Documenttranscriptie
2-629-895-41 (1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
DE
Störungsbehebung ___________
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing/
NL
Problemen oplossen _________
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door vóórdat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar het voor latere naslag.
DSC-H1
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für
Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera.
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/
weergeven met uw camera.
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige
olie.
Printed in Japan
© 2005 Sony Corporation
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
Deze camera gebruikt het ICopnamemedium "Memory Stick". Er zijn
twee typen "Memory Stick".
• "Memory Stick": u kunt een "Memory Stick"
gebruiken in deze camera.
• "Memory Stick Duo": u kunt een "Memory
Stick Duo" gebruiken door deze in een Memory
Stick Duo-adapter te steken.
Memory Stick Duo-adapter
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick", zie blz. 101.
Opmerkingen over de nikkelmetaalhydridebatterij
• Laad beide Ni-MH-batterijen op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt. (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
• De batterijen kunnen zelfs worden opgeladen als
deze nog niet volledig leeg zijn. Bovendien kunt
u zelfs als de batterijen niet volledig opgeladen
zijn, de gedeeltelijke lading van de batterijen
gewoon gebruiken.
• Als u van plan bent de batterijen gedurende een
lange tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de
batterijen uit de camera, en bewaart u deze op
een droge, koele plaats. Dit is belangrijk om de
werking van de batterijen te behouden
(blz. 103).
• Voor verdere informatie over batterijen, zie
blz. 103.
Geen compensatie voor de inhoud van
de opnamen
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Aanbeveling reservekopie
• Om mogelijk verlies van beeldgegevens te
voorkomen, dient u altijd een (reserve)kopie van
de gegevens op een ander medium te maken.
Reservekopie van geheugeninhoud
• Als u het apparaat uitschakelt door het deksel
van de accu, enz., te openen terwijl het
toegangslampje brandt, kunnen de gegevens in
het interne geheugen verminkt raken. Zorg
ervoor dat u een reservekopie maakt om het
risico van gegevensverlies te vermijden. Zie
blz. 24 over hoe u een reservekopie maakt.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
• Deze camera is niet stofdicht, niet spatwaterdicht
en niet waterdicht. Lees "Voorzorgsmaatregelen"
(blz. 105) alvorens de camera te bedienen.
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 105).
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Dit kan niet alleen leiden tot storingen en
het weigeren om beelden op te nemen, maar kan
ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór
deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het
afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het
venster van de flitser doen verbranden of
vastbakken waardoor onvoldoende licht het
voorwerp bereikt.
NL
NL
3
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw,
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan DCF (de universele
norm "Design rule for Camera File system")
zoals vastgesteld door de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
NL
4
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem op in de automatische
instelfunctie
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De batterijen voorbereiden
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick" (niet bijgeleverd)
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiksaanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/Handmatig opnemen) t blz. 27
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 36
1
2
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 50
1
2
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiksaanwijzing
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 64
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibel printers)
t blz. 79
NL
5
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9
Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 12
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 12
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 14
Indicaties op het scherm ......................................................................... 18
Het weergavescherm veranderen ........................................................... 22
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 23
Als u geen "Memory Stick" hebt (Opnemen in het interne geheugen) ... 24
Levensduur van de batterijen en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken .............................................................................. 25
De jog-draaiknop gebruiken.................................................................... 26
De modusdraaiknop gebruiken ............................................................... 27
Opnemen met handmatige instellingen .................................................. 29
Continu opnemen.................................................................................... 34
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 36
Menuonderdelen ................................................................................ 37
Menu voor opnemen ............................................................................... 38
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
BRK (Bracket-stap)
M (Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
NL
6
Menu voor weergeven .............................................................................43
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Trimmen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................50
1
Camera 1 ...........................................................................................51
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff
AF-verlicht.
Auto Review
2
Camera 2 ...........................................................................................55
EX. scherpst.
Vergroot
STEADY SHOT
Conversielens
Intern geheugen-tool .........................................................................57
Formaat
Memory Stick tool ..............................................................................58
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
1
Setup 1 ...............................................................................................60
LCD-verlicht
Zoekerverl
Pieptoon
Taal
Initialiseren
NL
7
2
Setup 2............................................................................................... 62
Bestandsnr
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 64
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 66
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera
(met behulp van een "Memory Stick")..................................................... 73
De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 74
Uw Macintosh-computer gebruiken ........................................................ 76
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 78
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer... 79
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 83
Uw camera op een TV aansluiten
Beelden bekijken op een TV-scherm ...................................................... 85
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 87
Foutcodes en meldingen......................................................................... 98
Overige
Over de "Memory Stick" ........................................................................ 101
Over de batterijlader en de batterijen.................................................... 103
Voorzorgsmaatregelen .......................................................................... 105
Technische gegevens............................................................................ 107
Index.................................................................................................... 109
NL
8
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Scherp- Belichting Kleur
stellen
Kwaliteit
De camera leren gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Het
beschrijft het gebruik van diverse
camerafuncties, zoals de modusdraaiknop
(blz. 27), jog-draaiknop (blz. 26), de
menu's (blz. 36), enz.
Scherpstellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Gelijk helemaal
indrukken
Tot halverwege
indrukken,
daarna
Knippert,licht op/
piept
Helemaal
indrukken
VGA FINE 101
96
S AF
30 F3.5
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t "Een
scherpstelmethode kiezen" (blz. 32)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (blz. 10).
NL
9
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren
door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien de
steadyshot-functie en een statief te gebruiken en, als het donker is, de flitser te
gebruiken.
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium
NL
10
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
De camera leren gebruiken
Juiste belichting
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met behulp van de
hieronder beschreven functies.
[Handmatige belichting]:
Hiermee kunt u de sluitertijd en
diafragmawaarde handmatig instellen.
t blz. 30
[EV]:
Hiermee kunt u de belichting die door de
camera is ingesteld veranderen. t blz. 31
[Lichtmeetfun.]:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de
belichting in te stellen. t blz. 38
Eigenschappen van "sluitertijd"
Eigenschappen van "diafragma"
(F-waarde)
Korter
Bewegende
onderwerpen lijken
gestopt.
Open
Het
scherpstellingsbereik
wordt kleiner, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
Langer
Bewegende
onderwerpen lijken
te zweven.
Dicht
Het
scherpstellingsbereik
wordt groter, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
NL
11
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde
is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
[ISO] stelt de gevoeligheid in t blz. 40
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld is echter donkerder.
Kleur
Over het effect van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
Weer/lichtbron
Eigenschappen van
het licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Lamplicht
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 39).
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
NL
12
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 5M
2592
2592 pixels × 1944 pixels = 5.038.848 pixels
De camera leren gebruiken
480
Pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
1944
640
Het te gebruiken beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
Pixel
Veel (Hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: Afdrukken tot
A4-formaat
Weinig (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld versturen
als bijlage bij e-mailberichten
De standaardinstellingen worden aangegeven met
Beeldformaat
5M (2592×1944)
.
Aanwijzingen voor gebruik
Groter
3:2 (2592×1728)*
Voor het afdrukken van beelden met een hoge resolutie
op A4- of A5-formaat
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
VGA(E-Mail)
(640×480)
Kleiner
Voor afdrukken op briefkaartformaat
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het versturen van beelden met e-mailberichten, of
voor het maken van webpagina’s
* De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 40)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
NL
13
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
1
qa
2
qs
3
qd
q;
1
2
3
4
qa
5
4
5
6
7
8
9
q;
qf
qg
qs
6
7
8
qd
qh
qf
qj
qg
qk
9
ql
A Aan/uit-lampje (t stap 2 in "Lees dit
eerst")
A
B Modusdraaiknop (27)
B FINDER/LCD-toets (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
C
/BRK-toets (34)
D Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
E Jog-draaiknop (26)
D Zoeker instelhendel (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
F FOCUS-toets (32)
E LCD-scherm (18)
G Microfoon
F MENU-toets (36)
H Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (54)
G Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
I Lens
Menu uit: / / /
in"Lees dit eerst")
J Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
K Bevestigingsoog voor de schouderriem
(16)
H
L A/V OUT (MONO)-aansluiting (85)
I
M
NL
14
(flitser)/Opnamelampje (oranje)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
(USB)-aansluiting (67)
(t stap 5
(Schermstatus)-toets (22)
(Beeldformaat/Wissen)-toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
N Luidspreker
J Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
O Afdekking van de aansluiting
K
(Steadyshot)-toets (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
L POWER-toets (t stap 2 in "Lees dit
eerst")
M Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
langere schroeven kan de camera niet stevig
aan het statief worden bevestigd en kan de
camera beschadigd raken.
De camera leren gebruiken
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/
(Index) toets
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
S Schroefgat voor statief (onderkant)
N Bevestigingsoog voor de schouderriem
(16)
O Deksel van netspanningsadaptersnoer
De netspanningsadapter AC-LS5K
gebruiken (niet bijgeleverd)
1
3
2
4
Zorg ervoor dat het koord niet bekneld
raakt wanneer u het deksel dicht doet.
P "Memory Stick" deksel (onderkant)
(t stap 3 in "Lees dit eerst")
Q OPEN-toets (onderkant) (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
R Deksel voor de batterijen (onderkant)
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
NL
15
De schouderriem en de lensdop
bevestigen
De lenskap erop zetten
Bij het opnemen in sterk omgevingslicht,
zoals buitenshuis, adviseren wij u de
lenskap te gebruiken, om verslechtering van
de beeldkwaliteit, door overvloedig licht, te
vermijden.
1 Bevestig de adapterring.
2 Plaats de lenskap, zoals hieronder is
aangegeven, en draai de lenskap rechtsom,
totdat deze vastklikt.
• De lensdop kan ook op de lenskap bevestigd
worden.
• Het flitslicht en de AF-illuminator kunnen
belemmerd worden als de adapterring bevestigd
is.
NL
16
De lenskap opbergen
Om de lenskap op te bergen kan deze
omgekeerd op de camera bevestigd worden
als deze niet gebruikt wordt.
De camera leren gebruiken
Plaats de lenskap, zoals hieronder is
aangegeven, en draai de lenskap rechtsom,
totdat deze vastklikt.
Een conversielens (niet bijgeleverd)
bevestigen
Voor opnemen met een grotere groothoek
of zoomvergroting voor ver verwijderde
onderwerpen, moet u een conversielens
bevestigen.
1 Bevestig de adapterring.
2 Bevestig een conversielens.
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzing van de conversielens.
NL
17
Indicaties op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A
Scherm
Indicatie
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
Bij opname van stilstaande beelden
101
VGA
z
AE/AF-vergrendeling
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C:32:00
BRK
+
2
5
Instellen
S AF
10
M
WB
90cm
125 F3.5 +2.0EV
STBY
OPNEMEN
Bij opname van bewegende beelden
STD
640
Opnamefunctie (27, 34)
Witbalans (39)
Standby/Opname voor
bewegende beelden
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Modusdraaiknop
(Scènekeuze) (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
101
00:00:00 [00:28:25]
C:32:00
PSAM
+
SL
Modusdraaiknop (27)
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Vermindering van het rodeogeneffect (53)
+2.0EV
1.3
Zoom (52, t stap 5
in"Lees dit eerst")
Scherpte (42)
5
Verzadiging (41)
6
Contrast (42)
Conversielens (56)
ON
AF-verlichting (54)
Lichtmeetfunctie (38)
Beeldeffect (41)
NL
18
B
D
Scherm
2
5
0.9
Indicatie
10
2
90cm
5m
Scherm
Handmatige scherpstelbalk
(33)
Trillingswaarschuwing (10)
AF-functie (51)
Indicatie van AFbereikzoekerframe (32)
z Instellen
Flexibel Punt AF (32)
Handmatige scherpstelling
(32)
Steadyshot-functie
uitgeschakeld (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
C
Scherm
3M
FINE
640
1M
STD
640
Waarschuwing voor
zwakke batterijen (25)
+
Dradenkruis van de
spotlichtmeting (38)
Indicatie
3:2
5M
E
VGA
AF-bereikzoekerframe (32)
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
160
FINE STD
101
Beeldkwaliteit (40)
Opnamemap (58)
E
Scherm
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Indicatie van de resterende
opslagcapaciteit van het
interne geheugen (23)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (23)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (23)
1/30"
Multi Burst-interval (41)
400
Resterend aantal
opneembare beelden (23)
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00
De camera leren gebruiken
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld niet
goed opgenomen zal
worden. Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
steadyshot-functie en een
statief te gebruiken en, om
de lichtomstandigheden te
verbeteren, de flitser te
gebruiken.
Macro (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
S A F M AF C A F
Indicatie
Zelfdiagnosefunctie (98)
Datum/tijd (53)
ISO-nummer (40)
Indicatie
Histogram (22, 31)
NR lange sluitertijd (29)
125
Sluitertijd (29)
F3.5
Diafragmawaarde (30)
+2.0EV
EV-niveau-waardeindicatie (31)
VERPL.
VERPL.
z OK
Flexibel Punt AF (32)
Handmatige scherpstelling
(32)
DPOF
Menu/Gidsmenu (36)
(niet afgebeeld
op het scherm
op de
voorgaande
bladzijde)
NL
19
Bij weergave van stilstaande beelden
A
Scherm
Indicatie
Batterij-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
5M
3:2
3M
1M
FINE
640
STD
640
VGA
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
160
Opnamefunctie (27, 34)
M
N
Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Volumeniveau (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Bij weergave van bewegende beelden
Beveiliging (44)
-
Afdrukmarkering (DPOF)
(83)
Map veranderen (43)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
1.3
Stap
12/16
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Beeld-voor-beeld-weergave
(34)
B
Scherm
Indicatie
101-0012
Map-bestandsnummer (43)
Weergavebalk (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
NL
20
C
E
Scherm
Scherm
Histogram (22, 31)
Opnamemap (58)
•
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
2005 1 1
Weergavemap (43)
101
Indicatie
PictBridge-aansluiting (80)
• Dit wordt niet afgebeeld
wanneer het interne
geheugen wordt gebruikt.
Indicatie van de resterende
opslagcapaciteit van het
interne geheugen (23)
DPOF
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
De camera leren gebruiken
101
Indicatie
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (53)
Menu/Gidsmenu (36)
VORIGE/ Beelden kiezen
VOLGENDE
VOLUME
Volumeniveau instellen
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (23)
8/8 12/12
Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map (43)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (98)
00:00:12
Teller (t stap 6 in "Lees
dit eerst")
D
Scherm
Indicatie
Koppel de USB-kabel niet
los (81)
+2.0EV
EV-niveau-waardeindicatie (31)
ISO-nummer (40)
Lichtmeetfunctie (38)
Flitser
WB
Witbalans (39)
500
Sluitertijd (29)
F3.5
Diafragmawaarde (30)
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
NL
21
Het weergavescherm veranderen
Iedere keer als u op de
(schermstatus)toets drukt, veranderen de aanduidingen op
het scherm als volgt.
Histogram aan
VGA
96
S AF
Histogram scherm
(blz. 31)
Indicaties uit
S AF
Indicaties aan
VGA
96
S AF
NL
22
• Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
• Het histogram wordt niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen wanneer
– het menu wordt afgebeeld.
– bewegende beelden worden opgenomen.
Tijdens het weergeven wanneer
– het menu wordt afgebeeld.
– in de indexfunctie.
– u de weergavezoom gebruikt.
– u stilstaande beelden roteert.
– bewegende beelden worden weergegeven.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd lang of kort is.
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van
bewegende beelden
De camera leren gebruiken
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick" die in deze
camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in dit interne geheugen is gelijk aan dat van
een "Memory Stick" van 32 MB.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.) (Beelden)
Capaciteit
Formaat
32MB
5M
3:2
3M
1M
VGA(E-Mail)
•
•
•
•
64MB
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
12
25
51
92
188
384
789
23
48
96
174
354
723
1482
12
25
51
92
188
384
789
23
48
96
174
354
723
1482
20
41
82
148
302
617
1266
37
74
149
264
537
1097
2250
50
101
202
357
726
1482
3038
93
187
376
649
1320
2694
5524
196
394
790
1428
2904
5928
12154
491
985
1975
3571
7261
14821
30385
Het vermelde aantal beelden is van toepassing bij de normale opnamefunctie.
De grootte van een enkel beeld is 1M bij de instelling Multi Burst.
Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicatie ">9999" afgebeeld.
U kunt het beeldformaat later veranderen ([Ander form.], (blz. 46)).
De opnameduur van bewegende beelden (uren : minuten : seconden)
Capaciteit
Formaat
640(Fijn)
32MB
64MB
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
0:25:18
–
–
–
0:02:57
0:06:02
0:12:20
640(Standaard)
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
1:31:09
160
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
24:18:25
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 12.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan de display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
NL
23
Als u geen "Memory Stick" hebt (Opnemen in het
interne geheugen)
De camera heeft een intern geheugen van 32 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen
in dit interne geheugen.
• Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne
geheugen.
Als een "Memory Stick" (niet bijgeleverd) is
geplaatst
[Recording]: De beelden worden op de "Memory Stick"
opgenomen.
[Playback]: De beelden op de "Memory Stick" worden
weergegeven.
[Menu, Setup, etc.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden op de "Memory Stick".
B
Als er geen "Memory Stick" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Recording]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Playback]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Setup, etc.]: Diverse functies kunnen worden
toegepast op de beelden.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken door een van de onderstaande
procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een "Memory Stick"
Bereid een "Memory Stick" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de
procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 59).
Een reservekopie (back-up) maken van de gegevens op een vaste schijf
Volg de procedure op bladzijden 66 t/m 71 zonder dat een "Memory Stick" in de camera is
geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick" zijn opgeslagen niet verplaatsen naar het interne
geheugen.
• Door de camera met behulp van een USB-kabel aan te sluiten op een computer, kunt u de beeldgegevens
die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen, kopiëren naar de vaste schijf van de computer,
maar u kunt geen beeldgegevens vanaf de vaste schijf van de computer kopiëren naar het interne geheugen
van de camera.
NL
24
Levensduur van de batterijen en aantal beelden
dat kan worden opgenomen/bekeken
• De batterijlading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd, (blz. 103).
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de batterijen
nemen af onder de volgende omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat
– Wanneer [STEADY SHOT] op [Continu]
staat
– Wanneer de batterijen zwak
Bij opname van stilstaande beelden
NH-AA-DA (Ni-MH) (bijgeleverd)
Aantal
beelden
Levensduur van
de batterij (min.)
LCD aan
Ong. 290
Ong. 145
Zoeken aan
Ong. 320
Ong. 160
De camera leren gebruiken
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden, dat kan worden opgenomen en/of
weergegeven, en de levensduur van de
batterij aan, wanneer u beelden opneemt in
de normale opnamestand met volledig
geladen batterijen bij een
omgevingstemperatuur van 25°C. Het
aantal beelden dat kan worden opgenomen
of weergegeven maken het mogelijk de
"Memory Stick" te wisselen, indien
noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
• Opnemen in de volgende situaties:
– Wanneer
(Beeldkwaliteit) op [Fijn] staat
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat
– Wanneer [STEADY SHOT] op [Opnemen]
staat
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
is niet afhankelijk van het beeldformaat.
Weergeven van stilstaande beelden
Batterij
Aantal
beelden
Levensduur van
de batterij (min.)
NH-AA-DA
(Ni-MH)
(bijgeleverd)
Ong.
7.800
Ong.
390
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
NH-AA-DA (Ni-MH) (bijgeleverd)
LCD aan
Zoeken aan
Ong. 160 (min.)
Ong. 170 (min.)
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
NL
25
De jog-draaiknop gebruiken
De jog-draaiknop wordt gebruikt voor het veranderen van de instelwaarden voor het opnemen
in de handmatige opnamefuncties (sluitertijdvoorkeur, diafragmavoorkeur, handmatige
belichting) of de EV-correctie.
Door aan de jog-draaiknop te draaien kunt u op eenvoudige wijze het volgende/vorige beeld
bekijken.
Jog-draaiknop
Een menuonderdeel kiezen
1 Verdraai de jog-draaiknop om het in te stellen menuonderdeel te kiezen.
Verplaats de gele aanduiding V om het menuonderdeel te kiezen.
VGAFINE
M
S AF
98
30 F2.8
0EV
2 Druk op de jog-draaiknop.
De waarde kleurt geel.
VGAFINE
M
S AF
98
30 F2.8
0EV
3 Om andere menuonderdelen in te stellen, drukt u één keer op de jog-draaiknop en kiest u daarna
het gewenste onderdeel.
De instelwaarde kiezen
Door het verdraaien van de jog-draaiknop veranderen de geel gekleurde instelwaarden. De
weergegeven instelwaarde is de ingestelde waarde.
NL
26
De modusdraaiknop gebruiken
Zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Modusdraaiknop
De camera leren gebruiken
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit eerst"
Regeltoets
Opnamefuncties voor
stilstaande beelden
:
t
: Weergave/bewerken
stap 6 in "Lees dit eerst"
Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
P:
Geprogrammeerde automatische opnamefunctie
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 37)
S:
Opnamefunctie met sluitertijdvoorkeur
Voor opnemen nadat u de sluitertijd handmatig hebt ingesteld (blz. 29).
U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 37)
A:
Opnamefunctie met diafragmavoorkeur
Voor opnemen nadat u de diafragmawaarde handmatig hebt ingesteld (blz. 30).
U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 37)
M:
Opnamefunctie met handmatige belichting
Voor opnemen nadat u de belichting handmatig hebt ingesteld (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 30).
U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 37)
NL
27
Scènekeuzefunctie
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Macro
Flitser
AFbereikzoeker
Handmatige
scherpstelling
Witbalans
—
—
Autom./ WB /
SL
—
Midden-AF
/
/
—
NL
28
Burst/Multi Burst/
Exposure Bracket
/
—
—
Opnemen met handmatige instellingen
De camera stelt automatisch scherp en stelt de belichting in, maar u kunt deze instellingen ook
handmatig uitvoeren.
Modusdraaiknop
VGAFINE
M
98
Jog-draaiknop
De camera leren gebruiken
FOCUS toets
Diafragmawaarde
S AF
30 F2.8
0EV
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Het veranderen van de ingestelde combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd
bij handhaving van dezelfde belichtingswaarde (Program Shift-functie)
1 Zet de modusdraaiknop op P.
2 Kies met de jog-draaiknop de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd (blz. 26).
Bij verandering van de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd verschijnt de
aanduiding .
VGAFINE
P
S AF
98
30 F2.8
3 Neem het beeld op.
Om de Program Shift-functie te annuleren draait u de jog-draaiknop totdat de aanduiding
verandert naar .
• De combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd kan niet veranderd worden als de sluiterknop half
ingedrukt is.
• Als de helderheid verandert, veranderen ook de diafragmawaarde en sluitertijd, waarbij de verhouding
gehandhaafd blijft.
• Het is mogelijk dat de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd, afhankelijk van de omstandigheden
bij het opnemen, niet veranderd kan worden.
• De Program Shift-functie wordt geannuleerd als de instelling van de flitsfunctie veranderd wordt.
• De Program Shift-functie wordt geannuleerd als de modusdraaiknop in een andere functie dan P ingesteld
wordt of als de camera uitgeschakeld wordt.
De sluitertijd handmatig instellen (sluitertijdvoorkeur)
1 Zet de modusdraaiknop op S.
2 Kies met behulp van de jog-draaiknop een sluitertijd (blz. 26).
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 seconde en 30 seconden.
3 Neem het beeld op.
NL
29
• Sluitertijden van 1 seconde of langer worden afgebeeld met [”], bijvoorbeeld: 1”.
• Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te
vermijden.
• Als u bepaalde sluitertijden* kiest, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie ingeschakeld om de
beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld.
* Als [ISO] is [400]: 1/25 seconde of langer
Als [ISO] niet [400] is: 1/6 seconde of langer
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet bereikt is, gaan bij het half indrukken van de
sluiterknop, de aanduidingen van de instelwaarden op het scherm knipperen. Opnemen in deze
lichtomstandigheden is mogelijk, maar wij adviseren om de instelwaarden van de flitser nog een keer aan
te passen.
• De flitser is ingesteld op
(altijd flitsen) of
(niet flitsen).
• De hoeveelheid flitslicht kan onvoldoende zijn als u de flitser gebruikt bij een korte sluitertijd.
De diafragmawaarde instellen (diafragmavoorkeur)
1 Zet de modusdraaiknop op A.
2 Kies met behulp van de jog-draaiknop een diafragmawaarde (blz. 26).
– Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma van F2,8 tot F8,0
instellen.
– Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma van F3,7 tot F8,0
instellen.
3 Neem het beeld op.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/1000 seconde en 8 seconden. Bij instelling van een
diafragmawaarde van F5,6 of hoger, is de kleinste waarde van de sluitertijd 1/2000 seconde.
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet bereikt is, gaan bij het half indrukken van de
sluiterknop, de aanduidingen van de instelwaarden op het scherm knipperen. Opnemen in deze
lichtomstandigheden is mogelijk, maar wij adviseren om de instelwaarden van de flitser nog een keer aan
te passen.
• De flitser staat op
(altijd flitsen), SL (langzame synchro) of
(niet flitsen).
De sluitertijd en diafragmawaarde instellen (handmatige belichting)
1 Zet de modusdraaiknop op M.
2 Kies met behulp van de jog-draaiknop een sluitertijd (blz. 26).
3 Kies met behulp van de jog-draaiknop een diafragmawaarde (blz. 26).
Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het
scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 31). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest
geschikt is voor de camera.
4 Neem het beeld op.
NL
30
De camera leren gebruiken
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. Na instelling van een favoriete
waarde kan hetzelfde belichtingsniveau op eenvoudige wijze opnieuw gebruikt worden, door de
modusdraaiknop op M in te stellen.
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet bereikt is, gaan bij het half indrukken van de
sluiterknop, de aanduidingen van de instelwaarden op het scherm knipperen. Opnemen in deze
lichtomstandigheden is mogelijk, maar wij adviseren om de instelwaarden van de flitser nog een keer aan
te passen.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
De belichting handmatige aanpassen — EV belichtingscompensatie
1 Zet de modusdraaiknop op P, S, A,
,
,
,
,
,
,
of
.
2 Kies met behulp van de jog-draaiknop het menuonderdeel EV (blz. 26).
3 Kies met behulp van de jog-draaiknop, een diafragmawaarde (blz. 26).
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV: De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
z EV instellen door een histogram af te beelden
VGA FINE
4
A
S AF
30 F2.8
0 EV
B
Donker
Helder
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Zet de modusdraaiknop
op P, S, A of een Scènekeuzefunctie en druk
daarna herhaaldelijk op
om het histogram
weer te geven. De afgebeelde grafiek geeft een
donker beeld aan wanneer deze links hoger is en
geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts
hoger is. Een histogram kan worden gebruikt om
de belichting te controleren en EV in te stellen.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
– Wanneer de modusdraaiknop op
of M staat
– Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
– Tijdens Quick Review
NL
31
Een scherpstelmethode kiezen
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Druk herhaaldelijk op de
FOCUS-toets als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatischescherpstellingsfunctie.
Multipoint AF
(
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in
het hele bereik van het zoekerframe. Deze functie is de
standaardinstelling. Bij instelling van de modusdraaiknop op
, is alleen Multipoint AF beschikbaar.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
VGAFINE
P
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
Midden-AF
(
)
30 F2.8
0EV
Indicatie van AFbereikzoekerframe
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
vlakbij het midden van het frame.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste
beeldcompositie opnemen.
VGAFINE
P
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
Flexibel Punt AF
(
)
30 F2.8
0EV
Indicatie van AFbereikzoekerframe
Hiermee wordt scherpgesteld op een zeer klein onderwerp of een
klein gebied.
Met Flexibel Punt AF is het mogelijk de gewenste
beeldcompositie bij het opnemen te behouden.
• Volg onderstaande procedure voor het instellen van Flexibel Punt
AF.
• Deze functie is handig bij gebruik van een statief en het onderwerp
zich niet in het midden van de zoeker bevindt.
• Voor het opnemen van bewegende beelden moet u de camera gericht
houden zodat het onderwerp niet buiten het AF-bereikzoekerframe
raakt.
Handmatige scherpstelling
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van
een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
• Volg onderstaande procedure voor het instellen van de afstand.
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen in de automatischescherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om de
functie handmatige scherpstelling te gebruiken.
NL
32
De camera leren gebruiken
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u Multipoint AF te gebruiken, omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert
,
of
en wordt het
AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
Instellen van Flexibel Punt AF
1 Zet de modusdraaiknop op P, S, A, M,
,
,
,
,
,
,
of
.
2 Druk herhaaldelijk op de FOCUS-toets om
(Flexibel Punt AF) te kiezen.
De kleur van het AF-bereikzoekerframe verandert van wit naar geel.
VGAFINE
P
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
VERPL. OK
Indicatie van AFbereikzoekerframe
3 Verplaats het AF-bereikzoekerframe, met behulp van de toetsen v/V/b/B op de regelknop, naar
het punt waarop u wilt scherpstellen en druk daarna op z.
Druk nog een keer op z om het AF-bereikzoekerframe weer te verplaatsen.
• Wanneer het AF-bereikzoekerframe wordt verplaatst, wordt de AF-functie ingesteld op [Monitor] en door
op z te drukken, wordt de instelling van het Setup-scherm aangenomen.
Instellen van handmatige scherpstelling
1 Zet de modusdraaiknop op P, S, A, M,
,
,
,
,
,
2 Druk herhaaldelijk op de FOCUS-toets om 9 te kiezen.
De handmatige scherpstelbalk wordt weergegeven.
VGAFINE
Handmatige scherpstelbalk
98
P
Scherpstelbereik van 2 t/m 90 cm:
2
5
10
90cm
Scherpstelbereik van 90 cm tot
,
2
:
of
5
0.9
10
2
.
90cm
5m
VERPL. OK
3 Stel op de balk, met behulp van de b/B-toetsen van de regelknop, de gewenste afstand in en druk
daarna op z. De kleur van de aanduiding 9 verandert van geel naar wit.
Druk nog een keer op z om de afstand opnieuw in te stellen.
Als op het Setup-scherm de functie [EX. scherpst.] is ingesteld op [Aan], wordt de
beeldweergave op het scherm twee keer vergroot om het scherpstellen te vergemakkelijken. De
standaardinstelling is [Aan].
Als 9 knippert, betekent dit dat het einde van het instelbereik van de scherpstelling is bereikt.
• Nadat de afstand met behulp van z is ingesteld, wordt door een druk op B de macrofunctie geactiveerd en
de handmatige scherpstelling geannuleerd.
• De informatie over de ingestelde afstand in handmatige scherpstelling is slechts bij benadering. Als u de
lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• De afstandskeuze wordt beperkt door de zoomvergroting of de instelling van de functie [Conversielens].
NL
33
Continu opnemen
Druk herhaaldelijk op de
/BRK-toets om de continu opnamefunctie te kiezen. Als de
regelknop is ingesteld op
of
, zijn de functies voor het opnemen van meerdere beelden
achter elkaar niet geactiveerd.
/BRK-toets
Burst (
)
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u de
sluiterknop ingedrukt houdt.
• Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld opnemen.
Exposure Bracket (BRK)
Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden
iets automatisch verschoven.
+ richting
Juist
– richting
• Als de regelknop is ingesteld op
kan Exposure Bracket (reeks
opnamen met automatische belichting) niet gekozen worden.
• Als het niet mogelijk is een beeld goed op te nemen vanwege de
helderheid van het onderwerp, kunt u op deze manier na het
opnemen het beeld met de juiste belichting kiezen.
• In de functie [Bracket-stap] kan de waarde van de bracket-stap
gekozen worden (blz. 40).
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 41).
Over de Burst-functie
• De flitser staat op
(niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• U kunt bepaalde sluitertijden* niet kiezen.
* Als [ISO] is [400]: 1/25 seconde of langer
Als [ISO] niet [400] is: 1/6 seconde of langer
• Als de batterijlading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick" vol is, stopt de Burstfunctie.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Burst-functie (blz. 28).
NL
34
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Standaard
5M
9
15
3:2
9
15
3M
13
24
1M
32
59
VGA(E-Mail)
100
100
De camera leren gebruiken
Fijn
Formaat
Over Exposure Bracket
• De flitser staat op
(niet flitsen).
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 31), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
veranderde helderheid.
• Het opname-interval is ongeveer 0,8 seconden.
• Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om, met de gekozen waarde bracket-stap, bij een te licht of te
donker onderwerp, op de juiste wijze beelden op te nemen.
• U kunt bepaalde sluitertijden* niet kiezen.
* Als [ISO] is [400]: 1/25 seconde of langer
Als [ISO] niet [400] is: 1/6 seconde of langer
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 28).
Over de Multi Burst-functie
• U kunt de, in de Multi Burst-functie opgenomen, beelden weergeven met de volgende procedure.
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regeltoets.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
– Een serie beelden, opgenomen met Multi Burst-functie, onderverdelen
– Een frame in een serie beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, wissen
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer de modusdraaiknop op
staat
– De sluitertijd langer instellen dan 1/30 seconde
• Wanneer u een serie beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, weergeeft met behulp van een
computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, dan wordt het beeld weergegeven
als een enkelbeeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst-functie, is 1M.
• Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te
nemen in de Multi Burst-functie (blz. 28).
NL
35
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
v/V/b/B -toets
Modusdraaiknop
z toets
Regeltoets
MENU-toets
1 Schakel de camera in en zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regeltoets.
• Als het gewenste menuonderdeel niet zichtbaar is,
houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm
wordt afgebeeld.
• Als u een menuonderdeel hebt gekozen terwijl de
modusdraaiknop op
staat, moet u op z
drukken.
400
200
100
64
Autom.
ISO
WB
ISO
BRK
M
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicatie v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicatie met de regeltoets.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
NL
36
Menuonderdelen
Voor informatie over de bediening t blz. 36
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. Alleen de
beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld.
(
Modusdraaiknop:
P
S
A
M
: beschikbaar)
Scène
Menu voor opnemen (blz. 38)
(Lichtmeetfun.)
—
—
—
ISO
—
(Beeldkwaliteit)
—
BRK (Bracket-stap)*
M
—
—
—
—
**
—
—
—
(Interval)*
—
**
—
(Flitsniveau)
—
**
—
PFX (Beeldeffect)
—
—
—
(Verzadiging)
—
—
—
—
(Contrast)
—
—
—
—
—
—
—
—
(Scherpte)
Het menu gebruiken
—
WB (Witbalans)
(Setup)
—
Menu voor weergeven (blz. 43)
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
(Afdrukken)
—
—
—
—
—
—
—
(Dia)
—
—
—
—
—
—
—
(Ander form.)
—
—
—
—
—
—
—
(Roteren)
—
—
—
—
—
—
—
(Opdelen)
—
—
—
—
—
—
—
(Setup)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Trimmen***
* De bediening wordt beperkt afhankelijk van de instelling van de
/BRK-toets.
** De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 28).
*** Alleen beschikbaar tijdens vergroot weergeven met weergavezoom.
NL
37
Menu voor opnemen
Voor informatie over de bediening t blz. 36
De standaardinstellingen worden aangegeven met
(Lichtmeetfun.)
P
S
A
.
M
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Punt (Punt lichtmeting)
( )
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
VGA
FINE
98
P
SAF
250 F2.8
Dradenkruis van de punt
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• Bij gebruik van punt lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u het AFbereikzoekerframe in te stellen op Midden-AF, om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting
(blz. 32).
NL
38
Voor informatie over de bediening t blz. 36
WB (Witbalans)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden
tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken.
(Eenmaal drukken
SET)
(Eenmaal drukken)
Onthoudt de standaardkleur wit die gebruikt zal worden in de
(Eenmaal drukken)-functie.
Het menu gebruiken
Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de
(Eenmaal drukken) functie. Nadat u
hebt ingesteld, gaat
u als volgt te werk.
1 Richt de lens op een wit onderwerp, zoals een vel papier
dat het hele scherm vult, onder dezelfde
belichtingsomstandigheden waaronder u het onderwerp
wilt opnemen.
2 Kies [
] (Eenmaal drukken SET) met v. Het scherm
wordt tijdelijk zwart en de
indicatie knippert snel.
Wanneer de witbalans is ingesteld en in het geheugen is
opgeslagen, wordt
(Eenmaal drukken) opnieuw
gekozen.
• Als de
indicatie langzaam knippert, is de witbalans nog
niet ingesteld of kan niet worden ingesteld. Gebruik de
automatische witbalans.
• Beweeg of stoot de camera niet terwijl de
indicatie knippert.
• Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op (altijd flitsen) of SL
(langzame synchro), wordt de witbalans aangepast aan de
omstandigheden met afgaande flitser.
WB (Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
n (Lamplicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal
of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
• Voor verdere informatie over [Witbalans] t blz. 12
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u
(Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de witbalansfunctie automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de
functies [
], [ WB ].
NL
39
Voor informatie over de bediening t blz. 36
ISO
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
400
200
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
100
64
Autom.
• Voor verdere informatie over de [ISO] lichtgevoeligheid t blz. 12
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie.
(Beeldkwaliteit)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 12
BRK (Bracket-stap)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u de waarde van de bracket-stap (blz. 34) kiezen.
±1.0EV
±0.7EV
±0.3EV
NL
40
• Deze instelling is niet mogelijk als de instelling van de
/BRK-toets anders is dan Exposure Bracket (blz. 34).
Voor informatie over de bediening t blz. 36
M
(Interval)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de Multi Burst-functie instellen (blz. 34).
1/7.5 (1/7.5")
1/15 (1/15")
• Deze instelling is niet mogelijk als de instelling van de
/BRK-toets anders is dan Multi Burst (blz. 34).
1/30 (1/30")
P
S
A
Het menu gebruiken
(Flitsniveau)
M
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
PFX (Beeldeffect)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Z-W (
)
Sepia (
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
)
Uit
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Geen effect.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
(Verzadiging)
P
S
A
M
De verzadiging van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
–(
)
Naar –: De kleuren worden donkerder.
NL
41
Voor informatie over de bediening t blz. 36
(Contrast)
P
S
A
M
Het contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
–(
)
(Scherpte)
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
P
S
A
M
De scherpte van het beeld regelen.
+(
)
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
(Setup)
Zie blz. 50.
NL
42
Naar –: Het beeld wordt waziger.
P
S
A
M
Menu voor weergeven
Voor informatie over de bediening t blz. 36
De standaardinstellingen worden aangegeven met
(Map)
P
S
A
.
M
Met deze instelling kunt u de map kiezen waarin het beeld is opgeslagen dat u wilt weergeven
(alleen bij gebruik van een "Memory Stick").
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
Het menu gebruiken
1 Kies de gewenste map met b/B op de regeltoets.
Map kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 9
Gemaakt:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de [Map]
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick" (blz. 58). U kunt
de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 58)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 59)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende indicaties afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
NL
43
Voor informatie over de bediening t blz. 36
- (Beveiligen)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (beveiligings-)indicatie wordt op het beeld afgebeeld.
-
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
- (groen)
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in map] in stap 4 en drukt u daarna op z. Kies
[Aan] met B en druk daarna op z.
NL
44
Voor informatie over de bediening t blz. 36
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 van "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicatie grijs te laten worden.
Het menu gebruiken
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in map] in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en druk op z. Kies
[Uit] met B en druk daarna op z.
• Merk op dat door het opnamemedium te formatteren alle data erop gewist zullen worden, zelfs als de
beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF
Met deze instelling kunt u een
afdrukken (blz. 83).
(Afdrukken)
P
S
A
M
(afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
P
S
A
M
P
S
A
M
Zie blz. 79.
(Dia)
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
NL
45
Voor informatie over de bediening t blz. 36
Beeld
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick" zijn
opgeslagen.
Herhalen
Aan
Continu herhaalde weergave van beelden.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
De diavoorstelling annuleren.
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regeltoets.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
• Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De [Interval] tijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
(Ander form.)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
5M
3M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
1M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
] (Ander form.) met b/B en druk daarna op z.
4 Kies het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
NL
46
Voor informatie over de bediening t blz. 36
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld verandert, zullen de bovenste en onderste zwarte gedeelten in het
beeld worden afgebeeld.
(Roteren)
P
S
A
M
Het menu gebruiken
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
4 Kies [
] (Roteren) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet
roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
(Opdelen)
P
S
A
M
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van het
interne geheugen of de "Memory Stick" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als
bijlage met uw e-mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
NL
47
Voor informatie over de bediening t blz. 36
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1 Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Wissen
Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
1
3
2
101_0006
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
] (Opdelen) met b/B op de regeltoets en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
NL
48
Voor informatie over de bediening t blz. 36
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
Het menu gebruiken
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 44)
(Setup)
P
S
A
M
P
S
A
M
Zie blz. 50.
Trimmen
Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (t stap 6 in "Lees dit eerst") als een
nieuw bestand.
Trimmen
Zie de onderstaande procedure.
Terug
Hiermee wordt het trimmen geannuleerd.
1 Druk tijdens de weergavezoom op MENU om het menu af te beelden.
2 Kies [Trimmen] met B op de regeltoets en druk daarna op z.
3 Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z.
Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het
oorspronkelijke beeld blijft behouden.
• De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren.
• U kunt niet trimmen naar beeldformaat 3:2.
• U kunt beelden die worden weergegeven met Quick Review niet trimmen.
NL
49
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
v/V/b/B-toets
Modusdraaiknop
z toets
MENU-toets
Regeltoets
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regeltoets en kies
(Setup).
4 Druk op v/V/b/B op de regeltoets en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen onderdeel verandert
in geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het
(Setup)-scherm uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op b van de regelknop, om terug te keren naar het menu van het Setupscherm.
De
(Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regeltoets. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
50
1
Camera 1
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
Het Setup-scherm gebruiken
• Er wordt mogelijk meer batterijlading verbruikt dan in de
functie [Enkelvoud.].
Continu (C AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden, en
deze scherpstelling stopt niet, zelfs na voltooien van de AFvergrendeling.
Met deze functie kunt u bewegende beelden opnemen waarop
voortdurend scherpgesteld is.
• Bij het opnemen van snel bewegende beelden kan de continue
scherpstelling op het onderwerp eventueel niet in stand
gehouden worden.
• AF-bereikzoekerframe is Midden AF (blz. 32).
• In de volgende gevallen wordt er, na voltooien van de
vergrendeling, niet scherpgesteld, en knippert de aanduiding
"C AF". De camera is ingesteld op de [Monitor]–functie.
– Bij opnemen in een donkere omgeving
– Bij opnemen met een lange sluitertijd
• Er is geen vergrendelingsignaal als er scherpgesteld is.
• Als de sluiterknop, bij gebruik van de zelfontspanner, helemaal
wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling vergrendeld.
• Er wordt mogelijk meer batterijlading verbruikt dan in een
andere AF-functie.
NL
51
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 12×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 12×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [5M] of [3:2].
• De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt
aangegeven in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitale-zoom)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 24×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit ( )
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie
Formaat
Maximale
zoomvergrotingsfactor
5M
—
3M
Ong. 15×
1M
Ong. 24×
VGA(E-Mail)
Ong. 48×
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicatie als volgt afgebeeld.
10
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicatie
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
,
of
indicatie knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
NL
52
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Datum/Tijd
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
• De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de
indicatie
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood in de rechterbenedenhoek van het
scherm afgebeeld.
Dag&Tijd
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Datum
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
• De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (t stap 2 "De klok instellen" in "Lees dit eerst")
Het Setup-scherm gebruiken
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
• U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burstfunctie.
• De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
Rode-ogeneff
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Aan (
)
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet
gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
NL
53
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicatie afgebeeld.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 2,9 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,6 m voor telefoto (zoom: T) aan te houden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Bij handmatige scherpstelling (blz. 33), werkt de functie [AF-verlicht.] niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
,
of
indicatie knippert en AF werkt met
voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie of wanneer de functie [Conversielens] niet is ingesteld op [Uit].
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
• Het flitslicht en de AF-verlichting kan belemmerd worden als de adapterring of een conversielens
bevestigd is.
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
• Terwijl u een beeld met Auto Review weergeeft, kunt u het volgende beeld niet opnemen. Als u gedurende
deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
NL
54
2
Camera 2
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
EX. scherpst.
Vergroot het midden van het scherm twee keer bij handmatige scherpstelling.
Aan
Vergroot tweemaal.
Uit
Geen vergroting.
Vergroot
Met deze instelling kunt u de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroten wanneer u op
(altijd flitsen),
(zelfontspanner) of
(macro) drukt.
Hiermee worden de indicaties vergroot.
Uit
Hiermee worden de indicaties niet vergroot.
Het Setup-scherm gebruiken
Aan
STEADY SHOT
Met deze instelling kunt u een steadshot-functie kiezen.
Opnemen
De steadshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop half
ingedrukt wordt.
Continu
De steadshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er ingezoomd is op een
ver verwijderd onderwerp.
• Er wordt meer batterijlading verbruikt dan in de functie
[Opnemen].
• Bij opnemen van bewegende beelden wordt [Continu] geactiveerd, zelfs als [Opnemen] ingesteld is.
• Als de modusdraaiknop niet ingesteld is op
, kan de steadshot-functie uitgeschakeld worden met
behulp van de
(steadyshot)-toets. (t stap 5 in "Lees dit eerst")
• De steadyshot-functie kan in de volgende gevallen niet naar behoren werken.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn
– Bij een te lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes
NL
55
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Conversielens
Deze functie maakt juiste scherpstelling mogelijk wanneer een conversielens is aangebracht.
Bevestig de bijgeleverde adapterring en bevestig daarna een conversielens.
Close-up (
Telefoto (
Groothoek (
Uit
)
Bij een bevestigde close-uplens.
)
Bij een bevestigde telefoto-conversielens.
)
Bij een bevestigde groothoek-conversielens.
Geen lens bevestigd.
• Bij gebruik van de flitser of de AF-verlichting, kan het flitslicht belemmerd worden, zodat een schaduw
van de lens optreedt.
• Het beschikbare bereik van de zoomvergroting is beperkt.
• Het beschikbare scherpstelbereik is beperkt.
• Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de conversielens.
NL
56
Intern geheugen-tool
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick" in de camera is geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formaat
Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren.
• Vergeet niet dat door te formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, inclusief de beveiligde
beelden, definitief gewist zullen worden.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt.
Het Setup-scherm gebruiken
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
NL
57
Memory Stick tool
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick" in de camera is geplaatst.
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Formaat
De "Memory Stick" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick" is reeds
geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick" definitief gewist, inclusief beveiligde
beelden.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Opnamemap maken
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick" om opgenomen beelden
in op te slaan.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
•
•
•
•
NL
58
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 43.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 72).
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Opnamemap wijz.
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
Opnamemap kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 0
Gemaakt:
2005 1 1 1::05:34AM
Het Setup-scherm gebruiken
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies de gewenste map met b/B, kies daarna [OK] met v en druk tenslotte op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren
naar een "Memory Stick".
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het kopiëren geannuleerd.
1 Plaats een "Memory Stick" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter.
2 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd Klaar?" verschijnt.
3 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het kopiëren begint.
• Gebruik volledig opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl er slechts weinig lading in de batterijen zit, kunnen de
batterijen leeg raken waardoor het kopiëren zal mislukken en zelfs de data verminkt kunnen raken.
• U kunt niet afzonderlijke beelden kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te wissen, haalt u na het kopiëren eerst de
"Memory Stick" eruit en voert u daarna [Formaat] uit van
Intern geheugen-tool (blz. 57).
• U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick".
• Als u gegevens kopieert, worden de
(afdruk-)markeringen gewist die op de beelden zijn aangebracht.
NL
59
1
Setup 1
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
LCD-verlicht
Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen
wanneer de camera door de batterijen van stroom wordt voorzien.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
• Als u [Helder] instelt, wordt meer batterijlading verbruikt.
Zoekerverl
Met deze instelling kunt u de helderheid van de zoeker kiezen.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
• Als u [Helder] instelt, wordt meer batterijlading verbruikt.
Pieptoon
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regeltoets/ sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
NL
60
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee annuleert u het terugstellen.
1 Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z.
De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Alle instellingen worden teruggesteld op de standaardinstellingen.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
61
2
Setup 2
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick"
wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick"
een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst
toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger
dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibel printer met behulp
van de USB-kabel.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibel printer (blz. 79).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap ingesteld in de camera,
gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP
en Mac OS X.)
Normaal
Hiermee wordt de camera aangesloten op een computer
(blz. 67).
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het aangesloten
apparaat.
NL
62
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Voor informatie over de bediening
t blz. 50
Klokinstel.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
OK
Kies [OK] met v op de regeltoets en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
63
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh-computer gebruiken" (blz. 76).
Voorbereiding
Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 66)
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
• Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen USBstuurprogramma te installeren.
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 74)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 74).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 74)
Een video-CD maken
NL
64
"ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd):
Microsoft Windows 98, Windows 98SE,
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of meer,
High Color (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 62.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
De camera met uw computer gebruiken
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
• Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
• U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R’s.
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luisprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor
installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart (ondersteuning
van Direct Draw) met 4 MB VRAM
• Om automatisch muziekvideo’s of
diavoorstellingen te maken (blz. 74), is een
Pentium III 500 MHz of snellere processor
vereist.
• Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III 800 MHz of snellere processor
aanbevolen.
NL
65
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
2 Plaats de CD-ROM in de computer
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
Haal de "Memory Stick" uit de camera en
plaats de "Memory Stick" in de "Memory
Stick"-gleuf van de computer. Kopieer
vervolgens de beelden.
• Als het installatiemenu niet wordt afgebeeld,
dubbelklikt u op
(My Computer) t
(PICTUREPACKAGE).
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
en klik, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, op [USB Driver].
3 Klik op [Next].
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden
66 t/m 71 om de beelden te kopiëren.
• Als voorbeeld worden hier de schermen
gebruikt voor het kopiëren van beelden op een
"Memory Stick" naar een computer.
Fase 1: Het USBstuurprogramma installeren
• Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
• Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
• Als "PicturePackage" al geïstalleerd is, kunt u
Fase 1 overslaan.
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
4 Vink het selectie vakje naast [Yes,
I want to restart my computer
now] (Ja, ik wil mijn computer
opnieuw opstarten) aan om deze
te selecteren en klik daarna op
[Finish].
1
1 Sluit alle softwareprogramma’s af
die geopend zijn.
2
• In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
NL
66
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
3 Zet de modusdraaiknop op
en
schakel daarna de camera en de
computer in.
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
1 Plaats een "Memory Stick" met
daarop opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
nikkel-metaalhydridebatterijen
in de camera, of sluit de camera
met behulp van de
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
2
1
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
De camera met uw computer gebruiken
2 Plaats de voldoende opgeladen
Naar de
(USB)-aansluiting
USB-kabel
Naar de USBaansluiting
1
2
• Als u de beelden naar de computer kopieert
terwijl de camera van stroom wordt
voorzien door middel van de batterijen, kan
het kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de
batterijen tussentijds leegraken.
• Als op de computer Windows XP draait,
wordt de wizard AutoPlay automatisch
afgebeeld.
NL
67
"USB-functie Normaal" wordt afgebeeld op
het scherm van de camera.
Toegangsindicaties*
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties
rood. Gebruik de computer niet totdat de
aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Normaal" niet wordt
afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Normaal]
(blz. 62).
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase
4-B: Beelden naar een computer kopiëren" op
bladzijde 69.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch op
het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy pictures
to a folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] (Beelden kopiëren naar
een map op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners en
camera’s) t [OK].
1
2
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick" in
de camera zijn opgeslagen worden op
het computerscherm weergegeven.
• Als geen "Memory Stick" is geplaatst,
worden de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen weergegeven.
NL
68
3 Klik op het selectievakje van nietgewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn geselecteerd en dus
niet worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
5 Vink het selectie vakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) aan om deze te
selecteren en klik daarna op
[Next].
1
1
2
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
2
De camera met uw computer gebruiken
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
1
• Om verder te gaan met het kopiëren van
andere beelden, koppelt u de USB-kabel los
(blz. 71) en sluit u deze weer aan. Volg
daarna opnieuw de procedure beschreven in
"Fase 3: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op blz. 67.
2
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 68.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
NL
69
1 Dubbelklik op [My Computer]
t
[Removable Disk] t [DCIM].
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
1
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 93.
2
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
1
2
• Voor verdere informatie over de
opslagbestemming van de beeldbestanden,
zie blz. 72
NL
70
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap van de
kopieerbediening al een beeld met dezelfde
bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert, u dat beeld mogelijk niet meer
kan weergeven met de camera (blz. 73).
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
De USB-verbinding vanaf de
computer wissen
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
Volg de onderstaande procedure voor:
1 Klik op [Start] t [My Documents].
2
• Loskoppelen van de USB-kabel
• Eruit halen van een "Memory Stick"
• Plaatsen van een "Memory Stick" plaatsen na
het kopiëren van de beelden die in het interne
geheugen zijn opgeslagen
• Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
De camera met uw computer gebruiken
Dubbelklik hier
1
2 Klik op
De inhoud van de map "My Documents"
wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
(Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
5 Koppel de USB-kabel los en haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de camera
uit. Als u beelden vanaf een "Memory
Stick" wilt kopiëren, nadat u de beelden
die in het interne geheugen van de camera
zijn opgeslagen naar een computer hebt
gekopieerd, plaatst u eerst de "Memory
Stick".
x Voor Windows 98/98SE
1 Controleer of de toegangsindicaties op het
computerscherm (blz. 68) wit zijn.
Het beeld wordt weergegeven.
2 Koppel de USB-kabel los en haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de camera
uit. Als u beelden vanaf een "Memory
Stick" wilt kopiëren, nadat u de beelden
die in het interne geheugen van de camera
zijn opgeslagen naar een computer hebt
gekopieerd, plaatst u eerst de "Memory
Stick".
NL
71
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick".
Voorbeeld: Mappen afbeelden onder
Windows XP
A
B
C
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als u geen mappen hebt aangemaakt,
bestaat alleen de map "101MSDCF".
In het geval van het interne geheugen
bestaat alleen de map "101_SONY".
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF" of de map "MSSONY". De
beelden in deze map zijn alleen beschikbaar
voor weergave.
• Voor verdere informatie over mappen, zie
blz. 43, 58.
NL
72
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven
op de camera (met behulp van een "Memory Stick")
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
map op de "Memory Stick"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
De camera met uw computer gebruiken
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 58) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
1
2
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u in
stap 1 een ander nummer invoeren.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
NL
73
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Overzicht van de bijgeleverde
software
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma’s: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
A
B
C
D
De software installeren
U kunt de softwareprogramma’s
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 66), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
• In Windows 2000/XP logt u in als beheerder.
• Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Hiermee kunt u:
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
A Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op
(My Computer) t
(PICTUREPACKAGE)
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
D Viewing video and pictures on PC
(Stilstaande en bewegende beelden op een
PC bekijken)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-D en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
NL
74
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectie vakje naast [I accept the terms
of the license agreement] (Ik accepteer
de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) aan en klikt u
daarna op [Next].
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
• "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
• Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 Haal de CD-ROM eruit aangezien
De camera met uw computer gebruiken
de snelkoppelingen van
"PicturePackage Menu"
(PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackagebestemmingsmap) na het
installeren worden afgebeeld.
De software opstarten
• Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackagemenu) op het bureaublad.
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie raadpleegt u de
informatie die op de CD-ROM wordt
geleverd.
NL
75
Uw Macintosh-computer gebruiken
U kunt de beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren en een video-CD maken
met behulp van "ImageMixer
VCD2" (bijgeleverd).
Aanbevolen-omgeving
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1 of 9.2,
of Mac OS X (v10.0 t/m v10.3)
USB-poort: Standaard geleverd
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "ImageMixer VCD2"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power
Mac G3/G4-serie
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer
• QuickTime 4 of hoger moet vooraf zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 of hoger wordt
aanbevolen.)
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBstation dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
NL
76
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 62.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-modus is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 67.
2 Sluit de USB-kabel aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
blz. 67.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt weergeven
zijn opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 72.
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
De USB-kabel loskoppelen/ De
"Memory Stick" eruit halen/ De
camera uitschakelen
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
• Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
De camera met uw computer gebruiken
Sleep het pictogram van de schijf of de
"Memory Stick" naar het pictogram "Trash"
en zet deze erop neer, en koppel daarna de
USB-kabel los, haal de "Memory Stick"
eruit of schakel de camera uit.
"ImageMixer VCD2" installeren
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [Image Mixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
• U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd
door het Pixela User Support Center.
Voor verdere informatie raadpleegt u
de informatie die op de CD-ROM
wordt geleverd.
NL
77
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 79)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 83)
U kunt een "Memory Stick" met daarop de beelden die u met uw
camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukservice
winkel. U kunt van tevoren een
(afdruk-)markering
aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken.
NL
78
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridgecompatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor om deze met behulp
van een USB-kabel aan te sluiten op de
printer.
MENU-toets
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
Indextoets
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
Regeltoets
• Wij adviseren u volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of een
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening tijdens het afdrukken
wegvalt.
In de indexfunctie
1
2
1 Druk op MENU om het menu af te
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
beelden.
2 Druk op B op de regeltoets en
kies
3 Kies [
(Setup).
] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met v/V/B.
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de
indicatie gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
2
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
De USB-functie is nu ingesteld.
NL
79
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de
(USB) aansluiting van
de camera met behulp van de
bijgeleverde USB-kabel aan op de
USB-aansluiting van de printer.
Naar de
(USB)-aansluiting
Fase 3: Afdrukken
Nadat Fase 2 voltooid is, wordt, ongeacht
de stand van de modusdraaiknop, het
afdrukmenu afgebeeld.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regeltoets en druk
daarna op z.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
USB-kabel
Naar de USBaansluiting
2 Schakel de camera en de printer
in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
indicatie afgebeeld
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 83),
ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het
afdrukmenu op het scherm worden
afgebeeld.
NL
80
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel niet los terwijl de
indicatie (USB-kabel niet
loskoppelen) op het scherm wordt
afgebeeld.
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te
drukken.
indicatie
Bezig met afdrukken
2/3
Sluiten
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te
projecteren.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken.
Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1,
kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat
u naast en onder elkaar op hetzelfde
afdrukvel als een indexbeeld wilt
afdrukken.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het
aantal beelden, niet alle beelden op één blad
passen.
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm
afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit
eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
Andere beelden afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 79) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 80) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het
afdrukmenu te verlaten en ga daarna als
volgt verder.
1 Druk op
(Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
4 Kies de gewenste afdrukmethode met
b/B, en druk daarna op z.
NL
81
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met
v/V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u
meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt
u deze procedure.) Druk daarna op
MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)
markering af, ongeacht welk beeld wordt
weergegeven.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 80).
NL
82
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick" met daarop de
beelden die u met uw camera hebt
opgenomen, meenemen naar een
fotoafdrukservice winkel. Als de winkel
een fotoafdrukservice heeft die
gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een
(afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
• U kunt de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de
camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer
de beelden eerst naar een "Memory Stick" en
neem de "Memory Stick" daarna mee naar de
afdrukwinkel.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u in staat bent een
(afdruk-)markering aan te brengen op
beelden die u later wilt afdrukken.
Regeltoets
MENU-toets
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
Stilstaande beelden afdrukken
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)
markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de Multi Burst-functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
Een
(afdruk-)markering wordt
afgebeeld op het beeld.
Als u een "Memory Stick" meeneemt
naar een winkel
• Vraag aan de fotoafdrukservice winkel welke
typen "Memory Stick" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick" niet door uw
fotoafdrukservice winkel kan worden verwerkt,
kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar
een ander medium, zoals een CD-R en neemt u
die mee naar de winkel.
• Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt,
vergeet u niet ook de Memory Stick Duoadapter mee te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
NL
83
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer.
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De indicatie
wordt wit.
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen
[Alle in map].
markering aanbrengen in
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene
markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
Groene
markering
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
NL
84
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in map] in stap 4 en druk daarna
op z. Kies [Uit] en druk daarna op z.
Uw camera op een TV aansluiten
Beelden bekijken op een TV-scherm
U kunt de beelden weergeven op een TVscherm door de camera aan te sluiten op een
TV.
3 Zet de modusdraaiknop op
en
schakel de camera in.
Schakel zowel de camera als de TV uit
voordat u deze op elkaar aansluit met
behulp van de A/V-kabel.
Modusdraaiknop
VGA
2/9
101-0002
2005 1 1 10:30PM
1 Sluit de A/V-kabel (bijgeleverd)
aan op de A/V OUT (MONO)aansluiting van de camera en de
audio/video-ingangsaansluitingen
van de TV.
Regeltoets
Naar de audio/videoingangsaansluitingen
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het TV-scherm
afgebeeld.
Druk op b/B op de regeltoets om het
gewenste beeld te kiezen.
A/V-kabel
Uw camera op een TV aansluiten
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
TV-systeem (blz. 62).
Naar de A/V OUT
(MONO)-aansluiting
• Als de TV is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de A/V-kabel aan op de linkeraudioingangsaansluiting van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de TV/
video-ingang in op "video".
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de TV.
NL
85
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt
weergeven, hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluiting en de A/V-kabel
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
NL
86
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 88 t/m 97.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het LCD-scherm wordt afgebeeld, zie
blz. 98.
2 Haal de batterijen eruit, plaats deze na ongeveer een minuut terug en
schakel de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 61).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren geeft u automatisch toestemming om de
beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren.
Problemen oplossen
NL
87
Batterijen en stroomvoorziening
De batterij-restladingsindicatie is onjuist, of voldoende resterende
batterijlading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 103).
• De batterijen zijn leeg. Plaats opgeladen batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De polen van de batterijen of de aansluitpunten in het batterijvak zijn vuil zodat de batterijen
niet voldoende worden opgeladen. Maak de polen of de aansluitpunten schoon met een
wattenstaafje of soortgelijk voorwerpen (blz. 103).
• De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur als gevolg van het
geheugeneffect (blz. 103), enz. Verbruik de batterijlading volledig en laad daarna de batterijen
volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is.
• De batterijen zijn leeg (blz. 103). Vervang ze door nieuwe.
De batterijen lopen te snel leeg.
• Laad de batterijen op (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 103).
• De batterijen zijn leeg (blz. 103). Vervang ze door nieuwe.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de batterijen op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De batterijen zijn leeg. Plaats opgeladen batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De batterijen zijn leeg (blz. 103). Vervang ze door nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeglopen. Schakel de
weer camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• De batterijen zijn leeg. Plaats opgeladen batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Het LCD-scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De zoeker is ingeschakeld. Schakel het LCD-scherm in met behulp van de FINDER/LCD-
toets (t stap 5 in "Lees dit eerst").
Het beeld in de zoeker is onscherp.
• Verplaats de zoeker-instelhendel totdat het beeld in de zoeker scherp is (t stap 5 in "Lees dit
eerst").
NL
88
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick"
(blz. 19). Als deze vol is, doet u het volgende:
– Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst")
– Plaats een andere "Memory Stick".
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 101).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusdraaiknop op een andere functie dan
of
bij het opnemen van stilstaande
beelden.
• Zet de modusdraaiknop op
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 23).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de modusdraaiknop op een andere functie dan
(blz. 27).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 29). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
Problemen oplossen
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/90 cm voor telefoto (T) (t stap 5 in
"Lees dit eerst").
•
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het
opnemen van stilstaande beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• De handmatige scherpstelling is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie met
behulp van de FOCUS-toets (blz. 32).
• Controleer of de instelwaarde van [Conversielens] juist is (blz. 56).
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 52).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
NL
89
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 52).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2].
– U in de Multi Burst-functie opneemt.
– U bewegende beelden opneemt.
De flitser werkt niet.
• De flitsfunctie is ingesteld op
(niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flits niet gebruiken wanneer:
– De opnamefunctie is ingesteld op Burst, Multi Burst of Exposure Bracket (blz. 34).
–
(schemerfunctie) of (kaarslichtfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie, of
(bewegende beelden) is gekozen (t stap 5 in "Lees dit eerst").
(altijd flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") om stilstaande
beelden op te nemen wanneer
(landschapsfunctie),
(korte-sluitertijdfunctie) of
(strandfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie.
• Stel de flitsfunctie in op
De close-up (Macro)-opnamefunctie werkt niet.
•
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) of
scènekeuzefunctie (blz. 28).
(kaarslichtfunctie) is gekozen in de
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 31).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 38) of
stel de belichting in (blz. 31).
• Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm of van de zoeker
(blz. 60).
Het beeld is te licht.
• U neemt een verlicht onderwerp in een donkere omgeving op, zoals op een podium. Regel de
belichting (blz. 31).
• Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm of van de zoeker (blz. 60).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de speciale effecten (blz. 41).
NL
90
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff] in op [Aan] (blz. 53).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in
"Lees dit eerst").
• De batterijen zijn zwak. Plaats opgeladen batterijen.
Beelden bekijken
Raadpleeg "Computers" (blz. 92) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
Problemen oplossen
• Zet de modusdraaiknop op
(blz. 27).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 73).
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding vanaf de computer (blz. 71).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld
overeenkomstig het kleursysteem van de TV (blz. 62).
• Controleer of de aansluiting juist is (blz. 85).
• De USB-kabel is aangesloten. Koppel deze los volgens de juiste procedure (blz. 71).
NL
91
Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven.
• Als de A/V-kabel is aangesloten, koppelt u deze los (blz. 85).
Beelden wissen/bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 45).
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 101).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de beveiliging van een beeld in te stellen (blz. 44),
of de schrijfbeveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten
(blz. 101).
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (Afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 45).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Controleer voor een Windows-computer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 65) en voor
een Macintosh-computer "Aanbevolen-omgeving" (blz. 76).
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 66).
NL
92
Uw computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Als de batterijlading laag is, plaatst u opgeladen batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst"), of
gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 15).
• Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 67).
• Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze daarna weer
stevig aan. Controleer of "USB-functie Normaal" wordt afgebeeld (blz. 67).
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 62).
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 65).
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 66).
• Uw computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel vóórdat u de "USB Driver" (USB-stuurprogramma)
hebt geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. Wis het foutief herkende apparaat van de
computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram van de externe schijf wordt niet op de computermonitor
afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
Problemen oplossen
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 66).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de bijgeleverde USB-kabel op de juiste wijze aan op de
computer (blz. 67).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (blz. 68 en 76).
• Het kan onmogelijk zijn een "Memory Stick" te gebruiken die op een computer is
geformatteerd. Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd is door uw
camera (blz. 58).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
• Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 67).
NL
93
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de
"Memory Stick". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef
daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 66).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(blz. 72).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 73).
"Memory Stick"
De "Memory Stick" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick" kan niet worden opgenomen.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 101).
• De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 23) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het
beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 101).
U hebt een "Memory Stick" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 101).
NL
94
Intern geheugen
De camera of uw computer kan de beeldgegevens, die in het interne geheugen
zijn opgeslagen, niet weergeven.
• Er zit een "Memory Stick" in de camera. Haal deze eruit (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Kan de beelden niet opnemen in het interne geheugen.
• Er zit een "Memory Stick" in de camera. Haal deze eruit (t stap 3 in "Lees dit eerst").
De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe
wanneer de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar
een "Memory Stick" worden gekopieerd.
• De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Voer [Formaat] uit (blz. 57) om het
interne geheugen te formatteren nadat de beeldgegevens zijn gekopieerd.
Kan de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet
kopiëren "Memory Stick".
• De "Memory Stick" is vol. Controleer de resterende opslagcapaciteit.
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick" of de computer niet kopiëren naar
het interne geheugen.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
PictBridge-compatibel printer
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
Problemen oplossen
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 62).
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op
de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
NL
95
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera en de printer op de juiste wijze met behulp van de USB-kabel zijn
aangesloten.
• Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u bijgeleverd kreeg,
raadplegen.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt
afdrukken, koppelt u de USB-kabel los, schakelt u de printer uit en daarna weer in, en sluit u
vervolgens de USB-kabel weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de indicatie
(USB-kabel niet loskoppelen)
uitging.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 81).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is
veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 81) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
NL
96
Overige
De camera werkt niet.
• Gebruik het type batterijen dat voor deze camera geschikt is (blz. 103).
• De batterijen zijn bijna leeg (De E indicatie wordt afgebeeld). Laad de batterijen op
(t stap 1 in "Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Haal de batterijen eruit, plaats deze
na ongeveer een minuut terug, en schakel de camera in.
Ik ken de betekenis van een indicatie op het scherm niet.
• Zie blz. 18.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 105).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De batterijen zijn leeg. Vervang deze door opgeladen batterijen (t stap 1 in "Lees dit eerst")
of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Problemen oplossen
NL
97
Foutcodes en meldingen
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13:ss
Meldingen
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
De lensdop zit er nog op
• Verwijder de lensdop.
Schakel uit en weer in
• Door een probleem met de lens is een
storing opgetreden.
E
• De batterijen zijn zwak. Laad de
batterijen op (t stap 1 in "Lees dit
eerst"). Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
batterijen, kan de indicatie knipperen
ondanks dat nog 5 of 10 minuten
gebruiksduur van de batterijen resteert.
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory
Stick". Plaats de "Memory Stick"
meerdere keren opnieuw.
• Er is een formatteerfout in het interne
geheugen opgetreden of er is een
ongeformatteerde "Memory Stick"
geplaatst. Formatteer het medium
(blz. 57, 58).
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in deze camera worden gebruikt, of de
gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick" (blz. 101).
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Fout van Memory Stick
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
E:92:ss
wijze.
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt
(blz. 101).
• De "Memory Stick" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick" zijn vuil.
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Stel alle instellingen terug op
de standaardinstellingen van de camera
(blz. 61) en schakel deze daarna weer
in.
NL
98
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt
(blz. 101).
Formatteringsfout
• Formatteer het medium opnieuw
(blz. 57 en 58).
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 59).
Memory Stick vergrendeld
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van
de "Memory Stick" in de stand voor
opnemen (blz. 101).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Wis overbodige beelden en bestanden
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick".
Bestandsfout
• Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 45).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
Geen bestand
• Er zijn geen beelden opgenomen in het
genoeg om te knippen (korter dan
ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
interne geheugen.
Ongeldige bediening
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
Mapfout
• Op de "Memory Stick" staat al een map
met dezelfde drie eerste cijfers
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Kies een andere map of
maak een nieuwe map aan (blz. 58).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick" staat een map
waarvan de naam begint met "999". U
kunt in dat geval geen mappen meer
aanmaken.
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
Problemen oplossen
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 73).
• U probeert een bestand weer te geven
(Trillingswaarschuwingindicatie)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera stabiel te houden.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick
PRO". Plaats een "Memory Stick PRO"
of stel het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
NL
99
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een
foutmelding op de printer, moet u de
handleiding van de printer raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder één DPOF (Afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in map] uit te voeren
terwijl een map was gekozen waarin
uitsluitend bewegende beelden zitten. U
kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
NL
100
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de USB-kabel
niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de
printer, enige tijd duren.
Overige
Over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
"Memory Stick" -type
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat.
Aansluiting
Opnemen/
weergeven
Memory Stick
a
Memory Stick (MagicGate/
gegevensoverdracht op hoge
snelheid)
a*2*3
Memory Stick Duo*1
a
a
MagicGate Memory Stick
a*2
MagicGate Memory Stick Duo *1
a*2
Memory Stick PRO
a*2*3*4
Duo*1
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Plaats van het etiket
Memory Stick Duo
(MagicGate/
Gegevensoverdracht op hoge
snelheid)*1
Memory Stick PRO
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick" (niet bijgeleverd)
*2*3
a*2*3*4
*1Wanneer
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick" die op een computer is geformatteerd niet
garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– De "Memory Stick" uit de camera halen of de
camera uitschakelen tijdens het lezen of
schrijven van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats.
• Bevestig het bijgeleverde etiket uitsluitend op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
• Sla, verbuig of laat de "Memory Stick" niet
vallen.
• Demonteer of transformeer de "Memory Stick"
niet.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
Overige
u een "Memory Stick Duo" in deze
camera wilt gebruiken, moet u deze eerst in een
Memory Stick Duo-adapter steken.
*2"MagicGate Memory Stick" en "Memory Stick
PRO" zijn uitgerust met MagicGate-functies.
MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
*3
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*4
Bewegende beelden kunnen worden opgenomen
op beeldformaat 640(Fijn).
De stand en/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick" die u gebruikt.
NL
101
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet op
de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera
wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo"
eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken.
Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt
zonder gebruik te maken van een Memory Stick
Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze
vervolgens weer uit het apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er dan
goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken met
deze camera gebruikt, let u er dan goed op dat
de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist
gebruik de camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
• Als u een "Memory Stick Duo" wilt
formatteren, steekt u eerst de "Memory Stick
Duo" in de Memory Stick Duo-adapter.
• Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met een
schrijfbeveiligingsschakelaar, zorgt u ervoor dat
deze niet in de stand lock staat.
Opmerking over het gebruik van een
"Memory Stick PRO" (niet bijgeleverd)
• Typen "Memory Stick PRO" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
NL
102
Over de batterijlader en de batterijen
De batterijlader
• De batterijlader die bij de camera werd geleverd
mag uitsluitend gebruikt worden om nikkelmetaalhydridebatterijen van Sony op te laden.
Als u probeert enig ander type dan het
opgegeven type batterijen op te laden (bijv.
mangaanbatterijen, alkalinebatterijen, primaire
lithiumbatterijen of nikkel-cadmiumbatterijen),
kunnen deze batterijen gaan lekken, oververhit
raken of exploderen, waardoor het gevaar van
brandwonden en ander letsel bestaat.
• Haal de opgeladen batterijen uit de batterijlader.
Als u ze blijft opladen, bestaat het gevaar van
lekkage, oververhitting, explosie en elektrische
schokken.
• Als u een batterij met een hoog vermogen,
anders dan de bijgeleverde batterijen, oplaadt
met behulp van de bijgeleverde batterijlader, is
het mogelijk dat deze batterij niet helemaal
wordt opgeladen.
• Het CHARGE laadlampje knippert om aan te
geven dat een batterijfout is opgetreden of dat
batterijen van een ander type of het opgegeven
type zijn geplaatst. Controleer of de geplaatste
batterijen van het opgegeven type zijn. Als de
batterijen van het opgegeven type zijn, haalt u
alle batterijen eruit, vervangt u deze door
nieuwe of andere, en controleert u of de
batterijlader nu wel goed werkt. Als de
batterijlader nu wel goed werkt, kan een
batterijfout zijn opgetreden.
• Als de batterijlader vuil is, is het mogelijk dat de
batterijen niet goed worden opgeladen. Maak de
batterijlader schoon met een droge doek, enz.
Batterijen die in de camera kunnen
worden gebruikt
ZR6 (AA-formaat) Oxy Nickel Primary Battery
(2) (niet bijgeleverd)
Alkalinebatterijen
Mangaanbatterijen
Lithiumbatterijen
Nikkel-cadmiumbatterijen
Als u bovenvermeld type batterijen gebruikt, kan
vanwege de eigenschappen van deze batterijen,
zoals een spanningsdip van de batterijen, de
volledige functionaliteit van de camera niet
worden gegarandeerd.
Nikkel-metaalhydridebatterijen
• Trek de buitenbekleding niet los en beschadig
de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen
waarvan de buitenbekleding gedeeltelijk of
geheel is verwijderd, of batterijen die op een of
andere manier zijn gescheurd. Dergelijke
batterijen kunnen lekken, exploderen of
oververhit raken, waardoor brandwonden en
ander persoonlijk letsel kunnen ontstaan.
Dergelijke batterijen kunnen ook de batterijlader
beschadigen.
• Draag de nikkel-metaalhydridebatterijen altijd
in de bijgeleverde batterijhouder. Als u dit niet
doet, kunnen metalen voorwerpen de + en –
polen kortsluiten, waardoor het gevaar van
verhitting en brand bestaat.
• Als de polen van de nikkelmetaalhydridebatterijen vuil zijn, is het
mogelijk dat de batterijen niet goed worden
opgeladen. Veeg ze schoon met een droge doek,
enz.
• Ten tijde van de aankoop of wanneer de nikkelmetaalhydridebatterijen gedurende een lange
tijd niet gebruikt zijn, kunnen ze niet volledig
worden opgeladen. Dit is een eigenschap van dit
type batterijen en geen defect. Als dit gebeurt,
moet u meerdere keren de lading volledig
opgebruiken en de batterijen opnieuw opladen
om het probleem te verhelpen.
• Als u de nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt
voordat de bestaande lading volledig is
opgebruikt, kan de waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterijen eerder dan verwacht worden
afgebeeld. Dit wordt het "geheugeneffect"*
genoemd. Als dit probleem zich voordoet, kan
het worden opgelost door de batterijen alleen op
te laden nadat de bestaande lading is opgebruikt.
* Het "geheugeneffect" is de situatie waarin de
maximale lading van een batterij tijdelijk
lager is.
Overige
Nikkel-metaalhydridebatterijen (AA-formaat) HR
15/51:HR6 (2)
• NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
• Dubbelpak NH-AA-2DB (niet bijgeleverd), enz.
Batterijen die niet in de camera
kunnen worden gebruikt
NL
103
• Als u de lading van de batterijen volledig wilt
opgebruiken, zet u de camera in de
diavoorstelling-weergavefunctie (blz. 45) en laat
u deze hierin staan totdat de lading in de
batterijen volledig is opgebruikt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen
tegelijkertijd.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet waterbestendig.
De nikkel-metaalhydridebatterijen
effectief gebruiken
• Ook als de batterijen niet worden gebruikt lopen
ze langzaam leeg. Wij adviseren u de batterijen
op te laden vlak voordat u ze gaat gebruiken.
• De prestaties van de batterijen gaan achteruit als
deze in een koude omgeving worden gebruikt,
en onder dergelijke omstandigheden is de
levensduur van de batterijen korter. Om de
batterijen langer te kunnen gebruiken, adviseren
wij u de batterijen in de batterijhouder op een
plaats dicht tegen uw lichaam aan te bewaren
om ze warm zo te houden, en deze pas in de
camera te plaatsen vlak voordat u met het
opnemen begint.
• Als de polen van de batterij en de aansluitpunten
in het batterijvak van de camera vuil zijn, kan de
levensduur van de batterijen sterk worden
verkort. Veeg de polen en aansluitpunten
regelmatig met een droge doek, enz., af om deze
schoon te houden.
• Als u veelvuldig opneemt met gebruikmaking
van de flitser en de zoom, wordt de
batterijlading sneller opgebruikt.
• Wij adviseren u reservebatterijen bij de hand te
houden met een totale opnametijd van twee of
drie keer zo lang als u denkt op te nemen, en
eerst een proefopname te maken voordat u
werkelijk opneemt met de camera.
NL
104
De levensduur van de nikkelmetaalhydridebatterijen
• De levensduur van de batterijen is beperkt. De
capaciteit van de batterijen neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de batterijen
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijk oorzaak dat het einde van
de levensduur van de batterijen is bereikt.
• De levensduur van de batterijen wordt mede
bepaald door de omstandigheden en omgeving
tijdens zowel de bewaring als het gebruik, en zal
dus voor iedere batterij anders zijn.
Over Oxy Nickel Primary Battery
• Oxy Nickel Primary Battery hebben een kortere
levensduur in vergelijking met de bijgeleverde
nikkel-metaalhydridebatterijen. Daarom kan de
stroomvoorziening wegvallen ondanks dat de
batterij-restladingsindicatie aangeeft dat de
batterijen nog voldoende lading hebben.
• De prestaties van de batterijen verschilt sterk
afhankelijk van de fabrikant en het type van de
batterijen, waardoor in sommige gevallen de
levensduur van de batterijen bijzonder kort kan
zijn. Dit is met name het geval bij lage
omgevingstemperaturen en het kan onmogelijk
zijn op te nemen bij temperaturen lager dan 5°C.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen
tegelijkertijd.
• Bij gebruik van de Oxy Nickel Primary Battery
wordt door de batterij-restladingsindicatie niet
de juiste informatie weergegeven.
• Als gevolg van de eigenschappen van Oxy
Nickel Primary Battery is er een groot verschil
tussen de beschikbare opnameduur en de
beschikbare weergaveduur. Daarom kan de
camera worden uitgeschakeld terwijl de lens is
uitgeschoven wanneer u de modusdraaiknop
draait. Vervang in dat geval de batterijen door
nieuwe of volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen.
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
Het camerahuis kan verkleuren of vervormen,
waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCDreinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. (In het geval van
de Oxy Nickel Primary Battery liggen de
temperaturen tussen 5°C en 40°C.) Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
Overige
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerahuis kunnen
beschadigen.
• Chemische producten, zoals verdunner, benzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, insecticiden, enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
NL
105
x Interne oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze interne batterij wordt tijdens het gebruik van
de camera voortdurend opgeladen. Indien u de
camera echter alleen voor korte perioden gebruikt,
raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dat geval
moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u
de camera gaat gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Plaats opgeladen batterijen in de camera of sluit
de camera met behulp van de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) aan op een stopcontact en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
NL
106
Technische gegevens
Camera
[LCD-scherm]
LCD-scherm
[Systeem]
Beeldsysteem
7,19 mm (1/2,5 type) kleurenCCD, primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 5 090 000 pixels
Lens
12× zoomlens
f = 6,0 – 72,0 mm
(36 – 432 mm omgerekend naar
een 35 mm fotocamera)
F2,8 – 3,7
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Sluitertijdvoorkeur,
Diafragmavoorkeur,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (7 functies)
Witbalans
Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Lamplicht, Flitser, Eenmaal
drukken
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif
Versie 2.2
Voldoet aan de JPEG-norm,
compatibel met DPOF
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Totaal aantal beeldpunten
115 200 (480×240)
beeldpunten
[Zoeker]
LCD-scherm
Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto): 0,3 m tot
6,8 m (W)/0,9 m tot 5,2m (T)
Zoeker
Electronische zoeker (kleur)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
[Stroomvoorziening, algemeen]
Vermogen
HR 15/51: HR6 (AA-formaat)
nikkel-metaalhydridebatterijen
(2), 2,4 V
ZR6 (AA-formaat) Oxy Nickel
Primary Battery (2, niet
bijgeleverd), 3 V
Netspanningsadapter AC-LS5K
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik
(tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm)
1,8 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
108×81,4×91,2 mm
(B/H/D, excl. uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 590,8 g (inclusief twee
batterijen, schouderriem,
adapterring, lenskap, lensdop,
enz.)
Microfoon
Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print
Compatibel
Overige
A/V OUT (MONO)-aansluiting (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 Ω,
asymmetrisch, negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een
belasting van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
0,75 cm (0,3 type)
TFT-aansturing
Totaal aantal beeldpunten
115 200 (480×240)
beeldpunten
Opnamemedium Intern geheugen 32 MB
"Memory Stick"
Flitser
6,2 cm (2,5 type)
TFT-aansturing
PRINT Image Matching III
Compatibel
PictBridge
Compatibel
USB-aansluiting mini-B
USB-verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
NL
107
Batterijlader voor nikkelmetaalhydridebatterijen, BC-CS2A/CS2B
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom van
50/60 Hz, 3 W
Uitgangsspanning
AA: DC 1,4V 400 mA × 2
AAA: DC 1,4 V 160 mA × 2
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Ong. 71×30×91 mm
(W/H/D)
Gewicht
Ong. 90 g
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
108
Index
Index
A
B
C
A/V-kabel..............................85
B&W .................................... 41
C AF .....................................51
Aansluiten
Batterij
Camera 1...............................51
Computer .......................67
Printer ............................80
TV..................................85
Aantal beelden/
opnameduur ...................23
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Adapterring ...........................16
AE/AF-indicatie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe ..........32
Afdrukken .............................78
Enkelbeeldfunctie..........79
Indexfunctie...................79
Afdrukmarkering ..................83
AF-functie.............................51
AF-verlichting.......................54
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Auto Review .........................54
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Automatische
scherpstelling.............9, 32
Automatische uitschakelfunctie
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Batterijrestladingsindicatie
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Camera 2...............................55
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Computer
CD-ROM ..............................66
Compressieverhouding .........13
Aanbevolenomgeving.................65, 76
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera ...........................73
Batterijen opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Beelden kopiëren...........66
Macintosh ......................76
Beeldbestandgeheugenlocaties........... 72
Software ........................74
Beeldbestandgeheugenlocaties en
bestandsnamen .............. 72
Continu .................................51
Beeldeffect ........................... 41
Conversielens........................56
Beelden afdrukken in een
winkel............................ 83
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 66
Beeldformaat ........................ 12
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit ................ 12, 40
Beeldvergoting bij
scherpstelling ................ 55
Belichting ............................. 10
Bestandsnaam....................... 72
Bestandsnummer .................. 62
Windows........................64
Contrast.................................42
D
Dag&Tijd..............................53
Daglicht ................................39
Datum ...................................53
Datum/Tijd............................53
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Bewolkt ................................ 39
Dia ........................................45
BRK ..................................... 34
Diafragma .............................10
Burst ..................................... 34
Digitale zoom .......................52
Index
Beveiliging ........................... 44
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Besturingssysteem.......... 65, 76
DirectX .................................65
DPOF ....................................83
Dradenkruis van de spot
lichtmeting.....................38
NL
109
E
I
LCD-scherm ........zie "Scherm"
Een beeld vergroten
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
ImageMixer VCD2 .............. 77
Lenskap ................................ 16
Indexfunctie ......................... 79
Lichtmeetfunctie................... 38
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................38
Eenmaal drukken ..................39
Eenmaal drukken SET..........39
Effectief aantal pixels .........107
Elektronische transformator
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Indicatie van AFbereikzoekerframe ........ 32
Indicatie .............. zie "Scherm"
M
Initialiseren .......................... 61
M AF ....................................51
Enkelbeeldfunctie .................79
Installeren................. 66, 74, 77
Macintosh-computer.............76
Enkelvoudig..........................51
Intern geheugen.................... 24
Exposure Bracket..................34
Formatteren................... 57
Aanbevolenomgeving....................... 76
Extensie ................................73
Intern geheugen-tool ............ 57
F
Interne oplaadbare
batterij......................... 106
F-getal...................................11
Interval ................................. 41
Fijn........................................40
ISO ........................... 10, 12, 40
Flexibel Punt AF...................32
Map....................................... 43
Aanmaken ..................... 58
Wijzigen ........................ 59
Flitser....................................39
J
Flitsfunctie
JPG....................................... 72
"Memory Stick"..................101
Flitsniveau ............................41
Fluorescerend .......................39
Formaat veranderen ..............46
Formatteren.....................57, 58
Foutcodes en meldingen .......98
K
Kaarslichtfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................27
H
Handmatige
scherpstelling.................32
Histogram .......................22, 31
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 in "Lees dit
eerst"
Aantal beelden/
opnameduur................... 23
Kleur .................................... 12
Formatteren ................... 58
Klok instellen ....................... 63
Schrijf-beveiligingsschakelaar....................101
Kopiëren............................... 59
Korte-sluitertijdfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
L
Lamplicht ............................. 39
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Memory Stick tool................ 58
Menu..................................... 36
Onderdelen ....................37
Opnamestand................. 38
Weergeven ..................... 43
Menu voor opnemen.............38
Menu voor weergeven .......... 43
Midden-AF ...........................32
Lange sluitertijd NR............. 30
Monitor................................. 51
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Monochroom ........................ 41
LCD-achterverlichting ......... 60
110
Macro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
Lichtmeting met nadruk op het
midden...........................38
MPG ..................................... 72
Multi Burst ...........................34
Multipoint AF....................... 32
N
Q
Slimme-zoomfunctie ............52
Netsnoer
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Sluitertijd ..............................11
R
Statiefbevestiging .................15
Netspanningsadapter.............15
NTSC ....................................62
Software................................74
Standaard ..............................40
STEADY SHOT ...................55
Rechtstreeks afdrukken ........ 79
O
Reiniging ............................ 105
Onderbelichting ....................11
Roteren ................................. 47
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnamemap maken ..............58
S
T
Opnamemap wijz ..................59
S AF ..................................... 51
Taal .......................................60
Opnamestand
Scène
Opdelen.................................47
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Technische gegevens...........107
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Tot halverwege indrukken ......9
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Trimmen ...............................49
Opnemen van bewegende
beelden...........................27
Optische zoom ......................52
Scherm
U
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
TV.........................................85
Overbelichting ......................11
Het weergavescherm
veranderen..................... 22
P
Indicatie ........................ 18
USB-stuurprogramma...........66
PAL .......................................62
LCDachterverlichting ........... 60
V
PC ....................zie "Computer"
PFX .......................................41
PictBridge .............................79
PicturePackage......................74
USB-aansluiting ...................62
Scherpstellen .......................... 9
Vergrote indicatie..................55
Scherpte................................ 42
Vermindering van het rodeogeneffect ......................53
Schouderriem ....................... 16
Pieptoon ................................60
Schrijf-beveiligingsschakelaar.................... 101
Pixel ......................................13
Sepia..................................... 41
Plaats van de onderdelen ......14
Setup......................... 42, 49, 50
Verzadiging...........................41
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Video-CD........................74, 77
Portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Camera 1 ....................... 51
Precisie-digitale-zoom ..........52
Intern geheugen-tool ..... 57
Problemen oplossen ..............87
Memory Stick tool ........ 58
PTP .......................................62
Setup 1 .......................... 60
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Setup 2 .......................... 62
Voorzorgsmaatregelen ........105
Video-uit ...............................62
Vochtcondensatie ................105
Index
Punt lichtmeting....................38
Camera 2 ....................... 55
Setup 1.................................. 60
Setup 2.................................. 62
NL
111
W
Wazige beelden.....................10
WB........................................39
Weergave ....... zie "Weergeven"
Weergave/bewerken..............27
Weergeven
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer...............64
Aanbevolenomgeving.......................65
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans ..............................39
Z
Zelfdiagnosefunctie ..............98
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoeker
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoekerverlichting .................60
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
112
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
•
•
•
•
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate",
is een handelsmerk van
Duo",
en
Sony Corporation.
PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de V.S. en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
113