14 Namen van de onderdelen............................... 8 Technische gegevens....................................... 15 USB-apparaten aansluiten................................ 9 Hulp.................................................................. 16 Over de klantondersteuning van Sony.......................................................... 16 Het scherm aansluiten.................................... 10 Aansluiten van een scherm met DVI-D-aansluiting................................. 10 Aansluiten van een scherm met MONITOR-aansluiting......................... 10 De instellingen wijzigen via het pictogram in de taakbalk....................... 11 Problemen oplossen........................................ 17 Handelsmerken  VAIO is een handelsmerk van Sony Corporation.  Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.  Andere namen van systemen vermeld in dit document en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken ™, ® niet gespecificeerd in deze handleiding. ® ® van elke fabrikant. Bovendien worden de tekens  In deze handleiding wordt naar Windows Vista Home Basic, Windows Vista Home Premium, Windows ® ® Vista Business en Windows Vista Ultimate verwezen met Windows Vista.  Raadpleeg de licentieovereenkomst voor de gebruiksrechten betreffende de bijgeleverde software.  Sony is niet verantwoordelijk voor schade aangericht door dit product, de software geleverd bij dit product, passieve schade of schade-eisen van derden.  Dit product of de bijgeleverde software kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.  NL Voor gebruik Dit product is een USB-basisstation voor Sony VAIO-laptops. Het basisstation kan echter met enkele modellen niet worden gebruikt. Ga na of uw model compatibel is. Compatibele personal computers Dit product is compatibel met Sony VAIO-laptops die aan de volgende technische voorschriften voldoen.  CPU: processor van 1,2 GHz of hoger  Geheugen: 512 MB of hoger  Windows Vista voorgeïnstalleerde modellen Laptops die niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, kunnen niet worden gebruikt. Voor meer informatie over specifieke modellen, raadpleegt u de websites die worden vermeld in "Hulp" (pagina 16).  NL Aan de slag De bijgeleverde onderdelen controleren Controleer na het uitpakken of de volgende onderdelen bijgeleverd zijn. Als er iets ontbreekt of beschadigd is, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-verdeler.  USB-basisstation  Netspanningsadapter  Netsnoer  Installatie-cd  Gebruiksaanwijzing  Garantie*  Veiligheidsvoorschriften* * Beschikbaarheid varieert naargelang land of regio. De software installeren Installeer het stuurprogramma van de VGP-UPR1 om dit product te gebruiken met uw personal computer. Opmerkingen  Verbind het product pas met de personal computer nadat de software geïnstalleerd is.  Koppel alle USB-apparaten los die zijn aangesloten op de personal computer.  Houd schijfstations zoals CD-ROM-stations enz. klaar voor gebruik. In deze handleiding wordt naar een schijfstation voor CD-ROM's enz. verwezen met "CD-ROM-station". Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van de personal computer of het CD-ROM-station voor instructies over het aansluiten van het CD-ROM-station op de personal computer.  Voordat u de software installeert, dient u ervoor te zorgen dat de laatste updates van Windows zijn uitgevoerd. Sluit alle andere programma’s af.  Meld u aan als "Beheerder".  Raadpleeg de websites beschreven in "Hulp" (pagina 16) voor de laatste versie van de software. 1 Zet de personal computer aan en start Windows. Wordt vervolgd  NL 2 Plaats de bijgeleverde installatie-cd in het CD-ROM-station. Het scherm "Automatisch afspelen" wordt weergegeven.  Tip  Als het scherm niet automatisch wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op "Setup.exe" op de CD-ROM. Klik daarna op "Uitvoeren als beheerder". 3 4 Klik op "Start Setup.exe" in het scherm "Installeer of open het programma". Klik op "Doorgaan" wanneer het scherm "Beheer van gebruikersaccounts" wordt weergegeven. Voltooi de installatie door de instructies op het scherm te volgen.  Tip  Nadat de installatie is voltooid, wordt mogelijk een scherm weergegeven dat u vraagt de personal computer opnieuw op te starten. Selecteer in dat geval "OK". Verbinden met de personal computer Opmerkingen  Installeer de software voordat u het product aansluit (pagina 5).  Sluit het product rechtstreeks aan op de USB-aansluiting van de personal computer. Maak geen verbinding via een USB-hub.  Wanneer u voor de eerste keer verbinding maakt met een personal computer, dient u alle apparaten los te koppelen van dit product.  Dit product ondersteunt Windows Aero niet. Indien het product is aangesloten op een computer, dan schakelt het over naar de basisgebruiksinterface.  Het afspelen van films en het gebruik van software die verwerking van 3D-gegevens vereisen, worden niet ondersteund op het scherm dat is aangesloten op dit product. 1 2 3 4 Sluit de stekker van de bijgeleverde netspanningsadapter aan op het product. Steek de stekker van het bijgeleverde netsnoer in de netspanningsadapter. Steek de stekker van het bijgeleverde netsnoer in het stopcontact. Het DC IN-lampje gaat branden. Verbind het product rechtstreeks met de USB-aansluiting van de personal computer. Er wordt mogelijk een scherm weergegeven dat u vraagt de personal computer opnieuw op te starten. Selecteer in dat geval "Nu opnieuw opstarten".  Tip  Het scherm kan mogelijk enkele ogenblikken donker worden na het aansluiten van het product op de personal computer. Dit is normaal en duidt niet op een storing.  U kunt de lengte van de USB-kabel van het product aanpassen met behulp van de goot aan de onderkant.  NL Het product loskoppelen Opmerking  Wanneer u het product loskoppelt van de personal computer, dient u er zeker van te zijn dat de verbonden apparaten veilig kunnen worden losgekoppeld. 1 Sluit de software af die wordt gebruikt door het USB-apparaat dat is aangesloten op het product. 2 Koppel de USB-aansluiting los die is aangesloten op de personal computer.  Als een USB-HDD of USB-geheugen is aangesloten 1 Klik op "Hardware veilig verwijderen" in de taakbalk. Het scherm "Hardware veilig verwijderen" wordt weergegeven. 2 Na het selecteren van "USB-apparaat voor massaopslag" in het scherm "Hardware veilig verwijderen", drukt u op "Stoppen". Het scherm "Een hardwareapparaat stoppen" wordt weergegeven. 3 Selecteer het "USB-apparaat voor massaopslag" dat is aangesloten op het product, en klik vervolgens op "OK". Het scherm "Do hardware kan veilig worden verwijderd" wordt weergegeven. 4 Druk op "OK". Het apparaat kan worden losgekoppeld. 5 Koppel het product los nadat het POWER-lampje of toegangslampje van het aangesloten product dooft.  NL Namen van de onderdelen   DVI-D-aansluiting Om het scherm aan te sluiten. Opmerking  Kan niet tegelijk met de MONITORaansluiting worden gebruikt.   MONITOR-aansluiting Om het scherm aan te sluiten. Opmerking  Kan niet tegelijk met de DVI-D-aansluiting worden gebruikt.   MIC-aansluiting Om een monaurale microfoon aan te sluiten. Opmerking  Om deze aansluiting te kunnen onderscheiden van de HEADPHONESaansluiting, voelt u een uitsteeksel boven de MIC-aansluiting. Zorg ervoor dat u de microfoon niet aansluit op de HEADPHONES-aansluiting.  NL   HEADPHONES-aansluiting Om een externe hoofdtelefoon aan te sluiten.   LAN-aansluiting Om LAN-kabels enz. aan te sluiten. Gebruik deze aansluiting bijvoorbeeld voor het verbinden met ADSL-modems die zijn uitgerust met een LAN-poort.   USB-aansluiting Om USB-aansluitingen van apparaten die voldoen aan de USB-standaard te verbinden.  DC IN-lampje Licht op wanneer een stroombron is aangesloten.   DC IN 12V-aansluiting Om de netspanningsadapter aan te sluiten en aan te sluiten op een stopcontact. USB-apparaten aansluiten U dient mogelijk eerst de stuurprogramma's die werden geleverd bij een apparaat te installeren voor u USB-apparaten zoals een printer kunt aansluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat dat u wenst aan te sluiten voor meer informatie. 1 Sluit het apparaat aan op de  USB-aansluiting. Opmerkingen  Sluit geen USB-hub aan op het product.  Afhankelijk van het type printer kan tijdens de     installatie van het stuurprogramma een scherm worden weergegeven voor het selecteren van de printerkabel of -poort. Selecteer in dat geval de USBkabel of -poort. Wanneer meerdere USB-apparaten zijn aangesloten, is het mogelijk dat de snelheid van de printer afneemt. Dit is een kenmerk van USB. Afhankelijk van het type printer is het mogelijk dat het statusscherm, het afstandspaneel, enz. van het hulpprogramma dat werd geleverd bij het stuurprogramma voor de printer niet meer werkt. Contacteer in dat geval de fabrikant van de printer. Als u een printer aansluit die niet compatibel is met Windows Vista, werkt die mogelijk niet correct. Bij het loskoppelen van een USB-luidspreker, enz. stopt u het afspelen van een dvd, muziek, enz. of schakelt u de apparaten uit voor u de luispreker loskoppelt. Als het apparaat wordt losgekoppeld tijdens het afspelen, kan dit een storing veroorzaken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor de procedure voor het loskoppelen van USB-apparaten.  Volg de volgende voorzorgsmaatregelen om storingen van dit product of een USB-apparaat te voorkomen. – Wanneer u het product verplaatst met USBapparaten aangesloten, vermijd dan om druk of kracht uit te oefenen op de USB-aansluiting. – Steek het product niet in een zak of draagtas terwijl USB-apparaten zijn aangesloten.  Tips  De USB-aansluiting van dit product is uitgerust met USB 2.0-technologie.  USB 2.0 is een nieuwe toevoeging aan USB (Universal Serial Bus) en kan gegevens sneller overzetten dan USB 1.1. USB-aansluitingen die zijn uitgerust met USB 2.0-technologie kunnen eveneens worden aangesloten op apparaten met USB 1.1-aansluitingen.  USB 2.0 beschikt over drie overzetmethodes. – High-speed: snelste overzetmodus aan 480 Mbps. – Full-speed: overzetmodus aan 12 Mbps. – Low-speed: overzetmodus aan 1,5 Mbps. Deze modus wordt gebruikt voor trage apparaten zoals een muis, toetsenbord, enz.  NL Het scherm aansluiten Opmerkingen  Voor u een scherm op het product aansluit, installeert        10 NL u eerst de software op de bijgeleverde installatie-cd (pagina 5). Dit product beschikt over twee aansluitingen om een scherm aan te sluiten, de MONITOR-aansluiting en de DVI-D-aansluiting. De aansluiting die u nodig heeft hangt af van het type scherm dat wordt aangesloten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het scherm voor meer informatie. De DVI-D-aansluiting en de MONITOR-aansluiting kunnen niet tegelijk worden gebruikt. Wanneer een personal computer is aangesloten, kunnen maximaal twee schermen worden weergegeven, inclusief het LCD-scherm van de personal computer. De maximale uitgangsresolutie van het product is 1680 × 1050 pixels. De beelden kunnen echter in een lagere resolutie worden weergegeven afhankelijk van het aangesloten scherm. Het aangesloten scherm wordt geïdentificeerd als het derde scherm in het scherm "Beeldinstellingen" van Windows. Afhankelijk van de gebruikte software wordt de inhoud mogelijk niet correct weergegeven op het aangesloten scherm. Uitvoer van het product kan worden gebruikt via de Modus uitgebreid bureaublad. Aansluiten van een scherm met DVI-D-aansluiting 1 Steek de schermkabel in de DVI-Daansluiting van het product. Opmerking  De DVI-D-aansluiting van dit product voldoet niet aan de vereisten van HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection). Aansluiten van een scherm met MONITOR-aansluiting 1 Steek de schermkabel in de MONITORaansluiting van het product. De instellingen wijzigen via het pictogram in de taakbalk Er verschijnt een menu wanneer u met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk klikt. De instellingen voor aangesloten beeldschermen kunnen worden aangepast in dit menu. Instellingen Uitleg Beeldscherm Resolutie Wijzigt de beeldscherm resolutie van het aangesloten scherm. Kleur Kwaliteit Wijzigt het kleur van het aangesloten scherm. Uitbreiden naar Wijzigt de schermpositie van het aangesloten scherm en de personal computer. Uitbreiden Wijzigt de instelling voor het uitgebreid bureaublad. Uit Maakt het uitgebreid bureaublad ongeldig. Geavanceerd… Geeft het scherm "Beeldinstellingen" van Windows weer.  Over de resolutie  Dit product ondersteunt de volgende resoluties: 800 × 600, 1024 × 768, 1280 × 768, 1280 × 1024, 1360 × 768, 1400 × 1050, 1440 × 900, 1600 × 1200, 1680 × 1050  Deze resoluties worden mogelijk niet allemaal ondersteund afhankelijk van het aangesloten scherm. Afhankelijk van de uitgangsresolutie worden beelden mogelijk niet normaal weergegeven. Selecteer een resolutie die correct kan worden weergegeven. Aansluiten op het netwerk (LAN) U kunt een ADSL-modem of netwerk (LAN) thuis of op kantoor rechtstreeks aansluiten op de LANaansluiting van dit product. U kunt verbinding maken met het internet en gegevens uitwisselen tussen verschillende apparaten via het netwerk. Het product kan worden aangesloten op een 100BASE-TX- of een 10BASE-T-netwerk. Voor randapparaten die u nodig heeft om verbinding te maken met het netwerk, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing geleverd bij de ADSL-modem of neemt u rechtstreeks contact op met de systeembeheerder van uw netwerkprovider. Voor instellingen om verbinding te maken met het netwerk, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing geleverd bij de ADSL-modem of de aangesloten randapparaten, of controleert u de instellingen van uw provider, enz. Voor instellingen in uw kantoor neemt u contact op met de netwerkbeheerder in uw kantoor.  Tip  Selecteer de optie "Lokale netwerkverbinding SONY VGP-UPR1 (Ethernet Adapter)" die wordt weergegeven in het scherm "Netwerkverbindingen" om de instellingen te wijzigen van het netwerk aangesloten op de LAN-aansluiting. Opmerkingen  Om aan te sluiten op het netwerk, installeert u de software op de bijgeleverde installatie-cd (pagina 5).  De LAN-aansluiting van dit product ondersteunt geen netwerkboot of Wake-on-LAN. 11 NL Een hoofdtelefoon aansluiten U kunt een hoofdtelefoon aansluiten op de HEADPHONES-aansluiting van dit product.  Over het volume  Afhankelijk van geluidseffecten, geluidsbronnen, softwaretypes, enz. kan het geluidsvolume verschillen, ook al blijft de volume-instelling gelijk. Wijzig de geluidsinstellingen van uw personal computer naargelang uw gebruiksomgeving.  Wanneer u het geluidsniveau wilt wijzigen in de geluidsinstellingen van elk apparaat, dubbelklikt u op het gewenste apparaat of selecteert u de eigenschappen van het apparaat en geeft u ze weer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van uw personal computer voor meer informatie over de geluidsinstellingen. Opmerkingen  Bij het aansluiten/loskoppelen van dit product op/van een computer, wijzigt de uitvoerinstelling van de computer. Terwijl het product is aangesloten op een computer, wordt het geluid van de computer uitgevoerd via de HEADPHONES-aansluiting op dit product.  Afhankelijk van de software is het mogelijk dat het geluid niet wordt uitgevoerd via de HEADPHONESaansluiting van dit product. Als dit het geval is, sluit u de software af en volgt u vervolgens de onderstaande procedure om ervoor te zorgen dat het geluid wordt uitgevoerd via de hoofdtelefoon van de aangesloten personal computer, enz. 1 Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer vervolgens het afspeelapparaat. Het scherm "Geluid" wordt weergegeven. 2 Selecteer bij het weergegeven afspeelapparaat luidsprekers of hoofdtelefoon op de computer, en klik vervolgens op "Standaardinstellingen". Dit product wordt weergegeven als "C-Media luidsprekers…". 3 Klik op "OK". De instelling is voltooid en het geluid wordt uitgevoerd via de personal computer. 12 NL De microfoon aansluiten U kunt de microfoon gebruiken door hem aan te sluiten op de MIC-aansluiting van dit product. Opmerking  Wanneer het product is aangesloten op een personal computer, is het mogelijk dat de instellingen wijzigen om de MIC-aansluiting van dit product te activeren. Om de microfoonaansluiting op de personal computer te activeren, volgt u de onderstaande procedure. 1 Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer vervolgens het opnameapparaat. Het scherm "Geluid" wordt weergegeven. 2 Selecteer een ander opnameapparaat dan "C-Media microfoon…" uit de weergegeven opnameapparaten en klik op "Standaardinstellingen". 3 Klik op "OK". De instelling is gewijzigd en de microfoonaansluiting van de personal computer wordt geactiveerd.  Het is mogelijk dat het microfoonvolume van dit product gedempt is. Wijzig in dat geval het volumeniveau in functie van uw voorkeur. 1 Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer vervolgens het opnameapparaat. Het scherm "Geluid" wordt weergegeven. 2 Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm "Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. 3 Selecteer het tabblad "Niveaus" en stel het microfoonvolume in aangepast aan uw microfoon. Beperkingen  Wanneer een personal computer is aangesloten,          kunnen maximaal twee schermen worden weergegeven, inclusief het LCD-scherm van de personal computer. Gebruik het product niet op de volgende manieren: – Simultaan gebruik van de MONITOR- en DVI-D-aansluitingen op dit product. – Simultaan gebruik van de schermuitvoer van het product en de externe schermuitvoer van de personal computer. De LAN-aansluiting van dit product ondersteunt geen netwerkboot of Wake-onLAN. Wanneer u de functies netwerkboot of Wake-on-LAN wilt gebruiken, gebruikt u de LAN-aansluiting van uw personal computer. Afhankelijk van de modus, de softwaretypes of gegevens is het mogelijk dat het geluid niet wordt uitgevoerd via de HEADPHONES-aansluiting. Dit product ondersteunt Windows Aero niet. Indien het product is aangesloten op een computer, dan schakelt het over naar de basisgebruiksinterface. Wanneer een scherm is aangesloten op het product, dan wordt de modus uitgebreid bureaublad ingesteld als de standaardinstelling. Gebruik in Clonemodus (spiegelmodus) wordt niet ondersteund. Wanneer meerdere USB-apparaten zijn aangesloten, kan de CPU-belasting van de personal computer verhogen, wat kenmerkend is voor de USB en wat resulteert in een lagere snelheid van de software of lagere afdruksnelheid van de USB-printer. De weergave van films op het externe scherm wordt niet ondersteund. Het wordt zelfs niet ondersteund als het scherm is aangesloten als hoofdmonitor. Het afspelen van films en het gebruik van software die verwerking van 3D-gegevens vereisen, worden niet ondersteund op het scherm dat is aangesloten op dit product. De maximale bitsnelheid en bemonsteringsfrequentie van de uitvoer van de hoofdtelefoon bedraagt 16 bit, 48 KHz.  Wanneer u Windows start of herstelt, wordt mogelijk een geluid weergegeven dat meldt dat het apparaat wordt verbonden/losgekoppeld. Dit duidt niet op een storing. Voer de volgende procedure uit om het geluid te stoppen. Houd er echter rekening mee dat alle andere geluidseffecten die verwittigen dat een apparaat werd gevonden eveneens worden uitgeschakeld. 1 Klik op de -knop-"Configuratiescherm". Het "Configuratiescherm" wordt weergegeven. 2 Klik op "Hardware en geluid" en klik vervolgens op "Audioapparaten beheren" in het scherm "Geluid". Het scherm "Geluid" wordt weergegeven. 3 Klik op het tabblad "Geluiden", selecteer vervolgens "Apparaan aansluiten" uit de lijst "Programma". 4 Selecteer "Geen" uit de keuzelijst "Geluiden". 5 Selecteer ook "Apparaat ontkoppelen" uit de lijst "Programma" en selecteer vervolgens "Geen" uit de keuzelijst "Geluiden". 6 Klik op "OK" en sluit het scherm "Geluid". De instelling is gewijzigd en het geluid dat wordt weergegeven wanneer een apparaat wordt verbonden/losgekoppeld, is uitgeschakeld. 13 NL Opmerkingen bij het gebruik  Gebruik de bijgeleverde netspanningsadapter (AC-NB12A).  Om het product los te koppelen van de             14 NL netspanning, koppelt u de netspanningsadapter los. Plaats het product niet op plaatsen met de volgende kenmerken: – Extreem warm of koud – Stoffig of vuil – Erg vochtig – Aanwezigheid van trillingen – Aanwezigheid van sterke magnetische velden – Zanderig – Directe zonnestraling Stel het product niet bloot aan mechanische schokken en laat het niet vallen. Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in contact komen met de metalen onderdelen van het product. Gebeurt dit wel, dan kan er zich een kortsluiting voordoen en het product kan beschadigd raken. Sluit geen beschadigde kabels aan op het product. Gebruik het product niet indien het gevallen of beschadigd is. Zorg ervoor dat de metalen contactpunten steeds gereinigd zijn. Probeer dit product niet te demonteren of om te bouwen. Het is normaal dat het product warm wordt tijdens het gebruik. Houd het product uit de buurt van tv- of AMontvangers, omdat dit de tv- of AM-ontvangst kan verstoren. USB, printer, DVI-D en MONITOR zijn niet uitgerust met Limited Power Sources. Behandel het product voorzichtig tijdens het aansluiten of loskoppelen. Zorg ervoor dat u het product loskoppelt van de computer wanneer u de computer verplaatst. Het verplaatsen van de computer terwijl het product nog is aangesloten, kan ervoor zorgen dat het product valt, met letsels of schade aan het product of de computer tot gevolg. Onderhoud Reinig het toestel met een zachte droge doek of een zachte doek die licht is bevochtigd met een mild zeepsopje (let erop dat u de aansluitingen niet nat maakt). Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol of benzine, want die kunnen de afwerking van de behuizing beschadigen. Technische gegevens Interface Aansluitingen USB-aansluiting Type-A USB (): Type-A-aansluiting (4) 1 Uitgang voor extern scherm   MONITOR (): Analoog RGB (mini D-sub 15-polig) (1)   DVI-D (): Digitaal (DVI-D-type) (1) HEADPHONES-aansluiting (): stereo mini-aansluiting (1) MIC-aansluiting (): mono mini-aansluiting (1) LAN-aansluiting   LAN (10BASE-T/100BASE-TX) (1) Voeding (netspanningsadapter) Invoer   100 tot 240 V AC (netsnoer bijgeleverd)   AC-NB12A: 0,65A-0,35 A, 50/60 Hz Uitgangsvoltage   12 V DC Uitgangsstroom   max. 2,5 A Werkingstemperatuur Luchtvochtigheid tijdens werking 5°C tot 35°C (temperatuurschommeling van minder dan 10°C/uur) Opslagtemperatuur Luchtvochtigheid bij opslag –20°C tot 60 °C (temperatuurschommeling van minder dan 10°C/uur) Afmetingen Gewicht Bijgeleverde accessoires Ong. 275 × 31,5 × 70 mm (b×h×d) 20% tot 80% (geen condensatie), op voorwaarde dat de luchtvochtigheid minder bedraagt dan 65% bij 35°C (hygrometerwaarde van minder dan 29°C) 10% tot 90% (geen condensatie), op voorwaarde dat de luchtvochtigheid minder bedraagt dan 20% bij 60°C (hygrometerwaarde van minder dan 35°C) Ong. 470 g Netspanningsadapter (1) Netsnoer (1) Garantie 2 Gebruiksaanwijzing 3 Veiligheidsvoorschriften 2 Installatie-cd (CD-ROM × 1) De technische gegevens zijn dezelfde als die van de computer die u gebruikt. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van uw computer. 2 Is mogelijk niet bijgeleverd in bepaalde landen of regio's. 3 Het bijgeleverde aantal verschilt naargelang het land/de regio. 1 Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 15 NL Hulp Dit onderdeel geeft u informatie over hoe u hulp en ondersteuning kunt verkrijgen van Sony en tips om problemen op te lossen met het USB-basisstation. Over de klantondersteuning van Sony Sony biedt u verschillende types ondersteuning voor uw USB-basisstation. Bekijk het volgende wanneer u vragen hebt over uw USB-basisstation:  In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw USB-basisstation dient te gebruiken. Voor klanten in de Verenigde Staten en Canada  Het klanteninformatiecentrum van Sony biedt u informatie over uw VAIO-computer en andere Sony-producten die u kunt aansluiten op de computer. Om contact op te nemen met het klanteninformatiecentrum van Sony, belt u naar het nummer 1-888-4SONYPC (1-888-476-6972).  Sony computerondersteuning biedt u directe toegang tot informatie over veelvoorkomende problemen. Voer een omschrijving in van het probleem en de ondersteuningswebsite zoekt online naar overeenstemmende oplossingen. U kunt de klantenondersteuning van Sony online bezoeken op: http://www.sony.com/pcsupport. Voor klanten in Europa  VAIO-Link. Voor adressen en telefoonnummers raadpleegt u http://www.vaio-link.com/ Voor klanten in andere landen en regio's VAIO-website biedt u een lijst met veelgestelde vragen (FAQ) en oplossingen. vaio-online.sony.com/  De 16 NL oplossen Problemen oplossen Raadpleeg de informatie in dit onderdeel wanneer er zich een probleem voordoet tijdens het gebruik van dit product. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sony-verdeler als dit probleem blijft aanhouden. De nodige contactinformatie kunt u vinden onder "Hulp" (pagina 16). Raadpleeg eveneens de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van uw personal computer. Algemeen Symptoom Oorzaak/Actie Het aangesloten apparaat wordt niet herkend door de personal computer. Het apparaat werkt niet correct.  Koppel de USB-aansluiting van dit product los, wacht enkele seconden en sluit daarna de USB-aansluiting opnieuw aan. Zie "Het product loskoppelen" (pagina 7).  Het product werkt niet wanneer de netspanningsadapter niet is aangesloten. Sluit de netstroomadapter aan en maak vervolgens verbinding met de personal computer.  Het product en de personal computer zijn mogelijk niet correct aangesloten met de USB-kabel. Raadpleeg "Verbinden met de personal computer" (pagina 6) voor de aansluitingswijze van het product.  Het stuurprogramma van het scherm of netwerk is nog niet geïnstalleerd. De apparaten werken niet tenzij de vereiste stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde installatie-CD. Raadpleeg "De software installeren" (pagina 5).  Het product is aangesloten op een personal computer die niet compatibel is. Controleer de technische gegevens van compatibele personal computers. Een foutmelding wordt  Wanneer u een apparaat voor massaopslag fysiek loskoppelt, is het loskoppelen ook noodzakelijk in Windows. weergegeven bij het loskoppelen van de USB-kabel.  Sluit alle software af die wordt gebruikt voor (een) USB-appara(a)ten aangesloten op de personal computer via dit product en koppel vervolgens het product los. De werking van de personal computer is niet stabiel.  Om de USB-interface te resetten, schakelt u de personal computer uit en koppelt u de USB-kabel los. Raadpleeg "Het product loskoppelen" (pagina 7). De USB-interface is ontworpen om te worden gebruikt met meerdere apparaten tegelijk, maar de stabiliteit van de werking ervan hangt af van de combinatie van de aangesloten apparaten. Koppel in dat geval de USB-apparaten los die niet worden gebruikt. Meer informatie over het loskoppelen van de USB-apparaten vindt u in de gebruiksaanwijzing van elk apparaat.  Het product is aangesloten op een personal computer die niet compatibel is. Controleer de technische gegevens van compatibele personal computers.  Het product is aangesloten op een externe USB-hub (aansluiting). Sluit het product aan op een USB-aansluiting van de personal computer. Wordt vervolgd 17 NL HEADPHONES-aansluiting Symptoom Oorzaak/Actie Het geluid is vervormd.  Het uitgangssignaal is te sterk. Verlaag het volume van de personal computer. Verlaag het volume van de weergavesoftware voor muziek, DVD, enz. Het geluidsniveau is te laag of er wordt geen geluid weergegeven. 18 NL  Indien het product is aangesloten, krijgt momenteel de HEADPHONES-aansluiting van het product prioriteit. Als u wilt uitvoeren via de personal computer, dient u de instellingen te wijzigen.  Koppel het product los van de personal computer en ga na of het afspeelgeluid wordt uitgevoerd via de personal computer zelf. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleiding van uw personal computer voor meer informatie.  De USB-kabel is niet goed aangesloten. Verbind de USB-kabel op een correcte manier.  Het uitgangssignaal is te zwak. Zet het volume van de computer harder. Zet het volume van de afspeelsoftware voor muziek, DVD, enz. harder.  Het product is niet geselecteerd in de geluidsinstellingen van de personal computer of de geluidsinstellingen zijn te laag. Controleer de geluidsinstellingen van de personal computer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleidingen van uw personal computer voor meer informatie.  De USB-kabel is losgekoppeld of aangesloten terwijl de weergavesoftware in gebruik is. Als de USB-kabel wordt losgekoppeld of aangesloten terwijl de weergavesoftware voor muziek, DVD, enz. geactiveerd is, wisselen de geluidsuitvoer van het product en die van de personal computer (interne luidsprekers, enz.) mogelijk niet correct. Sluit de USB-kabel aan of koppel deze los nadat u de weergavesoftware hebt afgesloten. Controleer de geluidsinstellingen van de personal computer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de onlinehandleidingen van uw personal computer voor meer informatie.  Het apparaat wordt gedempt. Schakel het dempen van het geluid uit. Symptoom Oorzaak/Actie Het geluid hapert of er treedt ruis op.  Wanneer u het product aansluit op een personal computer of het loskoppelt, of wanneer u de personal computer herstart of in de stand-bymodus zet, kan er een abnormaal geluid worden geproduceerd. Wanneer u het product of andere apparaten aansluit of loskoppelt, of wanneer u de personal computer herstart of in de stand-bymodus zet, dient u de hoofdtelefoon los te koppelen of het geluidsniveau van de luidspreker zo laag mogelijk te zetten.  Het antivirusprogramma, de systeembewaking of andere geheugenresidente hulpsoftware zijn mogelijk actief op de computer. Schakel tijdens het afspelen van cd’s of dvd’s de geheugenresidente hulpsoftware uit.  Er zijn niet genoeg beschikbare bronnen. Herstart de personal computer.  Meerdere bestanden zijn geopend of verschillende programma's worden gebruikt. Sluit de bestanden en programma's die u niet nodig hebt. Als het geluid nog steeds hapert of u nog steeds ruis hoort, dient u de personal computer te herstarten.  Het product is geplaatst op een onstabiele ondergrond. Plaats het product of de personal computer op een stabiele ondergrond. Trillingen kunnen ook haperingen veroorzaken. MIC-aansluiting Symptoom Oorzaak/Actie Het geluid kan niet worden ingevoerd.  De microfoon van het product is niet geselecteerd. Volg de onderstaande procedure.  Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer het opnameapparaat.  Ga na of "C-Media microfoon…" als standaard is ingesteld in de weergegeven opnameapparaten.  Het microfoonvolume is niet ingesteld. Volg de onderstaande procedure.  Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer het opnameapparaat.  Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm "Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het tabblad "Niveaus" en stel het microfoonvolume in aangepast aan uw microfoon. Wordt vervolgd 19 NL Symptoom Oorzaak/Actie Het ingevoerde geluid is vervormd.  Het microfoonvolume is te hoog. Actie 1  Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer het opnameapparaat.  Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm "Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het tabblad "Niveaus" en stel het microfoonvolume in aangepast aan uw microfoon. Actie 2  Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk en selecteer het opnameapparaat.  Selecteer uit de weergegeven opnameapparaten "C-Media microfoon…" en klik op "Eigenschappen". Het scherm "Microfooneigenschappen" wordt weergegeven. Selecteer het tabblad Aangepast en schakel AGC (Automatic Gain Control) uit. Extern scherm 20 NL Symptoom Oorzaak/Actie Er verschijnt niets op het scherm of beelden worden abnormaal weergegeven.  Haal het product uit de personal computer of ontkoppel het display van het product. Wacht enkele seconden en sluit ze opnieuw aan. Zie "Het product loskoppelen" (pagina 7) en "Verbinden met de personal computer" (pagina 6).  Het instelprogramma is niet voltooid. Installeer het stuurprogramma op de installatie-cd.  De DVI-D-aansluiting en MONITOR-aansluiting kunnen niet tegelijk worden gebruikt. Sluit het scherm aan op de DVI-D-aansluiting of de MONITOR-aansluiting.  Beelden worden niet weergegeven in de aangeraden resolutie. De maximale resolutie van het product is 1680 × 1050 pixels. Een resolutie hoger dan 1680 × 1050 pixels zal niet worden weergegeven.  De software stelt bepaalde voorwaarden. Dit product voldoet niet aan de vereisten om 3D-games te kunnen spelen. Wanneer bepaalde software, zoals 3D-games, geactiveerd is terwijl dit product is aangesloten, zal de uitvoer van het product of het scherm van de personal computer niet stabiel zijn. Koppel het product los en gebruik daarna de software.  Het product biedt geen ondersteuning voor Windows Aero. Indien het product is aangesloten op een computer, dan schakelt het over naar de basisgebruiksinterface. Symptoom Oorzaak/Actie Het beeld van de personal computer verschijnt niet op het scherm (Clonemodus (spiegelmodus)).  De schermuitvoer van dit product werkt enkel in de modus uitgebreid Het beeld vervormt.  Houd alle voorwerpen die elektromagnetische velden genereren, zoals bureaublad. Als u de Clonemodus (spiegelmodus) wilt gebruiken, dient u de externe beelduitvoer van de personal computer te gebruiken.  De beelden van het uitgebreide bureaublad worden niet weergegeven. De uitvoerinstelling is ingesteld op "Uit". Klik met de rechtermuisknop op het -pictogram in de taakbalk om het menu weer te geven. Selecteer "Uitbreiden" in het menu. een radio, uit de buurt van dit product. U wilt de lettergrootte in Windows vergroten.  Voer de onderstaande handelingen uit. Beelden op het beeldscherm aangesloten op het product worden niet correct weergegeven.  Afhankelijk van de gebruikte software is het mogelijk dat beelden op  Klik op de -knop-"Configuratiescherm". Het "Configuratiescherm" verschijnt.  klik op "Beeld en personalisatie"-"Personalisatie".  Klik links op het scherm op "Lettergrootte aanpassen (DPI)". Het scherm "DPI-schaling" wordt weergegeven.  Vink "Grote schaal (120DPI)" aan klik vervolgens op "OK".  Klik op "Nu opnieuw opstarten". Start uw personal computer opnieuw op zodat de wijzigingen in het lettertype van kracht worden. het beeldscherm aangesloten op het product niet correct worden weergegeven. De software wordt niet correct  Afhankelijk van de software die wordt gebruikt, worden beelden weergegeven. mogelijk niet normaal weergegeven. Sluit de software af en herstart het programma. Er kunnen geen films worden  De uitgang voor een extern scherm op dit product ondersteunt het afgespeeld op het beeldscherm afspelen van films niet. Films kunnen worden bekeken op een aangesloten op het product. computerscherm. Wanneer het product werd  Uitvoer van de personal computer naar het scherm is mogelijk naar aangesloten op de personal een van de volgende schermen: computer, werd de uitvoer van − scherm aangesloten op de MONITOR-aansluiting of DVI-Dde personal computer naar het aansluiting van het product scherm uitgeschakeld. − scherm aangesloten op de externe uitgang van de personal computer Er kunnen geen twee schermen tegelijk worden aangesloten.  U kunt de MONITOR-aansluiting of de DVI-D-aansluiting van dit product niet tegelijk gebruiken. U kunt geen twee externe schermen tegelijk aansluiten. Wordt vervolgd 21 NL LAN-aansluiting Symptoom Oorzaak/Actie U kunt geen verbinding maken met het netwerk.  Sluit de LAN-aansluiting aan.  De setup is niet voltooid. Installeer het stuurprogramma op de installatie-cd.  Voor instellingen om verbinding te maken met het netwerk, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing geleverd bij de ADSL-modem of de aangesloten randapparaten, of controleert u de instellingen van uw provider, enz. Voor instellingen in uw kantoor neemt u contact op met de netwerkbeheerder in uw kantoor. 22 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Sony VGP-UPR1 Handleiding

Type
Handleiding