Whirlpool ADG 50205 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
1. Beschrijving van het bedieningspaneel_____ 2
2. Gebruiksinstructies ___________________ 14
3. Schoonmak en onderhoud _____________ 33
4. Oplossingen voor storingen in de werking _ 40
Wij wensen u van harte te bedanken voor uw
keuze voor dit product van ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen om
op de hoogte te zijn van de meest geschikte
voorwaarden voor een correct en veilig gebruik
van uw vaatwasser.
De hier verstrekte reinigingsadviezen
stellen u in
staat om de prestaties van uw vaatwasser altijd
optimaal te houden.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze
instructies omvatten de gebruiksinstructies, de
beschrijving van de bedieningsorganen en de
juiste schoonmaak- en
onderhoudshandelingen
van het apparaat.
Instructies Voor de Gebruiker
2
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-
instrumenten van de vaatwasser zijn aanwezig
op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De
handelingen voor het inschakelen,
programmeren, uitschakelen enz. kunnen
uitsluitend bij een geopende deur plaatsvinden.
1
AAN/UIT TOETS
Met het indrukken van deze toets schakelt u de
wasmachine in of uit.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het
geselecteerde programma en eventuele storingen
(oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
+ REGELING VAN DE ONTHARDER
Dient voor de keuze van het gewenste wasprogramma en
de regeling van de waterontharder.
4
INDICATOR REGELING HARDHEID WATER
GEACTIVEERD
Het knipperende controlelampje wijst erop dat de
machine in de “regeling hardheid water” modus staat.
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
Het brandende controlelampje wijst op het ontbreken van
regeneratiezout in het daarvoor bestemde reservoir.
5
CONTROLELAMPJE GLANSSPOELMIDDEL
BIJVULLEN Het brandende controlelampje wijst
ontbreken van glansspoelmiddel in het daarvoor
bestemde reservoir.
6
OPTIES
Instructies Voor de Gebruiker
3
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN
INSCHAKELEN VAN DE MACHINE
Na aan de hand van de programmatabel het meest
geschikte programma te hebben geselecteerd moet u:
de toets AAN/UIT (1)
indrukken en wachten tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2)
gaat
branden;
de PROGRAMMAKEUZE (3)
drukknop meerdere
malen indrukken tot het controlelampje van het
gewenste programma gaat branden;
de gewenste optie selecteren (facultatief, b
ij
aanwezigheid van de opties);
de deur sluiten; na ongeveer 2"
zal het programma
starten, tijdens het verloop ervan zal het betreffende
CONTROLELAMPJE
knipperen (signalering
programma in uitvoering).
Instructies Voor de Gebruiker
4
PROGRAMMATABEL
PROGRAMMA
NUMMER
en SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
PROGRAMMAS
1 WEKEN
Pannen en vaatwerk in
afwatching van de voltooiing
van de belading
Koud voorwassen
2 BREEKBAAR
Weing vies kristalwerk,
porselein en gemengde vaat.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
Drogen
3 ECO (*)
EN 50242
Normaal vieze vaat, ook met
opgedroogde resten.
Koud voorwassen
Wassen op 45°C
Spoelen op 55°C
Drogen
4 HYGIËNE
Zeer vieze pannen en vaat,
ook met opgedroogde resten..
Wassen op 70°C
2 koud spoelen
Spoelen op 70°C
Drogen
5 INTENSIEVE
****
Zeer vieze pannen en vaat,
ook met opgedroogde resten.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
Drogen
De programma HYGIËNE
eindigen met een
toegevoegde antibacteriële spoelbeurt die een verdere
vermindering van het aantal bacteriën zal garanderen.
Indien tijdens die fase van het programma de
temperatuur niet constant blijft (vanwege bijvoorbeeld
het openen van de deur of een
stroomuitval), zullen de
controlelampjes van de programma's
knipperen om
aan te geven dat de antibacteriële werking niet
gegarandeerd is.
Instructies Voor de Gebruiker
5
BELANGRIJK: lees de tabel “OPMERKINGEN EN
VERWIJZINGEN” op de volgende pagina’s.
Wanneer de deur van de
vaatwasser geopend,
of niet op correcte wijze gesloten is, zal de
wascyclus niet starten.
DUUR en VERBRUIK
PROGRAMMA
NUMMER
en SYMBOOL
MINUTEN
(1)
LITER
ENERGIE
kWh (1)
1 WEKEN
15 3,5 0,02
2 BREEKBAAR
65
9,5 1,1
3 ECO
150 12 0,91
4 HYGIËNE
160
15,5 1,70
5 INTENSIEVE
135
15,5 1,60
Instructies Voor de Gebruiker
6
OPMERKINGEN EN VERWIJZINGENI
Gebruik het weken
uitsluitend bij een gedeeltelijke
belading.
De opties kunnen niet met het weken
programma
worden gebruikt.
De ENERGIEBESPAREN
optie kan niet worden
gebruikt met de weken- en
alle andere programma’s
waarbij op het eind geen droogcyclus is voorzien.
* Standaard wasprogramma volgens de
EN 50242
norm. Indien aanwezig moet de
ENERGIEBESPAREN optie
geselecteerd
worden.
**
Zie bijgevoegd blad
***
Referentieprogramma IEC/DIN.
Indien aanwezig
moet de ENERGIEBESPAREN
optie
geselecteerd worden.
***
*
Referentieprogramma voor de laboratoria.
Wasmiddel: 20g in het doseerbakje + 10g
op de
deur of als tablet. Indeling: zie de foto in
de
paragraaf “gebruik van de manden”.
(1)
Het verbruik en de duur van het programma zijn
gemeten overeenkomstig de voorschriften van
EN 50242
. De waarden kunnen afwijken
afhankelijk van de temperatuur van het vulwater
en de omgeving en van het type en de
hoeveelheid vaat.
Instructies Voor de Gebruiker
7
VERWIJZINGEN naar de ENERGY LABEL die met de
vaatwasser wordt geleverd:
- Het jaarlijkse energieverbruik is gebaseerd op 280
cycli van het standaard wasprogramma met
koud water en verbruik van de laag-
energieverbruik modi. Het werkelijke verbruik is
afhankelijk van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt.
- Het waterverbruik is gebaseerd op 280 cycli van
het standaard wasprogramma. Het werkelijke
verbruik is afhankelijk van de wijzen waarop het
apparaat wordt gebruikt.
- De informatie verwijst naar het EN 50242
STANDAARDPROGRAMMA (aangegeven in de
programmatabel); het meest doeltreffende
programma voor wat betreft het gecombineerde
energie- en waterverbruik. Het programma is
geschikt voor normaal vieze vaat.
- Efficiëntieklasse van het drogen uitgedrukt op een
schaal vanaf “G” (minimale efficiëntie) tot “A”
(maximale efficiëntie)
Instructies Voor de Gebruiker
8
1.2 Wasprogramma’s
Alvorens een wasprogramma te
starten moet u controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir
aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel
in het
bakje is gedaan;
de korven op de juiste
wijze zijn
beladen;
de sproeiarmen vrij
, onbelemmerd
kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser
goed is
gesloten.
OPTIES SELECTEREN
De opties kunnen worden
geselecteerd met de
betreffende drukknop vlakbij het symbool van de
gewenste optie; de activering wordt bevestigd door
het gaan branden van het controlelampje.
U kunt geen opties kiezen tijdens het
weken
programma.
Alle opties, worden op het eind van de wa
scyclus
gedesactiveerd.
Alle opties, worden gedesactiveerd wanneer een
gestart programma wordt GEANNULEERD.
Instructies Voor de Gebruiker
9
ENERGIEBESPAREN
Een optie die, indien geselecteerd met het
gewenste wasprogramma, een verder besparing
op het energieverbruik
mogelijk maakt. Het
drogen
wordt namelijk vereenvoudigd door een
speciale inrichting die de deur automatisch zal
ontgrendelen om hem langzaam en geleidelijk
enkele centimeters open te laten gaan. Dit zal
een perfecte droging
verzekeren met een
betere cont
role van de tijdens het spoelen
toegepaste temperaturen, welke op een lager
niveau kunnen worden gehouden en een
aanzienlijke energiebesparing
mogelijk maken.
Na het openen van de deur wordt het eind van
de wascyclus aangegeven door een kort
geluidssignaal.
Energiebesparen
wordt bij iedere selectie van een
wascyclus automatisch geactiveerd
(uitgezonderd
de programma’s waarvoor op het eind geen droogfase
is voorzien; zie de programmatabel), u kunt de optie
desactiveren voordat u het programma start.
When the function is activated,
opening of the
door must not be impeded in any way
; do not
leave anything in the space in front of the door
necessary to allow it to open.
Do not re-
close the door during automatic
opening as this would damage the mechanism.
Wait for the pushers to retract before re-
closing
the door.
Instructies Voor de Gebruiker
10
GEPROGRAMMEERDE START
U kunt u de start van het wasprogramma
uitstellen om de werking van de vaatwasser voor
een bepaald gewenst tijdstip (bijv. ’s nachts) te
programmeren. Druk op de knop
UITSTEL
PROGRAMMA
om de functie te activeren en het
uitstel van 1 uur weer te geven. Druk de knop
vervolgens meerdere malen in om het gewenste
uitstel te kiezen tot maximaal
9, 12 of 24 uur,
afhankelijk van de modellen.
Bij het sluiten van deur zal de vaat
wasser een
voorwas uitvoeren, op het eind waarvan de
eerder ingestelde "programma-
uitstel" in werking
treedt
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u,
na de deur te hebben geopend, de drukknop
PROGRAMMAKEUZE (3)
een paar seconden lang
ingedrukt houden tot de controlelampjes
van de
programma's 4 en 5 gelijktijdig gaan branden
(gekenmerkt met "end").
De deur vervolgens weer sluiten.
Na ongeveer 1 minuut zal de vaatwasser naar de
einde cyclus stand gaan.
Instructies Voor de Gebruiker
11
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om een programma waar de machine mee
bezig is, te wijzigen, hoeft u alleen maar de deur
te openen en het nieuwe programma te
selecteren.
Als u de deur weer sluit zal de
vaatwasser automatisch het nieuwe programma
uitvoeren.
OM ENERGIE TE BESPAREN!
EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
0
Gebruik de vaatwasser
altijd met een
volledige belading.
Probeer om de vaatwasser altijd volledig
gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de
vaat meest
geschikte programma.
Spoel niet vooraf eerst af.
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op
een warmwaterleiding tot 60°C.
Instructies Voor de Gebruiker
12
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE
BEPERKEN!
EN VOOR HET BEHOUD VAN
HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor
vaatwassers
aanwezige fosfaten vormen een probleem voor
het milieu. Om een overmatig afwasmiddel-
en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
0
de delicate vaat
te scheiden van vaat die
beter bestand is tegen agressieve
afwasmiddelen en hoge temperaturen;
het afwasmiddel
niet rechtstreeks op de
vaat te gieten.
Wanneer het nodig mocht blijken om tijdens het
wassen de deur te openen zal het programma
worden onderbroken, zal het betreffende
controlelampje blijven knipperen en zal een
geluidssignaal erop wijzen dat de cyclus nog
niet is voltooid. U zult circa 1 minuut
moeten
wachten voordat u de deur kunt sluiten om het
programma weer te hervatten. Bij het sluiten van
de deur zal het programma weer worden hervat
vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
Het verdient aanbeveling om deze handeling
uitsluitend indien noodzakelijk
uit te voeren,
omdat het onregelmatigheden in de afwerking
van het programma zou kunnen veroorzaken.
Instructies Voor de Gebruiker
13
BEËINDIGING
Op het eind van het programma zendt de
vaatwasser een kort geluidssignaal uit en zullen
de controlelampjes van de programma’s 4 en
5
(gekenmerkt met "end") knipperen.
Om de machine uit te schakelen moet de deur
worden geopend en de drukknop AAN/UIT (1)
worden ingedrukt.
ENERGIEBEHEER
Na 5 minuten van inactiviteit
(wassen cyclus
beëindigd, onderbroken, of ingesteld maar niet
gestart), komt de vaatwasser in de stand-by
modus
te staan om het energieverbruik te verminderen.
In deze status zal de weergave van de vaatwasser
(controlelampjes of displays, afhankelijk van
de
modellen) vertraagd plaatsvinden (1 ontsteking
om
de 5 seconden).
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u
tenminste 20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit
te halen, om hem te laten afkoelen.
Om te voorkomen
dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf
achtergebleven vaat vallen, wordt het aangeraden
om
eerst de onderste korf en daarna pas de bovenste korf
leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker
14
2. Gebruiksinstructies
Na
de vaatwasser op correcte wijze te hebben
geïnstalleerd zijn de volgende handelingen
noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
2.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het
water (hardheidsgraad van het
water) is verantwoordelijk voor
de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na
verloop van tijd mat zullen
worden.
De vaatwasser is uitgerust met een automatische
ontharder die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de hardheids-
elementen uit het water onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een
hardheidsgraad van 3 (gemiddelde hardheid).
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na
ongeveer 20 wasbeurten
moeten worden bijgevuld.
Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit
van ongeveer 1,7 Kg
grof zout. Sommige modellen
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van
het zout.
ZOUT
Instructies Voor de Gebruiker
15
In deze modellen bevat de dop van het zoutreservoir
een groene drijver die bij het verminderen van de
zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door
de doorzichtige dop moet het regeneratiezo
ut worden
bijgevuld. Het reservoir bevindt zich onderin de
vaatwasser.
Na de onderste korf te hebben verwijderd
moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en
het zout met behulp van de met de vaatwasser
geleverde trechter toevoegen. Alvorens de dop
weer
vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de
opening verwijderen.
Bij de eerste inwerkingstelling van de
vaatwasser dient u, afgezien van het zout,
tevens een liter water
in het reservoir te
gieten.
Controleer altijd na het vullen van het reservoir
of de dop goed is afgesloten.
Het mengsel
van water en afwasmiddel mag het reservoir
niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden.
In dat
geval is de garantie niet meer geldig.
Gebruik uitsluitend regeneratiezout
voor
vaatwassers voor huishoudelijk gebruik.
Vul,
bij gebruik van zouttabletten,
het reservoir
niet volledig af.
Instructies Voor de Gebruiker
16
Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-
oplosbare substanties bevat die na verloop
van tijd
het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij
vóór u
het wasprogramma start
; op deze wijze zal
de overtollige zoutoplossing onmiddellijk door
het water worden verwijderd; een langdurige
aanwezigheid van zout water in de waskuip
kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het
afwasmiddel verwisselt:
de aanwezigheid van
afwasmiddel in het zoutreservoir zal de
ontharder beschadigen.
Instructies Voor de Gebruiker
17
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting
waarmee de waterontharder ingesteld kan worden
afhankelijk van de hardheid van het water. De
hardheid van het water wordt geselecteerd met de
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE (3).
Voor de regeling moet u de drukknop langer dan 15
seconden ingedrukt houden; de INDICATOR
REGELING HARDHEID WATER (4) zal knipperen
terwijl de CONTROLELAMPJES GESELECTEERD
PROGRAMMA (2) aangeven dat de regeling is
ingesteld. Afzonderlijke drukken op de knop zal de
keuze wijzigen volgens de opeenvolging van de
onderstaande tabel:
>
Instructies Voor de Gebruiker
18
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse
graden
dH)
Franse
graden
dF)
REGELING
0 - 6 0 - 11
Alle controlelampjes
uit (geen zout)
7 - 10 12 - 18
Één controlelampje
aan
11 - 15 19 - 27
Twee
controlelampjes aan
16 - 21 28 - 37
Drie controlelampjes
aan
22 - 28 38 - 50
Vier controlelampjes
aan
29 - 35 51 - 62
Vijf controlelampjes
aan
36 - 50 63 - 90
Twee
controlelampjes
aan
Vraag het
waterleidingbedrijf om de informatie
betreffende de hardheidsgraad van het water.
Na de regeling of weergave van de ingestelde
waarde volstaat het de knop slechts een paar
seconden onberoerd te laten waarna de vaatwasser
automatisch de regelmodus zal
verlaten om terug te
keren in de standaardstand.
Instructies Voor de Gebruiker
19
2.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het
glansspoelmiddel en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het
afwasmiddel en het
glansspoelmiddel bevinden zich
aan de binnenkant van de deur:
links dat van het afwasmiddel
en
rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK
programma, moet het
afwasmiddelbakje
vóór iedere wasbeurt met
een geschikte dosis afwasmiddel worden
gevuld. Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar
worden bijgevuld indien nodig.
TOEVOEGING VAN HET
GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het
opdrogen van de vaat versnellen en
de
vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt
automatisch tijdens de laatste
spoelbeurt aan het water toegevoegd
vanuit het doseerbakje aan de
binnenkant van de deur.
Instructies Voor de Gebruiker
20
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de deur.
Draai de dop van
het reservoir ¼ slag linksom
en verwijder hem.
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is
(circa 140 c.c.). Het venstertje naast de dop
moet helemaal donker worden. Vul weer
glansspoelmiddel bij als het venster lichter
wordt of het controlelampje v
oor het ontbreken
van het glansspoelmiddel gaat branden.
Plaats de dop weer terug en draai hem
rechtsom.
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een
doek af omdat dit tot schuimvorming kan
leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET
GLANSSPOELMIDDEL
De
vaatwasser wordt in de fabriek op een
gemiddelde waarde afgesteld. De dosering kan
echter worden geregeld met behulp van de
regelknop op de doseerder, de dosis zal
proportioneel zijn aan de stand van de
regelknop.
Voor de regeling van de dosering moet de
dop
van het reservoir ¼ slag linksom worden
gedraaid en verwijderd.
Draai vervolgens met een schroevendraaier
de regelaar van de dosering in de gewenste
stand.
Plaats de dop weer terug en draai hem
rechtsom vast.
Instructies Voor de Gebruiker
21
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet
worden verhoogd
als de gewassen vaat mat
is of ronde vlekken vertoont.
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of
witte strepen vertoont moet de hoeveelheid
glansspoelmiddel worden verminderd.
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen
moet u drukknop P
een weinig
indrukken. Voeg het afwasmiddel toe
en sluit het deksel zorgvuldig af.
Tijdens het wassen zal het bakje
automatisch worden geopend.
Wanneer u een programma met warme
voorwas kiest (zie de programmatabel), moet
u een extra hoeveelheid afwasmiddel in de
holte G/H (afhankelijk van de modellen) doen.
Gebruik uitsluitend
specifieke afwasmiddelen
voor vaatwassers. Het gebruik van
afwasmiddelen van goede kwaliteit is van
groot belang voor optimale wasresultaten.
Instructies Voor de Gebruiker
22
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten
verpakking op een droge plek om de vorming
van klonten die de wasresultaten nadelig
zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal
geopend zullen de afwasmiddelen niet al te
lang bewaard kunnen blijven omdat het
afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas
omdat de hoge schuimproductie ervan de
werking van de vaatwasser nadelig kan
beïnvloeden.
Zorg voor een goede dosering van het
afwasmiddel. Te weinig afwasmiddel zal
leiden tot een onvolledige verwijdering van het
vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet
zal verhogen, maar slechts verspilling is.
Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in
poedervorm in de handel, die onderling
verschillen voor wat betreft hun chemische
samenstelling en die fosfaten
kunnen
bevatten of niet, die in dat geval zijn
vervangen door natuurlijke enzymen.
Instructies Voor de Gebruiker
23
- Fosfaathoudende
afwasmiddelen zijn
voornamelijk actief tegen vetten en amide bij
temperaturen van meer dan 60°C .
- De enzymen
bevattende afwasmiddelen zijn
ook al bij lagere temperaturen actief (
vanaf
40 tot 55°C
) en zijn biologisch beter
afbreekbaar. Met dit type afwasmidd
el
kunnen bij lagere temperaturen dezelfde
wasresultaten worden bereikt die anders pas
bij programma's van 65°C
mogelijk zouden
zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij
het gebruik aan van afwasmiddelen
zonder
fosfaten of chloor.
Bij gebruik van ko
rte programma’s zullen
tabletten, vanwege het afwijkende smeltgedrag
ervan, wellicht niet het volledige waseffect
kunnen ontwikkelen en eventueel niet opgeloste
vaatwasmiddelresten achterlaten.
Voor deze
programma’s zijn vaatwasmiddelen in
poedervorm meer geëigend.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar
afwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser
beschadigen.
Instructies Voor de Gebruiker
24
2.3 Waarschuwingen en algemene
aanbevelingen
ór de eerste ingebruikneming van de
vaatwasser verdient het aanbeveling
om eerst
de onderstaande aanbevelingen met betrekking
tot de aard van de te wassen vaat en de
plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen
beperkingen voor het wassen van de
huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen
moet met hun eigenschappen rekening worden
gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld
botjes, graten enz. die de filter zouden kunnen
verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
de pannen of koekenpannen met
op de
bodem verbrande etensresten laten weken om
het vuil beter te laten loskomen; om ze
vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de
vaat vooraf niet onder stromend water wassen
voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een
garantie voor goede wasresultaten.
Instructies Voor de Gebruiker
25
LET OP!
0
Controleer of de couverts goed stevig staan en
niet kunnen omvallen en de draaiing van de
sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
plaats geen hele kleine voorwerpen in de
korven die bij het vallen de sproeiarmen of de
waspomp zouden kunnen blokkeren;
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen,
bekers en pannen moeten altijd met de
opening naar beneden en met eventuele holle
kanten schuin worden gezet om het
weglopen
van het water te bevorderen;
de verschillende delen van de vaat niet in
elkaar zetten omdat ze elkaar anders zouden
afdekken;
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze
met elkaar in aanraking zouden kunnen
komen en breken. Ook kunnen zich vlekken
vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser
kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een
vaatwasser:
Houten pannen en couverts:
kunnen
beschadigd raken als gevolg van de hoge
wastemperaturen;
Instructies Voor de Gebruiker
26
handwerkproducten:
zijn slechts zelden
geschikt om te worden gewassen in een
vaatwasser. De relatief hoge
watertemperaturen en het afwasmiddel
kunnen ze beschadigen;
plastic couverts:
eventueel hittebestendige
plastic couverts moeten in de bovenste korf
worden gewassen;
cou
verts en voorwerpen van koper, tin,
zink en messing:
hebben de neiging om
vlekken te vormen;
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd
aluminium kan verkleuren;
glas en kristal:
over het algemeen kunnen
glazen en kristallen voorwerpen in de
vaatwasser worden
gewassen. Er bestaan
echter glas-
en kristalsoorten die na vele
wasbeurten mat kunnen worden en hun
transparantie verliezen; voor dit soort
materiaal raden wij altijd aan om het minst
agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
vaat met decoraties:
de in de handel
verkrijgbare gedecoreerde voorwerpen zijn
over het algemeen goed tegen het wassen in
de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk
dat de kleuren na frequente wasbeurten
vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient
het aanbeveling om
ongeveer een maand lang een paar
elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
27
2.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van 13
couverts inclusief het opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale
intensiteit
van de werking van de onderste
sproeiarm en is daarom bestemd voor de
"moeilijkste" en vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de
plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt
gezorgd dat alle vuile
oppervlakken worden blootgesteld aan de van
onderen afkomstige waterstralen.
Om het
grootste deel van
de ruimte te maken
in de
korf bij het laden van
grote voorwerpen, is
het
model uitgerust met tip-
up steunen voor borden.
Instructies Voor de Gebruiker
28
ACCESSOIRES ONDERSTE KORF
Sommige modellen hebben praktische
accessoires voor de onderste korf die een
betere droging van de borden verzekeren. U
vindt deze accessoires in het daarvoor
bestemde zakje; om ze te gebruiken hoeft u ze
alleen maar in de speciale openingen te steken
zoals afgebeeld in de tekening.
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert-
en dienborden
zorgvuldig rechtop.
De pannen, koekenpannen
en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg
er bij het plaatsen van
de diepe en dessertborden altijd voor dat er vrije
ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
29
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te
vullen met klein of middelgroot serviesgoed,
zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie-
en theekopjes, platte schotels en lichte,
hittebestendige plastic voorwerpen.
Bij gebruik
van de bovenste korf in de laagste stand kunnen
er ook dienborden in worden geplaatst, mits
slechts licht bevuild.
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren;
kopjes en holle recipiënten moeten altijd met de
opening naar beneden worden gezet.
Aan de
linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus
kopjes en glazen laden.
In het midden kunt u
borden en bordjes recht
op in de speciale
supporten zetten.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
30
BESTEKCONTAINER
De container is uitgerust met verwijderbare
bestekelementen
waarin de verschillende delen
van het bestek onderling op voldoende afstand
blijven voor een optimale passage van het
water. U vindt de elementen en het centrale
dekseltje in het zakje met accessoires
. Het
centrale dekseltje dient
uitsluitend als
afdekking.
De bestekelementen kunnen
worden
verwijderd en los worden gebruikt.
Het bestek moet gelijkmatig over de container
worden verdeeld, met het handvat naar beneden
gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich
niet bezeert aan de lemmetten van de messen.
De container is bestemd voor alle soorten
bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte
de bovenste sproeiarm hindert.
Spanen, houten
lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste
korf worden gelegd,
waarbij u ervoor moet
opletten dat de mespunten niet buit
en de
korf uitsteken.
Instructies Voor de Gebruiker
31
De container kan overdwars worden verplaatst
en kan op iedere plek worden geplaatst
voor
een optimale benutting van de ruimte in de
onderste korf.
Voorbeelden van intensieve belasting vuil:
Het verdient aanbeveling
om eventuele
verstelbare
insteekstukken van de
onderste korf omlaag te
klappen om het laden te
vereenvoudigen.
Instructies Voor de Gebruiker
32
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De hoogte van de bovenste korf kan worden
geregeld om in de onderste korf ruimte te
creëren voor borden of vaat van grote
afmetingen.
Regelbaar in drie standen aan beide zijden.
De zijkanten van de korf moeten
altijd op
dezelfde hoogte worden gezet.
Til de korf op bij de bovenste rand (1)
tot aan
de eerste of tweede klik,
afhankelijk van de
gewenste hoogte.
Maak de korf vrij met de vrijgavehendel (2)
en
laat hem zakken.
De regeling is ook met een volle korf mogelijk, in
dit geval moet u de korf bij het zakken met de
hand tegenhouden om de vaat te beschermen.
Instructies Voor de Gebruiker
33
3. Schoonmak en onderhoud
Voordat u onderhoud gaat uitvoeren op het
apparaat moet u de stekker uit het
stopcontact verwijderen of de spanning
onderbreken met de meerpolige
scheidingsinrichting.
3.1 Waarschuwingen en algemene
aanbevelingen
Vermijd het
gebruik van schurende of
bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de
vaatwasser moeten met regelmatige
tussenpozen met een zachte met een normaal
schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken
bevochtigde doek worden schoongemaa
kt. De
pakkingen van de deur moeten met een
vochtige spons worden schoongemaakt.
Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient
het aanbeveling om al het vuil dat zich op de
kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een
zachte doek en wat water te verwijderen.
Instructies Voor de Gebruiker
34
SCHOONMAKEN VAN HET
WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het
water A
moet regelmatig worden
schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het
uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het
filter A
en maak hem voorzichtig onder een
straal water schoon. Plaats het filter A
weer in
diens houder terug en draai de
watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden
verwijderd om de mondstukken periodiek te
reinigen en mogelijke verstoppingen te
voorkomen. Was ze onder een straal water en
plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug
en
controleer of hun draaibeweging op geen
enkele wijze wijze wordt belemmerd.
Om de bovenste
sproeiarm te verwijderen
moet de stelring R worden losgedraaid.
U kunt de onderste
sproeiarm gemakkelijk
verwijderen door hem in het midden vast te
pakken en naar boven te trekken.
Instructies Voor de Gebruiker
35
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om regelmatig de
centrale filter C
te controleren en, indien
noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te
verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze
linksom draaien en naar boven trekken;
druk van onderen tegen de centrale filter D
om
hem uit de microfilter te verwijderen;
haal de twee delen waaruit het plastic filter
bestaat, uit elkaar door op de door de pijl
aangegeven plek op het filterlichaam te
drukken;
verwijder het centrale filter d
oor hem naar
boven te trekken.
Instructies Voor de Gebruiker
36
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN
VOOR EEN GOED ONDERHOUD:
De filters moeten met een harde borstel
onder
een waterstraal worden schoongemaakt.
Controleer bij het verwijderen van het filter
of er geen
etensresten op zijn
achtergebleven.
Eventuele in het putje
gevallen resten zouden bepaalde hydraulische
onderdelen kunnen blokkeren of de
mondstukken van de sproeiers kunnen
verstoppen.
Het is absoluut noodzakelijk dat de
filters
zorgvuldig worden schoongemaakt
overeenkomstig de bovenstaande
aanwijzingen: de vaatwasser kan niet
functioneren als de filters verstopt zijn.
Plaats de filters weer zorgvuldig terug
in
hun houders, om schade aan de waspomp te
voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN
GEBRUIK BLIJFT:
Voer twee keer achter elkaar het
weekprogramma uit.
Trek de steker uit het stopcontact.
Laat de deur op een kier
om te voorkomen
dat er zich vieze luchtjes in de waskuip
vormen.
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker
37
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN
LANGDURIGE PERIODE VAN STILSTAND IN
GEBRUIK TE NEMEN:
controleer of er zich geen
bezinksel of roest
in de slangen heeft gevormd, laat in dat geval
het water een paar minuten lang uit de kraan
stromen.
Steek de steker weer in het stopcontact.
Breng de aanvoerslang weer aan en open de
kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf
eventuele kleine storingen met behulp van de
onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is
aangesloten;
de levering van de elektrische stroom niet is
onderbroken;
de waterkraan is geopend;
de deur van de vaatwasser op correcte wijze
is gesloten;
Instructies Voor de Gebruiker
38
Controleer, als er
water in de vaatwasser
achterblijft, of:
er geen knik in de afvoerslang zit;
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Indien de vaat niet schoon mocht blijken,
moet u controleren of:
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
het geselecteerde programma geschikt was
voor het type en de aard van vervuiling van de
vaat;
alle filters schoon zijn en op de juiste wijz
e in
hun houders zijn geplaatst;
de wateropeningen van de sproeiarmen niet
verstopt zijn;
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens
door werd belemmerd.
Controleer, als de vaat niet droog wordt of
mat blijft, of:
er glansspoelmiddel in het daarvoor
bestemde
reservoir zit;
de dosering ervan goed is ingesteld;
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed
is en de eigenschappen er niet van verloren zijn
gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag,
met geopende verpakking).
Instructies Voor de Gebruiker
39
Controleer, als
de vaat strepen, vlekken
vertoont, of:
de regeling van het glansspoelmiddel niet
overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
de kuip is van roestvrij staal en eventuele
roestsporen moeten daarom van buitenaf
afkomstig zijn (stukjes
roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de
handel kunt u speciale producten vinden om
deze vlekken te verwijderen;
controleer of u de juiste hoeveelheid
afwasmiddel gebruikt. Sommige
afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan
andere;
c
ontroleer of u de dop van het zoutreservoir
goed heeft afgesloten en de waterontharder
goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen
heeft opgevolgd, de storingen zich mochten
blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde
technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op
het apparaat uitgevoerde werkzaamheden
vallen niet onder de garantie en zijn voor
rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
40
4. Oplossingen voor storingen in de
werking
De vaatwasser is in staat om
een aantal
storingen te melden door het gelijktijdig
oplichten van meerdere controlelampjes met de
volgende betekenis:
STORING BESCHRIJVING
E1
Storing acquastop
De overstromingsbeveiliging is in werking
getreden (uitsluitend voor de hiermee
uitgeruste
modellen). Hij treedt in werking bij waterlekkages.
E2
Veiligheidsniveau
Het systeem dat het waterpeil in de vaatwasser
beperkt is in werking getreden. Onderbreek het
lopende programma en schakel de vaatwasser
uit. Schakel de vaatwasser weer
in, programmeer
hem weer en start de wascyclus.
E3
Afwijking tijdens het opwarmen van het water
Het water wordt niet of op abnormale wijze
opgewarmd. Herhaal de wascyclus.
E4
Afwijking tijdens het meten van de
watertemperatuur
Onderbreek het lopende programma en schakel
de vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer
in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus.
E5
Afwijking tijdens het vullen met water
De vaatwasser wordt niet of op abnormale wijze
gevuld met water. Controleer of de hydraulische
aansluitingen op correcte wijze zijn uitgevoerd, of
de waterkraan geopend is en of het filter niet
verstopt is.
Instructies Voor de Gebruiker
41
E6
Afwijking tijdens het wegpompen van het
water
Het water wordt niet of op abnormale wijze
weggepompt. Controleer of de afvoerslang niet
geknikt of afgeklemd is en of de sifon of de
filters niet verstopt zijn.
E7
Afwijking aan het schoepenwieltje
(uitsluitend voor de hiermee uitgeruste
modellen)
De binnengestroomde hoeveelheid water
wordt niet precies gemeten. Onderbreek het
lopende programma en schakel de
vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer
in, programmeer hem opnieuw en start de
wascyclus.
E8
Afwijking aan het alternerende
wassysteem
Onderbreek het lopende programma en
schakel de vaatwasser uit. Schakel de
vaatwasser weer in, programmeer hem
opnieuw en start de wascyclus.
E9
Afwijking aan het watervulsysteem
Controlelampje
uit
Controlelampj
e brandt
Controlelampje
knippert
Instructies Voor de Gebruiker
42
Als zich de alarmsituatie voordoet zal de
machine het actieve programma onderbreken en
de afwijking signaleren.
Bij de alarmen E1, E2, E3, E4, E8, E9
zullen
de lopende programma's onmiddellijk
worden
onderbroken.
Den alarmen E5, E6
zullen het lopende
programma onderbreken en, wanneer de
oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering
van het programma hervatten.
Het alarm E7
wordt afgebeeld op het eind van
de cyclus die in ieder geval wordt afgewerkt,
omdat de werking van de vaatwasser er niet
door wordt geschaad.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
de deur openen en sluiten of de machine uit-
en weer inschakelen. Nu kunt u
de vaatwasser
weer opnieuw programmeren.
Als het probleem aanhoudt, verwijder de
vaatwasser uit het stopcontact, sluit
de
waterkraan dicht en neem contact op de service
na verkoop.
Instructies Voor de Gebruiker
43
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
597
÷
599 mm
Diepte, gemeten vanaf
de buitenzijde van het
bedieningspaneel
550 mm
Hoogte
van 860 mm tot 930 mm
Capaciteit
13 Standardcouverts
Druk van het
toevoerwater
min. 0,05 - max. 0,9 MPa
(min. 0.5 – max. 9 bar)
Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43

Whirlpool ADG 50205 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding