Zibro Kamin SRE 185 Handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
Handleiding
Geachte mevrouw, meneer,
Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw kachel. U hebt een kwaliteits-
product aangeschaft, waar u nog vele, vele jaren plezier van zult hebben, mits
u de kachel verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing,
voor een optimale levensduur van uw kachel.
Wij geven u namens de fabrikant 24 maanden garantie op alle optredende
materiaal- en fabricagefouten.
We wensen u veel warmte en comfort met uw kachel.
Met vriendelijke groet,
PVG International b.v.
Afdeling klantenservice
1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2 RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER.
3 VOUW VOOR HET LEZEN DE LAATSTE PAGINA UIT.           
1
52
HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN
Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen
om uw kachel te gebruiken. Voor de precieze
handelingen verwijzen wij u naar de HANDLEIDING
(pag. 55 en verder)
.
De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden
even naar ‘nieuw’ ruiken.
Bewaar uw brandstof op een koele, donkere
plaats.
Brandstof veroudert. Begin elk stookseizoen met
nieuwe brandstof.
Wanneer u stookt met Zibro Plus, bent u
verzekerd van de juiste kwaliteit brandstof.
Indien u overgaat op een ander merk en/of soort
kerosine, moet u de kachel eerst helemaal laten
leegbranden
.
BELANGRIJKE
ONDERDELEN
Voorplaat
Rooster
Bodemplaat
Deksel wisseltank
Bedieningspaneel
Handgreep
Wisseltank
Brandstofmeter
wisseltank
Luchtfilter
Ventilatorfilter
Thermostaat
Stekker + snoer
Informatiedisplay
-toets
Kinderslot
Insteltoetsen
(tijd en temperatuur)
Timer
Controlelampjes
                      
Verwijder alle verpakkingsmaterialen (zie hoofdstuk A, fig. A).
Vul de wisseltank (zie hoofdstuk B, fig. C).
Steek de stekker in het stopcontact.
Ontsteek de kachel met behulp van de -toets
(zie hoofdstuk D).
Verander zonodig de gewenste temperatuur met behulp van
de insteltoetsen
(zie hoofdstuk E).
Schakel de kachel uit door op de -toets te drukken.
1
2
3
4
5
6
1
53
Deze transportdop vindt
u los in de doos. Alleen
hiermee kunt u de
kachel na gebruik
probleemloos vervoeren.
Goed bewaren dus!
WAT U VOORAF MOET WETEN
ALTIJD VOLDOENDE VENTILEREN
Voor elke kachel geldt een bepaalde minimumruimte waarin u de kachel veilig,
zonder extra ventilatie kunt gebruiken
(zie hoofdstuk O). Als de betreffende
ruimte kleiner is dan aangegeven, dient u altijd een raam of deur op een kier te
zetten (± 2,5 cm). Dit raden wij ook aan bij ruimtes die sterk geïsoleerd of tochtvrij
gemaakt zijn en/of boven 1500 m. liggen. Als er onvoldoende ventilatie (lees:
zuurstof) is, geeft de kachel dit aan en slaat automatisch af. Gebruik uw kachel
niet in kelders en andere ondergrondse ruimtes.
DE JUISTE BRANDSTOF
Uw kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine van
hoge kwaliteit, zoals Zibro Plus. Alleen deze zorgt voor een schone en optimale
verbranding. Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot:
verhoogde kans op storingen
onvolledige verbranding
beperkte levensduur van de kachel
rook en/of stank
aanslag op rooster of mantel
De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel
gebruik van uw kachel.
Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw
kachel.
Alleen met de juiste
brandstof bent u
verzekerd van een veilig,
efficiënt en comfortabel
gebruik van uw
kachel.
1
54
A
HANDLEIDING
A HET INSTALLEREN VAN DE KACHEL
Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud. Naast de
kachel moet u ook beschikken over:
een brandstofhevelpompje
een transportdop
deze gebruiksaanwijzing
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of transport.
Open het deksel van de wisseltank
en verwijder het stukje karton.
Vul de wisseltank zoals aangegeven in
hoofdstuk B.
De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet
waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders
onder te leggen.
Steek de stekker
in het stopcontact (220/230 Volt - AC/50 Hz) en stel de
juiste tijd in met behulp van de insteltoetsen
(zie hoofdstuk C).
Uw kachel is nu gebruiksklaar.
B VULLEN MET BRANDSTOF
Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats (er
kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk:
Zorg dat de kachel uit is.
Open het deksel
en til de wisseltank uit de kachel (fig. B). Let op: de
tank kan even nadruppelen. Zet de wisseltank neer (dop naar boven) en
schroef de tankdop eraf.
Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de
jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. C). De geribbelde
slang steekt u in de opening van de wisseltank.
Draai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts).
Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof de wisseltank in begint
te stromen. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen.
Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank
(fig. D). Als u
ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje
weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de
brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt).
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
1
55
B
     
C
D
leeg vol
Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de
jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig
op de tank. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de
wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel.
C HET GOED ZETTEN VAN DE KLOK
De juiste tijd kunt u alleen instellen als de kachel niet brandt, maar de stekker wel
in het stopcontact zit. U gebruikt hiervoor de insteltoetsen
. Druk eerst op één
van beide toetsen om deze functie in te schakelen (het lampje CLOCK en het infor-
matiedisplay
gaan dan knipperen). Vervolgens kunt u de uren instellen met de
linkertoets (
hour) en de minuten met de rechtertoets (min.). Door éénmaal te
drukken, verhoogt u de waarde stap voor stap. Wanneer u de toets ingedrukt
houdt, loopt de waarde op tot u de toets loslaat. Na ongeveer 10 seconden stopt
het lampje met knipperen en staat de instelling vast. Vijf minuten na het uitscha-
kelen van de kachel, verdwijnt de informatie op het display en komt de kachel in
de stand-by stand. Door op een willekeurige toets te drukken, wordt de tijd weer
zichtbaar.
Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), moet
u de tijd opnieuw instellen.
D HET AANMAKEN VAN DE KACHEL
Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra venti-
latie. Maak de kachel altijd aan met behulp van de -toets
. Gebruik nooit luci-
fers of een aansteker.
Om de kachel te ontsteken, hoeft u alleen de -toets
in te drukken. Deze gaat
dan knipperen, ten teken dat de ontstekingsprocedure in werking is. Dit duurt
even. Als de kachel eenmaal brandt, blijft de -toets
geel.
Het informatiedisplay
toont twee getallen. Aan het lampje ernaast kunt u zien
dat deze betrekking hebben op de temperatuur (fig. F). Onder ROOM staat de
huidige temperatuur, terwijl onder SET de ingestelde temperatuur wordt vermeld.
Deze laatste kunt u veranderen met behulp van de insteltoetsen
(zie hoofdstuk E).
Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even of er nog voldoende brandstof
in de wisseltank zit.
E HET INSTELLEN VAN DE GEWENSTE TEMPERATUUR
U kunt de ingestelde temperatuur alleen veranderen als de kachel aan is. U
gebruikt hiervoor de insteltoetsen
. Druk eerst op één van beide toetsen om deze
functie in te schakelen (het lampje TEMP naast het informatiedisplay
gaat dan
knipperen).
Vervolgens kunt u de gewenste temperatuur verhogen door op de
rechtertoets (
min.) te drukken of verlagen met de linkertoets (hour). Na onge-
veer 10 seconden stopt het lampje met knipperen en staat de instelling vast (fig. F).
U kunt de temperatuur instellen op minimaal 6°C en maximaal 28°C.
Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), springt
de ingestelde temperatuur weer op de standaardwaarde van 20°C.
8
7
1
56
19
14
set room
temp.
clock
F: Links de gewenste
temperatuur, rechts de
gemeten temperatuur.
20
15
set room
temp.
clock
E: Als het lampje CLOCK
niet meer knippert, staat
de tijd vast ingesteld.
F HET BENUTTEN VAN DE TIMER
Met behulp van de timer kunt u de kachel automatisch laten aanslaan, op een
vooraf ingestelde tijd. Om de timer te kunnen instellen moet de juiste tijd zijn
ingesteld (
zie hoofdstuk C) en moet de kachel uit zijn. U gaat als volgt te werk:
Druk op de -toets
en meteen daarna op de toets TIMER .
Het lampje TIMER en het informatiedisplay
gaan nu knipperen.
Stel de tijd in waarop de kachel moet aanslaan, met behulp van de instel-
toetsen
. De linkertoets (hour) is voor de uren, de rechtertoets (min.)
voor de minuten (verspringt per 5 minuten).
Na ongeveer 10 seconden springt het informatiedisplay weer op CLOCK en
gaat het controlelampje TIMER branden, ten teken dat de timerfunctie is
ingeschakeld (fig. G).
De timer zorgt ervoor dat de ruimte op de ingestelde tijd bij benadering op
de gewenste temperatuur is.
Als u de kachel wilt uitzetten en met de timer wilt laten aanslaan, hoeft u
alleen maar de toets TIMER in te drukken (
zie hoofdstuk G).
Om de timerinstelling ongedaan te maken, drukt u éénmaal op de -toets
.
G HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
U hebt twee mogelijkheden om de kachel uit te zetten:
Druk de -toets
in. Het informatiedisplay springt dan op CLOCK en
binnen ongeveer een minuut is de kachel uit.
Wanneer u de kachel wilt uitzetten en de volgende keer met de timer wilt
laten aanslaan, drukt u op de toets TIMER
. Dan slaat niet alleen de kachel
af, maar wordt tegelijk de timerfunctie ingeschakeld. U kunt de gewenste tijd
veranderen met de insteltoetsen
(zie hoofdstuk F).
H WAT HET INFORMATIEDISPLAY U VERTELT
Het informatiedisplay is niet alleen bedoeld om u de (ingestelde) tijd en
temperatuur te tonen (
hoofdstuk C, E en F), maar ook voor het melden van
storingen. De code in het informatiedisplay vertelt u dan wat er aan de hand is:
CODE INFORMATIE ACTIE
e - 0 Te hoge temperatuur in de kachel
Afkoelen en opnieuw aanmaken
f - 0 Netspanning onderbroken Kachel opnieuw aanmaken
e - 1 Thermostaat defect Dealer informeren
f - 1 Brander-thermister defect Dealer informeren
e - 2 Startproblemen Dealer informeren
e - 5 Omvalbeveiliging Kachel opnieuw aanmaken
e - 6 Slechte verbranding Dealer informeren
2
1
4
3
2
1
1
57
t
i
m
e
r
h
o
u
r
m
i
n
20
15
set
room
temp.
clock
G: Het controlelampje
TIMER geeft aan dat de
timerfunctie is
ingeschakeld.
e-
o
set room
Bij storingen ziet u in het
informatiedisplay wat er
aan de hand is.
e - 7 Kamertemperatuur Indien nodig kachel
hoger dan 28°C opnieuw aanmaken
e - 8 Aanjagermotor defect Dealer informeren
e - 9 Luchtfilter vervuild óf Filter reinigen
Brandstofpomp vervuild Dealer informeren
De kachel heeft 48 uur onaf-
gebroken gebrand en is
automatisch afgeslagen Kachel opnieuw aanmaken
-- : -- Brandstof op Wisseltank vullen
(+ knipperend
FUEL-lampje)
-- : -- Te weinig ventilatie Beter ventileren
(+ knipperend
VENT-lampje)
Bij storingen waarin deze tabel niet voorziet, dient u altijd uw dealer te
raadplegen.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Deze kachel is uitgerust met een veiligheidssysteem dat er voor zorgt dat
de kachel na 48 uur onafgebroken automatisch afslaat. Het display geeft dan het
volgende aan:
.
Indien u dit wenst kunt u de kachel weer aanzetten door
op de -toets
te drukken (zie hoofdstuk D).
AUTOMATISCHE REINIGINGSFUNCTIE
Indien de kachel twee uur continu op zijn hoogste stand brandt, zal de brander
zichzelf automatisch reinigen. Dit wordt aangegeven in het display met de code
cl:05, teruglopend naar cl:00. Gedurende deze 5 minuten brandt de kachel op zijn
laagste stand, waardoor de brander zichzelf reinigt. Hierna schakelt hij automa-
tisch weer naar de hoogste stand.
I HET KINDERSLOT
Het kinderslot kunt u gebruiken om te voorkomen dat een kind per ongeluk de
instellingen van de kachel verandert. Tijdens het branden kan de kachel dan enkel
nog worden uitgeschakeld. Als de kachel al uit is, voorkomt het kinderslot ook dat
de kachel per ongeluk wordt aangemaakt.
U activeert het kinderslot door de betreffende toets
langer dan 3 seconden
ingedrukt te houden. Het controlelampje KEY-LOCK licht dan op (fig H), ten teken
dat het kinderslot is ingeschakeld. Om het kinderslot uit te schakelen drukt u nog-
maals langer dan 3 seconden op de toets KEY-LOCK.
J HET CONTROLELAMPJE 'FUEL'
Als het controlelampje FUEL begint te branden, heeft u nog voor 10 minuten
brandstof. Deze resterende brandtijd ziet u verstrijken in het informatiedisplay
(fig. I). Om de twee minuten hoort u bovendien een waarschuwingssignaal, ten
teken dat u de wisseltank moet bijvullen. Reageert u niet, dan gaat de kachel van-
zelf uit. Ook dan klinkt een waarschuwingssignaal. Het controlelampje FUEL knip-
pert nu en in het informatiedisplay knipperen vier streepjes. U kunt dit stoppen
door éénmaal op de -toets
te drukken.
Als de kachel helemaal leeggebrand is geweest, moet u na het bijvullen even
geduld hebben voordat de kachel weer gebruiksklaar is.
1
58
cl 05
set room
k
e
y
-
l
o
c
k
t
i
H: Als het lampje KEY-
LOCK oplicht, is het kin-
derslot ingeschakeld.
set room
p
fuel
vent.
10
I: Als het controlelampje
FUEL brandt, ziet u in het
informatiedisplay voor
hoeveel minuten u nog
brandstof hebt.
set room
K HET CONTROLELAMPJE 'VENT'
Als het controlelampje VENT begint te knipperen, is dat een teken dat de ruimte
onvoldoende wordt geventileerd (fig. J). De kachel zal vanzelf uitgaan.
Blijft het controlelampje VENT nog branden nadat u extra hebt geventileerd,
raadpleeg dan uw dealer.
L ONDERHOUD
Voordat u onderhoud pleegt, dient u de kachel uit te zetten en te laten afkoelen.
Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u elke week even het luchtfilter
en het ventilatorfilter te reinigen met een stofzuiger. Het rooster reinigt u
met een vochtige doek. Neem het luchtfilter er nu en dan even af (fig. K), om het
te reinigen met een sopje. Zorg dat het luchtfilter goed droog is, voordat u het
terug plaatst.
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje:
Haal de wisseltank
uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. L).
Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het
vuil te verwijderen.
(Nooit reinigen met water!)
Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
We raden u verder aan om stof en vlekken bijtijds af te nemen met een vochtige
doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ontstaan.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele
reparatie altijd contact op met uw dealer.
Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is, mag alleen een erkend installateur
dit vervangen door het type H05 VV-F.
M OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te bran-
den. Berg de kachel aan het einde van het stookseizoen stofvrij op, zo mogelijk met
gebruik van de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Maak deze dus op. Houdt u toch wat over, gooi deze brandstof dan niet weg, maar
volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg
deze gebruiksaanwijzing.
3
2
1
1
59
L
K
Brandstofzeefje
set room
p
fuel
vent.
J: Als het controlelampje
VENT knippert, is dat een
teken dat u extra moet
ventileren.
N VERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens het transport brandstof lekt, moet u de
volgende maatregelen nemen:
Laat de kachel afkoelen.
Haal de wisseltank
uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (zie
hoofdstuk L, fig. L
). Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel.
Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. M) en druk
deze goed aan.
Vervoer de kachel altijd rechtop.
O SPECIFICATIES
Ontsteking elektrisch Afmetingen (mm) breedte 374
Brandstof kerosine (inclusief bodemplaat) diepte 280
Capaciteit (kW) max. 3,0 hoogte 430
Capaciteit (kW) min. 0,8 Accessoires
brandstofhevelpomp
Geschikte ruimte (m
3
)
**
30-120 transportdopje
Brandstofverbruik (l/uur)
*
0,313 Netspanning 220V/230V
Brandstofverbruik (g/uur)
*
250 -- AC/50 Hz
Brandduur per tank (uur)
*
12,8 Elektrisch verbruik ontsteking 320 W
Inhoud wisseltank (liter) 4,0 continu 32 W
Gewicht (kg) 9,5
* Bij instelling op maximale stand
** Opgegeven waarde is indicatief
P DE GARANTIEVOORWAARDEN
U krijgt op uw kachel 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze
periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij
gelden de volgende regels:
Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen
wij uitdrukkelijk af.
Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet
tot verlenging van de garantie.
De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet-
originele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn
verricht door derden.
3
2
1
4
3
2
1
1
60
M
Transportdop
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals het brandermatje
en het brandstofhevelpompje, vallen buiten de garantie.
De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon
overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van
de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van ver-
keerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*.
De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen
daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de
gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de
kachel dan in reparatie bij uw dealer.
* Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande
vlammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit.
In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken, maar dan uitsluitend van het type B: een koolzuur- of poe-
derblusser.
10 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel.
2 Verplaats de kachel niet als deze brandt of nog heet is. In dat geval ook
niet bijvullen en geen onderhoud verrichten.
3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur,
gordijnen en meubels.
4 Gebruik de kachel niet in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het
sterk tocht. In beide gevallen krijgt u geen optimale verbranding.
Gebruik de kachel nooit in natte ruimtes zoals in de nabijheid van een
bad, douche of zwembad.
5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat. Bent u langere
tijd weg (bv. vakantie), trek dan ook de stekker uit het stopcontact.
6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde
tankjes en jerrycans.
7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme
temperatuurverschillen. Bewaar de brandstof altijd op een koele,
droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan).
8 Gebruik de kachel nooit op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen
aanwezig kunnen zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen).
9 Het rooster van de kachel wordt heet. De kachel mag niet
afgedekt worden (brandgevaar).
10 Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
7
6
5
4
1
61

Documenttranscriptie

Geachte mevrouw, meneer, Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw kachel. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, waar u nog vele, vele jaren plezier van zult hebben, mits u de kachel verantwoord gebruikt. Lees daarom eerst deze gebruiksaanwijzing, voor een optimale levensduur van uw kachel. Wij geven u namens de fabrikant 24 maanden garantie op alle optredende materiaal- en fabricagefouten. We wensen u veel warmte en comfort met uw kachel. Met vriendelijke groet, PVG International b.v. Afdeling klantenservice 1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING. 2 RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW DEALER. 3 VOUW VOOR HET LEZEN DE LAATSTE PAGINA UIT. 1 52            HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN BELANGRIJKE ONDERDELEN Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen om uw kachel te gebruiken. Voor de precieze  Voorplaat  Rooster  Bodemplaat  Deksel wisseltank  Bedieningspaneel  Handgreep  Wisseltank  Brandstofmeter handelingen verwijzen wij u naar de HANDLEIDING (pag. 55 en verder). 1 2 3 4 Verwijder alle verpakkingsmaterialen (zie hoofdstuk A, fig. A). Vul de wisseltank  (zie hoofdstuk B, fig. C). Steek de stekker in het stopcontact. Ontsteek de kachel met behulp van de -toets  (zie hoofdstuk D). 5 wisseltank de insteltoetsen (zie hoofdstuk E). 6 Luchtfilter Ventilatorfilter Thermostaat Stekker + snoer Informatiedisplay Verander zonodig de gewenste temperatuur met behulp van Schakel de kachel uit door op de • -toets  te drukken. De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden  -toets  Kinderslot  Insteltoetsen even naar ‘nieuw’ ruiken. • (tijd en temperatuur) Bewaar uw brandstof op een koele, donkere plaats. • Timer  Controlelampjes Brandstof veroudert. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof. •  Wanneer u stookt met Zibro Plus, bent u verzekerd van de juiste kwaliteit brandstof. • Indien u overgaat op een ander merk en/of soort kerosine, moet u de kachel eerst helemaal laten leegbranden.                     1 53    WAT U VOORAF MOET WETEN ALTIJD VOLDOENDE VENTILEREN Voor elke kachel geldt een bepaalde minimumruimte waarin u de kachel veilig, zonder extra ventilatie kunt gebruiken (zie hoofdstuk O). Als de betreffende ruimte kleiner is dan aangegeven, dient u altijd een raam of deur op een kier te zetten (± 2,5 cm). Dit raden wij ook aan bij ruimtes die sterk geïsoleerd of tochtvrij gemaakt zijn en/of boven 1500 m. liggen. Als er onvoldoende ventilatie (lees: zuurstof) is, geeft de kachel dit aan en slaat automatisch af. Gebruik uw kachel niet in kelders en andere ondergrondse ruimtes. DE JUISTE BRANDSTOF Uw kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine van hoge kwaliteit, zoals Zibro Plus. Alleen deze zorgt voor een schone en optimale verbranding. Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot: Alleen met de juiste brandstof bent u verzekerd van een veilig, efficiënt en comfortabel gebruik van uw kachel.  verhoogde kans op storingen  onvolledige verbranding  beperkte levensduur van de kachel  rook en/of stank  aanslag op rooster of mantel De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel gebruik van uw kachel. Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw kachel. A Deze transportdop vindt u los in de doos. Alleen hiermee kunt u de kachel na gebruik probleemloos vervoeren. Goed bewaren dus! 1 54 HANDLEIDING A     HET INSTALLEREN VAN DE KACHEL 1 Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud. Naast de kachel moet u ook beschikken over:  een brandstofhevelpompje  een transportdop  deze gebruiksaanwijzing Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of transport. 2 Open het deksel van de wisseltank  en verwijder het stukje karton. 3 Vul de wisseltank zoals aangegeven in hoofdstuk B. 4 De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders onder te leggen. 5 Steek de stekker in het stopcontact (220/230 Volt - AC/50 Hz) en stel de juiste tijd in met behulp van de insteltoetsen  (zie hoofdstuk C). 6 Uw kachel is nu gebruiksklaar. B B VULLEN MET BRANDSTOF Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats (er kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk: 1 Zorg dat de kachel uit is. C 2 Open het deksel  en til de wisseltank  uit de kachel (fig. B). Let op: de tank kan even nadruppelen. Zet de wisseltank neer (dop naar boven) en schroef de tankdop eraf. 3 Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. C). De geribbelde slang steekt u in de opening van de wisseltank. 4 Draai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts). 5 Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof de wisseltank in begint D te stromen. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen. 6 Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank  (fig. D). Als u ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de leeg vol brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt). 1 55   7 Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig op de tank. Veeg eventueel gemorste brandstof weg. 8 Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel. C HET GOED ZETTEN VAN DE KLOK De juiste tijd kunt u alleen instellen als de kachel niet brandt, maar de stekker wel in het stopcontact zit. U gebruikt hiervoor de insteltoetsen . Druk eerst op één room van beide toetsen om deze functie in te schakelen (het lampje CLOCK en het infor- 20 15 matiedisplay gaan dan knipperen). Vervolgens kunt u de uren instellen met de set temp. clock linkertoets (hour) en de minuten met de rechtertoets (min.). Door éénmaal te drukken, verhoogt u de waarde stap voor stap. Wanneer u de toets ingedrukt houdt, loopt de waarde op tot u de toets loslaat. Na ongeveer 10 seconden stopt E: Als het lampje CLOCK niet meer knippert, staat de tijd vast ingesteld. het lampje met knipperen en staat de instelling vast. Vijf minuten na het uitschakelen van de kachel, verdwijnt de informatie op het display en komt de kachel in de stand-by stand. Door op een willekeurige toets te drukken, wordt de tijd weer zichtbaar. ☞ D Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), moet u de tijd opnieuw instellen. HET AANMAKEN VAN DE KACHEL Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra ventilatie. Maak de kachel altijd aan met behulp van de -toets . Gebruik nooit luci- fers of een aansteker. Om de kachel te ontsteken, hoeft u alleen de -toets  in te drukken. Deze gaat dan knipperen, ten teken dat de ontstekingsprocedure in werking is. Dit duurt even. Als de kachel eenmaal brandt, blijft de -toets  geel. Het informatiedisplay toont twee getallen. Aan het lampje ernaast kunt u zien set temp. clock room dat deze betrekking hebben op de temperatuur (fig. F). Onder ROOM staat de 19 1 4 huidige temperatuur, terwijl onder SET de ingestelde temperatuur wordt vermeld. Deze laatste kunt u veranderen met behulp van de insteltoetsen (zie hoofdstuk E). Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even of er nog voldoende brandstof F: Links de gewenste temperatuur, rechts de gemeten temperatuur. in de wisseltank zit. E HET INSTELLEN VAN DE GEWENSTE TEMPERATUUR U kunt de ingestelde temperatuur alleen veranderen als de kachel aan is. U gebruikt hiervoor de insteltoetsen . Druk eerst op één van beide toetsen om deze functie in te schakelen (het lampje TEMP naast het informatiedisplay gaat dan knipperen). Vervolgens kunt u de gewenste temperatuur verhogen door op de rechtertoets (min.) te drukken of verlagen met de linkertoets (hour). Na ongeveer 10 seconden stopt het lampje met knipperen en staat de instelling vast (fig. F). U kunt de temperatuur instellen op minimaal 6°C en maximaal 28°C. Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), springt de ingestelde temperatuur weer op de standaardwaarde van 20°C. 1 56 F HET BENUTTEN VAN DE TIMER Met behulp van de timer kunt u de kachel automatisch laten aanslaan, op een vooraf ingestelde tijd. Om de timer te kunnen instellen moet de juiste tijd zijn ingesteld (zie hoofdstuk C) en moet de kachel uit zijn. U gaat als volgt te werk: 1 Druk op de -toets  en meteen daarna op de toets TIMER . Het lampje TIMER en het informatiedisplay gaan nu knipperen. 2 Stel de tijd in waarop de kachel moet aanslaan, met behulp van de insteltoetsen . De linkertoets (hour) is voor de uren, de rechtertoets (min.) set temp. clock voor de minuten (verspringt per 5 minuten). room 20 15 3 Na ongeveer 10 seconden springt het informatiedisplay weer op CLOCK en gaat het controlelampje TIMER branden, ten teken dat de timerfunctie is ingeschakeld (fig. G). tim e r h o ur min G: Het controlelampje TIMER geeft aan dat de timerfunctie is ingeschakeld. 4 De timer zorgt ervoor dat de ruimte op de ingestelde tijd bij benadering op de gewenste temperatuur is. ☞ Als u de kachel wilt uitzetten en met de timer wilt laten aanslaan, hoeft u alleen maar de toets TIMER in te drukken (zie hoofdstuk G). Om de timerinstelling ongedaan te maken, drukt u éénmaal op de G -toets . HET UITZETTEN VAN DE KACHEL U hebt twee mogelijkheden om de kachel uit te zetten: 1 Druk de -toets  in. Het informatiedisplay springt dan op CLOCK en binnen ongeveer een minuut is de kachel uit. 2 Wanneer u de kachel wilt uitzetten en de volgende keer met de timer wilt laten aanslaan, drukt u op de toets TIMER . Dan slaat niet alleen de kachel af, maar wordt tegelijk de timerfunctie ingeschakeld. U kunt de gewenste tijd veranderen met de insteltoetsen  (zie hoofdstuk F). H WAT HET INFORMATIEDISPLAY U VERTELT Het informatiedisplay is niet alleen bedoeld om u de (ingestelde) tijd en temperatuur te tonen (hoofdstuk C, E en F), maar ook voor het melden van storingen. De code in het informatiedisplay vertelt u dan wat er aan de hand is: set e- room o Bij storingen ziet u in het informatiedisplay wat er aan de hand is. CODE INFORMATIE efefeee- Te hoge temperatuur in de kachel Afkoelen en opnieuw aanmaken 0 0 1 1 2 5 6 ACTIE Netspanning onderbroken Kachel opnieuw aanmaken Thermostaat defect Dealer informeren Brander-thermister defect Dealer informeren Startproblemen Dealer informeren Omvalbeveiliging Kachel opnieuw aanmaken Slechte verbranding Dealer informeren 1 57 e- 7 e- 8 e- 9 Kamertemperatuur Indien nodig kachel hoger dan 28°C opnieuw aanmaken Aanjagermotor defect Dealer informeren Luchtfilter vervuild óf Filter reinigen Brandstofpomp vervuild Dealer informeren De kachel heeft 48 uur onafgebroken gebrand en is -: -(+ knipperend automatisch afgeslagen Kachel opnieuw aanmaken Brandstof op Wisseltank vullen Te weinig ventilatie Beter ventileren FUEL-lampje) -: -(+ knipperend VENT-lampje) Bij storingen waarin deze tabel niet voorziet, dient u altijd uw dealer te raadplegen. AUTOMATISCHE UITSCHAKELING set room Deze kachel is uitgerust met een veiligheidssysteem dat er voor zorgt dat de kachel na 48 uur onafgebroken automatisch afslaat. Het display geeft dan het volgende aan: op de . Indien u dit wenst kunt u de kachel weer aanzetten door -toets  te drukken (zie hoofdstuk D). AUTOMATISCHE REINIGINGSFUNCTIE set Indien de kachel twee uur continu op zijn hoogste stand brandt, zal de brander room zichzelf automatisch reinigen. Dit wordt aangegeven in het display met de code c l 05 cl:05, teruglopend naar cl:00. Gedurende deze 5 minuten brandt de kachel op zijn laagste stand, waardoor de brander zichzelf reinigt. Hierna schakelt hij automatisch weer naar de hoogste stand. I HET KINDERSLOT Het kinderslot kunt u gebruiken om te voorkomen dat een kind per ongeluk de instellingen van de kachel verandert. Tijdens het branden kan de kachel dan enkel nog worden uitgeschakeld. Als de kachel al uit is, voorkomt het kinderslot ook dat de kachel per ongeluk wordt aangemaakt. k e y- lo ck ti U activeert het kinderslot door de betreffende toets  langer dan 3 seconden ingedrukt te houden. Het controlelampje KEY-LOCK licht dan op (fig H), ten teken H: Als het lampje KEYLOCK oplicht, is het kinderslot ingeschakeld. dat het kinderslot is ingeschakeld. Om het kinderslot uit te schakelen drukt u nogmaals langer dan 3 seconden op de toets KEY-LOCK. J HET CONTROLELAMPJE 'FUEL' Als het controlelampje FUEL begint te branden, heeft u nog voor 10 minuten set room brandstof. Deze resterende brandtijd ziet u verstrijken in het informatiedisplay fuel vent. 10 (fig. I). Om de twee minuten hoort u bovendien een waarschuwingssignaal, ten teken dat u de wisseltank moet bijvullen. Reageert u niet, dan gaat de kachel van- p I: Als het controlelampje FUEL brandt, ziet u in het informatiedisplay voor hoeveel minuten u nog brandstof hebt. 1 58 zelf uit. Ook dan klinkt een waarschuwingssignaal. Het controlelampje FUEL knippert nu en in het informatiedisplay knipperen vier streepjes. U kunt dit stoppen door éénmaal op de -toets  te drukken. Als de kachel helemaal leeggebrand is geweest, moet u na het bijvullen even geduld hebben voordat de kachel weer gebruiksklaar is. set K room HET CONTROLELAMPJE 'VENT' Als het controlelampje VENT begint te knipperen, is dat een teken dat de ruimte fuel vent. onvoldoende wordt geventileerd (fig. J). De kachel zal vanzelf uitgaan. p J: Als het controlelampje VENT knippert, is dat een teken dat u extra moet ventileren. Blijft het controlelampje VENT nog branden nadat u extra hebt geventileerd, raadpleeg dan uw dealer. L ONDERHOUD Voordat u onderhoud pleegt, dient u de kachel uit te zetten en te laten afkoelen. Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact. K Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u elke week even het luchtfilter en het ventilatorfilter te reinigen met een stofzuiger. Het rooster  reinigt u met een vochtige doek. Neem het luchtfilter er nu en dan even af (fig. K), om het te reinigen met een sopje. Zorg dat het luchtfilter goed droog is, voordat u het terug plaatst. Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje: Brandstofzeefje 1 Haal de wisseltank  uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. L). L Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. 2 Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit reinigen met water!) 3 Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel. We raden u verder aan om stof en vlekken bijtijds af te nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ontstaan. Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele ☞ M reparatie altijd contact op met uw dealer. Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is, mag alleen een erkend installateur dit vervangen door het type H05 VV-F. OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN) Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te branden. Berg de kachel aan het einde van het stookseizoen stofvrij op, zo mogelijk met gebruik van de originele verpakkingsmaterialen. Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken. Maak deze dus op. Houdt u toch wat over, gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg deze gebruiksaanwijzing. 1 59 N VERVOER Om te voorkomen dat uw kachel tijdens het transport brandstof lekt, moet u de volgende maatregelen nemen: 1 Laat de kachel afkoelen. M 2 Haal de wisseltank  uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (zie hoofdstuk L, fig. L). Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel. 3 Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. M) en druk deze goed aan. 4 Vervoer de kachel altijd rechtop. Transportdop O SPECIFICATIES Ontsteking elektrisch Brandstof kerosine Capaciteit (kW) max. 3,0 Capaciteit (kW) min. 0,8 Geschikte ruimte (m ) 30-120 3 ** Brandstofverbruik (l/uur)* 250 Brandduur per tank (uur)* 12,8 Inhoud wisseltank (liter) 4,0 Gewicht (kg) 9,5 * ** P 0,313 Brandstofverbruik (g/uur)* Afmetingen (mm) breedte (inclusief bodemplaat) diepte hoogte Accessoires 374 280 430 brandstofhevelpomp transportdopje Netspanning 220V/230V -- AC/50 Hz Elektrisch verbruik ontsteking 320 W continu 32 W Bij instelling op maximale stand Opgegeven waarde is indicatief DE GARANTIEVOORWAARDEN U krijgt op uw kachel 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij gelden de volgende regels: 1 Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af. 2 Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet tot verlenging van de garantie. 3 De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, nietoriginele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn verricht door derden. 1 60 4 Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals het brandermatje en het brandstofhevelpompje, vallen buiten de garantie. 5 De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht. 6 De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van verkeerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*. 7 De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen daarvan, komen altijd voor rekening van de koper. Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de kachel dan in reparatie bij uw dealer. * Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande vlammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit. In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken, maar dan uitsluitend van het type B: een koolzuur- of poederblusser. 10 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK 1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel. 2 Verplaats de kachel niet als deze brandt of nog heet is. In dat geval ook niet bijvullen en geen onderhoud verrichten. 3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur, gordijnen en meubels. 4 Gebruik de kachel niet in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het sterk tocht. In beide gevallen krijgt u geen optimale verbranding. Gebruik de kachel nooit in natte ruimtes zoals in de nabijheid van een bad, douche of zwembad. 5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat. Bent u langere tijd weg (bv. vakantie), trek dan ook de stekker uit het stopcontact. 6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde tankjes en jerrycans. 7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme temperatuurverschillen. Bewaar de brandstof altijd op een koele, droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan). 8 Gebruik de kachel nooit op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen aanwezig kunnen zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen). 9 Het rooster van de kachel wordt heet. De kachel mag niet afgedekt worden (brandgevaar). 10 Zorg altijd voor voldoende ventilatie. 1 61
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Zibro Kamin SRE 185 Handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
Handleiding