Panasonic NPB6M1FIGB de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

English
Deutsch
Français
English
Deutsch
Français
Operating Instructions & installation instructions
Mode d’emploi et instructions d’installation
Bedienungsanleitung & Montageanleitung
Driftsvejledning & Monteringsvejledning
DISHWASHER (For home use)
LAVE VAISSELLE (Pour un usage domestique)
GESCHIRRSPÜLMASCHINE (Für den Heimgebrauch)
VAATWASSER (Voor thuisgebruik)
For Domestic Use Only
Pour Usage Domestique Soulement
Nur für den Hausgebrauch
Voor huishoudelijk gebruik
NP-B6M1
Model No.
Nederlands
Nederlands
Inhoudsopgave
1
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik ______________________ 2
2. Installatie en inbedrijfstelling _______________________________ 5
3. Beschrijving van het bedieningspaneel_______________________ 9
4. Gebruiksinstructies _____________________________________ 17
5. Reiniging en onderhoud _________________________________ 30
6. Oplossen van foutmeldingen _____________________________ 34
Hartelijk dank voor uw aankoop van deze Panasonic vaatwasser. Wij
verzoeken u alle instructies in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door
te lezen om op de hoogte te zijn van de meest geschikte voorwaarden
voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig in de nabijheid van de
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u
stap voor stap alle functies van het apparaat leert kennen, de teksten
zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met gedetailleerde
afbeeldingen.
U zult hier tevens praktische aanbevelingen vinden voor het gebruik van
korven, sproeiarmen, bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste
instelling van de bedieningsorganen.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties
van uw vaatwasser altijd optimaal te houden.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de
antwoorden kunnen vinden op al uw vragen met betrekking tot het
gebruik van de vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn
bestemd voor de bevoegde installateur die is belast met de installatie,
inbedrijfstelling en het controleren van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de
gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningstoetsen en de
juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
Instructies Voor de Installateur
2
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT:
HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN
BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE
LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN
UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
VERGELIJKBARE TOEPASSINGEN ZOALS BIJVOORBEELD KEUKENS VOOR
WINKELPERSONEEL, KANTOREN EN ANDERE WERKOMGEVINGEN,
GEMEENSCHAPPEN, GASTEN VAN HOTELS, HOSTELS, “BED AND
BREAKFAST” OMGEVINGEN EN ANDERE RESIDENTIËLE OMGEVINGEN EN
BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 2006/95/EG, 2004/108/EG, MET INBEGRIP VAN HET
VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS
ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE WERKZAAAMHEDEN: HET WASSEN
EN DROGEN VAN DE VAAT; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS
ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD. DE FABRIKANT KAN NIET
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT
VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER
EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN
DE DEUR. HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE
DEUR MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE
HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. SCHEIDT HET VERPAKKINGSMATERIAAL
CONFORM DE RICHTLIJNEN VOOR AFVALVERWERKING EN BRENG ZE
NAAR HET DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALINZAMELING.
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE
WIJZE. DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS
GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING
MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET
WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM
STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET
LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN.
Instructies Voor de Installateur
3
GEBRUIK GEEN STOOMREINIGERS VOOR HET SCHOONMAKEN VAN
VAATWASSERS.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT.
SNIJD, NA DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN,
DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG INZAKE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATEN (AEEA).
DOOR ERVOOR TE ZORGEN DAT DIT PRODUCT OP DE JUISTE MANIER ALS
AFVAL WORDT VERWERKT, HELPT U MOGELIJK NEGATIEVE
CONSEQUENTIES VOOR HET MILIEU EN DE MENSELIJKE GEZONDHEID TE
VOORKOMEN DIE ANDERS ZOUDEN KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT
DOOR ONJUISTE VERWERKING VAN DIT PRODUCT ALS AFVAL.
HET SYMBOOL OP HET PRODUCT OF OP DE BIJBEHORENDE
DOCUMENTATIE GEEFT AAN DAT DIT PRODUCT NIET ALS HUISHOUDELIJK
AFVAL MAG WORDEN BEHANDELD. IN PLAATS DAARVAN MOET HET
WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN VERZAMELPUNT VOOR RECYCLING VAN
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN. AFDANKING MOET
WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR AFVALVERWERKING. VOOR NADERE
INFORMATIE OVER DE BEHANDELING, TERUGWINNING EN RECYCLING VAN
DIT PRODUCT WORDT U VERZOCHT CONTACT OP TE NEMEN MET UW
GEMEENTE, UW AFVALOPHAALDIENST OF DE WINKEL WAAR U HET
PRODUCT HEEFT AANGESCHAFT.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN!
RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW LEVERANCIER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN
OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES
OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.
DE VAATWASSER MOET WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSEN
PERSONEN. HET GEBRUIK ERVAN DOOR PERSONEN MET BEPERKTE
LICHAMELIJKE EN/OF VERSTANDELIJKE VERMOGENS IS UITSLUITEND
TOEGESTAAN ONDER TOEZICHT VAN EEN PERSOON DIE
VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. HOUD KINDEREN UIT DE
BUURT VAN DE AFWASMIDDELEN EN VAN DE VERPAKKINGSMATERIALEN
(PLASTIC ZAKJES, POLYSTYROL, ENZ.); STA NIET TOE DAT ZE IN DE
BUURT VAN DE VAATWASSER KOMEN EN ERMEE SPELEN, ER ZOUDEN
RESTEN AFWASMIDDEL IN KUNNEN ZIJN ACHTERGEBLEVEN DIE
ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, MOND EN KEEL KUNNEN
VEROORZAKEN EN ZELFS TOT VERSTIKKING KUNNEN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN
HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
Instructies Voor de Installateur
4
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET
DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER
ACHTERGEBLEVEN WATER.
DE VAATWASSER KAN KA
NTELEN ALS GEVOLG VA
ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE
PERSONEN.
OM TE VOORKOMEN DAT U EROVER STRUIKELT MOET U DE DEUR VAN
DE VAATWASSER NIET OPEN LATEN STAAN.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET
DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF
HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR
MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE
CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
ACQUASTOP
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN
VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN
BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN
DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP
UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP. SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN. BIJ
BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT
LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.
BINNENVERLICHTING
HET VERLICHTINGSSYSTEEM VAN HET APPARAAT BEHOORT TOT
RISICOGROEP NUMMER 1, VOLGENS DE IEC/EN 62471 NORM. DIT
BETEKENT DAT ER ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
GEEN ENKEL FOTOBIOLOGISCH RISICO BESTAAT.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN
UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U
HET VAN HET ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN. PROBEER
NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT
ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES
MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL
WORDEN UITGEVOERD: REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND
PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
DE VAATWASSER WERKT BIJ OMGEVINGSTEMPERATUREN VAN 5
TOT EN MET 45°C.
HET IS ZEER BELANGRIJK DAT DE VAATWASSER OP EEN
VORSTVRIJE PLAATS WORDT GEZET.
Instructies Voor de Installateur
5
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel aan personen of
schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande
voorschriften of als gevolg van werkzaamheden aan het apparaat of door het
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde plaats. De vaatwasser kan
met de zijkanten of de achterkant tegen meubels of wanden worden
geplaatst. Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet de
speciale warmteïsolerende wand worden aangebracht om oververhitting en
een slechte werking te voorkomen. Voor de stabiliteit moeten de
vaatwassers uitsluitend onder ononderbroken werkbladen worden geplaatst
en aan de ernaast geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de
inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle
richtingen worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of
afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen komen te staan. Zorg ervoor dat
u de borgring aandraait nadat u de buizen in de gewenste richting heeft
gedraaid. Voor de passage van de buizen en de voedingskabel is een gat
nodig van minimaal Ø 8 cm.
Het is ten strengste verboden om de vaatwasser in te bouwen onder een
glaskeramische kookplaat.
U kunt de vaatwasser inbouwen onder een traditionele kookplaat, op
voorwaarde dat het werkblad van de keuken ononderbroken doorloopt, en
dat zowel de vaatwasser als de kookplaat op correcte wijze zijn
gemonteerd en vastgezet, zodat ze geen enkele gevaarlijke situatie
kunnen creëren.
Bij installatie van de vaatwasser in een ruimte die tegen andere
huishoudelijke apparaten aangrenst zult u zich nauwkeurig aan de
voorschriften van de fabrikant van die apparaten zelf moeten houden
(minimumafstanden, installatiewijzen, enz.).
Installatie van de vaatwasser op een verhoogde plek
Verzeker u ervan dat het meubel en de vaatwasser op de juiste wijze
zijn bevestigd om alle gevaarlijke situaties te vermijden.
Verzeker u ervan dat de deur van het apparaat goed is uitgebalanceerd
om te voorkomen dat de niet-geblokkeerde deur onverwachts open zou
gaan en personen, in het bijzonder kinderen, zou kunnen raken.
Zorg ervoor dat kinderen niet vastgeklemd of afgekneld kunnen raken
tussen het onderste deel van de deur en de onderbouw van de
vaatwasser.
Instructies Voor de Installateur
6
Dit model heeft één centrale regelbare voet achter die met behulp van een
schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen: als de
waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de
aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water helder is en
zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen. Gebruik voor
de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe
slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser
geleverde filter A
, aan op een koudwaterkraan met een
schroefdraad van ¾" gas. Draai de slang met de hand
stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag na met
een tang.
Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het filter
al in de ring met schroefdraad aangebracht.
De vaatwasser kan worden gevuld met water van maximaal 60°C. Bij
gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden
teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn. De aansluiting moet
worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
Instructies Voor de Installateur
7
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een
afvoerpijp met een minimum-
diameter van 4 cm; de slang kan
ook in de gootsteen worden
gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er
echter voor moet worden opgelet dat
hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet
kan losraken en vallen. Om deze
reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een
touwtje aan de pijp of kraan kan
worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en 100 cm worden
aangebracht en mag nooit onder water staan. Horizontaal geplaatste
verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal 85 cm van de grond af worden aangebracht.
2.2 Elektrische aansluiting en waarschuwingen
CONTROLEER OF DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT OP DE RAND AAN DE BINNENZIJDE
VAN DE DEUR.
DE STEKKER AAN HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN EN
OVEREENSTEMMEN MET DE GELDENDE NORMEN MET BETREKKING TOT
DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.
NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKKER TOEGANKELIJK ZIJN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
DE BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET WORDEN VERVANGEN DOOR
DE FABRIKANT OF EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
VERMIJD HET GEBRUIK
VAN ADAPTERS OF AFLE
IDINGEN
DIE TOT
OVERVERHITTING OF BRAND ZOUDEN KUNNEN LEIDEN.
Instructies Voor de Installateur
8
ALLEEN VOOR GROOT
-
BRITTANNIË
:
DIT APPARAAT MOET WORDEN AANGESLOTEN OP EEN AARDVERBINDING.
VERVANGING VAN DE ZE
KERING
Wanneer het apparaat wordt geleverd met
een BS 1363A 13 A zekering in de stekker
voor de aansluiting op het elektrische
voedingsnet, moet u, bij vervanging van de
zekering in dit type stekker een ASTA
gekeurde zekering gebruiken van het type
BS 1362 en als volgt te werk gaan:
1. Verwijder het deksel A en de zekering B.
2. Plaats de nieuwe zekering in het deksel.
3.
Plaats beide weer terug in de stekker.
Het deksel van de zekering moet bij de vervanging van de zekering
weer worden teruggeplaatst. Wanneer het deksel zoek mocht raken
mag de stekker pas weer worden gebruikt nadat u een geschikt
vervangingsonderdeel heeft gemonteerd.
De geschikte vervangingsonderdelen zijn herkenbaar aan het
gekleurde insteekstuk of aan het opschrift in reliëf op de basis van
de stekker die er de kleur van beschrijft.
U kunt de vervangingsdeksels voor de zekeringen bij de plaatselijke
leveranciers van elektriciteitsmateriaal vinden.
Instructies Voor de Gebruiker
9
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningstoetsen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De handelingen voor
het inschakelen, programmeren, uitschakelen enz. kunnen uitsluitend bij een
geopende deur plaatsvinden.
1 AAN/UIT TOETS
2
DRUKKNOP/CONTROLELAMPJE
GESELECTEERD PROGRAMMA
3 CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
4 CONTROLELAMPJE GLANSPOELMIDDEL BIJVULLEN
5 DRUKKNOP/CONTROLELAMPJE ENERGY SAVE
6 DRUKKNOP/CONTROLELAMPJE TABS PRODUCTEN OPTIE
7 DRUKKNOP/CONTROLELAMPJE SPEED PROGRAMMA’S
8 DRUKKNOP/CONTROLELAMPJE WASSEN MET ½ BELADING
9 UITSTEL PROGRAMMA DRUKKNOP
10
INFORMATIEDISPLAY
weergegeven informatie
Voorziene programmaduur ja
Resterende tijd programma ja
Uitgestelde start 1 – 24 uur
Foutmelding
E
rr0
1,……. E
rr0
9
Instructies Voor de Gebruiker
10
I
NSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN INSCHAKELEN VAN
DE MACHINE
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te
selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest
geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de
mate van bevuiling van de vaat.
Druk, als via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma
bepaald is:
de toets AAN/UIT (1) in en wacht tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2) gaat branden;
toets de PROGRAMMAKEUZE (2) drukknop van het gewenste
programma in;
de deur sluiten; na ongeveer 2 tellen zal het programma starten,
tijdens het verloop ervan zal het betreffende CONTROLELAMPJE
knipperen (signalering programma in uitvoering).
LOPEND PROGRAMMA INDICATOR
Tijdens het verloop van het programma zal op de vloer onder de
rechterhoek van de deur een knipperend licht worden geprojecteerd. Op
het eind van het programma gaat het lampje uit om het verbruik tijdens
de stand-by te verminderen.
Instructies Voor de Gebruiker
11
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT EN
BESTEK
AFWIKKELING
PROGRAMMA’S
DUUR VERBRUIK
MINUUT
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
kWh (1)
1 WEKEN
Pannen en vaatwerk in
afwachting van de
voltooing van de belading.
Koud voorwassen
15 3,5 0,02
2 SNEL
Licht vervuilde vaat die
onmiddellijk na het
gebruik gewassen wordt.
Wassen op 38°C
Spoelen op 50°C
27
6,5 0,70
3 LICHT
Delicate, licht vervuilde
vaat.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
Drogen
65
9,5 1,10
4 ECO (*)
EN 50242
Normaal vervuilde vaat,
die onmiddellijk na het
gebruik gewassen wordt.
Wassen op 45°C
Koud spoelen
Spoelen op 55°C
Drogen
**
** **
5
AUTO 60-70
IEC/DIN ***
Normaal vervuilde pannen
en vaat, ook met
opgedroogde resten.
Wanneer u het programma “AUTO selecteert, zal de
vaatwasser het type vervuiling herkennen en de
wasparameters automatisch aanpassen.
6
INTENSIEF
****
Zeer vervuilde pannen en
vaat, ook met
opgedroogde resten.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
2 koude spoelbeurten
Spoelen op 70°C
Drogen
135
15,5 1,60
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
OPMERKINGEN EN VERWIJZINGEN
I
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
De opties kunnen niet met het weken programma worden gebruikt.
De ENERGY SAVE optie kan niet worden gebruikt met de weken- en alle andere
programma’s waarbij op het eind geen droogcyclus is voorzien.
* Standaard wasprogramma volgens de EN 50242 norm. Indien aanwezig moet de
ENERGY SAVE optie geselecteerd worden.
** Zie bijgevoegd blad
*** Referentieprogramma IEC/DIN. Indien aanwezig moet de ENERGY SAVE optie
geselecteerd worden.
**** Referentieprogramma voor de laboratoria. Wasmiddel: 20g in het doseerbakje + 10g
op de deur of als tablet. Indeling: zie de foto in de paragraaf “gebruik van de manden.
(1) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen varëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het type en de hoeveelheid vaat.
Instructies Voor de Gebruiker
12
SPEED PROGRAMMA'S
(lees de paragraaf waarin de werking ervan wordt beschreven).
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT
EN BESTEK
AFWIKKELING
PROGRAMMA’S
DUUR
VERBRUIK
MINUUT
(1)
WATER
LITER
ENERGIE
kWh (1)
7
LICHT
SPEED
+
Delicate, licht
vervuilde vaat.
Wassen op 50°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
60
9,5 1,00
8
ECO SPEED
+
Normaal vervuilde
vaat, ook met
opgedroogde resten.
Koud voorwassen
Wassen op 60°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
70
12,5 1,25
9
NORMAAL
SPEED
+
Normaal vervuilde
pannen en vaat, ook
met opgedroogde
resten.
Koud voorwassen
Wassen op 70°C
Koud spoelen
Spoelen op 70°C
75
14 1,40
10
INTENSIEF
SPEED
+
Zeer vervuilde
pannen en vaat, ook
met opgedroogde
resten.
Heet voorwassen
Wassen op 70°C
2 koude spoelbeurten
Spoelen op 70°C
95
14,5 1,50
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
VERWIJZINGEN naar de ENERGY LABEL die met de vaatwasser wordt
geleverd:
- Het jaarlijkse energieverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma met koud water en verbruik van de laag-energieverbruik
modi. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt.
- Het waterverbruik is gebaseerd op 280 cycli van het standaard
wasprogramma. Het werkelijke verbruik is afhankelijk van de wijze waarop
het apparaat wordt gebruikt.
- De informatie verwijst naar het EN 50242 STANDAARDPROGRAMMA
(aangegeven in de programmatabel); het meest doeltreffende programma
voor wat betreft het gecombineerde energie- en waterverbruik. Het
programma is geschikt voor normaal vervuilde vaat.
- Efficiëntieklasse van het drogen uitgedrukt op een schaal vanaf G”
(minimale efficiëntie) tot “A” (maximale efficiëntie)
Instructies Voor de Gebruiker
13
3.2 Wasprogramma's
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
SPEED
PROGRAMMA’S
Geselecteerd samen met een ander wasprogramma (uitgezonderd het
weken programma), VERKORT deze optie DE DUUR van de cyclus met
minimaal 10% tot maximaal 55%, afhankelijk van de geselecteerde
cyclus. Druk, na de selectie van het gewenste programma, op de
SPEED PROGRAMMA OPTIE drukknop om hem te activeren (het
controlelampje gaat branden). De optie wordt op het eind van het
programma automatisch uitgeschakeld.
ENER
GY
SAVE
Een optie die, indien geselecteerd met het gewenste wasprogramma,
een verder besparing op het energieverbruik mogelijk maakt. Het drogen
wordt namelijk vereenvoudigd door een speciale inrichting die de deur
automatisch zal ontgrendelen om hem langzaam en geleidelijk enkele
centimeters open te laten gaan. Dit zal een perfecte droging verzekeren
met een betere controle van de tijdens het spoelen toegepaste
temperaturen, welke op een lager niveau kunnen worden gehouden en
een aanzienlijke energiebesparing mogelijk maken.
Wanneer de deur is geopend signaleert de
vaatwasser met een kort geluidssignaal het
eind van de wascyclus en knipperen de
programmacontrolelampjes nr. 5 en 6.
Energy save wordt bij iedere selectie van een wascyclus
automatisch
geactiveerd (uitgezonderd de programma’s waarvoor op het eind geen
droogfase is voorzien; zie de programmatabel), u kunt de optie
desactiveren voordat u het programma start.
Instructies Voor de Gebruiker
14
Wanneer de functie is geactiveerd mag u op geen enkele wijze de opening
van de deur belemmeren; zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden
in de voor de opening noodzakelijke ruimte vóór de deur. Tijdens de
automatische openingsfase mag u de deur niet sluiten: dit zou het
mechanisme beschadigen. Wacht tot de duwers weer ingetrokken zijn
voordat u de deur weer sluit.
HALVE BELADING
Voor als u slechts weinig vaat hoeft te wassen. Verbruikt minder
elektriciteit beperkt de duur van het programma. De vaat moet over
beide korven verspreid worden geplaatst en er moet minder
vaatwasmiddel toegepast worden dan voor een volle belading.
T
ABLET
PRODUCTEN
Deze optie is ideaal voor gecombineerde afwasmiddelen; hij garandeert
een optimale wasbeurt en een maximale benutting van de
eigenschappen van de multifunctionele tabletten. Bij activering van deze
optie zullen de eventueel reeds in hun bakjes aanwezige zouten en
glansmiddelen niet worden gebruikt.
Opmerking:
Wanneer de zout- en glansmiddelbakjes leeg zijn zullen ook bij een
geselecteerde optie, de bijbehorende controlelampjes blijven branden.
BELANGRIJK:
wanneer de optie niet meer is vereist moet u hem deactiveren door het
bijbehorende drukknopje in te drukken (het controlelampje gaat uit).
Wanneer de hardheid van het water is ingesteld op een waarde van
meer dan H3 en de optie wordt geactiveerd, zal het bijbehorende
controlelampje gaan knipperen, en op een onjuiste instelling wijzen.
Gecombineerde vaatwasmiddelproducten zijn niet geschikt voor gebruik
met al te “hard“ water; dit zal het gebruik van de optie niet verhinderen,
maar de wasresultaten zouden niet optimaal kunnen zijn.
GEPROGRAMMEERDE START
U kunt de start van het wasprogramma uitstellen om de werking van de
vaatwasser voor een bepaald gewenst tijdstip (bijv. ’s nachts) te
programmeren. Druk op de knop UITSTEL PROGRAMMA om de functie
te activeren. Bij het sluiten van deur zal de vaatwasser een voorwas
uitvoeren, waarvan op het eind de eerder ingestelde "programma-uitstel"
in werking treedt.
Instructies Voor de Gebruiker
15
ANNULERING VAN HET LOPENDE
PROGRAMMA
Om het lopende programma te
annuleren moet u, na de deur te
hebben geopend, de drukknop
PROGRAMMAKEUZE een paar
seconden lang ingedrukt houden tot
het doven van het
programmacontrolelampje; op de
display verschijnt “P0”.
De deur vervolgens weer sluiten.
Na ongeveer 1 minuut zal de vaatwasser naar de einde cyclus stand
gaan; op de display verschijnt “End”.
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om een programma waar de machine mee bezig is, te wijzigen, hoeft u
alleen maar de deur te openen en het nieuwe programma te selecteren.
Als u de deur weer sluit zal de vaatwasser automatisch het nieuwe
programma uitvoeren.
OM ENERGIE TE BESPAREN! EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
Spoel niet vooraf eerst af.
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding
tot 60°C.
Gebruik de optie: ENERGY SAVE.
OM HET VAATWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de vaatwasmiddelen aanwezige fosfaten vormen een probleem
voor het milieu. Om een overmatig vaatwasmiddel- en stroomverbruik te
voorkomen, raden wij aan om:
de delicate vaat te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve vaatwasmiddelen en hoge temperaturen;
het vaatwasmiddel niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
Instructies Voor de Gebruiker
16
Wanneer het nodig mocht blijken om tijdens het wassen de deur te
openen, zal het programma worden onderbroken, zal het betreffende
controlelampje blijven knipperen en zal een geluidssignaal erop wijzen
dat de cyclus nog niet is voltooid. U zult circa 1 minuut moeten wachten
voordat u de deur kunt sluiten om het programma weer te hervatten. Bij
het sluiten van de deur zal het programma weer worden hervat vanaf het
punt waarop het werd onderbroken. Het verdient aanbeveling om deze
handeling uitsluitend indien noodzakelijk uit te voeren, omdat het
onregelmatigheden in de afwerking van het programma zou kunnen
veroorzaken.
BEËINDIGING
Op het eind van het programma zendt de
vaatwasser een kort geluidssignaal uit en zullen
de controlelampjes van de programma’s 5 en
6, 5 minuten lang knipperen, waarna de
vaatwasser automatisch uitgaat om het verbruik
tijdens de stand-by te verminderen.
Om de machine weer in te schakelen moet u de drukknop
AAN/UIT
indrukken.
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste 20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het aangeraden om eerst de onderste korf en daarna pas de
bovenste korf leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker
17
4. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de
volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Dosering van het glansmiddel;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
4.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water
(hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op
de opgedroogde vaat, die, na verloop van
tijd mat zullen worden. De vaatwasser is
uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de
hardheids-elementen uit het water onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op
een hardheidsgraad van 3.
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
20
wasbeurten moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
heeft een capaciteit van ongeveer 1,7 kg grof zout. Sommige modellen
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij
het verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige
dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt
zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd
moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met
behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen.
Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de
opening verwijderen.
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit de werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval vervalt de
garantie.
Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor
huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten, het
reservoir niet volledig af.
ZOUT
Instructies Voor de Gebruiker
18
Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk
door het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van
zout water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de
aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen.
AFSTELLING VAN DE WATERONTHARDER
(beschikbaar in alle programma's, uitgezonderd het weken programma)
De vaatwasser is uitgerust met een elektronisch controlesysteem
waarmee de waterontharder afgesteld kan worden afhankelijk van de
hardheid van het water. Voor het afstellen van de waterontharder moet u
als volgt te werk gaan.
Houd de drukknop UITSTEL PROGRAMMA enkele seconden
lang ingedrukt tot op het DISPLAY 3 CIJFERS het symbool H
verschijnt – gevolgd door de ingestelde waarde.
Wanneer u de drukknop UITSTEL PROGRAMMA nogmaals
indrukt kunt de meest geschikte hardheidswaarde kiezen (h.-0, h.-1.
h.-2…h.-5) u. Kies de waarde aan de hand van de “Hardheid water
tabel”.
Om de programmering te verlaten moet u een willekeurige knop
indrukken of het toetsenbord circa 2 seconden lang niet gebruiken.
Instructies Voor de Gebruiker
19
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
REGELING
°H Duitse
graden
°F Franse
graden
°l Engels
graden
0 - 6 0 - 11 0 - 8
h.
-
0
GEEN ZOUT
7 - 10 12 - 18 9 - 12
h.
-
1
11 - 15 19 - 27 13 - 19
h.
-
2
16 - 21 28 - 37 20 – 26
h.
-
3
22 - 28 38 - 50 27 – 35
h.
-
4
29 - 35 51 - 62 36 - 43
h.
-
5
36 - 50 63 - 90 44 - 63
h.
-
6
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
Na de regeling of weergave van de ingestelde waarde volstaat het de
knop slechts een paar seconden onberoerd te laten waarna de
vaatwasser automatisch de regelmodus zal verlaten om terug te keren in
de standaardstand.
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel
en het vaatwasmiddel
De doseerbakjes voor het
vaatwasmiddel en het
glansspoelmiddel bevinden zich aan
de binnenkant van de deur: links dat
van het vaatwasmiddel en rechts dat
van het glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór
iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld.
Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
Instructies Voor de Gebruiker
20
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de
vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt
automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het
water toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de
binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de deur.
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het
venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer
glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het
controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat
branden.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot
schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld.
De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop
op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de
regelknop.
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼
slag linksom worden gedraaid en verwijderd.
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de
dosering in de gewenste stand.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
Instructies Voor de Gebruiker
21
VULLEN M
ET
VAAT
WASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u
drukknop P licht indrukken. Voeg het vaatwasmiddel toe
en sluit het deksel zorgvuldig af. Tijdens het wassen zal
het bakje automatisch worden geopend.
Wanneer u een programma met warme voorwas kiest (zie de
programmatabel), moet u een extra hoeveelheid vaatwasmiddel in
de holte G/H (afhankelijk van de modellen) doen.
Gebruik uitsluitend specifieke vaatwasmiddelen voor vaatwassers.
Het gebruik van vaatwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot
belang voor optimale wasresultaten.
Bewaar het vaatwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge
plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen
beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de
vaatwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het
vaatwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
Gebruik geen vaatwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge
schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan
beïnvloeden.
Zorg voor een goede dosering van het vaatwasmiddel. Te weinig
vaatwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het
vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar
slechts verspilling is.
Er zijn vloeibare en vaatwasmiddelen in poedervorm in de handel,
die onderling verschillen voor wat betreft hun chemische
samenstelling en die fosfaten kunnen bevatten of niet, die in dat
geval zijn vervangen door natuurlijke enzymen.
- Fosfaathoudende vaatwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen
vetten en amide bij temperaturen van meer dan 60°C .
- De enzymen bevattende vaatwasmiddelen zijn ook al bij lagere
temperaturen actief (vanaf 40 tot 5C ) en zijn biologisch beter
afbreekbaar. Met dit type vaatwasmiddel kunnen bij lagere
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders
pas bij programma's van 65°C mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van
vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
Instructies Voor de Gebruiker
22
De aanwezigheid van, vloeibaar vaatwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het
aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot
de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van
de huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun
eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande
etensresten laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze
vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder
stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede
wasresultaten.
Instructies Voor de Gebruiker
23
LET OP!
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten
schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in
aanraking zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich
vlekken vormen.
De vaat mag niet buiten de randen van de korf uitsteken. Bij het
sluiten van de deur zou de vaat beschadigd kunnen raken of zou
het de volledige sluiting van de deur kunnen verhinderen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
Houten pannen en couverts: kunnen beschadigd raken als
gevolg van de hoge wastemperaturen;
handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen
en het vaatwasmiddel kunnen ze beschadigen;
plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan
verkleuren;
glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter
glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden
en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij
altijd aan om het minst agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de
vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na
frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand
lang een paar elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
24
4.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van 13 couverts inclusief het
opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de
onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en
vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn toegestaan, op voorwaarde dat
er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de koekenpannen voor
wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken worden blootgesteld aan de
van onderen afkomstige waterstralen.
Om bij het laden van vaat van grote
afmetingen de ruimte in de korf zo goed
mogelijk te benutten heeft dit model 4 sectoren
met wegklapbare bordensupports.
ACCESSOIRES ONDERSTE KORF
Sommige modellen hebben praktische accessoires voor de onderste
korf die een betere droging van de borden verzekeren. U vindt deze
accessoires in het daarvoor bestemde zakje; om ze te gebruiken hoeft u
ze alleen maar in de speciale openingen te steken zoals afgebeeld in de
tekening.
Instructies Voor de Gebruiker
25
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De
pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en
dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
Voorbeelden van intensieve belasting vuil:
Instructies Voor de Gebruiker
26
BESTEKCONTAINER
De container is uitgerust met verwijderbare bestekelementen waarin de
verschillende delen van het bestek onderling op voldoende afstand
blijven voor een optimale passage van het water. U vindt de elementen
en het centrale dekseltje in het zakje met accessoires. Het centrale
dekseltje dient uitsluitend als afdekking.
De bestekelementen kunnen worden verwijderd en los worden
gebruikt.
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het
handvat naar beneden gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich
niet bezeert aan de lemmetten van de messen. De container is bestemd
voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de
bovenste sproeiarm hindert. Spanen, houten lepels en keukenmessen
kunnen in de bovenste korf worden gelegd, waarbij u ervoor moet
opletten dat de mespunten niet buiten de korf uitsteken.
De container kan overdwars worden verplaatst en kan op
iedere plek
worden geplaatst voor een optimale benutting van de ruimte in de
onderste korf.
Instructies Voor de Gebruiker
27
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of
middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden,
koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic
voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen
er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Laad de borden met de holle zijde naar voren; kopjes en holle
recipiënten moeten altijd met de opening naar beneden worden gezet.
Aan de linkerkant van de mand kunt u op twee niveaus kopjes en glazen
laden. In het midden kunt u borden en bordjes rechtop in de speciale
supporten zetten.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
28
Andere accessoires van de bovenste korf:
- Supporten voor kopjes of lange voorwerpen (soeplepels,
lepels…), links, kunnen rechtop worden gezet indien niet
gebruikt.
- Support voor glazen met lange steel (glass holder), links; om
hem te gebruiken hoeft u hem slechts rechtop te zetten en in de
speciale bevestigingen vast te haken.
- Vaste of losse centrale supporten. De losse supporten kunnen
rechtop geblokkeerd worden en, indien niet gebruikt, tegen de
achterkant van de mand worden gezet, of in een
tussenliggende stand, afhankelijk van de behoefte.
Instructies Voor de Gebruiker
29
REGELING VAN DE
BOVENSTE KORF
De hoogte van de bovenste korf kan worden aangepast om in de
onderste korf ruimte te creëren voor borden of vaat van grote
afmetingen.
R
egelbaar in
drie standen
aan beide zijden.
De zijkanten van de korf moeten altijd op dezelfde hoogte worden
gezet.
Til de korf op bij de bovenste rand (1) tot aan de eerste of tweede
klik, afhankelijk van de gewenste hoogte.
Maak de korf vrij met de vrijgavehendel (2) en laat hem zakken.
De regeling is ook met een volle korf mogelijk, in dit geval moet u de korf
bij het zakken met de hand tegenhouden om de vaat te beschermen.
Instructies Voor de Gebruiker
30
5. Reiniging en onderhoud
Voordat u onderhoud gaat uitvoeren op het apparaat moet u de
stekker uit het stopcontact verwijderen of de spanning onderbreken
met de meerpolige scheidingsinrichting.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met
regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel
voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden schoongemaakt. De
pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden schoongemaakt.
Periodiek én of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat
zich op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat
water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water A moet regelmatig
worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de
toevoerslang los, verwijder het filter A en maak hem voorzichtig onder een
straal water schoon. Plaats het filter A weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken
periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een
straal water en plaats ze weer zorgvuldig in hun houders terug en controleer of
hun draaibeweging op geen enkele wijze wijze wordt belemmerd.
Om de bovenste sproeiarm te verwijderen moet de stelring R worden
losgedraaid.
U kunt de onderste sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het
midden vast te pakken en naar boven te trekken.
Instructies Voor de Gebruiker
31
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter C te
controleren en, indien noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te
verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze linksom draaien en naar
boven trekken;
druk van onderen tegen de centrale filter D om hem uit de microfilter
te verwijderen;
haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door
op de door de pijl aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED
ONDERHOUD:
De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
Controleer bij het verwijderen van het filter of er geen
etensresten op zijn achtergebleven. Eventuele in het putje
gevallen resten zouden bepaalde hydraulische onderdelen kunnen
blokkeren of de mondstukken van de sproeiers kunnen verstoppen.
Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen:
de vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.
Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om
schade aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze
luchtjes in de waskuip vormen.
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker
32
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de
kraan stromen.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
de waterkraan is geopend;
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
er geen knik in de afvoerslang zit;
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Indien de vaat niet schoon mocht blijken, moet u controleren of:
er (voldoende) vaatwasmiddel is ingevoerd;
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de
aard van vervuiling van de vaat;
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Instructies Voor de Gebruiker
33
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
de dosering ervan goed is ingesteld;
de kwaliteit van het gebruikte vaatwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van
een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale
producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
controleer of u de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel gebruikt.
Sommige vaatwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten
en de waterontharder goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de
storingen zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde
technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat
uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn
voor rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
34
6. Oplossen van foutmeldingen
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een
vooraf geprogrammeerde reeks van mogelijke storingen van de
vaatwasser kan opsporen en signaleren.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE
STORINGEN
STORING BESCHRIJVING
Err01
De overstromingsbeveiliging (indien aanwezig) is in werking getreden.
Err02
Het systeem dat het waterniveau in de vaatwasser beperkt heeft
ingegrepen.
Err03
De machine verwarmt het water niet.
Err04
De temepratuursonde is niet aangesloten.
Err05
De vaatwasser vult zich niet met water.
Err06
De machine pompt het water niet uit de kuip.
Err07
De vaatwasser is niet in staat om de heoveelheid ingenomen water
precies te Meten.
Err08
Afwijking in het watterdistributiesysteem van de korven.
Err09
Afwijking aan het watervulsysteem.
Als zich de alarmsituatie voordoet zal de machine het actieve programma
onderbreken en de afwijking signaleren.
Bij de foutcodes Err01, Err02, Err03, Err04, Err08, Err09 zullen de
lopende programma's onmiddellijk worden onderbroken.
De foutcodes Err05, Err06 zullen het lopende programma onderbreken
en, wanneer de oorzaak eenmaal is verholpen, de uitvoering van het
programma hervatten.
De foutcode Err07 wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in
ieder geval wordt afgewerkt, omdat de werking van de vaatwasser er
niet door wordt geschaad.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen. Nu
kunt u de vaatwasser weer opnieuw programmeren.
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de
Panasonic Technische Servicedienst wenden.
Instructies Voor de Gebruiker
35
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
597
÷
599 mm
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde
van het bedieningspaneel
550 mm
Hoogte
van 820 mm tot 890 mm
Capaciteit 13 Standaardcouverts
Druk van het toevoerwater min. 0,05 - max. 0,9 MPa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Elektrische gegevens Zie het typeplaatje
Panasonic Corporation
Web Site: http://panasonic.com
© Panasonic Corporation 2012
Persuant to the directive 2004/108/EC, article 9(2)
Panasonic Testing Centre
Panasonic Marketing Europe GmbH
Winsbergring 15, 22525 Hamburg, Germany
19 290 1376 00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37

Panasonic NPB6M1FIGB de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor