Instructies Voor de Gebruiker
2
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-
instrumenten van de vaatwasser zijn aanwezig
op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De
handelingen voor het inschakelen,
programmeren, uitschakelen enz. kunnen
uitsluitend bij een geopende deur plaatsvinden.
1
AAN/UIT TOETS
Met het indrukken van deze toets schakelt u de
wasmachine in of uit.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het
geselecteerde programma en eventuele storingen
(oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
+ REGELING VAN DE ONTHARDER
Dient voor de keuze van het gewenste wasprogramma en
de regeling van de waterontharder.
4
INDICATOR REGELING HARDHEID WATER
GEACTIVEERD
Het knipperende controlelampje wijst erop dat de
machine in de “regeling hardheid water” modus staat.
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
Het brandende controlelampje wijst op het ontbreken van
regeneratiezout in het daarvoor bestemde reservoir.