Waarschuwing
Dit masker is uitsluitend geschikt voor gebruik in combinatie met door een arts of
ademhalingstherapeut aanbevolen CPAP of Bi-PAP-systemen. Het masker uitsluitend gebruiken als
het CPAP of Bi-PAP-systeem ingeschakeld is en goed functioneert. In geen geval mogen de
uitademopeningen geblokkeerd worden.
Uitleg van de waarschuwing: CPAP/Bi-PAP-systemen zijn bestemd voor gebruik samen met speciale
maskers die voorzien zijn van ventilatiegaten of uitademopeningen zodat er voortdurend lucht uit het
masker kan stromen. Wanneer het CPAP/Bi-PAP-toestel ingeschakeld is en goed functioneert,
verdrijft de verse lucht uit het toestel de uitgeademde lucht via de uitademopeningen van het
aangesloten masker. Als echter het CPAP/Bi-PAP-toestel uit staat, wordt er niet voldoende verse
lucht door het masker gevoerd en bestaat het risico dat de patiënt de uitgeademde lucht opnieuw
inademt. Onder sommige omstandigheden kan het opnieuw inademen van uitgeademde lucht na
enkele minuten tot verstikking leiden. Deze waarschuwing is van toepassing op de meeste modellen
van CPAP/Bi-PAP-systemen.
Bij een lage CPAP-druk stroomt er wellicht onvoldoende lucht door de uitademopeningen om alle
uitgeademde lucht uit de buizen te verdrijven en bestaat het risico van opnieuw inademen.
De minimumdruk voor het masker is 3,0 cm H20.
Met het anti-asfyxieventiel kan de patiënt kamerlucht inademen mocht het op het masker
aangesloten CPAP/Bi-PAP-toestel niet goed functioneren of uit staan. Het ventiel gaat dicht bij een
werkdruk vanaf 3,0 cm H20. Het masker mag niet gebruikt worden als het anti-asfyxieventiel
ontbreekt, beschadigd is of niet goed functioneert. In geen geval mag de grote opening van het
ventiel geblokkeerd worden.
Het masker niet gebruiken indien de patiënt aan het braken is of misselijk is. Het niet wekken van de
patiënt en verwijderen van het masker na braken kan tot inademing van braaksel leiden. Om het
risico van braken tijdens het slapen te beperken dient de patiënt gedurende drie uren voor het
slapengaan niet te eten of drinken. Het gebruik van dit masker wordt afgeraden bij patiënten die een
receptgeneesmiddel gebruiken mogelijk braken veroorzaakt.
Bij thuisgebruik is dit toestel bestemd voor gebruik door slechts één patiënt. Gebruik door meerdere
patiënten dient vermeden te worden in verband met besmettingsgevaar. Bij thuisgebruik niet
proberen het toestel te steriliseren, noch ontsmettingsmiddelen op het toestel of de onderdelen
gebruiken.
Bij sommige beademingssystemen schakelt het masker mogelijk het drukalarm uit. Controleer of het
drukalarm van het beademingssysteem werkt met het product alvorens het drukalarm te gebruiken.
Bij sommige gebruikers veroorzaakt het materiaal van het masker een reactie. De banden en
neuskussentjes zijn gemaakt van silicone. De andere onderdelen van het masker zijn gemaakt van
silicone, polycarbonaat en polypropyleen. De arts raadplegen in geval van roodheid of irritatie van de
huid.
Onmiddellijk de arts inlichten indien tijdens of direct na gebruik ongebruikelijk een beklemmend
gevoel op de borst, kortademigheid, maagzwelling, boeren of zware hoofdpijn optreedt.
Bij gebruik van zuurstof met het CPAP of Bi-PAP-toestel de zuurstoftoevoer uitschakelen wanneer
de stromingsgenerator niet aan staat.
Uitleg van de waarschuwing: Als het CPAP of Bi-PAP-toestel uit staat en de zuurstoftoevoer
aangelaten is, kan de naar het beademingstoestel gevoerde zuurstof zich ophopen binnenin de
stromingsgenerator. Ophoping van zuurstof binnenin het CPAP of Bi-PAP-toestel leidt tot
brandgevaar. Deze waarschuwing is van toepassing op de meeste modellen van CPAP en Bi-PAP-
stromingsgenerators. Niet roken terwijl het zuurstof in gebruik is.
N.B.: Bij een vaste stroomsnelheid van aanvullende zuurstof is de concentratie van ingeademde
zuurstof afhankelijk van de drukinstellingen, het adempatroon van de patiënt, de maskerselectie en de
lekhoeveelheid. Deze waarschuwing is van toepassing op de meeste modellen van CPAP-systemen.
Contra-indicaties
Dit masker is wellicht niet geschikt voor personen met de volgende aandoeningen: verzwakte functie van
de cardiale sfincter, overmatige reflux, gedempte hoestreflex of maagbreuk. Het masker mag niet gebruikt
worden indien de patiënt oncoöperatief, verzwakt, onresponsief of niet in staat om het masker af te nemen
is.
Vóór elk gebruik
1. Maak het masker schoon volgens de reinigingsinstructies. Voor thuisgebruik bij één patiënt, zie
'reinigingsinstructies - thuiszorg'. Voor institutioneel gebruik bij meerdere patiënten, zie 'reinigings- en
ontsmettingsinstructies - institutioneel gebruik'.
2. Controleer het masker op slijtage zoals beschreven in de reinigingsinstructies.
3. Controleer het anti-asfyxieventiel in de doorzichtige knieverbinding. Als het CPAP of Bi-PAP-systeem uit
staat, controleer dan of het ventiel zodanig gepositioneerd is dat er kamerlucht door de grote opening dicht
bij het ventiel in de knieverbinding kan stromen. Zet het systeem aan op 3 cmH2O. Het ventiel moet de
grote opening afsluiten en er moet systeemlucht het masker binnenstromen. Als het ventiel niet dichtgaat of
niet goed functioneert, dient het masker vervangen te worden.