ZANKER ZKB7630X Handleiding

Type
Handleiding
Electrolux
2
Veiligheidsvoorschriften
Stap-voor-stap-handleiding
Aanwijzingen en Tips
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
- 2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
- 2004/108 (EMC Richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
)
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid............................................................................. 3
Beschrijving van het apparaat ........................................................................................................................... 5
Bedieningspaneel ............................................................................................................................................. 6
Eerste installatie ............................................................................................................................................... 7
Functiesymbolen ............................................................................................................................................ 10
De oven gebruiken ......................................................................................................................................... 11
Programmeren van de oven ........................................................................................................................... 15
Speciale functies ............................................................................................................................................ 17
Bak- tabellen .................................................................................................................................................. 20
Reiniging en onderhoud ................................................................................................................................... 22
Als er iets verkeerd gaat................................................................................................................................. 31
Technische gegevens ..................................................................................................................................... 32
Instructies voor de installateur ......................................................................................................................... 33
Instructies voor de inbouw .............................................................................................................................. 34
Service en onderdelen .................................................................................................................................... 35
Electrolux
3
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor
de veiligheid
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden
geschonken of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het
belangrijk dat de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan
beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze
dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
De installatie moet verricht worden door vakkundig
personeel, met inachtneming van de geldende
voorschriften. De afzonderlijke
installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de
Aanwijzingen voor de installateur.
Laat de installatie en aansluiting uitvoeren door een
vakman, overeenkomstig de hem, dankzij zijn
vakkennis bekende richtlijnen.
Ook eventueel naar aanleiding van voor de
installatie noodzakelijke wijzigingen aan de
elektriciteitsvoorziening moeten door een vakman
aangebracht worden.
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de bereiding van
gerechten; gebruik hem nooit voor andere
doeleinden.
Pas, bij het openen van de ovendeur, tijdens
of na afloop van de bereiding op voor de hete
luchtstroom, die uit de oven naar buiten komt.
Tijdens de werking van de oven extra voorzichtig
zijn. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen zijn de roosters en andere
delen erg heet.
Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie
voor voedingsmiddelen in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de bodem van
de oven.
Ga bij het schoonmaken van de oven voorzichtig te
werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien
aanwezig), het verwarmingselement en de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook
aan te brengen aan het apparaat of aan de
kenmerken ervan.
Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de
ovendeur en de andere onderdelen van het apparaat
erg heet, houd kinderen daarom uit de buurt van het
apparaat. Bij de aansluiting van elektrische
apparaten op stopcontacten in de buurt van de oven,
moet u er op letten dat aansluitkabels niet in
aanraking komen met hete kooktoestellen of
vastgeklemd raken in de hete deur van de oven.
Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete
schotels of schalen uit de oven te halen.
Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang
van het oppervlaktemateriaal van de oven.
Schakel voordat u de oven schoonmaakt de stroom
uit of trek de stekker uit het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT»
staat, als de oven niet meer gebruikt wordt.
Deze oven is zowel in de uitvoering als afzonderlijk
apparaat of als combinatieapparaat met een
elektrische kookplaat, vervaardigd voor aansluiting
op enkelfase 230 V.
Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met
een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen
schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur
veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van
het glas.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten
spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in
werking is. Ook nadat u de oven heeft
uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht
Nederlands
Electrolux
4
gebeurt van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een
dergelijke persoon instructies hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
Klantenservice
Laat controlewerkzaamheden of reparaties door de
klantenservice van de fabrikant of door een door de
fabrikant geautoriseerde klantenservice uitvoeren en
gebruik altijd originele vervangingsonderdelen.
Probeer nooit zelf storingen van of beschadigingen
aan het apparaat te repareren. Reparaties door niet
opgeleide personen kunnen schade of letsel
veroorzaken.
Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als normaal
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het dient
daarentegen ingeleverd te worden bij een
inzamelingspunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparatuur. Door uw bijdrage aan de juiste
afvalverwerking van dit product helpt u het milieu en de
gezondheid van uw medemensen te beschermen. Het
milieu en de gezondheid worden door verkeerde
afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere
informatie over de recycling van dit product kunt u
contact opnemen met uw gemeentehuis, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
Electrolux
5
Beschrijving van het apparaat
Toebehoren
1
5
4
7
3
6
2
1. Bedieningspaneel
2. Elektronischeovenregeling
3. Ventilatieopening voor de koelventilator
4. Grill
5. Verlichtingslampje
6. Oven-ventilator
7.Type plaatje
RoosterBakplaat
Braadslede
Electrolux
6
Gaar-
functies
Tijds-
indicatie
Temperatuur-
indicatie
1 2 3 4 5 6 7
Bedieningspaneel
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “
(tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok,
ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in
het programmageheugen bewaard. Als de stroom langer
uitvalt, worden alle instellingen gewist. Als de stroom-
toevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het
display. De klok en de timer moeten in een dergelijk
geval wel opnieuw worden ingesteld.
Alle functies van de oven worden elektronisch
geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaarfuncties,
gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kie-
zen.
Electrolux
7
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op de toets
en, terwijl het symbool
knippert, stelt u met de toetsen “ ” of “ ” de tijd
in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd verdwijnt onge-
veer 5 seconden na weergave van de precieze tijd.
2. Zodra het symbool niet meer knippert, drukt u
tweemaal op de
toets.
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
Voor het eerste gebruik
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven
opgewarmd worden zonder voedsel.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
om de oven in te schakelen.
2. Druk tweemaal op de toets
en kies de functie
«Hete lucht»
(afb. 2).
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik daarvoor
de toets “
”.
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten lang in
werking.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Doe dit opnieuw met de functie «Boven- en onder-
warmte» en «Ventilatorgrill» gedurende zo’n 5-10 minu-
ten.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
binnen en buiten, voordat u de oven in
gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de elektriciteit
wordt aangesloten, verschijnt in het display automa-
tisch 12:00 en het symbool knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van de dag
is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven.
Eerste installatie
Afb. 1
Afb. 2
Electrolux
8
Afb. 3
Afb. 4
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of andere pro-
gramma’s moet de oven worden ingeschakeld. Als de
knop
is ingedrukt, verschijnt in het display het
ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld
(afb. 4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de knop .
te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of program-
ma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitge-
schakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de
tijd van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
toets te druk-
ken.
2. Druk op de toets om de gewenste functie te
selecteren. Elke keer dat toets
wordt inge-
drukt, wordt een functiesymbool zichtbaar in het
display en links van het geselecteerde functie-
symbool verschijnt het bijbehorende functienummer
(afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur niet
geschikt is, dan stelt u met de toets “
” of “
de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in
stappen van 5 graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de oven
begint het thermometersymbool
langzaam te
stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oven-
temperatuur aan.
Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan
weerklinkt een kort akoestisch signaal en het
thermometersymbool
gaat branden.
Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam
luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroor-
zaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig dan de
ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte
doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste
gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de hand-
greep in het midden vast (afb. 3).
Afb. 5
Electrolux
9
Afb. 6
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl
het symbool “°” knippert (afb. 6). De maximale tempe-
ratuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “
” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl
het symbool
knippert.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt
(door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege
defecte onderdelen), is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroom-
toevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald,
wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd van-
wege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat
de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de
thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect
onderdeel, neem dan contact op met de klanten-
service.
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedienings-
paneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele mi-
nuten in werking is automatisch ingeschakeld.
Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de
greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is
uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lo-
pen om de bedieningselementen te koelen. Dit is hele-
maal normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe
lang en op welke temperatuur de oven ge-
bruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator hele-
maal niet ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar
korte tijd gebruikt is.
Electrolux
10
Hete lucht - Bij deze instelling kunt u op
meerdere niveaus tegelijkertijd braden of
bakken en braden, zonder dat dit tot aroma-
overdracht leidt. Vooraf ingestelde tempe-
ratuur: 175°C
Boven- en onderwarmte - De warmte
komt van boven en beneden en wordt
gelijkmatig in de ovenruimte verdeeld.
Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C
Onderwarmte - De warmte komt alleen
van het onderste verwarmingselement in
de ovenruimte. Bij deze instelling kunt u
gerechten heel goed afmaken. Vooraf inge-
stelde temperatuur: 250°C
Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve
gaarmethode voor gerechten die anders
met de normale grill worden bereid. Het
grillelement en de ventilator van de oven
werken samen, zodat de hetelucht rond de
gerechten circuleert. Vooraf ingestelde tem-
peratuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200 °C.
Grill - Via de grill gaat snel directe warmte
naar het middelste gedeelte van de grill-
pan. Met de grill kunnen goed kleinere
hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze
wijze kan ook energie worden bespaard.
Vooraf ingestelde temperatuur: 250 °C
Ontdooien - De ventilator circuleert de
hetelucht zonder warmte bij
kamertemperatuur in de ovenruimte.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien,
die door opwarmen beschadigd raken,
bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
Pyrolytische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig
reinigen.
1
2
3
5
6
7
Functiesymbolen
4
Electrolux
11
De oven gebruiken
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor natuurlijke luchtcirculatie en de constante
hercirculatie van stoom.
Dit systeem maakt het mogelijk om in een
stoomomgeving voedsel te bereiden en dit houdt de
gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd en het
energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de
bereiding kan er stoom ontstaan die kan ontsnappen als u
de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal.
Echter, doe altijd een stap van de oven vandaan
als u de ovendeur opent, zodat de stoom of hitte
in de oven kan ontsnappen.
Let op! - Leg geen voorwerpen op de bodem
van de oven en dek tijdens de bereiding geen
enkel deel van de oven af met aluminiumfolie, dit
kan oververhitting veroorzaken, wat de
bakresultaten beïnvloedt en het email van de
oven kan beschadigen. Zet pannen,
hittebestendige pannen en aluminium bladen altijd
op het rek dat in de geleiders is geschoven.
Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er
stoom, net als in een ketel. Als de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de oven,
condenseert hij en ontstaan er waterdruppels.
Om de condensvorming te beperken, de lege
oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Wij adviseren u, de waterdruppels na elke bereiding
af te vegen.
Tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten houden. Doe een stap naar
achteren bij het openen van de ovendeur, die
kiept. Laat hem niet open vallen - ondersteun
de deur met de deur-handgreep totdat hij
helemaal open is.
De oven heeft vier niveaus voor ovenrekken, er
zijn twee rekken meegeleverd. De rekposities
worden vanaf de bodem van de oven geteld,
zoals getoond in de afbeelding.
Het is belangrijk dat deze rekken correct geplaatst
zijn, zoals afgebeeld in het diagram.
Zet nooit kookgerei direct op de bodem van de
oven.
4
3
2
1
Electrolux
12
Praktische tips
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik
van het middelste niveau. Wanneer u wilt dat uw
baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op
een lager niveau in de oven zetten. Wanneer u
wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt,
moet u het op een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de bakplaten
en schalen is van invloed op de mate waarin het
voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker,
zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen
het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend
aluminium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren
en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster,
om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afme-
ting, om te voorkomen dat er voedsel op de bo-
dem van de oven wordt gemorst en ervoor te zor-
gen dat de oven gemakkelijker kan worden gerei-
nigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of bakgerei di-
rect op de bodem van de oven, omdat die erg
heet wordt en het vaatwerk kan beschadigen. Als
u deze instelling gebruikt komt de warmte van de
bovenste en onderste verwarmingselementen.
Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau
bereiden. Dit is bijzonder geschikt voor gerechten,
waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv.
quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook wat
extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook
heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daar-
voor op de toets oven-functies
, tot het sym-
bool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de tem-
peratuur instellen.
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete lucht, die
via een ventilator aan de achterwand van de oven
gelijkmatig in de binnenruimte van de oven wordt ver-
deeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle oven-
zones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschil-
lende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken,
braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is
het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwar-
men. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidings-
duur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen,
zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste
resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het alge-
meen lagere temperaturen dan bereiding met boven-
en onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en
braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw
eigen recepten voor boven- en onderwarmte met 20-
25 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling bij het
bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus
gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met
hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen
worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen
echter iets bruiner worden dan die op het onderste ni-
veau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren wor-
den daarbij niet van het ene op het andere gerecht
overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot
het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “ ” de tem-
peratuur instellen.
Electrolux
13
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor het bakken
van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken
van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat
de quiche- resp. taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster
van de grillplaat worden geplaatst, om ervoor te
zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het
gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap
drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zoals bijv.
vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat
het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis
licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zo-
dat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten of
paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees
onder het grillrooster (direct op de grillplaat) wor-
den gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het
bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding
worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor het mid-
den van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken
voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u
energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets
oven-functies
, tot het symbool op het
display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “
” of “ ” de tem-
peratuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en
rooster, al naargelang of het om platter of dikker
grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor
het grillen op.
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidingsmethode voor
gerechten die anders met de normale grill bereid wor-
den. Grillelement en ventilator werken samen, zodat
de hete lucht rond de gerechten circuleert. De nood-
zaak om het voedsel te controleren en om te draaien is
daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kook-
luchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken, die van
binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmidde-
len met hete lucht bereiden die u normaal met boven-
en onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt
geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd
dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat
grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen wor-
den.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor op de
toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “
” of “ ” drukken, om de
temperatuurinstelling aan te passen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en
rooster, al naargelang of het om platter of dikker
grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor
het grillen op.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat de lucht
bij kamertemperatuur in de binnenruimte van de oven
circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid.
De temperatuur in de keuken beïnvloedt echter de
ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare
levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen be-
schadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op de
toets Oven-functies
, tot het symbool op
het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
Electrolux
14
Voorzichtig!
De oven niet met aluminiumfolie bekle-
den en geen kookgerei, geen braadslede
of bakplaat op de bodem leggen, aange-
zien anders het email van de oven door
de optredende warmtestuwing bescha-
digd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar ge-
lang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid
vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer berei-
den resp. braden, om bij bereiding van dezelfde ge-
rechten in de toekomst ervaring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen
aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een gemiddelde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven
ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een
bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af
van de soort en hoeveelheid garnering of vulling.
Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te
vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in
de oven geschoven, dan moet tussen de platen een
inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in
de oven geschoven, dan moeten de platen na onge-
veer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden ver-
wisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan
1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uit-
drogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden
maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij
een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebra-
den.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij
een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of
jus direct aan het begin in de braadslede. In andere
gevallen worden ze het laatste halfuur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt,
is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen
roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur
en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de
braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan,
zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u
een beetje water in de braadslede gieten. Om
condensvorming te voorkomen, een paar keer water
toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in
de oven op de laagste temperatuur warm gehouden
worden.
Electrolux
15
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets
om de kookwekkerfunctie te
selecteren. Het overeenkomstige symbool
knippert en op het bedieningspaneel verschijnt
“0.00” (afb. 7).
2. Stel met de toets “ ” de gewenste tijd in. De
maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Nadat dit
is ingesteld, wacht de kookwekker 3 seconden,
waarna hij begint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd hoor u
een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt hij
NIET uitgeschakeld.
De kookwekker kan ook gebruikt worden als
de oven uitgeschakeld is.
De instelling van de kookwekker wijzigen:
Druk op de toets
, tot de symbolen en
gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kookwekker wijzi-
gen. Druk daarvoor op de toets “
” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
druk op toets
, tot de symbolen en
gaan knipperen.
De toets “ ” indrukken om de tijdsaanduiding te
resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van de
oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven in,
kies de gewenste functie en stel indien nodig de
gewenste temperatuur in.
2. De toets
indrukken, om de functie
“Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidingsduur-
symbool
knippert en op het display wordt
“0.00” aangegeven (afb. 9).
3. Terwijl het symbool
knippert, met de toets “
de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur
is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie
wacht 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
Electrolux
16
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de
oven automatisch uitgeschakeld. Er weerklinkt
een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel
verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool knip-
pert.
2. Druk op de toets “
” om de tijdsaanduiding te
resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van de
oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven in het
betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het einde
van de bereidingsduur geselecteerd is en
het betreffende symbool knippert. Op het
bedieningspaneel wordt het eind van de
bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaar-
tijd ) weergegeven - (afb. 11).
3. Druk op de toets “
” om het gewenste einde van
de bereidingsduur te selecteren.
4. 3 seconden na het instellen begint de programma-
schakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgescha-
keld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld,
klinkt er een akoestisch signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren, annu-
leert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur.
Afb. 10
Afb. 11
Electrolux
17
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden gewijzigd,
wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel
uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling: Uitschakeling
oven:
250°C na 3 uur
van 200 tot 245°C na 5,5 uur
van 120 tot 195°C na 8,5 uur
minder dan 120°C na 12 uur
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de
oven automatisch een paar minuten voor het einde van
de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld,
zodat de gerechten in de oven zonder verder energie-
verbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen
worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt
u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen geblok-
keerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door
kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets
.
2. Druk tegelijkertijd de toetsen
en “ ” onge-
veer 3 seconden lang in. Een akoestisch signaal
weerklinkt en de melding „SAFE“ verschijnt op
het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu geen
afzonderlijke functies en ook geen temperatuur
geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd ongeveer
3 seconden in. Er klinkt een akoestisch signaal en de
weergave „SAFE” verdwijnt. Nu kan de oven weer
worden bediend.
Afb. 12
Afb. 13
Electrolux
18
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van de
temperatuur warmt de oven langzaam op tot de ge-
wenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten,
afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt
moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en temperatuur
in zoals beschreven op de voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur op de toets
” of “ ”. De temperatuur wordt in het display
aangegeven.
4. Druk op toets
. In het temperatuurdisplay
verschijnt „FHU” (afb. 14).
5. Druk op toets . Het symbool “°” knippert
ongeveer 10 seconden lang. Nu kunt u de tempe-
ratuur selecteren. Druk daarvoor op de toets “
of “
”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt is, klinkt
een korte signaaltoon en in de temperatuurweergave
verschijnt weer de ingestelde temperatuur.
Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en temperatu-
ren beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de
ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik,
afgezien van de binnenverlichting, het display en de
ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste
aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen
worden ingeschakeld, wanneer in het display 12:00 en
het symbool
automatisch knipperen.
1. De toets
ca. 2 seconden indrukken. Er klinkt
een kort signaal.
2. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd in. Er
klinkt een kort signaal en op het display verschijnt
12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt het
symbool op het display.Dat betekent dat de
demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen geselecteerd
worden.
Afb. 14
Electrolux
19
De oven is niet echt in werking en de
verwarmingselementen worden niet ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven
beschreven te werk om de demo-modus weer uit te
schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in het
programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een
signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze
functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden
geactiveerd.
1. Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd ongeveer
3 seconden in. Het signaal klinkt één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regeltoets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
in,
zodat de oven wordt uitgeschakeld.
2. Drukt u de toetsen
en “ ” tegelijkertijd onge-
veer 3 seconden in. Het signaal klinkt één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen voert
voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer
sommige parameters niet kloppen, worden de
betreffende functies uitgeschakeld en op het display
verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het
oplossen van problemen“.
Afb. 15
Afb. 17
Afb. 16
Electrolux
20
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
(*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te
plaatsen.
Bak-tabellen
GEBAK
Roerdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 45-60 Taartvorm
Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en 3)* 160 20-30 Taartvorm
Karnemelk-kaaskoek 1 175 2 165 60-80 Taartvorm
Appeltaart 1 170 2 (1 en 3)* 160 90-120 Taartvorm
Strudel 2 180 2 160 60-80 Bakplaat
Jamtaart 2 190 2 (1 en 3)* 180 40-45 Taartvorm
Cake 2 170 2 150 60-70 Taartvorm
Scones 1 170 2 (1 en 3)* 165 30-40 Taartvorm
Stol 1 150 2 150 120-150 Taartvorm
Pruimentaart 1 175 2 160 50-60 Broodpan
Kleine taart 3 170 2 160 20-35 Bakplaat
Biscuits 2 160 2 (1 en 3)* 150 20-30 Bakplaat
Schuimgebak 2 135 2 (1 en 3)* 150 60-90 Bakplaat
Met gist gebakken koekjes 2 200 2 190 12~20 Bakplaat
Gebak: Soezendeeg 2 of 3 210 2 (1 en 3)* 170 25-35 Bakplaat
Taartjes 2 180 2 170 45-70 Taartvorm
BROOD EN PIZZA
Witbrood 1 195 2 185 60-70
Roggebrood 1 190 1 180 30-45 Broodpan
Broodjes 2 200 2 (1 en 3)* 175 25-40 Bakplaat
Pizza 2 200 2 200 20-30 Bakplaat
FLANS
Pasta-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 40-50 Bakvorm
Groente-flan 2 200 2 (1 en 3)* 175 45-60 Bakvorm
Quiches 1 210 1 190 30-40 Bakvorm
Lasagne 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
Cannelloni 2 200 2 200 25-35 Bakvorm
VLEES
Rund 2 190 2 175 50-70 Rooster
Varken 2 180 2 175 100-130 Rooster
Kalf 2 190 2 175 90-120 Rooster
Engelse rosbief
rood 2 210 2 200 50-60 Rooster
rosé 2 210 2 200 60-70 Rooster
doorbakken 2 210 2 200 70-80 Rooster
Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 met zwoerd
Varkenspoot 2 180 2 160 100-120 s stuks
Lamsvlees 2 190 2 175 110-130 Bout
Kip 2 190 2 200 70-85 Heel
Kalkoen 2 180 2 160 210-240 Heel
Eend 2 175 2 220 120-150 Compleet
Gans 2 175 1 160 150-200 Compleet
Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken
Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken
Fazant 2 190 2 175 90-120 Compleet
Gebraden gehakt 2 180 2 170 totaal.. 150 Broodpan
VIS
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3)* 175 40-55 3-4 vissen
Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3)* 175 35-60 4-6 filets
GERECHT
Boven- en onderwarmte
Hete lucht
Temp.
(°C)
Temp.
(°C)
4
3
2
1
Grilltijd
in minuten
OPMERKINGEN
4
3
2
1
Niveau
Niveau
Electrolux
21
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw
persoonlijke wensen worden aangepast.
Grilleren
1e kant
Temp. (°C)
Stuks
gr.
Hoeveelheid
Bereidingstijd (minuten)
2e kant
Grilleren
GERECHT
Filetsteaks 4 800 3 250 12~15 12~14
Biefstuk 4 600 3 250 10~12 6~8
Grillworst 8 / 3 250 12~15 10~12
Varkenskotelet 4 600 3 250 12~16 12~14
Haantje (in 2 helften) 2 1000 3 250 30~35 25~30
Spiezen 4 / 3 250 10~15 10~12
Kippenborst 4 400 3 250 12~15 12~14
Hamburger* 6 600 2 250 20-30
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet 4 400 3 250 12~14 10~12
Belegd toastbrood 4~6 / 3 250 5~7 /
Sneeën witbrood 4~6 / 3 250 2~4 2~3
Niveau
Ventilatorgrill
4
3
2
1
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
1e kant
Temp.(°C)
Stuks
gr.
Hoeveelheid
Bereidingstijd
(minuten)
2e kant
Grillen met hete lucht
GERECHT
Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30~40 20~30
Kip (in helften) 2 1000 3 200 25~30 20~30
Kippenpoot 6 - 3 200 15~20 15~18
Kwartel 4 500 3 200 25~30 20~25
Groentegratin - - 3 200 20~25 -
St. Jacobsschelpen - - 3 200 15~20 -
Makreel 2-4 - 3 200 15~20 10~15
Vis moten 4-6 800 3 200 12~15 8~10
4
3
2
1
Niveau
Electrolux
22
Voordat u de oven schoonmaakt, de oven
uitschakelen en laten afkoelen.
Het apparaat mag niet schoongemaakt
worden met een stoomreiniger.
Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de stekker
van het apparaat absoluut uit het stopcontact halen.
Voor een lange levensduur van het apparaat is het
noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden
regelmatig te verrichten:
- Doe dit alleen bij een afgekoelde oven.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met zeepsop.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat
droogwrijven met een zachte doek.
- Bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn
gebruiken.
Het email van de oven is uiterst duurzaam en in
hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren
(citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de
oppervlakken van email blijvende, matte en ruwe
vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het
hoogglanzende oppervlak van het email hebben echter
geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven
grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het
makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt
daardoor voorkomen.
Schoonmaakmiddelen
Voordat u welke schoonmaakmiddelen dan ook
voor uw oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt
zijn en of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant.
Schoonmaakmiddelen met bleekmiddel mogen
NIET worden gebruikt omdat zij de toplaag van de
oppervlakken dof kunnen maken. Ook het gebruik van
ruwe schuurmiddelen moet worden vermeden.
Schoonmaken van de buitenkant
Wrijf regelmatig over het bedieningspaneel, de ovendeur
en de afdichting met een zachte doek die goed is
uitgewrongen met warm water waaraan een beetje
vloeibaar wasmiddel is toegevoegd.
Om het beschadigen of verzwakken van de glazen
ruiten te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende
middelen vermijden:
Was- en bleekmiddelen
Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor
pannen met anti-aanbaklaag
Reiniging en onderhoud
Brillo/Ajax sponsjes of schuursponsjes van
staalwol
Chemische ovensponsjes of spuitbussen
Roestverwijderaars
Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Maak het binnen- en buitenvenster van de deur
schoon met een warm zeepsopje. Mocht het
binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is
het gebruik van een schoonmaakmiddel zoals Hob Brite
aan te bevelen. Gebruik geen verfkrabbers om
aangekoekt vuil te verwijderen.
Maak de ovendeur NIET schoon terwijl de
glasplaten warm zijn. Als deze
voorzorgsmaatregel niet wordt
nagekomen, dan kan de glasplaat
verbrijzelen.
Als de glasplaat van de deur gebarsten is of
diepe krassen heeft, dan wordt het glas minder
sterk en moet het worden vervangen om te
voorkomen dat het verbrijzelt. Neem contact op
met de Klantenservice, die u graag advies zal
geven.
Ovenruimte
De emaille basis van de ovenruimte kunt u het best
schoonmaken als de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een
zachte doek gedrenkt in warm water met een
afwasmiddel. Af en toe is het echter nodig de oven
grondiger schoon te maken, gebruik daarvoor een in de
handel verkrijgbare ovenreiniger.
Electrolux
23
Pyrolytische reiniging
De oven is bekleed met een speciaal hittebestendig
email.
Tijdens de pyrolytische zelfreiniging kan de tempe-
ratuur in het binnenste van de oven oplopen tot meer dan
500 °C en zo etensresten verbranden.
Voor uw eigen veiligheid wordt de ovendeur tijdens
de pyrolytische reiniging automatisch vergrendeld, zodra
de temperatuur in de binnenruimte ca. 300 °C bereikt.
Na beëindiging van de zelfreiniging blijft de ovendeur
vergrendeld tot de oven is afgekoeld.
De koelventilator blijft in werking tot de oven is
afgekoeld. Het wordt geadviseerd alle voedselresten na
de bereiding met een natte spons te verwijderen.
Van tijd tot tijd is echter een intensievere reiniging
nodig, die u met de functie van de pyrolytische zelf-
reiniging kunt uitvoeren. Afhankelijk van de vervuiling
van de oven kunt u twee niveaus van pyrolytische
zelfreiniging kiezen.
Als de oven niet erg is vervuild, dan raden wij aan
de pyrolytische 1 functie (P I) op het programmeerdisplay
te kiezen.
Het is zinvol, de oven na elke pyrolytische reiniging
af te nemen met een zachte spons die met zeepsop vochtig
is gemaakt.
Als de binnenkant van de oven erg is vervuild, dan
raden wij aan de pyrolytische 2 functie (P 2) op het
programmeerdisplay te kiezen.
Tijdens de pyrolytische schoonmaakfunctie kan de
oven gedurende 2 uur niet worden gebruikt als de Pyr 1
functie is gekozen en 2 1/2 uur als de Pyr 2 functie actief
is.
Na een aantal bak- en braadprocessen en
afhankelijk van de mate van vervuiling van
de oven adviseert de Pyro Reminder een
pyrolytische reinigingsfunctie uit te voeren. Er
klinkt een signaal en op het display brandt de
melding Pyro ca. 15 seconden, er klinkt een
tweede signaal.
Kies afhankelijk van de mate van vervuiling
van de oven de geschikte pyrolytische
reinigingsfunctie.
Zolang er geen complete reinigingsfunctie
wordt uitgevoerd, verschijnt telkens wanneer
de oven wordt uitgeschakeld de melding van
de Pyro Reminder op het display.
Electrolux
24
Schakel de pyrolytische reinigingsfunctie op
de volgende wijze in:
1. Schakel met de toets de oven in. Druk zo
lang op toets
tot het symbool van de functie
Pyro (niveau 1 - P I) op het display
verschijnt (afb. 18).
Het symbool
en de melding Pyro
knipperen tegelijkertijd op het display, er klinkt een
signaal (afb. 19).
Dit betekent dat u voor het inschakelen van de
pyrolytische reiniging alle voorwerpen en de
inhangroosters uit de binnenruimte van de oven
moet verwijderen.
2. Het symbool “Bereidingsduur”
knippert 5
seconden; druk gedurende die tijd op de toets ‘
of ‘ ’ om pyrolytische functie 1 (P I) of 2 (P 2) te
kiezen (afb. 20).
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen,
begint het symbool Pyro op het display te
knipperen en wacht op de bevestiging dat de
reinigingscyclus kan worden gestart.
4. Druk ter bevestiging van de gewenste
pyrolytische functie op de toets
. De melding
Pyro knippert niet meer en het symbool
verdwijnt, het akoestische signaal
stopt, de binnenverlichting gaat uit en de
pyrolytische reiniging begint (afb. 21).
Naarmate de temperatuur in de oven toeneemt,
stijgt het thermometersymbool
langzaam en
geeft daarmee de temperatuurstijging in het
binnenste van de oven aan.
5. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en
het bijbehorende symbool
verschijnt (afb.
22). Nu is de toets
niet meer actief.
Na afloop van de pyrolytische zelfreiniging
geeft het display de tijd van de dag aan. De
ovendeur blijft vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een
akoestisch signaal, het symbool
verdwijnt en
de deur wordt ontgrendeld.
Gebruik van de pyrolytische zelfreiniging
Voordat u de pyrolytische schoonmaak-
functie inschakelt, moet alle vuil worden
verwijderd en moet u controleren of de
oven leeg is. Laat niets in de oven zitten
(bijv. pannen, roosters, bakplaat, braads-
lede, enz.), deze kunnen ernstig bescha-
digd raken.
Vergewist u zich er voor het inschakelen
van de pyrolytische reinigingsfunctie van
of de ovendeur gesloten is.
Gebruik tijdens de pyrolytische reiniging
het kookraam niet, omdat het apparaat
hierdoor oververhit en beschadigd kan
raken.
Tijdens de pyrolytische reiniging wordt
de ovendeur erg heet. Houd kinderen uit
de buurt totdat de oven is afgekoeld.
Kies voor de pyrolytische zelfreiniging deze
functie.
De volgende pyrolytische reinigingsniveaus zijn
beschikbaar:
Pyrolyse 1 (P I), duur : 2 uur = 30 min.
opwarming +1 uur met 480°C + 30 min. afkoeltijd.
Pyrolyse 2 (P 2), duur : 2 uur 30 min. = 30 min.
opwarming +1 uur 30 min. met 480°C + 30 min.
afkoeltijd.
De duur van de pyrolytische reiniging kan niet
worden veranderd.
Voor het uitvoeren van de pyrolyse moeten de
inhangroosters volledig worden verwijderd.
Electrolux
25
Afb. 20
Afb. 19
Afb. 18
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk
moment onderbreken. Druk daarvoor op de toets
.
OPMERKING: Bij de tijdaanduiding is de
afkoeltijd inbegrepen. Mocht u tijdens het
verloop van de pyrolytische zelfreiniging een
kookfunctie inschakelen, dan wordt de
reinigingscyclus automatisch onderbroken.
Na het vergrendelen van de ovendeur is de
selectie van alle kookfuncties geblokkeerd.
Wacht tot de ovendeur ontgrendeld is
voordat u de oven gaat gebruiken.
Afb. 21
Afb. 22
Electrolux
26
Programmering van de pyrolytische
reinigingscyclus (starttijdkeuze, automatisch
stoppen)
Wanneer u dat wilt, kunt u programmeren,
wanneer de pyrolytische reiniging moet starten en
stoppen.
1. Schakel met de toets
de oven in. Druk zo
lang op toets
tot het symbool van de functie
Pyro
(niveau 1 - P I) op het display
verschijnt.
De melding Pyro en het symbool
knipperen tegelijkertijd op het display en er klinkt
een geluidssignaal. Dit betekent dat u voor het
inschakelen van de pyrolytische reiniging alle
voorwerpen en de inhangroosters uit de
binnenruimte van de oven moet verwijderen (zie
het vorige hoofdstuk).
2. Het symbool Bereidingsduur
knippert
gedurende enkele seconden; Druk gedurende die
tijd op de toets ‘
’ of ‘ ’ om pyrolytische functie
1 (P I) of 2 (P 2) te kiezen.
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen,
begint het symbool Pyro op het display te
knipperen en wacht op de bevestiging dat de
reinigingscyclus kan worden gestart.
Druk op dit moment op de tijdfunctietoets (afb.
23). Het symbool “Einde bereiding” en het
pijlsymbool knipperen. op het bedieningspaneel
wordt het einde van de bereidingsduur
(daadwerkelijke tijd plus aangegeven
bereidingsduur) getoond.
Druk op ‘
’ of ‘ ’ om de gewenste tijd van het
eind van de cyclus te selecteren (afb. 23). Na een
paar seconden knipperen de melding Pyro en het
symbool
niet meer, het geluidssignaal
stopt en het symbool Bereidingsduur
knippert tot de pyrolytische reinigingscyclus
begint.
4. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en
het bijbehorende symbool verschijnt.
Afb. 23
Na afloop van de pyrolytische reiniging wordt het
tijdstip van de dag op het display weergegeven. De
ovendeur is vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een akoestisch
signaal en de ovendeur wordt ontgrendeld.
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk
moment onderbreken; Druk daarvoor op de toets
.
Electrolux
27
Reiniging van de ovendeur
De ovendeur bestaat uit drie glasplaten. De
ovendeur kan worden gedemonteerd en de binnenste
glasplaten kunnen worden verwijderd, om het
schoonmaken gemakkelijker te maken.
Belangrijk - Verwijder de ovendeur
voordat u de deur gaat reinigen. De
ovendeur kan tijdens het monteren
plotseling dichtvallen, als u de binnenste
glasplaten aan het verwijderen bent.
Ga als volgt te werk:
1. Open volledig te deur.
2. Bepaal de positie van de twee scharnieren (afb. 24).
3. Hef en draai aan de hendels op de twee scharnieren
(afb. 25).
4. Pak de deur aan de zijkanten vast en doe hem
voorzichtig dicht maar niet VOLLEDIG (afb. 26).
5. Trek de deur naar voren en verwijder hem uit de
inkeping (afb. 26).
6. Plaats de deur op een stabiel oppervlak waarop een
zachte doek is gelegd, om te voorkomen dat het
oppervlak wordt beschadigd (afb. 27).
)
Afb. 24
Afb. 25
Afb. 26
Afb. 27
Electrolux
28
Afb. 28
Afb. 29
90°
Afb. 30
1
2
1
2
Afb. 31
7. Ontgrendel het vergrendelsysteem om de binnenste
glasplaten te verwijderen (afb. 28).
8. Draai de 2 houders 90° en verwijder ze uit hun
zitting (afb. 29).
9. Hef voorzichtig de bovenste plaat en haal hem eraf
(afb. 30).
10. Herhaal de procedure die beschreven is onder punt
9. voor de middelste plaat, die aan vier zijkanten
voorzien is van een sierlijst (afb. 31).
Reinig de ovendeur met lauw water en een zachte
doek. Gebruik geen producten zoals schuursponsjes,
staalwol, schuurmiddelen of zuren, omdat ze het speciaal
warmtereflecterend oppervlak van de binnenste
glasplaten kunnen beschadigen.
Na het reinigen dient u de glasplaten weer in de deur
aan te brengen, volg hierbij de omgekeerde volgorde
van de hier boven beschreven procedure. Zorg ervoor
dat u de platen correct aanbrengt.
Electrolux
29
Afb. 32
Afb. 33
Om deze handeling correct uit te voeren dient
u als volgt te werk te gaan:
a) de middelste afdekplaat, die op de vier zijkanten
voorzien is van een lijst, moet zodanig terug worden
aangebracht dat de afdruk naar buiten is gericht. De
zijde van de glasplaat is correct aangebracht als de
afdruk op de plaat niet ruw aanvoelt, als u met uw
vingers over het oppervlak wrijft.
De middelste glasplaat moet worden aangebracht
in de rechter zitting, zoals weergegeven in afb. 32.
b) de bovenste plaat moet worden aangebracht zoals
weergegeven in afb. 33.
Nadat de glasplaten opnieuw zijn aangebracht in de
ovendeur, dient u in omgekeerde volgorde de procedure
te volgen die beschreven staat onder punt 8., om ervoor
te zorgen dat de platen vergrendeld worden.
Maak de ovendeur nooit schoon als hij warm
is, de ruiten zouden kunnen barsten. Als u
krassen of scheuren in de glasplaat consta-
teert, onmiddellijk contact opnemen met de
Klantenservice en de ruiten laten vervan-
gen.
Modellen van roestvrij staal of aluminium:
Maak de ovendeur en het bedieningspaneel van
roestvrij staal of aluminium schoon met een
vochtige spons en droog hem daarna zorgvuldig
af met een zachte doek. Gebruik geen metaal-
sponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen die
krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken.
)
Het schoonmaken van de afdichting van de ovendeur
Een rubberen afdichting rond de opening van de oven
garandeert de goede werking.
Controleer de toestand van deze afdichting
regelmatig. Indien het nodig is de afdichting
schoon te maken, geen schurende
voorwerpen of producten gebruiken.
Als u merkt dat de afdichting beschadigd is,
moet u contact opnemen met onze service-
afdeling en mag u de oven niet gebruiken
tot de afdichting gerepareerd is.
Electrolux
30
Vervanging van het ovenlampje
Koppel het apparaat los
Als het ovenlampje moet worden vervangen, dan
moet dit voldoen aan de volgende eisen:
- Vermogen: 40 W,
- Voltage: 230 V (50 Hz),
- Hittebestendig tot 300° C,
- Soort aansluiting: E14.
Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij de
Klantenservice.
Het kapotte lampje vervangen:
1. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is
gehaald.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het tegen de
klok in.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door
een nieuw.
4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de stekker
weer in het stopcontact.
)
Afb. 37
Ovenroosters en geleiders
Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de
geleiderails aan de linker- en rechterzijde van de oven
worden verwijderd.
Verwijderen van de geleiderails
Eerst de rail aan de voorkant van de ovenwand
wegtrekken en vervolgens achter loshaken (34, 35).
Monteren van de geleiderails
Bij het terugplaatsen de rails eerst achter inhaken, dan
aan de voorkant op de juiste positie brengen en
vervolgens de rails op hun plaats drukken (36). Reinig
de geleiderails met warm zeepsop en verwijder
hardnekkige vlekken met een goed vochtig gemaakt
sponsje met zeep. Goed afspoelen en met een zachte
doek afdrogen.
Afb. 34
Afb. 35
Afb. 36
Electrolux
31
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst onderstaande aanwijzingen, voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling:
Als er iets verkeerd gaat
OPLOSSING
druk op toets en kies vervolgens een bereidingsfunctie.
of
Heeft de zekering in de meterkast gereageerd?
of
Is de kinderblokkering voor de oven of de automatische
uitschakeling actief?
of
Is per ongeluk de demo-modus geactiveerd?
of
Controleer of het apparaat correct is aangesloten en de
stopcontactschakelaar of de netstroomtoevoer op AAN
staan.
Druk op toets
en kies vervolgens een bereidings-
functie.
of
Controleer de gloeilamp, en vervang deze indien nodig
(zie „Vervangen van de binnenverlichting“).
Eventueel moet de temperatuur worden gewijzigd,
of
Raadpleeg de inhoud van deze gebruiksaanwijzing, met
name het hoofdstuk „Gebruik van de oven“.
Laat de gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Controleer of de roosters en het bakgerei niet tegen het
achterpaneel van de oven trillen.
Wij verzoeken u de foutcode te noteren en door te geven
aan de dichtstbijzijnde klantenservice.
Klok gelijk zetten (zie hoofdstuk "Om het juiste tijdstip
van de dag in te stellen").
PROBLEEM
De oven gaat niet aan.
De binnenverlichting van de oven
brandt niet.
Het bereiden van de gerechten duurt te
lang, of ze worden te snel gaar.
Damp en condens slaan neer op de ge-
rechten en in de ovenruimte.
De ovenventilator maakt lawaai.
De foutcode “F” gevolgd door cijfers
verschijnt op het display.
Het display geeft “12.00”.
Electrolux
32
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Onderwarmte 1000 W
Boven- en onderwarmte 1800 W
Hete lucht 1825 W
Grill 1650 W
Ventilatorgrill 1675 W
Pyrolytische reiniging 2475 W
Ovenverlichting 40 W
Motor van de heteluchtventilator 25 W
Motor koelventilator 25 W
Totale aansluitwaarde 2720 W
Werkspanning (50 Hz) 230 V
Inbouw
Hoogte onderbovenkant 600 mm
in kolom 587 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
Oven
Hoogte 335 mm
Breedte 395 mm
Diepte 400 mm
Bruikbare inhoud oven 53 l
Electrolux
33
Instructies voor de installateur
Inbouw en installatie moeten uitgevoerd
worden met strikte inachtneming van de
geldende voorschriften. Elke ingreep
mag slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen
mogen uitsluitend verricht worden door
een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als de
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Elektrische aansluiting
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten op de
max. belasting van het apparaat berekend zijn (zie
typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van een
aardaansluiting overeenkomstig de geldende
voorschriften.
- De wandcontactdoos (type Perilex als de oven in
combinatie met een elektrische kookplaat is
uitgevoerd) en de meerpolige installatieautomaat of
groepsschakelaar moeten ook na de installatie
van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn.
Het apparaat wordt stekkerklaar geleverd. Het
aansluitsnoer moet worden aangesloten op een geaarde
wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz type Perilex als de
oven in combinatie met een elektrische kookplaat is
uitgevoerd). Deze wandcontactdoos moet
overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn.
Als aansluitsnoer zijn, met inachtneming van de
nominale doorsneden, volgende types geschikt: H07
RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-
F (T90), H05 BB-F.
Als de aansluiting zonder stekker wordt uitgevoerd, of
als de stekker niet toegankelijk is, moet er tussen het
apparaat en de aansluiting op het stroomnet een
meerpolige stroomonderbreker (bijv. zekeringen, LS-
schakelaar) met een minimale afstand tussen de
contacten van 3 mm aangebracht worden. De
schakelaar mag de aardleiding nergens onderbreken.
De geel-groene aardleiding dient 2-3 cm langer te zijn
dan alle andere kabels.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst
zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur)
bereikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen
gecontroleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te
laten werken.
Klemmenbord
De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk
klemmenbord, dat berekend is voor de werking op een
éénfase-stroomvoorziening van 230 V (Afb. 38).
Letter L - Onder stroom staande klem
Letter N - Neutrale klem
of E - Aardeklem
Afb. 38
Electrolux
34
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing
waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte
afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende voorschriften
moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking
van onder spanning staande en geïsoleerde delen
garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zonder
gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele
afsluitende kanten aan het begin of einde van een
aanbouwlijn.
De bescherming tegen aanraking moet in ieder
geval door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant
tegen hogere keukenmeubelen, apparaten resp. wanden
geplaatst worden. Aan de andere zijkant mogen er echter
geen andere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte
als het apparaat geplaatst worden.
Ovenafmetingen (Afb. A)
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing
waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte
afmetingen hebben (Afb. B-C).
Bevestiging in het meubel
- Open de ovendeur;
- bevestig de oven aan het inbouwmeubel door de
vier afstandsstukken (Afb.D - A) die precies in de
gaten van het frame passen, te plaatsen en deze
daarna met de vier bijgeleverde houtschroeven (Afb.
D - B) vast te zetten.
550 M
IN
600
560 - 570
80÷100
Afb. A
Afb. B
Afb. C
Afb. D
Electrolux
35
Service en onderdelen
Als het probleem na de beschreven controles niet kan
worden opgelost, bel dan de dichtstbijzijnde klantenservice
van de fabrikant en vermeld de aard van het defect, het
model van het apparaat (Mod.), het Productienummer
(Prod. Nr.) evenals het fabricagenummer (Ser. Nr.), die u
op het typeplaatje van de oven vindt.
De originele vervangingsonderdelen van de fabrikant, die
voorzien van het volgende merkteken, vindt u uitsluitend
bij de centrale van onze
klantenservice of bij geautoriseerde
onderdelenwinkels.
72 electrolux
72
35905-9302 11/08 R.A
www.zanker.de

Documenttranscriptie

Electrolux Inhoud Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid ............................................................................. 3 Beschrijving van het apparaat ........................................................................................................................... 5 Bedieningspaneel ............................................................................................................................................. 6 Eerste installatie ............................................................................................................................................... 7 Functiesymbolen ............................................................................................................................................ 10 De oven gebruiken ......................................................................................................................................... 11 Programmeren van de oven ........................................................................................................................... 15 Speciale functies ............................................................................................................................................ 17 Bak- tabellen .................................................................................................................................................. 20 Reiniging en onderhoud ................................................................................................................................... 22 Als er iets verkeerd gaat ................................................................................................................................. 31 Technische gegevens ..................................................................................................................................... 32 Instructies voor de installateur ......................................................................................................................... 33 Instructies voor de inbouw .............................................................................................................................. 34 Service en onderdelen .................................................................................................................................... 35 Handleiding voor de gebruiksaanwijzing Veiligheidsvoorschriften ) Stap-voor-stap-handleiding Aanwijzingen en Tips Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: 2006/95(Laagspanningsrichtlijn); 2004/108 (EMC Richtlijn); en daaropvolgende wijzigingen. 2 Electrolux Nederlands Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden geschonken of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken. Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt. Installatie • • • De installatie moet verricht worden door vakkundig personeel, met inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de Aanwijzingen voor de installateur. Laat de installatie en aansluiting uitvoeren door een vakman, overeenkomstig de hem, dankzij zijn vakkennis bekende richtlijnen. Ook eventueel naar aanleiding van voor de installatie noodzakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een vakman aangebracht worden. Bediening • • • • • • • Deze oven is ontworpen voor de bereiding van gerechten; gebruik hem nooit voor andere doeleinden. Pas, bij het openen van de ovendeur, tijdens of na afloop van de bereiding op voor de hete luchtstroom, die uit de oven naar buiten komt. Tijdens de werking van de oven extra voorzichtig zijn. Door de grote hitte van de verwarmingselementen zijn de roosters en andere delen erg heet. Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie voor voedingsmiddelen in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact komen met de bodem van de oven. Ga bij het schoonmaken van de oven voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien aanwezig), het verwarmingselement en de thermostaatsensor. Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken ervan. Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de ovendeur en de andere onderdelen van het apparaat • • • • • • • erg heet, houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Bij de aansluiting van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van de oven, moet u er op letten dat aansluitkabels niet in aanraking komen met hete kooktoestellen of vastgeklemd raken in de hete deur van de oven. Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete schotels of schalen uit de oven te halen. Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang van het oppervlaktemateriaal van de oven. Schakel voordat u de oven schoonmaakt de stroom uit of trek de stekker uit het stopcontact. Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT» staat, als de oven niet meer gebruikt wordt. Deze oven is zowel in de uitvoering als afzonderlijk apparaat of als combinatieapparaat met een elektrische kookplaat, vervaardigd voor aansluiting op enkelfase 230 V. Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met een stoomreiniger. Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van het glas. Veiligheid van kinderen • • • Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen. Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht 3 Electrolux gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructies hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Klantenservice • • Laat controlewerkzaamheden of reparaties door de klantenservice van de fabrikant of door een door de fabrikant geautoriseerde klantenservice uitvoeren en gebruik altijd originele vervangingsonderdelen. Probeer nooit zelf storingen van of beschadigingen aan het apparaat te repareren. Reparaties door niet opgeleide personen kunnen schade of letsel veroorzaken. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als normaal huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het dient daarentegen ingeleverd te worden bij een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Door uw bijdrage aan de juiste afvalverwerking van dit product helpt u het milieu en de gezondheid van uw medemensen te beschermen. Het milieu en de gezondheid worden door verkeerde afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere informatie over de recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeentehuis, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft. 4 Electrolux Beschrijving van het apparaat 2 1 3 4 5 6 7 5. Verlichtingslampje 6. Oven-ventilator 7.Type plaatje 1. Bedieningspaneel 2. Elektronischeovenregeling 3. Ventilatieopening voor de koelventilator 4. Grill Toebehoren Bakplaat Rooster Braadslede 5 Electrolux Bedieningspaneel Gaarfuncties 1 2 Temperatuurindicatie 3 Drukknoppen 1. AAN/UIT 2. Oven-functietoets 3. Snelopwarmfunctie 4. Pyrolytische reinigingsfunctie 5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur) 6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur) 7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur Alle functies van de oven worden elektronisch geregeld. U kunt willekeurige combinaties van gaarfuncties, gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kiezen. Opmerking Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok, ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in het programmageheugen bewaard. Als de stroom langer uitvalt, worden alle instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het display. De klok en de timer moeten in een dergelijk geval wel opnieuw worden ingesteld. 6 4 Tijdsindicatie 5 6 7 Electrolux Eerste installatie Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnen en buiten, voordat u de oven in gebruik neemt. Wanneer de oven voor het eerst op de elektriciteit wordt aangesloten, verschijnt in het display automatisch 12:00 en het symbool knippert. Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van de dag is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven. Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen: 1. Druk op de toets en, terwijl het symbool knippert, stelt u met de toetsen “ ” of “ ” de tijd in (afb. 1). Het pijltjessymbool van de tijd verdwijnt ongeveer 5 seconden na weergave van de precieze tijd. 2. Zodra het symbool niet meer knippert, drukt u tweemaal op de toets. Ga vervolgens te werk als onder punt 1. Voor het eerste gebruik Afb. 1 Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven opgewarmd worden zonder voedsel. Ga als volgt te werk om dat te doen: 1. Druk op de toets om de oven in te schakelen. 2. Druk tweemaal op de toets «Hete lucht» en kies de functie (afb. 2). 3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik daarvoor de toets “ ”. 4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten lang in werking. 5. Open een raam voor de ventilatie. Doe dit opnieuw met de functie «Boven- en onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedurende zo’n 5-10 minuten. Afb. 2 7 Electrolux Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten. Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig dan de ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast (afb. 3). “Aan-/Uit” - toets Voor het instellen van gaarfuncties of andere programma’s moet de oven worden ingeschakeld. Als de knop is ingedrukt, verschijnt in het display het ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld (afb. 4). Om te oven uit te schakelen, kunt u de knop . te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de tijd van de dag. U kunt de oven te allen tijde uitschakelen. Zo kiest u een bereidingsfunctie 1. Schakel de oven in door op de ken. 2. Druk op de toets toets te druk- Afb. 3 Afb. 4 om de gewenste functie te wordt ingeselecteren. Elke keer dat toets drukt, wordt een functiesymbool zichtbaar in het display en links van het geselecteerde functiesymbool verschijnt het bijbehorende functienummer (afb. 5). 3. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur niet geschikt is, dan stelt u met de toets “ ” of “ ” de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in stappen van 5 graden worden ingesteld. - Met het stijgen van de temperatuur in de oven begint het thermometersymbool langzaam te stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oventemperatuur aan. Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan weerklinkt een kort akoestisch signaal en het thermometersymbool gaat branden. 8 Afb. 5 Electrolux De temperatuur en de tijd instellen Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool “°” knippert (afb. 6). De maximale temperatuur bedraagt 250°C. Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl het symbool knippert. Veiligheidsthermostaat Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice. Afb. 6 Koelventilator De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld. Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lopen om de bedieningselementen te koelen. Dit is helemaal normaal. De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is. 9 Electrolux Functiesymbolen 1 Hete lucht - Bij deze instelling kunt u op meerdere niveaus tegelijkertijd braden of bakken en braden, zonder dat dit tot aromaoverdracht leidt. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C 2 Boven- en onderwarmte - De warmte komt van boven en beneden en wordt gelijkmatig in de ovenruimte verdeeld. Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C 3 Onderwarmte - De warmte komt alleen van het onderste verwarmingselement in de ovenruimte. Bij deze instelling kunt u gerechten heel goed afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C 4 Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve gaarmethode voor gerechten die anders met de normale grill worden bereid. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert. Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C Maximumtemperatuur: 200 °C. 5 Grill - Via de grill gaat snel directe warmte naar het middelste gedeelte van de grillpan. Met de grill kunnen goed kleinere hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze wijze kan ook energie worden bespaard. Vooraf ingestelde temperatuur: 250 °C 6 Ontdooien - De ventilator circuleert de hetelucht zonder warmte bij kamertemperatuur in de ovenruimte. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. 7 Pyrolytische reiniging - Met deze functie kunt u de ovenruimte grondig reinigen. 10 Electrolux De oven gebruiken De oven is voorzien van een exclusief systeem dat zorgt voor natuurlijke luchtcirculatie en de constante hercirculatie van stoom. Dit systeem maakt het mogelijk om in een stoomomgeving voedsel te bereiden en dit houdt de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er stoom ontstaan die kan ontsnappen als u de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal. Echter, doe altijd een stap van de oven vandaan als u de ovendeur opent, zodat de stoom of hitte in de oven kan ontsnappen. 4 3 2 1 Let op! - Leg geen voorwerpen op de bodem van de oven en dek tijdens de bereiding geen enkel deel van de oven af met aluminiumfolie, dit kan oververhitting veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt en het email van de oven kan beschadigen. Zet pannen, hittebestendige pannen en aluminium bladen altijd op het rek dat in de geleiders is geschoven. Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom, net als in een ketel. Als de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, condenseert hij en ontstaan er waterdruppels. Om de condensvorming te beperken, de lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen. Wij adviseren u, de waterdruppels na elke bereiding af te vegen. Tijdens de bereiding de ovendeur altijd gesloten houden. Doe een stap naar achteren bij het openen van de ovendeur, die kiept. Laat hem niet open vallen - ondersteun de deur met de deur-handgreep totdat hij helemaal open is. De oven heeft vier niveaus voor ovenrekken, er zijn twee rekken meegeleverd. De rekposities worden vanaf de bodem van de oven geteld, zoals getoond in de afbeelding. Het is belangrijk dat deze rekken correct geplaatst zijn, zoals afgebeeld in het diagram. Zet nooit kookgerei direct op de bodem van de oven. 11 Electrolux Praktische tips Hete lucht De gerechten worden gegaard met hete lucht, die via een ventilator aan de achterwand van de oven gelijkmatig in de binnenruimte van de oven wordt verdeeld. De warmte komt snel en gelijkmatig in alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschillende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken, braden en stoven. Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen: - Sneller voorverwarmen Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen, zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd. - Lagere temperaturen Bereiding met hete lucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan bereiding met bovenen onderwarmte. Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw eigen recepten voor boven- en onderwarmte met 2025 °C te verlagen. - Gelijkmatige warmteverdeling bij het bakken De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau. Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren worden daarbij niet van het ene op het andere gerecht overgedragen. Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie 1. Oven inschakelen. 2. Druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool op het display verschijnt. 3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen. 12 Boven- en onderwarmte - De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op een lager niveau in de oven zetten. Wanneer u wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt, moet u het op een hoger niveau in de oven zetten. - Het materiaal en de afwerking van de bakplaten en schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker, zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend aluminium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren en afremmen. - Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen. - Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd. - Zet nooit gerechten, blikken of bakgerei direct op de bodem van de oven, omdat die erg heet wordt en het vaatwerk kan beschadigen. Als u deze instelling gebruikt komt de warmte van de bovenste en onderste verwarmingselementen. Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau bereiden. Dit is bijzonder geschikt voor gerechten, waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv. quiches en flans. Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook wat extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook heel goed bereid worden in de conventionele oven. Gebruik van boven- en onderwarmte 1. Oven inschakelen. 2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool op het display verschijnt. 3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ peratuur instellen. ” de tem- Electrolux Onderwarmte Deze functie is bijzonder geschikt voor het bakken van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat de quiche- resp. taartbodem gaar is. Grilleren - Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster van de grillplaat worden geplaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zoals bijv. vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen. - Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven. - Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten of paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees onder het grillrooster (direct op de grillplaat) worden gelegd. - Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebruiken. - Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid. Gebruik van de grill De grill levert snelle directe warmte voor het midden van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u energie besparen. 1. Oven inschakelen. 2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool op het display verschijnt. 3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen. 4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor het grillen op. daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de keuken. Met uitzondering van toast en biefstukken, die van binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen met hete lucht bereiden die u normaal met bovenen onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden. 1. Oven inschakelen. 2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor op de toets oven-functies , tot het symbool op het display verschijnt. 3. Evt. op de toetsen “ ” of “ ” drukken, om de temperatuurinstelling aan te passen. Maximumtemperatuur: 200 °C. 4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en rooster, al naargelang of het om platter of dikker grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor het grillen op. Ontdooien De ventilator loopt zonder warmte en laat de lucht bij kamertemperatuur in de binnenruimte van de oven circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid. De temperatuur in de keuken beïnvloedt echter de ontdooitijd. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg. Gebruik van de ontdooifunctie 1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets . 2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op de toets Oven-functies , tot het symbool het display verschijnt. 3. Het display geeft de melding “def”. op Ventilatorgrill Dit is een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Grillelement en ventilator werken samen, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is 13 Electrolux Adviezen Bakken: Bakgoed vraagt gewoonlijk om een gemiddelde temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd. Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de baktijd is verstreken. Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren. Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in de oven geschoven, dan moet tussen de platen een inzetniveau open worden gelaten. Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden. Braden: Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden. Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. In andere gevallen worden ze het laatste halfuur toegevoegd. U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden. Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven. Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet kan weglopen. Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u een beetje water in de braadslede gieten. Om condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in de oven op de laagste temperatuur warm gehouden worden. 14 Voorzichtig! De oven niet met aluminiumfolie bekleden en geen kookgerei, geen braadslede of bakplaat op de bodem leggen, aangezien anders het email van de oven door de optredende warmtestuwing beschadigd raakt. Bereidingstijden De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid vocht in de afzonderlijke gerechten. Noteer de instelgegevens bij de eerste keer bereiden resp. braden, om bij bereiding van dezelfde gerechten in de toekomst ervaring te kunnen opdoen. U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen. Electrolux Programmeren van de oven Zo stelt u de kookwekker in 1. Gebruik de toets om de kookwekkerfunctie te selecteren. Het overeenkomstige symbool knippert en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00” (afb. 7). 2. Stel met de toets “ ” de gewenste tijd in. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Nadat dit is ingesteld, wacht de kookwekker 3 seconden, waarna hij begint te lopen. 3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd hoor u een akoestisch signaal. 4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen. Als de oven op dit moment werkt, wordt hij NIET uitgeschakeld. De kookwekker kan ook gebruikt worden als de oven uitgeschakeld is. Afb. 7 De instelling van de kookwekker wijzigen: Druk op de toets , tot de symbolen en gaan knipperen. Nu kunt u de instelling van de kookwekker wijzigen. Druk daarvoor op de toets “ ” of “ ”. Zo schakelt u de kookwekker uit: , tot de symbolen en druk op toets gaan knipperen. De toets “ ” indrukken om de tijdsaanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8). Zo programmeert u een uitschakeltijd van de oven 1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven in, kies de gewenste functie en stel indien nodig de gewenste temperatuur in. 2. De toets indrukken, om de functie “Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidingsduursymbool knippert en op het display wordt “0.00” aangegeven (afb. 9). 3. Terwijl het symbool knippert, met de toets “ ” de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie wacht 3 seconden, waarna hij begint te lopen. Afb. 8 Afb. 9 15 Electrolux 4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Er weerklinkt een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel verschijnt “0.00”. 5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen. Zo annuleert u de bereidingstijd: 1. Druk op de toets , tot het symbool knippert. 2. Druk op de toets “ ” om de tijdsaanduiding te resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10). Zo programmeert u het in-/uitschakelen van de oven 1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk. 2. Druk op toets , tot de functie voor het einde van de bereidingsduur geselecteerd is en het betreffende symbool knippert. Op het bedieningspaneel wordt het eind van de bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaartijd ) weergegeven - (afb. 11). 3. Druk op de toets “ ” om het gewenste einde van de bereidingsduur te selecteren. 4. 3 seconden na het instellen begint de programmaschakelaar te lopen. 5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld, klinkt er een akoestisch signaal. 6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te schakelen. Indien u het programma wilt annuleren, annuleert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur. 16 Afb. 10 Afb. 11 Electrolux Speciale functies Automatische uitschakeling van de oven Wanneer de instellingen niet worden gewijzigd, wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel uitgeschakeld (afb. 12). Temperatuurinstelling: Uitschakeling oven: 250°C na 3 uur van 200 tot 245°C na 5,5 uur van 120 tot 195°C na 8,5 uur minder dan 120°C na 12 uur Afb. 12 Restwarmtefunctie Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de oven automatisch een paar minuten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld, zodat de gerechten in de oven zonder verder energieverbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen. Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt u deze functie niet gebruiken. Kinderblokkering voor de oven De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door kinderen kan worden ingeschakeld. 1. Schakel de oven uit en druk op de toets . en “ ” onge2. Druk tegelijkertijd de toetsen veer 3 seconden lang in. Een akoestisch signaal weerklinkt en de melding „SAFE“ verschijnt op het display (afb. 13). 3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu geen afzonderlijke functies en ook geen temperatuur geselecteerd worden. Zo deblokkeert u de oven: Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd ongeveer 3 seconden in. Er klinkt een akoestisch signaal en de weergave „SAFE” verdwijnt. Nu kan de oven weer worden bediend. Afb. 13 17 Electrolux Snelopwarmfunctie Na selectie van een bereidingsfunctie en van de temperatuur warmt de oven langzaam op tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten, afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur. Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie gebruiken. 1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets . 2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en temperatuur in zoals beschreven op de voorgaande pagina’s. 3. Druk voor het kiezen van de temperatuur op de toets “ ” of “ ”. De temperatuur wordt in het display aangegeven. 4. Druk op toets . In het temperatuurdisplay verschijnt „FHU” (afb. 14). . Het symbool “°” knippert 5. Druk op toets ongeveer 10 seconden lang. Nu kunt u de temperatuur selecteren. Druk daarvoor op de toets “ ” of “ ”. 6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt is, klinkt een korte signaaltoon en in de temperatuurweergave verschijnt weer de ingestelde temperatuur. Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en temperaturen beschikbaar. Demo-modus Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik, afgezien van de binnenverlichting, het display en de ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste aansluiting worden ingeschakeld. Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen worden ingeschakeld, wanneer in het display 12:00 en het symbool automatisch knipperen. ca. 2 seconden indrukken. Er klinkt 1. De toets een kort signaal. 2. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd in. Er klinkt een kort signaal en op het display verschijnt 12:00 (afb. 15). Bij het inschakelen van de oven verschijnt het symbool op het display.Dat betekent dat de demo-modus geactiveerd is. Alle functies van de oven kunnen geselecteerd worden. 18 Afb. 14 Electrolux De oven is niet echt in werking en de verwarmingselementen worden niet ingeschakeld. Schakel de oven uit en ga zoals hierboven beschreven te werk om de demo-modus weer uit te schakelen. De demo-modus blijft bij stroomuitval in het programma opgeslagen. Informatietoon regeltoets U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden geactiveerd. Afb. 15 1. Druk de toetsen en “ ” tegelijkertijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt één keer (afb. 16). Zo deactiveert u de informatietoon regeltoets: 1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets zodat de oven wordt uitgeschakeld. in, 2. Drukt u de toetsen en “ ” tegelijkertijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt één keer. Foutcodes Het elektronische programmageheugen voert voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer sommige parameters niet kloppen, worden de betreffende functies uitgeschakeld en op het display verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17). Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het oplossen van problemen“. Afb. 16 Afb. 17 19 Electrolux Bak-tabellen Boven- en onderwarmte en hete lucht Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen. GERECHT Boven- en onderwarmte Niveau4 Temp. 3 (°C) 2 1 GEBAK Roerdeeg Zandtaartdeeg Karnemelk-kaaskoek Appeltaart Strudel Jamtaart Cake Scones Stol Pruimentaart Kleine taart Biscuits Schuimgebak Met gist gebakken koekjes Gebak: Soezendeeg Taartjes BROOD EN PIZZA Witbrood Roggebrood Broodjes Pizza FLANS Pasta-flan Groente-flan Quiches Lasagne Cannelloni VLEES Rund Varken Kalf Engelse rosbief rood rosé doorbakken Varkensschouder Varkenspoot Lamsvlees Kip Kalkoen Eend Gans Konijn Haas Fazant Gebraden gehakt VIS Forel/zeebrasem Tonijn/zalm Hete lucht Niveau4 Temp. 3 (°C) 2 Grilltijd in minuten OPMERKINGEN 1 2 2 1 1 2 2 2 1 1 1 3 2 2 2 2 of 3 2 170 170 175 170 180 190 170 170 150 175 170 160 135 200 210 180 2 (1 en 3)* 2 (1 en 3)* 2 2 (1 en 3)* 2 2 (1 en 3)* 2 2 (1 en 3)* 2 2 2 2 (1 en 3)* 2 (1 en 3)* 2 2 (1 en 3)* 2 160 160 165 160 160 180 150 165 150 160 160 150 150 190 170 170 45-60 20-30 60-80 90-120 60-80 40-45 60-70 30-40 120-150 50-60 20-35 20-30 60-90 12~20 25-35 45-70 Taartvorm Taartvorm Taartvorm Taartvorm Bakplaat Taartvorm Taartvorm Taartvorm Taartvorm Broodpan Bakplaat Bakplaat Bakplaat Bakplaat Bakplaat Taartvorm 1 1 2 2 195 190 200 200 2 1 2 (1 en 3)* 2 185 180 175 200 60-70 30-45 25-40 20-30 Broodpan Bakplaat Bakplaat 2 2 1 2 2 200 200 210 200 200 2 (1 en 3)* 2 (1 en 3)* 1 2 2 175 175 190 200 200 40-50 45-60 30-40 25-35 25-35 Bakvorm Bakvorm Bakvorm Bakvorm Bakvorm 2 2 2 190 180 190 2 2 2 175 175 175 50-70 100-130 90-120 Rooster Rooster Rooster 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 210 210 210 180 180 190 190 180 175 175 190 190 190 180 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2 2 200 200 200 170 160 175 200 160 220 160 175 175 175 170 50-60 60-70 70-80 120-150 100-120 110-130 70-85 210-240 120-150 150-200 60-80 150-200 90-120 totaal.. 150 Rooster Rooster Rooster met zwoerd s stuks Bout Heel Heel Compleet Compleet In stukken In stukken Compleet Broodpan 2 2 190 190 2 (1 en 3)* 2 (1 en 3)* 175 175 40-55 35-60 3-4 vissen 4-6 filets De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. (*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te plaatsen. 20 Electrolux Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen. Grilleren Hoeveelheid GERECHT Stuks gr. 4 4 8 4 2 4 4 6 800 600 / 600 1000 / 400 600 4 4~6 4~6 400 / / Filetsteaks Biefstuk Grillworst Varkenskotelet Haantje (in 2 helften) Spiezen Kippenborst Hamburger* Bereidingstijd (minuten) Grilleren Temp. (°C) 1e kant 2e kant 3 3 3 3 3 3 3 2 250 250 250 250 250 250 250 250 12~15 10~12 12~15 12~16 30~35 10~15 12~15 20-30 12~14 6~8 10~12 12~14 25~30 10~12 12~14 3 3 3 250 250 250 12~14 5~7 2~4 10~12 / 2~3 4 3 2 1 Niveau *5’00'’ voorverwarmen Visfilet Belegd toastbrood Sneeën witbrood Ventilatorgrill Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C. Hoeveelheid GERECHT Stuks gr. Grillen met hete lucht Niveau 4 3 2 1 Temp.(°C) Bereidingstijd (minuten) 1e kant 2e kant Rollade (kalkoen) 1 1000 3 200 30~40 20~30 Kip (in helften) 2 1000 3 200 25~30 20~30 Kippenpoot 6 3 200 15~20 15~18 Kwartel 4 500 3 200 25~30 20~25 Groentegratin 3 200 20~25 St. Jacobsschelpen 3 200 15~20 Makreel 2-4 3 200 15~20 10~15 Vis moten 4-6 800 3 200 12~15 8~10 De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast. 21 Electrolux Reiniging en onderhoud Voordat u de oven schoonmaakt, de oven uitschakelen en laten afkoelen. Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met een stoomreiniger. Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de stekker van het apparaat absoluut uit het stopcontact halen. Voor een lange levensduur van het apparaat is het noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden regelmatig te verrichten: - Doe dit alleen bij een afgekoelde oven. - Maak de geëmailleerde delen schoon met zeepsop. - Gebruik geen schuurmiddelen. - Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat droogwrijven met een zachte doek. - Bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn gebruiken. Het email van de oven is uiterst duurzaam en in hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de oppervlakken van email blijvende, matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van het email hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daardoor voorkomen. Schoonmaakmiddelen Voordat u welke schoonmaakmiddelen dan ook voor uw oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt zijn en of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant. Schoonmaakmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt omdat zij de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken. Ook het gebruik van ruwe schuurmiddelen moet worden vermeden. Schoonmaken van de buitenkant Wrijf regelmatig over het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting met een zachte doek die goed is uitgewrongen met warm water waaraan een beetje vloeibaar wasmiddel is toegevoegd. Om het beschadigen of verzwakken van de glazen ruiten te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende middelen vermijden: • Was- en bleekmiddelen • Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor pannen met anti-aanbaklaag 22 • Brillo/Ajax sponsjes of schuursponsjes van staalwol • Chemische ovensponsjes of spuitbussen • Roestverwijderaars • Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen Maak het binnen- en buitenvenster van de deur schoon met een warm zeepsopje. Mocht het binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een schoonmaakmiddel zoals Hob Brite aan te bevelen. Gebruik geen verfkrabbers om aangekoekt vuil te verwijderen. Maak de ovendeur NIET schoon terwijl de glasplaten warm zijn. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt nagekomen, dan kan de glasplaat verbrijzelen. Als de glasplaat van de deur gebarsten is of diepe krassen heeft, dan wordt het glas minder sterk en moet het worden vervangen om te voorkomen dat het verbrijzelt. Neem contact op met de Klantenservice, die u graag advies zal geven. Ovenruimte De emaille basis van de ovenruimte kunt u het best schoonmaken als de oven nog warm is. Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel. Af en toe is het echter nodig de oven grondiger schoon te maken, gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger. Electrolux Pyrolytische reiniging De oven is bekleed met een speciaal hittebestendig email. Tijdens de pyrolytische zelfreiniging kan de temperatuur in het binnenste van de oven oplopen tot meer dan 500 °C en zo etensresten verbranden. Voor uw eigen veiligheid wordt de ovendeur tijdens de pyrolytische reiniging automatisch vergrendeld, zodra de temperatuur in de binnenruimte ca. 300 °C bereikt. Na beëindiging van de zelfreiniging blijft de ovendeur vergrendeld tot de oven is afgekoeld. De koelventilator blijft in werking tot de oven is afgekoeld. Het wordt geadviseerd alle voedselresten na de bereiding met een natte spons te verwijderen. Van tijd tot tijd is echter een intensievere reiniging nodig, die u met de functie van de pyrolytische zelfreiniging kunt uitvoeren. Afhankelijk van de vervuiling van de oven kunt u twee niveaus van pyrolytische zelfreiniging kiezen. Als de oven niet erg is vervuild, dan raden wij aan de pyrolytische 1 functie (P I) op het programmeerdisplay te kiezen. Het is zinvol, de oven na elke pyrolytische reiniging af te nemen met een zachte spons die met zeepsop vochtig is gemaakt. Als de binnenkant van de oven erg is vervuild, dan raden wij aan de pyrolytische 2 functie (P 2) op het programmeerdisplay te kiezen. Tijdens de pyrolytische schoonmaakfunctie kan de oven gedurende 2 uur niet worden gebruikt als de Pyr 1 functie is gekozen en 2 1/2 uur als de Pyr 2 functie actief is. Na een aantal bak- en braadprocessen en afhankelijk van de mate van vervuiling van de oven adviseert de Pyro Reminder een pyrolytische reinigingsfunctie uit te voeren. Er klinkt een signaal en op het display brandt de melding Pyro ca. 15 seconden, er klinkt een tweede signaal. Kies afhankelijk van de mate van vervuiling van de oven de geschikte pyrolytische reinigingsfunctie. Zolang er geen complete reinigingsfunctie wordt uitgevoerd, verschijnt telkens wanneer de oven wordt uitgeschakeld de melding van de Pyro Reminder op het display. 23 Electrolux Gebruik van de pyrolytische zelfreiniging Voordat u de pyrolytische schoonmaakfunctie inschakelt, moet alle vuil worden verwijderd en moet u controleren of de oven leeg is. Laat niets in de oven zitten (bijv. pannen, roosters, bakplaat, braadslede, enz.), deze kunnen ernstig beschadigd raken. Vergewist u zich er voor het inschakelen van de pyrolytische reinigingsfunctie van of de ovendeur gesloten is. Gebruik tijdens de pyrolytische reiniging het kookraam niet, omdat het apparaat hierdoor oververhit en beschadigd kan raken. Tijdens de pyrolytische reiniging wordt de ovendeur erg heet. Houd kinderen uit de buurt totdat de oven is afgekoeld. Kies voor de pyrolytische zelfreiniging deze functie. De volgende pyrolytische reinigingsniveaus zijn beschikbaar: Pyrolyse 1 (P I), duur : 2 uur = 30 min. opwarming +1 uur met 480°C + 30 min. afkoeltijd. Pyrolyse 2 (P 2), duur : 2 uur 30 min. = 30 min. opwarming +1 uur 30 min. met 480°C + 30 min. afkoeltijd. De duur van de pyrolytische reiniging kan niet worden veranderd. Voor het uitvoeren van de pyrolyse moeten de inhangroosters volledig worden verwijderd. Schakel de pyrolytische reinigingsfunctie op de volgende wijze in: 1. Schakel met de toets lang op toets Pyro de oven in. Druk zo tot het symbool van de functie (niveau 1 - P I) op het display verschijnt (afb. 18). Het symbool en de melding Pyro knipperen tegelijkertijd op het display, er klinkt een signaal (afb. 19). Dit betekent dat u voor het inschakelen van de pyrolytische reiniging alle voorwerpen en de inhangroosters uit de binnenruimte van de oven moet verwijderen. knippert 5 2. Het symbool “Bereidingsduur” seconden; druk gedurende die tijd op de toets ‘ ’ of ‘ ’ om pyrolytische functie 1 (P I) of 2 (P 2) te kiezen (afb. 20). 3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen, begint het symbool Pyro op het display te knipperen en wacht op de bevestiging dat de reinigingscyclus kan worden gestart. 4. Druk ter bevestiging van de gewenste . De melding pyrolytische functie op de toets Pyro knippert niet meer en het symbool verdwijnt, het akoestische signaal stopt, de binnenverlichting gaat uit en de pyrolytische reiniging begint (afb. 21). Naarmate de temperatuur in de oven toeneemt, stijgt het thermometersymbool langzaam en geeft daarmee de temperatuurstijging in het binnenste van de oven aan. 5. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en het bijbehorende symbool verschijnt (afb. 22). Nu is de toets niet meer actief. Na afloop van de pyrolytische zelfreiniging geeft het display de tijd van de dag aan. De ovendeur blijft vergrendeld. Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een verdwijnt en akoestisch signaal, het symbool de deur wordt ontgrendeld. 24 Electrolux U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk moment onderbreken. Druk daarvoor op de toets . OPMERKING: Bij de tijdaanduiding is de afkoeltijd inbegrepen. Mocht u tijdens het verloop van de pyrolytische zelfreiniging een kookfunctie inschakelen, dan wordt de reinigingscyclus automatisch onderbroken. Na het vergrendelen van de ovendeur is de selectie van alle kookfuncties geblokkeerd. Afb. 21 Wacht tot de ovendeur ontgrendeld is voordat u de oven gaat gebruiken. Afb. 22 Afb. 18 Afb. 19 Afb. 20 25 Electrolux Programmering van de pyrolytische reinigingscyclus (starttijdkeuze, automatisch stoppen) Wanneer u dat wilt, kunt u programmeren, wanneer de pyrolytische reiniging moet starten en stoppen. 1. Schakel met de toets de oven in. Druk zo lang op toets tot het symbool van de functie Na afloop van de pyrolytische reiniging wordt het tijdstip van de dag op het display weergegeven. De ovendeur is vergrendeld. Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een akoestisch signaal en de ovendeur wordt ontgrendeld. U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk moment onderbreken; Druk daarvoor op de toets . Pyro (niveau 1 - P I) op het display verschijnt. De melding Pyro en het symbool knipperen tegelijkertijd op het display en er klinkt een geluidssignaal. Dit betekent dat u voor het inschakelen van de pyrolytische reiniging alle voorwerpen en de inhangroosters uit de binnenruimte van de oven moet verwijderen (zie het vorige hoofdstuk). 2. Het symbool Bereidingsduur knippert gedurende enkele seconden; Druk gedurende die tijd op de toets ‘ ’ of ‘ ’ om pyrolytische functie 1 (P I) of 2 (P 2) te kiezen. 3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen, begint het symbool Pyro op het display te knipperen en wacht op de bevestiging dat de reinigingscyclus kan worden gestart. Druk op dit moment op de tijdfunctietoets (afb. 23). Het symbool “Einde bereiding” en het pijlsymbool knipperen. op het bedieningspaneel wordt het einde van de bereidingsduur (daadwerkelijke tijd plus aangegeven bereidingsduur) getoond. Druk op ‘ ’ of ‘ ’ om de gewenste tijd van het eind van de cyclus te selecteren (afb. 23). Na een paar seconden knipperen de melding Pyro en het symbool niet meer, het geluidssignaal stopt en het symbool Bereidingsduur knippert tot de pyrolytische reinigingscyclus begint. 4. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en het bijbehorende symbool verschijnt. 26 Afb. 23 Electrolux Reiniging van de ovendeur De ovendeur bestaat uit drie glasplaten. De ovendeur kan worden gedemonteerd en de binnenste glasplaten kunnen worden verwijderd, om het schoonmaken gemakkelijker te maken. Belangrijk - Verwijder de ovendeur voordat u de deur gaat reinigen. De ovendeur kan tijdens het monteren plotseling dichtvallen, als u de binnenste glasplaten aan het verwijderen bent. ) Afb. 24 Ga als volgt te werk: 1. Open volledig te deur. 2. Bepaal de positie van de twee scharnieren (afb. 24). 3. Hef en draai aan de hendels op de twee scharnieren (afb. 25). 4. Pak de deur aan de zijkanten vast en doe hem voorzichtig dicht maar niet VOLLEDIG (afb. 26). 5. Trek de deur naar voren en verwijder hem uit de inkeping (afb. 26). 6. Plaats de deur op een stabiel oppervlak waarop een zachte doek is gelegd, om te voorkomen dat het oppervlak wordt beschadigd (afb. 27). Afb. 25 Afb. 26 Afb. 27 27 Electrolux 7. Ontgrendel het vergrendelsysteem om de binnenste glasplaten te verwijderen (afb. 28). 8. Draai de 2 houders 90° en verwijder ze uit hun zitting (afb. 29). 9. Hef voorzichtig de bovenste plaat en haal hem eraf (afb. 30). 10. Herhaal de procedure die beschreven is onder punt 9. voor de middelste plaat, die aan vier zijkanten voorzien is van een sierlijst (afb. 31). Reinig de ovendeur met lauw water en een zachte doek. Gebruik geen producten zoals schuursponsjes, staalwol, schuurmiddelen of zuren, omdat ze het speciaal warmtereflecterend oppervlak van de binnenste glasplaten kunnen beschadigen. Na het reinigen dient u de glasplaten weer in de deur aan te brengen, volg hierbij de omgekeerde volgorde van de hier boven beschreven procedure. Zorg ervoor dat u de platen correct aanbrengt. Afb. 28 90° Afb. 29 2 1 28 Afb. 30 1 2 Afb. 31 Electrolux ) Om deze handeling correct uit te voeren dient u als volgt te werk te gaan: a) de middelste afdekplaat, die op de vier zijkanten voorzien is van een lijst, moet zodanig terug worden aangebracht dat de afdruk naar buiten is gericht. De zijde van de glasplaat is correct aangebracht als de afdruk op de plaat niet ruw aanvoelt, als u met uw vingers over het oppervlak wrijft. De middelste glasplaat moet worden aangebracht in de rechter zitting, zoals weergegeven in afb. 32. b) de bovenste plaat moet worden aangebracht zoals weergegeven in afb. 33. Nadat de glasplaten opnieuw zijn aangebracht in de ovendeur, dient u in omgekeerde volgorde de procedure te volgen die beschreven staat onder punt 8., om ervoor te zorgen dat de platen vergrendeld worden. Afb. 32 Maak de ovendeur nooit schoon als hij warm is, de ruiten zouden kunnen barsten. Als u krassen of scheuren in de glasplaat constateert, onmiddellijk contact opnemen met de Klantenservice en de ruiten laten vervangen. Modellen van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur en het bedieningspaneel van roestvrij staal of aluminium schoon met een vochtige spons en droog hem daarna zorgvuldig af met een zachte doek. Gebruik geen metaalsponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen die krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken. Afb. 33 Het schoonmaken van de afdichting van de ovendeur Een rubberen afdichting rond de opening van de oven garandeert de goede werking. Controleer de toestand van deze afdichting regelmatig. Indien het nodig is de afdichting schoon te maken, geen schurende voorwerpen of producten gebruiken. Als u merkt dat de afdichting beschadigd is, moet u contact opnemen met onze serviceafdeling en mag u de oven niet gebruiken tot de afdichting gerepareerd is. 29 Electrolux Ovenroosters en geleiders Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de geleiderails aan de linker- en rechterzijde van de oven worden verwijderd. Verwijderen van de geleiderails Eerst de rail aan de voorkant van de ovenwand wegtrekken en vervolgens achter loshaken (34, 35). Monteren van de geleiderails Bij het terugplaatsen de rails eerst achter inhaken, dan aan de voorkant op de juiste positie brengen en vervolgens de rails op hun plaats drukken (36). Reinig de geleiderails met warm zeepsop en verwijder hardnekkige vlekken met een goed vochtig gemaakt sponsje met zeep. Goed afspoelen en met een zachte doek afdrogen. Vervanging van het ovenlampje Koppel het apparaat los Als het ovenlampje moet worden vervangen, dan moet dit voldoen aan de volgende eisen: - Vermogen: 40 W, - Voltage: 230 V (50 Hz), - Hittebestendig tot 300° C, - Soort aansluiting: E14. Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij de Klantenservice. Het kapotte lampje vervangen: 1. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald. 2. Druk het glazen dekseltje in en draai het tegen de klok in. 3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door een nieuw. 4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de stekker weer in het stopcontact. Afb. 34 Afb. 35 Afb. 36 ) 30 Afb. 37 Electrolux Als er iets verkeerd gaat Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst onderstaande aanwijzingen, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling: PROBLEEM OPLOSSING „ De oven gaat niet aan. ‹ druk op toets en kies vervolgens een bereidingsfunctie. of ‹ Heeft de zekering in de meterkast gereageerd? of ‹ Is de kinderblokkering voor de oven of de automatische uitschakeling actief? of ‹ Is per ongeluk de demo-modus geactiveerd? of ‹ Controleer of het apparaat correct is aangesloten en de stopcontactschakelaar of de netstroomtoevoer op AAN staan. „ De binnenverlichting van de oven brandt niet. ‹ Druk op toets en kies vervolgens een bereidingsfunctie. of ‹ Controleer de gloeilamp, en vervang deze indien nodig (zie „Vervangen van de binnenverlichting“). „ Het bereiden van de gerechten duurt te lang, of ze worden te snel gaar. ‹ Eventueel moet de temperatuur worden gewijzigd, of ‹ Raadpleeg de inhoud van deze gebruiksaanwijzing, met name het hoofdstuk „Gebruik van de oven“. „ Damp en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. ‹ Laat de gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. „ De ovenventilator maakt lawaai. „ De foutcode “F” gevolgd door cijfers verschijnt op het display. ‹ Controleer of de roosters en het bakgerei niet tegen het achterpaneel van de oven trillen. ‹ Wij verzoeken u de foutcode te noteren en door te geven aan de dichtstbijzijnde klantenservice. „ Het display geeft “12.00”. ‹ Klok gelijk zetten (zie hoofdstuk "Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen"). 31 Electrolux Technische gegevens Vermogen verwarmingselementen Onderwarmte Boven- en onderwarmte 1000 W 1800 W Hete lucht 1825 W Grill 1650 W Ventilatorgrill 1675 W Pyrolytische reiniging 2475 W Ovenverlichting 40 W Motor van de heteluchtventilator 25 W Motor koelventilator 25 W Totale aansluitwaarde 2720 W Werkspanning (50 Hz) 230 V Inbouw Hoogte onderbovenkant 600 mm in kolom 587 mm Breedte 560 mm Diepte 550 mm Oven Hoogte 335 mm Breedte 395 mm Diepte 400 mm Bruikbare inhoud oven 32 53 l Electrolux Instructies voor de installateur Inbouw en installatie moeten uitgevoerd worden met strikte inachtneming van de geldende voorschriften. Elke ingreep mag slechts plaatsvinden als het apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen mogen uitsluitend verricht worden door een erkend installateur. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als de veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Klemmenbord De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk klemmenbord, dat berekend is voor de werking op een éénfase-stroomvoorziening van 230 V (Afb. 38). Letter L Letter N of E - Onder stroom staande klem Neutrale klem Aardeklem Elektrische aansluiting Let voor het aansluiten op het volgende: - De zekering en de huisinstallatie moeten op de max. belasting van het apparaat berekend zijn (zie typeplaatje). - De huisinstallatie moet voorzien zijn van een aardaansluiting overeenkomstig de geldende voorschriften. - De wandcontactdoos (type Perilex als de oven in combinatie met een elektrische kookplaat is uitgevoerd) en de meerpolige installatieautomaat of groepsschakelaar moeten ook na de installatie van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn. Het apparaat wordt stekkerklaar geleverd. Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een geaarde wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz type Perilex als de oven in combinatie met een elektrische kookplaat is uitgevoerd). Deze wandcontactdoos moet overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn. Als aansluitsnoer zijn, met inachtneming van de nominale doorsneden, volgende types geschikt: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2F (T90), H05 BB-F. Als de aansluiting zonder stekker wordt uitgevoerd, of als de stekker niet toegankelijk is, moet er tussen het apparaat en de aansluiting op het stroomnet een meerpolige stroomonderbreker (bijv. zekeringen, LSschakelaar) met een minimale afstand tussen de contacten van 3 mm aangebracht worden. De schakelaar mag de aardleiding nergens onderbreken. De geel-groene aardleiding dient 2-3 cm langer te zijn dan alle andere kabels. Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur) bereikt. Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen gecontroleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te laten werken. Afb. 38 33 Electrolux Instructies voor de inbouw Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben. In overeenstemming met de geldende voorschriften moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking van onder spanning staande en geïsoleerde delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zonder gereedschap verwijderd kunnen worden. Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele afsluitende kanten aan het begin of einde van een aanbouwlijn. De bescherming tegen aanraking moet in ieder geval door het inbouwen gegarandeerd zijn. Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant tegen hogere keukenmeubelen, apparaten resp. wanden geplaatst worden. Aan de andere zijkant mogen er echter geen andere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst worden. Afb. A Ovenafmetingen (Afb. A) Instructies voor de inbouw Afb. B 550 M Bevestiging in het meubel - Open de ovendeur; bevestig de oven aan het inbouwmeubel door de vier afstandsstukken (Afb.D - A) die precies in de gaten van het frame passen, te plaatsen en deze daarna met de vier bijgeleverde houtschroeven (Afb. D - B) vast te zetten. 560 - 57 0 Afb. C Afb. D 34 IN 600 Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben (Afb. B-C). 100 80÷ Electrolux Service en onderdelen Als het probleem na de beschreven controles niet kan worden opgelost, bel dan de dichtstbijzijnde klantenservice van de fabrikant en vermeld de aard van het defect, het model van het apparaat (Mod.), het Productienummer (Prod. Nr.) evenals het fabricagenummer (Ser. Nr.), die u op het typeplaatje van de oven vindt. De originele vervangingsonderdelen van de fabrikant, die voorzien van het volgende merkteken, vindt u uitsluitend bij de centrale van onze klantenservice of bij geautoriseerde onderdelenwinkels. 35 72 electrolux www.zanker.de 35905-9302 72 11/08 R.A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

ZANKER ZKB7630X Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen