Pioneer GM-D8604 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
Hartelijk dank voor uw keuze voor dit
Pioneer-product.
Lees deze handleiding voordat u het product in
gebruik neemt zodat u het goed leert gebrui-
ken. Lees vooral de gedeelten die met WAAR-
SCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn
aandachtig. Bewaar deze handleiding na het
lezen op een veilige, voor de hand liggende
plaats zodat u hem indien nodig altijd kunt raad-
plegen.
Deponeer dit product niet bij het gewone huis-
houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre-
ven verzamelsysteem voor de juiste behande-
ling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische produc-
ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren afgedankte
elektronische producten gratis bij de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u
een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u
het afgedankte product ook bij uw verkoop-
punt inleveren.
Als u in een ander land woont, neem dan con-
tact op met de plaatselijke overheid voor infor-
matie over het weggooien van afgedankte
producten.
Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge-
dankte product op de juiste wijze wordt ver-
werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over PIONEER CORPORATION.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u contact opnemen met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-
servicecentrum.
Vóór u de versterker
aansluit of installeert
WAARSCHUWING
! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een
accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat
u het toestel in een camper, recreatievoertuig,
vrachtwagen of bus installeert, moet u het vol-
tage van de accu controleren.
! Let er bij installatie van dit toestel op dat de
aardkabel eerst wordt aangesloten. Zorg er-
voor dat de aardkabel correct is aangesloten
op metalen onderdelen van de carrosserie. De
aardkabel van dit toestel moet afzonderlijk en
met aparte schroeven met het voertuig wor-
den verbonden. Als de schroef van de aardka-
bel losraakt, kunnen brand, rook en defecten
ontstaan.
! Vergeet niet om de zekering op de accukabel
te installeren.
! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven
waarde. Het gebruik van ongeschikte zekerin-
gen kan oververhitting, rookontwikkeling,
schade aan het product en lichamelijk letsel
zoals brandwonden veroorzaken.
Nl
67
Hoofdstuk
Nederlands
01
Vóór u begint
! Indien de zekering van de los verkrijgbare ac-
cudraad of de versterker smelt, moet u de aan-
sluitingen van de voeding en de luidsprekers
controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het
probleem en vervang de zekering vervolgens
door een nieuwe, gelijkwaardige zekering.
! Installeer de versterker altijd op een vlak op-
pervlak. Installeer de versterker niet op een op-
pervlak dat niet effen is of uitsteeksels heeft
omdat dat tot storing kan leiden.
! Let er bij het installeren van de versterker op
dat er geen onderdelen (zoals extra schroe-
ven) tussen het toestel en het voertuig inge-
klemd raken. Dat kan storing veroorzaken.
! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Dat kan een elektrische
schok of rookvorming, oververhitting en scha-
de aan het toestel veroorzaken.
De behuizing van de versterker en de erop
aangesloten luidsprekers kunnen ook heet
worden en lichte brandwonden veroorzaken.
! Bij een storing wordt de stroomvoorziening
naar de versterker afgesneden om schade te
voorkomen. Schakel als dat gebeurt het sys-
teem uit en controleer de stroomvoorziening
en de luidsprekeraansluitingen. Als u de oor-
zaak van het probleem niet zelf kunt bepalen,
neemt u contact op met uw leverancier.
! Ontkoppel altijd eerst de negatieve * pool van
de accu om een elektrische schok of kortslui-
ting te voorkomen tijdens de installatie.
! Probeer niet het toestel uit elkaar te halen of
te wijzigen. Daardoor kunt u brand, een elek-
trische schok of andere storingen veroorza-
ken.
LET OP
! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden
buiten het voertuig niet meer kunt horen.
! Langdurig gebruik van het audiosysteem kan
de accu uitputten wanneer de motor is uitge-
schakeld of stationair draait.
Informatie over de beveiligingsfunctie
Dit product is voorzien van een beveiligingsfunc-
tie. Als het product een abnormale situatie detec-
teert, treden de volgende functies in werking om
het product en de luidsprekeruitgang te bescher-
men.
! In de volgende gevallen wordt de indicator
POWER/PROTECT rood en wordt de verster-
ker uitgeschakeld.
Als de temperatuur in de versterker te
hoog oploopt.
Als er gelijkspanning wordt gezet op de
luidsprekeruitgang.
! In de volgende gevallen wordt de indicator
POWER/PROTECT rood en wordt de uitgang
gedempt.
Als er kortsluiting optreedt tussen de luid-
sprekeruitgang en de luidsprekerkabel.
Nl
68
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Wat is wat
Voorzijde
1
3
4
2
5
Achterzijde
Gebruik indien nodig een platte schroeven-
draaier om de schakelaar te verzetten.
1 POWER/PROTECT-indicator
Het voedingslampje brandt wanneer de voe-
ding is ingeschakeld (ON).
! In een ongewone situatie wordt de indi-
cator rood.
2 FREQ-regelknop (drempelfrequentie)
Als de selectieschakelaar LPF/HPF is inge-
steld op LPF of HPF kunt u de drempelfre-
quentie instellen tussen 40 Hz en 500 Hz.
3 GAIN-regelknoppen (versterkingsfac-
tor)
Met de regelknoppen CHANNEL A (kanaal
A) en CHANNEL B (kanaal B) kunt u de uit-
gang van de autoradio en de Pioneer-ver-
sterker op elkaar afstemmen. De
standaardinstelling is NORMAL.
Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de
autoradio luider zet, zet u de regelknoppen
lager. Als het geluid vervormd wordt wan-
neer de autoradio luider wordt gezet, zet u
de regelknoppen hoger.
! Als u maar één ingang gebruikt, zet u de
regelknoppen voor luidsprekeruitgangen
A en B op dezelfde waarde.
! Voor gebruik met een autoradiosysteem
met RCA (standaarduitgang van 500 mV)
stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor
gebruik met een Pioneer-autoradiosys-
teem met RCA en een maximale uit-
gangsspanning van 4 V of hoger, stemt u
het niveau af op de uitgang van de auto-
radio.
! Voor gebruik met een systeem met RCA
met een uitgangsspanning van 4 V, stelt
u deze af op H.
4 Selectieschakelaar LPF/HPF (low pass
filter/high pass filter)
Selecteer de gewenste filter voor de aange-
sloten luidspreker.
! Indien een subwoofer is aangesloten:
Selecteer LPF. Deze filter houdt de hoge
frequenties tegen en laat de lage tonen
door.
! Indien een luidspreker met vol bereik is
aangesloten:
Selecteer HPF of OFF. HPF houdt de lage
frequenties tegen en laat de hoge tonen
door. OFF laat het volledige frequentiebe-
reik door.
5 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselec-
tie)
Selecteer 2CH voor een tweekanaalsingang
en 4CH voor een vierkanaalsingang.
De versterkingsfactor
correct instellen
! Een correcte instelling van de versterkings-
factor beschermt het toestel en/of de luid-
sprekers tegen storing door een te hoog
uitgangsniveau, onjuist gebruik of een ver-
keerde aansluiting.
! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt,
sluit deze functie het uitgangssignaal enke-
le seconden af. Het signaal wordt weer
doorgelaten wanneer het volume op het
hoofdtoestel daalt.
Nl
69
Hoofdstuk
Nederlands
02
Het toestel installeren
! Onderbrekingen in de geluidsweergave
kunnen erop duiden dat de versterkingsfac-
tor niet juist is afgesteld. Om geluidsonder-
brekingen bij een hoog volume van het
hoofdtoestel te vermijden, moet u de ver-
sterkingsfactor van de versterker aanpas-
sen aan het maximale preout-
uitgangsniveau van het hoofdtoestel, zodat
het volume ongewijzigd blijft en een te
sterk uitgangssignaal wordt voorkomen.
! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt
afgebroken als de versterkingsfactor en het
volume correct zijn ingesteld. Neem in dat
geval contact op met het dichtstbijzijnde er-
kende servicecentrum van Pioneer.
De gain-regelknop op dit toestel
Preout niveau: 2 V (Standaard: 500 mV)
Preout niveau: 4 V
Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling
NORMAL.
Verband tussen de versterkingsfactor
van de versterker en het
uitgangsvermogen van het
hoofdtoestel
Een onjuiste verhoging van de versterkingsfac-
tor van de versterker resulteert slechts in meer
vervorming en weinig vermogenstoename.
Golfvormig signaal bij hoog
uitgangsvolume met
versterkingsregeling voor de
versterker
De golfvorm wordt vervormd bij een hoog uit-
gangsniveau. Het vermogen wijzigt nauwelijks
als u de versterkingsfactor van de versterker
verhoogt.
Nl
70
Hoofdstuk
02
Het toestel installeren
Aansluitschema
1
f
3
4
5
6
8
b
a
9
i
g
h
d
e
c
2
7
1 Accukabel (apart verkrijgbaar)
! De maximumlengte van de kabel tussen
de zekering en de positieve + accupool
is 30 cm.
! Voor de draadgrootte, raadpleeg De voe-
dingsaansluiting verbinden op bladzijde
75. De accukabel, de aardkabel en de
optionele directe aardkabel moeten
even groot zijn. Nadat u alle andere aan-
sluitingen op de versterker voltooid
hebt, verbindt u de accukabelaanslui-
ting van de versterker met de positieve
+ accupool.
2 Zekering (80 A) (los verkrijgbaar)
Elke versterker moet een afzonderlijke zeke-
ring hebben van 80 A.
3 Positieve (+) pool
4 Negatieve (*) pool
5 Accu (apart verkrijgbaar)
6 Aardkabel, aansluiting (apart verkrijgbaar)
De aardkabels moeten even groot zijn als de
accukabel.
Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de
carrosserie of het chassis.
7 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijg-
baar)
8 Externe uitgang
Als u maar één ingang gebruikt, mag u niets
anders aansluiten op RCA-ingang B.
9 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
a RCA-ingang A
b RCA-ingang B
c Versterker met RCA-ingangen (apart verkrijg-
baar)
d RCA-uitgang
Geeft het signaal af dat wordt ingevoerd naar
CH A.
e Luidsprekeraansluitingen
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer
informatie over het aansluiten van de luidspre-
kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-
ringangskabel op bladzijde 75.
f Kabel van systeemafstandsbediening (apart
verkrijgbaar)
Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze
kabel met het aansluitpunt voor de systeemaf-
standsbediening van de autoradio. Het vrou-
welijke aansluitpunt kan worden verbonden
met de bedieningsaansluiting van de automa-
tische antenne. Indien de autoradio niet is
voorzien van een aansluiting voor de systeem-
afstandsbediening, verbindt u het mannelijke
aansluitpunt via de contactschakelaar met de
voedingsaansluiting.
g Zekering (30 A) × 2
h Voorzijde
i Achterzijde
Opmerking
Schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie)
moet worden ingesteld. Raadpleeg Het toestel in-
stalleren op bladzijde 69 voor meer informatie.
Nl
71
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten
Vóór u de versterker aansluit
WAARSCHUWING
! Gebruik kabelklemmen of plakband om de be-
kabeling veilig aan te brengen. Wikkel kabels
die tegen metalen onderdelen liggen ter be-
scherming in met tape.
! Snijd in geen geval de isolatie van de voe-
dingskabel open om andere apparatuur van
stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van
de voedingskabel is beperkt.
LET OP
! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor
storing kan optreden in het beveiligingscir-
cuit.
! Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit
rechtstreeks met de aarding.
! Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels
nooit samen.
! Als de systeemafstandsbedieningskabel van
de versterker met de voeding is verbonden via
de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft
de versterker ingeschakeld zolang het contact
aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of
uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden
uitgeput wanneer de motor uit staat of statio-
nair draait.
! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo
ver mogelijk van de luidsprekerkabels.
Installeer de apart verkrijgbare accukabel,
aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker
zelf zo ver mogelijk van de antenne, de anten-
nekabel en de tuner.
Informatie over de
brugschakeling
! Installeer en gebruik de versterker niet door
luidsprekers met een nominale waarde van
2 W (of lager) parallel aan te sluiten om een
brugmodus van 1W (of lager) te realiseren
(Diagram B).
Een onjuiste brugschakeling kan brand, rook
en oververhitting veroorzaken. Ook kan de bui-
tenkant van de versterker heet worden en bij
aanraking lichte brandwonden veroorzaken.
Om een brugmodus correct te installeren of te
gebruiken en een belasting van 2 W te realise-
ren, moet u twee 4 W luidsprekers parallel ver-
binden met links + en rechts * (Diagram A),
of een enkele 2 W luidspreker gebruiken.
Lees ook de handleiding van de luidspreker
voor informatie over de correcte aansluitwijze.
! Voor meer inlichtingen kunt u contact opne-
men met uw erkende Pioneer-leverancier of
-klantendienst.
Luidsprekerspecificaties
De luidsprekers die u gebruikt moeten aan de
volgende vereisten voldoen, anders bestaat er
een risico op rookontwikkeling, brand of an-
dere schade. De luidsprekerimpedantie be-
draagt 2 W tot 8 W,of4W tot 8 W voor twee
kanalen en andere brugschakelingen.
Nl
72
Hoofdstuk
03
De toestellen aansluiten
2-kanaalsuitgang (mono)
1
1
1 Luidsprekeruitgang (mono)
3-kanaalsuitgang
2
1
3
4
1 Links
2 Rechts
3 Luidsprekeruitgang A
4 Luidsprekeruitgang B (mono)
Aansluiting via de RCA-ingang
Sluit de RCA-uitgang van de autoradio aan op
de RCA-ingang van de versterker.
! De RCA-uitgang van dit toestel geeft het
signaal af dat komt van RCA-ingang A.
4- of 3-kanaalsuitgang
! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsse-
lectie) op positie 4CH.
2
1
4
3
5
1 RCA-ingang A
2 RCA-ingang B
3 Aansluitkabels met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
4 Vanuit autoradio (RCA-uitgang)
Als u maar één ingang gebruikt (bijvoorbeeld
omdat de autoradio maar één RCA-uitgang
heeft) maakt u de aansluiting op RCA-ingang
A en niet B.
5 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie)
(stand 4CH)
2-kanaalsuitgang (stereo) / (mono)
! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsse-
lectie) op positie 2CH.
1
2
3
4
1 RCA-ingang A
Bij een 2-kanaalsuitgang sluit u de RCA-stek-
kers aan op RCA-ingang A.
2 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
3 Vanuit autoradio (RCA-uitgang)
4 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie)
(stand 2CH)
Nl
74
Hoofdstuk
03
De toestellen aansluiten
Aansluiting via de luidspre-
keringangskabel
Verbind de luidsprekeruitgangen van de auto-
radio met de versterker d.m.v. de bijgeleverde
luidsprekerkabels met RCA-stekker.
1 Autoradio
2 Luidsprekeruitgang
3 Rood: rechts +
4 Zwart: rechts *
5 Zwart: links *
6 Wit: links +
7 Luidsprekeringang met RCA-stekker
Naar RCA-ingang van dit toestel
Opmerkingen
! Als het hoofdtoestel via luidsprekerdraad met
een RCA-stekker op de versterker wordt aan-
gesloten, wordt de versterker automatisch in-
en uitgeschakeld wanneer het hoofdtoestel
wordt aan- en uitgezet. Deze functie werkt niet
in combinatie met sommige hoofdtoestellen.
Gebruik in dat geval een systeemafstandsbe-
dieningskabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Als
meerdere versterkers synchroon worden aan-
gesloten, verbindt u het hoofdtoestel en alle
versterkers via de systeemafstandsbedienings-
kabel.
! Sluit de systeemafstandsbediening aan indien
u de autoradio zonder de versterker wilt ge-
bruiken.
! De versterker selecteert automatisch de in-
gangssignaalmodus door te detecteren of het
ingangssignaal RCA-niveau of luidsprekerni-
veau heeft.
Aansluitingen niet solderen
! De kabel moet periodiek gecontroleerd en
(indien nodig) vastgezet worden omdat hij
na verloop van tijd loskomt.
! Soldeer of vlecht de kabeluiteinden niet
aan of in elkaar.
! Let op dat de isolatiemantel van de kabel
niet wordt ingeklemd wanneer u de kabel
vastzet.
! Gebruik de bijgeleverde moersleutel om de
bevestigingsschroef van de versterker vast
te draaien of los te maken, en om de kabel
vast te leggen. Let op dat u deze niet te
hard aandraait omdat daardoor de draad
wordt beschadigd.
De voedingsaansluiting verbinden
WAARSCHUWING
Indien de accukabel niet goed (met de aansluit-
schroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risi-
co op oververhitting, storingen en lichamelijk
letsel zoals lichte brandwonden.
! Gebruik altijd de aanbevolen accu- en aard-
kabels, die afzonderlijk verkrijgbaar zijn.
Sluit de accukabel rechtstreeks op de posi-
tieve (+) pool van de accu van het voertuig
aan, en de aardkabel op de carrosserie.
! De aanbevolen kabelgrootte (AWG: Ameri-
can Wire Gauge) is als volgt. De accukabel,
de aardkabel en de optionele directe aard-
kabel moeten even groot zijn.
! Gebruik een kabel van 8 AWG tot 16 AWG
voor de luidsprekerkabel.
Afmetingen accukabel en aardkabel
Kabellengte Kabeldikte
minder dan 4,5 m 8 AWG
minder dan 7,2 m 6 AWG
minder dan 11,4 m 4 AWG
Nl
75
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten
1 Trek de accukabel vanuit het motor-
compartiment door naar het voertuiginte-
rieur.
! Als u een doorvoeropening voor de kabel
boort in de carrosserie, let dan op dat de
kabel niet beschadigd kan raken door de
snijranden en geen kortsluiting kan maken.
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het accu-
aansluitpunt op de versterker met de positieve
(+) accupool.
2
1
3
1 Positieve (+) pool
2 Accukabel (apart verkrijgbaar)
De maximumlengte van de kabel tussen de
zekering en de positieve + accupool is
30 cm.
3 Zekering (80 A) (los verkrijgbaar)
Elke versterker moet een afzonderlijke zeke-
ring hebben van 80 A.
2 Strip met een draadtang of zakmes on-
geveer 10 mm van het uiteinde van de ac-
cukabel, de aardkabel en de kabel van de
systeemafstandsbediening, en draai het
blootgelegde uiteinde van de kabel samen.
Vervlechten
10 mm
3 Sluit de kabels aan.
Schroef de kabels stevig vast.
4
6
7
2
1
5
3
1 Accukabel
2 Voedingsaansluiting
3 Aardkabel
4 Aardaansluiting
5 Kabel systeemafstandsbediening
6 Aansluiting systeemafstandsbediening
7 Aansluitschroeven
De luidsprekeraansluitingen
1 Strip met een draadkniptang of ge-
schikt mes het uiteinde van de luidspreker-
kabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en
vervlecht het uiteinde.
Vervlechten
10 mm
2 Sluit de luidsprekerkabels op de luid-
sprekeruitgangen aan.
Schroef de kabels stevig vast.
1
3
2
1 Aansluitschroeven
2 Luidsprekerkabel
3 Luidsprekeraansluitingen
Nl
76
Hoofdstuk
03
De toestellen aansluiten
Vóór u de versterker
installeert
WAARSCHUWING
! Voor een correcte installatie moet u de gele-
verde onderdelen op de aangegeven wijze ge-
bruiken. Andere onderdelen dan de geleverde
kunnen het binnenwerk van de versterker be-
schadigen of los raken en de versterker alle
dienst doen weigeren.
! Installeer het toestel niet:
op plaatsen waar de bestuurder of passa-
giers erdoor verwond kunnen raken wan-
neer het voertuig plotseling stopt.
op plaatsen waar het de bestuurder kan
hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de
bestuurdersplaats.
! Plaats zelftappende schroeven zo dat de punt
van de schroef geen kabels raakt. Dit is be-
langrijk omdat de kabel anders door voertuig-
trillingen door de schroef kan worden
ingesneden, wat brand kan veroorzaken.
! Let erop dat de kabels niet vast kunnen
komen te zitten in de stoelrails of een li-
chaamsdeel van een inzittende kunnen raken.
Dit kan kortsluiting veroorzaken.
! Let er bij het boren op dat zich aan de achter-
kant van het paneel geen onderdelen bevin-
den. Scherm alle kabels en belangrijke
onderdelen (bijvoorbeeld brandstof- en remlei-
dingen, andere bekabeling) eerst zorgvuldig
af.
LET OP
! Let tijdens de installatie op de volgende pun-
ten om te zorgen dat de versterker voldoende
warmte kan afgeven:
Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven
de versterker.
Leg geen mat of ander materiaal over de
versterker.
! Leg kabels niet op plaatsen die heet kunnen
worden, zoals dicht bij de kachel.
! De optimale installatieplek verschilt van voer-
tuig tot voertuig. Plaats de versterker op een
plek die voldoende sterk en stijf is.
! Controleer alle aansluitingen en systemen
voordat u de installatie voltooit.
! Controleer, nadat u de versterker hebt geïn-
stalleerd, of het reser vewiel en het bijbeho-
rende gereedschap nog ongehinderd
bereikbaar zijn.
Voorbeeld van een installatie
op de vloermat of het chassis
1 Plaats de versterker op de gewenste in-
stallatieplaats.
Plaats de meegeleverde zelftappende schroe-
ven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en
duw erop met een schroevendraaier zodat de
punt een afdruk laat op de plaats waar de
boorgaten moeten komen.
2 Boor op deze plaatsen een gat met een
diameter van 2,5 mm door de vloerbekle-
ding of rechtstreeks in het chassis.
3 Bevestig de versterker met de bijgele-
verde zelftappende schroeven (4 mm ×
18 mm).
45
1
2
3
1 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm)
2 Boor een gat met een diameter van 2,5 mm
3 Vloermat of chassis
4 Afstand van gat tot gat: 257 mm
5 Afstand van gat tot gat: 181 mm
Nl
77
Hoofdstuk
Nederlands
04
Installatie
Technische gegevens
Spanningsbron ......................... 14,4 V geli jkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Stroomverbruik ......................... 33,5 A (bij continuvermo-
gen, 4 W )
Gemiddeld afgenomen stroom
..................................................... 3,1 A (4 W voor vier kanalen)
4,4 A (4 W voor twee kana-
len, BRUG)
4,4 A (2 W voor vier kanalen)
Zekering ....................................... 30 A × 2
Afmetingen (B × H × D) ..... 265 mm × 60 mm ×
200 mm
Gewicht ........................................ 2,6 kg (kabels niet inbegre-
pen)
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 200 W × 4 (4 W) / 600 W × 2
(4 W) BRUG / TOTAAL
1 200 W (300 W × 4)
Continu uitgangsvermogen
..................................................... 100 W × 4 (bij 14,4 V, 4 W,
20 Hz tot 20 kHz, 1 % THD)
150 W × 4 (bij 14,4 V, 2 W,
1 kHz, 1 % THD)
125 W × 4 (bij 14,4 V, 1 W,
1 kHz, 1 % THD)
300 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W
BRUG, 1 kHz, 1 % THD)
250 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W
BRUG, 1 kHz, 1 % THD)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (1 W tot 8 W toegestaan)
Frequentierespons .................. 10 Hz tot 50 kHz (+0 dB,
3 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 95 dB (IEC-A-netwerk)
Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz)
Laagdoorlaatfilter:
Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz
Helling ................................ 12 dB/oct
Hoogdoorlaatfilter:
Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz
Helling ................................ 12 dB/oct
Gain-regeling:
RCA ...................................... 200 mV tot 6,5 V
Luidspreker ....................... 0,8 V tot 16 V
Maximaal ingangsniveau / impedantie:
RCA ...................................... 6,5 V / 25 kW
Luidspreker ....................... 16 V / 12 kW
Opmerkingen
! Technische gegevens en ontwerp kunnen zon-
der voorafgaande kennisgeving worden gewij-
zigd.
! De gemiddelde stroomafname van dit toestel
benadert de maximale stroomafname wan-
neer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Ge-
bruik deze waarde om de totale
stroomafname te berekenen bij gebruik van
meerdere versterkers.
Nl
78
Aanhangsel
Aanvullende informatie

Documenttranscriptie

Hoofdstuk Vóór u begint Hartelijk dank voor uw keuze voor dit Pioneer-product. Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt zodat u het goed leert gebruiken. Lees vooral de gedeelten die met WAARSCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn aandachtig. Bewaar deze handleiding na het lezen op een veilige, voor de hand liggende plaats zodat u hem indien nodig altijd kunt raadplegen. 01 Bezoek onze website Hier vindt u onze site: http://www.pioneer.nl ! Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u hebt aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal. ! Op onze website vindt u de laatste informatie over PIONEER CORPORATION. Bij problemen Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. Vóór u de versterker aansluit of installeert WAARSCHUWING ! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat u het toestel in een camper, recreatievoertuig, vrachtwagen of bus installeert, moet u het voltage van de accu controleren. ! Let er bij installatie van dit toestel op dat de aardkabel eerst wordt aangesloten. Zorg ervoor dat de aardkabel correct is aangesloten op metalen onderdelen van de carrosserie. De aardkabel van dit toestel moet afzonderlijk en met aparte schroeven met het voertuig worden verbonden. Als de schroef van de aardkabel losraakt, kunnen brand, rook en defecten ontstaan. ! Vergeet niet om de zekering op de accukabel te installeren. ! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven waarde. Het gebruik van ongeschikte zekeringen kan oververhitting, rookontwikkeling, schade aan het product en lichamelijk letsel zoals brandwonden veroorzaken. Nl Nederlands In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkooppunt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan contact op met de plaatselijke overheid voor informatie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afgedankte product op de juiste wijze wordt verwerkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u contact opnemen met uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende Pioneerservicecentrum. 67 Hoofdstuk 01 Vóór u begint ! Indien de zekering van de los verkrijgbare accudraad of de versterker smelt, moet u de aansluitingen van de voeding en de luidsprekers controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het probleem en vervang de zekering vervolgens door een nieuwe, gelijkwaardige zekering. ! Installeer de versterker altijd op een vlak oppervlak. Installeer de versterker niet op een oppervlak dat niet effen is of uitsteeksels heeft omdat dat tot storing kan leiden. ! Let er bij het installeren van de versterker op dat er geen onderdelen (zoals extra schroeven) tussen het toestel en het voertuig ingeklemd raken. Dat kan storing veroorzaken. ! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in aanraking komt. Dat kan een elektrische schok of rookvorming, oververhitting en schade aan het toestel veroorzaken. De behuizing van de versterker en de erop aangesloten luidsprekers kunnen ook heet worden en lichte brandwonden veroorzaken. ! Bij een storing wordt de stroomvoorziening naar de versterker afgesneden om schade te voorkomen. Schakel als dat gebeurt het systeem uit en controleer de stroomvoorziening en de luidsprekeraansluitingen. Als u de oorzaak van het probleem niet zelf kunt bepalen, neemt u contact op met uw leverancier. ! Ontkoppel altijd eerst de negatieve * pool van de accu om een elektrische schok of kortsluiting te voorkomen tijdens de installatie. ! Probeer niet het toestel uit elkaar te halen of te wijzigen. Daardoor kunt u brand, een elektrische schok of andere storingen veroorzaken. LET OP ! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden buiten het voertuig niet meer kunt horen. ! Langdurig gebruik van het audiosysteem kan de accu uitputten wanneer de motor is uitgeschakeld of stationair draait. Informatie over de beveiligingsfunctie Dit product is voorzien van een beveiligingsfunctie. Als het product een abnormale situatie detec- 68 Nl teert, treden de volgende functies in werking om het product en de luidsprekeruitgang te beschermen. ! In de volgende gevallen wordt de indicator POWER/PROTECT rood en wordt de versterker uitgeschakeld. — Als de temperatuur in de versterker te hoog oploopt. — Als er gelijkspanning wordt gezet op de luidsprekeruitgang. ! In de volgende gevallen wordt de indicator POWER/PROTECT rood en wordt de uitgang gedempt. — Als er kortsluiting optreedt tussen de luidsprekeruitgang en de luidsprekerkabel. Hoofdstuk Het toestel installeren Wat is wat Voorzijde 4 5 1 3 2 Achterzijde Gebruik indien nodig een platte schroevendraaier om de schakelaar te verzetten. 1 POWER/PROTECT-indicator Het voedingslampje brandt wanneer de voeding is ingeschakeld (ON). ! In een ongewone situatie wordt de indicator rood. 2 FREQ-regelknop (drempelfrequentie) Als de selectieschakelaar LPF/HPF is ingesteld op LPF of HPF kunt u de drempelfrequentie instellen tussen 40 Hz en 500 Hz. stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor gebruik met een Pioneer-autoradiosysteem met RCA en een maximale uitgangsspanning van 4 V of hoger, stemt u het niveau af op de uitgang van de autoradio. ! Voor gebruik met een systeem met RCA met een uitgangsspanning van 4 V, stelt u deze af op H. 4 Selectieschakelaar LPF/HPF (low pass filter/high pass filter) Selecteer de gewenste filter voor de aangesloten luidspreker. ! Indien een subwoofer is aangesloten: Selecteer LPF. Deze filter houdt de hoge frequenties tegen en laat de lage tonen door. ! Indien een luidspreker met vol bereik is aangesloten: Selecteer HPF of OFF. HPF houdt de lage frequenties tegen en laat de hoge tonen door. OFF laat het volledige frequentiebereik door. 5 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie) Selecteer 2CH voor een tweekanaalsingang en 4CH voor een vierkanaalsingang. De versterkingsfactor correct instellen ! Een correcte instelling van de versterkingsfactor beschermt het toestel en/of de luidsprekers tegen storing door een te hoog uitgangsniveau, onjuist gebruik of een verkeerde aansluiting. ! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt, sluit deze functie het uitgangssignaal enkele seconden af. Het signaal wordt weer doorgelaten wanneer het volume op het hoofdtoestel daalt. Nl Nederlands 3 GAIN-regelknoppen (versterkingsfactor) Met de regelknoppen CHANNEL A (kanaal A) en CHANNEL B (kanaal B) kunt u de uitgang van de autoradio en de Pioneer-versterker op elkaar afstemmen. De standaardinstelling is NORMAL. Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de autoradio luider zet, zet u de regelknoppen lager. Als het geluid vervormd wordt wanneer de autoradio luider wordt gezet, zet u de regelknoppen hoger. ! Als u maar één ingang gebruikt, zet u de regelknoppen voor luidsprekeruitgangen A en B op dezelfde waarde. ! Voor gebruik met een autoradiosysteem met RCA (standaarduitgang van 500 mV) 02 69 Hoofdstuk 02 Het toestel installeren ! Onderbrekingen in de geluidsweergave kunnen erop duiden dat de versterkingsfactor niet juist is afgesteld. Om geluidsonderbrekingen bij een hoog volume van het hoofdtoestel te vermijden, moet u de versterkingsfactor van de versterker aanpassen aan het maximale preoutuitgangsniveau van het hoofdtoestel, zodat het volume ongewijzigd blijft en een te sterk uitgangssignaal wordt voorkomen. ! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt afgebroken als de versterkingsfactor en het volume correct zijn ingesteld. Neem in dat geval contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum van Pioneer. De gain-regelknop op dit toestel Preout niveau: 2 V (Standaard: 500 mV) Preout niveau: 4 V Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling NORMAL. Verband tussen de versterkingsfactor van de versterker en het uitgangsvermogen van het hoofdtoestel Een onjuiste verhoging van de versterkingsfactor van de versterker resulteert slechts in meer vervorming en weinig vermogenstoename. 70 Nl Golfvormig signaal bij hoog uitgangsvolume met versterkingsregeling voor de versterker De golfvorm wordt vervormd bij een hoog uitgangsniveau. Het vermogen wijzigt nauwelijks als u de versterkingsfactor van de versterker verhoogt. Hoofdstuk De toestellen aansluiten 03 Aansluitschema 7 7 8 8 2 3 6 9 4 5 a b c 9 d a d 1 b h e i c f g f e 1 Accukabel (apart verkrijgbaar) 2 Zekering (80 A) (los verkrijgbaar) Elke versterker moet een afzonderlijke zekering hebben van 80 A. 3 Positieve (+) pool 4 Negatieve (*) pool 5 Accu (apart verkrijgbaar) 6 Aardkabel, aansluiting (apart verkrijgbaar) De aardkabels moeten even groot zijn als de accukabel. g h i Opmerking Schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) moet worden ingesteld. Raadpleeg Het toestel installeren op bladzijde 69 voor meer informatie. Nl Nederlands ! De maximumlengte van de kabel tussen de zekering en de positieve + accupool is 30 cm. ! Voor de draadgrootte, raadpleeg De voedingsaansluiting verbinden op bladzijde 75. De accukabel, de aardkabel en de optionele directe aardkabel moeten even groot zijn. Nadat u alle andere aansluitingen op de versterker voltooid hebt, verbindt u de accukabelaansluiting van de versterker met de positieve + accupool. Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de carrosserie of het chassis. Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijgbaar) Externe uitgang Als u maar één ingang gebruikt, mag u niets anders aansluiten op RCA-ingang B. Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) RCA-ingang A RCA-ingang B Versterker met RCA-ingangen (apart verkrijgbaar) RCA-uitgang Geeft het signaal af dat wordt ingevoerd naar CH A. Luidsprekeraansluitingen Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het aansluiten van de luidsprekers. Raadpleeg Aansluiting via de luidsprekeringangskabel op bladzijde 75. Kabel van systeemafstandsbediening (apart verkrijgbaar) Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze kabel met het aansluitpunt voor de systeemafstandsbediening van de autoradio. Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden verbonden met de bedieningsaansluiting van de automatische antenne. Indien de autoradio niet is voorzien van een aansluiting voor de systeemafstandsbediening, verbindt u het mannelijke aansluitpunt via de contactschakelaar met de voedingsaansluiting. Zekering (30 A) × 2 Voorzijde Achterzijde 71 Hoofdstuk 03 De toestellen aansluiten Vóór u de versterker aansluit WAARSCHUWING Informatie over de brugschakeling ! Gebruik kabelklemmen of plakband om de bekabeling veilig aan te brengen. Wikkel kabels die tegen metalen onderdelen liggen ter bescherming in met tape. ! Snijd in geen geval de isolatie van de voedingskabel open om andere apparatuur van stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van de voedingskabel is beperkt. LET OP ! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor storing kan optreden in het beveiligingscircuit. ! Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit rechtstreeks met de aarding. ! Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels nooit samen. ! Als de systeemafstandsbedieningskabel van de versterker met de voeding is verbonden via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft de versterker ingeschakeld zolang het contact aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden uitgeput wanneer de motor uit staat of stationair draait. ! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo ver mogelijk van de luidsprekerkabels. Installeer de apart verkrijgbare accukabel, aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker zelf zo ver mogelijk van de antenne, de antennekabel en de tuner. ! Installeer en gebruik de versterker niet door luidsprekers met een nominale waarde van 2 W (of lager) parallel aan te sluiten om een brugmodus van 1 W (of lager) te realiseren (Diagram B). Een onjuiste brugschakeling kan brand, rook en oververhitting veroorzaken. Ook kan de buitenkant van de versterker heet worden en bij aanraking lichte brandwonden veroorzaken. Om een brugmodus correct te installeren of te gebruiken en een belasting van 2 W te realiseren, moet u twee 4 W luidsprekers parallel verbinden met links + en rechts * (Diagram A), of een enkele 2 W luidspreker gebruiken. Lees ook de handleiding van de luidspreker voor informatie over de correcte aansluitwijze. ! Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met uw erkende Pioneer-leverancier of -klantendienst. Luidsprekerspecificaties De luidsprekers die u gebruikt moeten aan de volgende vereisten voldoen, anders bestaat er een risico op rookontwikkeling, brand of andere schade. De luidsprekerimpedantie bedraagt 2 W tot 8 W, of 4 W tot 8 W voor twee kanalen en andere brugschakelingen. 72 Nl Hoofdstuk De toestellen aansluiten 03 2-kanaalsuitgang (mono) 5 1 2 1 3 4 1 1 Luidsprekeruitgang (mono) 3-kanaalsuitgang 1 3 2 1 RCA-ingang A 2 RCA-ingang B 3 Aansluitkabels met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 4 Vanuit autoradio (RCA-uitgang) Als u maar één ingang gebruikt (bijvoorbeeld omdat de autoradio maar één RCA-uitgang heeft) maakt u de aansluiting op RCA-ingang A en niet B. 5 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie) (stand 4CH) 2-kanaalsuitgang (stereo) / (mono) ! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) op positie 2CH. 4 1 4 1 2 3 4 Links Rechts Luidsprekeruitgang A Luidsprekeruitgang B (mono) 2 Aansluiting via de RCA-ingang Sluit de RCA-uitgang van de autoradio aan op de RCA-ingang van de versterker. ! De RCA-uitgang van dit toestel geeft het signaal af dat komt van RCA-ingang A. 4- of 3-kanaalsuitgang ! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) op positie 4CH. 74 Nl 3 1 RCA-ingang A Bij een 2-kanaalsuitgang sluit u de RCA-stekkers aan op RCA-ingang A. 2 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 3 Vanuit autoradio (RCA-uitgang) 4 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie) (stand 2CH) Hoofdstuk De toestellen aansluiten Aansluiting via de luidsprekeringangskabel Verbind de luidsprekeruitgangen van de autoradio met de versterker d.m.v. de bijgeleverde luidsprekerkabels met RCA-stekker. 1 2 3 4 5 6 7 Autoradio Luidsprekeruitgang Rood: rechts + Zwart: rechts * Zwart: links * Wit: links + Luidsprekeringang met RCA-stekker Naar RCA-ingang van dit toestel Aansluitingen niet solderen ! De kabel moet periodiek gecontroleerd en (indien nodig) vastgezet worden omdat hij na verloop van tijd loskomt. ! Soldeer of vlecht de kabeluiteinden niet aan of in elkaar. ! Let op dat de isolatiemantel van de kabel niet wordt ingeklemd wanneer u de kabel vastzet. ! Gebruik de bijgeleverde moersleutel om de bevestigingsschroef van de versterker vast te draaien of los te maken, en om de kabel vast te leggen. Let op dat u deze niet te hard aandraait omdat daardoor de draad wordt beschadigd. De voedingsaansluiting verbinden WAARSCHUWING Indien de accukabel niet goed (met de aansluitschroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risico op oververhitting, storingen en lichamelijk letsel zoals lichte brandwonden. ! Gebruik altijd de aanbevolen accu- en aardkabels, die afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accukabel rechtstreeks op de positieve (+) pool van de accu van het voertuig aan, en de aardkabel op de carrosserie. ! De aanbevolen kabelgrootte (AWG: American Wire Gauge) is als volgt. De accukabel, de aardkabel en de optionele directe aardkabel moeten even groot zijn. ! Gebruik een kabel van 8 AWG tot 16 AWG voor de luidsprekerkabel. Afmetingen accukabel en aardkabel Kabellengte Kabeldikte minder dan 4,5 m 8 AWG minder dan 7,2 m 6 AWG minder dan 11,4 m 4 AWG Nl Nederlands Opmerkingen ! Als het hoofdtoestel via luidsprekerdraad met een RCA-stekker op de versterker wordt aangesloten, wordt de versterker automatisch inen uitgeschakeld wanneer het hoofdtoestel wordt aan- en uitgezet. Deze functie werkt niet in combinatie met sommige hoofdtoestellen. Gebruik in dat geval een systeemafstandsbedieningskabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Als meerdere versterkers synchroon worden aangesloten, verbindt u het hoofdtoestel en alle versterkers via de systeemafstandsbedieningskabel. ! Sluit de systeemafstandsbediening aan indien u de autoradio zonder de versterker wilt gebruiken. ! De versterker selecteert automatisch de ingangssignaalmodus door te detecteren of het ingangssignaal RCA-niveau of luidsprekerniveau heeft. 03 75 Hoofdstuk 03 De toestellen aansluiten 1 Trek de accukabel vanuit het motorcompartiment door naar het voertuiginterieur. 7 6 2 ! Als u een doorvoeropening voor de kabel boort in de carrosserie, let dan op dat de kabel niet beschadigd kan raken door de snijranden en geen kortsluiting kan maken. Pas nadat u alle andere aansluitingen op de versterker hebt voltooid, verbindt u het accuaansluitpunt op de versterker met de positieve (+) accupool. 2 1 3 1 Positieve (+) pool 2 Accukabel (apart verkrijgbaar) De maximumlengte van de kabel tussen de zekering en de positieve + accupool is 30 cm. 3 Zekering (80 A) (los verkrijgbaar) Elke versterker moet een afzonderlijke zekering hebben van 80 A. 2 Strip met een draadtang of zakmes ongeveer 10 mm van het uiteinde van de accukabel, de aardkabel en de kabel van de systeemafstandsbediening, en draai het blootgelegde uiteinde van de kabel samen. Vervlechten 4 1 3 5 1 2 3 4 5 6 7 Accukabel Voedingsaansluiting Aardkabel Aardaansluiting Kabel systeemafstandsbediening Aansluiting systeemafstandsbediening Aansluitschroeven De luidsprekeraansluitingen 1 Strip met een draadkniptang of geschikt mes het uiteinde van de luidsprekerkabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en vervlecht het uiteinde. Vervlechten 10 mm 2 Sluit de luidsprekerkabels op de luidsprekeruitgangen aan. Schroef de kabels stevig vast. 1 3 10 mm 2 3 Sluit de kabels aan. Schroef de kabels stevig vast. 1 Aansluitschroeven 2 Luidsprekerkabel 3 Luidsprekeraansluitingen 76 Nl Hoofdstuk Installatie Vóór u de versterker installeert WAARSCHUWING ! Voor een correcte installatie moet u de geleverde onderdelen op de aangegeven wijze gebruiken. Andere onderdelen dan de geleverde kunnen het binnenwerk van de versterker beschadigen of los raken en de versterker alle dienst doen weigeren. ! Installeer het toestel niet: — op plaatsen waar de bestuurder of passagiers erdoor verwond kunnen raken wanneer het voertuig plotseling stopt. — op plaatsen waar het de bestuurder kan hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de bestuurdersplaats. ! Plaats zelftappende schroeven zo dat de punt van de schroef geen kabels raakt. Dit is belangrijk omdat de kabel anders door voertuigtrillingen door de schroef kan worden ingesneden, wat brand kan veroorzaken. ! Let erop dat de kabels niet vast kunnen komen te zitten in de stoelrails of een lichaamsdeel van een inzittende kunnen raken. Dit kan kortsluiting veroorzaken. ! Let er bij het boren op dat zich aan de achterkant van het paneel geen onderdelen bevinden. Scherm alle kabels en belangrijke onderdelen (bijvoorbeeld brandstof- en remleidingen, andere bekabeling) eerst zorgvuldig af. 04 ! Controleer alle aansluitingen en systemen voordat u de installatie voltooit. ! Controleer, nadat u de versterker hebt geïnstalleerd, of het reservewiel en het bijbehorende gereedschap nog ongehinderd bereikbaar zijn. Voorbeeld van een installatie op de vloermat of het chassis 1 Plaats de versterker op de gewenste installatieplaats. Plaats de meegeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en duw erop met een schroevendraaier zodat de punt een afdruk laat op de plaats waar de boorgaten moeten komen. 2 Boor op deze plaatsen een gat met een diameter van 2,5 mm door de vloerbekleding of rechtstreeks in het chassis. 3 Bevestig de versterker met de bijgeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm). 1 3 2 LET OP Nederlands ! Let tijdens de installatie op de volgende punten om te zorgen dat de versterker voldoende warmte kan afgeven: — Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven de versterker. — Leg geen mat of ander materiaal over de versterker. ! Leg kabels niet op plaatsen die heet kunnen worden, zoals dicht bij de kachel. ! De optimale installatieplek verschilt van voertuig tot voertuig. Plaats de versterker op een plek die voldoende sterk en stijf is. 4 1 2 3 4 5 5 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) Boor een gat met een diameter van 2,5 mm Vloermat of chassis Afstand van gat tot gat: 257 mm Afstand van gat tot gat: 181 mm Nl 77 Aanhangsel Aanvullende informatie Technische gegevens Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot 15,1 V toelaatbaar) Aarding ......................................... Negatief Stroomverbruik ......................... 33,5 A (bij continuvermogen, 4 W) Gemiddeld afgenomen stroom ..................................................... 3,1 A (4 W voor vier kanalen) 4,4 A (4 W voor twee kanalen, BRUG) 4,4 A (2 W voor vier kanalen) Zekering ....................................... 30 A × 2 Afmetingen (B × H × D) ..... 265 mm × 60 mm × 200 mm Gewicht ........................................ 2,6 kg (kabels niet inbegrepen) Maximaal uitgangsvermogen ..................................................... 200 W × 4 (4 W) / 600 W × 2 (4 W) BRUG / TOTAAL 1 200 W (300 W × 4) Continu uitgangsvermogen ..................................................... 100 W × 4 (bij 14,4 V, 4 W, 20 Hz tot 20 kHz, ≦ 1 % THD) 150 W × 4 (bij 14,4 V, 2 W, 1 kHz, ≦ 1 % THD) 125 W × 4 (bij 14,4 V, 1 W, 1 kHz, ≦ 1 % THD) 300 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W BRUG, 1 kHz, ≦ 1 % THD) 250 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W BRUG, 1 kHz, ≦ 1 % THD) Belastingsimpedantie ........... 4 W (1 W tot 8 W toegestaan) Frequentierespons .................. 10 Hz tot 50 kHz (+0 dB, –3 dB) Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 95 dB (IEC-A-netwerk) Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz) Laagdoorlaatfilter: Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz Helling ................................ –12 dB/oct Hoogdoorlaatfilter: Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz Helling ................................ –12 dB/oct Gain-regeling: RCA ...................................... 200 mV tot 6,5 V Luidspreker ....................... 0,8 V tot 16 V Maximaal ingangsniveau / impedantie: RCA ...................................... 6,5 V / 25 kW Luidspreker ....................... 16 V / 12 kW 78 Nl Opmerkingen ! Technische gegevens en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. ! De gemiddelde stroomafname van dit toestel benadert de maximale stroomafname wanneer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Gebruik deze waarde om de totale stroomafname te berekenen bij gebruik van meerdere versterkers.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Pioneer GM-D8604 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding