Documenttranscriptie
Electrolux
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor de veiligheid ............................................................................. 3
Beschrijving van het apparaat ........................................................................................................................... 5
Bedieningspaneel ............................................................................................................................................. 6
Eerste installatie ............................................................................................................................................... 7
Functiesymbolen ............................................................................................................................................ 10
De oven gebruiken ......................................................................................................................................... 11
Programmeren van de oven ........................................................................................................................... 15
Speciale functies ............................................................................................................................................ 17
Bak- tabellen .................................................................................................................................................. 20
Reiniging en onderhoud ................................................................................................................................... 22
Als er iets verkeerd gaat ................................................................................................................................. 31
Technische gegevens ..................................................................................................................................... 32
Instructies voor de installateur ......................................................................................................................... 33
Instructies voor de inbouw .............................................................................................................................. 34
Service en onderdelen .................................................................................................................................... 35
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
)
Stap-voor-stap-handleiding
Aanwijzingen en Tips
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
2006/95(Laagspanningsrichtlijn);
2004/108 (EMC Richtlijn);
en daaropvolgende wijzigingen.
2
Electrolux
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke adviezen voor
de veiligheid
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden
geschonken of verkocht wordt, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het
belangrijk dat de nieuwe eigenaar/eigenaresse over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan
beschikken.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruiker en diens huisgenoten. Lees ze
dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt.
Installatie
•
•
•
De installatie moet verricht worden door vakkundig
personeel, met inachtneming van de geldende
voorschriften.
De
afzonderlijke
installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de
Aanwijzingen voor de installateur.
Laat de installatie en aansluiting uitvoeren door een
vakman, overeenkomstig de hem, dankzij zijn
vakkennis bekende richtlijnen.
Ook eventueel naar aanleiding van voor de
installatie noodzakelijke wijzigingen aan de
elektriciteitsvoorziening moeten door een vakman
aangebracht worden.
Bediening
•
•
•
•
•
•
•
Deze oven is ontworpen voor de bereiding van
gerechten; gebruik hem nooit voor andere
doeleinden.
Pas, bij het openen van de ovendeur, tijdens
of na afloop van de bereiding op voor de hete
luchtstroom, die uit de oven naar buiten komt.
Tijdens de werking van de oven extra voorzichtig
zijn. Door de grote hitte van de
verwarmingselementen zijn de roosters en andere
delen erg heet.
Indien u - om welke reden dan ook - aluminiumfolie
voor voedingsmiddelen in de oven gebruikt, laat dit
dan nooit in direct contact komen met de bodem van
de oven.
Ga bij het schoonmaken van de oven voorzichtig te
werk: sproei nooit vloeistof op het vetfilter (indien
aanwezig), het verwarmingselement en de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van welke aard ook
aan te brengen aan het apparaat of aan de
kenmerken ervan.
Tijdens het bak-, braad- en grillproces worden de
ovendeur en de andere onderdelen van het apparaat
•
•
•
•
•
•
•
erg heet, houd kinderen daarom uit de buurt van het
apparaat. Bij de aansluiting van elektrische
apparaten op stopcontacten in de buurt van de oven,
moet u er op letten dat aansluitkabels niet in
aanraking komen met hete kooktoestellen of
vastgeklemd raken in de hete deur van de oven.
Gebruik altijd ovenwanten om vuurvaste, hete
schotels of schalen uit de oven te halen.
Een regelmatige reiniging voorkomt de achteruitgang
van het oppervlaktemateriaal van de oven.
Schakel voordat u de oven schoonmaakt de stroom
uit of trek de stekker uit het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand «UIT»
staat, als de oven niet meer gebruikt wordt.
Deze oven is zowel in de uitvoering als afzonderlijk
apparaat of als combinatieapparaat met een
elektrische kookplaat, vervaardigd voor aansluiting
op enkelfase 230 V.
Het apparaat mag niet schoongemaakt worden met
een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe metalen
schrapers. U kunt daarmee krassen op de deur
veroorzaken en dat kan leiden tot het barsten van
het glas.
Veiligheid van kinderen
•
•
•
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om het door
kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten
spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de oven in
werking is. Ook nadat u de oven heeft
uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht
3
Electrolux
gebeurt van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een
dergelijke persoon instructies hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
Klantenservice
•
•
Laat controlewerkzaamheden of reparaties door de
klantenservice van de fabrikant of door een door de
fabrikant geautoriseerde klantenservice uitvoeren en
gebruik altijd originele vervangingsonderdelen.
Probeer nooit zelf storingen van of beschadigingen
aan het apparaat te repareren. Reparaties door niet
opgeleide personen kunnen schade of letsel
veroorzaken.
Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als normaal
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het dient
daarentegen ingeleverd te worden bij een
inzamelingspunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparatuur. Door uw bijdrage aan de juiste
afvalverwerking van dit product helpt u het milieu en de
gezondheid van uw medemensen te beschermen. Het
milieu en de gezondheid worden door verkeerde
afvalverwerking in gevaar gebracht. Voor nadere
informatie over de recycling van dit product kunt u
contact opnemen met uw gemeentehuis, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
4
Electrolux
Beschrijving van het apparaat
2
1
3
4
5
6
7
5. Verlichtingslampje
6. Oven-ventilator
7.Type plaatje
1. Bedieningspaneel
2. Elektronischeovenregeling
3. Ventilatieopening voor de koelventilator
4. Grill
Toebehoren
Bakplaat
Rooster
Braadslede
5
Electrolux
Bedieningspaneel
Gaarfuncties
1
2
Temperatuurindicatie
3
Drukknoppen
1. AAN/UIT
2. Oven-functietoets
3. Snelopwarmfunctie
4. Pyrolytische reinigingsfunctie
5. Verlagingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
6. Verhogingstoets “ ” (tijd of temperatuur)
7. Kookwekker / bereidingsduur / einde bereidingsduur
Alle functies van de oven worden elektronisch
geregeld.
U kunt willekeurige combinaties van gaarfuncties,
gaartemperaturen en automatische tijdinstellingen kiezen.
Opmerking
Als de stroom uitvalt blijven de instellingen (klok,
ingesteld of lopend programma) ongeveer 3 minuten in
het programmageheugen bewaard. Als de stroom langer
uitvalt, worden alle instellingen gewist. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het
display. De klok en de timer moeten in een dergelijk
geval wel opnieuw worden ingesteld.
6
4
Tijdsindicatie
5
6
7
Electrolux
Eerste installatie
Verwijder al het verpakkingsmateriaal
binnen en buiten, voordat u de oven in
gebruik neemt.
Wanneer de oven voor het eerst op de elektriciteit
wordt aangesloten, verschijnt in het display automatisch 12:00 en het symbool
knippert.
Verzeker u ervan dat het juiste tijdstip van de dag
is ingesteld voor het eerste gebruik van de oven.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1. Druk op de toets
en, terwijl het symbool
knippert, stelt u met de toetsen “ ” of “ ” de tijd
in (afb. 1).
Het pijltjessymbool van de tijd verdwijnt ongeveer 5 seconden na weergave van de precieze tijd.
2. Zodra het symbool niet meer knippert, drukt u
tweemaal op de
toets.
Ga vervolgens te werk als onder punt 1.
Voor het eerste gebruik
Afb. 1
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de oven
opgewarmd worden zonder voedsel.
Ga als volgt te werk om dat te doen:
1. Druk op de toets
om de oven in te schakelen.
2. Druk tweemaal op de toets
«Hete lucht»
en kies de functie
(afb. 2).
3. Zet de temperatuur op 250°C, gebruik daarvoor
de toets “ ”.
4. Laat de oven leeg ongeveer 45 minuten lang in
werking.
5. Open een raam voor de ventilatie.
Doe dit opnieuw met de functie «Boven- en onderwarmte» en «Ventilatorgrill» gedurende zo’n 5-10 minuten.
Afb. 2
7
Electrolux
Gedurende deze tijd kan er een onaangenaam
luchtje ontstaan. Dit is heel normaal. Het wordt veroorzaakt door fabricageresten.
Laat de oven vervolgens afkoelen en reinig dan de
ovenruimte met een in warm zeepsop vochtig gemaakte
doek. Reinig ook de roosters en bakplaten voor het eerste
gebruik grondig. Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast (afb. 3).
“Aan-/Uit” - toets
Voor het instellen van gaarfuncties of andere programma’s moet de oven worden ingeschakeld. Als de
knop
is ingedrukt, verschijnt in het display het
ovensymbool en de oververlichting wordt ingeschakeld
(afb. 4).
Om te oven uit te schakelen, kunt u de knop
.
te allen tijde indrukken. Alle gaarfuncties of programma’s worden beëindigd, de ovenverlichting wordt uitgeschakeld en in de tijdindicatie verschijnt alleen nog de
tijd van de dag.
U kunt de oven te allen tijde uitschakelen.
Zo kiest u een bereidingsfunctie
1. Schakel de oven in door op de
ken.
2. Druk op de toets
toets te druk-
Afb. 3
Afb. 4
om de gewenste functie te
wordt ingeselecteren. Elke keer dat toets
drukt, wordt een functiesymbool zichtbaar in het
display en links van het geselecteerde functiesymbool verschijnt het bijbehorende functienummer
(afb. 5).
3. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur niet
geschikt is, dan stelt u met de toets “ ” of “ ”
de temperatuur in. Het temperatuurniveau kan in
stappen van 5 graden worden ingesteld.
- Met het stijgen van de temperatuur in de oven
begint het thermometersymbool langzaam te
stijgen en geeft daarmee de daadwerkelijke oventemperatuur aan.
Wanneer de gewenste temperatuur is bereikt, dan
weerklinkt een kort akoestisch signaal en het
thermometersymbool gaat branden.
8
Afb. 5
Electrolux
De temperatuur en de tijd instellen
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl
het symbool “°” knippert (afb. 6). De maximale temperatuur bedraagt 250°C.
Druk de toetsen “ ” en “ ” in, om de vooraf
ingestelde temperatuur te verhogen of verlagen, terwijl
het symbool knippert.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt
(door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege
defecte onderdelen), is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald,
wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat
de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen. Is de
thermostaat echter geactiveerd vanwege een defect
onderdeel, neem dan contact op met de klantenservice.
Afb. 6
Koelventilator
De koelventilator koelt de oven en het bedieningspaneel. De ventilator wordt nadat de oven enkele minuten in werking is automatisch ingeschakeld.
Warme lucht wordt door het paneel in de buurt van de
greep van de ovendeur uitgeblazen. Nadat de oven is
uitgeschakeld, blijft de ventilator mogelijk nog even lopen om de bedieningselementen te koelen. Dit is helemaal normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe
lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar
korte tijd gebruikt is.
9
Electrolux
Functiesymbolen
1
Hete lucht - Bij deze instelling kunt u op
meerdere niveaus tegelijkertijd braden of
bakken en braden, zonder dat dit tot aromaoverdracht leidt. Vooraf ingestelde temperatuur: 175°C
2
Boven- en onderwarmte - De warmte
komt van boven en beneden en wordt
gelijkmatig in de ovenruimte verdeeld.
Vooraf ingestelde temperatuur: 200°C
3
Onderwarmte - De warmte komt alleen
van het onderste verwarmingselement in
de ovenruimte. Bij deze instelling kunt u
gerechten heel goed afmaken. Vooraf ingestelde temperatuur: 250°C
4
Ventilatorgrill - Dit is een alternatieve
gaarmethode voor gerechten die anders
met de normale grill worden bereid. Het
grillelement en de ventilator van de oven
werken samen, zodat de hetelucht rond de
gerechten circuleert. Vooraf ingestelde temperatuur: 180°C
Maximumtemperatuur: 200 °C.
5
Grill - Via de grill gaat snel directe warmte
naar het middelste gedeelte van de grillpan. Met de grill kunnen goed kleinere
hoeveelheden worden gegrilleerd. Op deze
wijze kan ook energie worden bespaard.
Vooraf ingestelde temperatuur: 250 °C
6
Ontdooien - De ventilator circuleert de
hetelucht zonder warmte bij
kamertemperatuur in de ovenruimte.
Deze functie is bijzonder geschikt om
kwetsbare levensmiddelen te ontdooien,
die door opwarmen beschadigd raken,
bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
7
Pyrolytische reiniging - Met deze
functie kunt u de ovenruimte grondig
reinigen.
10
Electrolux
De oven gebruiken
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor natuurlijke luchtcirculatie en de constante
hercirculatie van stoom.
Dit systeem maakt het mogelijk om in een
stoomomgeving voedsel te bereiden en dit houdt de
gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd en het
energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de
bereiding kan er stoom ontstaan die kan ontsnappen als u
de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal.
Echter, doe altijd een stap van de oven vandaan
als u de ovendeur opent, zodat de stoom of hitte
in de oven kan ontsnappen.
4
3
2
1
Let op! - Leg geen voorwerpen op de bodem
van de oven en dek tijdens de bereiding geen
enkel deel van de oven af met aluminiumfolie, dit
kan oververhitting veroorzaken, wat de
bakresultaten beïnvloedt en het email van de
oven kan beschadigen. Zet pannen,
hittebestendige pannen en aluminium bladen altijd
op het rek dat in de geleiders is geschoven.
Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er
stoom, net als in een ketel. Als de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de oven,
condenseert hij en ontstaan er waterdruppels.
Om de condensvorming te beperken, de lege
oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Wij adviseren u, de waterdruppels na elke bereiding
af te vegen.
Tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten houden. Doe een stap naar
achteren bij het openen van de ovendeur, die
kiept. Laat hem niet open vallen - ondersteun
de deur met de deur-handgreep totdat hij
helemaal open is.
De oven heeft vier niveaus voor ovenrekken, er
zijn twee rekken meegeleverd. De rekposities
worden vanaf de bodem van de oven geteld,
zoals getoond in de afbeelding.
Het is belangrijk dat deze rekken correct geplaatst
zijn, zoals afgebeeld in het diagram.
Zet nooit kookgerei direct op de bodem van de
oven.
11
Electrolux
Praktische tips
Hete lucht
De gerechten worden gegaard met hete lucht, die
via een ventilator aan de achterwand van de oven
gelijkmatig in de binnenruimte van de oven wordt verdeeld.
De warmte komt snel en gelijkmatig in alle ovenzones terecht. Dat betekent dat u tegelijkertijd verschillende gerechten op meerdere niveaus kunt bakken,
braden en stoven.
Deze gaarfunctie biedt de volgende voordelen:
- Sneller voorverwarmen
Doordat de heteluchtoven snel op temperatuur komt, is
het over het algemeen niet nodig om de oven voor te verwarmen. Wellicht heeft u echter toch 5-7 minuten extra bereidingsduur nodig. Voor recepten die hogere temperaturen vereisen,
zoals brood, pasteien, scones of soufflés, verkrijgt u de beste
resultaten als de oven eerst wordt voorverwarmd.
- Lagere temperaturen
Bereiding met hete lucht vereist over het algemeen lagere temperaturen dan bereiding met bovenen onderwarmte.
Houd de aanbevolen temperaturen in de bak- en
braadtabel aan. Denk eraan, de temperaturen van uw
eigen recepten voor boven- en onderwarmte met 2025 °C te verlagen.
- Gelijkmatige warmteverdeling
bij het
bakken
De oven met ventilator verwarmt alle inzetniveaus
gelijkmatig. Dit betekent dat verschillende baksels met
hetzelfde voedsel tegelijk in de oven bereid kunnen
worden. De baksels op het bovenste niveau kunnen
echter iets bruiner worden dan die op het onderste niveau.
Dit is helemaal normaal. Aroma’s en geuren worden daarbij niet van het ene op het andere gerecht
overgedragen.
Hoe gebruikt u de heteluchtfunctie
1. Oven inschakelen.
2. Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot
het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen.
12
Boven- en onderwarmte
- De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik
van het middelste niveau. Wanneer u wilt dat uw
baksel een bruinere bodem krijgt, moet u het op
een lager niveau in de oven zetten. Wanneer u
wilt dat uw baksel een bruinere bovenkant krijgt,
moet u het op een hoger niveau in de oven zetten.
- Het materiaal en de afwerking van de bakplaten
en schalen is van invloed op de mate waarin het
voedsel een bruin korstje krijgt. Email, donker,
zwaar en met teflon gecoat bakgerei bevorderen
het bruinen, terwijl bakgerei van glas, glanzend
aluminium of gepolijst edelstaal warmte reflecteren
en afremmen.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster,
om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
- Zet nooit gerechten, blikken of bakgerei direct op de bodem van de oven, omdat die erg
heet wordt en het vaatwerk kan beschadigen. Als
u deze instelling gebruikt komt de warmte van de
bovenste en onderste verwarmingselementen.
Daarmee kunt u gerechten op één enkel niveau
bereiden. Dit is bijzonder geschikt voor gerechten,
waarvan de bodem extra bruin moet worden, bijv.
quiches en flans.
Gratins, lasagnes en ovenschotels die ook wat
extra bruinering aan de bovenkant vergen kunnen ook
heel goed bereid worden in de conventionele oven.
Gebruik van boven- en onderwarmte
1. Oven inschakelen.
2. Functie boven-/onderwarmte kiezen; Druk daarvoor op de toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “
peratuur instellen.
” de tem-
Electrolux
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor het bakken
van taart- en vlaaibodems, en voor het afbakken
van quiches resp. flans, om ervoor te zorgen dat
de quiche- resp. taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het rooster
van de grillplaat worden geplaatst, om ervoor te
zorgen dat de lucht optimaal kan circuleren en het
gerecht niet in het afdruipende vet resp. grillsap
drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zoals bijv.
vis, lever en niertjes direct op de grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat
het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis
licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. tomaten of
paddenstoelen kunnen tijdens het grillen van vlees
onder het grillrooster (direct op de grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u aan het
bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding
worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor het midden van de grillplaat. Door de kleine grill te gebruiken
voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u
energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de toets
oven-functies
, tot het symbool
op het
display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ” de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en
rooster, al naargelang of het om platter of dikker
grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor
het grillen op.
daardoor minder. Ventilatorgrill minimaliseert kookluchtjes in de keuken.
Met uitzondering van toast en biefstukken, die van
binnen rood moeten blijven, kunt u alle levensmiddelen met hete lucht bereiden die u normaal met bovenen onderwarmte zou bereiden. Het bereiden verloopt
geleidelijker; ventilatorgrill vergt daarom iets meer tijd
dan conventioneel grillen. Een van de voordelen is dat
grotere hoeveelheden tegelijkertijd bereid kunnen worden.
1. Oven inschakelen.
2. Functie ventilatorgrill kiezen; druk daarvoor op de
toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Evt. op de toetsen “ ” of “ ” drukken, om de
temperatuurinstelling aan te passen.
Maximumtemperatuur: 200 °C.
4. Kies het passende inzetniveau voor grillpan en
rooster, al naargelang of het om platter of dikker
grillgoed gaat. Volg vervolgens de instructies voor
het grillen op.
Ontdooien
De ventilator loopt zonder warmte en laat de lucht
bij kamertemperatuur in de binnenruimte van de oven
circuleren. Hierdoor wordt het voedsel sneller ontdooid.
De temperatuur in de keuken beïnvloedt echter de
ontdooitijd.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare
levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling,
ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Gebruik van de ontdooifunctie
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Functie Ontdooien kiezen; druk daarvoor op de
toets Oven-functies
, tot het symbool
het display verschijnt.
3. Het display geeft de melding “def”.
op
Ventilatorgrill
Dit is een alternatieve bereidingsmethode voor
gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Grillelement en ventilator werken samen, zodat
de hete lucht rond de gerechten circuleert. De noodzaak om het voedsel te controleren en om te draaien is
13
Electrolux
Adviezen
Bakken:
Bakgoed vraagt gewoonlijk om een gemiddelde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom dient de oven
ca. 10 minuten lang te worden voorverwarmd.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een
bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af
van de soort en hoeveelheid garnering of vulling.
Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. Door te
vloeibaar deeg zou de baktijd onnodig langer duren.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in
de oven geschoven, dan moet tussen de platen een
inzetniveau open worden gelaten.
Worden twee bakplaten met gebak tegelijkertijd in
de oven geschoven, dan moeten de platen na ongeveer 2/3 van de baktijd van boven naar beneden verwisseld en gedraaid worden.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan
1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden
maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij
een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij
een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of
jus direct aan het begin in de braadslede. In andere
gevallen worden ze het laatste halfuur toegevoegd.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt,
is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen
roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur
en in kortere tijd worden gebraden.
Bij het bereiden van vlees direct op het rooster de
braadslede in het onderliggende inzetniveau schuiven.
Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan,
zodat het vleesvocht niet kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u
een beetje water in de braadslede gieten. Om
condensvorming te voorkomen, een paar keer water
toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd worden in
de oven op de laagste temperatuur warm gehouden
worden.
14
Voorzichtig!
De oven niet met aluminiumfolie bekleden en geen kookgerei, geen braadslede
of bakplaat op de bodem leggen, aangezien anders het email van de oven door
de optredende warmtestuwing beschadigd raakt.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid
vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instelgegevens bij de eerste keer bereiden resp. braden, om bij bereiding van dezelfde gerechten in de toekomst ervaring te kunnen opdoen.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen
aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
Electrolux
Programmeren van de oven
Zo stelt u de kookwekker in
1. Gebruik de toets
om de kookwekkerfunctie te
selecteren. Het overeenkomstige symbool
knippert en op het bedieningspaneel verschijnt
“0.00” (afb. 7).
2. Stel met de toets “ ” de gewenste tijd in. De
maximale tijdsduur is 23 uur 59 minuten. Nadat dit
is ingesteld, wacht de kookwekker 3 seconden,
waarna hij begint te lopen.
3. Na afloop van de geprogrammeerde tijd hoor u
een akoestisch signaal.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Als de oven op dit moment werkt, wordt hij
NIET uitgeschakeld.
De kookwekker kan ook gebruikt worden als
de oven uitgeschakeld is.
Afb. 7
De instelling van de kookwekker wijzigen:
Druk op de toets
, tot de symbolen
en
gaan knipperen.
Nu kunt u de instelling van de kookwekker wijzigen. Druk daarvoor op de toets “ ” of “ ”.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
, tot de symbolen
en
druk op toets
gaan knipperen.
De toets “ ” indrukken om de tijdsaanduiding te
resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 8).
Zo programmeert u een uitschakeltijd van de
oven
1. Zet gerechten in de oven, schakel de oven in,
kies de gewenste functie en stel indien nodig de
gewenste temperatuur in.
2. De toets
indrukken, om de functie
“Bereidingsduur” te kiezen. Het bereidingsduursymbool
knippert en op het display wordt
“0.00” aangegeven (afb. 9).
3. Terwijl het symbool knippert, met de toets “ ”
de gewenste tijd instellen. De maximale tijdsduur
is 23 uur 59 minuten. De programmeerfunctie
wacht 3 seconden, waarna hij begint te lopen.
Afb. 8
Afb. 9
15
Electrolux
4. Na afloop van de geprogrammeerde tijd wordt de
oven automatisch uitgeschakeld. Er weerklinkt
een akoestisch signaal en op het bedieningspaneel
verschijnt “0.00”.
5. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1. Druk op de toets
, tot het symbool knippert.
2. Druk op de toets “ ” om de tijdsaanduiding te
resetten, tot het display “0.00” aangeeft (afb. 10).
Zo programmeert u het in-/uitschakelen van de
oven
1. Stel de bereidingsduur in zoals beschreven in het
betreffende hoofdstuk.
2. Druk op toets
, tot de functie voor het einde
van de bereidingsduur
geselecteerd is en
het betreffende symbool knippert. Op het
bedieningspaneel wordt het eind van de
bereidingsduur (actuele tijd plus aangegeven gaartijd ) weergegeven - (afb. 11).
3. Druk op de toets “ ” om het gewenste einde van
de bereidingsduur te selecteren.
4. 3 seconden na het instellen begint de programmaschakelaar te lopen.
5. De oven wordt automatisch in- en weer uitgeschakeld. Wanneer de oven wordt uitgeschakeld,
klinkt er een akoestisch signaal.
6. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te
schakelen.
Indien u het programma wilt annuleren, annuleert u eenvoudig de ingestelde tijdsduur.
16
Afb. 10
Afb. 11
Electrolux
Speciale functies
Automatische uitschakeling van de oven
Wanneer de instellingen niet worden gewijzigd,
wordt de oven automatisch volgens onderstaande tabel
uitgeschakeld (afb. 12).
Temperatuurinstelling:
Uitschakeling
oven:
250°C
na 3 uur
van 200 tot 245°C
na 5,5 uur
van 120 tot 195°C
na 8,5 uur
minder dan 120°C
na 12 uur
Afb. 12
Restwarmtefunctie
Als er een bereidingsduur is ingesteld, wordt de
oven automatisch een paar minuten voor het einde van
de geprogrammeerde bereidingsduur uitgeschakeld,
zodat de gerechten in de oven zonder verder energieverbruik helemaal gaar worden. Alle actuele instellingen
worden getoond tot de bereidingsduur is afgelopen.
Bij een bereidingsduur van minder dan 15 minuten kunt
u deze functie niet gebruiken.
Kinderblokkering voor de oven
De bedieningselementen op de oven kunnen geblokkeerd worden, zodat de oven niet per ongeluk door
kinderen kan worden ingeschakeld.
1. Schakel de oven uit en druk op de toets
.
en “ ” onge2. Druk tegelijkertijd de toetsen
veer 3 seconden lang in. Een akoestisch signaal
weerklinkt en de melding „SAFE“ verschijnt op
het display (afb. 13).
3. De oven is nu geblokkeerd. Er kunnen nu geen
afzonderlijke functies en ook geen temperatuur
geselecteerd worden.
Zo deblokkeert u de oven:
Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd ongeveer
3 seconden in. Er klinkt een akoestisch signaal en de
weergave „SAFE” verdwijnt. Nu kan de oven weer
worden bediend.
Afb. 13
17
Electrolux
Snelopwarmfunctie
Na selectie van een bereidingsfunctie en van de
temperatuur warmt de oven langzaam op tot de gewenste temperatuur is bereikt. Dit duurt 10 tot 15 minuten,
afhankelijk van de geselecteerde functie en temperatuur.
Als de noodzakelijke temperatuur sneller bereikt
moet worden, kunt u de snelopwarmfunctie gebruiken.
1. Druk voor het inschakelen van de oven op de toets
.
2. Stel de gewenste bereidingsfunctie en temperatuur
in zoals beschreven op de voorgaande pagina’s.
3. Druk voor het kiezen van de temperatuur op de toets
“ ” of “ ”. De temperatuur wordt in het display
aangegeven.
4. Druk op toets
. In het temperatuurdisplay
verschijnt „FHU” (afb. 14).
. Het symbool “°” knippert
5. Druk op toets
ongeveer 10 seconden lang. Nu kunt u de temperatuur selecteren. Druk daarvoor op de toets “ ”
of “ ”.
6. Nadat de gewenste temperatuur bereikt is, klinkt
een korte signaaltoon en in de temperatuurweergave
verschijnt weer de ingestelde temperatuur.
Deze functie is bij alle bereidingsfuncties en temperaturen beschikbaar.
Demo-modus
Deze modus is bedoeld voor speciaalzaken om de
ovenfuncties te presenteren zonder stroomverbruik,
afgezien van de binnenverlichting, het display en de
ovenventilator. Deze functie kan alleen bij eerste
aansluiting worden ingeschakeld.
Na een stroomuitval kan de demo-modus alleen
worden ingeschakeld, wanneer in het display 12:00 en
het symbool
automatisch knipperen.
ca. 2 seconden indrukken. Er klinkt
1. De toets
een kort signaal.
2. Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd in. Er
klinkt een kort signaal en op het display verschijnt
12:00 (afb. 15).
Bij het inschakelen van de oven verschijnt het
symbool
op het display.Dat betekent dat de
demo-modus geactiveerd is.
Alle functies van de oven kunnen geselecteerd
worden.
18
Afb. 14
Electrolux
De oven is niet echt in werking en de
verwarmingselementen worden niet ingeschakeld.
Schakel de oven uit en ga zoals hierboven
beschreven te werk om de demo-modus weer uit te
schakelen.
De demo-modus blijft bij stroomuitval in het
programma opgeslagen.
Informatietoon regeltoets
U kunt de oven zodanig instellen dat er altijd een
signaal te horen is wanneer u op een toets drukt. Deze
functie kan alleen bij een uitgeschakelde oven worden
geactiveerd.
Afb. 15
1. Druk de toetsen
en “ ” tegelijkertijd ongeveer
3 seconden in. Het signaal klinkt één keer (afb. 16).
Zo deactiveert u de informatietoon regeltoets:
1. Druk bij een ingeschakelde oven de toets
zodat de oven wordt uitgeschakeld.
in,
2. Drukt u de toetsen
en “ ” tegelijkertijd ongeveer 3 seconden in. Het signaal klinkt één keer.
Foutcodes
Het elektronische programmageheugen voert
voortdurend een systeemdiagnose uit. Wanneer
sommige parameters niet kloppen, worden de
betreffende functies uitgeschakeld en op het display
verschijnt de bijbehorende foutcode (afb. 17).
Meer hierover vindt u in het hoofdstuk “Het
oplossen van problemen“.
Afb. 16
Afb. 17
19
Electrolux
Bak-tabellen
Boven- en onderwarmte en hete lucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
GERECHT
Boven- en onderwarmte
Niveau4 Temp.
3
(°C)
2
1
GEBAK
Roerdeeg
Zandtaartdeeg
Karnemelk-kaaskoek
Appeltaart
Strudel
Jamtaart
Cake
Scones
Stol
Pruimentaart
Kleine taart
Biscuits
Schuimgebak
Met gist gebakken koekjes
Gebak: Soezendeeg
Taartjes
BROOD EN PIZZA
Witbrood
Roggebrood
Broodjes
Pizza
FLANS
Pasta-flan
Groente-flan
Quiches
Lasagne
Cannelloni
VLEES
Rund
Varken
Kalf
Engelse rosbief
rood
rosé
doorbakken
Varkensschouder
Varkenspoot
Lamsvlees
Kip
Kalkoen
Eend
Gans
Konijn
Haas
Fazant
Gebraden gehakt
VIS
Forel/zeebrasem
Tonijn/zalm
Hete lucht
Niveau4 Temp.
3
(°C)
2
Grilltijd
in minuten OPMERKINGEN
1
2
2
1
1
2
2
2
1
1
1
3
2
2
2
2 of 3
2
170
170
175
170
180
190
170
170
150
175
170
160
135
200
210
180
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
2
2
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
2
2 (1 en 3)*
2
160
160
165
160
160
180
150
165
150
160
160
150
150
190
170
170
45-60
20-30
60-80
90-120
60-80
40-45
60-70
30-40
120-150
50-60
20-35
20-30
60-90
12~20
25-35
45-70
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Bakplaat
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Taartvorm
Broodpan
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Taartvorm
1
1
2
2
195
190
200
200
2
1
2 (1 en 3)*
2
185
180
175
200
60-70
30-45
25-40
20-30
Broodpan
Bakplaat
Bakplaat
2
2
1
2
2
200
200
210
200
200
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
1
2
2
175
175
190
200
200
40-50
45-60
30-40
25-35
25-35
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
Bakvorm
2
2
2
190
180
190
2
2
2
175
175
175
50-70
100-130
90-120
Rooster
Rooster
Rooster
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
210
210
210
180
180
190
190
180
175
175
190
190
190
180
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
200
200
200
170
160
175
200
160
220
160
175
175
175
170
50-60
60-70
70-80
120-150
100-120
110-130
70-85
210-240
120-150
150-200
60-80
150-200
90-120
totaal.. 150
Rooster
Rooster
Rooster
met zwoerd
s stuks
Bout
Heel
Heel
Compleet
Compleet
In stukken
In stukken
Compleet
Broodpan
2
2
190
190
2 (1 en 3)*
2 (1 en 3)*
175
175
40-55
35-60
3-4 vissen
4-6 filets
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw persoonlijke wensen worden aangepast.
(*) Indien u tegelijkertijd meerdere gerechten bereidt, dan adviseren wij, deze op de tussen haakjes aangegeven niveaus te
plaatsen.
20
Electrolux
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
Lege oven altijd 10 Minuten voorverwarmen.
Grilleren
Hoeveelheid
GERECHT
Stuks
gr.
4
4
8
4
2
4
4
6
800
600
/
600
1000
/
400
600
4
4~6
4~6
400
/
/
Filetsteaks
Biefstuk
Grillworst
Varkenskotelet
Haantje (in 2 helften)
Spiezen
Kippenborst
Hamburger*
Bereidingstijd (minuten)
Grilleren
Temp. (°C)
1e kant
2e kant
3
3
3
3
3
3
3
2
250
250
250
250
250
250
250
250
12~15
10~12
12~15
12~16
30~35
10~15
12~15
20-30
12~14
6~8
10~12
12~14
25~30
10~12
12~14
3
3
3
250
250
250
12~14
5~7
2~4
10~12
/
2~3
4
3
2
1
Niveau
*5’00'’ voorverwarmen
Visfilet
Belegd toastbrood
Sneeën witbrood
Ventilatorgrill
Bij het ventilatorgrill stelt u een maximale temperatuur in van 200°C.
Hoeveelheid
GERECHT
Stuks
gr.
Grillen met hete lucht
Niveau
4
3
2
1
Temp.(°C)
Bereidingstijd
(minuten)
1e kant
2e kant
Rollade (kalkoen)
1
1000
3
200
30~40
20~30
Kip (in helften)
2
1000
3
200
25~30
20~30
Kippenpoot
6
3
200
15~20
15~18
Kwartel
4
500
3
200
25~30
20~25
Groentegratin
3
200
20~25
St. Jacobsschelpen
3
200
15~20
Makreel
2-4
3
200
15~20
10~15
Vis moten
4-6
800
3
200
12~15
8~10
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Zo nodig moeten de temperaturen aan uw
persoonlijke wensen worden aangepast.
21
Electrolux
Reiniging en onderhoud
Voordat u de oven schoonmaakt, de oven
uitschakelen en laten afkoelen.
Het apparaat mag niet schoongemaakt
worden met een stoomreiniger.
Belangrijk: Voor elke reinigingshandeling de stekker
van het apparaat absoluut uit het stopcontact halen.
Voor een lange levensduur van het apparaat is het
noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden
regelmatig te verrichten:
- Doe dit alleen bij een afgekoelde oven.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met zeepsop.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Onderdelen van roestvrij staal en de glasplaat
droogwrijven met een zachte doek.
- Bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal of warme azijn
gebruiken.
Het email van de oven is uiterst duurzaam en in
hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren
(citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen echter op de
oppervlakken van email blijvende, matte en ruwe
vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het
hoogglanzende oppervlak van het email hebben echter
geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven
grondig na elk gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het
makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt
daardoor voorkomen.
Schoonmaakmiddelen
Voordat u welke schoonmaakmiddelen dan ook
voor uw oven gebruikt, moet u controleren of ze geschikt
zijn en of hun gebruik wordt aanbevolen door de fabrikant.
Schoonmaakmiddelen met bleekmiddel mogen
NIET worden gebruikt omdat zij de toplaag van de
oppervlakken dof kunnen maken. Ook het gebruik van
ruwe schuurmiddelen moet worden vermeden.
Schoonmaken van de buitenkant
Wrijf regelmatig over het bedieningspaneel, de ovendeur
en de afdichting met een zachte doek die goed is
uitgewrongen met warm water waaraan een beetje
vloeibaar wasmiddel is toegevoegd.
Om het beschadigen of verzwakken van de glazen
ruiten te voorkomen, moet u het gebruik van de volgende
middelen vermijden:
• Was- en bleekmiddelen
• Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn voor
pannen met anti-aanbaklaag
22
•
Brillo/Ajax sponsjes of schuursponsjes van
staalwol
• Chemische ovensponsjes of spuitbussen
• Roestverwijderaars
• Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Maak het binnen- en buitenvenster van de deur
schoon met een warm zeepsopje. Mocht het
binnenvenster van de deur erg verontreinigd zijn, dan is
het gebruik van een schoonmaakmiddel zoals Hob Brite
aan te bevelen. Gebruik geen verfkrabbers om
aangekoekt vuil te verwijderen.
Maak de ovendeur NIET schoon terwijl de
glasplaten warm zijn. Als deze
voorzorgsmaatregel
niet
wordt
nagekomen, dan kan de glasplaat
verbrijzelen.
Als de glasplaat van de deur gebarsten is of
diepe krassen heeft, dan wordt het glas minder
sterk en moet het worden vervangen om te
voorkomen dat het verbrijzelt. Neem contact op
met de Klantenservice, die u graag advies zal
geven.
Ovenruimte
De emaille basis van de ovenruimte kunt u het best
schoonmaken als de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een
zachte doek gedrenkt in warm water met een
afwasmiddel. Af en toe is het echter nodig de oven
grondiger schoon te maken, gebruik daarvoor een in de
handel verkrijgbare ovenreiniger.
Electrolux
Pyrolytische reiniging
De oven is bekleed met een speciaal hittebestendig
email.
Tijdens de pyrolytische zelfreiniging kan de temperatuur in het binnenste van de oven oplopen tot meer dan
500 °C en zo etensresten verbranden.
Voor uw eigen veiligheid wordt de ovendeur tijdens
de pyrolytische reiniging automatisch vergrendeld, zodra
de temperatuur in de binnenruimte ca. 300 °C bereikt.
Na beëindiging van de zelfreiniging blijft de ovendeur
vergrendeld tot de oven is afgekoeld.
De koelventilator blijft in werking tot de oven is
afgekoeld. Het wordt geadviseerd alle voedselresten na
de bereiding met een natte spons te verwijderen.
Van tijd tot tijd is echter een intensievere reiniging
nodig, die u met de functie van de pyrolytische zelfreiniging kunt uitvoeren. Afhankelijk van de vervuiling
van de oven kunt u twee niveaus van pyrolytische
zelfreiniging kiezen.
Als de oven niet erg is vervuild, dan raden wij aan
de pyrolytische 1 functie (P I) op het programmeerdisplay
te kiezen.
Het is zinvol, de oven na elke pyrolytische reiniging
af te nemen met een zachte spons die met zeepsop vochtig
is gemaakt.
Als de binnenkant van de oven erg is vervuild, dan
raden wij aan de pyrolytische 2 functie (P 2) op het
programmeerdisplay te kiezen.
Tijdens de pyrolytische schoonmaakfunctie kan de
oven gedurende 2 uur niet worden gebruikt als de Pyr 1
functie is gekozen en 2 1/2 uur als de Pyr 2 functie actief
is.
Na een aantal bak- en braadprocessen en
afhankelijk van de mate van vervuiling van
de oven adviseert de Pyro Reminder een
pyrolytische reinigingsfunctie uit te voeren. Er
klinkt een signaal en op het display brandt de
melding Pyro ca. 15 seconden, er klinkt een
tweede signaal.
Kies afhankelijk van de mate van vervuiling
van de oven de geschikte pyrolytische
reinigingsfunctie.
Zolang er geen complete reinigingsfunctie
wordt uitgevoerd, verschijnt telkens wanneer
de oven wordt uitgeschakeld de melding van
de Pyro Reminder op het display.
23
Electrolux
Gebruik van de pyrolytische zelfreiniging
Voordat u de pyrolytische schoonmaakfunctie inschakelt, moet alle vuil worden
verwijderd en moet u controleren of de
oven leeg is. Laat niets in de oven zitten
(bijv. pannen, roosters, bakplaat, braadslede, enz.), deze kunnen ernstig beschadigd raken.
Vergewist u zich er voor het inschakelen
van de pyrolytische reinigingsfunctie van
of de ovendeur gesloten is.
Gebruik tijdens de pyrolytische reiniging
het kookraam niet, omdat het apparaat
hierdoor oververhit en beschadigd kan
raken.
Tijdens de pyrolytische reiniging wordt
de ovendeur erg heet. Houd kinderen uit
de buurt totdat de oven is afgekoeld.
Kies voor de pyrolytische zelfreiniging deze
functie.
De volgende pyrolytische reinigingsniveaus zijn
beschikbaar:
Pyrolyse 1 (P I), duur : 2 uur = 30 min.
opwarming +1 uur met 480°C + 30 min. afkoeltijd.
Pyrolyse 2 (P 2), duur : 2 uur 30 min. = 30 min.
opwarming +1 uur 30 min. met 480°C + 30 min.
afkoeltijd.
De duur van de pyrolytische reiniging kan niet
worden veranderd.
Voor het uitvoeren van de pyrolyse moeten de
inhangroosters volledig worden verwijderd.
Schakel de pyrolytische reinigingsfunctie op
de volgende wijze in:
1. Schakel met de toets
lang op toets
Pyro
de oven in. Druk zo
tot het symbool van de functie
(niveau 1 - P I) op het display
verschijnt (afb. 18).
Het symbool
en de melding Pyro
knipperen tegelijkertijd op het display, er klinkt een
signaal (afb. 19).
Dit betekent dat u voor het inschakelen van de
pyrolytische reiniging alle voorwerpen en de
inhangroosters uit de binnenruimte van de oven
moet verwijderen.
knippert 5
2. Het symbool “Bereidingsduur”
seconden; druk gedurende die tijd op de toets ‘ ’
of ‘ ’ om pyrolytische functie 1 (P I) of 2 (P 2) te
kiezen (afb. 20).
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen,
begint het symbool Pyro op het display te
knipperen en wacht op de bevestiging dat de
reinigingscyclus kan worden gestart.
4. Druk ter bevestiging van de gewenste
. De melding
pyrolytische functie op de toets
Pyro knippert niet meer en het symbool
verdwijnt, het akoestische signaal
stopt, de binnenverlichting gaat uit en de
pyrolytische reiniging begint (afb. 21).
Naarmate de temperatuur in de oven toeneemt,
stijgt het thermometersymbool
langzaam en
geeft daarmee de temperatuurstijging in het
binnenste van de oven aan.
5. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en
het bijbehorende symbool
verschijnt (afb.
22). Nu is de toets
niet meer actief.
Na afloop van de pyrolytische zelfreiniging
geeft het display de tijd van de dag aan. De
ovendeur blijft vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een
verdwijnt en
akoestisch signaal, het symbool
de deur wordt ontgrendeld.
24
Electrolux
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk
moment onderbreken. Druk daarvoor op de toets
.
OPMERKING: Bij de tijdaanduiding is de
afkoeltijd inbegrepen. Mocht u tijdens het
verloop van de pyrolytische zelfreiniging een
kookfunctie inschakelen, dan wordt de
reinigingscyclus automatisch onderbroken.
Na het vergrendelen van de ovendeur is de
selectie van alle kookfuncties geblokkeerd.
Afb. 21
Wacht tot de ovendeur ontgrendeld is
voordat u de oven gaat gebruiken.
Afb. 22
Afb. 18
Afb. 19
Afb. 20
25
Electrolux
Programmering van de pyrolytische
reinigingscyclus (starttijdkeuze, automatisch
stoppen)
Wanneer u dat wilt, kunt u programmeren,
wanneer de pyrolytische reiniging moet starten en
stoppen.
1. Schakel met de toets
de oven in. Druk zo
lang op toets
tot het symbool van de functie
Na afloop van de pyrolytische reiniging wordt het
tijdstip van de dag op het display weergegeven. De
ovendeur is vergrendeld.
Zodra de oven is afgekoeld, klinkt een akoestisch
signaal en de ovendeur wordt ontgrendeld.
U kunt de pyrolytische reinigingscyclus op elk
moment onderbreken; Druk daarvoor op de toets
.
Pyro
(niveau 1 - P I) op het display
verschijnt.
De melding Pyro en het symbool
knipperen tegelijkertijd op het display en er klinkt
een geluidssignaal. Dit betekent dat u voor het
inschakelen van de pyrolytische reiniging alle
voorwerpen en de inhangroosters uit de
binnenruimte van de oven moet verwijderen (zie
het vorige hoofdstuk).
2. Het symbool Bereidingsduur
knippert
gedurende enkele seconden; Druk gedurende die
tijd op de toets ‘ ’ of ‘ ’ om pyrolytische functie
1 (P I) of 2 (P 2) te kiezen.
3. Nadat u de pyrolytische functie heeft gekozen,
begint het symbool Pyro op het display te
knipperen en wacht op de bevestiging dat de
reinigingscyclus kan worden gestart.
Druk op dit moment op de tijdfunctietoets
(afb.
23). Het symbool “Einde bereiding”
en het
pijlsymbool knipperen. op het bedieningspaneel
wordt het einde van de bereidingsduur
(daadwerkelijke tijd plus aangegeven
bereidingsduur) getoond.
Druk op ‘ ’ of ‘ ’ om de gewenste tijd van het
eind van de cyclus te selecteren (afb. 23). Na een
paar seconden knipperen de melding Pyro en het
symbool
niet meer, het geluidssignaal
stopt en het symbool Bereidingsduur
knippert tot de pyrolytische reinigingscyclus
begint.
4. Na een tijdje wordt de ovendeur vergrendeld en
het bijbehorende symbool
verschijnt.
26
Afb. 23
Electrolux
Reiniging van de ovendeur
De ovendeur bestaat uit drie glasplaten. De
ovendeur kan worden gedemonteerd en de binnenste
glasplaten kunnen worden verwijderd, om het
schoonmaken gemakkelijker te maken.
Belangrijk - Verwijder de ovendeur
voordat u de deur gaat reinigen. De
ovendeur kan tijdens het monteren
plotseling dichtvallen, als u de binnenste
glasplaten aan het verwijderen bent.
)
Afb. 24
Ga als volgt te werk:
1. Open volledig te deur.
2. Bepaal de positie van de twee scharnieren (afb. 24).
3. Hef en draai aan de hendels op de twee scharnieren
(afb. 25).
4. Pak de deur aan de zijkanten vast en doe hem
voorzichtig dicht maar niet VOLLEDIG (afb. 26).
5. Trek de deur naar voren en verwijder hem uit de
inkeping (afb. 26).
6. Plaats de deur op een stabiel oppervlak waarop een
zachte doek is gelegd, om te voorkomen dat het
oppervlak wordt beschadigd (afb. 27).
Afb. 25
Afb. 26
Afb. 27
27
Electrolux
7. Ontgrendel het vergrendelsysteem om de binnenste
glasplaten te verwijderen (afb. 28).
8. Draai de 2 houders 90° en verwijder ze uit hun
zitting (afb. 29).
9. Hef voorzichtig de bovenste plaat en haal hem eraf
(afb. 30).
10. Herhaal de procedure die beschreven is onder punt
9. voor de middelste plaat, die aan vier zijkanten
voorzien is van een sierlijst (afb. 31).
Reinig de ovendeur met lauw water en een zachte
doek. Gebruik geen producten zoals schuursponsjes,
staalwol, schuurmiddelen of zuren, omdat ze het speciaal
warmtereflecterend oppervlak van de binnenste
glasplaten kunnen beschadigen.
Na het reinigen dient u de glasplaten weer in de deur
aan te brengen, volg hierbij de omgekeerde volgorde
van de hier boven beschreven procedure. Zorg ervoor
dat u de platen correct aanbrengt.
Afb. 28
90°
Afb. 29
2
1
28
Afb.
30
1
2
Afb.
31
Electrolux
)
Om deze handeling correct uit te voeren dient
u als volgt te werk te gaan:
a) de middelste afdekplaat, die op de vier zijkanten
voorzien is van een lijst, moet zodanig terug worden
aangebracht dat de afdruk naar buiten is gericht. De
zijde van de glasplaat is correct aangebracht als de
afdruk op de plaat niet ruw aanvoelt, als u met uw
vingers over het oppervlak wrijft.
De middelste glasplaat moet worden aangebracht
in de rechter zitting, zoals weergegeven in afb. 32.
b) de bovenste plaat moet worden aangebracht zoals
weergegeven in afb. 33.
Nadat de glasplaten opnieuw zijn aangebracht in de
ovendeur, dient u in omgekeerde volgorde de procedure
te volgen die beschreven staat onder punt 8., om ervoor
te zorgen dat de platen vergrendeld worden.
Afb. 32
Maak de ovendeur nooit schoon als hij warm
is, de ruiten zouden kunnen barsten. Als u
krassen of scheuren in de glasplaat constateert, onmiddellijk contact opnemen met de
Klantenservice en de ruiten laten vervangen.
Modellen van roestvrij staal of aluminium:
Maak de ovendeur en het bedieningspaneel van
roestvrij staal of aluminium schoon met een
vochtige spons en droog hem daarna zorgvuldig
af met een zachte doek. Gebruik geen metaalsponsjes, staalwol, zuren of schuurmiddelen die
krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken.
Afb. 33
Het schoonmaken van de afdichting van de ovendeur
Een rubberen afdichting rond de opening van de oven
garandeert de goede werking.
Controleer de toestand van deze afdichting
regelmatig. Indien het nodig is de afdichting
schoon te maken, geen schurende
voorwerpen of producten gebruiken.
Als u merkt dat de afdichting beschadigd is,
moet u contact opnemen met onze serviceafdeling en mag u de oven niet gebruiken
tot de afdichting gerepareerd is.
29
Electrolux
Ovenroosters en geleiders
Voor het schoonmaken van de zijwanden kunnen de
geleiderails aan de linker- en rechterzijde van de oven
worden verwijderd.
Verwijderen van de geleiderails
Eerst de rail aan de voorkant van de ovenwand
wegtrekken en vervolgens achter loshaken (34, 35).
Monteren van de geleiderails
Bij het terugplaatsen de rails eerst achter inhaken, dan
aan de voorkant op de juiste positie brengen en
vervolgens de rails op hun plaats drukken (36). Reinig
de geleiderails met warm zeepsop en verwijder
hardnekkige vlekken met een goed vochtig gemaakt
sponsje met zeep. Goed afspoelen en met een zachte
doek afdrogen.
Vervanging van het ovenlampje
Koppel het apparaat los
Als het ovenlampje moet worden vervangen, dan
moet dit voldoen aan de volgende eisen:
- Vermogen: 40 W,
- Voltage: 230 V (50 Hz),
- Hittebestendig tot 300° C,
- Soort aansluiting: E14.
Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij de
Klantenservice.
Het kapotte lampje vervangen:
1. Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is
gehaald.
2. Druk het glazen dekseltje in en draai het tegen de
klok in.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door
een nieuw.
4. Zet het glazen dekseltje terug en steek de stekker
weer in het stopcontact.
Afb. 34
Afb.
35
Afb.
36
)
30
Afb.
37
Electrolux
Als er iets verkeerd gaat
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst onderstaande aanwijzingen, voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling:
PROBLEEM
OPLOSSING
De oven gaat niet aan.
druk op toets
en kies vervolgens een bereidingsfunctie.
of
Heeft de zekering in de meterkast gereageerd?
of
Is de kinderblokkering voor de oven of de automatische
uitschakeling actief?
of
Is per ongeluk de demo-modus geactiveerd?
of
Controleer of het apparaat correct is aangesloten en de
stopcontactschakelaar of de netstroomtoevoer op AAN
staan.
De binnenverlichting van de oven
brandt niet.
Druk op toets
en kies vervolgens een bereidingsfunctie.
of
Controleer de gloeilamp, en vervang deze indien nodig
(zie „Vervangen van de binnenverlichting“).
Het bereiden van de gerechten duurt te
lang, of ze worden te snel gaar.
Eventueel moet de temperatuur worden gewijzigd,
of
Raadpleeg de inhoud van deze gebruiksaanwijzing, met
name het hoofdstuk „Gebruik van de oven“.
Damp en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte.
Laat de gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De ovenventilator maakt lawaai.
De foutcode “F” gevolgd door cijfers
verschijnt op het display.
Controleer of de roosters en het bakgerei niet tegen het
achterpaneel van de oven trillen.
Wij verzoeken u de foutcode te noteren en door te geven
aan de dichtstbijzijnde klantenservice.
Het display geeft “12.00”.
Klok gelijk zetten (zie hoofdstuk "Om het juiste tijdstip
van de dag in te stellen").
31
Electrolux
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Onderwarmte
Boven- en onderwarmte
1000 W
1800 W
Hete lucht
1825 W
Grill
1650 W
Ventilatorgrill
1675 W
Pyrolytische reiniging
2475 W
Ovenverlichting
40 W
Motor van de heteluchtventilator
25 W
Motor koelventilator
25 W
Totale aansluitwaarde
2720 W
Werkspanning (50 Hz)
230 V
Inbouw
Hoogte
onderbovenkant
600 mm
in kolom
587 mm
Breedte
560 mm
Diepte
550 mm
Oven
Hoogte
335 mm
Breedte
395 mm
Diepte
400 mm
Bruikbare inhoud oven
32
53 l
Electrolux
Instructies voor de installateur
Inbouw en installatie moeten uitgevoerd
worden met strikte inachtneming van de
geldende voorschriften. Elke ingreep
mag slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen
mogen uitsluitend verricht worden door
een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld
worden
als
de
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Klemmenbord
De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk
klemmenbord, dat berekend is voor de werking op een
éénfase-stroomvoorziening van 230 V (Afb. 38).
Letter L Letter N of E -
Onder stroom staande klem
Neutrale klem
Aardeklem
Elektrische aansluiting
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten op de
max. belasting van het apparaat berekend zijn (zie
typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van een
aardaansluiting overeenkomstig de geldende
voorschriften.
- De wandcontactdoos (type Perilex als de oven in
combinatie met een elektrische kookplaat is
uitgevoerd) en de meerpolige installatieautomaat of
groepsschakelaar moeten ook na de installatie
van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn.
Het apparaat wordt stekkerklaar geleverd. Het
aansluitsnoer moet worden aangesloten op een geaarde
wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz type Perilex als de
oven in combinatie met een elektrische kookplaat is
uitgevoerd). Deze wandcontactdoos moet
overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn.
Als aansluitsnoer zijn, met inachtneming van de
nominale doorsneden, volgende types geschikt: H07
RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2F (T90), H05 BB-F.
Als de aansluiting zonder stekker wordt uitgevoerd, of
als de stekker niet toegankelijk is, moet er tussen het
apparaat en de aansluiting op het stroomnet een
meerpolige stroomonderbreker (bijv. zekeringen, LSschakelaar) met een minimale afstand tussen de
contacten van 3 mm aangebracht worden. De
schakelaar mag de aardleiding nergens onderbreken.
De geel-groene aardleiding dient 2-3 cm langer te zijn
dan alle andere kabels.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst
zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur)
bereikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen
gecontroleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te
laten werken.
Afb. 38
33
Electrolux
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing
waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte
afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende voorschriften
moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking
van onder spanning staande en geïsoleerde delen
garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet zonder
gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele
afsluitende kanten aan het begin of einde van een
aanbouwlijn.
De bescherming tegen aanraking moet in ieder
geval door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant
tegen hogere keukenmeubelen, apparaten resp. wanden
geplaatst worden. Aan de andere zijkant mogen er echter
geen andere apparaten of meubelen van dezelfde hoogte
als het apparaat geplaatst worden.
Afb. A
Ovenafmetingen (Afb. A)
Instructies voor de inbouw
Afb. B
550 M
Bevestiging in het meubel
-
Open de ovendeur;
bevestig de oven aan het inbouwmeubel door de
vier afstandsstukken (Afb.D - A) die precies in de
gaten van het frame passen, te plaatsen en deze
daarna met de vier bijgeleverde houtschroeven (Afb.
D - B) vast te zetten.
560
- 57
0
Afb. C
Afb. D
34
IN
600
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing
waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte
afmetingen hebben (Afb. B-C).
100
80÷
Electrolux
Service en onderdelen
Als het probleem na de beschreven controles niet kan
worden opgelost, bel dan de dichtstbijzijnde klantenservice
van de fabrikant en vermeld de aard van het defect, het
model van het apparaat (Mod.), het Productienummer
(Prod. Nr.) evenals het fabricagenummer (Ser. Nr.), die u
op het typeplaatje van de oven vindt.
De originele vervangingsonderdelen van de fabrikant, die
voorzien van het volgende merkteken, vindt u uitsluitend
bij de centrale van onze
klantenservice of bij geautoriseerde
onderdelenwinkels.
35
72 electrolux
www.zanker.de
35905-9302
72
11/08 R.A