16
NL
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand
tussen de contacten van minstens 3 mm, aangepast aan
het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende
nationale normen (de aarding mag niet worden onderbroken
door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig
worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt
van 50°C hoger dan de kamertemperatuur.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
• de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
• de contactdoos in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het
typeplaatje;
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje;
• de contactdoos en de stekker van het apparaat
overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de
stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische
kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen.
! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
wanneer deze normen niet worden nageleefd.
De kabel vervangen
Gebruik een rubber kabel van het type H05VV-F met een
doorsnede 3 x 1.5 mm².
De geel/groene aardleiding moet 2-3 cm langer zijn ten
opzichte van de andere leidingen.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -es moet
worden uitgevoerd m.b.v. een exibele rubberen of stalen
buis, in overeenstemming met de geldende nationale normen
en daaropvolgende wijzigingen en uitsluitend na te hebben
gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het soort gas
waarmee het zal worden gevoed (zie etiket met ijking op
het deksel: als dit niet het geval is zie onder). Bij gebruik van
vloeibaar gas uit een gases gebruikt u drukregelaars die
voldoen aan de geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de
gasvoeding aan de zijkant worden geplaatst*: verander de
plaats van de slanghouder voor de aansluiting met de afsluitdop
en vervang de bijgeleverde afdichting.
! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van de
energie en een langere levensduur van het apparaat moet
u zich ervan verzekeren dat de gasdruk overeenkomt met
de waarden die zijn aangegeven in de Tabel Eigenschappen
branders en sproeiers (zie onder).
Aansluiting gas met exibele rubberen buis
Controleer of de buis overeenkomt met de geldende nationale
normen. De interne diameter van de buis moet zijn:
8 mm voor voeding met vloeibaar gas;
13 mm voor voeding met aardgas.
Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u controleren of
de buis:
• in geen enkel punt contact maakt met delen die
temperaturen bereiken van meer dan 50°C;
• niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat er geen
bochten of knelpunten zijn;
• niet in contact komt met scherpe voorwerpen, scherpe
randen, beweegbare onderdelen en niet in de knel raakt;
• gedurende de hele lengte makkelijk te inspecteren is, zodat u
probleemloos kunt controleren of hij in goede staat verkeert;
• korter is dan 1500 mm;
• aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden
bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de
geldende nationale normen.
! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet kunt
voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd volgens
de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse 1 (apparaat
gemonteerd tussen twee meubels), dient u een exibele,
stalen buis gebruiken (zie onder).
Aansluiting met een exibele roestvrije stalen
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Controleer of de buis voldoet aan de geldende nationale
normen en de metalen aluminium afdichtingen voldoen aan
de norm UNI 9001-2 of de rubberen afdichtingen conform
aan de geldende nationale normen. Voordat u de buis
monteert verwijdert u de buishouder op het apparaat (het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis
is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout).
! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van de buis,
in uitgestrekte toestand, niet langer is dan 2 meter. Verzeker
u ervan dat de buis niet in contact komt met bewegende
delen en dat hij niet wordt afgekneld.
Controle gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet
de gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een
verschillende gassoort (anders dan die staat aangegeven
op het typeplaatje op het deksel).
Aanpassen kookplaat
Het vervangen van de sproeiers
van de branders van de kookplaat:
1. verwijder de pannendragers en
haal de branders van hun plek;
2. draai de sproeiers los met
een pijpsleutel van 7 mm (zie
afbeelding) en vervang ze met de
sproeiers die geschikt zijn voor
het nieuwe type gas (zie Tabel
Eigenschappen branders en sproeiers);
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun
plaats.