Smeg FAB28LYW5 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
1
1. Beschrijving van het bedieningspaneel______________________ 2
2. Gebruiksinstructies ____________________________________ 12
3. Schoonmak en onderhoud ______________________________ 29
4. Oplossingen voor storingen in de werking __________________ 36
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw keuze voor dit product van
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing aandachtig
door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest geschikte
voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties
van uw vaatwasser altijd optimaal te houden.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de
gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
Instructies Voor de Gebruiker
2
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De handelingen
voor het inschakelen, programmeren, uitschakelen enz. kunnen
uitsluitend bij een geopende deur plaatsvinden.
Het afgebeelde paneel dient slechts ter indicatie; afhankelijk van het model
zullen de vorm, controlelampjes en drukknoppen kunnen afwijken.
1
AAN/UIT TOETS
Met het indrukken van deze toets schakelt u de wasmachine in of uit.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het geselecteerde programma
en eventuele storingen (oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
Dient voor de keuze van het gewenste wasprogramma.
4
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
Zal het brandende controlelampje wijzen op het ontbreken van
regeneratiezout.
5
CONTROLELAMPJE GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN Het
brandende controlelampje wijst op het ontbreken van
glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir.
6
UITSTEL PROGRAMMA DRUKKNOP
Wanneer u deze drukknop indrukt kunt het begin van het programma
uitstellen.
7
INFORMATIEDISPLAY
8
OPTIES
Instructies Voor de Gebruiker
3
weergegeven informatie
Voorziene programmaduur ja
Resterende tijd programma ja
Uitgestelde start 1 – 24 uur
Foutbericht
Err
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN INSCHAKELEN VAN DE
MACHINE
Na aan de hand van de programmatabel het meest geschikte programma
te hebben geselecteerd moet u:
de toets AAN/UIT (1) indrukken en wachten tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2) gaat branden;
de PROGRAMMAKEUZE (3) drukknop meerdere malen indrukken
tot het controlelampje van het gewenste programma gaat branden;
de gewenste optie selecteren (facultatief, bij aanwezigheid van de
opties);
de deur sluiten; na ongeveer 2" zal het programma starten, tijdens
het verloop ervan zal het betreffende CONTROLELAMPJE
knipperen (signalering programma in uitvoering).
LOPEND PROGRAMMA INDICATOR (afhankelijk van de modellen)
Tijdens het verloop van het programma zal op de vloer onder de
rechterhoek van de deur een knipperend licht worden geprojecteerd. Op
het eind van het programma gaat het lampje uit om het verbruik tijdens de
stand-by te verminderen.
Instructies Voor de Gebruiker
4
PROGRAMMATABEL
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
PROGRAMMA’S
DUUR
VERBRUIK
MINUTEN
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
KWh (1)
1 WEKEN
Aanbevolen programma
voor het spoelen van
vaatwerk in afwachting
van een nieuwe
wascyclus.
Koud voorwassen
15 3,5 0,02
2 AUTO
IEC/DIN***
Wasprogramma voor
normaal bevuild gemengd
vaatwerk en pannen, zelfs
met droge resten.
Wanneer u het programma “AUTO selecteert, zal de
vaatwasser het type vuil herkennen en de
wasparameters automatisch aanpassen. Het programma
wordt bindigd met een droogfase.
3 (*)
EN 50242
Wasprogramma met lager
water- en energieverbruik,
aanbevolen voor het
wassen van normaal
bevuild vaatwerk, zelfs
met droge resten.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
**/
185 (3)
** **
4 MIX 65°
IEC/DIN***
Wasprogramma voor
normaal bevuild gemengd
vaatwerk en pannen, zelfs
met droge resten.
Koud voorwassen
Wassen op 65°C
Koud spoelen
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
170/
110 (3)
13,5 1,35
5 INTENSIVE
70°
****
Programma voor het
wassen van sterk
bevuilde borden, potten
en pannen, zelfs met
droge resten.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
Koud spoelen (2)
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
205/
155 (3)
15,5 1,60
BELANGRIJK: lees de tabel “OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN” op de volgende
pagina’s.
Wanneer de deur van de vaatwasser geopend, of niet op correcte wijze
gesloten is, zal de wascyclus niet starten.
Instructies Voor de Gebruiker
5
EXPRESS TIME PROGRAMMA'S
(lees de paragraaf waarin de werking ervan wordt beschreven).
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
AFWIKKELING
PROGRAMMA’S
DUUR VERBRUIK
MINUUT
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
KWh (1)
6 EXPRESS
27’
+
Snel wasprogramma voor
licht bevuild vaatwerk, dat
onmiddellijk na gebruik
wordt gewassen.
Wassen op 38°C
Spoelen op 50°C
27
6,5 0,70
7WIJNGLAZEN
45°
+
Wasprogramma voor licht
bevuilde wijnglazen en
porselein. Ideaal voor als u
een kristalheldere glans wilt
Wassen op 45°C
2 Koud spoelen
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
145/
75 (3)
10,5 1,15
8 SILENT
+
Aanbevolen wasprogramma
voor normaal bevuilde vaat,
ook met opgedroogde
etensresten. Dit programma
garandeert een maximale
vermindering van het
geluidsniveau en wordt
daarom aanbevolen voor
gebruik 's nachts.
Koud voorwassen
Wassen op 55°C
Koud spoelen
Spoelen op
55°C/65°C (3)
Drogen
290/
245 (3)
12,5 1,25
9 FULL
EXPRESS 60’
+
Snel wasprogramma voor
normaal bevuild gemengd
vaatwerk en pannen, zelfs
met droge resten. Het
vaatwerk wordt binnen 60
minuten gewassen en
gedroogd.
Koud voorwassen
Wassen op 65°C
Koud spoelen
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
130/
60 (3)
13 1,40
10 STERYL 75°
+
Programma voor het
intensief wassen van
borden, potten, pannen,
snijplanken, babyflesjes.
Ideaal voor vaatwerk dat
wordt gebruikt door kinderen
of mensen met allergieën,
om een hoger niveau van
hygiëne te bereiken.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
2 Koud spoelen
Spoelen op
55°C/70°C (3)
Drogen
180/
130 (3)
10 1,20
BELANGRIJK: lees de tabel “OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN” op de volgende
pagina’s.
De programma STERYL eindigen met een toegevoegde antibacteriële spoelbeurt die een
verdere vermindering van het aantal bactern zal garanderen. Indien tijdens die fase van
het programma de temperatuur niet constant blijft (vanwege bijvoorbeeld het openen van
de deur of een stroomuitval), zullen de controlelampjes van de programma's knipperen
om aan te geven dat de antibacteriële werking niet gegarandeerd is.
Instructies Voor de Gebruiker
6
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
OPMERKINGEN EN VERWIJZINGENI
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
De opties kunnen niet met het weken programma worden gebruikt.
Dry assist wordt automatisch geactiveerd bij compatibiliteit van het geselecteerde
programma met de optie.
* Standaard wasprogramma volgens de EN 50242 norm. Indien aanwezig moet de
DRY ASSIST
optie
geselecteerd worden
.
** Zie bijgevoegd blad
*** Referentieprogramma IEC/DIN. Indien aanwezig moet de DRY ASSIST optie
geselecteerd worden
.
**** Referentieprogramma voor de laboratoria. Wasmiddel: 20g in het doseerbakje +
10g op de deur of als tablet. Indeling: zie de foto in de paragraaf “gebruik van de
manden”.
(1) Het verbruik en de duur van het programma zijn gemeten overeenkomstig de
voorschriften van EN 50242. De waarden kunnen afwijken afhankelijk van de
temperatuur van het vulwater en de omgeving en van het type en de
hoeveelheid vaat.
(2) 1 of 2 koude spoelbeurten, afhankelijk van het model.
(3) ENERSAVE optie geselecteerd (default)/niet geselecteerd
VERWIJZINGEN naar de ENERGY LABEL die met de vaatwasser wordt
geleverd:
- Het jaarlijkse energieverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma met koud water en verbruik van de laag-energieverbruik
modi. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt.
- Het waterverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijzen waarop
het apparaat wordt gebruikt.
- De informatie verwijst naar het EN 50242 STANDAARDPROGRAMMA
(aangegeven in de programmatabel); het meest doeltreffende programma
voor wat betreft het gecombineerde energie- en waterverbruik. Het
programma is geschikt voor normaal vieze vaat.
- Efficiëntieklasse van het drogen uitgedrukt op een schaal vanaf “G”
(minimale efficiëntie) tot “A” (maximale efficiëntie)
Instructies Voor de Gebruiker
7
Waarschuwing voor de testinstanties
De testinstanties ontvangen aanwijzingen voor
vergelijkingstests (bijv. overeenkomstig EN60436).
Als het blad voor de instanties niet aan de
documentatie is bijgevoegd, kan een aanvraag voor
de aanwijzingen naar het volgende e-mailadres
worden gezonden:
In deze aanvraag moeten het model (MOD) en het
serienummer (S/N), aangegeven op het typeplaatje
aan de zijde van de deur, worden vermeld.
1.2 Wasprogramma’s
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
Waarschuwing:
Tijdens het begin fase van het wasprogramma, zijn de sproeiers nog niet
geactiveerd omdat deze pas 5 minuten na de start beginnen.
Instructies Voor de Gebruiker
8
OPTIES SELECTEREN
De opties kunnen worden geselecteerd met de betreffende drukknop
vlakbij het symbool van de gewenste optie; de activering wordt bevestigd
door het gaan branden van het controlelampje.
U kunt geen opties kiezen tijdens het weken programma.
Alle opties worden op het eind van de wascyclus
gedesactiveerd.
Alle opties worden gedesactiveerd wanneer een gestart
programma wordt GEANNULEERD.
EXTRA OPTIES
Sommige modellen zijn uitgerust met extra opties die worden geactiveerd
door het gelijktijdig indrukken van twee drukknoppen. In zo’n geval zal
in de grafische weergave het symbool van de extra optie met een streepje
worden verbonden met de twee drukknoppen welke tegelijkertijd moeten
worden ingedrukt voor de activering ervan. (bijv. in de afbeelding)
SPECIAL
Met de optie die bij elk wasprogramma is geselecteerd, kunt u een reeks extra
programma's activeren. Na het selecteren van het gewenste programma,
drukt u op de knop (het lampje brandt). De optie wordt automatisch
gedeactiveerd aan het einde van het programma.
HALVE LADING FLEXI ZONE
Geschikt voor het wassen van een kleine hoeveelheid vaatwerk en
bespaart elektriciteit. Het vaatwerk wordt in beide manden geplaatst en er
is een kleinere hoeveelheid wasmiddel in de dispenser nodig dan voor
een volle lading.
Instructies Voor de Gebruiker
9
DRY ASSIST
Dankzij de automatische opening van de deur is een optimale droging
mogelijk, zelfs bij lage spoeltemperaturen, waardoor een aanzienlijke
energiebesparing mogelijk is. Aan het einde van het wasprogramma opent
de deur geleidelijk een paar centimeter. Tussen de laatste spoelfase en
het einde van het programma blijft de vaatwasser in een rustfase om een
goede droging mogelijk te maken (het display toont de resterende tijd tot
het einde van de cyclus). Het openen van de deur in deze fase houdt de
onderbreking van het programma in. Het einde van het programma wordt
gesignaleerd door een kort akoestisch signaal en door het knipperen van
de lampjes van de programma's nr. 4 en nr.5. Dit wordt automatisch
geactiveerd als het geselecteerde programma compatibel is met de optie.
Het is mogelijk om de optie uit te schakelen voordat u het programma
start.
De ruimte die nodig is om de deur te openen moet vrij zijn. Het
openen en sluiten van de deur mag niet geforceerd worden vóór het
einde van het wasprogramma.
SELF CLEAN
Machinewasprogramma. De cyclus moet worden gebruikt met een lege
machine, zonder vaatwerk. We raden aan het programma om de 2-3
maanden te herhalen met speciale reinigingsmiddelen voor vaatwassers.
Tijdens het gebruik knippert het lampje. Als het programma is afgelopen,
blijft het lampje knipperen en knipperen de programmalampjes 4 en 5. Op
het display (indien aanwezig) verschijnt "End".
DELAY
Hiermee kan het starten van de vaatwasser in de gewenste tijdsperiode
(bijv. 's nachts) worden geprogrammeerd. Druk op de knop DELAY om de
optie te activeren. Op het display wordt de uitsteltijd van 1 uur weergegeven.
Blijf op de knop drukken om de gewenste uitsteltijd tot 9, 12 of 24 uur in te
stellen, afhankelijk van het model. Druk herhaaldelijk op de knop totdat een
willekeurig nummer wordt weergegeven op het display, om de instelling te
annuleren. Het is niet mogelijk om de optie te selecteren tijdens een reeds
gestart programma. Als de deur gesloten is, voert de vaatwasser een
voorwasprogramma uit, waarna de ingestelde "programma uitsteltijd” wordt
gestart.
Instructies Voor de Gebruiker
10
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u, na de deur te
hebben geopend, de drukknop PROGRAMMAKEUZE (3) een paar
seconden lang ingedrukt houden tot de controlelampjes van de
programma's 4 en 5 gelijktijdig gaan branden (gekenmerkt met
"end").
De deur vervolgens weer sluiten.
Na ongeveer 1 minuut zal de vaatwasser naar de einde cyclus stand
gaan.
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om een programma waar de machine mee bezig is, te wijzigen, hoeft u
alleen maar de deur te openen en het nieuwe programma te selecteren.
Als u de deur weer sluit zal de vaatwasser automatisch het nieuwe
programma uitvoeren.
OM ENERGIE TE BESPAREN! EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
Gebruik de vaatwasser altijd met een volledige belading.
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
Spoel niet vooraf eerst af.
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C.
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen
een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
de delicate vaat te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
het afwasmiddel niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
Instructies Voor de Gebruiker
11
Wanneer het nodig mocht blijken om tijdens het wassen de deur te
openen zal het programma worden onderbroken, zal het betreffende
controlelampje blijven knipperen en zal een geluidssignaal erop wijzen dat
de cyclus nog niet is voltooid. U zult circa 1 minuut moeten wachten
voordat u de deur kunt sluiten om het programma weer te hervatten. Bij
het sluiten van de deur zal het programma weer worden hervat vanaf het
punt waarop het werd onderbroken. Het verdient aanbeveling om deze
handeling uitsluitend indien noodzakelijk uit te voeren, omdat het
onregelmatigheden in de afwerking van het programma zou kunnen
veroorzaken.
BEËINDIGING
Op het eind van het programma zendt de
vaatwasser een kort geluidssignaal uit en
zullen de controlelampjes van de
programma’s 4 en 5 (gekenmerkt met "end")
knipperen.
Om de machine uit te schakelen moet de deur worden geopend en de
drukknop
AAN/UIT
(1)
worden ingedrukt.
ENERGIEBEHEER
Na 5 minuten van inactiviteit (wassen cyclus beëindigd, onderbroken,
of ingesteld maar niet gestart), komt de vaatwasser in de stand-by modus
te staan om het energieverbruik te verminderen.
In deze status zal de weergave van de vaatwasser (controlelampjes of
displays, afhankelijk van de modellen) vertraagd plaatsvinden (1
ontsteking om de 5 seconden).
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste 20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het aangeraden om eerst de onderste korf en daarna pas de
bovenste korf leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker
12
2. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de
volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
2.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water
(hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd
mat zullen worden. De vaatwasser is
uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de
hardheids-elementen uit het water onttrekt.
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer 20
wasbeurten moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
heeft een capaciteit van ongeveer 1,7 Kg grof zout. Sommige modellen
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het
verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige dop
moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich
onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u
de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met behulp van
de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen. Alvorens de dop
weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening
verwijderen.
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet
meer geldig.
Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor huishoudelijk
gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten,
h
et reservoir niet volledig af
.
ZOUT
Instructies Voor de Gebruiker
13
Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk door
het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van zout
water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de
aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen.
REGELING WATERVERZACHTER
De regeling geschiedt via de KNOP PROGRAMMAKEUZE (3). Houd de
knop ingedrukt tot de INDICATIE WATERHARDHEIDAANPASSING (4)
gaat knipperen. De LAMPJES GESELECTEERD PROGRAMMA (2)
geven de actuele stand aan. De selectie kan gewijzigd worden door
meerdere keren op de knop te drukken volgens de aanduidingen van de
onderstaande tabel:
>
Laat de knop enkele seconden los na het instellen of de weergave van
de ingestelde regeling zodat de vaatwasser automatisch naar de
standaardmodus terugkeert en de regeling afsluit.
Instructies Voor de Gebruiker
14
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET
WATER
REGELING
Duitse
graden
(°dH)
Franse
graden
(°dH)
0 – 6 0 – 11
H0 Alle
controlelampjes
7 – 10 12 – 18 H1 Één
controlelampje
11 – 15 19 – 27 H2 Twee
controlelampjes
16 – 21 28 – 37 H3 Drie
controlelampjes
22 – 28 38 – 50 H4 Vier
controlelampjes
29 - 50 51 – 90 H5 Vijf
controlelampjes
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
Standaardregeling:
H3
-
16
-
21°dH
28
-
37°dF
2.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel
en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het
afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van
de deur: links dat van het
afwasmiddel en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór
iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het
glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
Instructies Voor de Gebruiker
15
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de
vorming van vlekken en kalkafzettingen voorkomen; het wordt
automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water toegevoegd vanuit
het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de houder door het lipje op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
Vul de houder met spoelmiddel. Voeg weer spoelmiddel bij als het
betreffende lampje gaat branden.
Sluit het deksel tot u het hoort dichtklikken.
Neem het gemorste spoelmiddel op met een doek om schuimen te
voorkomen.
Instructies Voor de Gebruiker
16
REGELING SPOELMIDDELDOSERING
Druk op de knop PROGRAMMAKEUZE (3) en houd deze ongeveer 15”
ingedrukt totdat het zoutlampje en het spoelmiddellampje (5) knipperen
en de programmalampjes (2) de actuele instelling aangeven.
Druk vervolgens op de knop voor PROGRAMMAKEUZE (3) om de
gewenste dosering te selecteren. Zie hiervoor onderstaande tabel:
>
Laat de knop enkele seconden losl na het instellen of de weergave van
de ingestelde regeling zodat de vaatwasser automatisch naar de
standaardmodus terugkeert en de regeling afsluit.
TABEL REGELING SPOELMIDDEL
0 – geen
afgifte
b0
Alle lampjes uit
minimum 2ml b1
Een lampje brandt
3ml b2
Twee lampjes branden
4ml b3
Drie lampjes branden
5ml b4
Vier lampjes branden
Maximum 6ml b5
Vijf lampjes branden
Standaardregeling:
b4
-
5ml
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
Instructies Voor de Gebruiker
17
VAATWASMIDDEL DOSEREN
Druk op de P knop iets om het deksel van de vaatwasmiddeldoseerbakje
te openen. Vul met vaatwasmiddel of breng een tablet aan en sluit het
deksel door het dicht te schuiven tot u een klik hoort.
Tijdens het wassen wordt het doseerbakje automatisch geopend.
Breng het vaatwasmiddel (ook tablet) uitsluitend in een droog doseerbakje
aan
Instructies Voor de Gebruiker
18
Wanneer u een programma met warme voorwas kiest (zie de
programmatabel), moet u een extra hoeveelheid afwasmiddel in de
holte G/H (afhankelijk van de modellen) doen.
Gebruik uitsluitend specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers.
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge
plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen
beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de
afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het
afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
Gebruik geen afwasmiddel aangezien dit de werking van de
vaatwasser kan benadelen.
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig
afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil,
terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts
verspilling is.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van
afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
2.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het
aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot
de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de
huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun
eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten
laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze vervolgens in
de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder
stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede
wasresultaten.
Instructies Voor de Gebruiker
19
LET OP!
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten
schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking
zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
Houten pannen en couverts: kunnen beschadigd raken als gevolg
van de hoge wastemperaturen;
handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen
en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan verkleuren;
glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter
glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden
en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij
altijd aan om het minst agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de
vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na
frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand
lang een paar elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
20
2.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van 13 couverts inclusief het
opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de
onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste
vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de
plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle
vuile oppervlakken worden blootgesteld aan
de van onderen afkomstige waterstralen.
Met vaste supports
Om bij het laden van vaat van grote
afmetingen de ruimte in de korf zo goed
mogelijk te benutten zijn sommige modellen
in 2 of 4 sectoren uitgerust met wegklapbare
bordensupports.
Met wegklapbare supports
ACCESSOIRES ONDERSTE KORF
Sommige modellen hebben praktische accessoires voor de onderste korf
die een betere droging van de borden verzekeren. U vindt deze
accessoires in het daarvoor bestemde zakje; om ze te gebruiken hoeft u
ze alleen maar in de speciale openingen te steken zoals afgebeeld in de
tekening.
Instructies Voor de Gebruiker
21
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De
pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en dessertborden
altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of
middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie-
en theekopjes, platte schotels en lichte voorwerpen. Bij gebruik van de
bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden in worden
geplaatst, mits slechts licht bevuild.
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren; kopjes en holle recipiënten
moeten altijd met de opening naar beneden worden gezet. Aan de
linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus kopjes en glazen laden.
In het midden kunt u borden en bordjes rechtop in de speciale supporten
zetten.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
22
BESTEKMANDJE
Dit mandje kan allerlei soorten bestek bevatten, met uitzondering van
bestek dat zodanig lang is dat het de werking van de bovenste sproeiarm
verstoort. Het bestek moet gerangschikt worden in de daarvoor
bestemde ruimten van de bovenste roosters om een optimale doorgang
van het water te garanderen.
Vorken en lepels moeten met het handvat omlaag gericht geplaatst
worden; let op dat de tanden van de vorken u niet verwonden. De messen
moeten geplaatst worden in het daarvoor bestemde vak van de bovenste
korf of in de besteklade, indien aanwezig (afhankelijk van het
aangeschafte model). Anders moeten ze geplaatst worden met het
handvat omhoog gericht.
Pollepels, houten lepels en keukenmessen kunnen geplaatst worden in
de bovenste korf: let daarbij op dat de punt van de messen niet buiten
de korf steekt. De bovenste roosters kunnen geopend worden,
bijvoorbeeld voor het plaatsen van kleine voorwerpen.
De container kan overdwars worden verplaatst en kan op iedere plek
worden geplaatst voor een optimale benutting van de ruimte in de
onderste korf.
Instructies Voor de Gebruiker
23
FLEXIDUO LADE BOVENIN (afhankelijk van de modellen)
Deze lade bestaat uit twee onafhankelijke verschuifbare en
verwijderbare korven, om het laden en verwijderen van het bestek te
vereenvoudigen. Meer beladingswijzen en configuraties zijn mogelijk. In
de in de lage stand gezette rechterkorf kunt u bijvoorbeeld theekopjes
zetten, terwijl u, door het verwijderen van alleen de linkerkorf of van beide
korven, de bovenste korf kunt laden met vaat van grote afmetingen.
Om de rechterkorf in de lage stand te kunnen plaatsen, moet ook de
bovenste korf in de laagste stand worden aangebracht (raadpleeg
“Aanpassing bovenste korf”).
Instructies Voor de Gebruiker
24
VOORBEELDEN VAN INTENSIEVE BELASTING VUIL
13 Standaardcouverts
Het verdient aanbeveling om eventuele verstelbare insteekstukken van de
onderste korf
omlaag te klappen om het laden te vereenvoudigen.
13 Standaardcouverts
FLEXIDUO LADE BOVENIN (afhankelijk van de modellen)
Het verdient aanbeveling om eventuele verstelbare insteekstukken
van de onderste korf omlaag te klappen om het laden te
vereenvoudigen.
Instructies Voor de Gebruiker
25
UITRUSTING BOVENSTE KORF
(afhankelijk van het model)
Besteklade
Voor messen, dessert-
en theelepeltjes en lange voorwerpen. De
uiteinden zijn bestemd om glazen met lange steel vast te houden.
- Kan gedemonteerd worden door tegelijkertijd de
deblokkeerhendels (B) in te drukken en er tegen te drukken.
- Moet naar beneden geklapt zijn als de bovenste korf in de
hoogste stand is geplaatst. Druk tegelijkertijd op de klemmen (G).
Instructies Voor de Gebruiker
26
Neerklapbare rekken
Voor mokken, kopjes en lange voorwerpen. De uiteinden zijn bestemd om
glazen met lange steel vast te houden
Kunnen omhoog geklapt blijven (tot ze vastzitten) als ze niet gebruikt
worden.
Schuifrekken
Voor kleine voorwerpen, mokken en kopjes.
Kunnen dicht-
of opengeschoven gebruikt worden (door aan het bovenste
schuifdeel te trekken). Druk op de ontgrendeling (S) en schif ze naar
beneden om ze te sluiten.
De uiteinden zijn bestemd om
glazen met lange steel vast te houden (ook
dichgeschoven).
Kunnen omhoog geklapt blijven (tot ze vastzitten) als ze niet gebruikt
worden.
Instructies Voor de Gebruiker
27
Neerklapbare steunen
Kunnen op de bodem van de korf omhoog geklapt blijvenals ze niet
gebruikt
worden, of in de tussenstand worden gezet, al naargelang de
behoefte.
De enkele steun rechts is ideaal voor het plaatsen van glazen met een
lange steel.
Instructies Voor de Gebruiker
28
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De hoogte van de bovenste korf kan worden geregeld om in de onderste
korf ruimte te creëren voor borden of vaat van grote afmetingen.
De regeling kan van het type A of B zijn, afhankelijk van het aangeschafte
model vaatwasser.
Versie A: met extractie, regelbaar in twee standen.
Trek beide korfgeleiders eruit.
Maak de blokkeringen los zoals afgebeeld in de tekening en verwijder
ze.
Verwijder de korf.
Inserire nella guida la coppia di ruote superiore o inferiore, secondo
la regolazione desiderata.
Plaats de blokkeringen weer in de oorspronkelijke stand terug.
De linker- en rechterzijden van de korf moeten altijd op dezelfde hoogte
worden gezet
.
Versie B: regelbaar in drie standen aan beide zijden.
De zijkanten van de korf moeten altijd op dezelfde hoogte worden
gezet.
Til de korf op bij de bovenste rand (1) tot aan de eerste of tweede klik,
afhankelijk van de gewenste hoogte.
Maak de korf vrij met de vrijgavehendel (2) en laat hem zakken.
De regeling is ook met een volle korf mogelijk, in dit geval moet u de korf
bij het zakken met de hand tegenhouden om de vaat te beschermen.
Instructies Voor de Gebruiker
29
3. Schoonmak en onderhoud
Voordat u onderhoud gaat uitvoeren op het apparaat moet u de
stekker uit het stopcontact verwijderen of de spanning onderbreken
met de meerpolige scheidingsinrichting.
3.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met
regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel
voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De
pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt.
Periodiek én of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te
verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig
worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de
toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem voorzichtig onder een
straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai de
watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken
periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een
straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug en controleer of
hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd.
Om de bovenste sproeiarm te verwijderen moet de stelring R worden
losgedraaid.
Instructies Voor de Gebruiker
30
U kunt de onderste sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het
midden vast te pakken en naar boven te trekken.
Om de orbitaalsproeiarm te verwijderen moet u de langste arm beetpakken
en de orbitaal arm naar boven trekken. Was de armen onder een straal water
en plaats ze weer zorgvuldig in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien. Als dit niet
het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed heeft gemonteerd.
Volg de instructies om de planetaire sproeiarm te verwijderen en
schoon te maken.
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter C te
controleren en, indien noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te
verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze linksom draaien en naar
boven trekken;
druk van onderen tegen de centrale filter D om hem uit de microfilter
te verwijderen;
haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door op
de door de pijl aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
ORBITAAL
PLANETAIR
Instructies Voor de Gebruiker
31
FILTER SCHOONMAKEN (modellen met planetaire sproeiarm)
Het is raadzaam om de middelste filter regelmatig te controleren en
indien nodig schoon te maken.
Volg de instructies om de planetarium sproeiarm te verwijderen.
Duw de middelste filter D van onderen naar boven om het van de
micro filter los te koppelen:
maak de twee plastic delen van de filter los van elkaar door op het
lichaam van de filter in te drukken zoals aangegeven door de pijlen;
Verwijder de middelste filter door deze omhoog te tillen.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED
ONDERHOUD:
De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
Controleer bij het verwijderen van het filter of er geen
etensresten op zijn achtergebleven. Eventuele in het putje gevallen
resten zouden bepaalde hydraulische onderdelen kunnen blokkeren
of de mondstukken van de sproeiers kunnen verstoppen.
Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de
vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.
Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om schade
aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
Trek de steker uit het stopcontact.
Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes
in de waskuip vormen.
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker
32
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de
kraan stromen.
Steek de steker weer in het stopcontact.
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
de waterkraan is geopend;
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
de deur gaat niet dicht > de deur klink was losgelaten > gebruik meer
kracht om de deur te sluiten
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
er geen knik in de afvoerslang zit;
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Indien de vaat niet schoon mocht blijken, moet u controleren of:
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard
van vervuiling van de vaat;
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Instructies Voor de Gebruiker
33
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
de dosering ervan goed is ingesteld;
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van
een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
vaatwerk van kunststof is niet droog.
Kunststof heeft een lager thermisch accumulatievermogen waardoor
het minder goed droogt.
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale
producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt. Sommige
afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en
de waterontharder goed is ingesteld.
Instructies Voor de Gebruiker
34
Als de deur niet sluit:
1 - controleer de positie van de tand van het slot (D)
2 - haal hem, indien nodig, omhoog door aan de plastic schroef (V) ter
hoogte van de tand te draaien.
3 - controleer tevens de staat van de haak van het slot (G); als deze niet
geactiveerd (referentie N) is, kan de deur op normale wijze geopend en
gesloten worden; als deze echter wel geactiveerd (referentie S) is, dient u
de deur stevig te sluiten zodat deze gereset wordt; open en sluit de deur.
Instructies Voor de Gebruiker
35
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen
zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst
moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat
uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn
voor rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
36
4. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser is in staat om een aantal storingen te melden door het
gelijktijdig oplichten van meerdere controlelampjes met de volgende
betekenis:
STORING BESCHRIJVING
E1
Storing acquastop
De overstromingsbeveiliging is in werking getreden
(uitsluitend voor de hiermee uitgeruste modellen). Hij treedt
in werking bij waterlekkages. U moet zich wenden tot de
technische dienst van de klantenservice.
E2
Veiligheidsniveau
Het systeem dat het waterpeil in de vaatwasser beperkt is
in werking getreden. Onderbreek het lopende programma
en schakel de vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer
in, programmeer hem weer en start de wascyclus.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot
de technische dienst van de klantenservice.
E3
Afwijking tijdens het opwarmen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze opgewarmd.
Herhaal de wascyclus; wanneer het probleem aanhoudt
moet u zich wenden tot de technische dienst van de
klantenservice.
E4
Afwijking tijdens het meten van de watertemperatuur
Onderbreek het lopende programma en schakel de
vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer in,
programmeer hem opnieuw en start de wascyclus.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden tot
de technische dienst van de klantenservice.
E5
Afwijking tijdens het vullen met water
De vaatwasser wordt niet of op abnormale wijze gevuld
met water. Controleer of de hydraulische aansluitingen op
correcte wijze zijn uitgevoerd, of de waterkraan geopend is
en of het filter niet verstopt is. Wanneer het probleem
aanhoudt moet u zich wenden tot de technische dienst van
de klantenservice.
E6
Afwijking tijdens het wegpompen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze weggepompt.
Controleer of de afvoerslang niet geknikt of afgeklemd is
en of de sifon of de filters niet verstopt zijn. Wanneer het
probleem aanhoudt moet u zich wenden tot de technische
dienst van de klantenservice.
Instructies Voor de Gebruiker
37
STORING BESCHRIJVING
E7
Afwijking aan het schoepenwieltje (uitsluitend voor
de hiermee uitgeruste modellen)
De binnengestroomde hoeveelheid water wordt niet
precies gemeten. Onderbreek het lopende programma
en schakel de vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser
weer in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus. Wanneer het probleem aanhoudt moet u
zich wenden tot de technische dienst van de
klantenservice.
E8
Afwijking aan het alternerende wassysteem
Onderbreek het lopende programma en schakel de
vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer in,
programmeer hem opnieuw en start de wascyclus.
Wanneer het probleem aanhoudt moet u zich wenden
tot de technische dienst van de klantenservice.
E9
Afwijking aan het watervulsysteem
U moet zich wenden tot de technische dienst van de
klantenservice.
E11
Was motor pomp werkt niet
Controlelampje uit
Controlelampje
brandt
Controlelampje
knippert
Als zich de alarmsituatie voordoet zal de machine het actieve programma
onderbreken en de afwijking signaleren.
Bij de alarmen E1, E2, E3, E4, E8, E9 zullen de lopende programma's
onmiddellijk worden onderbroken.
Den alarmen E5, E6 zullen het lopende programma onderbreken en,
wanneer de oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering van het
programma hervatten.
Het alarm E7 wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in ieder geval
wordt afgewerkt, omdat de werking van de vaatwasser er niet door wordt
geschaad.
E11: U moet zich wenden tot de technische dienst van de klantenservice.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen. Nu
kunt u de vaatwasser weer opnieuw programmeren.
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de erkende
Technische Servicedienst wenden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37

Smeg FAB28LYW5 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding