Genius COMPAS 24 24C Handleiding

Type
Handleiding
COMPAS 24 - COMPAS 24C
NEDERLANDS
Gids voor de gebruiker
Page 7
Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te
gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raa-
dpleging.
VEILIGHEIDSNORMEN
Het automatische systeem COMPAS garandeert, als het op
correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van
veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels
accidentele ongemakken voorkomen:
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta
niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt
staan, vooral als hij in werking is.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem per ongeluk kan worden bediend.
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spe-
len.
Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet
kunnen hinderen.
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst
ontgrendeld is.
In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toe-
gang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie
van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische
voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de
normale werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van
het automatische systeem.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden
tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een
erkend GENIUS servicecentrum.
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem COMPAS is ideaal om de toegang van
voertuigen in wooncomplexen te controleren.
Raadpleeg een installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag
van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s.
Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocel-
len) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een
obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt.
Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer
de motor niet in werking is, en daarom is het bij vleugels met een
lengte van minder dan 2 m niet noodzakelijk een vergrendeling
te installeren.
De handbediende opening is dus alleen mogelijk met behulp van
het speciale ontgrendelingsmechanisme.
De ingebouwde bedieningscentrale is uitgerust met een elektro-
nische regelbare koppeling waardoor het automatische systeem
veilig kan worden gebruikt.
Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor
dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of
een storing.
Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de aandrijving met de hand moet worden bediend omdat
de stroom is uitgevallen of in geval van een storing, handel dan
als volgt:
Schakel de voeding naar het systeem uit door op de differen-
tieelschakelaar te drukken.
Licht de beschermingsdop van de vergrendeling op, fig. 1 ref.
a.
Steek de sleutel erin en draai hem tegen de wijzers van de klok
in tot hij niet verder kan, fig. 1 ref. b.
Draai de ontgrendelingsknop met de wijzers van de klok mee
tot hij niet verder kan, fig. 1 ref. c.
Beweeg de vleugel met de hand
1.
2.
3.
4.
5.
Fig. 01
.
HERVATTING NORMALE WERKING
Handel als volgt om de normale werkingscondities van de aan-
drijving te herstellen:
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld
Zet de vleugel ongeveer halverwege de in het geheugen op-
geslagen opening.
Draai de ontgrendelingsknop tegen de wijzers van de klok in tot
hij niet verder kan, draai de sleutel met de wijzers van de klok
mee tot hij niet verder kan en trek hem eruit.
Controleer of het ontgrendelingsmechanisme op correcte wijze
weer is ingeschakeld, door te proberen de vleugel met de hand
te bewegen. De vleugel moet vergrendeld zijn en het mag niet
mogelijk zijn hem met de hand te bewegen.
Zet de beschermingsdop van de vergrendeling weer op zijn
plaats.
Schakel de voeding naar het systeem weer in en geef een
openingscommando.
ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje
“Gebruikersgids” heeft een voorgedrukt formulier om ingrepen te
registeren.
REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend
GENIUS-servicecentrum.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
COMPAS 24 - COMPAS 24C
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 21
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De aandrijving mod. COMPAS 24 - COMPAS 24 C met voeding 230V~
is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de
zin van de Richtlijn 2006/42/EG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit.
En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of
waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende
wijzigingen.
Grassobbio, Van de 30 december 2009
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te
houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE OPMERKINGEN VOORDE INSTALLATEUR pag.22
1. ONDERDELEN (Fig. 1) pag.22
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.22
3. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN (Fig. 4) pag.22
4. INSTALLATIE pag.22
4.1. CONTROLES VOORAF pag.22
4.2 INSTALLATIEWAARDEN pag.22
4.3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING pag.23
4.4. BEKABELING VAN DE AANDRIJVING pag.23
4.5. PLAATSING VAN DE MECHANISCHE AANSLAGEN pag.23
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.23
6. HANDBEDIENDE WERKING pag.24
7. SPECIALE TOEPASSINGEN pag.24
8. ONDERHOUD pag.24
9. REPARATIES pag.24
10. ACCESSOIRES pag.24
COMPAS 24 - COMPAS 24C
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 22
Wij danken u dat u een product van ons heeft gekozen. GENIUS
weet zeker dat het alle prestaties zal verrichten die u nodig heeft.
Al onze producten zijn het resultaat van vele jaren ervaring op het
gebied van automatische systemen, te meer daar wij marktleider
zijn in heel de wereld.
Het centrale deel van de handleiding vormt een boekje dat
u eruit kunt halen, met alle afbeeldingen voor de installatie.
Het automatische systeem COMPAS bestaat uit een elektrisch-
mechanische, onomkeerbare aandrijving die beschikbaar is in
twee uitvoeringen:
• COMPAS 24C, met ingebouwde besturingseenheid
• COMPAS 24, zonder ingebouwde besturingseenheid
De aandrijving is speciaal bestudeerd om het openen van poorten
met een of twee vleugels, met een lengte van maximaal 2,5 m,
te automatiseren.
Een handig en veilig ontgrendelingssysteem, met een geperso-
naliseerde sleutel, maakt het mogelijk de vleugel te bewegen in
het geval dat de stroom uitvalt of als het automatische systeem
niet goed werkt.
De twee scharnierende armen zijn bestudeerd om poorten met
grote pilaren, met een afstand tussen het scharnier en het bevesti-
gingspunt van de motorreductor tot 220 mm, te bewegen. Dankzij
de speciale geometrie van de twee armen kan er nergens iets
tussen komen en worden afgesneden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN VOOR
DE INSTALLATEUR
Lees alvorens de aandrijving te installeren deze hele handleiding
aandachtig door.
Bewaar de handleiding voor raadpleging in de toekomst.
Een correcte werking en de verklaarde technische eigenschappen
in deze gebruiksaanwijzing zijn uitsluitend mogelijk als de
aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen,
en accessoires en veiligheidsinrichtingen van GENIUS worden
gebruikt.
Aangezien een mechanische koppeling ontbreekt, moet, om
de veiligheid van het automatisch systeem te garanderen, een
besturingseenheid met een regelbare elektronische koppeling
worden gebruikt.
Het automatisch systeem is ontworpen en vervaardigd om
de toegang van voertuigen te regelen. Vermijd ieder ander
gebruik.
De aandrijving kan niet worden gebruikt om nooduitgangen of
poorten in vluchtroutes te bewegen.
Ga niet onder de arm door als hij in beweging is.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze handleiding is vermeld, is niet
toegestaan.
1. ONDERDELEN (Fig. 1)
Pos. Beschrijving
a
Motorreductor
b
Transformator
c
Besturingseenheid (alleen master-motor)
d
Ontgrendelingsmechanisme
e
Ontvangstmodule (optioneel)
f
Mechanisch aanslagen
g
Transmissiearm
h
Behuizing
i
Achterste beugel
j
Onderkant behuizing
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model Compas 24C Compas
Voeding 230 V~ /
Elektrische motor 24 V
Opgenomen vermogen 120 W 40 W
Max. koppel 250 N/m
Nenndrehmoment 165 N/m
Max. hoeksnelheid 13 °/sec
Max. vleugel.
a b
2.5 m
Max. gewicht vleugel.
b
Zie grafiek fig. 2
Gebruiksfrequentie bij 20°C 80 cycli/dag
Model Compas 24C Compas
Opeenvolgende cycli bij 20°C 30
Maximumduur continue werking O.T. 17 min.
Beschermingsgraad IP44
Omgevingstemperatuur
-20°C +55°C
Geluidsniveau <70 dB (A)
Gewicht aandrijving 8.7 Kg 7 Kg
Afmetingen Zie fig. 3
a Bij een vleugel met een lengte L>2m moet een elektrische ver-
grendeling wordt gemonteerd, om te garanderen dat de vleugel
wordt vergrendeld.
b Het gewicht P van de vleugel staat in verhouding tot de lengte
L. Controleer of uw eigen vleugel binnen de gemarkeerde zone
in de grafiek van figuur. 2.
3. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN (Fig. 4)
Pos. Beschrijving Kabels
a
Motorreductor COMPAS 24 C 3x2.5 mm
2
b Motorreductor COMPAS 24
a
2x2.5 mm
2
c
Knippert 2x1.5 mm
2
d
Sleutelschakelaar 2x0.5 mm
2
e
Zender fotocellen 2x0.5 mm
2
(BUS)
f
Ontvanger fotocellen 2x0.5 mm
2
(BUS)
g Elektrische vergrendeling
b
2x1 mm
2
a Alleen bij structuren met twee vleugels.
b Verplicht bij vleugel L>2m.
Het hieronder weergegeven schema heeft betrekking op
een installatie met twee motoren met alle veiligheidsinri-
chtingen en signalen aangesloten.
Bij toepassingen met twee motoren moet om de MASTER-
aandrijving op de SLAVE-aandrijving aan te sluiten een kabel
van het type H05RN-F worden gebruikt.
4. INSTALLATIE
4.1. CONTROLES VOORAF
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de
structuur van de te bewegen poort de volgende eigenschappen
hebben:
e mechanische elementen van de constructie moeten in ove-
reenstemming zijn met de normen EN12604 en EN12605.
de lengte van de vleugel moet in overeenstemming zijn met de
eigenschappen van de aandrijving (zie paragraaf 2)
robuuste en harde structuur van de vleugels die geschikt is voor
het automatische systeem
geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugel, zonder
wrijving en haperingen, gedurende heel de manoeuvre.
voldoende robuuste scharnieren die in goede staat verkeren
controleer of er een goed geaarde elektriciteitsaansluiting is voor
de aandrijving.
Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten ver-
richten alvorens het automatische systeem te installeren.
De toestand van de structuur heeft rechtstreekse invloed op
de veiligheid en de betrouwbaarheid van het automatische
systeem.
Als de te motoriseren deur deel een voetgangersdeur heeft,
is het verplicht een extra veiligheidsschakelaar op de deur
plaatsen, die op de stop-ingang moet worden aangesloten,
zodat de werking van het automatische systeem wordt ve-
rhinderd als de deur open staat.
De motorreductor mag niet worden gebruikt om nooduitgan-
gen of poorten die op vluchtwegen zijn geïnstalleerd te
bewegen.
4.2 INSTALLATIEWAARDEN
Handel als volgt om de positie te bepalen waar de aandrijving
moet worden bevestigd, met gebruikmaking van Fig. 5:
meet de waarde Avan de poort, en trek ter hoogte van de
gemeten waarde een horizontale lijn over heel de lengte van
de grafiek.
op grond van de waarde Avan de grafiek wordt de maximale
COMPAS 24 - COMPAS 24C
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 23
toegestane openingshoek bepaald.
kies het gewenste openingsbereik
kies de waarde Bzodanig dat deze de horizontale lijn (waarde
A”) binnen het gewenste openingsbereik snijdt.
Als de waarde Aopeningen toelaat die groter zijn dan de
gekozen opening, kan de waarde “B” worden gewijzigd tot
aan de waarde die met de maximale toegestane opening
overeenkomt.
Controleer of de minimumwaarde van 450 mm, aangegeven
in Fig. 5, in acht is genomen.
Controleer, zodra de aandrijving is geïnstalleerd, of de waarde
“X” van Fig. 5 minimaal 500 mm is. Als de waarde “X” lager
is dan 500 mm, moet een stootproef worden uitgevoerd
op het in Fig. 5 aangeduide punt, zoals beschreven in de
norm UNI EN 12445, en controleer of de gemeten waarden
in overeenstemming zijn met de bepalingen van de norm
UNI EN 12453.
Als de duwwaarden niet binnen de door de norm UNI EN12453
gespecificeerde waarden vallen, is het VERPLICHT de in
figuur 5 aangeduide zone te beschermen met een beveili-
gingsinrichting conform de norm UNI EN12978
De aandrijving is bestudeerd en vervaardigd om verticaal te
worden bevestigd (Fig. 6). Het is niet mogelijk de aandrijving
in andere posities te installeren.
4.3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING
Zodra de waarden “A” en B” zijn vastgesteld, kan worden over-
gegaan tot de installatie van de aandrijving, en wel als volgt:
Draai de vier bevestigingsschroeven in de bovenkant van de
behuizing (Fig. 7 ref. a) ongeveer 1/2 slag los, en haal de bo-
venkant eraf. Zet de aandrijving op handmatige werking, zie
paragraaf 6.
Bepaal de hoogte van de aandrijving, en houd er rekening
mee dat:
de bevestigingsbeugel van de gebogen arm zich op een
plaats moet bevinden waar hij aan de vleugel van de poort
kan worden bevestigd (Fig. 8)
de minimale hoogte van de aandrijving vanaf de grond zo-
danig moet zijn dat de gebogen arm kan worden bevestigd,
en de onderkant van de behuizing op zijn plaats kan worden
gezet (minstens 85 mm, zie fig. 8)
de onderste rand van de achterste beugel moet op één lijn zijn
met de bovenste rand van de voorste beugel, (Fig. 9).
Bevestig de achterste beugel met de vier schroeven M8 op de
eerder vastgestelde plaats. Zorg dat tijdens het bevestigen de
richting van Fig. 10 in acht wordt genomen, en controleer met
een waterpas of hij horizontaal is.
Om een betere waterdichtheid te garanderen bedekt de
behuizing de bevestigingsbeugel volledig, hierdoor kan de
beugel niet rechtstreeks op de pilaar worden gelast.
De achterste beugel moet op een zo glad mogelijk oppervlak
worden bevestigd. In geval van een gemetselde pilaar is,
als accessoire, een in te metselen basisplaat verkrijgbaar.
Plaats de aandrijving met de twee bijgeleverde schroeven
M8x100 en de bijbehorende moeren op de zojuist bevestigde
beugel (Fig. 11).
Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 7.
Monteer de rechte arm (Fig. 12) met de speciale bijgeleverde
schroef.
Assembleer de rest van de arm zoals geïllustreerd in Fig. 12.
Voor een correcte werking moeten de twee bevestigings-
schroeven (Fig. 13 ref. a) worden vastgedraaid en vervol-
gens ongeveer 1/2 slag worden losgedraaid, om ervoor te
zorgen dat de armen zonder wrijving kunnen draaien.
Breng de zojuist geassembleerde armen op één lijn door in de
centrale zone te duwen tot ze niet verder kunnen, zie Fig. 14
ref. a.
Om het op één lijn brengen op de gebogen arm te vereen-
voudigen zijn er twee aanslagen gemaakt.
Zet de voorste beugel tegen de vleugel, Fig. 14 ref. b.
Trek de voorste beugel ongeveer 20 mm terug en markeer de
bevestigingsgaten, Fig. 14 ref. c.
Bevestig de beugel met twee schroeven M8 op de vastgestelde
plaats.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Het is raadzaam de beugel met de schroeven te bevestigen
en hem niet op de vleugel vast te lassen, om de mogelijkheid
hem in de toekomst af te stellen niet uit te sluiten.
Beweeg de vleugel met de hand en controleer of, als de vleu-
gel gesloten is, de twee armen niet tegen elkaar stoten, zoals
aangegeven in Fig. 14 ref. b.
Zet de aandrijving weer in de werkingspositie, zie paragraaf 6.
4.4. BEKABELING VAN DE AANDRIJVING
Als de aandrijving eenmaal bevestigd is, worden de kabels aan-
gesloten. Aan de onderkant van de aandrijving zitten drie gaten
om de kabelklemmen te plaatsen voor de doorgang van de
voedingskabel, de aansluiting van de accessoires en eventueel
van de tweede motor.
Monteer alledrie de bijgeleverde kabelklemmen met behulp
van de speciale bevestigingsmoeren (Fig. 15).
De grootste kabelklem (Fig. 15 ref. a) moet altijd worden
gebruikt.
Als de andere twee kabelklemmen niet worden gebruikt,
moeten ze worden gesloten met behulp van de twee spe-
ciale bijgeleverde doppen (Fig. 15 ref. b). Zet de kunststof
dop in de doorgang voor de kabel, en sluit de kabelklem
tot hij vastzit.
Sluit de voedingskabel aan, zoals aangeduid in Fig. 16. Ook de
aardingsdraad moet worden aangesloten. Zorg ervoor dat de
draden van de voedingskabel op correcte wijze in de “pin strip”
waarmee ze worden geblokkeerd, zijn geplaatst Fig. 16.
Als de veiligheidszekering moet worden vervangen, gebruik
dan een zekering met de volgende eigenschappen: 5x20
2A 450V
Sluit de kabels van alle aangesloten accessoires en veiligheid-
sinrichtingen aan volgens de bijbehorende instructies.
4.5. PLAATSING VAN DE MECHANISCHE AANSLAGEN
De COMPAS-aandrijving wordt standaard geleverd met mecha-
nische stopinrichtingen voor het openen en sluiten, dit is om de
installatie te vereenvoudigen, aangezien wordt vermeden dat
mechanische aanslagen moeten worden gebruikt. De mechani-
sche stopinrichtingen worden in de onderkant van de aandrijving
bevestigd, gekoppeld aan een tandwielsegment. Om de stopin-
richtingen op correcte wijze te monteren moet als volgt worden
gehandeld:
mechAnische stopinrichting bij opening
Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 6.
Zet de vleugel met de hand helemaal open.
Breng de mechanisch aanslag zo dicht mogelijk in de buurt van
de rechte arm, en draai de twee bevestigingsschroeven vast.
Controleer of het tandwielsegment op de juiste wijze gekop-
peld is.
mechAnische stopinrichting bij sluiting
De mechanische stopinrichting voor het sluiten moet uitsluitend
worden gebruikt als een mechanische aanslag voor het
sluiten van de vleugel ontbreekt.
De mechanische stopinrichting voor het sluiten garandeert
niet dat de vleugel vergrendeld is in geval van inbraak
Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 6.
Sluit de vleugel met de hand helemaal.
Breng de mechanisch aanslag zo dicht mogelijk in de buurt van
de rechte arm, en draai de twee bevestigingsschroeven vast.
Controleer of het tandwielsegment op de juiste wijze gekop-
peld is.
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Schakel, als alle noodzakelijke elektriciteitsaansluitingen zijn
gemaakt, de voeding naar het systeem in en programmeer de
centrale naar wens.
Test vervolgens het automatische systeem en alle aangesloten
accessoires, en besteed daarbij men name aandacht aan de
controle van de veiligheidsinrichtingen.
Zet de bovenkant van de behuizing weer op zijn plaats, draai
de bevestigingsschroeven vast en zet de vier doppen erop, fig.
18 ref. a.
Plaats de onderkant van de behuizing kap zoals geïllustreerd in
fig. 18 ref. b.
Geef de klant de folder“Gebruikersgids” en toon hoe hij moet
werken en moet worden gebruikt.
12.
13.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
COMPAS 24 - COMPAS 24C
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 24
Signaleer de eindgebruiker de eventuele risico’s van de in-
stallatie.
6. HANDBEDIENDE WERKING
Als de aandrijving met de hand moet worden bediend omdat
de stroom is uitgevallen of in geval van een storing, handel dan
als volgt:
Schakel de voeding naar het systeem uit door op de differen-
tieelschakelaar te drukken.
Licht de beschermingsdop van de vergrendeling op, fig. 19
ref. a.
Steek de sleutel erin en draai hem tegen de wijzers van de klok
in tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. b.
Draai de ontgrendelingsknop met de wijzers van de klok mee
tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. c.
Beweeg de vleugel met de hand.
hAndel Als volgt om de normAle Werking te herstellen:
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld.
Sluit de vleugel helemaal.
Draai de ontgrendelingsknop tegen de wijzers van de klok in tot
hij niet verder kan, draai de sleutel met de wijzers van de klok
mee tot hij niet verder kan en trek hem eruit.
Controleer of het ontgrendelingsmechanisme op correcte wijze
weer is ingeschakeld, door te proberen de vleugel met de hand
te bewegen. De vleugel moet vergrendeld zijn en het mag niet
mogelijk zijn hem met de hand te bewegen.
Zet de beschermingsdop van de vergrendeling weer op zijn
plaats.
Schakel de voeding naar het systeem weer in en geef een
openingscommando.
Het kan zijn dat de aandrijving bij de eerste cyclus de ver-
tragingen niet correct uitvoert. Wacht tot de cyclus voltooid
is en geef opnieuw een openingscommando.
7. SPECIALE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven
zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN
8. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje
“Gebruikersgids” heeft een voorgedrukt formulier om ingrepen te
registeren.
9. REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend
GENIUS-servicecentrum.
10. ACCESSOIRES
Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflama-
bles constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las
Normas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar
cualquier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas
de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento,
arrastre, corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así
como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor,
además de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del
sistema de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe
entenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung auf-
merksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb
des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen
aufmerksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnun-
gsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus
wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung
empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen
Vorschriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller
Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschun-
gen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen
sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem
Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten
Vorrichtungen einzusetzen.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des
Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das
dem Produkt beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen
und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kunden-
dienstzentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorge-
sehen sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van
het product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik
van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou
het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalin-
gen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor ver-
vormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en
EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpo-
lige onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is ge-
plaatst met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklem-
ming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient
echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden
vermeld onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.

Documenttranscriptie

COMPAS 24 - COMPAS 24C Page  Gids voor de gebruiker Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging. VEILIGHEIDSNORMEN Het automatische systeem COMPAS garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, vooral als hij in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk kan worden bediend. • Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet kunnen hinderen. • Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatische systeem. • De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS servicecentrum. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. BESCHRIJVING Het automatische systeem COMPAS is ideaal om de toegang van voertuigen in wooncomplexen te controleren. Raadpleeg een installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s. Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt. Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het bij vleugels met een lengte van minder dan 2 m niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. De handbediende opening is dus alleen mogelijk met behulp van het speciale ontgrendelingsmechanisme. De ingebouwde bedieningscentrale is uitgerust met een elektronische regelbare koppeling waardoor het automatische systeem veilig kan worden gebruikt. Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of een storing. Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is. Fig. 01 . HERVATTING NORMALE WERKING Handel als volgt om de normale werkingscondities van de aandrijving te herstellen: 1. Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld 2. Zet de vleugel ongeveer halverwege de in het geheugen opgeslagen opening. 3. Draai de ontgrendelingsknop tegen de wijzers van de klok in tot hij niet verder kan, draai de sleutel met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder kan en trek hem eruit. 4. Controleer of het ontgrendelingsmechanisme op correcte wijze weer is ingeschakeld, door te proberen de vleugel met de hand te bewegen. De vleugel moet vergrendeld zijn en het mag niet mogelijk zijn hem met de hand te bewegen. 5. Zet de beschermingsdop van de vergrendeling weer op zijn plaats. 6. Schakel de voeding naar het systeem weer in en geef een openingscommando. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje “Gebruikersgids” heeft een voorgedrukt formulier om ingrepen te registeren. REPARATIES De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. NEDERLANDS HANDBEDIENDE WERKING Als de aandrijving met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uitgevallen of in geval van een storing, handel dan als volgt: 1. Schakel de voeding naar het systeem uit door op de differentieelschakelaar te drukken. 2. Licht de beschermingsdop van de vergrendeling op, fig. 1 ref. a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem tegen de wijzers van de klok in tot hij niet verder kan, fig. 1 ref. b. 4. Draai de ontgrendelingsknop met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder kan, fig. 1 ref. c. 5. Beweeg de vleugel met de hand COMPAS 24 - COMPAS 24C Page 21 Gids voor de installateur INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE OPMERKINGEN VOORDE INSTALLATEUR pag.22 1. ONDERDELEN (Fig. 1) pag.22 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.22 3. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN (Fig. 4) pag.22 4. INSTALLATIE pag.22 4.1. CONTROLES VOORAF pag.22 4.2 INSTALLATIEWAARDEN pag.22 4.3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING pag.23 4.4. BEKABELING VAN DE AANDRIJVING pag.23 4.5. PLAATSING VAN DE MECHANISCHE AANSLAGEN pag.23 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.23 6. HANDBEDIENDE WERKING pag.24 7. SPECIALE TOEPASSINGEN pag.24 8. ONDERHOUD pag.24 9. REPARATIES pag.24 10. ACCESSOIRES pag.24 CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De aandrijving mod. COMPAS 24 - COMPAS 24 C met voeding 230V~ • is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de zin van de Richtlijn 2006/42/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: • 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. • 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit. Grassobbio, Van de 30 december 2009 De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. NEDERLANDS • En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen. Page 22 COMPAS 24 - COMPAS 24C Gids voor de installateur Wij danken u dat u een product van ons heeft gekozen. GENIUS weet zeker dat het alle prestaties zal verrichten die u nodig heeft. Al onze producten zijn het resultaat van vele jaren ervaring op het gebied van automatische systemen, te meer daar wij marktleider zijn in heel de wereld. Het centrale deel van de handleiding vormt een boekje dat u eruit kunt halen, met alle afbeeldingen voor de installatie. Het automatische systeem COMPAS bestaat uit een elektrischmechanische, onomkeerbare aandrijving die beschikbaar is in twee uitvoeringen: • COMPAS 24C, met ingebouwde besturingseenheid • COMPAS 24, zonder ingebouwde besturingseenheid De aandrijving is speciaal bestudeerd om het openen van poorten met een of twee vleugels, met een lengte van maximaal 2,5 m, te automatiseren. Een handig en veilig ontgrendelingssysteem, met een gepersonaliseerde sleutel, maakt het mogelijk de vleugel te bewegen in het geval dat de stroom uitvalt of als het automatische systeem niet goed werkt. De twee scharnierende armen zijn bestudeerd om poorten met grote pilaren, met een afstand tussen het scharnier en het bevestigingspunt van de motorreductor tot 220 mm, te bewegen. Dankzij de speciale geometrie van de twee armen kan er nergens iets tussen komen en worden afgesneden. BELANGRIJKE OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR • Lees alvorens de aandrijving te installeren deze hele handleiding aandachtig door. • Bewaar de handleiding voor raadpleging in de toekomst. • Een correcte werking en de verklaarde technische eigenschappen in deze gebruiksaanwijzing zijn uitsluitend mogelijk als de aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen, en accessoires en veiligheidsinrichtingen van GENIUS worden gebruikt. • Aangezien een mechanische koppeling ontbreekt, moet, om de veiligheid van het automatisch systeem te garanderen, een besturingseenheid met een regelbare elektronische koppeling worden gebruikt. • Het automatisch systeem is ontworpen en vervaardigd om de toegang van voertuigen te regelen. Vermijd ieder ander gebruik. • De aandrijving kan niet worden gebruikt om nooduitgangen of poorten in vluchtroutes te bewegen. • Ga niet onder de arm door als hij in beweging is. • Alles wat niet uitdrukkelijk in deze handleiding is vermeld, is niet toegestaan. 1. ONDERDELEN (Fig. 1) Pos. a b c d e f g h i j Beschrijving Motorreductor Transformator Besturingseenheid (alleen master-motor) Ontgrendelingsmechanisme Ontvangstmodule (optioneel) Mechanisch aanslagen Transmissiearm Behuizing Achterste beugel Onderkant behuizing NEDERLANDS 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Model Voeding Elektrische motor Opgenomen vermogen Max. koppel Nenndrehmoment Max. hoeksnelheid Max. vleugel. a b Max. gewicht vleugel. b Gebruiksfrequentie bij 20°C Compas 24C Compas 230 V~ / 24 V 120 W 40 W 250 N/m 165 N/m 13 °/sec 2.5 m Zie grafiek fig. 2 80 cycli/dag Model Compas 24C Compas Opeenvolgende cycli bij 20°C 30 Maximumduur continue werking O.T. 17 min. Beschermingsgraad IP44 Omgevingstemperatuur -20°C +55°C Geluidsniveau <70 dB (A) Gewicht aandrijving 8.7 Kg 7 Kg Afmetingen Zie fig. 3 a Bij een vleugel met een lengte L>2m moet een elektrische vergrendeling wordt gemonteerd, om te garanderen dat de vleugel wordt vergrendeld. b Het gewicht P van de vleugel staat in verhouding tot de lengte L. Controleer of uw eigen vleugel binnen de gemarkeerde zone in de grafiek van figuur. 2. 3. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN (Fig. 4) Pos. Beschrijving a Motorreductor COMPAS 24 C b Motorreductor COMPAS 24 a c Knippert d Sleutelschakelaar e Zender fotocellen f Ontvanger fotocellen g Elektrische vergrendeling b a Alleen bij structuren met twee vleugels. Kabels 3x2.5 mm2 2x2.5 mm2 2x1.5 mm2 2x0.5 mm2 2x0.5 mm2 (BUS) 2x0.5 mm2 (BUS) 2x1 mm2 b Verplicht bij vleugel L>2m. Het hieronder weergegeven schema heeft betrekking op een installatie met twee motoren met alle veiligheidsinrichtingen en signalen aangesloten. Bij toepassingen met twee motoren moet om de MASTERaandrijving op de SLAVE-aandrijving aan te sluiten een kabel van het type H05RN-F worden gebruikt. 4. INSTALLATIE 4.1. CONTROLES VOORAF Voor een goede werking van het automatische systeem moet de structuur van de te bewegen poort de volgende eigenschappen hebben: • e mechanische elementen van de constructie moeten in overeenstemming zijn met de normen EN12604 en EN12605. • de lengte van de vleugel moet in overeenstemming zijn met de eigenschappen van de aandrijving (zie paragraaf 2) • robuuste en harde structuur van de vleugels die geschikt is voor het automatische systeem • geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugel, zonder wrijving en haperingen, gedurende heel de manoeuvre. • voldoende robuuste scharnieren die in goede staat verkeren • controleer of er een goed geaarde elektriciteitsaansluiting is voor de aandrijving. Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten verrichten alvorens het automatische systeem te installeren. De toestand van de structuur heeft rechtstreekse invloed op de veiligheid en de betrouwbaarheid van het automatische systeem. Als de te motoriseren deur deel een voetgangersdeur heeft, is het verplicht een extra veiligheidsschakelaar op de deur plaatsen, die op de stop-ingang moet worden aangesloten, zodat de werking van het automatische systeem wordt verhinderd als de deur open staat. De motorreductor mag niet worden gebruikt om nooduitgangen of poorten die op vluchtwegen zijn geïnstalleerd te bewegen. 4.2 INSTALLATIEWAARDEN Handel als volgt om de positie te bepalen waar de aandrijving moet worden bevestigd, met gebruikmaking van Fig. 5: • meet de waarde “A” van de poort, en trek ter hoogte van de gemeten waarde een horizontale lijn over heel de lengte van de grafiek. • op grond van de waarde “A” van de grafiek wordt de maximale COMPAS 24 - COMPAS 24C Page 23 Gids voor de installateur toegestane openingshoek bepaald. • kies het gewenste openingsbereik • kies de waarde “B” zodanig dat deze de horizontale lijn (waarde “A”) binnen het gewenste openingsbereik snijdt. Als de waarde “A” openingen toelaat die groter zijn dan de gekozen opening, kan de waarde “B” worden gewijzigd tot aan de waarde die met de maximale toegestane opening overeenkomt. Het is raadzaam de beugel met de schroeven te bevestigen en hem niet op de vleugel vast te lassen, om de mogelijkheid hem in de toekomst af te stellen niet uit te sluiten. 12. Beweeg de vleugel met de hand en controleer of, als de vleugel gesloten is, de twee armen niet tegen elkaar stoten, zoals aangegeven in Fig. 14 ref. b. 13. Zet de aandrijving weer in de werkingspositie, zie paragraaf 6. Controleer of de minimumwaarde van 450 mm, aangegeven in Fig. 5, in acht is genomen. Als de aandrijving eenmaal bevestigd is, worden de kabels aangesloten. Aan de onderkant van de aandrijving zitten drie gaten om de kabelklemmen te plaatsen voor de doorgang van de voedingskabel, de aansluiting van de accessoires en eventueel van de tweede motor. 1. Monteer alledrie de bijgeleverde kabelklemmen met behulp van de speciale bevestigingsmoeren (Fig. 15). De grootste kabelklem (Fig. 15 ref. a) moet altijd worden gebruikt. Als de duwwaarden niet binnen de door de norm UNI EN12453 gespecificeerde waarden vallen, is het VERPLICHT de in figuur 5 aangeduide zone te beschermen met een beveiligingsinrichting conform de norm UNI EN12978 De aandrijving is bestudeerd en vervaardigd om verticaal te worden bevestigd (Fig. 6). Het is niet mogelijk de aandrijving in andere posities te installeren. 4.3. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING Zodra de waarden “A” en “B” zijn vastgesteld, kan worden overgegaan tot de installatie van de aandrijving, en wel als volgt: 1. Draai de vier bevestigingsschroeven in de bovenkant van de behuizing (Fig. 7 ref. a) ongeveer 1/2 slag los, en haal de bovenkant eraf. Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 6. 2. Bepaal de hoogte van de aandrijving, en houd er rekening mee dat: • de bevestigingsbeugel van de gebogen arm zich op een plaats moet bevinden waar hij aan de vleugel van de poort kan worden bevestigd (Fig. 8) • de minimale hoogte van de aandrijving vanaf de grond zodanig moet zijn dat de gebogen arm kan worden bevestigd, en de onderkant van de behuizing op zijn plaats kan worden gezet (minstens 85 mm, zie fig. 8) • de onderste rand van de achterste beugel moet op één lijn zijn met de bovenste rand van de voorste beugel, (Fig. 9). 3. Bevestig de achterste beugel met de vier schroeven M8 op de eerder vastgestelde plaats. Zorg dat tijdens het bevestigen de richting van Fig. 10 in acht wordt genomen, en controleer met een waterpas of hij horizontaal is. Om een betere waterdichtheid te garanderen bedekt de behuizing de bevestigingsbeugel volledig, hierdoor kan de beugel niet rechtstreeks op de pilaar worden gelast. De achterste beugel moet op een zo glad mogelijk oppervlak worden bevestigd. In geval van een gemetselde pilaar is, als accessoire, een in te metselen basisplaat verkrijgbaar. 4. Plaats de aandrijving met de twee bijgeleverde schroeven M8x100 en de bijbehorende moeren op de zojuist bevestigde beugel (Fig. 11). 5. Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 7. 6. Monteer de rechte arm (Fig. 12) met de speciale bijgeleverde schroef. 7. Assembleer de rest van de arm zoals geïllustreerd in Fig. 12. Voor een correcte werking moeten de twee bevestigingsschroeven (Fig. 13 ref. a) worden vastgedraaid en vervolgens ongeveer 1/2 slag worden losgedraaid, om ervoor te zorgen dat de armen zonder wrijving kunnen draaien. 8. Breng de zojuist geassembleerde armen op één lijn door in de centrale zone te duwen tot ze niet verder kunnen, zie Fig. 14 ref. a. Om het op één lijn brengen op de gebogen arm te vereenvoudigen zijn er twee aanslagen gemaakt. 9. Zet de voorste beugel tegen de vleugel, Fig. 14 ref. b. 10. Trek de voorste beugel ongeveer 20 mm terug en markeer de bevestigingsgaten, Fig. 14 ref. c. 11. Bevestig de beugel met twee schroeven M8 op de vastgestelde plaats. Als de andere twee kabelklemmen niet worden gebruikt, moeten ze worden gesloten met behulp van de twee speciale bijgeleverde doppen (Fig. 15 ref. b). Zet de kunststof dop in de doorgang voor de kabel, en sluit de kabelklem tot hij vastzit. 2. Sluit de voedingskabel aan, zoals aangeduid in Fig. 16. Ook de aardingsdraad moet worden aangesloten. Zorg ervoor dat de draden van de voedingskabel op correcte wijze in de “pin strip” waarmee ze worden geblokkeerd, zijn geplaatst Fig. 16. Als de veiligheidszekering moet worden vervangen, gebruik dan een zekering met de volgende eigenschappen: 5x20 2A 450V 3. Sluit de kabels van alle aangesloten accessoires en veiligheidsinrichtingen aan volgens de bijbehorende instructies. 4.5. PLAATSING VAN DE MECHANISCHE AANSLAGEN De COMPAS-aandrijving wordt standaard geleverd met mechanische stopinrichtingen voor het openen en sluiten, dit is om de installatie te vereenvoudigen, aangezien wordt vermeden dat mechanische aanslagen moeten worden gebruikt. De mechanische stopinrichtingen worden in de onderkant van de aandrijving bevestigd, gekoppeld aan een tandwielsegment. Om de stopinrichtingen op correcte wijze te monteren moet als volgt worden gehandeld: Mechanische stopinrichting bij opening 1. Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 6. 2. Zet de vleugel met de hand helemaal open. 3. Breng de mechanisch aanslag zo dicht mogelijk in de buurt van de rechte arm, en draai de twee bevestigingsschroeven vast. Controleer of het tandwielsegment op de juiste wijze gekoppeld is. Mechanische stopinrichting bij sluiting De mechanische stopinrichting voor het sluiten moet uitsluitend worden gebruikt als een mechanische aanslag voor het sluiten van de vleugel ontbreekt. De mechanische stopinrichting voor het sluiten garandeert niet dat de vleugel vergrendeld is in geval van inbraak 1. Zet de aandrijving op handmatige werking, zie paragraaf 6. 2. Sluit de vleugel met de hand helemaal. 3. Breng de mechanisch aanslag zo dicht mogelijk in de buurt van de rechte arm, en draai de twee bevestigingsschroeven vast. Controleer of het tandwielsegment op de juiste wijze gekoppeld is. 5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM • Schakel, als alle noodzakelijke elektriciteitsaansluitingen zijn gemaakt, de voeding naar het systeem in en programmeer de centrale naar wens. • Test vervolgens het automatische systeem en alle aangesloten accessoires, en besteed daarbij men name aandacht aan de controle van de veiligheidsinrichtingen. • Zet de bovenkant van de behuizing weer op zijn plaats, draai de bevestigingsschroeven vast en zet de vier doppen erop, fig. 18 ref. a. • Plaats de onderkant van de behuizing kap zoals geïllustreerd in fig. 18 ref. b. • Geef de klant de folder“Gebruikersgids” en toon hoe hij moet werken en moet worden gebruikt. NEDERLANDS Controleer, zodra de aandrijving is geïnstalleerd, of de waarde “X” van Fig. 5 minimaal 500 mm is. Als de waarde “X” lager is dan 500 mm, moet een stootproef worden uitgevoerd op het in Fig. 5 aangeduide punt, zoals beschreven in de norm UNI EN 12445, en controleer of de gemeten waarden in overeenstemming zijn met de bepalingen van de norm UNI EN 12453. 4.4. BEKABELING VAN DE AANDRIJVING Page 24 COMPAS 24 - COMPAS 24C Gids voor de installateur Signaleer de eindgebruiker de eventuele risico’s van de installatie. 6. HANDBEDIENDE WERKING Als de aandrijving met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uitgevallen of in geval van een storing, handel dan als volgt: 1. Schakel de voeding naar het systeem uit door op de differentieelschakelaar te drukken. 2. Licht de beschermingsdop van de vergrendeling op, fig. 19 ref. a. 3. Steek de sleutel erin en draai hem tegen de wijzers van de klok in tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. b. 4. Draai de ontgrendelingsknop met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. c. 5. Beweeg de vleugel met de hand. Handel als volgt om de normale werking te herstellen: 1. Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld. 2. Sluit de vleugel helemaal. 3. Draai de ontgrendelingsknop tegen de wijzers van de klok in tot hij niet verder kan, draai de sleutel met de wijzers van de klok mee tot hij niet verder kan en trek hem eruit. 4. Controleer of het ontgrendelingsmechanisme op correcte wijze weer is ingeschakeld, door te proberen de vleugel met de hand te bewegen. De vleugel moet vergrendeld zijn en het mag niet mogelijk zijn hem met de hand te bewegen. 5. Zet de beschermingsdop van de vergrendeling weer op zijn plaats. 6. Schakel de voeding naar het systeem weer in en geef een openingscommando. Het kan zijn dat de aandrijving bij de eerste cyclus de vertragingen niet correct uitvoert. Wacht tot de cyclus voltooid is en geef opnieuw een openingscommando. 7. SPECIALE TOEPASSINGEN Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN 8. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje “Gebruikersgids” heeft een voorgedrukt formulier om ingrepen te registeren. 9. REPARATIES De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 10. ACCESSOIRES NEDERLANDS Zie de GENIUS-catalogus voor verkrijgbare accessoires. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Genius COMPAS 24 24C Handleiding

Type
Handleiding