Brandt DWM454 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoudsopgave

1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik _____________________82
2. Installatie en inbedrijfstelling ______________________________85
3. Gebruiksinstructies _____________________________________87
4. Beschrijving van het bedieningspaneel______________________95
5. Schoonmak en onderhoud ______________________________103
Geachte klant,
Wij danken u voor de aanschaf van een BRANDT vaatwasser en het
door u getoonde vertrouwen.
Onze onderzoekers hebben een nieuwe generatie van apparaten
ontwikkeld om u het leven gemakkelijker te maken.
Dankzij het gebruiksgemak, de optimale efficiëntie van het afwassen en
drogen, het sobere en vloeiende ontwerp en een ongeëvenaarde stilte,
is de BRANDT vaatwasser een vernieuwend apparaat dat uitmuntende
prestaties levert.
Het productgamma van Brandt omvat tevens een uitgebreide keuze aan
was- en droogmachines, koelkasten en diepvriezers, fornuizen en
ovens, kookplaten en afzuigkappen, allemaal geschikt voor combinatie
met uw nieuwe BRANDT vaatwasser.
In het kader van onze voortdurende inspanningen om optimaal tegemoet
te komen aan uw behoeften voor wat betreft onze producten, staat onze
klantendienst uiteraard volledig tot uw beschikking voor uw vragen of
suggesties (u vindt het adres op het eind van deze brochure).
BRANDT weerspiegelt het toppunt van de vernieuwing en draagt bij aan
de verbetering van de kwaliteit van het dagelijkse leven met altijd
efficiëntere, gebruiks- en milieuvriendelijke, aantrekkelijke en
betrouwbare producten.
Het Merk BRANDT
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn
bestemd voor de bevoegde installateur die is belast met de installatie,
inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de
gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
Aanwijzingen

1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT:
HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN
BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE
LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN
UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),
MET INBEGRIP VAN
HET VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET
APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE WERKZAAAMHEDEN:
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT
ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT
VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER
EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN
DE DEUR.
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE
DEUR MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE
HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE VERSCHILLENDE VAN DE
VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE
WIJZE.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS
GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET
ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER, MOET EEN MEERPOLIGE
SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE
CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN HETZELFDE TYPE TE ZIJN
EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF
DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET
OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET TYPEPLAATJE. VERMIJD
HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
TREK NOOIT AAN DE
KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
#CPYKL\KPIGP

NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD
TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
NA DE VERVANGING VAN DE VOEDINGSKABEL, MOET U ERVOOR
ZORGEN DAT DE VERANKERINGSBEUGEL VAN DE KABEL GOED
WORDT VASTGEZET.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING
MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET
WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM
STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT.
SNIJD, NA DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN,
DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT
MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN GESCHEIDEN AFVALVERWERKING
WORDEN GEBRACHT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET
LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN. VERVOLGENS MOET U
EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN!
RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN
OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES
OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
ZORG
ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE GEOPENDE
VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN,
POLYSTYROL, METALEN DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN
KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET
APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN
DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL KUNNEN
VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN
HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
Aanwijzingen

DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF
ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE
PERSONEN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET
DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER
ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET
DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF
HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR
MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE
CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN
VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN
BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN
DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP
UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BIJ
BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT
LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN
UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U
HET VAN DE ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
PROBEER
NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT
ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES
MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL
WORDEN UITGEVOERD:
REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND
PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor letsel aan personen of
schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande
voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel deel van het
apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
Instructies Voor de Installateur

2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met
de zijkanten of de achterkant tegen meubels of wanden worden
geplaatst. Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst
moet een warmteïsolerende wand worden geplaatst om oververhitting
en een slechte werking te voorkomen. Voor de stabilteit moeten de
inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder
ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast
geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de inbouw te
vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen
worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd
en dat ze niet te strak gespannen komen te staan. Voor de passage van
de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van minimaal Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare
voetjes. Dit is vereist voor de correcte werking van de vaatwasser.
Aleen voor de vrijstaande modellen: wanneer het apparaat niet in een
nis is geplaatst en dus vanaf een zijkant toegankelijk is, moet u, om
veiligheidsredenen, de kant van het deurscharnier bekleden (gevaar
voor verwondingen).
De bekledingen zijn beschikbaar als accessoire bij de gespecialiseerde
wederverkopers of de Technische Servicedienst.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met
behulp van een schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan
worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen: als de
waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat
u de aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water
helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te
voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding,
uitsluitend nieuwe slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte
slangen.
Instructies Voor de Installateur

AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de
vaatwasser geleverde filter
A
, aan op een koudwaterkraan
met een schroefdraad van ¾" gas.
Draai de slang met de
hand stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag
na met een tang.
Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het
filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
maximaal 60°C.
Bij
gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden
teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn. De aansluiting
moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op
dezelfde wijze als beschreven voor het koude water.
AANSLUITING OP DE AFVOER
Steek de speciale slang in een
afvoerleiding met een
minimumdoorsnede van
4 cm
of in
een verbindingsstuk naar de sifon
onder de gootsteen; indien
noodzakelijk kunt u de slang ook
met behulp van de samen met het
apparaat geleverde houder in de
gootsteen zelf hangen, waarbij u
ervoor moet zorgen dat hij niet wordt
afgeklemd en dat er geen knikken in
komen. Het is belangrijk dat de slang
niet kan losraken en vallen. Om
deze reden heeft de slanghouder
een gat waarmee hij met behulp van
een touwtje aan de pijp of kraan kan
worden bevestigd. Het vrije eind
moet op een hoogte tussen de
30
en
100
cm
worden aangebracht en
mag nooit onder water staan.
Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en
in dat geval moet de afvoerslang maximaal
85
cm
van de grond af
worden aangebracht.
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met
de instructies van hfst. "1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
Instructies Voor de Gebruiker

3. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de
volgende handelingen noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
Regeling van de ontharder;
Vullen met het regeneratiezout;
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
3.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water
(hardheidsgraad van het water) is
verantwoordelijk voor de witte vlekken op
de opgedroogde vaat, die, na verloop van
tijd mat zullen worden. De vaatwasser is
uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor
specifiek bestemd regeneratiezout, de
hardheids-elementen uit het water onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op
een hardheidsgraad van
3
(gemiddelde
hardheid
41-60°dF
24-31°dH
).
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
20
wasbeurten
moeten worden bijgevuld. Het reservoir van de ontharder
heeft een capaciteit van ongeveer
1,5 Kg
grof zout. Sommige modellen
zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij
het verminderen van de zoutconcentratie in het water zal gaan zakken.
Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is door de doorzichtige
dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt
zich onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd
moet u de dop van het reservoir linksom losdraaien en het zout met
behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter toevoegen.
Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de
opening verwijderen.
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien
van het zout, tevens een liter water in het reservoir te gieten.
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de dop goed is
afgesloten. Het mengsel van water en afwasmiddel mag het
reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet
meer geldig.
Gebruik uitsluitend regeneratiezout voor vaatwassers voor
huishoudelijk gebruik. Vul, bij gebruik van zouttabletten, het
reservoir niet volledig af.
<176
Instructies Voor de Gebruiker

Gebruik geen keukenzout, omdat dit niet-oplosbare substanties
bevat die na verloop van tijd het onthardingssysteem kunnen
beschadigen.
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij vóór u het wasprogramma
start; op deze wijze zal de overtollige zoutoplossing onmiddellijk
door het water worden verwijderd; een langdurige aanwezigheid van
zout water in de waskuip kan tot corrosievorming leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt: de
aanwezigheid van afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen.
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een inrichting die het mogelijk maakt om
de regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het
vulwater.
Aan de binnezijde van de plastic ring op de
rechterzijkant
in de
vaatwasser en maakt een gelijkmatige regeling vanaf het minimum tot
het maximum mogelijk.
Instructies Voor de Gebruiker

TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH) Franse graden (°dF)
REGELING
0 - 4 0 - 7 Staand nr. 1 GEEN ZOUT
5 - 9 8 - 15 Staand nr. 1
10 - 17 16 - 30 Staand nr. 2
18 - 26 31 - 45 Staand nr. 3
27 - 35 46 - 60 Staand nr. 4
36 - 47 61 - 80 Staand nr. 5
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de
hardheidsgraad van het water.
3.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel
en het afwasmiddel
De doseerbakjes voor het
afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van
de deur: links dat van het
afwasmiddel
en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het WEEK programma, moet het afwasmiddelbakje vóór
iedere wasbeurt met een geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld.
Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden bijgevuld indien nodig.
Instructies Voor de Gebruiker

TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de
vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt
automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het
water toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de
binnenkant van de deur.
Om het glansspoelmiddel toe te voegen:
Open de deur.
Draai de dop van het reservoir ¼ slag linksom en verwijder hem.
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het
venstertje naast de dop moet helemaal donker worden. Vul weer
glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of het
controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat
branden.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot
schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld.
De dosering kan echter worden geregeld met behulp van de regelknop
op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn aan de stand van de
regelknop.
De dosis moet worden verhoogd als de gewassen vaat mat is of ronde
vlekken vertoont.
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir ¼
slag linksom worden gedraaid en verwijderd.
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de
dosering in de gewenste stand.
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden verhoogd als de
gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont
moet de hoeveelheid glansspoelmiddel worden verminderd.
Instructies Voor de Gebruiker

VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u
drukknop
P
een weinig indrukken. Voeg het
afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af.
Tijdens het wassen zal het bakje automatisch
worden geopend.
Gebruik uitsluitend specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers.
Het gebruik van afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot
belang voor optimale wasresultaten.
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge
plek om de vorming van klonten die de wasresultaten nadelig zullen
beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend zullen de
afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het
afwasmiddel aan efficiëntie zal inboeten.
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge
schuimproductie ervan de werking van de vaatwasser nadelig kan
beïnvloeden.
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig
afwasmiddel zal leiden tot een onvolledige verwijdering van het vuil,
terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen, maar slechts
verspilling is.
Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die
onderling verschillen voor wat betreft hun chemische samenstelling
en die fosfaten kunnen bevatten of niet, die in dat geval zijn
vervangen door natuurlijke enzymen.
-
Fosfaathoudende afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen
vetten en amide bij temperaturen van meer dan 60°C.
-
De enzymen bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere
temperaturen actief (vanaf 40 tot 55°C) en zijn biologisch beter
afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders
pas bij programma's van 65°C mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van
afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor.
Instructies Voor de Gebruiker

Er bestaan afwasmiddelen in tabletvorm waarvan wordt verklaard
dat het gebruik van zouten of spoelmiddelen overbodig is. In
sommige gevallen zullen deze afwasmiddelen niet voldoen, vooral
bij gebruik met korte wasprogramma's en/of lage wastemperaturen
en/of te hard water (>35° F).
Bij problemen met de prestaties (bijv. een witte patina op de kuip of
de vaat, slechte resultaten bij het drogen, resten op de vaat na het
wassen) raden wij aan om weer terug te vallen op de traditionele
producten (zout in korrels, wasmiddel in poedervorm, vloeibaar
glansmiddel).
Wij wijzen er echter op dat bij het terugkeren naar het gebruik van
het traditionele zout een paar cycli nodig zullen zijn voordat de
installatie weer volledig efficiënt zal werken; u kunt dus nog sporen
van de witte patina op de kuip en de vaat vinden. Mocht het
probleem zich herhalen, waarschuw dan de Technische Dienst van
de Klantenservice.
Wanneer u een afwasmiddel in de vorm van tabletten gebruikt (wij
raden het gebruik aan van drie afzonderlijke producten:
afwasmiddel, zout en glansmiddel) moet u de tabletten in de
bestekcontainer leggen. Het doseerbakje is ontworpen voor het
gebruik van vloeibaar afwasmiddel of in poedervorm. Tijdens de
wascyclus gaat het deurtje niet volledig open en een tabletje wordt
daarom niet in zijn geheel afgegeven (gesmolten); dit zou kunnen
leiden tot:
-
een onvoldoende hoeveelheid tijdens de cyclus afgegeven
afwasmiddel, met slechte wasresultaten;
-
het samenpersen van het afwasmiddel in het doseerbakje en de
afgifte ervan tijdens het spoelen op het eind.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het
glansspoelmiddelreservoir zal de vaatwasser beschadigen.
Instructies Voor de Gebruiker

3.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het
aanbeveling om eerst de onderstaande aanbevelingen met betrekking tot
de aard van de te wassen vaat en de plaatsing ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van
de huishoudelijke vaat, maar in sommige gevallen moet met hun
eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de
filter zouden kunnen verstoppen en de waspomp beschadigen,
verwijderen;
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande
etensresten laten weken om het vuil beter te laten loskomen; om ze
vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder
stromend water wassen voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede
wasresultaten.
LET OP!
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen
en de draaiing van de sproeiarmen tijdens de werking niet
belemmeren;
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de
sproeiarmen of de waspomp zouden kunnen blokkeren;
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten
altijd met de opening naar beneden en met eventuele holle kanten
schuin worden gezet om het weglopen van het water te bevorderen;
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze
elkaar anders zouden afdekken;
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in
aanraking zouden kunnen komen en breken. Ook kunnen zich
vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Instructies Voor de Gebruiker

Vaat waarvoor het wassen in de vaatwasser wordt aanbevolen:
Houten couverts: kunnen beschadigd raken als gevolg van de
hoge wastemperaturen;
handwerkproducten: zijn slechts zelden geschikt om te worden
gewassen in een vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen
en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
plastic couverts: eventueel hittebestendige plastic couverts
moeten in de bovenste korf worden gewassen;
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken te vormen;
aluminium vaat: vaat van geanodiseerd aluminium kan
verkleuren;
glas en kristal: over het algemeen kunnen glazen en kristallen
voorwerpen in de vaatwasser worden gewassen. Er bestaan echter
glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat kunnen worden
en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij
altijd aan om het minst agressieve programma van de
programmatabel te kiezen;
vaat met decoraties: de in de handel verkrijgbare gedecoreerde
voorwerpen zijn over het algemeen goed tegen het wassen in de
vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de kleuren na
frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid
van de kleuren verdient het aanbeveling om ongeveer een maand
lang een paar elementen per keer te wassen.
Instructies Voor de Gebruiker

4. Beschrijving van het bedieningspaneel
4.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
samengebracht op het bedieningspaneel aan de voorzijde.
1
KEUZESCHAKELAAR
WASPROGRAMMA'S
2
TOETS
AAN/UIT
3
CONTROLELAMPJE
AAN/UIT
4
WEGGEWERKTE HANDGREEP OPENING DEUR
Instructies Voor de Gebruiker

INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te
selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest
geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de
mate van bevuiling van de vaat.
Als, via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma is
bepaald, moet u de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (1)
(zie hoofdstuk "4.
Beschrijving van het bedieningspaneel") draaien om het gewenste
programma in te stellen door de referentiewaarde met het
programmanummer overeen te laten stemmen.
HOEVEELHEID
ALWASMIDDEL
DUUR VERBRUIK
KEUZE-
SCHAKELAAR
EN CYCLUS
TYPE EN GRAAD
VUIL VAN HET
VAATWERK
AFWIKKELING
PROGRAMMA
GRAM MINUUT
(2)
WATER
LITER (1)
ENERGIE
Kwh (2)
1
Pannen en vaatwerk,
vòòr een
wasprogramm.
Koud voorwassen
_
6’ 4 0,01
2
Zeer vuil vaatwerk,
pannen,
niet-delicaat vaatwerk.
Koud voorwassen
Wassen bij 65°C
2 koude spoeling
Spoelen bij 68°C
Drogen met warme lucht
25 90’ 22 1,30
3
Normaal vuil vaatwerk.
Koud voorwassen
Wassen bij 65°C
1 koude spoelen
Spoelen bij 68°C
Drogen met warme lucht
25 85’ 19 1,10
4
(*) EN 50242
Direkt na gebruik
gewassen weinig-vuil
vaatwerk.
Wassen bij 65°C
1 koude spoelen
Spoelen bij 68°C
Drogen met warme lucht
25 75’ 15 1,15
5
Spoelen en drogen
van schoon
of stoffing vaatwerk.
1 koude spoelen
Spoelen bij 68°C
Drogen met warme lucht
_
40’ 9 0,70
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm.
(
) Niet voorzien.
Instructies Voor de Gebruiker

De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
Controlenorm EN 50242
Vergelijkbaar programma
(*) Keuzeschakelaar op
Belading 9 couverts
Soort afwasmiddel B
Dosering afwasmiddel 25 g
Regeling glansspoelmiddel Afhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6
EN 50242
De bovenste korf moet in de laagste stand worden gezet.
4.2 Wasprogramma's
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
de waterkraan geopend is;
er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
de korven op de juiste wijze zijn beladen;
de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien;
de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
Instructies Voor de Gebruiker

ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u de
AAN/UIT
(2)
toets
indrukken.
Plaats de programmakeuzeschakelaar op
WEKEN
en wacht tot
vaatwasser start. Als het programma is voltooid moet u de vaatwasser
uitschakelen met de toets
AAN/UIT (2)
.
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om het lopende programma te wijzigen moet u de vaatwasser
uitschakelen met de
AAN/UIT (2)
toets.
Plaats de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma en
start de vaatwasser weer door
AAN/UIT (2)
in te drukken.
De vaatwasser zal automatisch het nieuwe programma uitvoeren.
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
Was de vaat niet onder stromend water.
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
Spoel niet vooraf eerst af.
U kunt de vaatwasser aansluiten op een warmwaterleiding tot max.
60°C (indien beschikbaar).
Sluit, indien mogelijk het drogen uit en laat de deur op het eind
van het wasprogramma halfopen staan, de lucht en de restwarmte
zullen de vaat op perfecte wijze drogen.
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR
HET BEHOUD VAN HET MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen
een probleem voor het milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en
stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
de delicate vaat te scheiden van vaat die beter bestand is tegen
agressieve afwasmiddelen en hoge temperaturen;
het afwasmiddel niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
Instructies Voor de Gebruiker

Als het tijdens het wassen noodzakelijk mocht zijn om de deur te openen
zult u 1 minuut moeten wachten alvorens het programma weer
opnieuw te kunnen starten. Na de deur weer op correcte wijze te hebben
gesloten, zal het wasprogramma weer op het punt waarop het werd
onderbroken verder gaan. Deze handeling zou kunnen leiden tot
onregelmatigheden in het verloop van het programma.
BEËINDIGING
Na beëindiging van het wasprogramma zal de keuzeschakelaar,
afhankelijk van het uitgevoerde programma, op een
STOP
waarde
staan. Schakel de vaatwasser uit met de toets
AAN/UIT (2)
.
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste
20 minuten
wachten alvorens de vaat er uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om
te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf achtergebleven
waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen,
wordt het
aangeraden
om eerst de onderste korf en daarna pas de
bovenste korf leeg te halen.
Instructies Voor de Gebruiker

4.3 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van
9 couverts
inclusief het
opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de
onderste sproeiarm en is daarom bestemd voor de "moeilijkste" en
vuilste vaat.
Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de
plaatsing van het servies, de pannen en de
koekenpannen voor wordt gezorgd dat alle
vuile oppervlakken worden blootgesteld aan
de van onderen afkomstige waterstralen.
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De
pannen, koekenpannen en bijbehorende deksels moet ondersteboven
worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe en
dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker

BESTEKCONTAINER
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het
handvat naar beneden gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich
niet bezeert aan de lemmetten van de messen.
De container is bestemd voor alle soorten bestek,
uitgezonderd bestek waarvan de lengte de bovenste
sproeiarm hindert.
Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in
de bovenste korf worden gelegd,
waarbij u ervoor
moet opletten dat de punt van de messen niet
buiten de korf uitsteekt.
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of
middelgroot serviesgoed, zoals bijvoorbeeld glazen, kleine borden,
koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige plastic
voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen
er ook dienborden in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
Om de beschikbare ruimte zo goed mogelijk
te benutten, is de bovenste korf uitgerust met
twee plastic roosters die naar boven kunnen
worden geklapt om ruimte te creëren voor
hoge glazen, zoals bijvoorbeeld roemers.
Instructies Voor de Gebruiker

BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Plaats de vaat met de bovenkant naar voren gericht; kopjes en holle
recipiënten moeten altijd met de opening naar beneden gericht worden
geplaatst. Aan de linkerzijde van de korf kunnen op twee niveaus kopjes
en glazen worden geplaatst. in het midden kunnen borden en schoteltjes
verticaal in de speciale houders worden gezet.
Laadvoorbeelden:
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De bovenste korf kan in
twee standen
worden gezet, afhankelijk van de
persoonlijke behoeften en de hoogte van de in de onderste korf
geplaatste vaat.
Ga hiervoor als volgt te werk:
draai de blokkeringen
E
van beide geleiders, rechts en links,
90°
;
trek de korf eruit;
til de korf op en steek de laagste wielenparen in de geleiders;
zet de blokkeringen
E
weer terug in de beginstand.
Instructies Voor de Gebruiker

5. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat
loskoppelen.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met
regelmatige tussenpozen met een zachte met een normaal
schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek worden
schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons
worden schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het
aanbeveling om al het vuil dat zich op de kuip en de afdichtingen heeft
gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water
A
moet
regelmatig worden schoongemaakt. Sluit de waterkraan, draai het
uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter
A
en maak hem
voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter
A
weer in
diens houder terug en draai de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de
mondstukken periodiek te reinigen en mogelijke verstoppingen te
voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig
in hun houders terug
en controleer of hun draaibeweging op geen
enkele wijze wijze wordt belemmerd
.
Om de
bovenste
sproeiarm te verwijderen moet de stelring
R
worden losgedraaid.
U kunt de
onderste
sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in
het midden vast te pakken en naar boven te trekken.
Instructies Voor de Gebruiker

SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
Het verdient aanbeveling om het filter
H
van tijd tot tijd te
verwijderen en te controleren, en indien noodzakelijk, schoon te
maken. Om het filter te verwijderen moet u de handgreep
beetpakken en rechtsom draaien en vervolgens naar boven trekken.
Scheid vervolgens de delen
L
en
M
, en haal tenslotte de twee delen
waaruit het plastic filter bestaat uit elkaar door licht op de
aangegeven plekken te drukken en aan het bovenste gedeelte te
trekken om het eruit te trekken.
Verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED
ONDERHOUD:
De filters moeten met een harde borstel onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
Het is absoluut noodzakelijk dat de filters zorgvuldig worden
schoongemaakt overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen:
de vaatwasser kan niet functioneren als de filters verstopt zijn.
Plaats de filters weer zorgvuldig terug in hun houders, om
schade aan de waspomp te voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
Trek de steker uit het stopcontact.
Laat de deur op een kier om te voorkomen dat er zich vieze
luchtjes in de waskuip vormen.
Vul de doseerder met glansspoelmiddel.
Sluit de waterkraan.
Instructies Voor de Gebruiker

ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN:
controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de
kraan stromen.
Steek de steker weer in het stopcontact.
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
de waterkraan is geopend;
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
er geen knik in de afvoerslang zit;
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de
aard van vervuiling van de vaat;
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn
geplaatst;
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Instructies Voor de Gebruiker

Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
de dosering ervan goed is ingesteld;
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de
eigenschappen er niet van verloren zijn gegaan (bijv. als gevolg van
een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten
daarom van buitenaf afkomstig zijn (stukjes roest afkomstig van de
waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u speciale
producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt.
Sommige afwasmiddelen kunnen agressiever zijn dan andere;
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten
en de waterontharder goed is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de
storingen zich mochten blijven voordoen, zult u de dichtstbijzijnde
technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat
uitgevoerde werkzaamheden vallen niet onder de garantie en zijn
voor rekening van de gebruiker.
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
447
÷
449 mm
Diepte, gemeten vanaf de
buitenzijde van het
bedieningspaneel
600 mm
Hoogte
van 850 mm tot 870 mm
Capaciteit
9 Standaardcouverts
Druk van het toevoerwater
Min. 0,05 – max. 0,9 MPa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Brandt DWM454 de handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor