Documenttranscriptie

MP3/CD/Radio Draagbare Speler GEBRUIKERSHANDLEIDING CSD-17 WAARSCHUWING 1. WAARSCHUWING: Gelieve de informatie aan de onderkant te bekijken voor veiligheidsinformatie alvorens het toestel te installeren en te gebruiken. 2. WAARSCHUWING: Om het risico op brand of elektrische schokken te verkleinen, laat dit toestel niet in contact komen met regen of vloeistoffen. Het toestel mag niet in aanraking komen met vloeistoffen en objecten gevuld met water, zoals bijvoorbeeld vazen, mogen niet op het toestel geplaatst worden. 3. WAARSCHUWING: De batterij (batterij, batterijen of batterijpak) mogen niet blootgesteld worden aan te hoge hitte, zoals zonnestralen, vuur en dergelijke. 4. De hoofdplug wordt gebruikt om het toestel los te schakelen. Het losgeschakelde toestel zal klaar zijn om opnieuw gebruikt te worden. 5. Er zijn onzichtbare laserstralen tijdens het openen. Vermijd blootstelling aan de laserstralen. 6. De juiste manier om zich te ontdoen van het toestel. Dit symbool geeft aan dat dit toestel niet met andere huishoudelijk afval tesamen in de afval mag terechtkomen in de EU. Om mogelijke schade aan het milieu of de gezondheid van de bevolking te voorkomen door een onjuiste manier van afval te sorteren, recycleer het zodanig dat het material herbruikt kan worden. Om U te ontdoen van het gebruikte toestel, gebruik weergave-of collectiesystemen of contacteer de handel waar U het toestel gekocht heeft. Zij kunnen dit toestel op een milieuvriendelijke manier recycleren. 7. Geen blote vlammenbronnen, zoals aangestoken kaarsen, mogen geplaatst worden op het toestel. 8. Neem het milieu in achting wanneer U zich ontdoet van de batterijen. 9. Gebruik het toestel in milde klimaten. 10. De categorieinformatie bevindt zich op de onderkant van het toestel. 11. Teveel geluidsdruk van koptelefoons en oortjes kan leiden tot gehoorverlies. 12. De hoofdplugs van het toestel mogen niet verhinderd worden tijdens gebruik en moeten makkelijk toegankelijk zijn. 13. Om de stroominvoer volledig te onderbreken, verwijder de hoofdplugs uit de hoofdingangen. OPGELET Er is ontploffingsgevaar als de batterijen verkeerd ingevoerd worden. Vervang de batterijen alleen met batterijen van hetzelfde of een gelijkwaardig type. WAARSCHUWING OM BRAND OF GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN, MAG U DIT TOESTEL NIET BLOOTSTELLEN AAN REGEN OF VOCHT. BLIKSEMSCHICHT MET PIJLPUNT - in een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te wijzen op de aanwezigheid van niet geïsoleerde gevaarlijke spanning binnen in het product, die voldoende sterk kan zijn om een gevaar voor elektrische schok te vormen voor mensen. UITROEPTEKEN - in een gelijkzijdige driehoek, wordt gebruikt om aan te geven dat een specifiek onderdeel om veiligheidsredenen enkel mag worden vervangen door het onderdeel dat wordt beschreven in de documentatie. Het volgende etiket werd aangebracht op het toestel en geeft de juiste procedure weer om te werken met de lasterstraal: KLASSE 1 LASERPRODUCT ETIKET Dit etiket werd aangebracht zoals op de afbeelding om mee te delen dat het toestel een laseronderdeel bevat. VEILIGHEIDS INSTRUCTIES WAARSCHUWING ETIKET DAT WIJST OP STRALING Dit etiket werd aan de binnenkant van het toestel aangebracht. Zoals weergegeven in de illustratie. Om te waarschuwen tegen verdere handelingen aan het toestel. De uitrusting bevat een laser die lasterstralen uitzendt binnen de grenzen van laserproducten van klasse 1. NL-1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 1. LEES DE INSTRUCTIES - Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies voordat u het toestel gebruikt. 2. HOU DE INSTRUCTIES BIJ - De veiligheids- en bedieningsinstructies moeten worden bijgehouden om ze later te kunnen raadplegen. 3. LEEF DE WAARSCHUWINGEN NA - Alle waarschuwingen op het toestel en in de gebruiksaanwijzing moeten worden nageleefd. 4. VOLG DE INSTRUCTIES - Alle bedieningsinstructies moeten worden gevolgd. 5. WATER EN VOCHT - Het toestel mag niet worden gebruikt in de buurt van water, bijvoorbeeld naast een bad, wastafel, keukenaanrecht, wastobbe, zwembad of in een vochtige kelder. 6. VERLUCHTING - Het toestel moet zo worden geplaatst dat de verluchting ervan niet wordt verhinderd. Zet het toestel niet op een bed, sofa, tapijt of gelijkaardige oppervlakte die de ventilatieopeningen kunnen blokkeren, in een ingebouwde installatie, zoals een boekenkast of kast waar de lucht niet goed door de ventilatieopeningen kan stromen. 7. WARMTE - Het toestel moet uit de buurt van warmtebronnen worden gehouden, zoals radiators, kachels of andere toestellen (zoals versterkers) die warmte produceren. 8. STROOMBRON - Het toestel mag enkel worden aangesloten op de stroomtoevoer van het type dat wordt beschreven in de gebruiksaanwijzing of zoals aangegeven op het toestel. 9. AARDING - Er moeten voorzorgen worden genomen om zeker te zijn dat de aarding van een toestel niet werd tenietgedaan. 10. BESCHERMING STROOMKABEL - Stroomkabels moeten zo worden gelegd dat er niet op kan worden gelopen of dat ze niet geklemd geraken door voorwerpen die erop of ertegen worden gezet. 11. STROOMLEIDINGEN - Een buitenantenne moet uit de buurt staan van stroomleidingen. 12. VOORWERPEN EN VLOEISTOFFEN - Let op dat er geen voorwerpen op de behuizing vallen en dat er geen vloeistoffen op worden gemorst die door openingen kunnen dringen. 13. ESD WAARSCHUWING - Door de elektrische ontlading is het mogelijk dat het scherm niet naar behoren werkt of dat het toestel niet reageert als u het bedient. Zet het toestel uit en haal de stekker eruit. Sluit het na enkele seconden terug aan. 14. SCHADE WAARVOOR ONDERHOUD NODIG IS - Het toestel moet worden onderhouden door opgeleid personeel wanneer: a. De stroomkabel of stekker beschadigd is. b. Er voorwerpen zijn gevallen of vloeistof is gemorst op de behuizing. c. Het toestel werd blootgesteld aan regen. d. Het toestel is gevallen, of als de behuizing beschadigd is. e. Het toestel niet normaal lijkt te werken. 15. ONDERHOUD - De gebruiker mag geen onderhoudswerken uitvoeren aan het toestel die buiten de beschreven bedieningsinstructies vallen. Alle andere onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door opgeleid onderhoudspersoneel. Opmerkingen: a. Vuile of bekraste CD's kunnen problemen veroorzaken bij het afspelen. Maak de CD schoon of vervang hem. b. Als er een foutboodschap verschijnt of het toestel niet juist werkt, trek dan de AC-kabel uit het toestel en verwijder alle batterijen. Zet dan het toestel terug aan. VOORDAT U HET TOESTEL GEBRUIKT Opmerkingen: OVER COMPACT DISCS. Omdat vuile, beschadigde of kromgetrokken discs het toestel kunnen beschadigen, moet u op het volgende letten: a. Bruikbare compact discs. Gebruik enkel compact discs die het merkteken hieronder dragen. b. CD compact disc enkel met digitale audiosignalen. NL-2 CONTACTEN Steek 6 “C”-batterijen naar een stopcontact in de batterijsleuf naar AC-invoer AC-VERMOGEN U kan Uw draagbaar toestel gebruiken door het verwijderbare AC-snoer met de AC-invoer aan de achterkant van het toestel met een AC-stopcontact te verbinden. Zorg ervoor dat de toegestane spanning van het toestel overeenkomt met de spanning van het stopcontact en dat het AC-snoer goed verbonden is met het toestel. BATTERIJVERMOGEN Steek 6 “C”-batterijen in de batterijsleuf. Zorg ervoor dat de batterijen op de juiste manier geplaatst zijn om schade aan het toestel te voorkomen. Verwijder altijd de batterijen als U van plan bent het toestel voor lange tijd niet te gebruiken,. aangezien de batterijen kunnen lekken en uiteindelijk het toestel kunnen beschadigen. Opmerkingen: - Gebruik batterijen van hetzelfde type. Gebruik nooit batterijen van verschillende types tesamen. - Om het toestel op batterijen te gebruiken, verwijder het AC-snoer. NL-3 WERKING VAN DE RADIO ALGEMENE WERKING 1. Zet de “FUNCTIE”-kiezer in de “RADIO”- modus. 2. Selecteer de gewenste band met behulp van de “BAND”-kiezer. 3. Zoek het gewenste radiostation met behulp van de “TUNING”-knop. 4. Regel het geluid met behulp van de “VOLUME”-knop. FM / FM-STEREO ONTVANGST - Zet de “BAND”-kiezer in FM-modus voor MONO-ontvangst. - Zet de “BAND”-kiezer in FM ST.-modus voor FM STEREO-ontvangst. Het Stereo-lampje zal aan gaan en de FM ST.modus tonen. VOOR BETERE ONTVANGST - Reorienteer de antenne voor een betere ontvangst. - Reorienteer het toestel voor een betere AM-ontvangst. NL-5 CD / MP3 WERKING ALGEMENE WERKING AFSPELEN / PAUZE Druk op de knop om de CD / MP3 disk af te spelen. Druk opnieuw om de CD / MP3-werking tijdelijk te stoppen. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. VOLGENDE & Druk op de knop om naar het volgende of vorige nummer te gaan. VORIGE Hou de knop ingedrukt tijdens het afspelen totdat U de gewenste plaats vindt. STOPP Druk op de knop om de CD / MP3-werking te stoppen. AFSPELEN 1. Zet de “FUNCTIE”-kiezer in de “CD / MP3” -modus. 2. Open de CD-deur en plaats een CD / MP3 disk met het label op de voorkant in het CD-compartiment. 3. Sluit de CD-deur. 4. Na het invoeren van de disk zal het toestel de focus zoeken. Voor CD-disks – Het total aantal nummers wordt gelezen en weergegeven op het scherm. Voor MP3-disks - “MP3” wordt weergegeven op het scherm. 5. Druk op de “AFSPELEN / PAUZE” -knop om de CD of MP3-disk af te spelen. 6. Regel het gewenste volume met behulp van de “VOLUME”-knop. 7. Druk opnieuw op de “AFSPELEN / PAUZE” knop als U het afspelen tijdelijk wilt stoppen. 8. Druk op de “STOPPEN”-knop om te eindigen. NL-6 CD / MP3 WERKING PROGRAMMEREN 20 nummers kunnen geprogrammeerd worden zodat de disk in om het even welke volgorde afspeelt. Druk op de “STOPPEN”-knop alvorens te programmeren. 1. Druk op de “MODUS”-knop, en het weergavescherm zal “P01” tonen en flashen. 2. Selecteer het gewenste nummer met de “VOLGENDE” of “VORIGE”-knop. (Bij een MP3-disk kan U het gewenste album selecteren door op de “ALBUM”-knop te drukken.) 3. Druk opnieuw op de “MODUS”-knop om het gewenste nummer te bevestigen in het programmeergeheugen. 4. Herhaal de stappen 2 en 3 om meer nummers in te voeren in het programmeergeheugen. 5. Als alle gewenste nummers geprogrammeerd zijn, druk op de “AFSPELEN / PAUZE”-knop om de disk af te spelen in de volgorde die U geprogrammeerd hebt. 6. Druk twee keer op de “STOPPEN”-knop om de geprogrammeerde afspeling te beeindigen. MODUS Druk op de “MODUS”-knop voor of tijdens het afspelen van de CD / MP3-disk. Na iedere druk zal de modusfunctie veranderen als volgt: 1 – HERHALEN 1 2 – ALBUM HERHALEN ( *ENKEL BIJ MP3) 3 – ALLES HERHALEN 5 – NORMAAL AFSPELEN REP ALL REP ALBUM REP 4 - WILLEKEURIG HERHALEN 1 ALBUM HERHA-LEN ALLES HERHALEN RAND NORMAL AFSPELEN WILLEKEURIG U kunt het millieu helpen beschermen! Onthoud de lokale regulaties aan te houden: handel de niet-werkende elektrische apparaten af in een toegewezen a afvalcentrum. www.mpmaneurope.com NL-7