Whirlpool SOH903450G Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
Gas-elektro fornuis
SOH903450I
SERVICE
GARANTIE
Voor het aangeschafte apparaat gelden de garantievoorwaarden welke door de vertegenwoordiging van Solitaire in het land
van aankoop zijn uitgegeven. Eventuele bijzonderheden hiervoor zal de leverancier, bij wie het apparaat is gekocht, desgevraagd
verschaffen. Om aanspraak te kunnen maken op eventuele garantie is het overleggen van de aankoopbon met koop- en/of
leveringsdatum vereist.
Servicedienst SOLITAIRE® design-apparaten
Keienbergweg 97
1101 GG AMSTERDAM-ZUIDOOST
Postbus 22535
1100 DA AMSTERDAM
Servicemelding
Telefoon 020 - 430 3450
Telefax 020 - 430 3445
Onderdelenverkoop
Telefoon 020 - 430 3434
Telefax 020 - 430 3400
Alleenvertegenwoordiging voor Nederland
Willem van Rijn Huishoud-elektro B.V.
Postbus 22525
1100 DA AMSTERDAM
1
NL
Belangrijk
Wij danken u dat u een Solitaire product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren kennen
moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing te lezen. Dank u.
1 Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel ge-
bruik binnenshuis.
2 Deze instructies zijn alleen geldig voor die landen waar-
van de symbolen zijn afgebeeld in de handleiding en op
het typeplaatje van het apparaat.
3 Dit apparaat behoort tot de klasse 1 (losstaand) of
klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels).
4 Voordat u het apparaat gaat gebruiken wordt u verzocht
de gebruiksaanwijzingen in deze handleiding aandachtig
te lezen, aangezien zij belangrijke gegevens bevatten
betreffende de veiligheid van de installatie, het gebruik
en het onderhoud. Bewaar dit boekje zorgvuldig voor
eventuele verdere raadpleging.
5 Na het verwijderen van de verpakking moet men zich
ervan verzekeren dat het fornuis geheel gaaf is. In geval
van twijfel moet u het fornuis niet gebruiken en zich tot
een bevoegde installateur wenden. Het verpakkings-
materiaal (plastic zakken, piepschuim, spijkers enz.) dient
buiten het bereik van kinderen worden gelegd, aangezien
het een mogelijk gevaar kan opleveren.
6 De installatie moet door een bevoegde installateur wor-
den uitgevoerd en volgens de instructies van de fabri-
kant. Een verkeerde installatie kan schade veroorzaken
aan personen, dieren of dingen; voor deze gevallen kan
de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld.
7 De elektrische veiligheid van dit apparaat is slechts dan
verzekerd als het op de juiste wijze is geaard zoals
voorgeschreven door de geldende normen voor de
elektrische veiligheid. Het is belangrijk zich hiervan te
verzekeren en, in geval van twijfel, een grondige con-
trole te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die veroorzaakt is door nalatigheid betreffende
het aarden van de installatie.
8 Voordat het apparaat wordt aangesloten moet men zich
ervan verzekeren dat de gegevens van het typeplaatje (op
het apparaat en/of de verpakking) overeenkomen met de
kenmerken van het elektrische net en de gasleiding.
9 Controleer dat het elektrische vermogen van het net en
van de stopcontacten voldoende is voor het maximum
vermogen van het apparaat zoals aangegeven op het
typeplaatje. In geval van twijfel moet u zich tot een
bevoegde elektricien wenden.
10 Voor de installatie dient men een meerpolige schakelaar
aan te brengen met een afstand tussen de contactpunten
van minstens 3 mm.
11 Als de stekker en het stopcontact niet in elkaar passen
moet de stekker vervangen worden door een bevoegde
elektricien. Deze moet vooral ook controleren dat de
doorsnede van de kabels van het stopcontact voldoende
is voor het vermogen van het apparaat. Het is in het
algemeen af te raden adapters, dubbelstekkers en/of
verlengsnoeren te gebruiken. Als het gebruik hiervan ech-
ter onvermijdelijk is, moet men enkelvoudige of
meervoudige adapters en verlengsnoeren gebruiken die
voldoen aan de geldende veiligheidsnormen. Let er echter
op de vermogensgrens van de stroom niet te
overschrijden zoals is aangegeven op de enkele adapter
en op de verlengsnoeren, en het maximum vermogen
aangegeven op de meervoudige adapter.
12 Laat het apparaat niet onnodig aan staan. Sluit de stroom
van het apparaat af wanneer het niet gebruikt wordt en
sluit de gaskraan af.
13 Laat de ventilatie-openingen of warmte-afvoer vrij.
14 De voedingskabel van het apparaat mag niet door de
gebruiker zelf vervangen worden. In geval van schade of
vervanging van de kabel moet men zich uitsluitend tot een
door de fabrikant bevoegde installateur wenden.
15 Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel
waarvoor het vervaardigd is. Ieder ander gebruik (b.v. het
verwarmen van een vertrek) moet als onjuist worden
beschouwd en is dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die
te wijten is aan onjuist, verkeerd en onredelijk gebruik.
16 Het gebruik van ieder elektrisch apparaat houdt het in
acht nemen van bepaalde fundamentele regels in. In het
bijzonder:
raak het apparaat niet aan met natte of vochtige handen
of voeten
gebruik het apparaat niet als u blootsvoets bent
gebruik geen verlengsnoeren ofwel slechts met de
grootste voorzichtigheid
trek niet aan het snoer of aan het apparaat zelf om de
stekker uit het stopcontact te trekken
stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen,
zon enz.)
zorg dat kinderen of onbekwame personen het appa-
raat niet onbewaakt kunnen gebruiken
17 Sluit altijd, voordat u overgaat tot reiniging of onderhoud,
eerst de stroom af door de stekker uit het stopcontact te
halen of door de schakelaar om te zetten.
18 Als u het apparaat niet meer gebruikt raden we u aan het
buiten werking te stellen door de kabel door te snijden,
nadat u de stekker uit het stopcontact heeft getrokken.
We raden u ook aan die onderdelen onklaar te maken die
een gevaar zouden kunnen opleveren, vooral voor
kinderen die ermee zouden willen spelen.
19 Plaats geen wankele of vervormde pannen op de bran-
ders en kookplaten om omvallen te vermijden. Zorg dat
de handvaten naar het midden van het fornuis zijn gericht
zodat men er niet tegen kan stoten.
Teneinde de efficiëntie en de veiligheid van dit apparaat te garanderen:
dient u zich uitsluitend tot erkende technische service centers te wenden
dient u altijd het gebruik van originele onderdelen te eisen
Voor gebruik is het absoluut noodzakelijk om het plasticfolie aan de zijkanten van het apparaat te verwijderen.
2
NL
A Sudderbrander
B Normale brander
C Sterkbrander
D Double-controlbedienin DC-DR
E Bougies voor de automatische ontsteking
F Thermische beveiliging - Deze treedt in werking als de
vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.)
door de gastoevoer van de brander te blokkeren.
G Pannendragers
H Keuzeknop voor de elektrische oven (keuzeschakelaar
van de bereidingsfuncties)
M Bedieningsknoppen voor de gasbranders
N Thermostaatknop voor de elektrische oven (instelling
van de temperatuurstanden)
S Functiecontrolelampje van de elektrische oven
T HOE GEBRUIK IK HEM (ELEKTRISCHE OVEN)
E
F
650
900
50
873
C
B
G
B
D
A
H
S
N
T
M
OMSCHRIJVING VAN HET FORNUIS
Vernietiging van oude electrische apparaten
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat
oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en
de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer
met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet
worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging
van hun oude apparaat.
20 Enkele delen van het fornuis blijven na gebruik nog lang
warm. Raak ze niet aan.
21 Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine
enz.) in de buurt van het fornuis als dit in gebruik is.
22 Als u elektrische huishoudapparaten gebruikt in de buurt
van het kookvlak, let dan op dat het snoer ervan niet op
de hete delen terechtkomt.
23 Controleer altijd dat de knoppen in de positie “”/”¡” staan
als het fornuis niet gebruikt wordt.
24 Gedurende het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de oven-
deur zeer heet. Raak ze niet aan en houdt kinderen op
afstand.
25 Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte
aan regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het
installeren aan de vereisten is voldaan die beschreven
worden in de paragraaf “Plaatsing”.
26 De glazen dekplaat (aanwezig op enkele modellen) kan
barsten bij oververhitting. Het is daarom belangrijk dat alle
branders of eventuele elektrische kookplaten uit zijn voordat
de dekplaat wordt gesloten.
27 Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u
ervoor zorgen dat het er niet af kan schuiven.
28 Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
29 De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig)
kunnen warm worden.
3
NL
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
Werking van de kookplaat
De branders hebben verschillende afmetingen en
vermogens. Kies de meest geschikte brander met het oog
op de diameter van de pan e.d. die u wilt gebruiken.
De gekozen brander kan met de betreffende knop "M" als
volgt geregeld worden:
Regelkraan dicht
Regelkraan maximaal geopend
Regelkraan minimaal geopend
De symbolen bij de knoppen verwijzen naar de positie
van de betreffende brander op de kookplaat.
Dit fornuis is uitgerust met een thermo-elektrische beveiliging
tegen het ontsnappen van gas. Dit mechanisme zorgt ervoor
dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam van de
brander tijdens het functioneren mocht uitgaan.
Ontsteking van de branders
Om een brander te ontsteken als volgt te werk gaan:
de betreffende knop indrukken, linksom draaien en het
streepje met het symbool van de grote vlam overeen laten
stemmen (maximum vermogen);
druk de knop helemaal in om de automatische
gasontsteking
in werking te stellen;
als de vlam brandt de knop gedurende 6 seconden ingedrukt
houden tot het element van de thermo-elektrische-
beveiliging warm is geworden;
de knop loslaten en controleren of de vlam regelmatig
brandt. Als dit niet het geval mocht zijn de bovenstaande
handelingen herhalen.
Voor de laagste stand (minimum vermogen) de knop verder
draaien tot aan het symbool van de kleine vlam.
Tussenliggende standen zijn mogelijk, hiertoe de knop tussen
het symbool van de grote vlam en dat van de kleine vlam
instellen.
Om de brander te doven de knop rechtsom draaien tot stand
"
" . In deze stand wordt de knop geblokkeerd. Om haar
opnieuw te draaien zal ze eerst moeten worden ingedrukt.
Belangrijk:
• De automatische vonkontsteking niet langer dan 15
seconden achter elkaar gebruiken. Bij problemen met de
ontsteking, de knop loslaten en de eventueel in de gasleiding
aanwezige lucht eruit laten stromen. Vervolgens opnieuw
op het knopje drukken.
Bij het ongewenste uitgaan van de vlam van de branders
zal het gas nog even door blijven stromen vóórdat het
beveiligingsmechanisme in werking treedt. De
bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten
alvorens te proberen de vlam opnieuw te ontsteken om het
ontsnapte gas de tijd te geven om in de lucht op te lossen.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, controleren of de
knoppen in de dicht-stand staan "
" . Verder wordt het
aanbevolen om de gaskraan in de toevoerleiding te sluiten.
Praktische wenken voor het gebruik van de branders
De branders zullen het beste resultaat leveren als uitsluitend
pannen met een voor de gebruikte brander geschikte diameter
worden gebruikt, waarbij moet worden voorkomen dat de vlam
tot voorbij de bodem van de pan komt (zie onderstaande
tabel).Voorts wordt aangeraden om, als een vloeistof aan de
kook raakt, de vlam te verlagen tot een hoogte die volstaat
om haar aan de kook te houden.
De brander met "dubbele onafhankelijke vlammen"
Deze brander bestaat uit twee vlamkronen die samen of
onafhankelijk kunnen functioneren. Tegelijk gebruikt op
maximum geeft verhoogde warmte en dus kortere kooktijden
vergeleken met de traditionele branders. Ook verdelen de
dubbele vlamkronen de warmte onder de pannen gelijkmatiger,
vooral als ze allebei op minimum worden gebruikt. U kunt dus
ook pannen van verschillende grootte gebruiken, met de kleinere
pannen op alleen de binnenste vlamkroon. Iedere vlamkroon
van de brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen" heeft
zijn eigen bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de binnenste vlamkroon;
de knop met het symbool
bedient de buitenste vlamkroon;
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt u de
betreffende knop in en draait u hem tot aan maximum
. De
brander is voorzien van elektronische ontsteking die
automatisch werkt zodra u de knop indrukt.
Aangezien de brander is voorzien van het
veiligheidssysteem "F" moet u de knop ongeveer 6
seconden ingedrukt houden totdat het veiligheidssysteem
warmt wordt en automatisch de vlam aan houdt.
Voor het uit doen draait u de knop geheel met de klok mee
(tot het symbool “
”).
Voor het beste rendement moet u het volgende onthouden: U
kunt op de branders alle soorten pannen gebruiken. Het
belangrijke is dat de bodem perfect plat is.
Brander ø Diameter Pan (cm)
A.
Spaarbrander 6 - 14
B.
Spaarbrander 15 – 22
C.
Snelbrander
21 – 26
D.
Dubbele kroon DC-DR (intern
)
10 - 14
D
. Dubbele kroon DC-DR (buiten)) 24 - 28
4
NL
De oven biedt negen combinatiemogelijkheden voor de
elektrische warmte-elementen; als voor het te koken gerecht
de meest geschikte combinatie wordt gekozen zullen uiterst
precieze resultaten mogelijk zijn.
De verschillende functies worden verkregen door de knop
van de keuzeschakelaar “H”
(zie figuur op blz.3) in de
volgende standen te draaien:
WERKING VAN DE ELEKTRISCHE OVEN
Na instelling van de gewenste verwarmingsmethode, de knop
van de thermostaat “N”
(zie figuur op blz.3) op de
gewenste temperatuur instellen.
Voor het op normale wijze conventionele koken (roosteren,
biscuits, enz.) de functie
gebruiken (boven- en
onderwarmte).
De te bereiden gerechten pas in de oven plaatsen als de
vooraf ingestelde temperatuur is bereikt en bij voorkeur
slechts één niveau gebruiken.
Als daarentegen een sterkere verwarming van de gerechten
van onderen of van boven is gewenst, de keuzeschakelaar
in de stand
(onderwarmte), (onderwarmte +
ventilator) of
(bovenwarmte) plaatsen.
Bij de functie
wordt het gerecht gebakken met behulp
van vooraf door een verwarmingselement opgewarmde
lucht die vervolgens door een ventilator in de oven in
circulatie wordt gebracht. De oven komt zeer snel op
temperatuur en de gerechten kunnen daarom direct vanaf
het begin in de koude oven worden geplaatst. Voorts
bestaat de mogelijkheid om tegelijkertijd op twee
verschillende niveaus te bakken.
Bij de functie “snel ontdooien worden geen
verwarmingselementen gebruikt, maar uitsluitend de
ovenverlichting en de ventilator.
Bij het grillen wordt een hoog verwarmingsvermogen
gebruikt, wat het onmiddellijke roosteren van de
buitenoppervlakken van de gerechten mogelijk maakt en
speciaal geschikt is voor vleessoorten die van binnen zacht
moeten blijven.
Voor het koken met de grill moet de keuzeschakelaar “H”
(figuur op blz.3) op één van de volgende standen worden
gezet:
(vlakgrill), (maxigrill),
(maxigrill+ventilator)
Bij het grillen is het van belang dat de ovendeur
gesloten blijft. De thermostaatknop verder niet op een
temperatuur van meer dan 200°C instellen.
Ovenverlichting
De ovenverlichting gaat branden zodra de keuzeschakelaar
"H"
op een willekeurige stand wordt gezet.
Om de ovenverlichting in te schakelen zonder een
verwarmingselement te activeren moet u de keuzeschakelaar
op de positie met het symbool, zetten en dan de
thermostaatknop op nul zetten, aangegeven met het symbool
"0" .
Controlelampje
De oven is voorzien van een controlelampje "S", dat uitgaat
zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. Op dit punt
betekent het aan en uit gaan van het lampje dat de thermostaat
aan het werk is de temperatuur van de oven constant te
houden.
Ovenventilatie
Om de buitentemperatuur laag te hounden, is de oven met
een ventilator uitgerust die automatisch ingeschakeld wordt
zodra de bakoven heet wordt.
Ruimte onderin
Onderin de oven bevindt zich een ruimte die gebruikt kan
worden als opbergruimte voor potten en pannen.
Belangrijk: gebruik deze ruimte nooit voor het opbergen van
brandbaar materiaal. De interne oppervlakken van de lade
(indien aanwezig) kunnen warm worden.
Symbool Functie Vermogen
0
0) Uit -
1) Boven- en onderwarmte 2350 W
2) Onderwarmte 1300 W
3) Bovenwarmte 1050 W
4) Vlakgrill 2000 W
5) Maxigrill (bovenwarmte + grill) 3050 W
6) Maxigrill+ventilator 3100 W
7) Onderwarmte + ventilator 1350 W
8) Hete lucht (ringverwarming
+ventilator)
2850 W
9) Snel ontdooien 50 W
5
NL
HOE GEBRUIK IK HEM (ELEKTRISCHE OVEN)
Hiermee is het mogelijk de oven of grill te programmeren met
de functies:
uitgestelde start met vastgestelde kooktijd;
onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd;
timer.
Functies van de toetsen:
: timer uren, minuten
: kooktijd
: einde kooktijd
: omschakelen naar handmatig
: instelling tijd achteruit
: instelling tijd vooruit
Het gelijkzetten van de digitale klok
Na het aansluiten op het elektrische net of na het uitvallen
van de stroom knippert op het display: 0.00
Druk tegelijkertijd op de toetsen
en en zet dan de
klok gelijk (binnen 4 seconden) met de toetsen
en .
Met de knop
gaat de tijd vooruit.
Met de knop
gaat de tijd achteruit.
Eventueel verder gelijkzetten kan op twee manieren worden
uitgevoerd:
1. Herhaal de boven beschreven fasen.
2. Druk op de toets
en zet vervolgens de tijd gelijk met de
toetsen
en .
Handmatig gebruik van de oven
Nadat u de klok gelijk heeft gezet gaat de programmering
automatisch over op de handmatige stand.
N.B.: Druk na iedere "Automatisch" bereiding op de toets
om hem weer op handmatig te zetten.
Het regelen van de sterkte van het geluidssignaal
Nadat u de instellingen van de klok heeft gekozen en
bevestigd, kunt u de sterkte van het geluidssignaal regelen
met de toets
.
Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd
De kooktijd en het einde van de kooktijd worden ingesteld.
Stel dat het display 10:00 uur aangeeft.
1. Draai de ovenknoppen op de gewenste functie en
temperatuur (b.v.: statische oven, 200°C)
2. Druk op de toets
en stel vervolgens (binnen 4 seconden)
met de toetsen
en de gewenste tijdsduur in. Als u
bijvoorbeeld een kooktijd van 30 minuten instelt, verschijnt
er:
Bij het loslaten van de toets verschijnt na 4 seconden de
juiste tijd met het symbool
en de tekst auto.
3. Druk op de toets
en vervolgens op de toetsen en
totdat het gewenste einde van de kooktijd verschijnt,
bijvoorbeeld 13:00
4. Als u de toets loslaat verschijnt na 4 seconden de huidige
tijd op het display:
De tekst auto geeft aan dat de kooktijd en het einde van de
kooktijd automatisch geprogrammeerd zijn. De oven gaat
automatisch om 12:30 aan en na 30 minuten uit. Als de oven
aan is verschijnt het verlichte pannetje
gedurende de
gehele kooktijd. U kunt met de toets
op ieder willekeurig
moment de ingestelde kooktijd zien. Met de toets
kunt u
het einde van de kooktijd zien.
Aan het einde van de kooktijd hoort u een geluidssignaal;
om dit af te zetten drukt u op een willekeurige knop,
behalve op de knoppen
en .
Onmiddellijke start met vastgestelde kooktijd
Door alleen de kooktijd te programmeren (punten 1 en 2 van
paragraaf "Uitgestelde start met vastgestelde kooktijd") begint
deze onmiddellijk.
Het annuleren van een reeds geprogrammeerde bereiding
Druk op de toets
en met de toets brengt u de tijd op
Druk daarna op de toets van de handmatige werking .
Timer
Met de timer stelt u een tijd in vanaf waar het terugtellen
begint. Deze functie controleert niet het aan- of uitgaan van
de oven, hij geeft alleen een geluidssignaal weer als de tijd
verlopen is.
Druk op de toets
, er verschijnt:
Stel de gewenste tijd in met de toetsen en .
Zodra u de toets loslaat begint de tijd af te tellen; op het
display verschijnt de huidige tijd
Als de tijd is verstreken hoort u een geluidssignaal dat kan
worden afgezet door op een willekeurige toets te drukken
(behalve op de toetsen
en ). Het symbool gaat uit.
Correctie/wissen van de gegevens
De ingestelde gegevens kunnen op ieder willekeurig
moment worden veranderd. Druk op de betreffende toets
en op de toets
of .
Als de kooktijd wordt gewist wordt automatisch ook het
einde hiervan gewist en omgekeerd.
Bij een geprogrammeerde werking accepteert de oven geen
einde kooktijd die eerder is dan het begin kooktijd die door
het apparaat zelf is voorgesteld.
6
NL
REINIGEN EN ONDERHOUD
AFBEELDING 2
AFBEELDING 3
Om ervoor te zorgen dat het apparaat lang mee gaat moet
het apparaat regelmatig grondig schoongemaakt worden,
waarbij u rekening moet houden met het volgende:
Voordat u het apparaat schoon gaat maken moet u eerst
de stroomtoevoer naar het apparaat uitschakelen.
Het schoonmaken van nog warme delen van het apparaat
moet worden vermeden.
De geëmailleerde, verchroomde en de glazen delen kunt u
met een vochtige doek, lauw water en een gewoon
huishoudelijk reinigingsmiddel, dat niet schuurt,
schoonmaken.
• De binnenkant van de oven wordt, liefst na gebruik,
gereinigd als hij nog lauw is. Gebruik een warm sop en
spoel en droog daarna nauwkeurig.
De stalen onderdelen en vooral de zones met de
serigrafische symbolen mogen niet worden gereinigd met
oplosmiddelen of schuurmiddelen; gebruik alleen een
vochtige zachte doek met lauw water en een vloeibaar
afwasmiddel (wrijf de doek met een beweging in dezelfde
richting als de satijnglans van het staal).
Voor hardnekkig vuil kunt u spiritus gebruiken.
Spoel tenslotte af met ruim water en droog nauwkeurig met
een zachte doek.
Na het reinigen kunt u eventueel nog behandelen met een
glansmiddel: gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
roestvrij staal zijn bedoeld.
Knoei op de geëmailleerde of gelakte onderdelen geen zure
vloeistoffen (azijn, citroensap, bijtende
schoonmaakmiddelen enz.)
Zure vloeistoffen (azijn, citroensap, bijtende
schoonmaakmiddelen enz.) moeten onmiddelijk van de
geëmailleerde of gelakte delen worden verwijderd. De losse
delen van de gasbranders moeten vaak in een lauw sop
worden gewassen; verwijder eventueel aangekoekte resten.
Controleer dat de gastoevoeren niet verstopt zijn. Droog de
branders goed af voordat u ze weer gaat gebruiken.
Maak het uiteinde van de bougies van de automatische
ontsteking van de kookplaat en de gasoven vaak schoon.
Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende
producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe
schurende materialen of scherpe schrapertjes die het
oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het
glas zou kunnen barsten.
Demonteren/monteren ovendeur
De deur van de oven kan verwijderd worden voor het
gemakkelijker reinigen van de binnenkant van de oven, ga
als volgt te werk (afb.2-3):
Zet de deur wijd open en zet de 2 hendeltjes "B" omhoog
(afb.2);
Sluit de deur gedeeltelijk zodat u hem kunt opheffen terwijl
de haken "A" worden uitgetrokken zoals aangegeven in
afb.3.
Voor het weer monteren van de deur:
Steek de 2 haken "A" in de gaten met de deur in vertikale
houding.
Controleer of de behuizing "D" perfect aan de rand van het
gat is gehaakt (beweeg de deur zachtjes naar voren en
naar achteren);
Houd de deur wijd open, klap de 2 hendeltjes "B" neer en
doe de deur dicht.
Vervangen van de ovenlamp
Controleer of de stroom van het apparaat is afgesloten.
Vanuit de binnenkant van de oven het glazen kapje
losschroeven, de lamp losdraaien en vervangen door een
vergelijkbare uitvoering bestand tegen hoge temperaturen (300
°C) en met de volgende eigenschappen:
- Spanning 230 V
- Vermogen15 W
- Fitting E 14.
7
NL
GRILL
HETE LUCHT
Opmerkingen:
1) Koken zonder voorverwarming van de oven met uitzondering van de gerechten waar een sterretje voor staat.
2) De in de tabel aangegeven geleider geniet de voorkeur als op meerdere roosterstanden wordt gekookt.
3) De gegeven tijden hebben betrekking op het koken op één roosterstand, bij het koken op meerdere roosterstanden moet u 5-10 minuten bij de tijden
optellen.
4) Voor het braden van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoenvlees met bot of rollades moeten 20 minuten bij de tijden worden opgeteld.
Met 1
e
geleider wordt de
laagste geleider bedoeld ten
opzichte van de ovenbodem.
De bereidingstijden kunnen variëren afhankelijk van de aard van de gerechten, het feit of zij gelijkmatig gaar moeten worden en de
omvang ervan. In eerste instantie moet dan ook voor de kortste kooktijden worden gekozen om later, indien nodig voor langere tijden
te kiezen.
BOVEN- EN ONDERWARMTE
KOOKTIPS
Soort gerecht Temperatuur °C Bereidingstijd (minuten) Soort gerecht Temperatuur °C Bereidingstijd (uren)
Gebak
Vruchtentaart
Schuimgebak
Cake van biscuitdeeg
Luchtig biscuitgebak
Cake-taart
Chocoladetaart
Italiaans zout brood "focaccia"
Beignets
Koekjes van bladerdeeg
Tompoezen
Kruimeldeeg
130
130
150
160
160
170
170
200
200
200
200
60-70
30-40
20-30
40-50
40-50
30-40
40-50
15-20
15-20
15-20
15-20
Vlees
Kalkoen (4-8 kg.)
Ganzenvlees (4-5 kg.)
Eend (2-4 kg.)
Kapoen (2½-3 kg.)
Rundvlees- goulash (1-1½ kg.)
Lamsbout
Gebraden haas (2 kg.)
Gebraden fazant
Kip (1-kg.)
Vis
160
160
170
170
160
160
160
160
170
200
3-4½
4-4½
1½-2½
2-2½
3-3½
1-1½
1-1½
1-1½
1-1½
15-25 minuten
Soort gerecht Bereidingstijd (minuten) Roosterstanden
Karbonade (0.5 kg.)
Worstjes
Gegrilde kip (1 kg)
60
15
60
3
e
geleider
2
e
geleider
1
e
geleider
Soort gerecht Geleider vanaf de bodem Hoeveelheid kg. Temperatuur °C Bereidingstijd (minuten)
Gebak
* Met geklopt deeg, in bakvorm
* Met geklopt deeg, zonder bakvorm
Kruimeldeeg, taartbodem
Kruimeldeeg met vochtige vulling
Kruimeldeeg met droge vulling
* Met natuurlijk gerezen deeg
Klein gebak
1-3
1-3-4
1-3-4
1-3
1-3-4
1-3
1-3-4
1
1
0.5
1.5
1
1
0.5
175
175
175
175
175
175
160
60
50
30
70
45
50
30
Vlees
Op het rooster bereid vlees
Kalfsvlees
Rundvlees
Engelse rosbief
Varkensvlees
Kip
In de braadslede bereid vlees
Kalfsvlees
Rundvlees
Varkensvlees
Kip
Kalkoen in stukken
Eend
Stoofschotels
Rundvleesstoofschotel
Kalfsvleesstoofschotel
2
2
2
2
2
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1
1
1
1
1
1
1-1.5
1
1
1
1-1.5
1.5
1-1.5
1
1
180
180
180
160
160
160
180
180
180
175
175
60
70
50
70
70
80
90
90
90
120
120
120
110
Vis
Visfilet, vislapjes, kabeljauw, wijting, tong
Makreel, tarbot, zalm
Oesters
1-3
1.3
1-3
1
1
180
180
180
30
45
20
Ovengerechten
Ovengerecht met deegwaren
Ovengerecht met groenten
* Zoete en hartige soufflés
* Gewone pizza's en dubbelgevouwen
pizza's
Toast
1-3
1-3
1-3
1-3-4
1-3-4
2
2
0.75
0.5
0.5
185
185
180
190
60
50
50
30
15
Ontdooien
Kant-en-klaar maaltijden
Vlees
Vlees
Vlees
1-3
1-3
1-3
1-3
1
0.5
0.75
1
200
50
50
50
45
50
70
110
8
NL
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
installateur en om hem in staat te stellen de handelingen met
betrekking tot de installatie, de regelingen en het technische
onderhoud op de meest correcte wijze en in overeenstemming
met de van toepassing zijnde normen uit te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten apparaat
worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht blijken
de elektrische voeding te handhaven zal de grootst mogelijke
voorzorg moeten worden genomen.
Het fornuis heeft de volgende technische kenmerken:
-Categorie II 2L3B/P
De afmetingen van de apparaten zijn afgebeeld in de figuur
op blz.4.
Voor de goede werking van een tussen meubelen ingebouwd
apparaat is het noodzakelijk dat de in figuur 4 aangeduide
minimumafstanden in acht worden genomen. Bovendien
moeten de aangrenzende oppervlakten en de achterwand van
hittebestendig materiaal vervaardigd zijn en bestand zijn tegen
een oventemperatuur van 65 °C.
Het nivelleren (alleen bij enkele modellen aanwezig)
Om de keuken te kunnen nivelleren, moet u de
regelingsvoetjes gebruiken. Indien dit nodig is, kan men deze
voetjes in de daarvoor geschikte gaten vastschroeven. Deze
bevinden zich in de hoeken van het onderstuk van het fornuis.
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend in permanent geventileerde
ruimten (overeenkomstig de voorschriften van de van
toepassing zijnde NEN 1078 Norm) worden geïnstalleerd en
functioneren. Aan de volgende voorwaarden moet worden
voldaan:
Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren naar
een speciaal hiervoor bestemde kap die op een schoorsteen,
een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten moet zijn
aangesloten (afb.5).
Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een op
het raam of de buitenmuur geplaatste elektroventilator
worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking
moet worden gesteld.
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een
hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor
de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte. De
natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden gewaarborgd
door middel van permanente openingen in de buitenmuren
van de ruimte, of door enkele of collectief vertakte
ventilatiekanalen, in overeenstemming met de geldende
normen.
De lucht dient rechtstreeks van buitenaf en uit de buurt van
bronnen van verontreiniging te worden toegevoerd.
De ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen
beschikken (afb.6A):
een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit
van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de
warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het plaatje met
de technische gegevens aan de achterzijde van het
apparaat);
de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde van
de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd.
op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft,
zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met
brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met de
geldende normen is geventileerd.
afb.5
In open haard of vertakte rookpijp Meteen naar buiten
(aanwezig bij de kookapparaten)
Klasse 1 Klasse 2 UnderKlasse 1
afb.4
min. 50mm
min. 50mm
min. 700mm
min. 700mm
9
NL
De toevoer van de lucht vanuit een nevenliggende ruimte naar
de te ventileren ruimte dient vrijelijk door permanente
openingen te worden gegarandeerd, met een sectie die niet
kleiner mag zijn dan die hierboven vermeld. Deze openingen
kunnen ook worden verkregen door de vrije ruimte tussen de
deur en de vloer te vergroten (afb.6B).
Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een
elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening
moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van
de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de
elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een
luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen.
A
Aansluitende Ventilatie
Bijzonderheid A kamer kamer
Voorbeeld van een ventilatieopening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandingslucht de deur en de vloer
afb. 6A afb. 6B
10
NL
Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan
een extra ventilatie noodzakelijk blijken die kan worden
verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of een
verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator,
indien aanwezig.
De gassen van een vloeibaar gemaakt gasmengsel (LPG)
zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. De ruimtes
waarin gasflessen met LPG staan moeten dan ook openingen
naar buiten hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel
gelekte gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet
geen LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse
ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te
laten staan die op dat moment in gebruik is, waar u de gasfles
uit de buurt van warmtebronnen moet neerzetten waardoor
de temperatuur van de gasfles eventueel op kan lopen tot
meer dan 50°C.
Aansluiting van de gastoevoer
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de
voorschriften van de geldende normen en uitsluitend na te
hebben gecontroleerd of het apparaat is afgesteld op het
soort gas waarmee het zal worden gevoed.
Dit apparaat is fabrieksklaar om te functioneren met het
soort gas dat staat vermeld op het plaatje achterop het
fornuis. Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt
met de gassoort waar het apparaat op ingesteld is, moet u
de betreffende straalpijpjes (bijgeleverd) verwisselen waarbij
u de aanwijzingen die in de paragraaf "Aanpassen aan
verschillende soorten gas" zijn opgenomen in acht moet
nemen.
Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat,
om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en
om ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat moet u
zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt
met de waarden die in de tabel 1 "Kenmerken van de
branders en straalpijpjes" staan. Anders moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die aan
de geldende normen voldoet.
Als dit niet het geval is moet u op de gastoevoer een
speciale drukregelaar monteren in overeenstemming met
de geldende normen.
Sluit aan het draaibare verbindingsstuk (buitenschroefdraad
½"G) aan, aan de achterkant van het apparaat (afb.7), door
middel van een stijve metalen buis en aan verbindingsstukken
die voldoen aan de geldende normen, of met een buigzame
metalen slang die voldoet aan de geldende normen, niet langer
dan 2000 mm. Als het nodig is het verbindingsstuk te draaien,
dan moet absoluut de pakking vervangen worden (bijgeleverd).
Als het apparaat definitief geplaatst en geïnstalleerd is moet
met zeepsop gecontroleerd worden of er nergens gaslekken
zijn (nooit met een vlam!). Let er ook op dat de buis niet in
contact is met bewegende onderdelen die hem zouden kunnen
beschadigen of knellen. Controleer of de druk van de gasleiding
voldoende is voor het voeden van het apparaat als alle
branders tegelijk aan zijn. Belangrijk: Voor aansluiting aan
vloeibaar gas (in fles) moet er een drukregelaar tussen worden
geplaatst die voldoet aan de geldende normen.
Aanpassen aan verschillende soorten gas
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een soort gas dat
verschillend is van het gas waarvoor het fornuis gebruiksklaar
is (aangegeven op het etiket aan de achterkant van het fornuis)
afb.7
moeten de straalpijpjes van de branders worden vervangen
door als volgt te werk te gaan:
verwijder de roosters en branders van hun plaats.
schroef de straalpijpjes los (afb.8) met een steeksleutel van
7mm en vervang ze met die geschikt zijn voor het nieuwe
type gas (zie tabel 1 "Kenmerken van de branders en
straalpijpjes".
monteer de onderdelen weer op de omgekeerde wijze.
Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket
dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat
correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken,
verkrijgbaar bij onze Technische Dienst .
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met
onafhankelijke "dubbele vlamkringen":
verwijder de roosters en branders van hun plaats. De bran-
der bestaat uit twee aparte delen (zie afb. 10 en afb.11);
schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van 7mm.
De binnenste vlamkring heeft 1 straalpijpje, de buitenste
heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de straalpijpjes
met nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type gas
(zie tabel1).
zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun
plaats.
Afb. 10 Afb. 11
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht no-
dig.
Het regelen van de minimumstand
zet het kraantje op minimum;
Haal de bedieningsknop van de regelkraan eraf en draai
aan de stelschroef (fig.9) naast de kraan totdat u een re-
gelmatige kleine vlam krijgt; gebruik daarbij een schroeven-
draaier (losschroevend wordt het minimum groter, dichter
draaiend wordt de vlam kleiner).
N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht
worden geschroefd;
Controleer nu of de brander aan blijft als u de knop snel
van hoog op laag draait;
Als bij de apparaten met een beveiligingssysteem (thermo-
element) dit systeem niet werkt met de branders op mini-
mum, dan verhoogt u het minimum door aan de stelschroef
te draaien.
Breng de knoppen weer aan.
Als het regelen klaar is moet u de zegels op de by-pass
schroefjes weer op hun plaats aanbrengen met zegellak of
dergelijk materiaal.
afb.9
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
A
afb.8
11
NL
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
Het fornuis is bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan
de achterzijde). Controleren of de voedingsspanning ter
plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het
elektriciteitsnet
Als een rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet is
gewenst moet tussen het apparaat en het elektriciteitsnet
een meerpolige interruptieschakelaar worden geplaatst met
een minimale opening tussen de contacten van 3 mm,
aangepast aan de belasting en in overeenstemming met de
geldende normen. De geel-groene aardkabel moet niet door
de interruptieschakelaar worden onderbroken. Bij de plaatsing
van de voedingskabel moet er rekening mee worden gehouden
dat hij op geen enkel punt een temperatuur van meer dan
50°C boven die van de omgeving mag bereiken. Deze
apparaten moeten gesCheiden worden aangesloten.
Geen verloopstukken, adapters of aftakdozen gebruiken die
tot oververhitting of verbrandingen zouden kunnen leiden.
Alvorens de aansluiting uit te voeren, controleren of:
de spanningsbegrenzer en de elektrische installatie thuis
geschikt zijn voor de belasting van de apparatuur (zie plaatje
met technische gegevens);
de elektrische voeding over een deugdelijke aardaansluiting
beschikt in overeenstemming met de geldende normen en
voorschriften;
het stopcontact of de meerpolige schakelaars makkelijk zijn
te bereiken.
WIJ AANVAARDEN GEEN ENKELE
VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE
ONGEVALLENPREVENTIENORMEN NIET WORDEN
NAGELEEFD.
Vervanging van de kabel
Een rubberen kabel van het type H05RR-F met een sectie
van 3 x 1.5 mm² gebruiken.
De geel-groene geleider zal 2÷3 cm langer dan de andere
geleiders moeten zijn.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
12
NL
* A 15°C en 1013 mbar-droog gas H.s. Propaangas G31 = 50,37 MJ/kg
H.s. Butangas G30 = 49,47 MJ/kg H.s. Aardgas G25 = 32,49 MJ/m
3
KENMERKEN VAN DE BRANDERS EN INSPUITERS
Dit apparaat voldoet aan de volgende Europese
richtlijnen:
- 2006/95/CEE van 12/12/06 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties.
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van de elektrische ovens
Norm EN 50304
Energieverbruik convectie Natuurlijk
verwarmingsfunctie:
Statische
Energieverbruik verklaring Klasse convectie Hetelucht
verwarmingsfunctie :
Geventileerd
TECHNISCHE KENMERKEN
TABEL 1 Vloeibaar gas Aardgas
Brander
Brander
doorsnee
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm) Nom. Ger. G30/G31 G25
Sterk C 100 3.00 0.7 40 86 218 122 332
Normaal B 75 1.65 0.4 30 64 120 94 183
Sudderbrander A 55 1.00 0.4 30 50 73 72 111
D.Double-controlbedienin
(binnenste DC-DR)
30 0.90 0.4 30 44 65 74 100
D.Double-controlbedienin
(buitenste DC-DR)
130 4.10 1.3 57 70 298 110 454
Voedingsdruk 30 25
13
NL
01-08 code 195065760.02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Whirlpool SOH903450G Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding