2/12 16.04.1999 4 319 2697 0 c Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division
2. Het toestel in de basisplaat plaatsen tot het tegen
de aanslag zit. De markering “TOP” moet zich bo-
venaan bevinden!
3. De bevestigingsschroeven afwisselend
aandraaien.
Montage van een schakelklok
In het geval er een schakelklok (weekschakelklok of
digitale schakelklok) moet worden ingebouwd, dient u
met een mes het hiertoe voorziene schijfje uit het dek-
sel te snijden.
Instellen van de klok na spanningsonder-
breking.
Na een spanningsonderbreking wordt de klok versneld
ingesteld. Het automatisch instellen kan verbroken
worden door de bedrijfsoortenschakelaar kort op
handbedrijf en vervolgens terug te zetten op de ge-
wenste bedrijfstand
. Aansluitend kan de klok,
handmatig, opnieuw worden ingesteld.
Inbedrijfstelling
Specifieke regelingen aan de installatie
Regelelementen: zie voorbeeld op pagina 3.
De codeerschakelaars en de potentiometers voor de
specifieke installatie-instellingen zijn bereikbaar na het
verwijderen van de elektronische schakelklok
-
Demonteren van de schakelklok: de schijf vastne-
men en naar u toe trekken om hem van de regelaar
los te maken.
-
Montage van de schakelklok: de schakelklok erin
steken en drukken (het inklikken is hoorbaar).
Controle van de gemotoriseerde afsluiter
Voor de klepafsluiter of sectorkraan, nagaan of:
-
deze goed gemonteerd is (debietrichting),
-
het segment binnen het juiste bereik draait (rekening
houden met de positie-aanduiding),
-
het handbedrijf niet meer actief is
Opgelet bij vloer- of plafondverwarming!
De veiligheidsthermostaat moet goed ingesteld zijn.
Tijdens de werkingscontrole mag de aanvoertempe-
ratuur de toegelaten maximumwaarde (meestal 55 °C)
niet overschrijden, anders dient u onmiddellijk:
-
de klepafsluiter of sectorkraan manueel te sluiten,
-
de pomp uit te schakelen,
-
de afsluitkraan van de pomp te sluiten.
Inbedrijfstelling van de regelaar
1. De bedrading controleren aan de hand van het
installatieschema.
2. De netspanning aanschakelen.
3. Het «Override» lampje controleren:
-
als het knippert, kan er een fout zijn in de bedra-
ding van de voeler,
-
als het opgelicht is, betekent dit dat een
afstandsbediening (ruimtetoestel, schakelaar) de
regelaar kortsluit. Het ruimtetoestel op
bedrijf
instellen of het externe schakelcontact openen.
4. De bedrijfsschakelaar op
zetten.
5. De potentiometer
op 4 instellen en de poten-
tiometer op +8 zetten:
-
de aanvoertemperatuur moet stijgen: ketel aan,
afsluiter open, pomp van de verwarmingskring
aan (thermische motoren reageren vertraagd!),
-
anders, de bedrading van de voeler (aanvoer /
ketel, buitentemperatuur), van de servomotor /
ketel en de pomp van de verwarmingskring con-
troleren.
6. De bedrijfsschakelaar op
zetten.
7. De stooklijn op 0,25 instellen en de knop
op –8:
-
de brander moet uitgeschakeld worden (letten
op: minimale looptijd van 4 minuten), de afsluiter
moet naar “kouder” gaan, de pomp van de ver-
warmingskring moet aangeschakeld blijven,
-
anders, de bedrading van de voeler (aanvoer /
ketel, buitentemperatuur), van de servomotor /
ketel en de pomp van de verwarmingskring con-
troleren.
Inbedrijfstelling van de afstandsbediening
1. De bedrijfsschakelaar op een van beide
standen zetten.
2. Als er een ruimtetoestel is: op dit toestel het bedrijf
of instellen:
-
het «Override» lampje moet opgelicht zijn,
-
anders, de bedrading van het ruimtetoestel con-
troleren.
3. Als er een extern contact is: dit contact sluiten
(waardoor de regelaar in bedrijf
werkt):
-
het «Override» lampje moet opgelicht zijn,
-
anders, de bedrading van het contact controleren.
Inbedrijfstelling van de sanitairwarmwaterla-
ding (enkel bij RVP210)
1. De sanitairwarmwatertemperatuur moet handwarm
zijn (met de hand of met een meettoestel controle-
ren).
2. De bedrijfsschakelaar van de regelaar op
zet-
ten.
3. De knop
op 60 °C instellen.
-
de temperatuur van het sanitairwarmwater moet
stijgen: laadpomp aan of keerklep open,
-
anders, de bedrading van de sanitairwarmwater
temperatuurvoeler en van de pomp van de ver-
warmingskring / keerklep controleren.
4. De knop
op 10 °C instellen:
-
de laadpomp (letten op: nadraaitijd van 6 minu-
ten) of de keerklep moet uitgeschakeld zijn,
-
anders, de bedrading van de sanitairwarmwater
temperatuurvoeler controleren.
4. De knop
opnieuw op 55 °C instellen (fabriek-
sinstelling).