44
7. U kunt het apparaat of via het vermogen of
via de temperatuur besturen.
8. Druk indien nodig opnieuw op de toets
FUNKTION en stel de temperatuurstand
in van 60 °C tot de maximumwaarde van
240 °C. Zodra het apparaat de ingestelde
maximumwaarde heeft bereikt, wordt het
verwarmen automatisch onderbroken.
9. U kunt het verwarmingsvermogen resp.
de temperatuur tijdens het koken op elk
moment wijzigen.
10. Druk op de toets ZEIT. De twee cijfers links
van het dubbelepunt knipperen. Geef nu de
uur-waarde van de gewenste tijdsduur in
door op de plus-toets te drukken.
11. Na enkele seconden wordt de uur-waarde
opgeslagen en de twee cijfers rechts van het
dubbelepunt knipperen. Geef nu de minu-
ten-waarde van de gewenste tijdsduur in
door op de plus-toets te drukken.
12. Druk opnieuw op de toets ZEIT, om de inge-
stelde tijd te bevestigen. De invoer wordt
door een korte signaaltoon bevestigd.
13. Tijdens het kookproces worden op de display
het verwarmingsvermogen resp. de tempera-
tuur als ook de resterende tijd weergegeven.
14. Als de ingestelde tijd is bereikt, schakelt
het apparaat automatisch uit. Het display
schakelt over naar de rode achtergrondver-
lichting (restwarmte-indicator).
15. Het apparaat kan tijdens het kookproces op
elk moment worden uitgeschakeld door op
de start-stop-toets te drukken.
16. De ingestelde tijden worden bij het afbreken
resp. na het bereiken van het programma-
einde niet opgeslagen.
17. De ventilator draait na afloop van het pro-
gramma nog ca. 30 seconden door.
18. Als het programma niet via de tijdkeuze
wordt geregeld, schakelt het apparaat op z’n
laatst na twee uur automatisch uit.
19. Koppel los de stekker om elektriciteit te
sparen.
LET OP:
De glasplaat kan heel warm worden
door de warmte die van het kookge-
rei afstraalt. Raak het oppervlak van
de plaat daarom direct na het koken
niet aan.
KOOKGEREEDSCHAP
1. Gebruik uitsluitend voor inductie geschikt
kookgereedschap!
2. Geschikt zijn: edelstaal potten/pannen met
ferromagnetische bodem of kern, gietijzeren
potten/pannen, geëmailleerde ijzeren pot-
ten/pannen.
3. Of uw kookgereedschap geschikt is, kunt
u m.b.v. de meegeleverde magneet testen:
als deze van buiten op de bodem van het
kookgereedschap blijft vast zitten, mag het
gereedschap op de inductiekookplaat wor-
den gebruikt.
4. Niet geschikt zijn potten en pannen van alu-
minium, koper, glas, keramiek en gedeelte-
lijk van chroomnikkelstaal.
5. De bodemdiameter van het kookge-
reedschap moet 12 t/m 18 cm bedragen.
6. Plaats het kookgereedschap telkens in het
midden van de kookplaat.
7. Pas het verwarmingsvermogen resp. de
temperatuur aan het gebruikte kookge-
reedschap aan. Bij gebruik van kleine pot-
ten en pannen kunt u reeds bij 180 °C of
1.400 Watt grilleren. Een te hoge stand kan
Copyright UNOLD AG | www.unold.de