ESAB A2 TFF1 / A2 TGF1 Handleiding

Type
Handleiding
Valid from Serial NO 806 XXX--XXXX0457 641 001 2001--03--09
A2 Weldtrac
A2 TFF1 / A2 TGF1
101103105107109111102021110025108024042106023061104022041100020040060001
Bruksanvisning
Brugsanvisning
Bruksanvisning
Käyttöohjeet
Instruction manual
Betriebsanweisung
Manuel d’instructions
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de uso
Istruzioni per l’uso
Manual de instruções
Ïäçãßåò ÷ñÞóåùò
-- 2 --
Rätt till ändring av specifikationer utan avisering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehalten.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especifi caciones sin previo aviso.
Specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Äéáôçñåßôáé ôï äéêáßùìá ôñïðïðïßçóçò ðñïäéáãñáöþí ×ùñßò ðñïåéäïðïßçóç.
SVENSKA 3..............................................
DANSK 16................................................
NORSK 29................................................
SUOMI 42................................................
ENGLISH 55..............................................
DEUTSCH 68.............................................
FRANÇAIS 81.............................................
NEDERLANDS 94.........................................
ESPAÑOL 107..............................................
ITALIANO 120..............................................
PORTUGUÊS 133..........................................
ÅËËÇÍÉÊÁ 146.............................................
NEDERLANDS
-- 9 4 --
TOCh
1 RICHTLIJN 95........................................................
2 VEILIGHEID 95.......................................................
3 INLEIDING 96.........................................................
3.1 Algemeen 96................................................................
3.2 Technische gegevens 97......................................................
3.3 Lasmethode 97..............................................................
3.4 Uitrusting 98.................................................................
4 INSTALLATIE 99......................................................
4.1 Algemeen 99................................................................
4.2 Aansluitingen 99.............................................................
5 GEBRUIK 100.........................................................
5.1 Algemeen 100................................................................
5.2 Het starten 101...............................................................
5.3 Bijvullen van laspoeder (UP--lassen) 104.........................................
5.4 Verplaatsen van de lasautomaat. 104............................................
5.5 Ombouwen van de A2 TFF1 (UP--lassen) naar MIG/MAG--lassen. 104...............
5.6 Ombouwen van de A2 TFF1 (UP--lassen) naar TWIN--ARC (dubbele draad). 104......
6 ONDERHOUD 105......................................................
6.1 Algemeen 105................................................................
6.2 Dagelijks 105.................................................................
6.3 Periodiek 105.................................................................
7 STORINGZOEKEN 106.................................................
8 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN 106..........................
SLIJTAGEONDERDELEN 160..............................................
RESERVEONDERDELENLIJST 163.........................................
-- 9 5 --
dha6d1ha
1 RICHTLIJN
OVEREENSKOMSTIGHEIDSVERKLARING
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart op eigen verantwoor-
delijkheid dat lasautomaat A2 TFF1 / A2 TGF1 van serienummer 806 overeenkomt
met norm EN 60292 volgens richtlijn 89/392/EEG van de Raad met toevoeging.
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --------
Paul Karlsson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 12336
Laxå 97--12--16
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilig-
heidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het
systee werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasui-
trusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een
aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking
van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor
de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto-
ken.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril,
onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun-
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Overig
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S W anneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
onderhoud uitgevoerd worden.
NL
-- 9 6 --
dha6d1ha
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE-
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR -
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU-
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd s taat van de aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
3 INLEIDING
3.1 Algemeen
De A2 TFF1 lasautomaat heeft tweewielaandrijving en is bedoeld voor poederdek
van stompe-- en hoeknaden.
De A2 TGF 1 lasautomaat heeft tweewielaandrijving en is bedoeld voor MIG/MAG
en booglassen van stompe-- en hoeknaden.
De lasautomaten worden gebruikt samen met de ESAB bedieningsdoos A2--A6 Pro-
cess Controller (PEH).
De toevoerspanning voor de bedieningsdoos en voor de motoren van de lasautoma-
at wordt geleverd door de ESAB stroombronnen LAF resp. TAF.
De lasau tomaat mag voor geen enkele andere toepassing gebruikt worden.
De lasautomaat kan in gedemonteerde uitvoering (zuil en veiligheidsketting gede-
monteerd) door een opening met een diameter van tenminste 600 mm heen.
De positie van de contactbuis kan zowel horizontaal als verticaal ingesteld worden
via een schuifsysteem . De hoek wor d t ingesteld door de draadtoevoer eenheid te
verdraaien.
NL
-- 9 7 --
dha6d1ha
3.2 Technische gegevens
A
2
W
e
l
d
t
r
a
c
A2 TFF1 A2 TGF1
A
2
W
e
l
d
trac
UP MIG/MAG
Aansluitspanning 42 V AC 42 V AC
Toegelaten belasting 100 % 800 A DC 600 A DC
Draaddimensies:
massief enkele draad 1,6--4,0 mm 0,8--1,6 mm
gevulde draad 1,6--4,0 mm 1,2--2,4 mm
dubbele draad 2x1,2--2,5 mm -- --
Draadtoevoersnelheid, maximum 9m/min 19 m/min
Remkoppel van de remnaaf 1,5 Nm 1,5 Nm
Rijsnelheid 0,1--2,0 m/min 0,1--2,0 m/min
Draaicirkel bij rondnaadlassen, min 1500 mm 1500 mm
Draaddiameter bij inwendig verbindingslassen,
minimum
1100 mm 1100 mm
Draadgewicht, maximum 30 kg 30 kg
Inhoud poederreservoir (Mag niet gevuld worden
met voorverwarmd poeder)
6l -- --
Gewicht (excl. draad en poeder) 47 kg 43 kg
Zijdelingse helling, maximum
25_ 25_
Continue A--gewogen geluidsdruk 68 dB 83 dB
3.3 Lasmethode
UP--lassen
Gebruik voor het UP--lassen altijd de A2 Weldtrac van het type A2 TFF1 UP light du-
ty met een contactstuk Ø 20 mm die een belasting toelaat tot 800 A (100%) r esp.
1000 A (60%).
De laskop kan worden voorzien van aanvoerrollen voor lassen m et enkele of dubbe-
le draad (twinarc). Voor holle draad bestaan er speciale geribbelde aanvoerrollen die
een zekere doorvoer van de draad garanderen zonder dat deze wordt vervormd
vanwege een te hoge aanvoerdruk.
MIG/MAG--lassen
Gebruik voor het MIG/MAG--lassen de A2 Weldtrac A2 TGF1 die een max. belasting
van 600 A toelaat. De laskop is watergekoeld e n het koelwater wordt aangesloten
via slangen in de daarvoor bedoelde aansluitingen.
Aanwijzingen voor de aansluiting voor UP -- resp. MIG/MAG--lassen staan in het sys-
teemschema, zie pagina 99 en 100.
NL
-- 9 8 --
dha6d1ha
3.4 Uitrusting
In een complete laskop is inbegrepen een aanvoermotor voor de aanvoer van de
draad en een contactuitrusting die de draad voorziet van stroom en zorgt voor een
goed contact.
Contactuitrustingen zijn in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.
S De A2 TF wordt gebruikt voor UP--lassen.
S De A2 TG wordt gebruikt voor MIG/MAG --lassen.
Belangrijkste onderdelen bij de A2 TFF1
1 Richtrolleneenheid.
2 Contactuitrusting bestaande
uit contactmondstuk,
contactstuk en poederbuis.
4 Glijder (aangedreven met de
hand)
5 Motor
6 Draadtrommel.
7 Poederhouder (soms met erop
gemonteerde cycloon).
8 --
9 Trolley.
10 Pilaar.
11 Transporthandgreep
Belangrijkste onderdelen bij de A2 TGF1
1 Richtrolleneenheid.
2 Contactuitrusting bestaande
uit contactstuk, gasmondstuk
en waterslang.
4 Glijder (aangedreven met
de hand)
5 Motor
6 Draadtrommel.
7 --
8 Draadgeleider.
9 Trolley.
10 Pilaar.
11 Transporthandgreep
NL
-- 9 9 --
dha6d1ha
4 INSTALLATIE
4.1 Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voorzichtig.
4.2 Aansluitingen
1. De inschakeling van de bedieningsdoos A2--A6 Process Controller (PEH) op de
lasautomaat is reeds uitgevoerd vóór de leverantie.
Voor verdere informatie, zie de gebruiksaanwijzing voor de A2--A6 Process Cont-
roller (PEH).
2. Sluit de lasautomaat aan volgens het schema.
BOOGLASSEN ONDER POEDERDEK UP
S Sluit de bedieningskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en bedienings -
box A2--A6 Process Controller ( PEH) (2).
S Sluit de retourleiding ( 11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
S Sluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat
(1).
S Sluit de meetleiding ( 12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
NL
-- 1 0 0 --
dha6d1ha
BOOGLASSEN MIG/MAG
S Sluit de bedieningskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en bedienings -
box A2--A6 Process Controller ( PEH) (2).
S Sluit de retourleiding ( 11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
S Sluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat
(1).
S Sluit de gasslang (5) aan tussen de reduceerklep (6) en de gasaansluiting
(13) van de lasautomaat.
S Sluit de slangen voor het koelwater (3) aan tussen het koelaggregaat (4) en
de lasautomaat (1).
S Sluit de meetleiding ( 12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk
(9).
5 GEBRUIK
5.1 Algemeen
De algemen e veiligheid svoorschriften voo r het gebruik van d e hier beschre-
ven uitrusting vindt u op pagina 95. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
S Een nauwkeurige naadvoor bewer king is noodzakelijk voor een goed lasresul-
taat. OPGELET! Er mogen geen variërende spleetopeningen in de lasnaad zijn.
S Om het risico van warmtebarsten te elimineren moet de breedte van de las gro -
ter zijn dan de inbrandingsdiepte.
S Las altijd een teststuk met hetzelfde naadtype en dezelfde plaatdikte als het
werkstuk van de productie.
OPGELET! Proeflas NOOIT rechtstreeks op het werkstuk in de productie.
S Voor de bediening en de installatie van de lasautomaat en de lasstroombron, zie
de gebruiksaanwijzing voor de A2--A6 Process Controller (PEH).
NL
-- 1 0 1 --
dha6d1ha
5.2 Het starten
1. Kies het draadtype en het laspoeder (gas) zodat het lasmetaal analysegebied
samenstelling in g rote lijnen overeenkom t met het basismateriaal. Kies de draad-
dimensie en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van de leveran-
cier. Van het toevoegmateriaal.
2. Laden van de lasdraad
S Demonteer de draadtrommel (1) van de remnaaf
(2) en m aak de zijkant (3) los.
S Plaats de draadspoel op de draadtrommel (1).
S Knip de hechtdraden rond de draadspoel af.
S Monteer de zijkant (3).
S Monteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
Let erop dat de positie van de transporteur (4)
juist is.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°.
Bij een te sterke helling ontstaat er slijtage aan het borgmechanisme van de remnaaf
en glijdt de draadbobine van de remnaaf.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf
glijdt; Ver g r endel de bobine m e t behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
UP MIG/MAG
S Controleer of de aanvoerrol ( 1) en de contactklauwen resp. de contactmondstuk-
ken (3) de juiste afmetingen hebben voor de gekozen draadafmeting.
S Trek het uiteinde van de draad te voorschijn door de richtrolleneenheid (2). Bij
draden met een diameter groter dan 2 mm: maak 0,5 m van de draad recht en
voer deze handmatig door de richtrolleneenheid.
NL
-- 1 0 2 --
dha6d1ha
S Plaats het draadeinde in het spoor van de aanvoerrol (1).
S Stel de draaddruk tegen de aanvoerrol in met knop (7). N.B.! Niet harder aan-
spannen dan nodig is voor een zekere aanvoer.
S Voer de draad 30 mm door door op op het besturingskastje A2--A6 Pr o-
cess Controller te d rukken.
S Richt de draad door bij te stellen met knop (6).
Voor dunne draad kan een speciale richteenheid voor dunne draad (4) worden
gebruikt voor zowel enkele als dubbele draden.
Let erop dat de richteenheid goed staat ingesteld zodat de draad recht door de
contactklauwen resp. het contactmondstuk naar buiten komt.
Gebruik altijd stuurbuis (5) voor een zekere aanvoer van dunne draad
(1,6--2,5 mm).
Gebruik bij MIG/MAG --lassen met een draadafmeting < 1,6 mm een stuurspiraal,
die in de stuurbuis (5) wordt geplaatst.
Vervangen van aanvoerrol
S Enkele draad
S Maak de knoppen (3) en (4) los.
S Maak de handknop (2) los.
S Vervang de aanvoerrol (1). Deze zijn gemerkt met de
resp. draadafmetingen.
S Dubbele draad (Twin arc)
S Vervang de aanvoerrol (1) met dubbel spoor op dezelfde manier
als bij de enkele draad.
S LET OP! Vervang ook de drukrol (5). De speciale bolvormige drukrol voor
dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor enkele draad.
S Monteer de drukrol met een speciale astap (best. nr. 0146 253 001).
S Holle draad (voor geribbelde rollen)
S Vervang de aanvoerrol (1) en de drukrol (5) paarsgewijs voor de resp.
draadafmetingen.
N.B.! Voor de drukrol is een speciale astap nodig (best. nr. 0212 901 101).
S Haal de drukbouten (4) met gematigde druk aan, zodat de holle draad niet
wordt vervormd.
Contactuitrustingen voor UP--lassen.
S Voo r enkele draad 3,0 -- 4,0 mm. Ligh t du t y (D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20
met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad).
S Haal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan om
een goed contact te verkrijgen.
NL
-- 1 0 3 --
dha6d1ha
S Voo r enkele draad 1,6 -- 2,5 mm UP, Light dut y (D20)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D 20 met
het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad) en een aparte
richteenheid voor dunne draad (4) met stuurbuis (6).
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het M12--gat
in de richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6) moet de onder-
kant van het contactmondstuk (2) raken.
S Kort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij kan lopen.
S Monteer de richteenheid voor dunne draad (4) op de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
S Voor dubbele draad 2 x 1,2 -- 2,0 mm, Light Twin (D35)
(Accessoires).
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35 met
de twinadapter (9) en 2 contactmondstukken (2) (M6--schroef-
draad) en een aparte richteenheid voor dunne draad (4) met
twee stuurbuizen (6). Gebruik voor dubbele draad < 1,6 mm
een stuurspiraal die in elke stuurbuis afzonderlijk wordt ge-
plaatst.
S Monteer de twinadapter (9) voor de M6 --contactmondstuk-
ken (2) met de M5--bout in het vaste deel van het gedeel-
de contactstuk (1).
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuizen (6) in het
M12--gat van de standaard r ichtrolleneenheid (3). De
stuurbuizen moeten de onderkant van de twinadapter (9)
voor het contactmondstuk (2) raken.
S Haal de contactmondstukken (2) met een sleutel aan, zo-
dat er een goed contact wordt verkregen.
S Kort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij loopt.
S Instellin g van de draad bij Twinarc--lassen:
S Stel de draden in de naad op een optimaal lasresultaat in door het con -
tactstuk te draaien. De beide draden kunnen zodanig worden gedraaid
dat ze na elkaar zijn geplaatst op één lijn met de naad of in een willekeu-
rige positie tot 90_ haaks op de naad, d.w.z. met één draad aan elke
zijde van de naad.
Contactuitrustingen voor MIG/MAG--lassen.
S Voor enkele draad 1,6 -- 2,5 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1)
D35 met het contactmondstuk (2) (M10--schroefdraad).
S Haal het contactmondstuk (2) met een sleutel aan, zodat
er een goed contact wordt verkregen.
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het M12--gat
in de standaard richtrolleneenheid (3). De stuurbuis (6)
moet de onderkant van het contactmondstuk (2) raken.
S Kort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij
loopt.
NL
-- 1 0 4 --
dha6d1ha
S Voor enkele draad < 1,6 mm (D35)
Gebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1) D35
met het contactmondstuk (2) (M12--schroefdraad), de richt-
eenheid voor dunne draad (4) met de stuurbuis (6) en een
stuurspiraal die in de stuurbuis (6) wordt geplaatst.
S Monteer de beugel (7) met de stuurbuis (6) in het
M12--gat in de standaard r ichtrolleneenheid (3). De stuur-
buis ( 6) moet de onderkant van het contactmondstuk (2)
raken.
S Kort de stuurbuis evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij loopt.
S Monteer de richteenheid voor dunne draad (4) aan de
bovenkant van de beugel voor de richtrolleneenheid (3).
S Sluit het koelwater en het gas aan (MIG/MAG--lassen).
5.3 Bijvullen van laspoeder (UP--lassen)
S Sluit de poederklep van de poederhouder.
S Maak eventueel de cycloon van de poederzuiger los.
S Vul de houder met laspoeder. N.B.! De laspoeder moet droog zijn. Vermijd zo-
veel mogelijk het gebruik van agglomererend laspoeder buitenshuis en in vochti-
ge omgevingen.
S Plaats de poederslang zodanig dat de poederslang niet dubbelvouwt.
S Stel de hoogte van het poedermondstuk boven de las zodanig in, dat een goede
poederhoeveelheid wordt verkregen. De poederbekleding moet zo hoog zijn, dat
de vlamboog niet doorslaat.
5.4 Verplaatsen van de lasautomaat.
U verplaatst de lasautomaat door de aan-
drijfwielen met handgrepen op te lichten.
5.5 Ombouwen van de A2 TFF1 (UP--lassen) naar
MIG/MAG--lassen.
Monteren volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
5.6 Ombouwen van de A2 TFF1 (UP--lassen) naar TWIN--ARC
(dubbele draad).
Monteren volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
NL
aza5dp08
-- 1 0 5 --
dha6d1ha
6 ONDERHOUD
6.1 Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of u beroepen op de garantie.
BELANGRIJK! Schakel de netspanning uit, voordat u onderhoud pleegt.
Voor het onderhoud van de bedieningsdoos A2--A6 Process Controller (PEH), zie
gebruiksaanwijzing.
6.2 Dagelijks
S Zorg dat de bewegende delen van de lasautom aat vrij blijven van laspoeder en
stof.
S Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten zijn.
S Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de
aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
S Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen:
S Zet de vergrendelknop (006)
in vergrendel de stand.
S Duw een schroeven draaier in
de veren van de naaf.
S Als u de veer (002) rechtsom draait,
wordt een lager remkoppel verkregen.
OBS! Draai evenveel aan alle veren.
6.3 Periodiek
S Controleer de elektrodesturing van de elektrodevoedingseenheid, de aanvoerrol-
len en het contactmondstuk.
S Vervang versleten of beschadigde onderdelen (zie slijtende onderdelen op pag.
160).
S Controleer de glijders. Smeren als ze aanlopen.
NL
-- 1 0 6 --
dha6d1ha
7 STORINGZOEKEN
Uitrusting S Gebruiksaanwijzing bedieningsbox A2--A6 Process Contr oller
(PEH).
Controleer S of de lasstroombron is ingesteld op de juiste netspanning
S of alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk)
S of de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn
S of de bedieningselementen in de gewenste positie staan
S of de netspanning uitgeschakeld is voordat u begint te repareren
MOGELIJKE STORINGEN
1. Symptoom De ampère-- en voltwaarden verton en grote variaties op het
display.
Oorzaak 1.1 Contactbekken of contactmondstuk versleten of verkeerde dimen-
sie.
Maatregel Vervang de contactbekken of het contactmondstuk.
Oorzaak 1.2 De druk op de toevoerrollen is onvoldoende.
Maatregel Verhoog de druk op de toevoerrollen.
2. Symptoom De draadtoevoer is ongelijkmatig.
Oorzaak 2.1 De druk op de toevoerrollen is verkeerd ingesteld.
Maatregel Wijzig de druk op de toevoerrollen.
Oorzaak 2.2 Verkeerde dimensie van de toevoerrollen.
Maatregel Vervang de toevoerrollen.
Oorzaak 2.3 De gleuven in de toevoerrollen zijn versleten.
Maatregel Vervang de toevoerrollen.
3. Symptoom De lasleidingen raken oververhit.
Oorzaak 3.1 Slechte elektrische aansluitingen.
Maatregel Maak alle elektrische aansluitingen schoon en haal deze aan.
Oorzaak 3.2 De lasleidingen hebben een te kleine dimensie.
Maatregel Vergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen.
8 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het se-
rienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met r e ser veonderdelen op pag. 163.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en gar andeer t een correcte lever -
ing.
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

ESAB A2 TFF1 / A2 TGF1 Handleiding

Type
Handleiding