☞
Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de
jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig
op de tank. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de
wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel.
C HET GOED ZETTEN VAN DE KLOK
De juiste tijd kunt u alleen instellen als de kachel niet brandt, maar de stekker wel
in het stopcontact zit. U gebruikt hiervoor de insteltoetsen
. Druk eerst op één
van beide toetsen om deze functie in te schakelen (het lampje CLOCK en het infor-
matiedisplay
gaan dan knipperen). Vervolgens kunt u de uren instellen met de
linkertoets (
hour) en de minuten met de rechtertoets (min.). Door éénmaal te
drukken, verhoogt u de waarde stap voor stap. Wanneer u de toets ingedrukt
houdt, loopt de waarde op tot u de toets loslaat. Na ongeveer 10 seconden stopt
het lampje met knipperen en staat de instelling vast. Vijf minuten na het uitscha-
kelen van de kachel, verdwijnt de informatie op het display en komt de kachel in
de stand-by stand. Door op een willekeurige toets te drukken, wordt de tijd weer
zichtbaar.
Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), moet
u de tijd opnieuw instellen.
D HET AANMAKEN VAN DE KACHEL
Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra venti-
latie. Maak de kachel altijd aan met behulp van de -toets
. Gebruik nooit luci-
fers of een aansteker.
Om de kachel te ontsteken, hoeft u alleen de -toets
in te drukken. Deze gaat
dan knipperen, ten teken dat de ontstekingsprocedure in werking is. Dit duurt
even. Als de kachel eenmaal brandt, blijft de -toets
geel.
Het informatiedisplay
toont twee getallen. Aan het lampje ernaast kunt u zien
dat deze betrekking hebben op de temperatuur (fig. F). Onder ROOM staat de
huidige temperatuur, terwijl onder SET de ingestelde temperatuur wordt vermeld.
Deze laatste kunt u veranderen met behulp van de insteltoetsen
(zie hoofdstuk E).
Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even of er nog voldoende brandstof
in de wisseltank zit.
E HET INSTELLEN VAN DE GEWENSTE TEMPERATUUR
U kunt de ingestelde temperatuur alleen veranderen als de kachel aan is. U
gebruikt hiervoor de insteltoetsen
. Druk eerst op één van beide toetsen om deze
functie in te schakelen (het lampje TEMP naast het informatiedisplay
gaat dan
knipperen).
Vervolgens kunt u de gewenste temperatuur verhogen door op de
rechtertoets (
min.) te drukken of verlagen met de linkertoets (hour). Na onge-
veer 10 seconden stopt het lampje met knipperen en staat de instelling vast (fig. F).
U kunt de temperatuur instellen op minimaal 6°C en maximaal 28°C.
Als de stekker uit het stopcontact is geweest (of de stroom is uitgevallen), springt
de ingestelde temperatuur weer op de standaardwaarde van 20°C.