29
Gebruik
OPMERKING: Als u diesel gedurende lange tijd (30
dagen of meer) ongebruikt laat staan kunnen zich
gomachtige afzettingen vormen die nadelig zijn voor de
brandstofpomp en de injectieleidingen en motorproblemen
kunnen veroorzaken. Om dat te vermijden giet u een
brandstofstabiliseringsmiddel voor diesel in de brandstoftank
en laat u de motor een paar minuten draaien, of tapt u het
brandstof uit het systeem af voor u de zitmaaier opbergt.
Starten na langdurige berging
Voor u de zitmaaier start nadat hij gedurende lange
tijd opgeborgen is geweest, voert u de volgende stappen
uit.
1. Verwijder eventuele wielblokken van onder de
zitmaaier.
2. Installeer de batterij als u ze had verwijderd.
3. Verwijder het plastic of ander materiaal waarmee u de
uitlaat en de luchtfilter had afgedekt.
4. Vul de brandstoftank met verse brandstof. Zie
handleiding van motorleverancier voor aanbevelingen.
5. Zie handleiding van motorleverancier en volg alle
instructies voor het klaarmaken van de motor na
berging.
6. Controleer het oliepeil in het carter en vul indien nodig
correcte olie bij. Als zich tijdens de berging condensatie
heeft gevormd, tapt u het carter af en vult u het
opnieuw.
7. Pomp de banden op tot de correcte spanning.
Controleer het peil van alle vloeistoffen.
8. Start de motor en laat hem traag draaien. Laat de motor
meteen na het starten NIET met hoge snelheid draaien.
Zorg ervoor dat u de motor alleen buiten of in een goed
geventileerde ruimte laat draaien.
Aanbevelingen voor diesel
Brandstofleveranciers leveren diesel die aangepast is
aan de heersende weersomstandigheden. De brandstof
verandert aan het begin van de belangrijkste seizoenen
volgens de regionale weertrend.
Winterbrandstoffen worden samengesteld om gemakkelijk
te kunnen starten in koud weer. Zomerbrandstoffen kunnen
wat zwaarder zijn dan winterbrandstoffen waardoor het
verbruik en de krachtontwikkeling wat beter kunnen zijn.
Lente- en herfstbrandstof is een mengsel dat tussen het
winter- en zomermengsel in ligt.
Om die redenen moet u proberen om uw brandstof in
gepaste hoeveelheden te kopen zodat u de brandstof niet
ook nog in het volgende seizoen hoeft te gebruiken. Het
verkeerde brandstofmengsel gebruiken kan motorproblemen
veroorzaken.
Raadpleeg de handleiding van uw motorleverancier voor
specifieke brandstofaanbevelingen.
Berging
Tijdelijke berging (30 dagen of minder)
Vergeet niet dat zich altijd nog wat brandstof in de
brandstoftank zal bevinden. Berg de machine daarom
nooit binnenshuis of in een andere ruimte op waar
brandstofdamp tot bij een ontstekingsbron kan drijven.
Brandstofdamp is bovendien toxisch bij inademing. Berg
de machine daarom nooit op in een structuur die voor
bewoning door mens of dier wordt gebruikt.
Hieronder vindt u een lijst van dingen die u moet doen
als u uw machine tijdelijk of tussen twee gebruiksbeurten
opbergt:
• Berg de machine op op een plaats uit de buurt van
waar kinderen ermee in contact kunnen komen. Als de
kans bestaat op gebruik door onbevoegden, haalt u de
sleutel uit het contact.
• Als de machine niet kan worden opgeborgen op een
min of meer waterpas oppervlak, gebruikt u wielblokken.
• Verwijder al het gras en afvalmateriaal van de maaier.
• Als u verwacht dat de temperatuur onder de 2 graden
zal dalen, raadpleegt u punt 2 onder Langdurige
berging.
Langdurige berging (langer dan 30 dagen)
Voor u de zitmaaier aan het einde van het seizoen voor
lange tijd opbergt, leest u de instructies voor onderhoud en
berging in het onderdeel Veiligheidsvoorschriften en voert u
vervolgens de volgende stappen uit:
1. Laat de olie uit het carter lopen terwijl de motor warm
is en vul het carter meteen met de correcte oliekwaliteit
voor wanneer de maaier opnieuw zal worden gebruikt.
2. Gebruik een antivriestester om het beschermingsniveau
van het koelsysteem te controleren. Lees de instructies
op de antivriesfles voor de juiste verhouding van water
en antivries voor uw geografische locatie.
3. Maak het maaidek als volgt klaar voor berging:
a. Verwijder het maaidek van de zitmaaier.
b. Maak de onderkant van het maaidek schoon.
c. Breng op alle blanke metalen oppervlakken een laag
verf of een lichte oliefilm aan om roestvorming te
voorkomen.
4. Maak de oppervlakken aan de buitenkant en de motor
schoon.
5. Maak de motor klaar voor berging. Zie handleiding van
motorleverancier.
6. Verwijder vuil of gras van cilinderkop, motorbehuizing
en luchtfilterelement.
7. Bedek de luchtfilter en de uitlaatopening nauwsluitend
met plastic of een ander waterdicht materiaal zodat er
geen vocht, vuil of insecten in kan/kunnen.
8. Geef de zitmaaier een volledige smeerbeurt zoals
beschreven in het hoofdstuk Periodiek onderhoud.
9. Maak oppervlakken waarvan de verf schilfert of
beschadigd is schoon en breng een laag verf of
roestbestrijdingsmiddel aan.
10. Zorg ervoor dat de batterij tot het juiste peil met water is
gevuld en volledig is opgeladen. De levensduur van de
batterij neemt toe als zij wordt verwijderd, op een koele
en droge plaats wordt bewaard en ongeveer een keer
per maand volledig wordt opgeladen. Als u de batterij
in de zitmaaier laat zitten, koppelt u de negatieve kabel
los.
11. Tap het brandstofsysteem volledig af of voeg een
brandstofstabiliseringsmiddel voor diesel toe aan het
brandstofsysteem. Als u ervoor hebt gekozen om
een brandstofstabiliseringsmiddel te gebruiken en
het brandstofsysteem niet hebt afgetapt, moet u alle
veiligheidsvoorschriften en voorzorgsmaatregelen voor
de berging opvolgen om de mogelijkheid van brand
door de ontsteking van dieseldampen te voorkomen.
Vergeet niet dat dieseldampen over grote afstand tot
ontstekingsbronnen kunnen drijven en ontsteken, met
het risico op explosies en brand tot gevolg.
WAARSCHUWING
Berg de zitmaaier nooit in een verwarmd hok
of in een besloten, slecht geventileerde ruimte
op wanneer er zich nog diesel in de motor of de
brandstoftank bevindt. Dieseldampen kunnen
tot bij een open vlam, vonk of waakvlam (zoals
een geiser, boiler, droger, enz.) drijven en een
explosie veroorzaken.
Wees voorzichtig in de omgang met diesel.
De brandstof is uiterst ontvlambaar en een
onzorgvuldige omgang zou in ernstige
brandwonden of aanzienlijke brandschade
kunnen leiden.
Tap brandstof buitenshuis af in een geschikt
recipiënt en uit de buurt van open vlammen of
vonken.