Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Geachte klant, Gefeliciteerd met de aankoop van dit kwaliteitsproduct. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door zodat u optimaal gebruik kunt maken van dit apparaat. In deze handleiding vindt u alle benodigde aanwijzingen en adviezen voor het gebruik. Als u deze aanwijzingen volgt, hebt u altijd een uitstekend resultaat, bespaart u tijd en kunt u problemen voorkomen. Wij hopen dat u dit apparaat met plezier zult gebruiken. WAARSCHUWING • WAARSCHUWING: Neem a.u.b de informatie onderop aan de buitenzijde van het apparaat met betrekking tot de elektriciteit en de veiligheid in acht, alvorens het apparaat te installeren of te bedienen. • WAARSCHUWING: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om het risico op brand of elektrische schokken te voorkomen. Het apparaat dient niet te worden blootgesteld aan druppels of spatten en er dienen geen voorwerpen gevuld met vloeistoffen, zoals vazen, te worden geplaatst op het apparaat. • WAARSCHUWING: De batterij (batterij, batterijen of batterijpak) dient niet te worden blootgesteld aan excessieve hitte, zoals zonlicht, vuur of iets dergelijks. • WAARSCHUWING: De netstekker wordt gebruikt als stroomonderbreker; de stroomonderbreker dient altijd klaar voor gebruik te zijn. • Onzichtbare laserstraling bij openen en buitenwerking stellen van de vergrendeling. Voorkom blootstelling aan laserstralen. • Correcte verwijdering van dit product. Deze markering indiceert dat dit product in de EU niet met het huishoudelijke afval weggegooid mag worden. Om mogelijke schade aan het milieu of de gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, dient dit apparaat op een verantwoordelijke wijze te worden gerecycled om het duurzame hergebruik van materiaalbronnen te bevorderen. Om uw gebruikte apparaat in te leveren, dient u gebruik te maken van een geschikte afvalophaaldienst of contact op te nemen met de winkel waar u het product heeft gekocht. Zij kunnen het product aannemen voor een milieuvriendelijke recycling. • Er dienen geen naakte vlammen, zoals aangestoken kaarsen, geplaatst te worden op het apparaat. NL • B ij het weggooien van de batterij dient het milieu in acht genomen te worden. • Gebruik het apparaat in gematigde klimaten. • Informatie m.b.t. het vermogen en de markeringen kan gevonden worden aan de onderzijde van de eenheid. • Excessieve geluidsdruk uit oordopjes en koptelefoons kan leiden tot gehoorverlies. • De netstekker van de eenheid dient onbelemmerd en eenvoudig toegankelijk te zijn gedurende het beoogde gebruik. • Om de stroomtoevoer geheel af te sluiten, dient de netstekker van het apparaat uit het contact te worden verwijderd. • Ontploffingsgevaar indien de batterij op incorrecte wijze wordt vervangen. • Uitsluitend vervangen met hetzelfde of een equivalent type batterij. • STEL DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN • RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK, NIET OPENEN  et symbool van een bliksem met pijlpunt in een gevarendriehoek is H bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor het aanwezig zijn van een ongeïsoleerde hoge spanning binnen de behuizing, deze spanning is hoog genoeg om gevaarlijk te zijn voor de gezondheid. Het symbool van de bliksem met pijlpunt, binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker attent te maken op de aanwezigheid van "gevaarlijke spanning" binnen in het apparaat, die voldoende groot kan zijn om het risico van een elektrische schok te vormen voor mensen. Het volgende label is aangebracht op het toestel, volg de juiste procedure voor het werken met de laserstraal:  Dit label is aangebracht op de plaats waar het apparaat een laser component bevat. Waarschuwing voor straling label, dit label is geplaatst aan de binnenkant van de behuizing zoals aangegeven op de afbeelding, dit om te waarschuwen om bij verdere service handelingen voorzichtigheid in acht te nemen. Dit apparaat bevat een laser die binnen de limieten van een CLASS1 laser vallen. 7  Gebruiksaanwijzing Veiligheidsinstructies • VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEZEN - alle veiligheids- en bedienigsmaatregelen dienen aandachtig te worden gelezen, alvorens het apparaat te gebruiken. • VEILIGHEIDSMAATREGELEN BEWAREN - veiligheids- en bedieningsmaatregelen dienen te worden bewaard voor toekomstige referentie. • VEILIGHEIDSMAATREGELEN IN ACHT NEMEN - Alle waarschuwingen op het apparaat en in de handleiding dienen in acht te worden genomen. • VEILIGHEIDSMAATREGELEN OPVOLGEN - Alle veiligheids- en bedieningsmaatregelen dienen opgevolgd te worden. • WATER EN VOCHT - Het apparaat dient niet te worden gebruikt in de nabijheid van water, zoals bijvoorbeeld een bad, wasbak, gootsteen, spoelbak, zwembad of vochtige kelder. • VENTILATIE - Het apparaat dient zodanig geplaatst te worden dat de plaats of positie van het apparaat een goede ventilatie niet belemmert. Plaats het apparaat niet op een bed, bank, tapijt of soortgelijke oppervlakken, daar deze de ventilatieopeningen mogelijk kunnen blokkeren en niet in een ingebouwde installatie, zoals een boekenkast of een kast die de luchtstroom via de ventilatieopeningen kunnen belemmeren. • HITTE - Het apparaat dient uit de buurt van hittebronnen als radiators, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die hitte produceren te worden geplaatst. • STROOMBRON - Het apparaat dient uitsluitend verbonden te worden met een stroombron die gelijk is aan het type dat staat omschreven in de handleiding of staat gemarkeerd op het apparaat. • VOEDINGSKABELS BESCHERMEN - Voedingskabels dienen zodanig te worden aangelegd dat het niet waarschijnlijk is dat er overheen wordt gelopen of dat de kabels bekneld raken doordat er voorwerpen op of tegenaan worden geplaatst. • HOOGSPANNINGSKABELS - De buitenantenne dient uit de buurt van hoogspanningskabels te worden geplaatst. • BINNENDRINGEN VOORWERPEN en VLOEISTOFFEN - Men dient erop toe te zien dat er geen voorwerpen of vloeistoffen binnendringen in de behuizing via de openingen. • ESD WAARSCHUWING - Door elektrostatische ontlading, is het mogelijk dat de display niet naar behoren werkt of dat het apparaat niet reageert op de bediening. 8 Schakel het apparaat uit en verwijder de netstekker uit het stopcontact. Sluit opnieuw aan na enkele seconden. • SCHADE DIE ONDERHOUD VEREIST - Het apparaat dient te worden nagekeken door gekwalificeerd personeel, als: a. de voedingskabel of stekker is beschadigd. b. er voorwerpen of vloeistoffen zijn binnengedrongen in de behuizing van het apparaat. c. het apparaat is blootgesteld aan regen. d. het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd. e. het apparaat niet naar behoren functioneert. • ONDERHOUD - De gebruiker dient geen andere vorm van onderhoud uit te voeren op het apparaat dan de vorm van onderhoud die staat vermeld in de handleiding. Alle andere vormen van onderhoud dienen te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Opmerkingen: • Een vuile of bekraste CD kan soms overslaan. Reinig of vervang de CD. • Als er een foutmelding wordt weergegeven of een storing optreedt, dient u de voedingskabel los te koppelen en alle batterijen te vervangen. Schakel het apparaat vervolgens opnieuw in. VOOR HET GEBRUIK Opmerkingen: Betreffende compact discs. Daar vuile, beschadigde of vervormde CD’s het apparaat kunnen schaden, dienen de volgende items in acht genomen te worden: • Ondersteunde CD’s: uitsluitend CD’s met onderstaande markering. • Uitsluitend CD’s met digitale audiosignalen.  Gebruiksaanwijzing Onderdelenbeschrijving VOEDINGSBRON 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. U kunt uw apparaat van stroom voorzien door de voedingskabel aan de achterkant van het apparaat in een stopcontact te steken. Controleer of de op het apparaat aangegeven spanning overeenkomt met uw plaatselijke spanning. VERMOGENINDICATOR PROGAMMEREN HERHALEN RANDOM AFSPELEN/PAUZE OVERSLAAN – OVERSLAAN + STOP AANWIJZER 10. BANDSCHAKELAAR 11. FUNCTIESCHAKELAAR 12. VOLUMEREGELAAR 13. AFSTEMREGELAAR 14. FM STEREO INDICATOR 15. LED-DISPLAY 16. SPEAKER JACKS ( L / R ) 17. FM ANTENNE 18. VOEDINGSKABEL NL BEDIENING RADIO Algemene bediening • Stel de “FUNCTIE” schakelaar in op de “RADIO” modus. • Selecteer de gewenste bandbreedte met de “BAND” schakelaar. • Stem de radiofrequentie af op het gewenste station met de “AFSTEM” regelaar. • Stel het gewenste volumeniveau in met de “VOLUME” regelaar. 16 17 18 15 1 2 3 4 14 5 6 7 8 13 9 10 11 12 9  Gebruiksaanwijzing FM / FM-stereo ontvangst • Stel de “BAND” schakelaar in op de FM-modus voor MONO ontvangst. • Stel de “BAND” schakelaar in op de FM ST. modus voor FM STEREO ontvangst. De Stereo-indicator licht op om de FM ST. modus aan te duiden. Voor een beter ontvangst • FM - Dit apparaat beschikt over een FM-antenne aan de achterkant van de behuizing. Deze draadantenne kan geheel worden uitgetrokken voor een beter ontvangst. • AM - Dit apparaat is uitgerust met een ingebouwde AM ferrietantenne. Roteer het apparaat voor een beter ontvangst. CD BEDIENING Algemene bediening Dit product is voorzien van een automatische energiebesparingsfunctie tijdens de CDmodus. Als het apparaat zich langer dan 10 minuten in de STOP, PAUZE of GEEN DISC stand bevindt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Schuif de FUNCTIE schakelaar naar de ‘UIT’ stand en vervolgens naar de CD stand, om het apparaat opnieuw in te schakelen. AFSPELEN/PAUZE ( ) Druk op deze knop om een CD af te spelen. Druk nogmaals op deze knop om het afspelen van een CD tijdelijk te onderbreken. Druk vervolgens nogmaals op deze knop om het afspelen te hervatten. OVERSLAAN + & ( ) Druk op deze knop om naar de volgende of de vorige track te gaan. OVERSLAAN - ( ) Houdt deze knop ingedrukt tijdens het afspelen om vooruit of terug te spoelen. STOP ( ) Druk op deze knop om de CD bediening te stoppen. 10 Afspelen • Stel de “FUNCTIE” schakelaar in op de “CD” modus. • Open de CD-klep en plaats een CD met het label naar de bovenkant gericht in het CD-compartiment. • Sluit de CD-klep. • De CD wordt gelezen en het totale aantal tracks verschijnt op het display. • Druk op de “AFSPELEN / PAUZE” knop om afspelen van de CD te starten. • Stel het gewenste volumeniveau in met de “VOLUME” regelaar. • Druk nogmaals op de “AFSPELEN / PAUZE” knop als u het afspelen tijdelijk wenst te onderbreken. • Druk op de “STOP” knop als u het afspelen wilt stoppen. CD BEDIENING Programmeren Er kunnen tot 20 tracks worden geprogrammeerd om op willekeurige volgorde af te spelen. Wees er zeker van dat u op de “STOP” knop heeft gedrukt alvorens u deze functie toepast. • Druk op de “PROGRAMMEREN” knop, het scherm vertoont knipperend “00”. • Selecteer de gewenste track door gebruik te maken van de “OVERSLAAN +” of “OVERSLAAN –“ knop. • Druk nogmaals op de “PROGRAMMEREN” knop om de gewenste track op te slaan in het programmageheugen. • Herhaal stap 2 en 3 om nog meer tracks toe te voegen aan het programmageheugen. • Druk, als alle gewenste tracks zijn geprogrammeerd, op de “AFSPELEN / PAUZE” knop om de CD af te spelen op de door u geprogrammeerde volgorde; de programma-indicator begint te knipperen. • Druk op de “STOP” knop om het geprogrammeerd afspelen te beëindigen; de programma-indicator wordt uitgeschakeld. • De programma-indicator knippert niet nadat het programmeerbaar afspelen is ingesteld. Herhalen Druk op de “HERHALEN” knop voor of tijdens het afspelen van een CD. Hiermee kunt u één of alle tracks herhalen. Bij elke druk op de knop verandert de herhaalmodus als volgt: 1 – HERHAAL 1 ( De herhaalindicator knippert.) 2 – HERHAAL ALLES ( De herhaalindicator blijft branden.) 3 – NORMAAL AFSPELEN 1. . 1. 1.