14
• Duw de toevoerslang van 2 m onder de slangbrug
door en plaats de moer om de slang (afb. 3c).
• Duw het eind van de slang onder de tandjes van de
ingang en draai de moer vast (afb. 3d). Zorg ervoor
dat de slang zo ver mogelijk in de ingang is geduwd.
Plaats de zijplaat terug (afb. 3e).
Monteer het slangstuk (Contents E) aan het uiteinde
van de aanvoerslang. Monteer het slangstuk met
waterstop (Contents F (Reeds gemonteerd bij de
AutoReel Flowmax)) aan de slang van de haspel en
“klik” de bijgeleverde tuinspuit of het spuitpistool
(contents H) ( fig. 3f) op het slangstuk met waterstop.
DE HASPEL INSTALLEREN
• Maak de borgklem op de haspel los (afb. 2a).
• Bevestig de haspel aan de beugel door de
haspel naar achter te kantelen en de bovenste
beugelopening van de haspel op de beugel te
plaatsen (afb. 4a).
• Laat de Auto Reel op de onderste beugel vallen
(afb. 4b).
• Bevestig de haspel met behulp van de borgklem
(afb. 4c). Zorg ervoor dat de klemmen vastklikken.
• Bevestig de kraanaansluiting met schroefdraad
(onderdeel D) aan uw kraan en sluit de toevoerslang
hierop aan via het slangstuk (afb. 5).
• Controleer of de haspel ongehinderd 180°kan
draaien. Draai de kraan open en laat het water
door de haspel lopen voor u hem de eerste keer
gebruikt. Controleer of er lekkage is; zo ja, draai de
slangaansluiting opnieuw vast.
• Er kan een hangslot (niet inbegrepen) aan de haspel
worden bevestigd, wanneer hij onbewaakt aan de
muur hangt (afb. 6a).
• Onderaan de beugel is een vak waarin u het
slangtoebehoren kunt opbergen (afb. 6b).
DE HASPEL GEBRUIKEN
• Als u de slang wilt gebruiken, pak dan het uiteinde en
loop weg van de haspel in een willekeurige richting.
• De haspel is voorzien van een automatische pal
die de slang op zijn plaats houdt, zodat u de slang
met elke gewenste lengte kunt gebruiken. U kunt de
slang op de grond leggen zonder dat hij weer wordt
opgerold.
• Als u een langer stuk slang nodig hebt, kunt u deze
meer uit trekken.
• Als u de slang weer wilt laten oprollen, trek de slang
dan voorzichtig 15 tot 30 cm weg van de haspel om
de pal te ontgrendelen. Loop terug naar de haspel.
Houd het slangeinde altijd vast, wanneer de slang
wordt opgerold. Als u problemen ondervindt bij het
oprollen, probeer dan het volgende:
de kraan uitzetten en het water uit de slang laten
lopen door de tuinspuit/het pistool te openen;
teruglopen naar de haspel met het eind van de slang
en het oprolmechanisme activeren door de slang
dichtbij de haspel beet te pakken en voorzichtig
zo’n 15 tot 30 cm naar buiten te trekken om de pal
te ontgrendelen (let op dat de slang nergens door
belemmerd wordt tijdens het oprollen).
LET OP! U MOET MET HET SLANGEINDE
TERUGLOPEN NAAR DE HASPEL.
HET VEILIGHEIDSSLOT GEBRUIKEN
Afb. 7.
• U kunt het veiligheidsslot gebruiken met behulp van
de draaischijf op de zijkant van de haspel.
• Het veiligheidsslot heeft twee functies:
voorkomen dat de slang eruit wordt getrokken,
wanneer hij volledig is afgewikkeld;
voorkomen dat de slang per ongeluk wordt opgerold,
wanneer hij nog in gebruik is.
• Draai de schijf naar het (hangslot gesloten)-symbool
om het slot te activeren (afb. 7a). Draai de schijf
naar het (hangslot open)-symbool om het slot uit te
schakelen (afb. 7b).
• Doe voor extra veiligheid de haspel altijd op slot,
wanneer u niet in de buurt bent.
Pas op!
Activeer het veiligheidsslot niet, wanneer de haspel
draait.
BELANGRIJK
Ter voorkoming van schade of letsel:
NIET DOEN:
De slang loslaten tijdens het oprollen. Loop altijd
met de slang in de hand terug naar de haspel.
Vingers of voorwerpen in de slangopening in de
haspel steken tijdens gebruik.
De schroeven van enig onderdeel van het product
proberen te verwijderen.
De grijze bal van de waterslang verwijderen.
WEL DOEN:
De haspel van de muur nemen in de winter om
schade door bevriezing te voorkomen.
Ervoor zorgen dat er zo min mogelijk water op de
vloer/grond onder de haspel ligt om uitglijden te
voorkomen.
De kraan uitdoen, wanneer u de slang niet