Documenttranscriptie
Electrolux
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid ......................................................... 3
Beschrijving van het apparaat ....................................................................................................... 5
Bedieningsknoppen ....................................................................................................................... 6
Bedieningspaneel .......................................................................................................................... 7
Eerste installatie ............................................................................................................................. 9
Functiesymbolen ......................................................................................................................... 11
De oven gebruiken ..................................................................................................................... 12
Programmeren van de oven ....................................................................................................... 16
Speciale functies .......................................................................................................................... 18
Bak- tabellen ............................................................................................................................... 21
Reiniging en onderhoud .............................................................................................................. 23
Als er iets verkeerd gaat .............................................................................................................. 32
Technische gegevens ................................................................................................................. 33
Instructies voor de installateur ...................................................................................................... 34
Instructies voor de inbouw ........................................................................................................... 35
Service en onderdelen ................................................................................................................ 36
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
)
Stap-voor-stap-handleiding
Aanwijzingen en Tips
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
2004/95 (EMC Richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
2
Electrolux
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor
de veiligheid
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan
derden geschonken of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning
achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing
en de adviezen kan beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten.
Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
De installatie moet verricht worden door
vakkundig personeel, met inachtneming van
de geldende voorschriften. De afzonderlijke
installatiewerkzaamheden zijn beschreven in
de Aanwijzingen voor de installateur.
• Laat de installatie en aansluiting uitvoeren
door een vakman, overeenkomstig de hem,
dankzij zijn vakkennis bekende richtlijnen.
• Ook eventueel naar aanleiding van voor de
installatie noodzakelijke wijzigingen aan de
elektriciteitsvoorziening moeten door een
vakman aangebracht worden.
• Deze oven is geschikt voor gebruik als
afzonderlijk apparaat of in combinatie met
een elektrische kookplaat, voor aansluiting
op een 1-,2- of 3-fasige spanningsbron (of
groepen) van 230 V. De aansluiting op
meerdere fasen zonder nulleider (400 V)
leidt tot het defect van de oven en de
aangesloten kookplaten.
•
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de bereiding
van gerechten; gebruik hem nooit voor andere
doeleinden.
• Pas, bij het openen van de ovendeur,
tijdens of na afloop van de bereiding op
voor de hete luchtstroom, die uit de oven
naar buiten komt.
• Tijdens de werking van de oven extra
voorzichtig zijn. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen zijn de roosters en
andere delen erg heet.
• Indien u - om welke reden dan ook •
•
•
•
•
•
•
•
•
aluminiumfolie voor voedingsmiddelen in de
oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact komen met de bodem van de oven.
Ga bij het schoonmaken van de oven
voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op
het vetfilter (indien aanwezig), het
verwarmingselement
en
de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke
aard ook aan te brengen aan het apparaat of
aan de kenmerken ervan.
Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden
de ovendeur en de andere onderdelen van
het apparaat erg heet, houd kinderen daarom
uit de buurt van het apparaat. Bij de
aansluiting van elektrische apparaten op
stopcontacten in de buurt van de oven, moet
u er op letten dat aansluitkabels niet in
aanraking komen met hete kooktoestellen of
vastgeklemd raken in de hete deur van de
oven.
Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete
schotels of schalen uit de oven te halen.
Een regelmatige reiniging voorkomt de
achteruitgang van het oppervlaktemateriaal
van de oven.
Schakel voordat u de oven schoonmaakt de
stroom uit of trek de stekker uit het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
«UIT» staat, als de oven niet meer gebruikt
wordt.
Het apparaat mag niet schoongemaakt
worden met een stoomreiniger.
3
Electrolux
•
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers. U kunt daarmee krassen
op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot
het barsten van het glas.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee te
laten spelen.
• Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in
werking is. Ook nadat u de oven heeft
uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd
heet.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van
een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructies hebben ontvangen over
het gebruik van het apparaat.
•
Klantenservice
Laat controlewerkzaamheden of reparaties
door de klantenservice van de fabrikant of
door een door de fabrikant geautoriseerde
klantenservice uitvoeren en gebruik altijd
originele vervangingsonderdelen.
• Probeer nooit zelf storingen van of
beschadigingen aan het apparaat te
repareren. Reparaties door niet opgeleide
personen kunnen schade of letsel
veroorzaken.
•
4
Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
normaal huishoudelijk afval mag worden
behandeld. Het dient daarentegen ingeleverd te
worden bij een inzamelingspunt voor de recycling
van elektrische en elektronische apparatuur. Door
uw bijdrage aan de juiste afvalverwerking van dit
product helpt u het milieu en de gezondheid van
uw medemensen te beschermen. Het milieu en
de gezondheid worden door verkeerde
afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere
informatie over de recycling van dit product kunt u
contact opnemen met uw gemeentehuis, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product
heeft aangeschaft.
Electrolux
Beschrijving van het apparaat
5 4
6
3 2
1
7
8
9
10
11
1. Bedieningspaneel
2. Bedieningsknop kookplaat / zone rechtsvoor
3. Bedieningsknop kookplaat / zone rechtsachter
4. Bedieningsknop kookplaat / zone linksachter
5. Bedieningsknop kookplaat / zone linksvoor
6. Elektronischeovenregeling
7. Ventilatieopening voor de koelventilator
8. Grill
9. Verlichtingslampje
10. Oven-ventilator
11.Type plaatje
Toebehoren
Rooster
Bakplaat
Braadslede
5
Electrolux
Bedieningsknoppen
De verzonken knoppen
De knoppen van de oven kunnen geheel
verdwijnen in het bedieningspaneel door ze in te
drukken als de oven niet in gebruik is.
Bedieningsknoppen
kookplaat
voor
de
De kookzones worden met een 7-standen
schakelaar geregeld;
0 = UIT
1 = MINIMUM
3 = MAXIMUM
Tweekrings-kookzone
Als u beide verwarmingskringen tegelijk wilt
inschakelen, draait u de schakelaar eerst op stand
Max (3) en dan op symbool “0”. U hoort een klik.
Nu werken beide verwarmingskringen tegelijk.
Daarna kunt u de gewenste stand instellen door
de bedieningsknop linksom te draaien.
Wees voorzichtig met olie en vet. Laat
de pan niet zonder toezicht, daar olie
of vet oververhit kunnen raken en dan
ontvlambaar zijn.
6
Electrolux
Bedieningspaneel
Gaar- Temperatuurfuncties
indicatie
1
2
3
4
Tijdsindicatie
5
6
7
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Alle functies van de oven worden elektronisch geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaarfuncties, gaartemperaturen en automatische
tijdinstellingen kiezen.
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen
(klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer
3 minuten in het programmageheugen bewaard.
Als de stroom langer uitvalt, worden alle
instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer
hersteld is, knipperen de cijfers in het display. De
klok en de timer moeten in een dergelijk geval wel
opnieuw worden ingesteld.
7
Electrolux
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
binnen en buiten, voordat u de oven
in gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de
elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in het
display automatisch 12:00 en het symbool
knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van de
dag is ingesteld voor het eerste gebruik van de
oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te
stellen:
1. Druk op de toets
en, terwijl het symbool
knippert, stelt u met de toetsen “ ” of “ ”
de tijd in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd verdwijnt
ongeveer 5 seconden na weergave van de
precieze tijd.
2. Zodra het symbool niet meer knippert, drukt
toets.
u tweemaal op de
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
Afb. 1
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de
oven opgewarmd worden zonder voedsel.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
om de oven in te
schakelen.
2. Druk tweemaal op de toets
en kies de
functie «Hete lucht»
(afb. 2).
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik
daarvoor de toets “ ”.
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten
lang in werking.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Doe dit opnieuw met de functie «Boven- en
onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedurende
zo’n 5-10 minuten.
8
Afb. 2
Electrolux
Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het
wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig
dan de ovenruimte met een in warm zeepsop
vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters en
bakplaten voor het eerste gebruik grondig. Pak, om
de deur te openen, altijd de handgreep in het
midden vast (afb. 3).
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of andere
programma’s moet de oven worden ingeschakeld. Als de knop
is ingedrukt, verschijnt in
het display het ovensymbool en de
oververlichting wordt ingeschakeld (afb. 4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de knop
. te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of
programma’s worden beëindigd, de
ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de
tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd van de
dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
toets te
drukken.
om de gewenste functie
2. Druk op de toets
te selecteren. Elke keer dat toets
wordt
ingedrukt, wordt een functiesymbool zichtbaar
in het display en links van het geselecteerde
functiesymbool verschijnt het bijbehorende
functienummer (afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur
niet geschikt is, dan stelt u met de toets “ ” of
“ ” de temperatuur in. Het
temperatuurniveau kan in stappen van 5
graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de oven
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
begint het thermometersymbool langzaam
te stijgen en geeft daarmee de
daadwerkelijke oventemperatuur aan.
Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt,
dan weerklinkt een kort akoestisch signaal en
het thermometersymbool gaat branden.
9
Electrolux
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen,
terwijl het symbool “°” knippert (afb. 6). De
maximale temperatuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen,
terwijl het symbool knippert.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit
raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of
vanwege defecte onderdelen), is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die
indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de
oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd
vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft
u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te
verhelpen. Is de thermostaat echter geactiveerd
vanwege een defect onderdeel, neem dan
contact op met de klantenservice.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het
bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de
oven enkele minuten in werking is automatisch
ingeschakeld. Warme lucht wordt door het
paneel in de buurt van de greep van de
ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is
uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog
even lopen om de bedieningselementen te
koelen. Dit is helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt af
van hoe lang en op welke temperatuur
de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat
de ventilator helemaal niet ingeschakeld
wordt op lagere temperatuurinstellingen
of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
10
Afb. 6
Electrolux
Functiesymbolen
1
Hete lucht - Bij deze instelling kunt u
op meerdere niveaus tegelijkertijd
braden of bakken en braden, zonder
dat dit tot aromaoverdracht leidt. Vooraf
ingestelde temperatuur: 175°C
2
Boven- en onderwarmte - De
warmte komt van boven en beneden
en wordt gelijkmatig in de ovenruimte
verdeeld. Vooraf ingestelde
temperatuur: 200°C
3
Onderwarmte - De warmte komt alleen
van het onderste verwarmingselement in de ovenruimte. Bij deze
instelling kunt u gerechten heel goed
afmaken. Vooraf ingestelde
temperatuur: 250°C
4
Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve
gaarmethode voor gerechten die
anders met de normale grill worden
bereid. Het grillelement en de ventilator
van de oven werken samen, zodat de
hetelucht rond de gerechten circuleert. Vooraf ingestelde temperatuur:
180°C
Maximumtemperatuur: 200 °C.
5
Grill - Via de grill gaat snel directe
warmte naar het middelste gedeelte
van de grillpan. Met de grill kunnen
goed kleinere hoeveelheden worden
gegrilleerd. Op deze wijze kan ook
energie worden bespaard. Vooraf
ingestelde temperatuur: 250 °C
6
Ontdooien - De ventilator circuleert
de hetelucht zonder warmte bij
kamertemperatuur in de ovenruimte.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te
ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld
taarten met crèmevulling, ijstaarten,
gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
7
Pyrolytische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig
reinigen.
11
Electrolux
De oven gebruiken
De oven is voorzien van een exclusief
systeem dat zorgt voor natuurlijke luchtcirculatie
en de constante hercirculatie van stoom.
Dit systeem maakt het mogelijk om in een
stoomomgeving voedsel te bereiden en dit houdt
de gerechten zacht van binnen en knapperig van
buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het
energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens
de bereiding kan er stoom ontstaan die kan
ontsnappen als u de ovendeur opent. Dit is
volkomen normaal.
Echter, doe altijd een stap van de oven
vandaan als u de ovendeur opent, zodat
de stoom of hitte in de oven kan
ontsnappen.
Let op! - Leg geen voorwerpen op de
bodem van de oven en dek tijdens de
bereiding geen enkel deel van de oven af
met aluminiumfolie, dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten
beïnvloedt en het email van de oven kan
beschadigen. Zet pannen, hittebestendige
pannen en aluminium bladen altijd op het
rek dat in de geleiders is geschoven.
Wanneer voedsel verwarmd wordt,
ontstaat er stoom, net als in een ketel. Als
de stoom in aanraking komt met de glazen
deur van de oven, condenseert hij en
ontstaan er waterdruppels.
Om de condensvorming te beperken, de
lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Wij adviseren u, de waterdruppels na elke
bereiding af te vegen.
Tijdens de bereiding de ovendeur
altijd gesloten houden. Doe een stap
naar achteren bij het openen van de
ovendeur, die kiept. Laat hem niet open
vallen - ondersteun de deur met de deurhandgreep totdat hij helemaal open is.
12
4
3
2
1
De oven heeft vier niveaus voor
ovenrekken, er zijn twee rekken
meegeleverd. De rekposities worden
vanaf de bodem van de oven geteld, zoals
getoond in de afbeelding.
Het is belangrijk dat deze rekken correct
geplaatst zijn, zoals afgebeeld in het
diagram.
Zet nooit kookgerei direct op de bodem
van de oven.
Electrolux
Praktische tips
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete
lucht, die via een ventilator aan de achterwand
van de oven gelijkmatig in de binnenruimte van
de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle
ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd
verschillende gerechten op meerdere niveaus
kunt bakken, braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur
komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven
voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7
minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die
hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien,
scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de
oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het
algemeen lagere temperaturen dan bereiding
met boven- en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de
bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw eigen recepten voor boven- en
onderwarmte met 20-25 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling bij het
bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende
baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven
bereid kunnen worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden
dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren
worden daarbij niet van het ene op het andere
gerecht overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-functies
,
tot het symbool
op het display
verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de
temperatuur instellen.
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Wanneer
u wilt dat uw baksel een bruinere bodem
krijgt, moet u het op een lager niveau in de
oven zetten. Wanneer u wilt dat uw baksel
een bruinere bovenkant krijgt, moet u het op
een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaten en schalen is van invloed op de
mate waarin het voedsel een bruin korstje
krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon
gecoat bakgerei bevorderen het bruinen,
terwijl bakgerei van glas, glanzend aluminium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren
en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te
garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel
op de bodem van de oven wordt gemorst en
ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker
kan worden gereinigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of
bakgerei direct op de bodem van de
oven, omdat die erg heet wordt en het
vaatwerk kan beschadigen. Als u deze
instelling gebruikt komt de warmte van de
bovenste en onderste verwarmingselementen. Daarmee kunt u gerechten op
één enkel niveau bereiden. Dit is bijzonder
geschikt voor gerechten, waarvan de bodem
extra bruin moet worden, bijv. quiches en
flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook
wat extra bruinering aan de bovenkant vergen
kunnen ook heel goed bereid worden in de
conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk
, tot
daarvoor op de toets oven-functies
het symbool
op het display verschijnt.
13
Electrolux
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “
temperatuur instellen.
” de
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor het
bakken van taart- en vlaaibodems, en voor
het afbakken van quiches resp. flans, om
ervoor te zorgen dat de quiche- resp. taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het
rooster van de grillplaat worden geplaatst,
om ervoor te zorgen dat de lucht optimaal
kan circuleren en het gerecht niet in het
afdruipende vet resp. grillsap drijft. Als u dat
wilt, kunt u gerechten zoals bijv. vis, lever en
niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees
en vis licht in met een beetje olie of gesmolten
boter, zodat de gerechten tijdens de
bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten
of paddenstoelen kunnen tijdens het grillen
van vlees onder het grillrooster (direct op de
grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de
bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor het
midden van de grillplaat. Door de kleine grill te
gebruiken voor de bereiding van kleinere
hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de
, tot het symbool
toets oven-functies
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de
temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan
en rooster, al naargelang of het om platter of
dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de
instructies voor het grillen op.
14
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidingsmethode
voor gerechten die anders met de normale grill
bereid worden. Grillelement en ventilator werken
samen, zodat de hete lucht rond de gerechten
circuleert. De noodzaak om het voedsel te
controleren en om te draaien is daardoor minder.
Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de
keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken, die
van binnen rood moeten blijven, kunt u alle
levensmiddelen met hete lucht bereiden die u
normaal met boven- en onderwarmte zou
bereiden. Het bereiden verloopt geleidelijker;
ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat
grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor
op de toets oven-functies
, tot het
symbool
op het display verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “ ” of “ ” drukken, om
de temperatuurinstelling aan te passen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan
en rooster, al naargelang of het om platter of
dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de
instructies voor het grillen op.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat de
lucht bij kamertemperatuur in de binnenruimte van
de oven circuleren. Hierdoor wordt het voedsel
sneller ontdooid. De temperatuur in de keuken
beïnvloedt echter de ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door
opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld
taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood
en bakwaren van gistdeeg.
Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de
toets .
Electrolux
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op
de toets Oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een gemiddelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient
de oven ca. 10 minuten lang te worden
voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op
een bakblik tot tweederde van de baktijd.
Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De
verdere baktijd hangt af van de soort en
hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg
moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in de oven geschoven, dan moet tussen de
platen een inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in de oven geschoven, dan moeten de platen
na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar
beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen
dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het
braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten
goed gebraden maar van binnen roze tot rood
moet blijven, moet bij een hogere temperatuur
(200°C-250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C-175°C)
nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de
ingrediënten voor de saus of jus direct aan het
begin in de braadslede. In andere gevallen
worden ze het laatste halfuur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met
behulp van een lepel: als het vlees niet kan
worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en
ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven,
moeten op een hogere temperatuur en in kortere
tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten
staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken,
kunt u een beetje water in de braadslede gieten.
Om condensvorming te voorkomen, een paar
keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij
geserveerd worden in de oven op de laagste
temperatuur warm gehouden worden.
Voorzichtig!
De oven niet met aluminiumfolie
bekleden en geen kookgerei, geen
braadslede of bakplaat op de bodem
leggen, aangezien anders het email
van de oven door de optredende
warmtestuwing beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al
naar gelang de samenstelling, ingrediënten en
hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer
bereiden resp. braden, om bij bereiding van
dezelfde gerechten in de toekomst ervaring te
kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
15
Electrolux
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets
om de kookwekkerfunctie te selecteren. Het overeenkomstige
symbool
knippert en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00” (afb. 7).
2. Stel met de toets “ ” de gewenste tijd in. De
maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten.
Nadat dit is ingesteld, wacht de kookwekker
3 seconden, waarna hij begint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd
hoor u een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal
uit te schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt
hij NIET uitgeschakeld.
De kookwekker kan ook gebruikt worden
als de oven uitgeschakeld is.
Afb. 7
De instelling van de kookwekker wijzigen:
Druk op de toets
, tot de symbolen en
gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kookwekker
wijzigen. Druk daarvoor op de toets “ ” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
druk op toets
, tot de symbolen
en
gaan knipperen.
De toets “ ” indrukken om de tijdsaanduiding te resetten, tot het display “0.00”
aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van
de oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven
in, kies de gewenste functie en stel indien
nodig de gewenste temperatuur in.
2. De toets
indrukken, om de functie
“Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidingsduursymbool
knippert en op het display
wordt “0.00” aangegeven (afb. 9).
3. Terwijl het symbool knippert, met de toets
“ ” de gewenste tijd instellen. De maximale
tijdsduur is 23 uur 59 minuten. De
programmeerfunctie wacht 3 seconden,
waarna hij begint te lopen.
16
Afb. 8
Afb. 9
Electrolux
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd
wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er
weerklinkt een akoestisch signaal en op het
bedieningspaneel verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal
uit te schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool
knippert.
2. Druk op de toets “ ” om de tijdsaanduiding
te resetten, tot het display “0.00” aangeeft
(afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van
de oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven
in het betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het
einde van de bereidingsduur
geselecteerd is en het betreffende symbool knippert.
Op het bedieningspaneel wordt het eind van
de bereidingsduur (actuele tijd plus
aangegeven gaartijd ) weergegeven - (afb.
11).
3. Druk op de toets “ ” om het gewenste einde
van de bereidingsduur te selecteren.
4. 3 seconden na het instellen begint de
programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer
uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt
uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch
signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal
uit te schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren,
annuleert u eenvoudig de ingestelde
tijdsduur.
Afb. 10
Afb. 11
17
Electrolux
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden gewijzigd, wordt de oven automatisch volgens
onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling:
Uitschakeling
oven:
250°C
na 3 uur
van 200 tot 245°C
na 5,5 uur
van 120 tot 195°C
na 8,5 uur
minder dan 120°C
na 12 uur
Afb. 12
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt
de oven automatisch een paar minuten voor het
einde van de geprogrammeerde bereidingsduur
uitgeschakeld, zodat de gerechten in de oven
zonder verder energieverbruik helemaal gaar
worden. Alle actuele instellingen worden getoond
tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15
minuten kunt u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen
geblokkeerd worden, zodat de oven niet per
ongeluk door kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets .
en “ ”
2. Druk tegelijkertijd de toetsen
ongeveer 3 seconden lang in. Een akoestisch signaal weerklinkt en de melding „SAFE“
verschijnt op het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu
geen afzonderlijke functies en ook geen
temperatuur geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd
ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoestisch
signaal en de weergave „SAFE” verdwijnt. Nu
kan de oven weer worden bediend.
18
Afb. 13
Electrolux
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van
de temperatuur warmt de oven langzaam op tot de
gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15
minuten, afhankelijk van de geselecteerde functie
en temperatuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller
bereikt moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie
gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de
toets .
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en
temperatuur in zoals beschreven op de
voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur op
de toets “ ” of “ ”. De temperatuur wordt in
het display aangegeven.
4. Druk op toets
. In het temperatuurdisplay
verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets
. Het symbool “°” knippert
ongeveer 10 seconden lang. Nu kunt u de
temperatuur selecteren. Druk daarvoor op de
toets “ ” of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt is,
klinkt een korte signaaltoon en in de
temperatuurweergave verschijnt weer de
ingestelde temperatuur.
Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en
temperaturen beschikbaar.
Afb. 14
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken
om de ovenfuncties te presenteren zonder
stroomverbruik,
afgezien
van
de
binnenverlichting, het display en de
ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste
aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus
alleen worden ingeschakeld, wanneer in het
display 12:00 en het symbool
automatisch
knipperen.
1. De toets
ca. 2 seconden indrukken. Er
klinkt een kort signaal.
19
Electrolux
en “ ” tegelijkertijd in.
2. Druk de toetsen
Er klinkt een kort signaal en op het display
verschijnt 12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt
het symbool
op het display.Dat betekent dat
de demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen
geselecteerd worden.
De oven is niet echt in werking en de
verwarmingselementen worden niet
ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven
beschreven te werk om de demo-modus weer uit
te schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in
het programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd
een signaal te horen is wanneer u op een toets
drukt. Deze functie kan alleen bij een
uitgeschakelde oven worden geactiveerd.
en “ ” tegelijkertijd
1. Druk de toetsen
ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt
één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regeltoets:
Afb. 15
Afb. 16
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in, zodat de oven wordt uitgeschakeld.
en “ ” tegelijkertijd
2. Drukt u de toetsen
ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt
één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen
voert voortdurend een systeemdiagnose uit.
Wanneer sommige parameters niet kloppen,
worden de betreffende functies uitgeschakeld en
op het display verschijnt de bijbehorende
foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het
oplossen van problemen“.
20
Afb. 17
Electrolux
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
GERECHT
Boven- en onderwarmte
Niveau4 Temp.
3
(°C)
2
1
GEBAK
Roerdeeg
Zandtaartdeeg
Karnemelk-kaaskoek
Appeltaart
Strudel
Jamtaart
Cake
Scones
Stol
Pruimentaart
Kleine taart
Biscuits
Schuimgebak
Met gist gebakken koekjes
Gebak: Soezendeeg
Taartjes
BROOD EN PIZZA
Witbrood
Roggebrood
Broodjes
Pizza
FLANS
Pasta-flan
Groente-flan
Quiches
Lasagne
Cannelloni
VLEES
Rund
Varken
Kalf
Engelse rosbief
rood
rosé
doorbakken
Varkensschouder
Varkenspoot
Lamsvlees
Kip
Kalkoen
Eend
Gans
Konijn
Haas
Fazant
Gebraden gehakt
VIS
Forel/zeebrasem
Tonijn/zalm
Hete lucht
Niveau4 Temp.
3
(°C)
2
Grilltijd
in minuten OPMERKINGEN
1
2
2
1
1
2
2
2
1
1
1
3
3
2
2
2 of 3
2
170
170
175
170
180
190
170
170
150
175
170
150
135
200
210
180
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
1
2
2
2
3 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
160
160
165
160
160
180
150
165
150
160
160
150
150
190
170
170
45-60
20-30
60-80
90-120
60-80
40-45
60-70
35-45
120-150
50-60
30-35
25-35
60-90
12~20
25-35
45-70
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Bakplaat
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Broodpan
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Taartvorm
1
1
2
2
195
190
200
200
2
1
2 (1 en 3)*
2
185
180
175
200
60-70
30-45
25-40
20-30
Broodpan
Bakplaat
Bakplaat
2
2
1
2
2
200
200
210
200
200
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
1
2
2
175
175
190
200
200
40-50
45-60
30-40
25-35
25-35
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
2
2
2
190
180
190
2
2
2
175
175
175
50-70
100-130
90-120
Rooster
Rooster
Rooster
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
210
210
210
180
180
190
190
180
175
175
190
190
190
180
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
200
200
200
170
160
175
200
160
220
160
175
175
175
170
50-60
60-70
70-80
120-150
100-120
110-130
70-85
210-240
120-150
150-200
60-80
150-200
90-120
totaal.. 150
Rooster
Rooster
Rooster
met zwoerd
s stuks
Bout
Heel
Heel
Compleet
Compleet
In stukken
In stukken
Compleet
Broodpan
2
2
190
190
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
175
175
40-55
35-60
3-4 vissen
4-6 filets
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
(*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te
plaatsen.
21
Electrolux
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Grilleren
Hoeveelheid
GERECHT
Filetsteaks
Biefstuk
Grillworst
Varkenskotelet
Haantje (in 2 helften)
Spiezen
Kippenborst
Hamburger*
Stuks
gr.
4
4
8
4
2
4
4
6
800
600
/
600
1000
/
400
600
4
4~6
4~6
400
/
/
Grilleren
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
3
3
3
3
3
3
3
2
Temp.
(°C)
250
250
250
250
250
250
250
250
12~15
10~12
12~15
12~16
30~35
10~15
12~15
20-30
12~14
6~8
10~12
12~14
25~30
10~12
12~14
3
3
3
250
250
250
12~14
5~7
2~4
10~12
/
2~3
4
3
2
1
Niveau
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet
Belegd toastbrood
Sneeën witbrood
Ventilatorgrill
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Hoeveelheid
GERECHT
Rollade (kalkoen)
Kip (in helften)
Kippenpoot
Kwartel
Groentegratin
St. Jacobsschelpen
Makreel
Vis moten
Stuks
gr.
1
2
6
4
2-4
4-6
1000
1000
500
800
Grillen met hete lucht
Niveau
4
3
2
1
3
3
3
3
3
3
3
3
Bereidingstijd
(minuten)
Temp.(°C)
1e kant
2e kant
200
200
200
200
200
200
200
200
30~40
25~30
15~20
25~30
20~25
15~20
15~20
12~15
20~30
20~30
15~18
20~25
10~15
8~10
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen
aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
22
Electrolux
Reiniging en onderhoud
Voordat u de oven schoonmaakt, de
oven uitschakelen en laten afkoelen.
Het
apparaat
mag
niet
schoongemaakt worden met een
stoomreiniger.
Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de
stekker van het apparaat absoluut uit het
stopcontact halen.
Voor een lange levensduur van het apparaat
is
het
noodzakelijk
de
volgende
reinigingswerkzaamheden regelmatig te
verrichten:
- Doe dit alleen bij een afgekoelde oven.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met
zeepsop.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat
droogwrijven met een zachte doek.
- Bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of
warme azijn gebruiken.
Het email van de oven is uiterst duurzaam en
in hoge mate resistent. De inwerking van hete
fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke)
kunnen echter op de oppervlakken van email
blijvende, matte en ruwe vlekken achterlaten.
Dergelijke vlekken op het hoogglanzende
oppervlak van het email hebben echter geen
invloed op de functies van de oven. Reinig de
oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u
verontreinigingen het makkelijkst verwijderen.
Verder inbranden wordt daardoor voorkomen.
Schoonmaakmiddelen
Voordat u welke schoonmaakmiddelen dan
ook voor uw oven gebruikt, moet u controleren of
ze geschikt zijn en of hun gebruik wordt
aanbevolen door de fabrikant.
Schoonmaakmiddelen met bleekmiddel
mogen NIET worden gebruikt omdat zij de toplaag
van de oppervlakken dof kunnen maken. Ook het
gebruik van ruwe schuurmiddelen moet worden
vermeden.
Schoonmaken van de buitenkant
Wrijf regelmatig over het bedieningspaneel, de
ovendeur en de afdichting met een zachte doek die
goed is uitgewrongen met warm water waaraan
een beetje vloeibaar wasmiddel is toegevoegd.
Om het beschadigen of verzwakken van de
glazen ruiten te voorkomen, moet u het gebruik
van de volgende middelen vermijden:
• Was- en bleekmiddelen
• Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt
zijn voor pannen met anti-aanbaklaag
• Brillo/Ajax sponsjes of schuursponsjes van
staalwol
• Chemische ovensponsjes of spuitbussen
• Roestverwijderaars
• Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Maak het binnen- en buitenvenster van de
deur schoon met een warm zeepsopje. Mocht het
binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn,
dan is het gebruik van een schoonmaakmiddel
zoals Hob Brite aan te bevelen. Gebruik geen
verfkrabbers om aangekoekt vuil te verwijderen.
Maak de ovendeur NIET schoon terwijl
de glasplaten warm zijn. Als deze
voorzorgsmaatregel niet wordt
nagekomen, dan kan de glasplaat
verbrijzelen.
Als de glasplaat van de deur gebarsten is
of diepe krassen heeft, dan wordt het glas
minder sterk en moet het worden
vervangen om te voorkomen dat het
verbrijzelt. Neem contact op met de
Klantenservice, die u graag advies zal
geven.
Ovenruimte
De emaille basis van de ovenruimte kunt u het
best schoonmaken als de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een
zachte doek gedrenkt in warm water met een
afwasmiddel. Af en toe is het echter nodig de oven
grondiger schoon te maken, gebruik daarvoor een
in de handel verkrijgbare ovenreiniger.
23
Electrolux
Pyrolytische reiniging
De oven is bekleed met een speciaal
hittebestendig email.
Tijdens de pyrolytische zelfreiniging kan de
temperatuur in het binnenste van de oven oplopen
tot meer dan 500 °C en zo etensresten verbranden.
Voor uw eigen veiligheid wordt de ovendeur
tijdens de pyrolytische reiniging automatisch
vergrendeld, zodra de temperatuur in de
binnenruimte ca. 300 °C bereikt.
Na beëindiging van de zelfreiniging blijft de
ovendeur vergrendeld tot de oven is afgekoeld.
De koelventilator blijft in werking tot de oven is
afgekoeld. Het wordt geadviseerd alle
voedselresten na de bereiding met een natte
spons te verwijderen.
Van tijd tot tijd is echter een intensievere reiniging
nodig, die u met de functie van de pyrolytische
zelfreiniging kunt uitvoeren. Afhankelijk van de
vervuiling van de oven kunt u twee niveaus van
pyrolytische zelfreiniging kiezen.
Als de oven niet erg is vervuild, dan raden wij
aan de pyrolytische 1 functie (P I) op het
programmeerdisplay te kiezen.
Het is zinvol, de oven na elke pyrolytische
reiniging af te nemen met een zachte spons die met
zeepsop vochtig is gemaakt.
Als de binnenkant van de oven erg is vervuild,
dan raden wij aan de pyrolytische 2 functie (P 2)
op het programmeerdisplay te kiezen.
Tijdens de pyrolytische schoonmaakfunctie
kan de oven gedurende 2 uur niet worden gebruikt
als de Pyr 1 functie is gekozen en 2 1/2 uur als de
Pyr 2 functie actief is.
Na een aantal bak- en braadprocessen
en afhankelijk van de mate van vervuiling
van de oven adviseert de Pyro Reminder
een pyrolytische reinigingsfunctie uit te
voeren. Er klinkt een signaal en op het
display brandt de melding Pyro ca. 15
seconden, er klinkt een tweede signaal.
Kies afhankelijk van de mate van
vervuiling van de oven de geschikte
pyrolytische reinigingsfunctie.
Zolang
er
geen
complete
reinigingsfunctie wordt uitgevoerd,
verschijnt telkens wanneer de oven wordt
uitgeschakeld de melding van de Pyro
Reminder op het display.
24
Gebruik van de pyrolytische zelfreiniging
Voordat u de pyrolytische
schoonmaakfunctie inschakelt,
moet alle vuil worden verwijderd en
moet u controleren of de oven leeg
is. Laat niets in de oven zitten (bijv.
pannen, roosters, bakplaat,
braadslede, enz.), deze kunnen
ernstig beschadigd raken.
Vergewist u zich er voor het inschakelen van de pyrolytische
reinigingsfunctie van of de ovendeur gesloten is.
Gebruik tijdens de pyrolytische
reiniging het kookraam niet, omdat
het apparaat hierdoor oververhit en
beschadigd kan raken.
Tijdens de pyrolytische reiniging
wordt de ovendeur erg heet. Houd
kinderen uit de buurt totdat de oven
is afgekoeld.
Kies voor de pyrolytische zelfreiniging deze
functie.
De volgende pyrolytische reinigingsniveaus
zijn beschikbaar:
Pyrolyse 1 (P I), duur : 2 uur = 30 min.
opwarming +1 uur met 480°C + 30 min.
afkoeltijd.
Pyrolyse 2 (P 2), duur : 2 uur 30 min. = 30
min. opwarming +1 uur 30 min. met 480°C + 30
min. afkoeltijd.
De duur van de pyrolytische reiniging kan
niet worden veranderd.
Voor het uitvoeren van de pyrolyse
moeten de inhangroosters volledig
worden verwijderd.
Electrolux
Schakel
de
pyrolytische
reinigingsfunctie op de volgende wijze in:
1. Schakel met de toets
de oven in. Druk
zo lang op toets
tot het symbool van de
functie Pyro
(niveau 1 - P I) op het
display verschijnt (afb. 18).
Het symbool
en de melding Pyro
knipperen tegelijkertijd op het display, er klinkt
een signaal (afb. 19).
Dit betekent dat u voor het inschakelen van
de pyrolytische reiniging alle voorwerpen en
de inhangroosters uit de binnenruimte van de
oven moet verwijderen.
2. Het symbool “Bereidingsduur”
knippert 5 seconden; druk gedurende die tijd
op de toets ‘ ’ of ‘ ’ om pyrolytische functie
1 (P I) of 2 (P 2) te kiezen (afb. 20).
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft
gekozen, begint het symbool Pyro op het
display te knipperen en wacht op de
bevestiging dat de reinigingscyclus kan
worden gestart.
4. Druk ter bevestiging van de gewenste
. De
pyrolytische functie op de toets
melding Pyro knippert niet meer en het
verdwijnt, het akoestische
symbool
signaal stopt, de binnenverlichting gaat uit en
de pyrolytische reiniging begint (afb. 21).
Naarmate de temperatuur in de oven
Afb. 18
Afb. 19
toeneemt, stijgt het thermometersymbool
langzaam en geeft daarmee de
temperatuurstijging in het binnenste van de
oven aan.
5. Na een tijdje wordt de ovendeur
vergrendeld en het bijbehorende symbool
verschijnt (afb. 22). Nu is de toets
niet meer actief.
Afb. 20
25
Electrolux
Na afloop van de pyrolytische
zelfreiniging geeft het display de tijd van de
dag aan. De ovendeur blijft vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een
akoestisch signaal, het symbool
verdwijnt
en de deur wordt ontgrendeld.
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op
elk moment onderbreken. Druk daarvoor op
de toets .
OPMERKING: Bij de tijdaanduiding is
de afkoeltijd inbegrepen. Mocht u tijdens
het verloop van de pyrolytische
zelfreiniging een kookfunctie
inschakelen, dan wordt de
reinigingscyclus
automatisch
onderbroken.
Na het vergrendelen van de ovendeur
is de selectie van alle kookfuncties
geblokkeerd.
Wacht tot de ovendeur ontgrendeld is
voordat u de oven gaat gebruiken.
26
Afb. 21
Afb. 22
Electrolux
Programmering van de pyrolytische
reinigingscyclus
(starttijdkeuze,
automatisch stoppen)
Wanneer u dat wilt, kunt u programmeren,
wanneer de pyrolytische reiniging moet starten
en stoppen.
1. Schakel met de toets
de oven in. Druk zo
lang op toets
tot het symbool van de
functie Pyro
(niveau 1 - P I) op het
display verschijnt.
De melding Pyro en het symbool
knipperen tegelijkertijd op het display en er
klinkt een geluidssignaal. Dit betekent dat u
voor het inschakelen van de pyrolytische
reiniging alle voorwerpen en de
inhangroosters uit de binnenruimte van de
oven moet verwijderen (zie het vorige
hoofdstuk).
2. Het symbool Bereidingsduur
knippert
gedurende enkele seconden; Druk
gedurende die tijd op de toets ‘ ’ of ‘ ’ om
pyrolytische functie 1 (P I) of 2 (P 2) te
kiezen.
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft
gekozen, begint het symbool Pyro op het
display te knipperen en wacht op de
bevestiging dat de reinigingscyclus kan
worden gestart.
Druk op dit moment op de tijdfunctietoets
(afb. 23). Het symbool “Einde bereiding”
en het pijlsymbool knipperen. op het
bedieningspaneel wordt het einde van de
bereidingsduur (daadwerkelijke tijd plus
aangegeven bereidingsduur) getoond.
Druk op ‘ ’ of ‘ ’ om de gewenste tijd van
het eind van de cyclus te selecteren (afb.
23). Na een paar seconden knipperen de
melding Pyro en het symbool
niet
meer, het geluidssignaal stopt en het symbool
Bereidingsduur
knippert tot de
pyrolytische reinigingscyclus begint.
4. Na een tijdje wordt de ovendeur
vergrendeld en het bijbehorende
symbool
verschijnt.
Na afloop van de pyrolytische reiniging
wordt het tijdstip van de dag op het display
weergegeven. De ovendeur is vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een
akoestisch signaal en de ovendeur wordt
ontgrendeld.
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op
elk moment onderbreken; Druk daarvoor op de
toets .
Afb. 23
27
Electrolux
Reiniging van de ovendeur
De ovendeur bestaat uit drie glasplaten. De
ovendeur kan worden gedemonteerd en de
binnenste glasplaten kunnen worden
verwijderd, om het schoonmaken gemakkelijker
te maken.
Belangrijk - Verwijder de ovendeur
voordat u de deur gaat reinigen. De
ovendeur kan tijdens het monteren
plotseling dichtvallen, als u de
binnenste glasplaten aan het
verwijderen bent.
)
Afb. 24
Ga als volgt te werk:
1. Open volledig te deur.
2. Bepaal de positie van de twee scharnieren
(afb. 24).
3. Hef en draai aan de hendels op de twee
scharnieren (afb. 25).
4. Pak de deur aan de zijkanten vast en doe hem
voorzichtig dicht maar niet VOLLEDIG (afb.
26).
5. Trek de deur naar voren en verwijder hem
uit de inkeping (afb. 26).
6. Plaats de deur op een stabiel oppervlak
waarop een zachte doek is gelegd, om te
voorkomen dat het oppervlak wordt
beschadigd (afb. 27).
Afb. 25
Afb. 26
Afb. 27
28
Electrolux
7. Ontgrendel het vergrendelsysteem om de
binnenste glasplaten te verwijderen (afb. 28).
8. Draai de 2 houders 90° en verwijder ze uit
hun zitting (afb. 29).
9. Hef voorzichtig de bovenste plaat en haal
hem eraf (afb. 30).
10. Herhaal de procedure die beschreven is
onder punt 9. voor de middelste plaat, die aan
vier zijkanten voorzien is van een sierlijst (afb.
31).
Reinig de ovendeur met lauw water en een
zachte doek. Gebruik geen producten zoals
schuursponsjes, staalwol, schuurmiddelen of
zuren, omdat ze het speciaal warmtereflecterend
oppervlak van de binnenste glasplaten kunnen
beschadigen.
Afb. 28
Na het reinigen dient u de glasplaten weer in
de deur aan te brengen, volg hierbij de
omgekeerde volgorde van de hier boven
beschreven procedure. Zorg ervoor dat u de
platen correct aanbrengt.
90°
Afb. 29
2
1
Afb. 30
1
2
Afb. 31
29
Electrolux
)
Om deze handeling correct uit te voeren
dient u als volgt te werk te gaan:
a) de middelste afdekplaat, die op de vier zijkanten
voorzien is van een lijst, moet zodanig terug
worden aangebracht dat de afdruk naar buiten
is gericht. De zijde van de glasplaat is correct
aangebracht als de afdruk op de plaat niet ruw
aanvoelt, als u met uw vingers over het
oppervlak wrijft.
De middelste glasplaat moet worden
aangebracht in de rechter zitting, zoals
weergegeven in afb. 32.
Afb. 32
b) de bovenste plaat moet worden aangebracht
zoals weergegeven in afb. 33.
Nadat de glasplaten opnieuw zijn aangebracht
in de ovendeur, dient u in omgekeerde volgorde
de procedure te volgen die beschreven staat
onder punt 8., om ervoor te zorgen dat de platen
vergrendeld worden.
Maak de ovendeur nooit schoon als hij
warm is, de ruiten zouden kunnen
barsten. Als u krassen of scheuren in
de glasplaat constateert, onmiddellijk
contact opnemen met de Klantenservice en de ruiten laten vervangen.
Modellen van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur en het
bedieningspaneel van roestvrij staal of
aluminium schoon met een vochtige spons
en droog hem daarna zorgvuldig af met
een zachte doek. Gebruik geen
metaalsponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen die krassen op het oppervlak
kunnen veroorzaken.
30
Afb. 33
Het schoonmaken van de afdichting van de
ovendeur
Een rubberen afdichting rond de opening van de
oven garandeert de goede werking.
Controleer de toestand van deze
afdichting regelmatig. Indien het
nodig is de afdichting schoon te
maken, geen schurende voorwerpen
of producten gebruiken.
Als u merkt dat de afdichting
beschadigd is, moet u contact
opnemen met onze service-afdeling
en mag u de oven niet gebruiken tot
de afdichting gerepareerd is.
Electrolux
Ovenroosters en geleiders
Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen
de geleiderails aan de linker- en rechterzijde van
de oven worden verwijderd.
Verwijderen van de geleiderails
Eerst de rail aan de voorkant van de ovenwand
wegtrekken en vervolgens achter loshaken (34,
35).
Monteren van de geleiderails
Bij het terugplaatsen de rails eerst achter inhaken,
dan aan de voorkant op de juiste positie brengen
en vervolgens de rails op hun plaats drukken (36).
Reinig de geleiderails met warm zeepsop en
verwijder hardnekkige vlekken met een goed
vochtig gemaakt sponsje met zeep. Goed
afspoelen en met een zachte doek afdrogen.
Afb. 34
Afb. 35
Afb. 36
Vervanging van het ovenlampje
Koppel het apparaat los
Als het ovenlampje moet worden vervangen,
dan moet dit voldoen aan de volgende eisen:
- Vermogen: 40 W,
- Voltage: 230 V (50 Hz),
- Hittebestendig tot 300° C,
- Soort aansluiting: E14.
Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij de
Klantenservice.
Het kapotte lampje vervangen:
1. Zorg ervoor dat de stekker uit het
stopcontact is gehaald.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het
tegen de klok in.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit
door een nieuw.
4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de
stekker weer in het stopcontact.
)
Afb. 37
31
Electrolux
Als er iets verkeerd gaat
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst onderstaande aanwijzingen, voordat u contact opneemt
met onze service-afdeling:
PROBLEEM
De oven gaat niet aan.
OPLOSSING
druk op toets
en kies vervolgens een
bereidingsfunctie.
of
Heeft de zekering in de meterkast gereageerd?
of
Is de kinderblokkering voor de oven of de automatische uitschakeling actief?
of
Is per ongeluk de demo-modus geactiveerd?
of
Controleer of het apparaat correct is aangesloten en
de stopcontactschakelaar of de netstroomtoevoer op
AAN staan.
De binnenverlichting van de oven
brandt niet.
Druk op toets
Het bereiden van de gerechten
duurt te lang, of ze worden te snel
gaar.
Eventueel moet de temperatuur worden gewijzigd,
Damp en condens slaan neer op
de gerechten en in de ovenruimte.
Laat de gerechten na het bereiden niet langer dan
De ovenventilator maakt lawaai.
Controleer of de roosters en het bakgerei niet
De foutcode “F” gevolgd door cijfers verschijnt op het display.
Wij verzoeken u de foutcode te noteren en door te
32
Het display geeft “12.00”.
en kies vervolgens een
bereidingsfunctie.
of
Controleer de gloeilamp, en vervang deze indien
nodig (zie „Vervangen van de binnenverlichting“).
of
Raadpleeg de inhoud van deze gebruiksaanwij-
zing, met name het hoofdstuk „Gebruik van de
oven“.
15 - 20 minuten in de oven staan.
tegen het achterpaneel van de oven trillen.
geven aan de dichtstbijzijnde klantenservice.
Klok gelijk zetten (zie hoofdstuk "Om het juiste
tijdstip van de dag in te stellen").
Electrolux
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Inbouw
Onderwarmte
Boven- en onderwarmte
1000 W
1800 W
Hoogte
600 mm
Breedte
560 mm
Hete lucht
1825 W
Diepte
550 mm
Grill
1650 W
Oven
Ventilatorgrill
1675 W
Hoogte
335 mm
Pyrolytische reiniging
2475 W
Breedte
395 mm
Diepte
Bruikbare inhoud oven
400 mm
53 l
Ovenverlichting
40 W
Motor van de heteluchtventilator
25 W
Motor koelventilator
25 W
2720 W
Totale aansluitwaarde
Werkspanning (50 Hz)
230 V ~/ 400 V 3N~
Deze oven kan met de volgende kookplaten
worden ingebouwd (230V):
Plateaus met gietijzeren platen
Type: EHE 60000
Aansluitwaarde plateau
Lichtnetspanning (50 Hz)
Keramische kookplateaus
Type: EHC 650
Aansluitwaarde plateau
Lichtnetspanning (50 Hz)
Type: EHC 660
Aansluitwaarde plateau
Lichtnetspanning (50 Hz)
Totaal-aansluitwaarde:
Oven + plateau
6000 W
230 V
6200 W
230 V
7400 W
230 V
10120 W
33
Electrolux
Instructies voor de installateur
Het inbouwen en installeren dient
volgens de landelijke normen en
plaatselijke voorschriften te
geschieden. Iedere tussenkomst na
de aansluiting dient gedaan te
worden met afgekoppelde of
uitgeschakelde stroomtoevoer. De
installatie en de elektrische
aansluiting van het apparaat moeten
door een erkend vakman gebeuren.
Elektrische aansluiting
Let op:
z
de aansluiting moet worden uitgevoerd met in acht
neming van de huidige normen;
z
de zekeringen in de huisinstallatie moeten de lading
van het apparaat kunnen dragen (zie het
typeplaatje);
z
het stopcontact moet zijn voorzien van een
deugdelijke aardleiding, volgens de huidige
normen en wetten;
z
het voor de aansluiting gebruikte stopcontact moet
makkelijk bereikbaar zijn.
z
zorg ervoor dat in de elektrische huisinstallatie een
installatie-automaat of groepschakelaar met
smeltzekering wordt geïnstalleerd zodat het
apparaat met een contactopening van min. 3 mm
van het net kan worden gescheiden. De
schakelaar mag de geelgroene aardedraad
nooit op enig punt verbreken. De geelgroene
aardedraad dient 2-3 cm langer te zijn dan de
andere draden.
z
de kabel moet zo geïnstalleerd worden dat hij niet
heter kan worden dan 50°C boven de
kamertemperatuur;
z
om de oven aan te sluiten moet de plaat op de
achterzijde verwijderd worden om bij het
klemmenbordtekomen.
Dit apparaat wordt geleverd zonder aansluitsnoer.
Alleen een van de volgende types snoer mag
worden gebruikt: H07RN-F, H05RN-F, H05RR-F,
34
H05VV-F, H05V2V2-F(T90), H05 BB-F. Aan het
snoer moet een geschikte stekker worden
gemonteerd.
Aansluiting van de stroomtoevoer
Zowel oven als kookplaat zijn gebouwd voor
aansluiting op nominale spanning(en) van 230 V.
Aansluiting van de stroomtoevoer geschiedt op
de klemmenstrook, achterop de oven, waarop zich
5 genummerde aansluitklemmen en 1
aardingsklem bevinden.
Het toestel wordt afgeleverd voor de aansluiting
“400 V driefasen + nul” (tussen de fase en de nul
dient er 230 volt gemeten te worden - Afb.38).
Één-en tweefasen aansluiting is eveneens mogelijk
(let op de waarde van de groepszekering in de
installatie); u vindt de vereiste schakelgegevens
in Afb 39.
Afb. 38
FO 0330
1
230V 3~
Ø 4x2,5mm²L1
1
230V 1~
Ø 3x4mm² L1
1
400V 2N~
Ø 4x2,5mm²
L1
1
400V 3N~
Ø 5x1,5mm²L1
Afb. 39
2 3 4 5
L2
L3 PE
2 3 4 5
N
2 3 4 5
PE
L2
N
2 3 4 5
PE
L2 L3 N
PE
Electrolux
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het
ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel
resp. de uitsparing waarin het apparaat moet
worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende
voorschriften moeten alle delen, die de
bescherming tegen aanraking van onder
spanning staande en geïsoleerde delen
garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet
zonder gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van
eventuele afsluitende kanten aan het begin of
einde van een aanbouwlijn.
De bescherming tegen aanraking moet in
ieder geval door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp.
zijkant tegen hogere keukenmeubelen, apparaten
resp. wanden geplaatst worden. Aan de andere
zijkant mogen er echter geen andere apparaten of
meubelen van dezelfde hoogte als het apparaat
geplaatst worden.
Afb. A
IN
560
- 57
0
Voor een onberispelijke werking van het
ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel
resp. de uitsparing waarin het apparaat moet
worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben
(Afb. B).
600
550 M
Ovenafmetingen (Afb. A)
Instructies voor de inbouw
100
80÷
Afb. B
Bevestiging in het meubel
-
Open de ovendeur;
bevestig de oven aan het inbouwmeubel door
de vier afstandsstukken (Afb.C - A) die precies
in de gaten van het frame passen, te plaatsen
en deze daarna met de vier bijgeleverde
houtschroeven (Afb. C - B) vast te zetten.
Afb. C
35
Electrolux
Service en onderdelen
Als het probleem na de beschreven controles niet
kan worden opgelost, bel dan de dichtstbijzijnde
klantenservice van de fabrikant en vermeld de aard
van het defect, het model van het apparaat (Mod.),
het Productienummer (Prod. Nr.) evenals het
fabricagenummer (Ser. Nr.), die u op het typeplaatje
van de oven vindt.
De originele vervangingsonderdelen van de
fabrikant, die voorzien van het
volgende merkteken, vindt u
uitsluitend bij de centrale van
onze klantenservice of bij
geautoriseerde onderdelenwinkels.
36
72 electrolux
www.zanker.de
72
35905-8403
02/09 R.A