Robur G Series Installation, Use And Maintenance Manual

Type
Installation, Use And Maintenance Manual
Condensing gas fired unit heaters
to heat medium large areas
Handleiding voor installatie,
gebruik en onderhoud.
Gasluchtverhitters Serie G
Rechtstreeks gasgestookte condenserende luchtverhitters
voor de verwarming van middelgrote en grote ruimtes
G
eschikt voor Aardgas en LPG
Uitgave: 09/2018
Code: D-LBR560 LBR IUM GENERATORE BE_DUTCH
Deze handleiding werd door Robur S.p.A. ontworpen en gedrukt.
Elke reproductie, ook deels, van deze handleiding is verboden.
Het origineel wordt bewaard bij Robur S.p.A.
Elk gebruik van deze handleiding, anders dan het bedoelde persoonlijk gebruik, moet
vooraf goedgekeurd worden door Robur S.p.A.
Alle eigendomsrechten van geregistreerde merktekens, die in deze publicatie gebruikt
worden, zijn voorbehouden.
Robur S.p.A. behoudt zich het recht voor om, zonder voorafgaandelijke aankondiging, de
inhoud van deze handleiding ter verbetering te wijzigen.
INLEIDING
Uitg. 09/2018 I
INLEIDING
Deze handleiding is bestemd voor alle personen die installatie- gebruik- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de Robur condenserende gasluchtverhitters
van de G-reeks.
In het bijzonder richt dit werk zich naar de installateurs die het toestel plaatsen en
aansluiten, en naar de eindgebruiker die het normaal functioneren ervan moet kunnen
controleren.
Het werk is ook gericht aan de onderhoudstechnicus, die verantwoordelijk is voor de
belangrijkste onderhoudshandelingen en herstellingen.
Samenvatting
De handleiding werd opgedeeld in vijf hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 richt zich tot de gebruiker, de verwarmings- en elektriciteitsinstallateur, en de
onderhoudstechnicus. Het bevat de algemene richtlijnen, de technische specificaties, en de
algemene kenmerken van de luchtverhitter van de G-reeks.
Hoofdstuk 2 richt zich tot de gebruiker. Het bevat alle nuttige informatie over het correct
gebruik van de luchtverhitter van de G-reeks.
Hoofdstuk 3 richt zich tot de verwarmingsinstallateur. Het bevat alle nuttige informatie
voor de correcte installatie van de luchtverhitter van de G-reeks.
Hoofdstuk 4 richt zich tot de verwarmings- en elektriciteitsinstallateur. Het bevat alle
nodige aanwijzingen voor de correcte elektrische aansluiting van de luchtverhitter van de
G-reeks.
Hoofdstuk 5 richt zich tot de verwarmingsinstallateur en onderhoudstechnicus. Het bevat
alle nodige instructies voor het bepalen van de gasdoorvoer en het instellen van de
gasdrukken. Bovendien worden hier ook alle richtlijnen betreffende onderhoud gegeven.
Legende van de gebruikte symbolen
De in de rand gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis:
Gevaar
Waarschuwing
Opmerking
Te volgen werkingsprocedure
Verwijzing naar een andere pagina in de handleiding, of naar
een andere handleiding
Tab. 1 Gebruikte symbolen
INHOUDSOPGAVE
Uitg. 09/2018 1
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES ..........2
1.1 ALGEMENE RICHTLIJNEN ...............................................................................................................2
1.2 ALGEMENE WERKING VAN HET APPARAAT ................................................................................3
1.3 FABRICATIEGEGEVENS ..................................................................................................................5
1.4 TECHNISCHE GEGEVENS ...............................................................................................................6
1.5 AFMETINGEN ....................................................................................................................................7
HOOFDSTUK 2 : RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER ................................................9
2.1 FUNCTIES VAN DE KLOKTHERMOSTAAT .....................................................................................9
2.2 INSTELLEN VAN DAG EN UUR OP DE KLOKTHERMOSTAAT .................................................. 10
2.3 INSTELLEN VAN COMFORT-, SPAAR- EN ANTIVRIESFUNCTIE OP DE
KLOKTHERMOSTAAT ................................................................................................................... 10
2.4 MANUELE PROGRAMMERING VAN HET DAGPROGRAMMA OP DE
KLOKTHERMOSTAAT ................................................................................................................... 11
2.5 INSTELLEN VAN EEN VOORGEPROGRAMMEERD DAGPROGRAMMA OP DE
KLOKTHERMOSTAAT ................................................................................................................... 13
2.6 INSTELLEN VAN EEN VOORGEPROGRAMMEERD WEEKPROGRAMMA OP DE
KLOKTHERMOSTAAT ................................................................................................................... 13
2.7 TIJDSGESTUURDE FUNCTIES VAN DE KLOKTHERMOSTAAT ................................................ 15
2.8 TOETSENBORD VERGRENDELING............................................................................................. 17
2.9 INFORMATIE DISPLAY VAN DE KLOKTHERMOSTAAT ............................................................. 18
2.10 DISPLAY KEUZEMENU ................................................................................................................. 19
2.11 FOUTMELDINGEN ......................................................................................................................... 20
2.12 LEGENDE VAN DE SYMBOLEN OP DE KLOKTHERMOSTAAT ................................................. 23
2.13 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN ........................................................................................... 23
2.14 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN MET KLOKTHERMOSTAAT ............................................. 26
2.15 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN ZONDER KLOKTHERMOSTAAT ..................................... 30
2.16 INSTELBEREIK............................................................................................................................... 32
2.17 BUITEN DIENST STELLEN VOOR LANGERE PERIODE ............................................................ 33
HOOFDSTUK 3: RICHLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE ............................................... 34
3.1 ALGEMENE INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ............................................................................. 34
3.2 INSTALLATIE .................................................................................................................................. 34
3.3 BEPALEN VAN DE LUCHTTOEVOER EN ROOKGASAFVOER .................................................. 36
3.4 CONDENSATIE AFVOER .............................................................................................................. 46
HOOFDSTUK 4: RICHTLIJNEN VOOR DE ELEKTRISCHE AANSLUITING.................. 48
4.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE LUCHTVERHITTER ...................................................... 48
4.2 AANSLUITING VAN DE DIGITALE KLOKTHERMOSTAAT .......................................................... 48
4.3 GEBRUIK VAN MEERDERE LUCHTVERHITTERS MET EEN EXTERNE STURING .................. 49
4.4 EXTERNE WEERGAVE VAN DE FOUTMELDINGEN................................
................................... 50
4.5 AAN
SLUITSCHEMA ....................................................................................................................... 51
4.6 AANSLUITSCHEMA VOOR EEN EXTERNE STURING VAN MEERDERE VERHITTERS .......... 53
HOOFDSTUK 5: ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN .................................................. 54
5.1 EERSTE INGEBRUIKNAME VAN DE LUCHTVERHITTER .......................................................... 54
5.2 AFSTELLING GASVENTIEL ........................................................................................................... 54
5.3 AANPASSING AAN EEN ANDERE GASTYPE .............................................................................. 56
5.4 ONDERHOUD ................................................................................................................................. 58
Auf Anfrage bekommen Sie den Anleitung in Deutch
A votre demande vous recevez ce manuel en Français
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
2 Uitg. 09/2018
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE KENMERKEN EN TECHNISCHE
SPECIFICATIES
In dit hoofdstuk vindt u de algemene richtlijnen voor de installatie en het gebruik van de
condenserende gasluchtverhitter van de G-reeks, alsook een korte omschrijving van de
bediening, de fabricage gegevens en de technische kenmerken.
1.1 ALGEMENE RICHTLIJNEN
Deze handleiding is een integraal en essentieel onderdeel van het product en moet in het
bezit gesteld worden van de eindgebruiker.
De gasluchtverhitter mag alleen gebruikt worden voor het bestemde doel. Ieder ander
gebruik dient als ongeschikt, en daardoor als gevaarlijk gezien te worden.
Het toestel mag niet gebruikt worden door personen met een belemmerende mentale of
fysische handicap, of door personen die het toestel niet kennen.
Kinderen moeten steeds onder toezicht staan om zeker te zijn dat ze niet spelen met de
luchtverhitter.
Schade ontstaan door fouten bij de installatie, door onoordeelkundig gebruik, of door het
niet opvolgen van de aanwijzingen van de fabrikant, is van garantie uitgesloten.
Het toestel moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de geldende wettelijke
bepalingen en richtlijnen.
De vrije aanzuiging van de ventilatoren en de vrije ventilatie door het uitblaasrooster
moeten te allen tijde gewaarborgd zijn.
In geval van storing en/of slecht functioneren van het apparaat dient het onmiddellijk
uitgeschakeld te worden (stroom- en gasvoorziening afsluiten). Men mag zelf geen
pogingen tot reparatie ondernemen, op welke wijze ook. Eventuele herstellingen
mogen enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerde vakmensen, en met gebruik
van originele wisselstukken van Robur.
Het niet naleven van bovenvermelde richtlijnen kan de bedrijfszekerheid van uw toestel in
het gedrang brengen, en kan een gevaar opleveren.
De fabrikant waarborgt de goede werking van het apparaat mits uitvoeren van een jaarlijks
onderhoud door gekwalificeerde vakmensen, en dit volgens de aanwijzingen van de
fabrikant.
Gekwalificeerde vakmensen zijn mensen die de speciale technische vakkennis op
het gebied van verwarmingsinstallaties bezitten. Voor meer informatie kan u contact
opnemen met de invoerder van het toestel THEMA NV (+32 (0)4 246 95 75.
Indien het toestel doorverkocht of overgedragen wordt, moet men zich ervan vergewissen
dat deze handleiding bij het toestel blijft voor de installateur en de toekomstige gebruiker.
ALGEMENE KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES
Uitg. 09/2018 3
Alvorens de luchtverhitter in bedrijf te stellen dienen de volgende punten te worden
gecontroleerd door een gekwalificeerde vakman:
- de netspanning en het gastype moeten overeenstemmen met het identificatieplaatje
van het toestel;
- de uitblaasleiding moet correct functioneren;
- de condensafvoer moet correct functioneren;
- de rookgasafvoer- en verbrandingsluchttoevoer moeten volgens de geldende
voorschriften zijn aangebracht en functioneren;
- de interne en externe dichtheid van het toestel en de gasleidingen;
- de diameter van de gasleiding
- het type gas moet overeenstemmen met het identificatieplaatje;
- de gasvoordruk moet overeenkomen met het identificatieplaatje;
- de gastoevoer met appendages moet geschikt zijn voor het toestel
Gebruik nooit gasleidingen om elektrische apparaten te aarden.
Indien het toestel voor een langere periode niet gebruikt wordt is het aangewezen
de gastoevoer en de stroomtoevoer af te sluiten.
BIJ HET WAARNEMEN VAN GASLUCHT
Gebruik geen elektrische schakelaars, toestellen of telefoons die vonken
kunnen veroorzaken.
Sluit de gastoevoer af.
Open ramen en deuren om de ruimte te verluchten.
Raadpleeg een gekwalificeerd vakman om het probleem te herstellen.
1.2 ALGEMENE WERKING VAN HET APPARAAT
- De gasluchtverhitter van de G-reeks is een onafhankelijke gesloten luchtverhitter met
een geforceerde rookgasafvoer.
- De luchtverhitter is ontworpen om binnen gebruikt te worden, in de te verwarmen
ruimte.
- Het toestel is geschikt voor gebruik met aardgas (G20,G25) en LPG (ombouw enkel
door de fabrikant),en valt onder de I
2E(S)
, I
2E(R)
en I3P categoriën van de EN1020
standaard.
- Het verbrandingscircuit is afgesloten van de verwarmde ruimte en voldoet aan de
richtlijnen en normen EN1020 en EN1096 voor installaties van het type C:
de luchtinlaat en de rookgasafvoer bevinden zich buiten de verwarmde ruimte en
garanderen de veilige werking.
- De gasluchtverhitter wordt gestuurd door een kamerthermostaat. Wanneer de
thermostaat warmte vraagt, zal de elektronische ontstekingscontrole eenheid (na 40
seconden ventileren) zorgen voor het starten van de hoofdbrander. Een
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
4 Uitg. 09/2018
ionisatiesensor controleert of de ontsteking heeft plaatsgehad. Indien dit niet het
geval was schakelt de ontstekingcontrole eenheid de brander uit.
- De verbrandingsgassen stromen door de warmtewisselaars. De axiale ventilatoren
blazen de lucht over de warmtewisselaars in de te verwarmen ruimte.
- De richting van de luchtstroom wordt geregeld door middel van horizontaal regelbare
schoepen. Een optionele set met verticale schoepen is leverbaar op aanvraag.
- De ventilatorthermostaat schakelt de axiale ventilatoren automatisch in wanneer de
warmtewisselaars heet zijn (ongeveer 60 seconden na opstarten, vanaf een
temperatuur van 60°C), en schakelt deze uit wanneer de warmtewisselaars afgekoeld
zijn. Op die manier voorkomt men dat er koude lucht in de kamer wordt geblazen.
- Indien de warmtewisselaars om een of andere reden oververhitten, gaan de
ventilatoren op de maximum snelheid draaien. Indien de temperatuur blijft stijgen,
sluit de limietthermostaat de gasklep, waardoor de gastoevoer onderbroken wordt en
de hoofdbrander uitvalt. De limietthermostaat kan enkel manueel gereset worden.
Het heropstarten van het toestel mag enkel gebeuren door gekwalificeerde
vakmensen, nadat de oorzaak van de oververhitting gevonden werd.
- De rookgasafvoerbuis is aangesloten op een rookkanaalventilator door middel van
een flexibele aluminium buis.
- In geval van belemmeringen van de luchttoevoerpijp of een storing van de
rookgasventilator, zal de vlamcontrole eenheid automatisch het debiet aanpassen.
Indien de obstructie buiten de toegelaten limieten komt, dan wordt een differentiële
drukschakelaar geactiveerd die de gasklep afsluit en zo de gastoevoer naar de
brander stopt.
- In de winter kan het toestel zowel in de manuele mode, als in de automatische mode
gebruikt worden. (zie Pag. 11)
- In de zomer is het mogelijk het toestel enkel te laten ventileren om zo een
aangename temperatuur te bekomen (zie Pag. 11)
ALGEMENE KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES
Uitg. 09/2018 5
1.3 FABRICATIEGEGEVENS
De luchtverhitters van de G-reeks worden geleverd met:
- Premix brander van roestvrij staal
- Centrifugale rookgasventilator met variabele snelheid, frekwentie geregeld
- Cilindrische verbrandingskamer van roestvrij staal
- De gepatenteerde warmtewisselaars van Robur, gemaakt uit een speciale aluminium
legering, aan de buitenkant voorzien van horizontale vinnen en inwendig van verticale
vinnen, die garant staan voor een extreme hoge warmte uitwisselingscapaciteit.
- Stalen omkasting gelakt met epoxy verf
- Hoogdebiet axiale rookgasventilatoren met regelbaar toerental
- VEILIGHEID EN CONTROLE
Elektronische controle-eenheid met microprocessor en filter, functies:
Opstarten van de brander
Controle en modulatie van de vlam
Instellen en controle van de rookgasventilator
Instellen van de ventilatoren
Controle van de temperatuur van de warmtewisselaar d.m.v. een voeler
Controle van de minimum temperatuur van de uitlaatgassen d.m.v. een voeler.
Voeding: 230 V - 50 Hz (monofase)
Veiligheid vertraging: 5 seconden.
Voorventilatie: 40 seconden.
Model: Bertelli & Partners DIMS03 met ontsteking
BRAHMA TC2LTCAF.
Limietthermostaat: max 100°C tegen oververhitting van de warmtewisselaars.
Differentieeldruk schakelaar: indien de rookgasafvoer of de luchttoevoer
belemmerd wordt, of de inwendige condensafvoer verstopt is, wordt de unit
uitgeschakeld.
Gasklep: indien het toestel door een van de veiligheden wordt uitgeschakeld, dan
wordt de spanning naar de gasklep uitgeschakeld waardoor deze de gastoevoer
afsluit.
Voeding: 230 V - 50 Hz.
Bedrijfstemperatuur: 0°C up to +60°C.
Model: SIT 822 Novamix.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
6 Uitg. 09/2018
1.4 TECHNISCHE GEGEVENS
MODELE U.M. G 30 G 45 G 60 G 100
TOESTELCATEGORIE
I
2E(S) ,
I
3P
I
2E(R)
, I
3P
TOESTELTYPE C
13
- C
33
– B
23
- C
53
GASTYPE Aardgas H (G20)
Aardgas L (G25)
Propaangas (G31)
OPGENOMEN VERMOGEN (Hi) AARDGAS H (G20/G31) kW 30 45 58 93
NOMINAAL VERMOGEN AARDGAS H (G20/G31)
AARDGAS L (G25)
kW
kW
29,2
24,5
43,3
36,2
56,2
46,8
90,2
------
MINIMUM BELASTING AARDGAS H (G20/G31) kW 15,0 15,0 19,3 31,7
VERMOGEN MINIMUM BELASTING AARDGAS H (G20/G31)
AARDGAS L (G25)
kW
kW
15,8
13,1
15,8
13,1
20,2
16,8
33,5
------
MAXIMAAL CONDENS AFVOER l/h 4,6 6,9 8,9 14,4
NOMINAAL GASVERBRUIK (HI) AARDGAS H (G20)
(15° C 1013 MBAR) AARDGAS L (G25)
PROPAAN (G31)
m
3
/h
m
3
/h
kg/h
3,17
3,10
2,33
4,76
4,70
3,50
6,14
6,00
4,66
9,84
11,44
7,23
MAXIMAAL CONDENSATIE PRODUCTIE l/h 4,6 6,9 8,9 14,4
GASVERBRUIK MINIMUM AARDGAS H (G20)
(15° C 1013 MBAR) AARDGAS L (G25)
PROPAAN (G31)
m
3
/h
m
3
/h
kg/h
1,59
1,58
1,17
1,59
1,59
1,17
2,04
2,00
2,68
3,35
3,90
2,46
THERMISH RENDEMENT OP MAXIMUM VERMOGEN % 97 96,5 97 97
THERMISCH RENDEMENT OP MINIMUM VERMOGE % 105,3 104,3 104,6 105,7
NOMINALE GASDRUK AARDGAS H (G20)
AARDGAS L (G25)
PROPAAN (G31)
mbar
20
25
37
DIAMETER AANSLUITING GASLEIDING 3/4
DIAMETER AANSLUITING LUCHTTOEVOER
mm
DIAMETER AANSLUITING ROOKGASAFVOER mm 80
NETSPANNING 230V - 50Hz
OPGENOMEN ELEKTRISCH VERMOGEN W 210 330 580 1000
BEDRIJFSTEMPERATUUR IN HET LOKAAL (1) ºC 0 +35
ZEKERING A 6,3
LUCHTDEBIET(2) MAX SNELHEID
MIN SNELHEID
m
3
/h
2.840
2.050
3.850
2.900
5.050
4.000
8.250
5.200
DELTA T MAX SNELHEID
MIN SNELHEID
K
29
22
32
15
32
14
31
18
WORPLENGTE BIJ MAX SNELHEID
(EINDSNELHEID >1m/s)
(3)
m 18 25 31 40
GELUIDSNIVEAU OP 6 METER
(MAX SNELHEID) VRIJ VELD
TYPISCHE INSTALLATIE
dB(A)
dB(A)
48,5
55,5
55
62
59
66
59
66
GELUIDSNIVEAU OP 6 METER
(MIN SNELHEID) TYPISCHE INSTALLATIE dB(A)
50
56 60 60
TOESTELGEWICHT kg 55 65 75 120
Tab. 2 Technische gegevens.
(1) BEDRIJFSTEMPERATUUR VAN DE COMPONENTEN IN HET TOESTEL IS 0°C60°C
(2) BIJ 20°C 1013 MBAR
(3) GEMETEN IN VRIJ VELD. IN WERKELIJKHEID IS DE WORP 2 À 3 MAAL GROTER DAN DE AANGEGEVEN WAARDE.
(DE WERKELIJKE WORP WORDT BEÏNVLOED DOOR DE HOOGTE EN DE ISOLATIEWAARDE VAN HET DAK)
ALGEMENE KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES
Uitg. 09/2018 7
1.5 AFMETINGEN
Beeld 1 Afmetingen van luchtverhitters G30; G45; G60
LEGENDE
1
rookgasafvoer
2
luchttoevoer
3
stroomkabel
4
aansluiting aardgas
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
L
M
N
Q
R
T
W
X
Y
G 30
656
710
800
570
370
405
440
536
157,2
307
180
20
223
360
340
720
380
80
80
G 45
706
715
800
570
370
405
490
536
157,2
327
180
20
223
360
340
720
480
80
80
G 60
796
720
800
570
510
405
580
536
157,2
371
180
20
223
360
340
720
500
80
80
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
8 Uitg. 09/2018
Beeld 2 Afmetingen van luchtverhitter G 100.
LEGENDE
1
rookgasafvoer
2
luchttoevoer
3
stroomkabel
4
aansluiting aardgas
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
L
M
N
Q
R
T
W
X
Y
G 100
1296
740
800
570
1010
405
1080
536
157,20
507
180
20
223
360
340
720
520
80
80
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 9
HOOFDSTUK 2: RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie voor het correct gebruik van de gasluchtverhitters
van de G-reeks.
De goede werking van het toestel wordt gecontroleerd door een digitale klokthermostaat
die standaard wordt meegeleverd met de verhitter. (zie Beeld 3).
De klokthermostaat heeft een dubbele functie: enerzijds is het een digitale
klokthermostaat, anderzijds werkt het apparaat als diagnose en reset voor foutmeldingen.
De richtlijnen voor het correct gebruik van de klokthermostaat komen hieronder aan bod.
Beeld 3 Digitale chronothermostaat
2.1 FUNCTIES VAN DE KLOKTHERMOSTAAT
De toetsen van de klokthermostaat hebben de volgende functies:
- UPLEV ( ▲) en DOWNLEV ( ): deze toetsen laten u toe om het niveau van
ventilatie te veranderen gaande van niveau 0 tot 3:
1 = minimum ventilatie, 2 = middelmatige ventilatie, 3 = maximale ventilatie.
0 in winter mode = een automatische ventilatie, 0 in zomer mode = ventilatoren uit
- E/I ( ): hiermee kiest u tussen Winter mode (= verwarming, radiator op het display)
of Zomer mode (enkel ventilatie)
- UP ( ) en DOWN ( ): met de UP en DOWN toetsen kan u de temperatuur
instellen per 0,1°C. Indien u de toets langer ingedrukt houdt loopt de temperatuur
sneller op en af.
- : wanneer u op OK drukt ziet u de actuele en de ingestelde temperatuur, en kan
u de gevraagde temperatuur bevestigen.
- : met deze toets komt u in de Programma mode en heeft u toegang tot het menu
INFO (zie verder)
- Programma mode: druk kort op de toets, op het display verschijnt voor enkele
seconden PROG; om de Programma mode te verlaten drukt u opnieuw kort op , op
het display verschijnt voor enkele seconden RUN.
UPLEV
DOWNLEV
E/I
UP
DOWN
OK
IP
TIME
TEMP
FUNCT
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
10 Uitg. 09/2018
- menu INFO: druk minimum 3 seconden op de toets, op het display verschijnt
gedurende enkele seconden INFO; om het menu INFO te verlaten drukt u opnieuw
kort op de toets, op het display verschijnt voor enkele seconden RUN.
- TIME ( ): met deze toets kunt u de klok functies instellen.
- TEMP ( ): met deze toets kunt u de comfort- en de verlaagde temperatuur
instellen.
- FUNCT ( ) hiermee kunt u schakelen tussen Automatisch, Manueel of OFF.
Wanneer de functie op OFF staat bevindt de gasluchtverhitter zich in slaapstand: het
toestel blijft enkel actief voor de antivries bescherming.
De functies van de toetsen hierboven zijn de standaard functies. Deze wijzigen
naargelang de mode waarin het display zich bevindt.
2.2 INSTELLEN VAN DAG EN UUR OP DE KLOKTHERMOSTAAT
OPGELET: De klokthermostaat moet aangesloten zijn aan het elektronisch paneel
van de luchtverhitter die zelf aangesloten moet zijn aan de stroomvoorziening.
Om dag en uur in te stellen gaat u als volgt tewerk:
1. Ga naar de Programma mode door kort op te drukken: PROGR verschijnt even op
het display, waarna het uur en de dag van de week met het DAY icoon zichtbaar is.
2. Met de en toetsen kunt u de waarde die knippert veranderen. Om de
volgende waarde te selecteren drukt u op de toets of de toets.
3. Nadat u de correcte datum en uur hebt ingesteld drukt u kort op om het programma
te verlaten. RUN wordt even weergegeven op het display.
2.3 INSTELLEN VAN COMFORT-, SPAAR-, EN ANTIVRIES FUNCTIE OP DE
KLOKTHERMOSTAAT
OPGELET: De klokthermostaat moet aangesloten zijn aan het elektronisch paneel
van de luchtverhitter die zelf aangesloten moet zijn aan de stroomvoorziening.
1. Ga naar de Programma mode door kort op te drukken.
2. Druk herhaaldelijk op om de temperatuur te selecteren die u wil instellen.
3. Links op het display verschijnt COMFR voor de Comfort temperatuur, ECONM voor de
Economy temperatuur, en OFFºc voor de Antivries temperatuur (zie Beeld 4).
De gewenste temperatuur kan u instellen met de en toetsen.
De Comfort temperatuur kan u instellen tussen 5,0°C en 30,0°C;
De Economy temperatuur kan u instellen tussen 5,0°C en 25,0°C;
De Antivries temperatuur kan u instellen tussen 2,0°C en 10,0°C.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 11
Om de ingestelde waarde te bevestigen drukt u op . Hierdoor gaat u verder
naar de volgende waarde.
4. Nadat u de gewenste temperaturen hebt ingesteld druk u op om het programma te
verlaten.
Beeld 4 Comfort, Economy en Antivries temperaturen
2.4 MANUELE PROGRAMMERING VAN HET DAGPROGRAMMA OP DE
KLOKTHERMOSTAAT
OPGELET: De klokthermostaat moet aangesloten zijn aan het elektronisch paneel
van de luchtverhitter die zelf aangesloten moet zijn aan de stroomvoorziening.
1. Ga naar de Programma mode door kort op de te
drukken.
2. Druk verschillende keren op de toets tot
3. Links op het display SP n verschijnt, waar n het aantal
ingestelde punten is van de dag (zie Beeld 5)
Beeld 5Dagprogramma.
Het instelpunt verwijst naar het tijdstip waarop de ingestelde temperatuur wijzigt. De
nieuwe temperatuur blijft behouden tot het volgende instelpunt.
4. Kies de gewenste dag van de week met de toets.
5. Kies het instelpunt (uur) met de en toetsen.
6. Pas de tijd aan met de en toetsen (minimum 10 minuten interval).
7. Stel de gewenste functie in met de toets: rechts boven in het display ziet u een
zonnetje voor de Comfort mode, een maantje voor de Economy mode en geen icon
voor de Antivries mode.
8. De ingestelde tijd en mode wordt grafisch weergegeven op het klokje op de display.
(zie Beeld 6).
9. Om in het programma naar het volgende instelpunt op te schuiven drukt u op de
of toets. Op deze manier kan u op 1 dag, 8 profielen (tijdstippen) instellen
waarop de temperatuurfunctie verandert tussen Comfort, Economy of Antivries.
SP
1
SET
DAY
1
20.
0
COMFR
ECONM
5.
0
OFFºC
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
12 Uitg. 09/2018
10. In ons voorbeeld (Beeld 6) ziet u een maandag (day 1), met 7 instelpunten:
Instelpunt 1 om 00:00 Antivries temperatuur
Instelpunt 2 om 7:00 Economy temperatuur
Instelpunt 3 om 8:00 Comfort temperatuur
Instelpunt 4 om 11:00 Economy temperatuur
Instelpunt 5 om 14:00 Comfort temperatuur
Instelpunt 6 om 18:00 Economy temperatuur
Instelpunt 7 om 19:00 Antivries temperatuur
Beeld 6 Vb. dagprogramma.
Wanneer u het dagprogramma instelt is het belangrijk dat u ALTIJD een volledige
periode van 24 uren programmeert (de laatste en de eerste temperatuur moet
dezelfde zijn). Indien u dit niet doet gaat de klokthermostaat altijd de volgende dag
verder met het laatste programma van de vorige dag (ook al ziet u dit niet op het
display).
Om de programmering eenvoudiger te maken is er de mogelijkheid om een
ingesteld programma toe te kennen aan een bepaalde dag (zie verder). Daarna
kunt u dat programma selecteren en gebruiken om andere dagen in te stellen (met
de toets). U kan tussen de verschillende dagprofielen scrollen met de en
toetsen, de tijd wijzigen met de toetsen, en het temperatuur profiel
wijzigen met de toets.
11. Wanneer u het dagprofiel (24 uur) volledig hebt ingesteld moet u op de toets
drukken om te bevestigen.
Als u bevestigt met de toets, wordt het vorige profiel overschreven door het
nieuwe profiel. Indien u de wijzigingen niet bevestigt met de toets, dan gaan
alle ingestelde waarden verloren.
12. Druk op de toets om de Programma mode te verlaten.
HOE KAN U HET DAGPROGRAMMA CONTROLEREN
1. Druk op de toets om in de Programma mode te komen.
2. Druk verschillende keren op de toets tot
3. Links op het display SP n verschijnt, waarbij n staat voor het aantal ingestelde
punten op die dag.
4. Druk op de toets om de gewenste dag van de week te kiezen.
5. Gebruik de en toetsen om te scrollen door de ingestelde tijdstippen.
6. Druk op de toets om het programma te verlaten.
19:00
SET
SP
7
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 13
2.5 INSTELLEN VAN EEN VOORGEPROGRAMMEERD DAGPROGRAMMA
IN DE KLOKTHERMOSTAAT
OPGELET: De klokthermostaat moet aangesloten zijn aan het elektronisch paneel
van de luchtverhitter die zelf aangesloten moet zijn aan de stroomvoorziening.
1. Druk kort op de toets voor de Programma mode.
2. Druk herhaaldelijk op de toets tot
3. Day zichtbaar is links op het display.
4. Druk op om de dag van de week te kiezen.
Beeld 7 Dag profiel
5. Rechts boven op het display ziet u de vermelding PROFILE, het geselecteerd nummer
van profiel knippert (zie Beeld 7).
6. Met de en toetsen kan u één van de 16 mogelijke profielen kiezen
(gedetailleerde beschrijving van elk profiel in Tab. 3 op Pag. 14).
7. Druk op om te bevestigen.
Door op te drukken wordt het vorige ingestelde dagprogramma vervangen
door het nieuwe programma.
8. Gebruik de toets om het programma te verlaten.
2.6 INSTELLEN VAN EEN VOORGEPROGRAMMEERD WEEKPROGRAMMA
IN DE KLOKTHERMOSTAAT
OPGELET: De klokthermostaat moet aangesloten zijn aan het elektronisch paneel
van de luchtverhitter die zelf aangesloten moet zijn aan de stroomvoorziening.
1. Druk kort op de toets voor de Programma mode.
2. Druk herhaaldelijk op de toets tot
3. WEEK zichtbaar is links op het display.
4. Rechts boven op het display staat er PROFILE en het
nummer van het profiel knippert.
Beeld 8 Week profiel
5. Met de en toetsen kan u één van de 16 mogelijke weekprofielen
kiezen. (zie Tab. 4).
Elk weekprofiel is een verzameling van 7 vooraf ingestelde dagprofielen.
0 1
Day 1
week
0 1
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
14 Uitg. 09/2018
6. Druk op de om het gekozen weekprogramma te bevestigen.
Door te bevestigen met de toets, wordt het vorige programma overschreven
door het nieuwe weekprogramma.
7. Druk op de toets om het programma te verlaten.
Het is aan te raden een weekprogramma te selecteren dat het dichtst bij uw
behoefte aansluit, waarna u de dagen die verschillen van uw behoefte kan
aanpassen volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4 MANUELE
PROGRAMMERING VAN HET DAGPROGRAMMA OP DE KLOKTHERMOSTAAT
op Pag. 11.
DAGPROFIEL UURSCHEMA EN TEMPERATUURPROFIEL PER DAG
1
2
3
4
5
6
7
8
01
00:00 A 05:30 C 21:30 A --- --- --- --- ---
02 00:00 R 05:30 C 21:30 R --- --- --- --- ---
03
00:00 A 07:00 C 12:00 R 13:00 C 19:30 A --- --- ---
04 00:00 R 07:00 C 12:00 R 13:00 C 19:30 R --- --- ---
05 00:00 R 05:30 C 15:00 R --- --- --- --- ---
06
00:00 A
06:30 C
19:00 A
---
---
---
---
---
07 00:00 A 05:00 R 06:30 C 19:00 R 21:00 A --- --- ---
08
00:00 A 08:00 C 12:00 R 13:00 C 18:00 A --- --- ---
09 00:00 A 04:00 R 07:00 C 18:00 R 21:30 A --- --- ---
10
00:00 A 04:00 R 07:00 C 14:00 R 21:30 A --- --- ---
11
00:00 A 07:00 C 14:30 A --- --- --- --- ---
12 00:00 R 06:00 C 12:00 R 14:00 C 20:00 R --- --- ---
13
00:00 A 05:00 C 12:00 R 13:00 C 21:00 A --- --- ---
14 00:00 C --- --- --- --- --- --- ---
15
00:00 R --- --- --- --- --- --- ---
16
00:00 A --- --- --- --- --- --- ---
Tab. 3 Voorgeprogrammeerde dagprofielen.
- A: ANTIVRIESTEMPERATUUR
- R: ECONOMY TEMPERATUUR
- C: COMFORT TEMPERATUUR.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 15
WEEKPROFIEL
DAGPROFIEL PER WEEKDAG INGESTELD
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
ZONDAG
01 01 01 01 01 01 16 16
02
01 01 01 01 01 01 16
03 06 01 01 01 01 16 16
04
06 01 01 01 01 01 16
05
02
02
02
02
02
16
16
06 02 02 02 02 02 02 16
07
06 02 02 02 02 16 16
08 06 02 02 02 02 02 16
09
01 01 01 01 01 01 01
10
14
14
14
14
14
14
14
11 02 02 02 02 02 02 02
12
06 06 06 06 06 06 06
13 07 07 07 07 07 07 07
14
08 08 08 08 08 08 08
15
09 09 09 09 09 09 09
16 10 10 10 10 10 10 10
Tab. 4 Voorgeprogrammeerde weekprofielen
2.7 TIJDSGESTUURDE FUNCTIES VAN DE KLOKTHERMOSTAAT
Er zijn 3 types tijdsgestuurde functies:
- GEFORCEERD AUTOMATISCH: weergegeven door het symbool van Manueel en
Automatisch onderaan op het display (zie Beeld 9).
- GETIMED UITGESCHAKELD (VAKANTIEPROGRAMMA): weergegeven door het
zandloper en vliegtuig symbool onderaan op het display (zie Beeld 10).
- GETIMED MANUEEL (PARTY): weergegeven door het zandloper en hand
symboolonderaan op het display (zie Beeld 11).
GEFORCEERD AUTOMATISCH
De geforceerd automatische functie laat u toe een temperatuur in te stellen die verschilt
van het geselecteerde programma (vb. programma ingesteld op 18°C van 08.00 tot 12.00
uur, maar op de dag zelf wenst u de temperatuur in te stellen zodat het toestel pas
uitschakelt op 20°C).
Om de geforceerd automatische functie in te stellen volstaat het met de en
toetsen de gewenste temperatuur in te stellen (vb. 20°C). Zowel het symbool van
Automatisch (cirkel) als Manueel (hand) zijn nu weergegeven op het display (zie Beeld 9).
Het toestel blijft werken in de geforceerde Automatische mode tot het volgende ingestelde
tijdstip in het dagprogramma wordt bereikt. Op dat tijdstip schakelt het toestel terug naar
de Automatische mode, en volgt het opnieuw het dag/weekschema.
De geforceerde automatische functie kan enkel worden geactiveerd wanneer het
toestel in de Automatische mode staat ( toets).
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
16 Uitg. 09/2018
Beeld
9 Geforceerd automatisch
Beeld
10 Getimed uitgeschakeld Beeld 11 Getimed manueel
GETIMED UITGESCHAKELD (VAKANTIE PROGRAMMA)
Hiermee schakelt u het toestel uit voor een bepaalde periode. Tijdens deze periode
worden al de ingestelde programmas uitgeschakeld, en werkt het toestel enkel als
antivries beveiliging. (behalve als antivries door u werd uitgeschakeld in het INFO menu
zie Tab. 5 op Pag. 18).
Deze functie wordt vooral gebruikt indien u een langere periode afwezig bent, bijvoorbeeld
op vakantie.
Om het toestel getimed uit te schakelen gaat u als volgt tewerk:
1. Selecteer de AUTOMATISCHE functie met de toets.
2. Druk op de toets (de zandloper en het vliegtuig verschijnen op het display, en het
woord OFF komt in beeld).
3. Met de en toetsen, stelt u de periode in gedurende dewelke de unit
moet uitgeschakeld worden. De tijd kan worden uitgedrukt in:
Minuten van 10 tot 90 (lees MM:nn) (kan per 10 minuten verhoogd of verlaagd
worden)
Uren van 2 tot 47 (lees HH:nn) (kan per 1 uur worden verhoogd of verlaagd)
Dagen van 2 tot 45 (lees DD:nn) (kan per 1 dag worden verhoogd of verlaagd)
De overgang van minuten naar uren, en van uren naar dagen gebeurt via
progressieve verhoging van de tijdspanne weergegeven op het display.
4. Gedurende de ingestelde periode wordt de resterende tijd dat het toestel
uitgeschakeld is weergegeven op het display (zie Beeld 10).
5. Wanneer de uitgeschakelde periode is afgelopen schakelt de klokthermostaat terug
naar het automatisch ingesteld programma.
De getimed uitgeschakelde functie kan onderbroken worden met de toets, of
door met de toets het toestel in te stellen in de Automatische, Manuele of
OFF mode.
GETIMED MANUEEL (PARTY)
Laat u toe een temperatuur in te stellen voor een bepaalde tijdspanne, waarna het toestel
terugschakelt naar de Automatische mode.
Om het deze mode te activeren gaat u als volgt tewerk:
1. Selecteer de MANUELE FUNCTIE met de toets.
DAY
1
20.
0
AMB
SET
16.
0
Mm
21
0
Hh 2
SET
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 17
2. Stel met de en toetsen de gewenste temperatuur in.
3. Druk op de toets (de zandloper en de hand verschijnen op het display).
4. Stel met de en toetsen, de duur van de gewenste periode in. Deze kan
worden uitgedrukt in:
Minuten van 10 tot 90 (lees MM:nn) (kan per 10 minuten verhoogd of verlaagd
worden)
Uren van 2 tot 47 (lees HH:nn) (kan per 1 uur verhoogd of verlaagd worden)
Dagen van 2 tot 45 (lees DD:nn) (kan per 1 dag verhoogd of verlaagd worden)
De overgang van minuten naar uren, en van uren naar dagen gebeurd via
progressieve verhoging van de tijdspanne weergegeven op het display.
5. Gedurende de ingestelde periode wordt de resterende tijd dat het toestel
uitgeschakeld is weergegeven op het display (zie Beeld 11 op Pag. 16).
6. Wanneer de uitgeschakelde periode is afgelopen schakelt de klokthermostaat terug
naar het automatisch ingesteld programma.
De getimed uitgeschakelde functie kan onderbroken worden met de toets, of door
met de toets het toestel in te stellen in de Automatische, Manuele of OFF
mode.
2.8 TOETSENBORD VERGRENDELING
De klokthermostaat kan worden beschermd voor misbruik en ongelukjes door de
toetsenbord vergrendeling (KEY) in te schakelen:
1. Ga naar het INFO menu door de toets gedurende meer dan 3 seconden in te
drukken. INFO wordt weergegeven op het display.
2. Druk op de toets tot het woord KEY verschijnt.
3. Activeer de toetsenbord vergrendeling door de waarde op 1 te zetten met de
en toetsen.
4. Druk op de toets om het INFO menu te verlaten.
5. 10 minuten na de laatste toetsaanslag wordt de toetsenbord vergrendeling
geactiveerd.
De activatering van de toetsenbord vergrendeling wordt aangegeven door het
“asterisk” symbool op het display, naast de tijd.
6. Om de toetsenbord vergrendeling uit te schakelen druk op de volgende toetsen in
deze volgorde:
7. Om de toetsenbord vergrendeling functie volledig uit te schakelen herhaalt u de
procedure hierboven, en stelt u de waarde in op 0.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
18 Uitg. 09/2018
2.9 INFORMATIE DISPLAY VAN DE KLOKTHERMOSTAAT
Het informatie menu (INFO) bevat 8 parameters die informatie geven over de
werkingsmode van het toestel. Sommige van deze parameters kunnen veranderd worden
om de werking het toestel te personaliseren.
1. Ga naar het Informatie menu door de toets gedurende 3 seconden in te drukken:
het woord INFO verschijnt op het display.
2. Door op de toets te drukken ziet u het informatiescherm zoals in Tab. 5.
STRING BESCHRIJVING
VERANDERBARE
PARAMETER
NΓ C1 Visualisatie van de temperatuur van de uitblaaslucht. NEEN
NΓ C2
Visualisatie van de rookgas temperatuur.
NEEN
SP %
Deze waarde wordt berekend door de controller, en duidt het actueel
percentage van het modulerend
1
bereik van het effectief afgeleverd
vermogen aan.
NEEN
SP MX %
Deze parameter wijzigt het modulerend
1
bereik van het toestel waardoor
het maximum vermogen geleverd door de unit zal wijzigen.
Door een waarde van 50% in te stellen, zal het toestel werken in het
bereik van 0 tot 50% van het normale modulerend bereik, dat voorzien
was van minimum (0%) tot maximum (100%).
Standaard is deze parameter ingesteld op 100%.
Het kan nuttig zijn om een lager percentage in te stellen indien het
vermogen van het toestel te hoog is voor de te verwarmen ruimte.
JA
Met de UP en DOWN
toetsen
Kan ingesteld worden van
100% to 0%
RPM Geeft het actueel toerental weer van de centrifugale fan. NEEN
KEY Inschakelen van de toetsvergrendeling
JA
Met de UP en DOWN
toetsen
0 = vergrendeling actief
1 = vergrendeling uit
BUILD
Gebouw volume parameter. Kan ingesteld worden in een waarde tussen
1 en 10. 1 duidt op een kleine te verwarmen ruimte. 10 op een grote
ruimte.
Standaard is deze parameter ingesteld op 5.
JA
Met de UP en DOWN
toetsen
Kan ingesteld worden
tussen 1 en 10
NO FRX
In of uitschakelen van de antivries functie
2
.
Om de antivries functie in te schakelen zet u deze waarde op 1 met de
UP toets, en bevestigt u met OK.
Om de antivries functie uit te schakelen zet u de waarde op 0, en
bevestigt u met OK.
JA
Met de UP en DOWN
toetsen
1 = antivries aan
0 = antivries uit
Tab. 5 Informatiescherm.
1 Voor een beter begrip van de term thermisch vermogen of modulatie percentage verwijzen we naar de specifieke nota op Pag. 21.
2 De antivriesfunctie activeert de luchtverhitter wanneer de temperatuur in de ruimte waar het toestel geïnstalleerd is zakt onder de ingestelde
antivries temperatuur (voor meer informatie zie Par. 2.3 op Pag. 10).
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 19
Percentage van verwarmingsvermogen: hiermee bedoelen we het percentage
van het modulerend bereik dat gaat van het minimaal verwarmingsvermogen tot het
maximaal (nominaal) verwarmingsvermogen. (zie Tab. 2, Pag. 6)
Voorbeeld: door te parameter "SP MX %" (maximum limiet van het
verwarmingsvermogen) op "50" te zetten, zal het modulerend vermogen van de
verhitter variëren tussen "0%" en "50%".
Om te weten op welk vermogen de verhitter werkt moeten we uitgaan van het
vermogen in de technische tabel. Als voorbeeld gaan we hier uit van de G100:
Modulatie bereik maximum [(100-0)%] = (90,2 kW 33,5 kW) = 56,70 kW
Modulatie bereik minimum= (56,70 kW x 50 %) = 28,35 kW
Ingesteld nominaal vermogen op 50% = (33,5 kW + 28,35 kW) = 61,85 kW.
2.10 DISPLAY KEUZEMENU
Het keuzemenu bevat 6 parameters die gebruikt worden om de werking van de verhitter
te personaliseren.
1. Open het Keuzemenu door gedurende 3 seconden op de toets te drukken, dan
bent u in het INFO menu. Druk nu tegelijkertijd op de en toetsen. Nu bent u
in het Keuzemenu.
2. U kan tussen de verschillende parameters navigeren met de en toetsen.
3. De geselecteerde parameter kan u wijzigen met de UP ( ) en DOWN ( )
toetsen. Eens gewijzigd gaat de weergegeven waarde knipperen. Wanneer het
knipperen stopt is de verandering van de parameter aanvaard.
Indien een waarde wordt ingevoerd die niet toegelaten is, wordt de standaard
parameter, weergegeven in Tab. 7, terug hersteld.
4. Druk op om terug te gaan naar het INFO menu.
5. Druk op om het INFO menu te verlaten naar het hoofdscherm.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
20 Uitg. 09/2018
PARAMETER OMSCHRIJVING FUNCTIE STANDAARD WAARDE
PM 01 Gebruiksmodus
01 standaard
02 functie niet beschikbaar
03 ventilatieprioriteit (alleen
zonder klokthermostaat)
Standaard : 01
PM 02
Ventilator snelheid in prioriteit
mode (alleen zonder
klokthermostaat)
1 lage snelheid
2 medium-lage snelheid
3 medium-hoge snelheid
4 hoge snelheid
Standaard : 4
PM 03
Laagste modulatie limiet in
standaard mode.
Geeft de laagste
modulatielimiet van het
nominaal vermogen van het
toestel weer. (0% komt
overeen met het minimum
nominaal vermogen)
Vb. door 10% in te stellen gaat
het toestel werken tussen
100% (maximum nominaal
vermogen) en 10 % van het
modulatiebereik
1
Van 0 tot 100 % Standaard : 0%
PM 04
Hoogste modulatie limiet in de
verhoogde luchtstroom mode.
VASTE PARAMETER
Van
0 tot 100 % Standaard : 76%
PM 05
Hoogste modulatielimiet in de
standaard mode.
Deze waarde duidt de hoogste
modulatielimiet van het
nominaal vermogen van het
toestel aan (100% komt
overeen met het maximaal
nominaal vermogen) .
Van 0 tot 100 % Standaard : 100%
PM 06 Klokthermostaat geïnstalleerd
1: klokthermostaat geïnstalleerd
2: klokthermostaat niet
geïnstalleerd
Standaard : 1
Tab. 6 Parameters display keuzemenu.
1 Voor een beter begrip van de term thermisch vermogen of modulatie percentage verwijzen we naar de specifieke nota op Pag. 21.
2.11 FOUTMELDINGEN
Alle storingen die kunnen optreden tijdens de normale werking van de luchtverhitter
worden op het display van de klokthermostaat weergegeven door middel van een
foutcode.
De tabel op de volgende pagina duidt de mogelijke foutmeldingen op de klokthermostaat
aan, definieert de fout, en geeft de uit te voeren correctie.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 21
FOUT
CODE
OMSCHRIJVING OORZAAK INTERVENTIE
01 E
(1)
Toestel schakelt uit tijdens de
eerste ontstekingsfase
De ontstekingselektrode is
defect of slecht gemonteerd
Controleer de positie van
de elektrode en vervang
deze indien nodig
De vlamsensor is defect, slecht
gemonteerd of raakt de aarding
Controleer de positie van
de vlamsensor en vervang
deze indien nodig
Defect van het controlepaneel of
de elektrische aansluiting van
het communicatie paneel
Controleer de elektrische
aansluiting van het paneel
en vervang het paneel
indien nodig
Defect van de gasklep of de
elektrische aansluiting van de
gasklep
Controleer de elektrische
aansluiting van de gasklep
en vervang deze indien
nodig
Het toestel is slecht geaard Meet de aarding na en
herstel deze
Lucht in de gasleidingen Purgeer de lucht uit de
gasleidingen
Na de identificatie van het
probleem en het uitvoeren van
de herstelling, kan u de
foutcode resetten door op OK te
drukken op de klokthermostaat.
02 E
(1)
De limietthermostaat schakelt
de brander uit. De
warmtewisselaars zijn
oververhit geraakt.
Opstapeling van vuil in de
luchtinlaat
Obstructie van de ventilatoren of
het rooster
Defect van de axiale ventilatoren
Stroompanne wanneer het
toestel in werking was
Na de identificatie van het
probleem en het uitvoeren van
de herstelling, kan u de
foutcode resetten door op OK te
drukken op de klokthermostaat.
Vlam fout
Recirculatie van rookgas in de
verbrandingsleiding
Pas de positie van de
uitlaat /
verbrandingsleidingen aan
of vervang deze als ze niet
geschikt zijn voor gebruik
Defecte vlam sensor
Vervang de vlam sensor
Defecte electronische printplaat Vervang de electronische
printplaat
03 E Temperatuur sonde
De sonde die de temperatuur
van de uitgeblazen lucht meet is
defect
De foutcode verdwijnt
automatisch wanneer het
probleem is opgelost
06 E
Aansluiting (kabel) van de
rookgas temperatuur sonde is
niet aangesloten
Vals contact vanwege de sonde
die de temperatuur van de
rookgassen meet
Vervang het contact
07 E
08 E
09 E
Problemen met de
rookgasventilator
Slechte elektrische aansluiting
Defect in de ventilator motor
Te weinig vermogen van de
motor
De foutcode verdwijnt
automatisch wanneer het
probleem is opgelost
10 E
Probleem met de
temperatuursonde van de
rookgassen
Rookgas temperatuur sonde
defect
Vervang de sonde
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
22 Uitg. 09/2018
FOUT
CODE
OMSCHRIJVING OORZAAK INTERVENTIE
11 E
Toestel werd uitgeschakeld
omdat de temperatuur van de
rookgassen onder het
toegelaten minimum zakt
Verbrandingsgassen
temperatuur te laag
Controleer of de luchttoevoer /
rookgasafvoer buizen niet
verstopt of te lang zijn
Controleer of de condensafvoer
of de sifon niet verstopt zijn, en
of ze de correcte diameter
hebben
Controleer of de
rookgastemperatuur sonde
correct geplaatst en
aangesloten is
Tab. 7 Foutmeldingen
(1) OPGELET : na vier opéénvolgende herbewapeningen 01E en/of 02 in een tijdspanne van één uur, is een manuele herbewapening niet meer
mogelijk. Om de installatie weer te initialiseren zal men één uur moeten wachten, ofwel de elektrische voeding onderbreken .
Onderstaande mogelijke fouten worden NIET op de klokthermostaat weergegeven.
FOUT CODE OMSCHRIJVING OORZAAK INTERVENTIE
GEEN
De luchtverhitter schakelt uit en
herstart niet meer, ook al is de
kamertemperatuur te laag
De positie van de
klokthermostaat wordt
beïnvloed door externe
warmtebron
Controleer de positie van de
klokthermostaat
De klokthermostaat is
verkeerd ingesteld
Programmeer de
klokthermostaat zoals
beschreven in deze
handleiding
GEEN
De klokthermostaat staat op
ON en toch werkt de verhitter
niet
Geen stroomtoevoer
Controleer de stroomtoevoer
Defect van het
klokthermostaat
controlepaneel
Vervang het controlepaneel
Contact op het hoofd
controle circuit staat OPEN
Sluit het contact
Tab. 8 Foutmeldingen die niet worden weergegeven op de klokthermostaat.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 23
2.12 LEGENDE VAN DE SYMBOLEN OP DE KLOKTHERMOSTAAT
ICON
MEANING
De luchtverhitter staat Stand-By.
Winter mode actief.
Foutmelding of onderhoud nodig (zie TAB. 7).
Communicatie tussen de luchtverhitter en de klokthermostaat actief.
Comfort temperatuur actief.
Economy temperatuur actief.
Automatische mode actief.
Manuele mode actief.
Geforceerde manuele mode actief.
Getimed uitgeschakelde mode actief.
Getimed manuele mode actief.
Gebruikt Vlam/Vermogen niveau.
Tab. 9 Legende van het klokthermostaat display.
2.13 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN
De gasluchtverhitter kan gebruikt worden met volgende opties:
(zie ook Beeld 12 en Beeld 13 op Pag. 25 en Pag. 26):
GEBRUIK MET KLOKTHERMOSTAAT
(Zie Par. 2.14 op Pag. 26).
Winter mode (Verwarmen)
- enkel met de klokthermostaat en externe apparaten.
Zomer mode (Enkel ventilatie)
- enkel met de klokthermostaat en externe apparaten.
GEBRUIK ZONDER KLOKTHERMOSTAAT
(Zie Par. 2.15 op Pag. 30)
Winter mode (Verwarmen)
Zomer mode (Ventileren)
Luchtverversing (Prioriteit voor ventilatie)
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
24 Uitg. 09/2018
De luchtverhitter wordt vanuit de fabriek geleverd met de klokthermostaat ingesteld
in de standaard mode.
Om een andere mode in te stellen (voorbeeld luchtverversing) verwijzen we naar
Par. 2.10 op Pag. 19.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 25
Beeld 12Winter en luchtverversing modes.
LUCHTVERHITTER
G-REEKS
Modulerende werking
ZOMER MODE
[
ENKEL
VENTILEREN]
Zie
specifiek
diagram
WERKING ZONDER
KLOKTHERMOSTAAT
WINTER MODE
[V
ERWARMEN
]
WINTER MODE
[
VERWARMEN
]
LUCHTVERVERSING
MODE
[
VOORRANG VENTILATIE]
ZOMER MODE
[ENKEL
VENTILEREN]
Zie
specifiek
diagram
Vaste werking
WERKING MET
KLOKTH
ERMOSTAAT
Vaste werking
[Max Thermisch vermogen]
[Max Ventilatie]
Manueel
Automatisch
(programma)
Manueel
Automatisch
(programma)
Totale
modulatie
Totale
modulatie
Modulerende
brander, vaste
ventilatie (max)
Modulerende
bra
nder, vaste
ventilatie (max)
WERKING VAN DE LUCHTVERHITTER
WINTER MODE
(Verwarmen)
LUCHTVERVERSING MODE
(Voorrang ventilatie)
AAN/UIT
WERKING
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
26 Uitg. 09/2018
Beeld 13Zomer mode.
2.14 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN MET KLOKTHERMOSTAAT
Met de klokthermostaat kan u kiezen tussen Winter mode (verwarmen) en Zomer mode
(ventileren).
WINTER MODE (VERWARMEN)
Het gebruik in de verwarmingsfunctie kan ofwel met modulerend vermogen, ofwel met
vast vermogen zijn (Zie Beeld 12):
A) Automatisch modulerende werking
Werking met modulerende vermogensafgifte, automatisch gecontroleerd door de
klokthermostaat, volgens het ingestelde dagprogramma.
Totale modulatie (ook de ventilatoren moduleren);
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan de maximum snelheid).
B) Manueel modulerende werking
Werking met modulerende vermogensafgifte, manueel geregeld door de gebruiker.
Totale modulatie (ook de ventilatoren moduleren);
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan de maximum snelheid).
C) Automatische werking met vast vermogen
Werking met een vaste vermogensafgifte, automatisch gecontroleerd door de
klokthermostaat, volgens het ingestelde dagprogramma.
D) Manuele werking met vast vermogen
Werking met een vast vermogen, manueel geregeld door de gebruiker.
LUCHTVERHITTER
G-REEKS
WERKING MET
KLOKTHERMOSTAAT
WERKING ZONDER
KLOKTHERMOSTAAT
ZOMER MODE
[VENTILEREN]
WINTER MODE
[VERWARMEN]
Manueel
Automatisch
(Programma)
Manueel
Vaste instelbare
ventilatie
Vaste instelbare
ventilatie
Ventilatie vast
ingesteld op
MAX
MIN ventilatie
MID ventilatie
MAX ventilatie
MIN ventilatie
MID ventilatie
MAX ventilatie
WERKING VAN DE LUCHTVERHITTER
ZOMER MODE (enkel ventilatie)
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 27
A) Automatisch modulerende werking
Totale modulatie (met modulerende ventilatoren)
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Stel de datum, tijd, temperaturen, week- en dagprofielen in op de klokthermostaat,
zoals beschreven in de voorgaande paragrafen.
3. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Automatisch ( ) (in deze modus wordt de werking van het toestel geregeld
volgens de door u ingestelde profielen).
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 0 (met de en toetsen) wordt, gebaseerd op
een intern algoritme en op het temperatuurverschil tussen de ingestelde (gevraagde)
temperatuur en de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch vermogen EN
de ventilatie, constant gemoduleerd.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan maximale snelheid)
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Stel de datum, tijd, temperaturen, week- en dagprofielen in op de klokthermostaat,
zoals beschreven in de voorgaande paragrafen.
3. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Automatisch ( ) (in deze modus wordt de werking van het toestel geregeld
volgens de door u ingestelde profielen).
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 4 (met de en toetsen) wordt, gebaseerd op
een intern algoritme en op het temperatuurverschil tussen de ingestelde (gevraagde)
temperatuur en de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch vermogen
constant gemoduleerd, terwijl de ventilatoren op maximum snelheid blijven
draaien.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
28 Uitg. 09/2018
B) Manueel modulerende werking
Totale modulatie (met modulerende ventilatoren)
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Manueel (), (in deze modus wordt de werking van het toestel manueel geregeld).
3. Gebruik de UP ( ) en DOWN ( ) toetsen om de gewenste temperatuur in te
stellen. Indien u de ingestelde temperaturen van Economy of Comfort wenst te
gebruiken kan u deze selecteren met de toets.
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 0 (met de en toetsen) wordt, gebaseerd op
een intern algoritme en het temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en
de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch vermogen EN de ventilatie
constant gemoduleerd.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan maximale snelheid)
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Manueel (), (in deze modus wordt de werking van het toestel manueel geregeld).
3. Gebruik de UP ( ) en DOWN ( ) toetsen om de gewenste temperatuur in te
stellen. Indien u de ingestelde temperaturen van Economy of Comfort wenst te
gebruiken kan u deze selecteren met de toets.
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 4 (met de en toetsen) wordt, gebaseerd op
een intern algoritme en het temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en
de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch vermogen constant
gemoduleerd, terwijl de ventilatoren op maximum snelheid blijven draaien.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 29
C) Automatische werking met vast vermogen
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Stel de datum, tijd, temperaturen, week- en dagprofielen in op de klokthermostaat,
zoals beschreven in de voorgaande paragrafen.
3. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Automatisch ( ) (in deze modus wordt de werking van het toestel geregeld
volgens de door u ingestelde profielen).
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 1, 2 of 3 (met de en toetsen) wordt de
luchtverhitter ingesteld op een vast vermogen (1 = low, 2=medium, 3= maximum).
De luchtverhitter zal werken zonder modulatie tot de gewenste temperatuur wordt
bereikt.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
D) Manuele werking met vast vermogen
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9). De Winter mode wordt
bevestigd door het verschijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek van
het display.
2. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 3, Pag. 9) stelt u de functie in op:
Manueel (), (in deze modus wordt de werking van het toestel manueel geregeld).
3. Gebruik de UP ( ) en DOWN ( ) toetsen om de gewenste temperatuur in
te stellen. Indien u de ingestelde temperaturen van Economy of Comfort wenst te
gebruiken kan u deze selecteren met de toets.
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 1, 2 of 3 (met de en toetsen) wordt de
luchtverhitter ingesteld op een vast vermogen (1 = low, 2=medium, 3= maximum).
De luchtverhitter zal werken zonder modulatie tot de gewenste temperatuur wordt
bereikt.
Wanneer de luchtverhitter opgestart wordt na een lange periode van inactiviteit, of
als het de eerste start is na de installatie, is het mogelijk dat, door aanwezige lucht in
de leidingen, deze handeling meerdere malen moet herhaald worden.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
30 Uitg. 09/2018
DE LUCHTVERHITTER UITSCHAKELEN
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn op het elektriciteits- en
gasnetwerk.
Om de luchtverhitter uit te schakelen selecteert u de OFF mode door middel van de
toets. Het icoon ( ) verschijnt op het display.
In deze mode is staat het toestel standby. De antivries functie blijft actief, tenzij deze werd
gedeactiveerd in het INFO menu.
Om schade aan de luchtverhitter te voorkomen, mag u het toestel nooit uitschakelen
door de elektriciteit te onderbreken. Bij een stroomonderbreking stoppen de
ventilatoren onmiddellijk, en schakelt de limietthermostaat het toestel in veiligheid
(oververhitting warmtewisselaars). Het toestel zal pas terug werken wanneer de
limietthermostaat manueel gereset wordt.
ZOMER MODE (VENTILEREN)
In deze mode gaat de luchtverhitter enkel ventileren, en kan u kiezen tussen manuele
ventilatie of automatische ventilatie (Beeld 13, Pag. 26).
Opgelet: De luchtverhitter moet aangesloten zijn aan het elektriciteits- en
gasnetwerk.
1. Sluit de gasleiding af en controleer dat het toestel onder spanning staat.
2. Druk op de toets op de klokthermostaat. Het radiator symbool verschijnt op het
display.
3. Stel de ventilator snelheid in met de en toetsen (1 minimum ventilatie, 2
medium ventilatie, 3 maximum ventilatie). Wanneer u 0 instelt stoppen de
ventilatoren.
4. In de Zomer mode is de brander uitgeschakeld, en werken de ventilatoren enkel om
als luchtcirculatie.
Tijdens de Zomer mode kan u, door de FUNCT ( ) toets in te drukken, kiezen tussen
twee ventilatie functies (Beeld 13, Pag. 26):
- Manuele ventilatie (MAN): continu ventilatie aan de door u ingestelde
ventilatiesnelheid, zonder tijdsbeperking;
- Automatische ventilatie (AUTO ) : het dagprogramma bepaald het inschakelen van
de ventilatie (COMFR) en het uitschakelen van de ventilatie (ECONM) aan de door u
ingestelde ventilatie snelheid.
2.15 DE LUCHTVERHITTER GEBRUIKEN ZONDER KLOKTHERMOSTAAT
Zonder klokthermostaat beschikt u over volgende gebruiksopties:
Winter mode (verwarmen), Zomer mode (ventileren), Luchtverversing mode.
WINTER MODE (VERWARMEN) EN ZOMER MODE (VENTILEREN)
1. Ga naar het SELECTIE MENU: druk de toets gedurende meer dan 3 seconden in
om in het INFO menu te komen, en druk daarna tegelijk op de en toets.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 31
2. Stel de parameter PM06 “klokthermostaat gnstalleerdin op 0 (gebruik zonder
klokthermostaat)(Tab. 6, Pag 20).
3. Druk om terug te keren naar het INFO menu.
4. Druk om het INFO menu te verlaten naar het hoofdscherm.
5. Koppel de klokthermostaat los en verwijder deze tesamen met het controlebord in
het controlecircuit op positie x13.
6. Om de luchtverhitter in de Winter mode te gebruiken sluit u het contact dat
aangeduid wordt met het radiator symbool (contact C2 op Beeld 33, Pag 51) op het
LC23 paneel. De luchtverhitter gaat op deze manier niet moduleren, maar werken in
een aan/uit functie, met vast thermisch vermogen en vaste ventilatiesnelheid.
(beiden op maximaal vermogen).
7. Om de luchtverhitter in de Zomer mode te gebruiken sluit u het contact aangeduid
met het ventilator symbool (contact C1 op Beeld 33, Pag 51) op het LC23 paneel.
De ventilatoren gaan dan draaien op maximum snelheid.
8. Voor interpretatie van de foutmeldingen verwijzen wij naar Par 4.4, Pag 50.
Voor meer informatie over het gebruik van de luchtverhitter in deze mode kan u
rechtstreeks contact opnemen met de naverkoopdienst van THEMA op het nummer
+32 (0)4 246 95 75.
LUCHTVERVERSING MODE (PRIORITEIT VENTILATIE)
De luchtverversingmode is enkel beschikbaar ZONDER klokthermostaat.
Deze optie laat u toe de luchtverhitter te gebruiken als een aan/uit toestel (geen
modulatie) waarbij u een continu ventilatie heeft, terwijl de brander enkel aanslaat indien
verwarming nodig is (thermostaatcontact gesloten). Het thermisch vermogen en de
ventilatiesnelheid zijn vast bepaald op maximum vermogen.
Deze functie is bijzonder nuttig in ruimtes waar een continu ventilatie vereist is, ongeacht
of er verwarmd wordt of niet.
Om deze mode te selecteren gaat u als volgt tewerk:
1. Ga naar het SELECTIE MENU: druk de toets gedurende meer dan 3 seconden in
om in het INFO menu te komen, druk daarna tegelijk op de en toets.
2. Stel de parameter PM01gebruiksmodusin op 03 (prioriteit ventilatie)
(Tab. 6, Pag. 20).
3. Stel de parameter PM06 “klokthermostaat gnstalleerd” in op 0 (gebruik zonder
klokthermostaat) (Tab. 6, Pag. 20).
4. Druk op om terug te gaan naar het INFO menu.
5. Druk om het INFO menu te verlaten naar het hoofdscherm.
6. Koppel de klokthermostaat los en verwijder deze tesamen met het controlebord in
het controlecircuit op positie x13. (Beeld 31, Pag. 47).
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
32 Uitg. 09/2018
Deze instelling laat u slechts toe de luchtverhitter te gebruiken met twee opties:
“enkel ventilatie” (luchtverversing) of “ventilatie en verwarming” (verwarming met
luchtverversing). In deze mode is het dus niet mogelijk om enkel te verwarmen.
7. Om de “enkel ventilatie” functie te activeren sluit u het contact aangeduid met het
ventilator symbool (contact C1 op Beeld 33, Pag 51) op het LC23 paneel. Vb. Zomer
8. Om de “ventilatie en verwarming” functie te activeren sluit u het contact aangeduid
met het radiator symbool EN het contact aangeduid met het ventilator symbool
(contact C1 en C2 op Beeld 33, Pag 51) op het LC23 paneel. Om terug te gaan naar
enkel ventilatie opent u het contact aangeduid met het radiatorsymbool.
Vb. Winter
9. Voor interpretatie van de foutmeldingen verwijzen wij naar Par 4.4, Pag 50.
Voor meer informatie over het gebruik van de luchtverhitter in deze mode kan u
rechtstreeks contact opnemen met de de naverkoopdienst van THEMA op het
nummer +32 (0)4 246 95 75.
2.16 INSTELBEREIK
Door middel van de klokthermostaat is het mogelijk om het thermisch vermogen van de
luchtverhitter in te stellen (in een percentage) op een ander maximaal vermogen dan de
nominale waarde van het toestel.
Deze optie wijzigt de maximale warmteafgifte van de luchtverhitter, en kan geselecteerd
worden wanneer u wenst dat het toestel een kleiner vermogen heeft dan het nominaal
vermogen.
Het instellen van het vermogen mag enkel uitgevoerd worden door een
gekwalificeerd vakman.
In geval van onderhoud: de parameter die gewijzigd moet worden is "PM 05"
(Tab. 6, Pag. 20). Voor het instellen dient u de instructies in Par. 2.10 op Pag. 19 te
volgen.
In Tab. 10 op de volgende pagina, staan per model de waarden (percentages) die
ingesteld kunnen worden, en hun overeenkomstig vermogen (wordt weergegeven op het
identificatieplaatje).
Voorbeeld:
Indien u het vermogen van een G100 wil terugbrengen naar 86,9 kW, moet in parameter
“PM05” een waarde van “90” worden ingesteld.
Opmerking: Indien er een waarde van “100(%) (= standaard) wordt ingesteld, komt dit
overeen met het nominaal vermogen van de luchtverhitter. Indien “0” wordt ingesteld komt
dit overeen met het minimum vermogen van de luchtverhitter.
RICHTLIJNEN VOOR DE GEBRUIKER
Uitg. 09/2018 33
"PM 05"
(bovenlimiet
van modulatie)
G30 G 45 G 60 G 100
Ingestelde
waarde
[%]
Blower
speed
Heat
Input
Blower
speed
Heat
Input
Blower
speed
Heat
input
Blower
speed
Heat
input
[ rpm ]
[ kW ]
[ rpm ]
[ kW ]
[ rpm ]
[ kW ]
[ rpm ]
[ kW ]
100 %
3500
30,0
4850
45,0
5650
58,0
6000
93,0
95 %
3420
29,3
4693
43,5
5468
56,1
5803
89,9
90 %
3340
28,6
4535
42,1
5285
54,3
5605
86,9
85 %
3260
27,9
4378
40,6
5103
52,4
5408
83,8
80 %
3180
27,3
4220
39,2
4920
50,5
5210
80,8
75 %
3100
26,6
4063
37,7
4738
48,6
5013
77,7
..70 %
3020
25,9
3905
36,2
4555
46,8
4815
74,6
Tab. 10Modulatie percentages
Wanneer het vermogen van de luchtverhitter werd ingesteld of gewijzigd, is het
verplicht om de nieuwe waarde aan te passen op het identificatieplaatje van de
luchtverhitter, conform met de UNI EN 1020 norm.
Op het identificatieplaatje is ruimte voorzien voor de gekwalificeerde vakman om,
voor de eerste start, in onuitwisbare inkt het nominaal verwarmingsvermogen te
vermelden (UNI EN 1020, Par. 7.1.2).
2.17 BUITEN DIENST STELLEN VOOR LANGERE PERIODE
1. Schakel de luchtverhitter uit (zoals beschreven in de paragraaf UITSCHAKELEN),
en wacht tot de ventilatoren gestopt zijn.
2. Sluit de gastoevoer naar het toestel af.
3. Indien u geen gebruik gaat maken van de Zomer mode, kan u de stroomtoevoer
naar de luchtverhitter uitschakelen.
De klokthermostaat heeft een interne batterij die gedurende 12 uren stroom levert.
Na deze tijd gaan uw instellingen van datum en uur verloren, de temperatuur
instellingen en profielen blijven echter bewaard. Om verlies van uw instellingen te
voorkomen, kan u best de stroomtoevoer niet onderbreken, ook indien het toestel
voor langere tijd niet gebruikt wordt.
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
34 Uitg. 09/2018
HOOFDSTUK 3: RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Dit hoofdstuk is bestemd voor gekwalificeerde vakmensen, en bevat alle informatie over
de correcte installatie van de luchtverhitters van de G-reeks.
3.1 ALGEMENE INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De installatie mag enkel worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorschriften van
de fabrikant, en enkel door gekwalificeerde vakmensen.
Gekwalificeerde vakmensen zijn mensen die de benodigde technische vakkennis op
gebied van verwarmingsinstallaties bezitten.
De luchtverhitter moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de geldende
nationale en international normen die gelden voor dit type applicaties.
Te volgen installatievoorschriften:
- De minimum afstand tussen de luchtverhitter en de achterliggende en laterale muren
moet voldoende groot zijn om de luchtcirculatie vlot te laten verlopen.
Een overzicht van deze afstanden wordt gegeven in Beeld 14, Pag. 35.
- Om een correcte installatie van de sifon te kunnen uitvoeren, moet de afstand tussen
de onderzijde van de luchtverhitter en eender welke lager gelegen structuur of object,
minstens 50 cm bedragen.
- De aangewezen installatiehoogte boven de vloer is 2.5 tot 3.5 m tot de onderzijde van
de luchtverhitter. Het is af te raden de luchtverhitter op een hoogte van minder dan
2.5 m te hangen (Beeld 14, Pag. 35).
- Om een maximaal rendement van het systeem te bekomen is het aangeraden
volgende punten in acht te nemen:
Installeer de luchtverhitters zo dicht mogelijk bij het werkgebied, ervoor wakend dat
de luchtstroom niet rechtstreeks op personen wordt uitgeblazen;
Hou rekening met obstakels die de luchtstroom verstoren (steunpalen, rekken…);
Indien meerdere luchtverhitters worden geplaatst, kan u door een betere verdeling
van warme lucht alternatieve luchtstromen creëren (Beeld 15, Pag. 36);
In sommige gevallen is het nuttig de luchtverhitter dicht bij de hoofdpoort te
plaatsen, om zo een warmeluchtgordijn te creëren als deze poorten openstaan.
- De luchtverhitters van de G-reeks zijn niet geschikt om in serres of andere
omgevingen met een zeer hoge luchtvochtigheidsgraad te plaatsen.
3.2 INSTALLATIE
Installeer de gasleidingen (bereken hiervoor ALTIJD de wrijvingsverliezen!), de
elektriciteit, en de ophangbeugel voor de luchtverhitter, zoals voorzien voor uw project.
1. Verwijder de verpakking van de luchtverhitter en controleer dat deze niet werd
beschadigd. Indien er beschadigingen zijn, neem dan onmiddellijk contact op met de
transporteur.
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 35
2. Monteer de ophangbeugel op het toestel. Voor een vlotte en veilige installatie kan
Robur u een optionele beugel leveren, aangepast aan het type toestel.
3. Plaats de luchtverhitter op de ophangbeugel en bevestig de schroeven.
4. Controleer dat de gastoevoer correct werd berekend en uitgevoerd indien de
luchtverhitter voorzien is van:
Aardgas H (G20)
Controleer of de gasdruk op het netwerk met de unit in werking, ingesteld is op:
20 mbar (204 mm H
2
O) (toegelaten tolerantie tussen 17 and 25 mbar).
Aardgas L (G25)
Controleer of de gasdruk op het netwerk met de unit in werking, ingesteld is op:
25 mbar (204 mm H
2
O) (toegelaten tolerantie tussen 20 and 30 mbar).
Propaan (G31)
Het is verplicht een eerste ontspanner te plaatsen à de uitgang van de tank om de
druk te verlagen tot 1,5 bar, en een tweede ontspanner op de aankomst van de
luchtverhitter om de druk te verlagen naar 37 mbar (toegelaten tolerantie tussen 25
en 45 mbar)
5. De gasleiding moet voorzien zijn van een afsluiter in de omgeving van het toestel.
Beeld 14 Minimum afstand van muren en objecten
350
Min 2,5 m
Max 3,5 m
Min 200 A A
Min 400
Min 330
Object
or
structuur
[max hoogte]
Min 500
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
36 Uitg. 09/2018
Beeld 15Voorbeeld plaatsing luchtverhitters
3.3 BEPALEN VAN DE LUCHTTOEVOER EN DE ROOKGASAFVOER
De gasluchtverhitters van de G-reeks kunnen op volgende manier gnstalleerd worden:
- Type C
13:
gesloten installatie met muurdoorvoer. De luchtverhitter wordt aangesloten
met een aparte luchttoevoer en een aparte rookgasafvoer (Beeld 18 en Beeld 19, Pag.
40), of met een concentrische muurdoorvoer die zowel de luchttoevoer als de
rookgasafvoer bevat (Beeld 20 en Beeld 21, Pag. 41 en 41).
- Type C
33:
gesloten installatie met dakdoorvoer: De luchtverhitter wordt aangesloten
met een aparte luchttoevoer en een aparte rookgasafvoer, of met een concentrische
dakdoorvoer die zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer bevat (Beeld 22 en Beeld
23, Pag. 42 ).
- Type B
23:
open installatie, met luchtaanzuiging binnen en rookgasafvoer buiten, met
specifieke kokers, horizontaal of verticaal. (Beeld 24 to Beeld 27 vanaf Pag 43).
- Type C
53:
gesloten installatie met muur- en dakdoorvoer. De luchtverhitter wordt
aangesloten met een aparte luchttoevoer en rookgasafvoer, die respectievelijk door
andere muren of het dak gaan. Vb. De luchttoevoer door de muur en de rookgasafvoer
door het dak (Beeld 28 en Beeld 29, Pag. 45).
Gebruik enkel goedgekeurde buizen voor de installatie van de luchtverhitter.
In elk geval dient men de goedgekeurde buizen te gebruiken, in functie van de type
installatie. Het materiaal waarin de rookbuis is vervaardigd moet classe W1 zijn volgens
de wet UNI EN 1443, en dus aangepast om korrosie te weerstaan van condensaten
afkomstig van gasverbranding.
Indien men buizen gebruikt die niet van de constructeur afkomstig zijn moet men zich
verzekeren dat deze buizen wel in overeenstemming zijn met type toestel die
aangesloten is.
Op aanvraag kan de fabrikant u aluminium buizen en concentrische afvoeren leveren.
De verbrandingsproducten bevatten een hoge concentratie waterdamp. Zorg
ervoor dat de rookgassen niet aangezogen worden in de luchtinlaat van de
brander aangezien dit voor een foute werking van het toestel kan zorgen.
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 37
Om de correcte diameter en lengte van de schouw te bepalen is het nodig de totale
wrijvingsverliezen van de lucht en rookgasbuizen te berekenen.
De toegestane wrijvingsverliezen over de buizen wordt bepaald per model luchtverhitter
(Tab. 11, Pag. 37).
De maximum toegestane wrijvingsverliezen per luchtverhitter, en de wrijvingsverliezen
over de concentrische rookgasafvoeren van de fabrikant, worden weergegeven in Tab 12
op Pag. 38 (voor Ø 80 en Ø 100), en in Tab. 13, Pag. 38 (voor Ø 110 en Ø 130).
De drukverliezen over de eindstukken (Fig. 18) zijn zo klein dat ze verwaarloosbaar zijn.
Bij elke installatie moet nagegaan worden of het totale drukverlies over het systeem onder
de maximum toegestane waarde (Tab. 11, Pag. 37) van de geïnstalleerde luchtverhitter
ligt. Op de volgende pagina’s wordt een voorbeeld berekening gemaakt van de
drukverliezen, die dan vergeleken wordt met de maximum toegestane waarde.
De maximale lengte van de luchttoevoer en de rookgasafvoer, in vergelijking met het type
installatie, kan u terugvinden in Beeld 18 tot Beeld 29. Deze lengtes zijn schattingen die
enkel van toepassing zijn indien de luchttoevoer en de rookgasafvoer rechte buizen zijn,
zoals op de figuren weergegeven. Indien dit niet het geval is (installatie met bochten)
moeten de wrijvingsverliezen berekend worden volgens de procedure hierna beschreven.
In geval van horizontale rookgasafoer moeten volgende punten in acht genomen
worden:
Lengte rookkanaal < 1m : de buis plaatsen met een helling van 2 tot 3 cm in de
richting van de luchtverhitter (zie afbeelding Beeld 16).
Lengte rookkanaal > 1m : de condensaten moeten keuring worden afgevoerd
naar een afvoersysteem conform met de bestaande wetgeving.
Voor een installatie volgens de regels van de kunst voor specifieke eindstukken
voor gesloten systemen (lucht en rookgassen), zie afbeelding Beeld 17.
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET LUCHTTOEVOER/ROOKGASAFVOER SYSTEEM
Mod.
Rookgas Temp
°C
Rookgas
debiet
kg/h
CO
2
in rookgas %
Max. Toegelaten
Drukverlies (Pa)
Aardgas LPG
G 30
82 52
8,5-9,6
9,8-10,7
65
G 45 90 76 100
G 60 85 98 120
G 100
85
158
200
Tab. 11 Technische gegevens lucht/rookgas systeem.
Beeld 16 Aflopen van horizontale rookgasbuizen
2-3%
8,5-9,6
8,3-9,0 9,3-10,5
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
38 Uitg. 09/2018
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE BEREKENING VAN LUCHTTOEVOER/ROOKGASAFVOER SYSTEEM
MET BUIZEN VAN Ø 80 OF Ø 100 MM VERKRIJGBAAR BIJ ROBUR
Mod.
Drukverlies Ø 80 mm componenten Drukverlies Ø 100 mm componenten
Buis
(Pa/m)
Bocht 90°
(Pa)
Concentrische
(Pa)
Buis
(Pa/m)
Bocht 90°
(Pa)
Concentrisch
(Pa)
Rook Lucht Rook Lucht
Muurdoorvoer
(O-SCR012)
Rook Lucht Rook Lucht
Muurdoorvoer
(O-SCR009)
G 30
3,8 2,4 7,6 3,6 15 1.2 0,8 3,5 2 13
G 45
6 4 11 5 20 1,8 1,2 4,8 3,7 18
G 60 8 6,5 17 10 N.P. 5 2,6 8 5 N.P.
G 100
22 17 36 24 N.P. 9 4 18 11 N.P.
Tab 12 Technische gegevens voor de berekening van Ø 80 en Ø 100 mm buizen
N.P.= INSTALLATIE NIET MOGELIJK (Installatie volgens Tab. 14)
Voor elk gebruikt T-stuk dient u een lengte van 3 meter bij te tellen.
(Vb. Indien u 2 meter buis + 1 T-stuk heeft, dan gaat u voor het drukverlies uit van
een buis van 5 meter).
Voor elke gebruikte bocht van 45° dient u een lengte van 1,2 meter bij te tellen.
(Vb. Indien u 2 meter buis + 1 bocht van 45° gebruikt, dan gaat u uit van een
drukverlies van 3,2 meter).
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE BEREKENING VAN LUCHTTOEVOER/ROOKGASAFVOER SYSTEEM
MET BUIZEN VAN Ø 110 OF Ø 130 MM VERKRIJGBAAR BIJ ROBUR
Mod.
Drukverlies Ø 110 mm componenten
Drukverlies Ø 130 mm componenten
Buis
(Pa/m)
Bocht 90º
(Pa)
Buis
(Pa/m)
Bocht 90°
(Pa)
Concentrisch
(Pa)
Rook Lucht Rook Lucht Rook Lucht Rook Lucht
muurdoorvoer
(O-SCR011)
dakdoorvoer
(O-KTC001)
G 30 1,0 0,55 2,9 1,5 0,6 0,2 1,6 0,5 6 8
G 45
1,4 0,8 4 2 0,9 0,3 2 0,8 9 12
G 60 2,5 1,7 6,6 4,1 1,8 1 4 1,8 15 22
G 100 7 3 15 8 3,5 1,5 10 3 32 35
Tab. 13Technische gegevens voor de berekening van Ø 110 en Ø 130 mm buizen
VOORBEELD BEREKENING
Voor dit voorbeeld gaan we uit van de installatie van een G 100. Voor het lucht/rookgas
systeem gebruiken we afzonderlijke Ø 80 mm buizen:
- 6 meter Ø 80 rookgasbuizen
- 1 bocht van 90° (Ø 80 mm) op de rookgasafvoer
- 3 meter Ø 80 mm luchttoevoerbuizen
Nu kunnen we de berekening uitvoeren, rekening houdend met het feit dat het maximaal
toegestaan drukverlies voor de G 100, 200 Pa is (Tab. 11, Pag. 37).
Aantal Drukverlies
Rookgas Ø 80 6 m x 22 Pa =
132,0 Pa +
Bocht 90º 1 x 36 Pa =
36,0 Pa +
Luchttoevoer Ø 80 3 m x 17 Pa =
51,0 Pa =
Totaal drukverlies
219,0
Pa
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 39
Het totale drukverlies over het systeem is groter dan de maximaal toegestane 200 Pa
(219 Pa > 200 Pa), deze installatie is dus NIET TOEGESTAAN.
De installatie kan uitgevoerd worden indien:
- De lengte van lucht/rookgasbuizen wordt ingekort;
- Een grotere diameter, Vb. Ø100 mm, wordt gebruikt.
Beeld 17Positionering van de muur eindstukken
1 = ROOKGASAFVOER
2 = LUCHTTOEVOER
AANBEVOLEN
POSITIE
2
1
TOEGESTANE
POSITIE
2
1
VERBODEN
POSITIE
2
1
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
40 Uitg. 09/2018
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER
ROOKGASAFVOER
G 30 10 10
G 45 10 10
G 60 8 8
G 100 5 5
Beeld 18 C13 installatie met aparte Ø 80 mm buizen.
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30
20
20
G 45
G 60
G 100 14 14
Beeld 19 C13 installatie met aparte Ø 110 mm buizen.
C13 INSTALLATIE MET APARTE Ø 80 MM BUIZEN
OPGELET:
Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
VISTA DALL’ALTO
C13 INSTALLATIE MET APARTE Ø 110 MM BUIZEN
OPGELET:
Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
Het is belangrijk om de externe terminals te laten passen om de recirculatie van de rookgassen in de
verbrandingsleiding te vermijden.
VISTA DALL’ALTO
BOVENAANZICHT
BOVENAANZICHT
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 41
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30 8 8
G 45 8 8
G 60
INSTALLATIE
NIET TOEGELATEN
G 100
Beeld 20 C13 installatie: concentrische muurdoorvoer met Ø 80 mm buizen.
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30
20
20
G 45
G 60
G 100 18 18
Beeld 21 C13 installatie: concentrische muurdoorvoer met Ø 130 mm buizen.
C13 CONCENTRISCHE MUURDOORVOER MET Ø 80 MM BUIZE
N
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
VISTA DALL’ALTO
C13 CONCENTRISCHE MUURDOORVOER MET Ø 130 MM BUIZEN
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
VISTA DALL’ALTO
BOVENAANZICHT
BOVENAANZICHT
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
42 Uitg. 09/2018
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30 20 20
G 45 18 18
G 60
INSTALLATIE
NIET TOEGELATEN
G 100
Beeld 22 C33 installatie: concentrische dakdoorvoer met Ø 100 mm buizen
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30
30
30
G 45
20 20
G 60
G 100
Beeld 23 C33 installatie: concentrische dakdoorvoer met Ø 130 mm buizen
C33 CONCENTRISCHE DAKDOORVOER MET Ø 100 MM BUIZEN
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel
bedoeld voor installaties met rechte buizen zoals
weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien
dit niet het geval is in uw installatie moet het totaal
drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
C33 CONCENTRISCHE DAKDOORVOER MET Ø 130 MM BUIZEN
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel
bedoeld voor installaties met rechte buizen zoals
weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien
dit niet het geval is in uw installatie moet het totaal
drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
CONDENSATIE
OPVANG
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 43
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
ROOKGASAFVOER
G 30 17
G 45
15
G 60 14
G 100 8
Beeld 24 B23 installatie met aparte Ø 80 mm.
MAXIMUM TOEGELATEN LEN
GTE (m)
ROOKGASAFVOER
G 30 30
G 45
25
G 60
G 100 20
Beeld 25 B23 installatie met aparte Ø 110 mm.
B23 INSTALLATIE MET APARTE Ø 80 mm
OPGELET:
Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverl
ies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING)
BOVENAANZICHT
B23 INSTALLATIE MET APARTE Ø 110 mm
BOVENAANZICHT
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING)
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
44 Uitg. 09/2018
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
ROOKGASAFVOER
G 30 14
G 45 13
G 60 11
G 100
INSTALLATIE
NIET TOEGELATEN
Beeld 26 B23 installatie met Ø 80 mm buizen.
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
ROOKGASAFVOER
G 30 30
G 45
25
G 60
G 100 20
Beeld 27 B23 installatie met Ø 110 mm buizen.
B23 INSTALLATIE MET Ø 80 mm BUIZEN
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
B23 INSTALLATIE MET Ø 110 mm BUIZEN
OPGELET:
Bovenstaande aangegeven lengtes
zijn enkel bedoe
ld voor installaties
met rechte buizen zoals
weergegeven in de figuur (zonder
bochten). Indien dit niet het geval is in
uw installatie moet het totaal
drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 45
MAXIMUM TOEGELATEN LENGTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30 1 13
G 45 1 12
G 60 1 10
G 100
INSTALLATIE
NIET TOEGELATEN
Beeld 28 C53 installatie met Ø 80 mm buizen
MAXIMUM TOEGELATEN LEN
GTE (m)
LUCHTTOEVOER ROOKGASAFVOER
G 30 1 30
G 45
1 25
G 60
G 100 1 18
Beeld 29 C53 installatie met Ø 110 mm buizen
C53 INSTALLATIE MET Ø 110 MM BUIZEN
OPGELET:
Bovenstaande aangegeven lengtes
zijn enkel bedoeld voor installaties
met rechte buizen zoals weergegeven
in de figuur (zonder bochten). Indien
dit niet het geval is in uw installatie
moet het totaal drukverlies berekend
worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
C53 INSTALLATIE MET Ø 80 MM BUIZEN
OPGELET: Bovenstaande aangegeven lengtes zijn enkel bedoeld voor installaties met rechte
buizen zoals weergegeven in de figuur (zonder bochten). Indien dit niet het geval is
in uw installatie moet het totaal drukverlies berekend worden.
(zie VOORBEELD BEREKENING).
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
46 Uitg. 09/2018
3.4 CONDENSATIE AFVOER
De gasluchtverhitters van de G-reeks zijn uitgerust met een condensatie afvoerkit die
(door de vakman) moet aangesloten worden aan de voorziene afvoer aan de onderzijde
van het toestel.
Monteer eerst de twee delen van de kit aan elkaar (zie kit): maak de bovenste ring van de
sifon los, schuif de hals van de condensaansluiting in de ring (met de aansluiting naar
buiten gericht), en schroef deze weer vast.
Schroef nu de gemonteerde kit met de aluminium zijde van de ring vast aan de
afvoeraansluiting van de luchtverhitter (Beeld 30).
De condensatie afvoer aansluiting van de luchtverhitter werd zo ontworpen dat deze
toegankelijk blijft indien gebruik wordt gemaakt van een muurbeugel (optie).
Regel nu de positie van de sifon zodat de afvoeraansluiting in de juiste richting staat om
de afvoerleiding aan te sluiten. (Beeld 31). De aansluiting van de afvoerleiding moet
gebeuren aan atmosferische druk (niet met condenspomp), dit betekent dat de condens
normaal in de sifon (geurafsluiter) druipt, en dan in de afvoerleiding, die volgens de
geldende normen geplaatst moet worden.
De condensatie afvoerbuizen moeten uitgevoerd zijn in een geschikt materiaal dat
gedurende lange tijd bestand is tegen de thermische en chemische belasting van de
condensatie, zoals bijvoorbeeld roestvrij staal of Polipropyleen.
In geval van afwezigheid van specifieke technische normen verwijzen wij naar de lokaal
geldende normen.
Beeld 30 Aansluiting van de condensatie afvoer.
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Uitg. 09/2018 47
Beeld 31 Detail van de installatie van de afvoerbuizen.
Aansluiting van de condensatie
afvoerbuizen (installateur)
Aansluiting van de sifon en de
afvoerbuizen
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
48 Uitg. 09/2018
HOOFDSTUK 4: RICHTLIJNEN VOOR DE ELEKTRISCHE
AANSLUITING
In dit hoofdstuk vindt u alle nuttige informatie voor de elektrische aansluiting van de
luchtverhitters van de G-reeks.
4.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE LUCHTVERHITTER
OPGELET: De luchtverhitter moet eerst geïnstalleerd worden alvorens de
elektrische aansluiting te maken.
De elektrische aansluiting mag enkel uitgevoerd worden door een gekwalificeerd
vakman. Voor aan deze operatie te beginnen moet de elektriciteit uitgeschakeld
worden.
1. Controleer dat de voeding 230V/50Hz monofase is. (indien niet monofasig,
contacteer dan de fabrikant of invoerder)
2. Voer de elektrische aansluiting uit volgens het aansluitschema in Beeld 33 op Pag.
51, en in overeenstemming met de geldende normen.
3. Bij het aansluiten kan u best de aarddraad langer laten dan de fase/neutraal draden,
zodat indien de kabel onder spanning komt te staan, de aardkabel de laatste is die
onderbroken wordt.
De elektrische veiligheid van de luchtverhitter kan enkel bekomen worden indien de
elektrische aansluiting correct gebeurt, en indien de aarding correct wordt voorzien,
in overeenstemming met de geldende normen. Gebruik nooit de gasleiding om
elektrische apparaten te aarden.
4. De gasverhitter moet aangesloten worden aan het elektriciteitsnetwerk door middel
van een tweepolige zekering, in overeenstemming met de geldende normen.
De stuurdraden (in het bijzonder deze van de klokthermostaat) moeten beschermd
worden tegen eventuele interferentie van stroomdraden. Dit kan bijvoorbeeld
door het gebruiken van aparte buizen voor de stroomdraad, of van beschermde
stuurdraden (shielded).
4.2 AANSLUITING VAN DE DIGITALE KLOKTHERMOSTAAT
De elektrische aansluiting mag enkel uitgevoerd worden door een gekwalificeerd
vakman. Voor aan deze operatie te beginnen moet de elektriciteit uitgeschakeld
worden.
Voor de aansluiting van de klokthermostaat gaat u als volgt tewerk:
1. Bepaal waar u de klokthermostaat wenst te plaatsen, ongeveer 1,5 meter boven de
vloer. De thermostaat moet beschermd zijn van wind, zon en rechtstreekse
verwarming, en om de temperatuurmeting niet te verstoren, bij voorkeur niet tegen
koude (niet geïsoleerde) buitengevels. Indien het nodig is om de klokthermostaat
ELECTRICAL INSTALLER
Uitg. 09/2018 49
tegen een buitengevel te plaatsen, kan u deze best beschermen door een stuk
isolatieplaat (kurk, polystyreen enz.) tussen de gevel en de thermostaat te plaatsen.
Door een correcte plaatsing van de klokthermostaat vermijdt u onnodig
aan/uitschakelen van de luchtverhitter, en verhoogt u het comfort.
2. Boor de gaten in overeenstemming met de bevestigingspunten van de
klokthermostaat.
3. Bevestig de thermostaat met twee schroeven.
4. De klokthermostaat wordt aangesloten aan het communicatie paneel geleverd, met
een kabel van 5 meter. Indien een kabel van meer dan 5 meter nodig is, dan kan u
een kabel gebruiken met een sectie van 0,75mm², en een maximum weerstand van
5 Ω per geleider (gebruik een beschermde shielded kabel indien er elektrische
interferenties kunnen optreden). De kabel mag niet langer zijn dan 30 meter.
Beeld 32 Aansluiting van klokthermostaat en communicatie paneel
4.3 GEBRUIK VAN MEERDERE LUCHTVERHITTERS MET EEN
EXTERNE STURING
In de Winter (verwarming) mode kunnen meerdere luchtverhitters gestuurd worden met
één externe sturing (Vb. een tijdsklok) door de elektrische aansluiting aangeduid met het
radiator symbool los te koppelen, en de externe sturing rechtstreeks aan te sluiten op de
luchtverhitters (Beeld 35, Pag. 53).
In de Zomer (ventilatie) mode kunnen meerdere luchtverhitters gestuurd worden door één
externe sturing (Vb. een tijdsklok) door de elektrische aansluiting aangeduid met het
ventilator symbool los te koppelen, en de externe sturing rechtstreeks aan te sluiten op de
luchtverhitters ((Beeld 35, Pag. 53).
In elk geval moet elke luchtverhitter aangesloten blijven aan zijn klokthermostaat,
die nog steeds instaat voor de operationele bediening van het toestel.
Door het externe contact te openen wordt de luchtverhitter gedeactiveerd, ongeacht de
instelling van de klokthermostaat.
Voor meer informatie over de installatie en het gebruik van het toestel kan u contact
opnemen met de naverkoopdienst van THEMA op het nummer +32 (0)4 246 95 75.
KABEL 2 X 0,75 mm
2
MAXIMUM
WEERSTAND PER GELEIDER 5 Ω
MAXIMUM LENGTE 30 METER
KLOKTHERMOSTAAT
COMMUNICATIEPANEEL IN HET
CONTROLECIRCUIT OP POSITIE X13
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
50 Uitg. 09/2018
4.4 EXTERNE AANSLUITING VOOR WEERGAVE VAN FOUTMELDINGEN
De elektrische aansluiting mag enkel uitgevoerd worden door een gekwalificeerd
vakman. Voor aan deze operatie te beginnen moet de elektriciteit uitgeschakeld
worden.
Mogelijke foutmeldingen die tijdens het normaal gebruik kunnen voorkomen, worden
weergegeven met een foutcode op de klokthermostaat (Tab. 7 Pag. 22).
Storingen kunnen echter ook extern weergegeven worden door een led aan te sluiten op
positie X9 van het LC23 controlepaneel (output 230V~50Hz, Beeld 33, Pag. 51).
De maximum lengte van de kabel die hiervoor gebruikt mag worden is 200 meter.
Indien een led oplicht, betekent dit dat er een storing is, zoals beschreven in Tab. 14.
De storing resetten kan ook van op afstand gebeuren, door een kabel van maximum 200
meter, voorzien van een contactschakelaar, aan te sluiten op positie X11 van het LC23
controlepaneel (Beeld 33, Pag. 51).
Door het contact te sluiten wordt de foutmelding gereset.
Tab. 14 Externe foutcodes
1 NA 72 UUR CONTINU KNIPPEREN GAAT HET LED LAMPJE VAST BLIJVEN BRANDEN
FOUT LED SIGNAAL
LOCKOUT DOOR VLAMSTORING VAST
LOCKOUT DOOR LIMIETTHERMOSTAAT KNIPPEREN (AAN = 4 SECONDEN, UIT = 1 SECONDE)
(1)
ANDER PROBLEEM KNIPPEREN (AAN = 1 SECONDE, UIT = 4 SECONDEN)
(1)
ELECTRICAL INSTALLER
Uitg. 09/2018 51
4.5 AANSLUITSCHEMA
Beeld 33 Elektrisch aansluitschema luchtverhitter G30, G45, G60
1 2 3 4 5 6
N
X12
REMOTE UNIT
INTERFACE
N
SF
~
L
1
5
C
L1
P
REMOTE
CONTROL
X15
X3
X17
X16
X22
X18
N
TR
P3
N
X19
FUSE 2A
T3
T3
T2
T1
L1
N1
X7
Portina
P1
T5
X7
EV
RLZ
AC
FUSE 6.3A
X13
L
N
GND
X5
X6
X3
X1
K4
K3
K2
X7
X10
X11
X9
X8
C
1
2
3
4
F1
K1
X7
X10
X11
X9
COM
MIN
MED/MIN
MED/MAX
MAX
L
N
X9
SCH1
SCH2
IN 230V 50Hz
GND
V1
~
M
M-1
230
0
TRF 1
N
TL
S
STF
2
7
5
4
6
8
3
1
3 9
5
2
10
8
1
FN1
FL1
FN2
FL2
LD1
SF Soffiatore - Blower - Souffleur - Geblauser - dmychadlo - ПОДДУВ. УСТРОЙСТВО ДЛЯ ДЫМОУДАЛЕНИЯ
SCH1 Scheda di controllo - Control board - Carte de controlle - Steuerplatine - řídící deska - СХЕМА УПРАВЛЕНИЯ
SCH2 Scheda motori - Control board motors - Carte controlle moteurs - Steuerplatine motoren - řídící deska ventilátoru - СХЕМА ДВИГАТЕЛЕЙ
S Sonda limite - Overheat probe - Sonde temperature - Brennerwachter - čidlo teploty výměníků - ДАТЧИК ТЕПЛООБМЕННИКА
TL Termostato limite - Overheat thermostat - Thermostat limite- Sicherheitstemperaturbegrenzer - limitní termostat - ПРЕДЕЛЬНЫЙ ТЕРМОСТАТ
STF Sonda fumi - Flue Probe - Sonde gaz de combustion - Abgassonde - čidlo teploty spalin - ДАТЧИК ТЕМПЕРАТУР ГАЗОВ
RL Rilevazione fiamma - Detector flame - Detection flamme - Flammenuberwachung - elektroda snímače plamene - КОНТРОЛь ПЛАМЕНИ
EV Elettrovalvola gas - Gas valve - Electrovanne gaz - Gasmagnetventil - plynový ventil - ЭЛЕКТРОГАЗОВЫЙ КЛАПАН
AC Elettrodo accensione - Ignition - Electrode d'allumage - Zundelektrode - zapalovací elektroda - ЭЛЕКТРОД РОЗЖИГА
TR1 T rasformatore d'accensione - Ignition transformer - Trasformateur d'allumage - Zundtransformator - autotransformátor ventilátoru -
PT
ТРАНСФОРМАТОР ДЛЯ РОЗЖИГА
Piolo di terra - Ground - Mise a la terre - Endung
V1-2
V1-2
V entilatore - Fan motor - Ventilateur - Ventilator - motor vzduchového ventilátoru - ВЕНТИЛЯТОР (n.2 G100)
C
L1
P
Consenso ventilazione/riscaldamento - Fan/heating consent - Ventilation/chauffage consensuns -
Zustimmung lüftung/heizung - kontakt letního provozu/kontakt zimního provozu -
РАЗРЕШ. СИГНАЛ ВЕНТИЛЯЦИИ/РАЗРЕШ. СИГНАЛ ОТОПЛЕНИЯ
Segnale di blocco - Lock signal - Signal lock - Locksignal - doutnavka signalizující poruchu - СИГНАЛ БЛОКИРОВКИ
Pulsante di sblocco - Reset - Touche release - Reset taste - reset chyby - КНОПКА ДЛЯ РАЗБЛОКИРОВК И
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
52 Uitg. 09/2018
Beeld 34 Elektrisch aansluitschema luchtverhitter G100.
1 2 3 4 5 6
N
X12
REMOTE UNIT
INTERFACE
N
SF
L
1
5
C
L1
P
REMOTE
CONTROL
~
X15
X3
X17
X16
X22
X18
N
TR
P3
N
X19
FUSE 2A
T3
T3
T2
T1
L1
N1
X7
Portina
P1
T5
X7
EV
RLZ
AC
COM
MIN
MED/MIN
MED/MAX
MAX
FUSE 6.3A
X13
L
N
GND
X5
X6
X3
X1
L
N
K4
K3
K2
X7
X10
X11
X9
X8
C
1
2
3
4
F1
K1
X7
X10
X11
X9
X9
SCH1
SCH2
IN 230V 50Hz
GND
V1
V2
~
~
TL
S
STF
2
7
5
4
6
8
3
1
LD1
SF Soffiatore - Blower - Souffleur - Geblauser - dmychadlo - ПОДДУВ. УСТРОЙСТВО ДЛЯ ДЫМОУДАЛЕНИЯ
SCH1 Scheda di controllo - Control board - Carte de controlle - Steuerplatine - řídící deska - СХЕМА УПРАВЛЕНИЯ
SCH2 Scheda motori - Control board motors - Carte controlle moteurs - Steuerplatine motoren - řídící deska ventilátoru - СХЕМА ДВИГАТЕЛЕЙ
S Sonda limite - Overheat probe - Sonde temperature - Brennerwachter - čidlo teploty výměníků - ДАТЧИК ТЕПЛООБМЕННИКА
TL Termostato limite - Overheat thermostat - Thermostat limite- Sicherheitstemperaturbegrenzer - limitní termostat - ПРЕДЕЛЬНЫЙ ТЕРМОСТАТ
STF Sonda fumi - Flue Probe - Sonde gaz de combustion - Abgassonde - čidlo teploty spalin - ДАТЧИК ТЕМПЕРАТУР ГАЗОВ
RL Rilevazione fiamma - Detector flame - Detection flamme - Flammenuberwachung - elektroda snímače plamene - КОНТРОЛь ПЛАМЕНИ
EV Elettrovalvola gas - Gas valve - Electrovanne gaz - Gasmagnetventil - plynový ventil - ЭЛЕКТРОГАЗОВЫЙ КЛАПАН
AC Elettrodo accensione - Ignition - Electrode d'allumage - Zundelektrode - zapalovací elektroda - ЭЛЕКТРОД РОЗЖИГА
PT Piolo di terra - Ground - Mise a la terre - Endung
V1-2
V1-2
V entilatore - Fan motor - Ventilateur - Ventilator - motor vzduchového ventilátoru - ВЕНТИЛЯТОР (n.2 G100)
C
L1
P
Consenso ventilazione/riscaldamento - Fan/heating consent - Ventilation/chauffage consensuns -
Zustimmung lüftung/heizung - kontakt letního provozu/kontakt zimního provozu -
РАЗРЕШ. СИГНАЛ ВЕНТИЛЯЦИИ/РАЗРЕШ. СИГНАЛ ОТОПЛЕНИЯ
Segnale di blocco - Lock signal - Signal lock - Locksignal - doutnavka signalizující poruchu - СИГНАЛ БЛОКИРОВКИ
Pulsante di sblocco - Reset - Touche release - Reset taste - reset chyby - КНОПКА ДЛЯ РАЗБЛОКИРОВК И
ELECTRICAL INSTALLER
Uitg. 09/2018 53
4.6 AANSLUITSCHEMA VOOR DE EXTERNE STURING VAN
MEERDERE LUCHTEVRHITTERS
Beeld 35Aansluitschema voor externe sturing van meerdere luchtverhitters
OE INSCHAKELEN ZOMERMODE (VENTILEREN)
OI
INSCHAKELEN WINTER MODE (VERWARMEN)
R1-3 RELAIS
VOOR INSCHAKELEN VAN WINTER MODE (VERWARMEN)
R1’-3’
RELAIS VOOR INSCHAKELEN VAN ZOMER MODE (VENTILEREN)
S ZOMER/WINTER SCHAKELAAR
OPGELET
Elke luchtverhitter moet aangesloten zijn aan zijn individuele klokthermostaat
CONTROLEPANEEL
CONTOLEPANEEL
VENTILATOREN (LC23)
GASLUCHTVERHITTER 03
CONTROLEPANEEL
CONTOLEPANEEL
VENTILATOREN (LC23)
GASLUCHTVERHITTER 02
CONTROLEPANEEL
CONTOLEPANEEL
VENTILATOREN (LC23)
GASLUCHTVERHITTER 01
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
54 Uitg. 09/2018
HOOFDSTUK 5: ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie met betrekking tot het regelen van de elektronische
gasklep, en andere instructies inzake onderhoud.
5.1 EERSTE INGEBRUIKNAME VAN DE LUCHTVERHITTER
Het opstarten van de luchtverhitter moet gebeuren door een gekwalificeerd vakman,
volgens de instructies hieronder gegeven:
De stroom- en gastoevoer moeten overeenstemmen met het identificatieplaatje;
De ingestelde druk moet overeenstemmen met het vermogen van de brander.
Na controle van de installatie en de installatiegegevens, mag de erkende installateur
overgaan tot het opstarten van de luchtverhitter, en het controleren van de juiste werking.
In het bijzonder moeten de volgende zaken gecontroleerd worden:
Dat de statische en de dynamische druk van het gasnetwerk binnen het voorziene
bereik liggen;
Dat de ingestelde waardes van de gasklep overeenkomen met de specificaties.
Dat de aansluiting van de luchttoevoer en de rookgasafvoer gebeurd is conform de
geldende wetten en normen;
Dat de rookgasafvoer correct functioneert.
De luchtverhitter wordt standaard geleverd met de juiste instellingen voor aardgas
type H (G20). Voor andere gastypes is het nodig deze parameters te laten
aanpassen door de technieker van de naverkoopdienst van THEMA op het nummer
+32 (0)4 246 95 75
5.2 AFSTELLING GASVENTIEL
Om een correcte werking van de aerothermen serie G te bekomen moeten de
afstellingwaarden van de gasventiel overeenkomen met deze aangeduid in Tab. 16. De
fabrikant levert het toestel met een afgestelde gasventiel. Indien een bijkomende afstelling
moet geschieden dient men als volg te werk gaan:
Opgelet: De aerotherm is opgesteld en aangesloten op het elektrisch en gasnet.
De afstelling van het gasventiel moet door een gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
1. Een manometer aansluiten aan de druknippel A, nadat de vijs te hebben verwijderd
(zie Beeld 36 à la page 55).
Met een differentiaal manometer dient de druknippel 1 van het gasventiel op de +
(positief) van de manometer.
ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
Uitg. 09/2018 55
2. Het toestel opstarten op niveau 3 maximaal vermogen et wachten totdat de vlam
gestabiliseerd is (minstens 5 minuten).
3. Met de toetst van de chrono thermostaat het toestel op minimum vermogen/debiet
brengen (niveau 1).
4. Met de toetst IP, in menu INFO gaan, met toetst OK RPM selecteren en nagaan of de
snelheid van de ventilator op niveau 1 minimum vermogen overeenstemt met de
waarden aangeduid in Tabel 15.
Model aerotherm
Snelheid ventilator op niveau 1,
Minimum vermogen (rpm)
Snelheid ventilator op niveau 3,
Maximum vermogen (rpm)
G30
1900
3500 + - 150
G45
1700
4850 + - 150
G60
2000
5650 + - 150
G100
2050
6000 + - 150
Tab. 15
5. De afstelvijs off-set C (Beeld 36 à la page 55) regelen tot de nominale waarden
aangeduid in Tab. 16.
Beeld 36Gasventil Sit 822 Novamix.
NOMINALE WAARDEN
VAN DE OFF-SET
G 30 G 45 G 60 G 100
OFF-SET (mbar)
(Pa)
-0,15
-15
-0,15
-15
-0,05
-5
-0,05
-5
Tab. 16 Nominale waarden van de off- set
De waarden van de off-set mag niet hoger zijn dan - 0,05 mbar et NOOIT lager
dan 0,2 mbar.
De staat van de brander onderzoeken : er mogen geen gloeizonen aanwezig
zijn!
6. De manometer losmaken en aansluitvijs A weer aanschroeven.
7. Twee tot drie maal het toestel aan en uitzetten om de stabiliteit van de regeling te
bevestigen.
A
C
B
A PRISE DE PRESSION POUR LE
REGLAGE OFF-SET
B DRUKNIPPEL VOOR DE
GASDRUK NETWERK
C OFF-SET REGELAAR
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
56 Uitg. 09/2018
8. De deur van de instrumenten kader sluiten, niveau 3 maximum debiet vermogen
programmeren met de afstandbediening, nagaan of het CO
2
gehalte in de rookgassen
overeenstemmen met de waarden aangeduid in Tab. 11.
9. Nagaan of de waarden van statische en dynamische drukken, met het toestel op
niveau 3, overeenstemmen met de limietwaarden aangeduid in 3.2 INSTALLATIE op
pagina 34 (met lage gasdrukken zal het CO
2
gehalte ook een minimale waarde
hebben).
5.3 AANPASSING AAN EEN ANDERE GASTYPE
Opgelet
De overgang van een toestel van gas van de tweede familie tot een gas van de
derde familie en omgekeerd is verboden.
U hebt enkel de toelating om de uitrusting en de parameters te controleren.
Opgelet
U hebt geen toestemming om op de gasblok in te grijpen. U hebt enkel de toelating
om de uitrusting en de parameters van de regeling te controleren.
Opgelet : De aerotherm is opgesteld en aangesloten op het elektrisch en gasnet.
De aanpassing aan een andere gastype moet door een gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd. Een onjuiste of gebrekkige opstelling van het gascircuit kan
gaslekken veroorzaken. Gebruik isolatiemateriaal voor elke verbinding.
Indien het gas aangeduid op het kenplaat niet overeenstemt met de werkelijkheid moet
men het toestel aanpassen.
Werkwijze:
1. Gas en stroom toevoer afsluiten.
2. De vier aansluitvijzen van de gasflens afnemen (zie Beeld 37).
3. De gasflens/buis afnemen (zie Beeld 38).
4. De afdichting verwijderen zonder hem te beschadigen nog te verliezen (zie Beeld
39).
5. De injector vervangen (zie Tab. 17).
6. De gasflens/buis weer op zijn plaats brengen (met de vier aansluitvijzen).
7. De mini-dip nummer 5 op het elektronisch bord wijzigen : ON indien het toestel
aangesloten wordt op GPL, OFF indien het toestel aangesloten wordt op aardgas
(Beeld 41).
8. Nagaan of de OFF-SET waarden overeenstemt met de waarden aangeduid in Tab.
16 pagina 55. Indien nodig de afstelling wijzigen zoals aangeduid op paragraaf 5.2
AFSTELLING GASVENTIEL.
9. De sticker met de gastype vervangen door de nieuwe gastype.
ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
Uitg. 09/2018 57
INJECTOREN AARDGAS EN G.P.L.
G 30
G 45
G 60
G 100
Aardgas H (G20) diameter (mm)
Gestempelde code
6,60
155
7,20
164
7,20
239
11,20
247
Gaz naturel L (G25) diamètre (mm)
code estampillé
7,40
137
8,10
189
Gaz propane (G31) diamètre (mm)
code
5,10
160
6,00
186
Tab. 17 Waarden injectoren serie G (diameter en gestempelde code)
Beeld 37 gas aansluitvijzen
Beeld
38 gasflens/buis
Beeld
39 dichting
Beeld
40 vervanging injector
Beeld
41 Afstelling mini-dipswitch op elektronische bord
1
2
3
4
5
6
ON: voor voeding met GPL
OFF: voor voeding met AARDGAS
ON
OFF
AANSLUITVIJZEN
GASFLENS/BUIS
DICHTING
INJECTOR
BEVESTIGINGSRING
8,10
224
5,70
252
Robur gasluchtverhitters – G-reeks: installatie-, gebruiks-, en onderhoudshandleiding
58 Uitg. 09/2018
5.4 ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud staat garant voor goede rendementen en veiligheid.
Onderhoud van de luchtverhitter wordt bij voorkeur jaarlijks voor de aanvang van de
winter, enkel door gekwalificeerde vakmensen gedaan.
Voor een correcte en duurzame werking is het aangeraden het toestel jaarlijks te reinigen,
met daarbij bijzondere aandacht voor de warmtewisselaars, en de verbranding te
controleren conform met de geldende richtlijnen.
De activering van de limietthermostaat is ALTIJD een indicatie dat er een fout
aanwezig is. Alvorens deze te resetten is het dus aangewezen eerst na te gaan
waarom de warmtewisselaars oververhit raken. Indien het toestel frequent uitvalt,
kan u best contact opnemen met de Robur klantendienst of de importeur (THEMA
SA - +32 (0)4 246 95 75).
Item Symbool Waarde Eenheid Item Symbool Waarde Eenheid
Nominaal
verwarmingsvermogen
P
rated,h
30,0 kW
Nuttig rendement bij
nominaal
verwarmingsvermogen (*)
η
nom
87,7 %
Minimumvermogen
P
min
15,0 kW
Nuttig rendement bij
minimumvermogen (*)
η
pl
94,9 %
Bij nominaal
verwarmingsvermogen
el
max
0,205 kW
Verliesfactor van de
omhulling
F
env
0,0 %
Bij minimaal vermogen
el
min
0,155 kW
Energieverbruik van
ontstekingsbrander (*)
P
ign
0,0 kW
In stand-bystand
el
sb
0,000 kW
Emissies van stikstofoxiden
(*) (**)
NO
x
mg/kWh
energie-input
(GCV)
Emissie-efficiëntie
η
s,flow
91,8 %
Seizoensgebonden energie-
efficiëntie van
ruimteverwarming
η
s,h
82,0 %
Contactgegevens
(*) niet vereist voor elektrische luchtverwarmingstoestellen
(**) met ingang van 26 september 2018.
Vermogen
Nuttig rendement
Elektriciteitsverbruik (*)
Andere items
Robur SPA
Via Parigi 4/6
I-24040 Zingonia (BG)
Type brandstof: [gas/vloeibaar/elektriciteit]
gas
Tabel 9
Informatie-eisen voor luchtverwarmingstoestellen
Model(len): Informatie ter bepaling van het model waarop de informatie betrekking heeft:
Luchtverwarmingstoestel type B
1
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
2
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
4
: [ja/neen]
G 30
neen
neen
neen
VERORDENING (EU) 2016/2281 VAN DE COMMISSIE
Item Symbool Waarde Eenheid Item Symbool Waarde Eenheid
Nominaal
verwarmingsvermogen
P
rated,h
45,0 kW
Nuttig rendement bij
nominaal
verwarmingsvermogen (*)
η
nom
86,9 %
Minimumvermogen
P
min
15,0 kW
Nuttig rendement bij
minimumvermogen (*)
η
pl
94,0 %
Bij nominaal
verwarmingsvermogen
el
max
0,330 kW
Verliesfactor van de
omhulling
F
env
0,0 %
Bij minimaal vermogen
el
min
0,280 kW
Energieverbruik van
ontstekingsbrander (*)
P
ign
0,0 kW
In stand-bystand
el
sb
0,000 kW
Emissies van stikstofoxiden
(*) (**)
NO
x
mg/kWh
energie-input
(GCV)
Emissie-efficiëntie
η
s,flow
93,7 %
Seizoensgebonden energie-
efficiëntie van
ruimteverwarming
η
s,h
85,0 %
Contactgegevens
Type brandstof: [gas/vloeibaar/elektriciteit]
gas
Tabel 9
Informatie-eisen voor luchtverwarmingstoestellen
Model(len): Informatie ter bepaling van het model waarop de informatie betrekking heeft:
Luchtverwarmingstoestel type B
1
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
2
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
4
: [ja/neen]
G 45
neen
neen
neen
VERORDENING (EU) 2016/2281 VAN DE COMMISSIE
(*) niet vereist voor elektrische luchtverwarmingstoestellen
(**) met ingang van 26 september 2018.
Vermogen
Nuttig rendement
Elektriciteitsverbruik (*)
Andere items
Robur SPA
Via Parigi 4/6
I-24040 Zingonia (BG)
Item Symbool Waarde Eenheid Item Symbool Waarde Eenheid
Nominaal
verwarmingsvermogen
P
rated,h
58,0 kW
Nuttig rendement bij
nominaal
verwarmingsvermogen (*)
η
nom
87,4 %
Minimumvermogen
P
min
19,3 kW
Nuttig rendement bij
minimumvermogen (*)
η
pl
94,2 %
Bij nominaal
verwarmingsvermogen
el
max
0,580 kW
Verliesfactor van de
omhulling
F
env
0,0 %
Bij minimaal vermogen
el
min
0,550 kW
Energieverbruik van
ontstekingsbrander (*)
P
ign
0,0 kW
In stand-bystand
el
sb
0,000 kW
Emissies van stikstofoxiden
(*) (**)
NO
x
mg/kWh
energie-input
(GCV)
Emissie-efficiëntie
η
s,flow
94,1 %
Seizoensgebonden energie-
efficiëntie van
ruimteverwarming
η
s,h
84,8 %
Contactgegevens
(*) niet vereist voor elektrische luchtverwarmingstoestellen
(**) met ingang van 26 september 2018.
Vermogen
Nuttig rendement
Elektriciteitsverbruik (*)
Andere items
Robur SPA
Via Parigi 4/6
I-24040 Zingonia (BG)
Type brandstof: [gas/vloeibaar/elektriciteit]
gas
Tabel 9
Informatie-eisen voor luchtverwarmingstoestellen
Model(len): Informatie ter bepaling van het model waarop de informatie betrekking heeft:
Luchtverwarmingstoestel type B
1
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
2
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
4
: [ja/neen]
G 60
neen
neen
neen
VERORDENING (EU) 2016/2281 VAN DE COMMISSIE
Item Symbool Waarde Eenheid Item Symbool Waarde Eenheid
Nominaal
verwarmingsvermogen
P
rated,h
93,0 kW
Nuttig rendement bij
nominaal
verwarmingsvermogen (*)
η
nom
87,4 %
Minimumvermogen
P
min
31,7 kW
Nuttig rendement bij
minimumvermogen (*)
η
pl
95,2 %
Bij nominaal
verwarmingsvermogen
el
max
1,000 kW
Verliesfactor van de
omhulling
F
env
0,0 %
Bij minimaal vermogen
el
min
0,750 kW
Energieverbruik van
ontstekingsbrander (*)
P
ign
0,0 kW
In stand-bystand
el
sb
0,000 kW
Emissies van stikstofoxiden
(*) (**)
NO
x
mg/kWh
energie-input
(GCV)
Emissie-efficiëntie
η
s,flow
92,9 %
Seizoensgebonden energie-
efficiëntie van
ruimteverwarming
η
s,h
84,7 %
Contactgegevens
Type brandstof: [gas/vloeibaar/elektriciteit]
gas
Tabel 9
Informatie-eisen voor luchtverwarmingstoestellen
Model(len): Informatie ter bepaling van het model waarop de informatie betrekking heeft:
Luchtverwarmingstoestel type B
1
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
2
: [ja/neen]
Luchtverwarmingstoestel type C
4
: [ja/neen]
G 100
neen
neen
neen
VERORDENING (EU) 2016/2281 VAN DE COMMISSIE
(*) niet vereist voor elektrische luchtverwarmingstoestellen
(**) met ingang van 26 september 2018.
Vermogen
Nuttig rendement
Elektriciteitsverbruik (*)
Andere items
Robur SPA
Via Parigi 4/6
I-24040 Zingonia (BG)
Nous engager de façon dynamique dans la recherche,
le développement et la diffusion
de produits de qualité, écologiques,
à faible consommation d'énergie,
grâce à la contribution de tous les collaborateurs.
Robur Mission
Robur Spa
advanced heating
and cooling technologies
Via Parigi 4/6
24040 Verdellino/Zingonia (Bg) Italy
T +39 035 888111 F +39 035 4821334
www.robur.com [email protected]
Codice: D-LBR560 18 MCM SDC 025 Rev.K 20/09/2018
Thema S.A
Rue De La Chaudronnerie 2
4340 Awans
T 04 246.95.75 F 04 246.95.76
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Robur G Series Installation, Use And Maintenance Manual

Type
Installation, Use And Maintenance Manual