Bernina Bernette 10 de handleiding

Merk: Bernina

Model: Bernette 10

Categorie: Naaimachines

Type: de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Pagina laadt ...

Aanwijzing:

Deze handleiding beschrijft drie verschillende bernette modellen. Linksboven op elke bladzijde staat het model

aangegeven waarop de betreffende bladzijde betrekking heeft.

Attentie:

Deze naaimachine is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd. Indien de naaimachine zeer intenstief of voor

commerciële doeleinden wordt gebruikt, dient deze zeer regelmatig en zorgvuldig gereinigd en onderhouden te

worden.

Slijtageverschijnselen door intensief of commercieel gebruik zijn, ook als de garantie nog niet is verlopen, niet

automatisch in de garantieregeling ingesloten. Dit beslist per geval een geautoriseerde BERNINA dealer.

Remarque:

Ces directives englobent un descriptif des trois modèles "bernette". Le modèle évoqué ressort en haut à gauche.

Attention:

Cette machine à coudre est destinée exclusivement à l'usage domestique. Un usage industriel ou intensif exige des

soins particuliers et un nettoyage fréquent.

Les signes d'usure provoqués par un usage industriel ou intensif ne sont pas automatiquement couverts même durant

la période de garantie. Cette décision sera prise par le service sur site après observation.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de gebruike

lijkeen navolgende veiligheidsvoorschriften altijd in acht te

worden genomen. Lees voor het gebruik van deze naaimachine

alle veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door. Bewaar de

handleiding op een geschikte plaats in de buurt van het apparaat.

Indien u dit apparaat aan derden overhandigd, gelieve de

handleiding eveneens bij te sluiten.

GEVAAR - Om het risico van een elektrische schok

tevermijden:

Laat de naaimachine nooit onbeheerd staan, zolang deze

nog op het elektriciteitsnet is aangesloten.

Trek na gebruik en voordat u de naaimachine reinigt altijd de

stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet.

Trek voor het verwisselen van het gloeilampje altijd de

stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet. Gebruik

alleen gloeilampjes van hetzelfde type, d.w.z. 12V/ 5Watt (bij

220-240V).

WAARSCHUWING - Om het risico van

verbrandingen, brand, elektrische schok of verwondingen

vanpersonen te vermijden:

Personen (inclusief kinderen) die naar aanleiding van

hun physische, sensorische of psychische bekwaamheid,

onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn de

naaimachine veilig te gebruiken, mogen deze niet zonder

toezicht of anders alleen onder aanwijzing van een

verantwoordelijke persoon bedienen.

Laat niet toe, dat de naaimachine als speelgoed

wordtgebruikt. Voorzichtigheid is vooral vereist, wanneer de

naaimachine door of in de nabijheid van kinderen wordt

bruikt.

3. Gebruik de naaimachine alleen voor de in de handleiding

beschreven doeleinden. Gebruik alleen toebehoren, dat

doorde producent wordt aanbevolen.

Laat de naaimachine nooit onbeheerd in de buurt van

kinderen staan. Laat niet toe, dat kinderen de naaimachine

als speelgoed gebruiken.

Gebruik de naaimachine niet als de kabel of stekker is

beschadigd, als de naaimachine niet storingvrij naait, als

deze gevallen of beschadigd is, als deze met water in

aanraking is gekomen. Laat uw naaimachine in dit geval

door een geautoriseerde specialist controleren, repareren of

opnieuw instellen (elektrisch of mechanisch).

Let erop, dat de ventilatie-openingen tijdens het gebruik

van de naaimachine en het pedaal nooit geblokkeerd zijn.

Verwijder pluisjes, stof- en draadresten regelmatig uit de

openingen.

Houd uw vingers op voldoende afstand van alle bewegende

delen. Let vooral op de naald.

Gebruik altijd originele steekplaten. Een verkeerde steekplaat

kan veroorzaken, dat de naald breekt.

Gebruik geen kromme naalden.

10. Duw niet tegen en trek nooit aan de stof tijdens het naaien.

Dit kan veroorzaken, dat de naald breekt.

. Zet voor alle handelingen binnen het bereik van de naald,

bijv. inrijgen, vervangen van de naald, onderdraad inrijgen of

naaivoet verwisselen, de hoofdschakelaar altijd op "O".

. Trek de netstekker altijd uit het stopcontact als de kap van

de naaimachine wordt verwijderd, als de naaimachine

word tgeolied of bij andere in de handleiding vermelde

onderhoudswerkzaamheden.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

13. Steek geen voorwerpen in de openingen van de naaimachine

en zorg ervoor, dat er geen voorwerpen in de openingen

vallen.

14. Gebruik de naaimachine nooit buiten.

15. Gebruik de naaimachine niet in ruimtes waar

aërosolproducten (sprays) worden gebruikt.

16. Schakel de naaimachine uit door de hoofdschakelaar op

"O" te zetten en de stekker uit het stopcontact van het

elektriciteitsnet te trekken.

17. Trek bij het uitschakelen altijd aan de stekker, nooit aan

dekabel.

18. Als de kabel is beschadigd, moet deze door uw BERNINA

dealer worden vervangen om schade te vermijden.

19. Zet nooit iets op het pedaal.

20. Deze naaimachine is dubbel geïsoleerd. Gebruik a.u.b. alleen

originele onderdelen. Raadpleeg altijd de aanwijzingen voor

het onderhoud van dubbel geïsoleerde producten.

ONDERHOUD

DUBBELGEISOLEERDE

PRODUCTEN

Een dubbel geïsoleerd product is van twee isoleereenheden,

i.p.v. een aarding, voorzien. Een dubbel geïsoleerd product

bevat geen aardingsmiddel. Dit middel dient ook niet te worden

gebruikt. Het onderhoud van een dubbel geïsoleerd product

vereist grote zorgvuldigheid en een uitstekende kennis van het

systeem en dient derhalve alleen door vakkundig personeel te

worden uitgevoerd. Voor service en reparaties mogen alleen

originele onderdelen worden gebruikt. Een dubbel geïsoleerd

product is op de volgende wijze gekenmerkt: "dubbele isolatie" of

"dubbel geïsoleerd".

Het symbool kan eveneens aangeven, dat een product

dubbel geïsoleerd is.

BEWAAR DEZE

HANDLEIDING

ZORGVULDIG

Deze naaimachine is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.

Milieubescherming

BERNINA streeft ernaar de beste voorzieningen

ter bescherming van het milieu te treffen en de

schade aan het betrekking tot onze producten zo

gering nnmogelijk te houden. Wij dragen derhave

uiterste zorg voor het verbeteren en veraardigen van

producten onder dit aspect.

oi elektrische apparaten nooit met het normale

huishoudafval weg, maar breng deze naar een

ofcieel afvaldepot van uw gemeente.

w g

emeente geeft u informatie waar zich dergelijke

afvaldepots bevinden.

dien elektrische apparaten ongecontroleerd

worden weggegooid, kunnen tijdens de verwering

gevaarlijke stoffen in het grondwater en zodoende

ook in de voedselketen geraken, waardoor de ora

en fauna eventueel gedurende vele jaren worden

vergiftigd.

s u uw naaimachine door een nieuw apparaat

vervangt, is de verkoper wettelijk verplicht, de oude

naaimachine gratis terug te nemen en deze bij een

ofcieel afvaldepot af te geven.

t onderhoud van een dubbel geïsoleerd product

vereist grote zorgvuldigheid en bekwaamheid

en mag daarom alleen door een gekwaliceerde

monteur worden uitgevoerd.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

For technical and product improvement reasons, the sewing computer's features, parts and accessory are subject to

unannounced changes and alterations at any time. The accessory included can differ from country to country.

Aus technischen Gründen, zwecks Verbesserung des Produktes können Änderungen bezüglich der Ausstattung des

Nähcomputers oder des Zubehörs ohne Vorankündigung jederzeit vorgenommen werden. Das Zubehör kann

ebenso länderspezisch verändert sein.

Sous réserve légale

An de servir notre clientèle au mieux de nos compétences, nous nous réservons le droit d'apporter des améliorations

au produit, à son équipement et ses accessoires sans avertissement préalable. Les accessoires peuvent être modiés

selon les pays.

Om technische redenen en ten behoeve van verbeteringen aan het product kunnen wijzigingen m.b.t. de uitrusting van

de naaicomputer of van de accessoires te allen tijde zonder vooraankondiging worden aangebracht. De accessoires

kunnen eveneens, afhankelijk van het land, variëren.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

EN DE

Herzliche

Gratulation

Félicitations!

As the owner of a new sewing

machine, you will enjoy

precision quality stitching on all

types of fabrics, from multiple

layers of denim to delicate silks.

Your sewing machine offers

the ultimate in simplicity and

ease of operation. For your

safety and to fully enjoy the

many advantages and ease

of operation of your sewing

machine, we recommend that

you read all the important

safeguards and use and care

instructions in this instruction

book.

May we suggest that before

you start to use your sewing

machine, you discover the

many features and advantages

by going through this instruction

book, step by step, while seated

at your sewing machine.

Als BesitzerIn einer neuen

Nähmaschine werden Sie am

Nähen mit Präzisionsqualität

von verschiedenartigen Stoffen

Freude haben - von mehr

-lagigem Jeansstoff bis zu

kostbaren Seidenstoffen.

Ihre Nähmaschine bietet das

Höchste an Einfachheit und

einfacher Anwendung. Zu

Ihrer Sicherheit und um an den

vielen Vorteilen und der leichten

Anwendung Ihrer Nähmaschine

die grösste Freude zu haben,

empfehlen wir Ihnen, alle

wichtigen

Sicherheitshinweise,

Anwendungen und Wartung in

dieser Bedienungsanleitung zu

lesen.

Dürfen wir vorschlagen, dass

Sie vor dem ersten Anwenden

Ihrer Nähmaschine die vielen

Eigenschaften und Vorteile

entdecken. Dabei gehen Sie

diese Bedienungsanleitung

Schritt um Schritt durch,

während Sie an Ihrer

Nähmaschine sitzen.

Precisie en een uitstekende

kwaliteit zijn de kenmerken van

uw nieuwe naaimachine.Het

verwerken van verschillende

lagen denim of kostbare zijde

zal een puur genoegen zijn.

Uw naaimachine is eenvoudig te

bedienen. Voor uw persoonlijke

veiligheid en om de vele

voordelen en het gemakkelijke

gebruik van uw naaimachine te

leren kennen, adviseren wij, alle

in deze handleiding beschreven

belangrijke veiligheidsvoor-

schriften, aanwendings-

mogelijkheden en onder-

houdsinstructies zorgvuldig

door te lezen.

Verder is het raadzaam

om, voordat u met uw

eerste naaiproject begint,

de vele eigenschappen

en mogelijkheden van uw

naaimachine te ontdekken.

Hiervoor werkt u de handleiding

het beste stap voor stap samen

met uw naaimachine door.

Vous venez d'acquérir une

machine à coudre de grande

classe dans la fameuse

qualité et précision de point

de BERNINA! Des tissus ns

et fragiles comme la soie aux

tissus robustes tels que les

jeans ou la toile de voile, elle

relève tous les dés!

Conviviale, votre machine vous

accompagnera dèlement

dans tous vos travaux de

couture. Pour votre sécurité,

nous vous conseillons de lire

attentivement les prescriptions

de sécurité avant de

commencer votre travail. Lisez

également scrupuleusement

les directivesd'emp loi et de

maintenance pour proter

pleinement de tous les

avantages de votre machine.

Découvrez progressivement

toutes les applications et

caractéristiques de votre

nouvelle machine. Asseyez-

vous devant votre machine et

suivez pas à pas les directives

d'emploi.

Congratulations

Hartelijk

gefeliciteerd

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

DE NL FR

1. Oberfadenführung

2. Nähfussdruck

3. Vorspannung

4. Fadenhebel

5. Fadenspannungs-Verstellknopf

6. Rückwärtsnähtaste

7. Fadenabschneider

8. Nähfuss

9. Stichplatte

10. Nähtisch und Zubehörbox

11. Garnrollenstift

12. Loch für zweiten Garnrollenstift

13. Spuler

14. Spulenstopper

15. Stichlängenknopf

16. Stichbreitenknopf (nur Modell 15)

17. Stichanzeige

18. Nadeleinfädler

19. Handrad

20. Stichwahlknopf

21. Stichmuster-Balance (nur Modell 15)

22. Hauptschalter

23. Anschluss für Netzkabel

24. Traggriff

25. Nähfusshebel

DE NL

1. Bovendraadgeleiding

2. Naaivoetdruk

3. Voorspanning

4. Draadhendel

5. Draadspanningsknop

6. Achteruitnaaitoets

7. Draadafsnijder

8. Naaivoet

9. Steekplaat

10. Naaitafel en accessoirebox

11. Garenklospen

12. Opening voor tweede garenklospen

13. Garenwinder

14. Spoelstopper

15. Steeklengteknop

16. Steekbreedteknop (model 15)

17. Motiefdisplay

18. Naaldinrijger

19. Handwiel

20. Steekkeuzeknop

21. Steekbalans (model 15)

22. Hoofdschakelaar

23. Stopcontact voor netkabel

24. Handvat

25. Naaivoethendel

Overzicht

Aperçu

Übersicht

1. Guide l

2. Pression du pied-de-biche

3. Prétension de la canette

4. Levier du l

5. Bouton sélecteur de tension du l

6. Bouton de couture en marche arrière

7. Enle aiguille

8. Pied-de-biche

9. Plaque à aiguille

10. Table rallonge et coffret d'accessoires

11. Tige support de bobine

12. Fente pour une deuxième tige

support de bobine

. Arrêt de la bobine

14. Dévidoir

15. Bouton de réglage de la longueur du

point

. Bouton de réglage de la largeur du

point (seulement modèle 15)

17. Fenêtre d'afchage du motif

18. Enle-aiguille

19. Volant à main

20. Bouton sélecteur des points

21. Equilibrage du motif du point

(seulement modèle 15)

. Commutateur principal

23. Raccordement du câble

24. Poignée

25. Levier de pied-de-biche

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Standardzubehör

1. Allzweckfuss (J)

2. Reissverschlussfuss (I)**

3. Knopfannähfuss

4. Knopochfuss (B)

5. Nadelsatz (3x)

6. L-Schraubenzieher

7. Ölkännchen

8. Pfeiltrenner / Pinsel

9. Spulen (3x)

10. Kantenlineal

11. Zweiter Garnrollenstift

12. Garnrollenhalter

13. Garnrollenunterlagslz

14. Stopfplatte

Sonderzubehör *

. Stickfuss

16. Overlockfuss (G)

17. Säumerfuss

18. Blindstichfuss (L)

19. Kordelfuss

20. Verdeckter Reissverschlussfuss

21. ¼" Quiltfuss

22. Stopf- / Stickfuss

23. Obertransportfuss

24. Zwillingsnadel

25. Stickfuss (transparent)

* Sonderzubehör wird nicht mit der

Maschine mitgeliert, sondern muss

separat gekauft werden.

** Sonderzubehör für bernette 10

Accessoires standards

Pied universel (J)

2. Pied pour fermeture à glissière (I)**

3. Pied pour boutons

4. Pied pour boutonnière (B)

5. Jeu d'aiguilles (3x)

6. Tournevis en L

7. Flacon d'huile pour lubrication

8. Découd-vite et pinceau

9. Canettes (3x)

10. Guide

11. Deuxième tige support de bobine

12. Support de bobine

13. Deuxième tige support de bobine

14. Plaque de reprisage

Accessoires spéciaux *

. Pied pour la broderie

16. Pied pour surjet (G)

17. Pied ourleur

18. Pied pour points invisibles (L)

19. Pied pour cordon

20. Pied pour fermeture à glissière

cachée

. Pied pour quilt ¼"

22. Pied pour reprisage / broderie

23. Pied de transport supérieur

24. Aiguille jumelée

25. Pied pour la broderie (transparent)

* Les accessoires spéciaux ne sont pas

livrés avec la machine et doivent être

achetés séparément.

Accessories spéciques pour la

bernette 10

DE NL

Zubehör Accessoires

Standaardaccessoires

1. Universele naaivoet (J)

2. Ritsvoet (I)**

3. Knoop-aanzetvoet

4. Knoopsgatvoet (B)

5. Naaldenset (3x)

6. L-schroevendraaier

7. Oliespuitje

8. Tornmesje / kwastje

9. Spoeltjes (3x)

10. Randgeleider

11. Tweede garenkloshouder

12. Garenkloshouder

13. Plaatje van vilt voor garenkloshouder

14. Stopplaat

Speciale accessoires *

. Borduurvoet

16. Overlockvoet (G)

17. Zoomvoet

18. Blindzoomvoet (L)

19. Koordvoet

20. Ritsvoet voor onzichtbare

ritssluitingen

. Quiltvoet 1/4”

22. Stop-/borduurvoet

23. Boventransportvoet

24. Tweelingnaald

25. Borduurvoet (transparant)

* Speciale accessoires worden niet

standaard bij de naaimachine geleverd,

maar kunnen apart tegen meerprijs

worden gekocht.

** Speciale accessoires voor de bernette 10

Accessoires

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Standardzubehör

1. Allzweckfuss (J)

2. Reissverschlussfuss (I)

3. Knopfannähfuss

4. Knopochfuss (B)

5. Stickfuss

6. Overlockfuss (G)

7. Nadelsatz (3x)

8. L-Schraubenzieher

9. Ölkännchen

10. Pfeiltrenner / Pinsel

11. Spulen (3x)

12. Kantenlineal

13. Zweiter Garnrollenstift

14. Garnrollenhalter

15. Garnrollenunterlagslz

Sonderzubehör *

. Säumerfuss

17. Blindstichfuss (L)

18. Kordelfuss

19. Verdeckter Reissverschlussfuss

20. ¼" Quiltfuss

21. Kräuselfuss

22. Stopf- / Stickfuss

23. Obertransportfuss

24. Zwillingsnadel

* Sonderzubehör wird nicht mit der

Maschine mitgeliert, sondern muss

separat gekauft werden.

Accessoires standards

Pied universel (J)

2. Pied pour fermeture à glissière (I)

3. Pied pour boutons

4. Pied pour boutonnière (B)

5. Pied pour la broderie

6. Pied pour surjet (G)

7. Jeu d'aiguilles (3x)

8. Tournevis en L

9. Flacon d'huile pour lubrication

10. Découd-vite et pinceau

11. Canettes (3x)

12. Guide

13. Deuxième tige support de bobine

14. Support de bobine

15. Deuxième tige support de bobine

Accessoires spéciaux *

. Pied ourleur

17. Pied pour points invisibles (L)

18. Pied pour cordon

19. Pied pour fermeture à glissière

cachée

. Pied pour quilt ¼"

21. Pied pour Fronceur

22. Pied pour reprisage/ broderie

23. Pied de transport supérieur

24. Aiguille jumelée

* les accessoires spéciaux ne sont pas

livrés avec la machine et doivent être

achetés séparément.

DE NL

Zubehör

Standaardaccessoires

1. Universele naaivoet (J)

2. Ritsvoet (I)

3. Knoop-aanzetvoet

4. Knoopsgatvoet (B)

5. Borduurvoet

6. Overlockvoet (G)

7. Naaldenset (3x)

8. L-schroevendraaier

9. Oliespuitje

10. Tornmesje / kwastje

11. Spoeltjes (3x)

12. Randgeleider

13. Tweede garenkloshouder

14. Garenkloshouder

15. Plaatje van vilt voor garenkloshouder

Speciale accessoires *

. Zoomvoet

17. Blindzoomvoet (L)

18. Koordvoet

19. Ritsvoet voor onzichtbare ritssluitingen

20. Quiltvoet 1/4”

21. Rimpelvoet

22. Stop-/borduurvoet

23. Boventransportvoet

24. Tweelingnaald

* Speciale accessoires worden niet

standaard bij de naaimachine geleverd,

maar kunnen apart tegen meerprijs

worden gekocht.

Accessoires Accessoires

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Den Nähtisch zum Einschnappen

horizontal halten und in Pfeilrichtung

drücken. (1)

Das Innere des Nähtisches kann als

Zubehörbox verwendet werden.

Maintenir la table rallonge à l'horizontale

et encliqueter dans le sens de la èche. (1)

L'intérieur de la table sert de coffret

d'accessoires.

Nähtisch

Houd het aanschuifwerkblad voor het

bevestigen horizontaal en druk het in de

richting van de pijl vast (1).

Het binnengedeelte van het

aanschuifwerkblad kan als accessoirebox

worden gebruikt.

Open het deksel door dit naar beneden te

klappen (2).

Aanschuifwerkblad Table rallonge

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Schliessen Sie die Maschine wie abgebildet

ans Stromnetz an.

Achtung:

Trennen Sie die Maschine vom Netz, wenn

sie nicht in Betrieb ist.

Nählicht

Den Hauptschalter drücken, um die

Stromversorgung und das Nählicht

einzuschalten. (1)

Position 0 – Maschine ist ausgeschaltet.

Position I – Maschine ist eingeschaltet.

Das Nählicht brennt.

Fussanlasser

Der Fussanlasser reguliert die

Nähgeschwindigkeit. (2)

Achtung:

Wenden Sie sich an einen qualizierten

Elektriker, wenn es beim Anschliessen

der Maschine ans Stromnetz Zweifel gibt.

Trennen Sie die Maschine vom Netz, wenn

sie nicht in Betrieb ist. Das Gerät muss mit

Fussanlasser KD-1902 (bei 100-120V) /

KD-2902 (bei 220-240V) verwendet werden,

die von ZHEJIANG FOUNDER MOTOR Co.,

Ltd. (China) hergestellt sind.

WICHTIG

Die optimale Außentemperatur für den

störungsfreien Betrieb der Nähmaschine

liegt bei 20°C +/- 10°C.

Raccorder la machine comme illustré.

Attention:

Débranchez la machine quand vous ne

l'utilisez pas.

Eclairage

Appuyer sur le commutateur principal

pour alimenter la machine en courant et

activer l'éclairage. (1)

Position 0 – la machine est débranchée.

Position I – la machine est branchée.

L'éclairage est actif.

Pédale

La pédale règle la vitesse de couture. (2)

Attention:

Adressez-vous à un électricien qualié

si vous rencontrez un problème lors du

ccordement de la machine au secteur.

Débranchez la machine quand vous ne

l'utilisez pas. Votre machine doit être

compagnée de la pédale KD-1902

(pour 100-120 volts) / KD-2902 (pour

220/240volts) fabriquée par ZHEJIANG

FOUNDERMOTOR Co., Ltd. (China).

Important:

Les températures extérieures optimales

pour le bon fonctionnement de la machine

situent entre +20°C / -10°C.

Maschine ans Stromnetz

anschliessen

Naaimachine op het

elektriciteitsnet aansluiten

Sluit de naaimachine zoals afgebeeld op het

elektriciteitsnet aan.

Attentie:

Trek de stekker uit het stopcontact van het

elektriciteitsnet als de naaimachine niet in

gebruik is.

Naailicht

Druk op de hoofdschakelaar om de

stroomvoorziening en het naailicht in te

schakelen (1).

Positie 0 – de naaimachine is uitgeschakeld.

Positie I – de naaimachine is ingeschakeld.

Het naailicht is geactiveerd

Pedaal

De naaisnelheid wordt m.b.v. het pedaal

geregeld (2).

Attentie:

Bij twijfels m.b.t. het aansluiten op het

elektriciteitsnet dient u zich tot een

geautoriseerde electricien te wenden.

Trek de stekker uit het stopcontact van het

elektriciteitsnet als de naaimachine niet in

gebruik is. De naaimachine mag alleen met

pedaal KD-1902 (bij 100-120V) / KD-2902

(bij220/240V) worden gebruikt. Deze

wordendoor ZHEJIANG FOUNDER MOTOR

Co., Ltd. (China) vervaardigd.

Belangrijk:

De optimale buitentemperatuur voor een

storingvrij gebruik van de naaimachine is

°C +/- 10°C.

Raccordement de

lamachine

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Beim Nähen von mehreren Lagen oder

dicken Stoffen kann der Nähfuss um eine

zweite Stufe angehoben werden, um die

Näharbeit leichter zu platzieren.

Der Nähfussdruck ist auf Normal

eingestellt und bedarf keiner besonderen

Einstellung für normales Nähen.

Der Nähfussdruck kann nach Bedarf

eingestellt werden.

Für das Nähen von sehr dünnen

Stoffen den Druck durch Drehen der

Stellschraube gegen den Uhrzeigersinn

lösen und von dicken Stoffen

durch Drehen der Stellschraube im

Uhrzeigersinn verstärken.

Hinweis:

Nähfussdruck Normal ist, wenn die

Oberkante des Knopfes auf gleicher Höhe

wie die Abdeckplatte ist.

Le pied-de-biche est équipé d'un dispositif

à deux niveaux qui peut être relevé dans

sa position la plus haute pour faciliter le

passage des tissus épais ou des ouvrages

formés de plusieurs couches de tissus.

Le réglage de la pression du pied-de-

biche est standardisé et ne doit pas

être modié pour les travaux de couture

courants.

La pression du pied-de-biche peut être

réglée selon les besoins.

Pour les tissus ns, tournez la vis de

réglage dans le sens contraire des

aiguilles d'une montre et pour les tissus

épais dansle sens des aiguilles d'une

montre.

Remarque:

La pression du pied-de-biche est normale

quand le rebord supérieur du bouton se

trouve à la même hauteur que la plaque

recouvrement.

Zweistufen-Nähfusshebe

Nähfussdruck einstellen

Tweetraps-naaivoethendel

Voor het naaien over dikke of

verschillende lagen stof kan de naaivoet

nog een stap hoger worden gezet, zodat

het naaiwerk gemakkelijker onder de

naaivoet kan worden gelegd.

De naaivoetdruk is op de normale stand

ingesteld. Bij normaal naaiwerk hoeft de

instelling niet te worden veranderd.

De naaivoetdruk kan indien nodig worden

aangepast.

Bij zeer dunne stoffen kan de naaivoetdruk

worden verminderd door de schroef tegen

de wijzers van de klok in te draaien. Bij

dikke stoffen kan de naaivoetdruk worden

verhoogd door de schroef met de wijzers

van de klok mee te draaien.

Aanwijzing:

De naaivoetdruk is normaal, als de

bovenrand van de knop gelijk staat met de

afdekplaat.

Naaivoetdruk instellen

Réglage de la pression du

pied-de-biche

vier de pied-de-biche à 2

niveaux

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Achtung:

Bei allen nachstehend aufgeführten

Umrüstungen Hauptschalter auf "O"

stellen.

Nadel in die höchste Position bringen

und den Nähfusshebel heben. Den

Nähfusshalter (b) an der Nähfussstange

(a) montieren. (1) Schraube (A) anziehen.

Nähfuss montieren:

Nähfusshalter senken (b) bis die Rille (c)

direkt oberhalb des Stifts (d) ist. (2)

Nähfusshalter senken (b) und Nähfuss (f)

rastet automatisch ein.

Nähfuss entfernen:

Nähfuss hochstellen.

Nähfuss durch Hochheben des Hebels

(e), an der Rückseite des Nähfusshalters

lösen.

(3)

Kantenlineal einsetzen:

Kantenlineal (g) wie abgebildet in

den Schlitz einschieben. Abstand

wunschgemäss für Säume, Falten, etc.

anpassen. (4)

Attention:

ettre toujours le commutateur principal

sur "O" avant d'entreprendre les

nipulations ci-dessous.

Relever l'aiguille dans sa position la plus

haute et relever le levier du pied-de-biche.

Fixer le levier (b) à la tige du pied (a).

Visser(1) (A).

Montage du pied-de-biche:

Abaisser le support du pied (b) jusqu'à ce

que la rainure (c) se trouver directement

au-dessus de la tige (d). (2)

Abaisser le support du pied (b), le pied-

de-biche s'encliquette automatiquement.

Retirer le pied-de-biche:

Relever le pied-de-biche.

Relever le levier (e) et retirer le pied en le

faisant glisser vers l'arrière du support. (3)

Fixer le guide:

Glisser le guide (g) dans le fente comme

illustré. Adapter (4) l'écart pour les ourlets,

plis, etc.

Montieren des

Nähfusshalters

Naaivoethouder bevestigen

Attentie:

Voor het uitvoeren van de onderstaande

handelingen moet de hoofdschakelaar

altijdop "O" worden gezet.

Zet de naald in de hoogste stand en

naaivoethendel omhoog. Bevestig de

naaivoethouder (b) aan de naaivoetstang

(a) (1). Draai de schroef (A) vast.

Naaivoet monteren:

Laat de naaivoethouder (b) zakken. Let

erop, dat de groef (c) precies boven de

pin (d) ligt (2). Zet de naaivoethouder (b)

omlaag en de naaivoet (f) zit automatisch

vast.

Naaivoet wegnemen:

Zet de naaivoet omhoog. Maak de

naaivoet los door de hendel (e) aan

de achterkant van de naaivoethouder

omhoog te duwen (3).

Randgeleider bevestigen:

Schuif de randgeleider (g) zoals

afgebeeld in de gleuf. Pas de afstand

overeenkomstig de zoom, plooi, enz. aan

(4).

Montage du support du

pied-de-biche

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

1. Leere Spule auf Spulerachse stecken.

2. Faden nach links und durch die

Fadenspannung führen. Faden nach

rechts bis zur Spule führen.

3. Faden einige Male von Hand im

Uhrzeigersinn um die leere Spule

wickeln oder Faden durch eines der

Löcher in der Spule ziehen und Faden

festhalten. Spule nach rechts in die

Spulposition drücken. Fussanlasser

leicht drücken. Spulvorgang stoppt,

wenn die Spule voll ist. Spule nach

links in Nähposition drücken und

entfernen.

Vor dem Einsetzen der Spule in den

Greifer, den Restfaden am Loch der Spule

abschneiden.

Hinweis:

nn sich die Spulerachse in

Spulerposition bendet, können die

Maschine und das Handrad nicht betätigt

werden. Zum Nähen die Spulerachse

nach links drücken (Nähposition).

1. Encliqueter la canette vide sur l'axe.

2. Guider le l vers la gauche et au

travers du disque de tension du l.

Diriger le l vers la droite en direction

de la bobine.

Entourer plusieurs fois le l dans la

canette vide dans le sens des aiguilles

d'une montre ou enler le l dans

letrou de la canette et maintenir son

extrémité. Repousser la canette vers la

droite dans la position d'embobinage.

Appuyer légèrement sur la pédale. Le

processus s'arrête dès que la canette

est pleine. Repousser la canette vers

lagauche et retirer.

Coupez le l restant au trou de la canette

avant de la posicioner dans le crochet.

Remarque:

Quand l'axe se trouve en

positiond'embobinage, la machine et le

volant sontbloqués et ne peuvent pas être

actionnés.Pour coudre, repousser l'axe

rs la gauche(position de couture).

Unterfaden spulen

Onderdraad opspoelen

1. Zet een leeg spoeltje op

degarenwinderas.

Trek de draad naar links om de

voorspanning. Trek de draad naar

rechts tot aan het spoeltje.

3. Wind de draad een paar keer met de

hand met de wijzers van de klok mee

om het lege spoeltje. Of trek de draad

door één van de gaatjes in het spoeltje

en houd het garen vast. Duw de spoel

naar rechts in de opspoelpositie. Druk

zachtjes op het pedaal. Het spoelen

stopt als de spoel vol is. Duw de spoel

naar links in de naaipositie en neem

hem weg.

Voordat het spoeltje in de grijper wordt

ingezet, moet het resterende garen bij het

gaatje van de spoel worden afgeknipt.

Attentie:

Als de garenwinderas in de opspoelpositie

staat, lopen de naaimachine en het

handwiel niet. Druk voor het naaien de

garenwinderas naar links (naaipositie).

Remplissage de la canette

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Beim Einsetzen und Herausnehmen

der Spule muss die Nadel in der

höchsten Position sein.

- K

lappdeckel öffnen (1).

- Spulenkapsel entfernen, an geöffneter

Klappe herausziehen und sie aus dem

Greifer nehmen.

pulenkapsel mit einer Hand halten.

Spule so einlegen, dass der Faden im

Uhrzeigersinn aufgespult ist (Pfeil) (2).

- F

aden in den Schlitz und unter die

Feder ziehen (3).

- S

pulenkapsel an der Klappe halten (4).

- In den Greifer einsetzen (5). Darauf

achten, dass der Spulenkapselnger

in der Kerbe oben an der Greiferbahn

sitzt. (6)

Achtung:

Vor dem Einsetzen oder Herausnehmen

der Spule Hauptschalter auf "O" stellen.

Placer l'aiguille dans sa position la

plus haute et insérer ou retirer ensuite

la canette.

- O

uvrir le couvercle (1).

- Retirer le boîtier de canette et sortir la

canette.

- T

enir le boîtier de canette d'une main.

Placer la canette, le l doit se dérouler

dans le sens des aiguilles d'une montre

(èche) (2).

- T

irer le l dans la rainure et le faire

glisser sous le ressort (3).

- T

enir le boîtier de canette par sa

languette.

- P

lacer dans le crochet (5). La tige du

boîtier de canette doit être dirigée vers

le haut et être parfaitement positionnée

dans la rainure du crochet. (6)

Attention:

ttre toujours le commutateur principal

sur "O" avant de retirer ou placer la

canette.

Spule einlegen

Spoel inzetten

Bij het inzetten en verwijderen van

de spoel moet de naald in de hoogste

stand staan.

- O

pen het klapdeksel (1).

- Verwijder de spoelhuls door deze aan

het klepje vast te houden en uit de

grijper te nemen.

- H

oud de spoelhuls met één hand vast.

Zet de spoel zó in de spoelhuls, dat de

draad met de wijzers van de klok mee is

opgespoeld (pijl) (2).

rek de draad in de gleuf en onder de

veer (3).

- H

oud de spoelhuls aan het klepje vast

(4).

- Z

et de spoelhuls in de grijper (5). Let

erop, dat de vinger van de spoelhuls in

de kerf boven in de grijperbaan zit (6).

Attentie:

Zet de hoofdschakelaar voor het inzetten

ofverwijderen van de spoel op "O".

Mise en place de la canette

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Achtung:

Vor dem Einsetzen oder Entfernen der

Nadel Hauptschalter auf "O" stellen.

Nadel regelmässig ersetzen, vor allem

bei Anzeichen von Abnützung und

Nähschwierigkeiten.

Die Nadel wie abgebildet einsetzen:

Nadelbefestigungsschraube lösen

und nach dem Einsetzen der neuen

Nadel wieder festschrauben. (1)

Flache Seite des Kolbens muss

hinten sein.

C/D.Nadel bis zum Anschlag nach oben

schieben.

Nadeln müssen einwandfrei sein. (2)

Nähschwierigkeiten entstehen bei:

Krummen Nadeln

B. Stumpfen Nadeln

C. Beschädigten Nadelspitzen

Attention:

ttre toujours le commutateur principal

sur "O" avant de retirer ou placer l'aiguille.

Changer régulièrement l'aiguille dès

qu'elle semble usée ou abîmée et que la

couture devient difcile.

Placer l'aiguille comme illustré :

Dévisser la vis, retirer l'aiguille et

revisser dès que l'aiguille est en

place. (1)

Le côté plat doit toujours être dirigé

vers l'arrière.

C/D.Repousser l'aiguille vers le haut

jusqu'à la butée.

L'aiguille doit être neuve et ne présenter

aucun défaut. (2)

La couture ne sera pas parfaite si:

L'aiguille est tordue

B. L'aiguille est émoussée

C. La pointe de l'aiguille est abîmée

Nadel einsetzen

Naald inzetten

Attentie:

Zet de hoofdschakelaar voor het inzetten

of verwijderen van de naald op "O".

Vervang de naald regelmatig, vooral bij

slijtageverschijnselen of problemen bij het

naaiwerk.

Zet de naald zoals afgebeeld in:

Draai de naaldbevestigsschroef los

en na het inzetten van de nieuwe

naaldweer vast (1).

De platte kant van de naald moet

naar achteren wijzen.

C/D.Schuif de naald naar boven tot hij niet

verder kan.

Naalden moeten altijd in onberispelijke

staat zijn (2). Problemen bij het naaiwerk

ontstaan door:

kromme naalden

B. botte naalden

C. een beschadigde naaldpunt

Placer l'aiguille

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Achtung:

- Vor dem Ein- oder Ausfädeln der

Maschine ist der Hauptschalter auf "O"

zu stellen.

- Um die Oberfadenspannung auszulösen

ist der Nähfusshebel anzuheben.

- Beim Einfädeln der Maschine muss der

Fadenhebel in der höchsten Position

sein.

1. Nähfaden mit passender Ablaufscheibe

auf Garnrollenstift stecken (Fadenabzug

Im Uhrzeiger sinn) Faden festhalten in

die hintere Fadenumlenkung (A) und

nach vorne durch den Schlitz in die

Oberfadenspannung ziehen.

Faden rechts an der Abdeckung entlang

nach unten um den Punkt (B) ziehen

Faden links an der Abdeckung entlang

nach oben und in Fadenhebel (C)

einziehen.

Faden nach unten in die Fadenöse (D)

ziehen. Faden durch das Nadelöhr von

vorne nach hinten einfädeln. (siehe S.

36)

Etwa 10 cm. Faden hinten aus

der Nadel heraushängen lassen

oder überschüssigen Faden beim

Fadenabschneider (E) abschneiden.

Attention:

- Régler toujours l'interrupteur principal

sur "O" avant d'effectuer un enlage ou

tout autre travail avec les aiguilles.

- Relever le levier du pied-de-biche pour

dégager la tension du l supérieur.

- R

elever complètement le levier de l

avant l'enlage de la machine.

1. Encher le l accompagné du disque

correspondant sur le support de

bobine (le l se déroule dans le sens

des aiguilles d'une montre), tenir

fermement le l dans le coude (A) et

tirer vers l'avant au travers de la fente

dans la tension du l supérieur.

Guider le l vers le bas le long et à la

droite du recouvrement du levier de l

autour du point (B).

Guider le l vers le haut le long et à la

gauche du recouvrement du levier de

l et tirer dans le levier de l (C).

Tirer le l vers le bas dans l'oeillet du

l (D). Enler le l d'avant en arrière

dans le chas de l'aiguille. (Enlage de

l'aiguille, voir page 36)

Laisser dépasser env. 10 cm de l vers

l'arrière ou découper le surplus de l à

l'aide du coupe l (E).

Oberfaden einfädeln

Bovendraad inrijgen

Attentie:

- Zet de hoofdschakelaar voor het in- of

uitrijgen van de machine op "O".

- Zet de naaivoethevel omhoog om de

bovendraadspanning uit te schakelen.

- Bij het inrijgen van de machine moet de

draadhevel in de hoogste stand staan.

1. Zet het naaigaren met de passende

garengeleidingsschijf op de

garenkloshouder (draad moet met de

wijzer van de klok mee van de klos

lopen). Houd de draad vast en trek

deze in de achterste draadgeleiding

(A) en naar voren door de gleuf in de

bovendraadspanning.

Trek de draad rechts langs de

afdekking naar beneden om punt (B).

Trek de draad links langs de afdekking

naar boven in draadhevel (C).

Trek de draad naar beneden in de

draadgeleiding (D). Rijg de draad van

voor naar achter door het oog van de

naald (naaldinrijger blz. 36).

Laat ong. 10 cm draad achter de naald

hangen of snijd het overtollige garen

met behulp van draadafsnijder (E) af.

Enlage du l supérieur

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

- Nadel in die höchste Position bringen.

- Hebel (A) ganz nach unten drücken.

- Einfädler schwenkt automatisch in die

Einfädlerposition (B).

- F

aden um den Haken (C) legen.

- Faden so vor die Nadel führen, dass er

von unten nach oben in den Haken (D)

zu liegen kommt.

- H

ebel (A) loslassen.

- Faden durch das Nadelöhr ziehen.

Achtung:

Hauptschalter auf "O" stellen!

elever l'aiguille dans sa position la plus

haute.

- A

baisser complètement le levier (A).

- L'enle aiguille se place automatiquement

dans la bonne position (B).

- P

lacer le l autour du crochet (C).

- Guider le l devant l'aiguille, il doit

reposer sur le levier (D) de bas en haut.

- Re

lâcher le levier (A).

- Tirer le l au travers du chas.

Attention:

ttre toujours le commutateur principal

sur "O".

Nadeleinfädler

Automatische naaldinrijger

- Zet de naald in de hoogste stand.

- Duw de hendel (A) helemaal naar

beneden.

- D

e inrijger draait automatisch in de

inrijgpositie (B).

- L

eg de draad om het haakje (C).

- Leg de draad zó voor de naald, dat hij

van beneden naar boven in het haakje

(D) komt te liggen.

- L

aat de hendel (A) los.

- Trek de draad door het oog van denaald.

Attentie:

Zet de hoofdschakelaar op "O"!

Enlage automatique

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Grundeinstellung der Fadenspannung: "4".

Um die Fadenspannung zu verstärken,

den Verstellknopf auf die nächst grössere

Zahl drehen. Um die Fadenspannung zu

lösen, den Verstellknopf auf die nächst

kleinere Zahl drehen.

Oberfadenspannung normal (A1).

B. Oberfadenspannung zu schwach Wert

erhöhen (C1).

C. O

berfadenspannung zu stark Wert

verringern (B1).

Hinweis:

In der Fabrik wird die Fadenspannung

optimal eingestellt. Dafür werden sowohl

in der Spule wie auch als Oberfaden

Polyesterfäden der Stärke 100/2

eingesetzt. Beim Verwenden von anderen

oder verschiedenen Nähfäden können

Abweichungen in der optimalen

Fadenspannung entstehen. Deshalb

ist es notwendig, die Fadenspannung

dem Nähgut und dem gewünschten

Stichmuster anpassen zu können.

Réglage de base de la tension du l: "4".

Tourner le disque (chiffre supérieur) pour

augmenter la tension du l. Tourner le

disque (chiffre inférieur) pour réduire la

tension du l.

Tension du l supérieur - normal (A1).

B. Tension du l supérieur - trop faible,

augmenter la valeur (C1).

C. T

ension du l supérieur - trop

importante, réduire la valeur (B1).

Remarque:

La tension a été parfaitement réglée en

fabrique avec des ls Metrosene 100/2

dans la canette et pour le l supérieur.

Pour obtenir un bon résultat avec d'autres

ls, il est éventuellement nécessaire de

modier les réglages de la tension du l.

Il est donc essentiel de toujours effectuer

e couture d'essai pour adapte la tension

du l au tissu, motif de point et l utilisés.

Oberfadenspannung

Bovendraadspanning

Basisinstelling van de draadspanning: "4".

Draai de instelknop naar het volgende,

grotere getal om de draadspanning te

vergroten. Draai de instelknop naar het

voorafgaande, kleinere getal om de

draadspanning te verminderen.

A. Bovendraadspanning normaal (A1)

B. Bovendraadspanning te laag -

instelling verhogen (C1)

C. B

ovendraadspanning te hoog -

instelling verlagen (B1)

Attentie:

In de fabriek werd de draadspanning

optimaal ingesteld. Hiervoor werd zowel

in de spoel als ook voor de bovendraad

eciaal naaigaren (Metrosene 100/2)

gebruikt. Bij het gebruik van ander of

verschillende garens kunnen afwijkingen

op de optimale draadspanning ontstaan.

Derhalve is het noodzakelijk, de

draadspanning aan het naaiwerk en de

gewenste steek te kunnen aanpassen.

Tension du l supérieur

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Oberfaden mit der linken Hand halten.

Handrad eine Umdrehung nach vorne

drehen, bis die Nadel wieder hochgestellt

ist. (1)

Am Oberfaden ziehen, um den Unterfaden

durch das Stichloch heraufzuholen. Beide

Fäden straff unter dem Nähfuss nach

hinten legen. (2)

Hinweis:

Wenn überschüssiger Unterfaden

abgeschnitten wurde kann der Faden

heraufgeholt werden, muss aber nicht.

Achtung:

Bei Nähbeginn darf an den straff unter

dem Nähfuss liegenden Fäden nicht

gezogen werden.

Tenir le l supérieur de la main gauche.

Tourner le volant vers l'avant jusqu'à ce

que l'aiguille se trouve dans sa position la

plus haute. (1)

Tirer le l supérieur et faire remonter le l

de canette au travers du trou. Glisser les

deux ls vers l'arrière sous le pied. (2)

Remarque:

Dès que le l qui dépasse a été coupé,

on peut, seulement si souhaité, faire

remonter le l de canette.

Attention:

Ne pas tirer le l qui repose sous le pied

commençant la couture.

Unterfaden heraufholen

Onderdraad omhooghalen

Houd de bovendraad met de linkerhand

vast. Draai het handwiel naar voren, tot de

naald weer omhoogstaat (1).

Trek aan de bovendraad om de

onderdraad door het steekgat omhoog

te halen. Leg beide draden onder de

naaivoet naar achteren (2).

Attentie:

Als de overtollige onderdraad werd

afgesneden, kan de draad naar boven

worden gehaald, dit is echter niet

noodzakelijk.

Attentie:

Bij naaibegin mag er niet aan de strak

der de naaivoet liggende draad worden

getrokken.

Remonter le l de canette

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Anfang der Naht

Nähgut ca. 1cm innerhalb der Stoffkante

unter den Nähfuss legen.

Rückwärtsnähtaste (A) gedrückt halten

und langsam zum Stoffrand nähen.

Rückwärtsnähtaste loslassen und

vorwärts die gewünschte Naht erstellen.

htende (1)

Am Ende der Naht Rückwärtsnähtaste

(A) nach unten drücken. Einige Stiche

rückwärts nähen. Taste loslassen und die

Maschine näht wieder vorwärts.

hgut entfernen (2)

Handrad nach vorne drehen, um den

Fadenhebel in die höchste Position zu

bringen. Nähfuss anheben und Nähgut

nach hinten ziehen.

den abscheiden (3)

Beide Fäden mit dem Fadenabschneider

am Kopfdeckel abschneiden.

Début de la couture

Glisser l'ouvrage sous le pied-de-biche à

env. 1 cm en retrait du rebord inférieur du

tissu. Appuyer sur la touche de marche

arrière (A), maintenir et coudre lentement.

Relâcher la touche et continuer la couture

en avant.

n de couture (1)

A la n d'une couture, abaisser la touche

de couture en marche arrière (A). Coudre

quelques points en arrière. Relâcher la

touche et continuer la couture en avant.

tirer l'ouvrage (2)

Tourner le volant vers l'avant pour amener

le levier de l dans sa position la plus

haute. Relever le pied-de-biche et retirer

l'ouvrage en le tirant vers l'arrière.

Couper le l (3)

Couper les deux ls avec le coupe l

disposé sur le capot.

DE NL

Naden xeren

Naadbegin

Leg het naaiwerk ca. 1 cm vanaf de

stofrand onder de naaivoet. Houd de

achteruitnaaitoets (A) ingedrukt en

naai langzaam naar de stofrand. Laat

de achteruitnaaitoets los en naai de

gewenste naad vooruit.

adeinde (1)

Druk de achteruitnaaitoets (A) bij

naadeinde naar beneden. Naai enkele

steken achteruit. Laat de toets los en de

machine naait weer vooruit.

aiwerk wegnemen (2)

Draai het handwiel naar voren om de

draadhevel in de hoogste stand te zetten.

Zet de naaivoet omhoog en trek het

naaiwerk voorzichtig naar achteren.

Bij het kan de draadhevel met behulp van

de naaldtoets boven/onder automatisch in

de juiste stand worden gezet.

aad afsnijden (3)

Snijd beide draden met behulp van de

draadafsnijder aan het frame af.

Arrêter une couture

Näte xieren

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Bei Freihandsticken oder Stopfen muss

die Stopfplatte verwendet werden.

Stopfplatte wie abgebildet einsetzen.

Für normales Nähen Stopfplatte

entfernen.

Cette plaque doit être mise en place pour

les travaux de broderie à mains libres ou

de reprisage.

Placer la plaque de reprisage comme

illustré.

Retirer la plaque de reprisage pour les

travaux de couture courants.

Stopfplatte

Bij borduren uit de vrije hand of stoppen

moet de stopplaat worden gebruikt.

Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld.

Verwijder de stopplaat bij normale

naaiwerkzaamheden.

Stopplaat Plaque de reprisage

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Für normales Nähen bleibt der

Transporteur oben. Bei Freihandsticken,

Knöpfe annähen und Stopfen den

Transporteur versenken.

Transporteur hochstellen (a) und

versenken (b).

La griffe d'entraînement est relevée

pour les travaux de couture courants. La

griffe d'entraînement est abaissée pour

la broderie à mains libres, la couture

de boutons et les travaux de reprisage.

Relever la griffe d'entraînement (a) et

l'abaisser (b).

Transporteur versenken

Transporteur omlaagzetten

Bij normaal naaiwerk staat de transporteur

omhoog. Zet de transporteur bij borduren

uit de vrije hand, knopen aanzetten

en stoppen omlaag. Transporteur

omhoogzetten (a) en omlaagzetten (b).

Abaissement de la griffe

d'entraînement

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Wenn Dekorstichmuster und Knopöcher

beim Nähen von speziellen Stoffen

ungleich sind, den Balance-Knopf* zum

Einstellen mit einem Schraubenzieher

drehen.

ieser Knopf sollte in Normalstellung

(waagerecht) sein. (1)

Verzogene Stretch-Stichmuster

anpassen

Wenn das Stichmuster zu weit ist, Knopf

gegen den Uhrzeigersinn drehen. (2) "-"

Wenn das Stichmuster zu eng ist, Knopf

im Uhrzeigersinn drehen. (2) "+"

Stichdichte bei Knopöchern

anpassen

Wenn die Stiche auf der rechten Seite

des Kopochs zu weit sind, gegen den

Uhrzeigersinn drehen. (3) "-"

Wenn die Stiche auf der rechten Seite

des Kopochs zu eng sind, Knopf im

Uhrzeigersinn drehen. (3) "+"

Quand les motifs de points décoratifs

et les boutonnières sont cousus

irrégulièrement sur le tissu choisi, régler

la vis d'équilibrage avec un tournevis.

ette vis est normalement réglée

danssa position courante. (1)

Adapter des motifs de points stretch

décalés

Si le motif est trop écarté, tourner la vis

en sens antihoraire. (2) "-"

Si le motif est trop étroit, tourner la vers

dans le sens horaire. (2) "+"

Adapter la densité des points des

boutonnières

Si les points sont trop larges sur le côté

droit de la boutonnière, tourner la vis en

sens antihoraire. (3) "-"

Si les points sont trop étroits sur le côté

droit de la boutonnière, tourner la vis dans

le sens horaire. (3) "+"

Einstellung der

Stichmuster-Balance

Steekbalans instellen

Als decoratieve steken en knoopsgaten er

op speciale stoffen niet regelmatig uitzien,

moet de balansknop m.b.v. een muntje

of schroevendraaier anders worden

ingesteld.

* Deze knop moet gewoonlijk in de

normale stand staan (1).

Vervormde stretchsteken aanpassen

Draai de knop naar links "-" als de steken

te ver uit elkaar liggen (2).

Draai de knop naar rechts "+" als de

steken te dicht op elkaar liggen (2).

Steekdichtheid bij knoopsgaten

aanpassen

Draai de knop naar links "-" als de steken

aan de rechterkant van het knoopsgat

tedicht op elkaar liggen (3).

Draai de knop naar rechts "+"

als de steken aan de rechterkant van het

knoopsgat te ver uit elkaar liggen (3).

Réglage de l'équilibrage

des motifs de points

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NAALD-, STOF- EN GARENTABEL

Attentie:

1. Er zijn tweelingnaalden voor nuttige en decoratieve steken verkrijgbaar.

2. Bij het naaien met de tweelingnaald mag de steekbreedte niet groter dan "2,5". (Model 15)

3. Europese naalddiktes zijn 65, 70, 80, enz. Amerikaanse en Japanse naalddiktes zijn 9, 11, 12, enz.

4. Vervang de naald regelmatig (ong. om het andere naaiproject) en/of bij de eerste draa

NAALDEN

HA×1

15×1

15×1/

130/705H

15×1/

130/705H (SUK)

130 PCL/

130/705H-LR/LL

BESCHRIJVING

Scherpe standaardnaald. Naalddikte van dun tot dik. 9 (65)

tot 18 (110)

Halfronde punt (universeel). 9 (65) tot 18 (110)

Ronde punt (ballpoint). 9 (65) tot 18 (110)

Leernaald. 12 (80) tot 18 (110)

SOORT STOF

Natuurlijke geweven stoffen: wol, katoen, zijde, enz. Qiana. Niet voor dubbelgebreide stoffen.

Natuurlijke geweven en synthetische stoffen, mengweefsels van polyester,

ekbare polyesterstoffen, interlock, tricot, eenvoudige en dubbelgebreide stoffen.

Gebreide stoffen voor truien, lycra, rekbare stoffen.

Leer, vinyl, bekledingsmateriaal.

NAALDDIKTE

9-11 (65-75)

12 (80)

14 (90)

16 (100)

18(110)

STOF

Dunne stoffen: jne katoen, voile, serge, zijde, mousseline, Qiana, interlock, katoenen rekbare

stoffen, tricot, jersey, crêpe, geweven polyester.

Middelzware stoffen: katoen, satijn, zeildoek, dubbelgebreide stoffen, jne wollen stoffen.

Middelzware stoffen: zeildoek van katoen, grof gebreide wollen stoffen, badstof, denim.

Zware stoffen: linnen, wollen stoffen, canvas, denim, bekledingsmateriaal (jn tot

middelzwaar).

Dikke wollen stoffen, mantelstof, bekledingsmateriaal, enkele soorten leer en vinyl.

GAREN

Dunne katoen, nylon of polyester.

De meeste garens zijn van middelzware kwaliteit en voor deze

stoffen en naalddiktes geschikt. Gebruik voor een optimaal

resultaat polyester garen voor sythetische stoffen en katoenen

garen voor natuurlijke geweven stoffen.

Gebruik voor de boven- en onderdraad altijd hetzelfde garen.

Dik garen, tapijtgaren. (Stel de naaivoetdruk hoger in-hoger

getal.)

NAALD- en STOFKEUZE

BELANGRIJK: Het garen wordt overeenkomstig de werkzaamheid gekozen. Voor een perfect resultaat speelt ook kwaliteit en materiaal een belangrijke rol. Het is raadzaam

om kwaliteitsgaren van een goed merk te gebruiken.

Naald en garen moeten zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. De juiste naalddikte hangt zowel van het gekozen garen als ook van de stof die hiermee wordt verwerkt af.

Hierbij bepaalt het stofgewicht en de stofsoort de dikte van het garen en van de naald en de vorm van de naaldpunt.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Geradstich mit dem Stichwahlknopf " "

oder " " wählen. Stichlänge mit dem

Stichlängenknopf einstellen.

Zickzack Stich mit dem Stichwahlknopf

" " oder " " wählen. Stichlänge und

Stichbreite je nach Stoffart einstellen.

Die anderen Stichmuster der oberen

Reihe der Stichwahltafel werden mit dem

Stichwahlknopf angewählt. Stichlänge

und Stichbreite mittels der Verstellknöpfe

je nach gewünschtem Ergebnis einstellen.

Für die Stichmuster der zweiten Reihe

den Stichlängenknopf auf "S" drehen,

das gewünschte Stichmuster mit dem

Stichwahlknopf wählen und die Stichbreite

mit dem Stichbreitenknopf einstellen.

"Die Position "S" wird erreicht, indem am

Stichlängenknopf die Stichlänge bis auf 0

reduziert und der Knopf noch weiter in die

selbe Richtung gedreht wird.

Hinweis:

Zwischen "0" und "S" muss ein kleiner

mechanischer Widerstand überwunden

werden."

Bei in grün dargestellten Stichmustern

ist die Stichlänge vorgegeben und nicht

verstellbar. (Modell 12/15)

Sélectionner le point droit avec le bouton

" " ou " ". Régler la longueur du point

avec le bouton de réglage de la longueur.

Sélectionner le point zigzag avec le

bouton For zigzag stitch, select pattern

" " ou " ". Régler la longueur et la

largeur du point selon le tissu choisi.

Sélectionner les motifs de points de la

rangée supérieure du tableau avec le

bouton sélecteur de points. Régler et

modier la longueur et la largeur du point

avec le bouton de réglage.

Sélectionner les motifs de points de la

deuxième rangée en tournant le bouton

deréglage de la longueur de point sur "S",

choisir ensuite le motif avec le bouton

sélecteur et la largeur avec le bouton de

réglage de la largeur de point.

Réduire la longueur de point sur 0 avec le

bouton de réglage de la longueur de point

pour obtenir la position "S" et continuer à

tourner le bouton dans le même sens.

Remarque:

e petite résistance mécanique doit

sefaire sentir entre "0" et "S".

Il n’est pas posible de modier le longeur

des points de motifs des números marqués

en vert. (Modèle 12/15)

Stichwahl

Steekkeuze

Kies de rechte steek met de

steekkeuzeknop " " of " ". Stel

de steeklengte met behulp van de

steeklengteknop in.

Kies de zigzagsteek met de

steekkeuzeknop " " of " ". Stel de

steeklengte en steekbreedte afhankelijk

van het materiaal in.

De andere steken in de bovenste rij

van de steektabel worden m.b.v. de

steekkeuzeknop gekozen. Stel de

steeklengte en steekbreedte d.m.v.

de instelknoppen afhankelijk van het

gewenste resultaat in.

Draai voor de steken in de tweede rij de

steeklengteknop op "S", kies de gewenste

steek m.b.v. de steekkeuzeknop en stel de

steekbreedte met de steekbreedteknop

in. De Positie "S" wordt ingesteld door de

steeklengte m.b.v. de steeklengteknop op

0 te reduceren en de knop nog verder in

dezelfde richting te draaien.

Attentie:

Tussen "0" en "S" moet een kleine

chanische weerstand worden

overwonnen.

Bij de groene afgebeelde steken is de

steeklengte vastgelegd. Deze kan niet

worden veranderd. (Model 12/15)

Sélection des points

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Steekoverzicht

3-fase-zigzag

Steek

Rechte steek

Zigzagsteek

Stretch-blindzoom

Overlock

Blindzoom

Schelpsteek

4-fase-knoopsgat

Steek

Rechte steek

Zigzagsteek

Overlock

Blindzoom

Point coquillage

3-fase-zigzag

Stretch-blindzoom

Universele steek

Rimpelsteek

4-fase-knoopsga

Drievoudige rechte

steek

Drievoudige zigzag

Wafelsteek

Superstretch

(festonsteek)

Standaardoverlock

Stretchoverlock

Dubbele overlock

Decoratieve steek

1-fase-knoopsgat

Eenvoudige overlock

Veersteek

Fagotsteek

Decoratieve steek

Trapeziumsteek

Vierkanten

Festonsteek

(Applikacatiesteek)

Stretchsteek

Kruissteek

Steek

Superstretch

(festonsteek)

Rechte steek

Zigzagsteek

3-fase-zigzag

Overlock

Universele steek

Stretch-blindzoom

Rimpelsteek

Universele steek

Schelpsteek

Blindzoom

Drievoudige

rechte steek

Drievoudige zigzag

Wafelsteek

Stretchoverlock

Dubbele overlock

Standaardoverlock

Versteeke

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Stichlängenknopf-Funktion für

Geradstich

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Die Stichlänge wird mit dem

Stichlängenknopf eingestellt. Die geeignete

Stichlänge für normalen Gebrauch liegt bei

"2" - "3" auf dem Knopf.

Allgemein gilt: je leichter der Stoff, desto

dünner der Faden und kürzer die Stichlänge;

je schwerer der Stoff, desto dicker der

Faden und länger die Stichlänge.

Bei Stichlänge "0" wird sich der Stoff nicht

bewegen und die Nadel wird immer wieder

am gleichen Punkt einstechen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Bouton de réglage de la longueur de

point pour point droit

Régler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

La longueur de point se règle avec le

bouton de réglage de la longueur de point.

Longueur de point standard recommandée

"2" - "3".

Généralités: plus le tissu est n, plus le l

doit être n et la longueur de pointréduite,

plus le tissu est épais, plus le l doit être

épais et la longueur de point augmentée.

Si la longueur de point se trouve sur "0",

le tissu n'avance pas et l'aiguille pique

toujours au même endroit.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Geradstich und

Nadelposition

Point droit et position de

l'aiguille

Rechte steek en

naaldpositie

Steeklengteknop-functie voor de rechte

steek

Zet de steekkeuzeknop op " " of op " ".

De steeklengte wordt met de

steeklengteknop ingesteld. De juiste

steeklengte voor het gebruikelijke

naaiwerk ligt tussen "2" - "3" (op de knop

weergegeven).

Gewoonlijk geldt: hoe lichter de stof,

des te dunner het garen en korter de

steeklengte; hoe zwaarder de stof, des te

dikker het garen en langer de steeklengte.

Kies de naaldstand (midden tot links) met

behulp van de steekbreedteknop.

Bij steeklengte "0" wordt de stof niet

getransporteerd en de naald steekt steeds

op dezelfde plaats in de stof.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Stichlängenknopf-Funktion für

Geradstich

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Die Stichlänge wird mit dem

Stichlängenknopf eingestellt. Die geeignete

Stichlänge für normalen Gebrauch liegt bei

"2" - "3" auf dem Knopf.

Allgemein gilt: je leichter der Stoff, desto

dünner der Faden und kürzer die

Stichlänge; je schwerer der Stoff, desto

dicker der Faden und länger die Stichlänge.

Bei Stichlänge "0" wird sich der Stoff nicht

bewegen und die Nadel wird immer wieder

am gleichen Punkt einstechen.

Nadelposition von der Mitte bis links mit

dem Stichbreitenknopf wählen.

Bouton de réglage de la longueur de

point pour point droit

Régler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

La longueur de point se règle avec le

bouton de réglage de la longueur de point.

Longueur de point standard recommandée

"2" - "3".

Généralités: plus le tissu est n, plus le l

doit être n et la longueur de point réduite,

plus le tissu est épais, plus le l doit être

épais et la longueur de point augmentée.

Si la longueur de point se trouve sur "0",

le tissu n'avance pas et l'aiguille pique

toujours au même endroit.

Sélectionner la position de l'aiguille du

centre vers le gauche avec le bouton de

réglage de la largeur de point.

Geradstich und

Nadelposition

Rechte steek en

naaldpositie

Steeklengteknop-functie voor de rechte

steek

Zet de steekkeuzeknop op " " of op " ".

De steeklengte wordt met de

steeklengteknop ingesteld. De juiste

steeklengte voor het gebruikelijke

naaiwerk ligt tussen "2" - "3" (op de knop

weergegeven).

Gewoonlijk geldt: hoe lichter de stof,

des te dunner het garen en korter de

steeklengte; hoe zwaarder de stof, des te

dikker het garen en langer de steeklengte.

Bij steeklengte "0" wordt de stof niet

getransporteerd en de naald steekt steeds

op dezelfde plaats in de stof.

Kies de naaldstand (midden tot links) met

behulp van de steekbreedteknop.

Point droit et position de

l'aiguille

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

Bouton de réglage de la longueur de

point pour le zigzag

Plus le bouton de réglage de la longueur

de point se trouve proche du "0" plus

la densité du point zigzag augmente.

Sélectionner de préférence le point zigzag

sur "2.5" ou moins.

Couture chenille (point satin)

Quand la longueur de point est réglée

entre "0" et "1", les points sont très

rapprochés et forment ainsi une

"couturechenille". Le point satin est utilisé

pour la couture des boutonnières et points

décoratifs.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Stichlängenknopf-Funktion

Die Dichte der Zickzackstiche erhöht

sich, je näher die Einstellung des

Stichlängenknopfes an "0" kommt.

Saubere Zickzackstiche werden in der

Regel bei "2.5" oder tiefer erreicht.

Raupennaht

Wenn die Stichlänge zwischen "0" - "1"

eingestellt ist, liegen die Stiche sehr nahe

aneinander und bilden so die

"Raupennaht". Diese wird verwendet, um

Knopöcher und Dekorstiche zu erstellen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Zickzackstich Point zigzagZigzagsteek

Zet de steekkeuzeknop op " " of op " ".

Steeklengteknop-functie bij de

zigzagsteek

Naarmate de steeklengte dichter bij "0"

wordt ingesteld, wordt de dichtheid van

de zigzagsteken verhoogd. De mooiste

zigzagsteken ontstaan gewoonlijk bij "2,5"

of bij een lagere instelling.

Kordonnaad

Als de steeklengte tussen "0" - "1"

is ingesteld, liggen de steken heel

dicht tegen elkaar en vormen zo een

"kordonnaad".

Deze wordt gebruikt voor knoopsgaten of

als siernaad.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Stichbreitenknopf-Funktion

Die max. Zickzack-Stichbreite beim

Zickzack Nähen ist "5". Die Breite kann

jedoch bei jedem Stichmuster verkleinert

werden. Die Breite vergrössert sich beim

Drehen des Zickzackknopfes von "0" -

"5". Beim Nähen

mit Zwillingsnadeln die Breite nie über

"2.5" einstellen.

Stichlängenknopf-Funktion beim

Zickzacken

Die Dichte der Zickzackstiche erhöht

sich, je näher die Einstellung des

Stichlängenknopfes an "0" kommt.

Saubere Zickzackstiche werden in der

Regel bei "2.5" oder tiefer erreicht.

Raupennaht

Wenn die Stichlänge zwischen "0" - "1"

eingestellt ist, liegen die Stiche sehr nahe

aneinander und bilden so die

"Raupennaht". Diese wird verwendet, um

Knopöcher und Dekorstiche zu erstellen.

Bouton de réglage de la largeur de

point

La largeur max. du point zigzag est "5".

Augmenter ou réduire la largeur en

tournant le bouton zigzag de "0" à "5". Ne

jamais régler la largeur sur plus de "2.5"

avec une aiguille jumelée.

Bouton de réglage de la largeur du

point zigzag

Plus le bouton se rapproche du "0" plus

la densité du point zigzag augmente. En

règle générale, le point zigzag sera réglé

sur "2.5" ou moins.

Couture chenille (point satin)

Quand la longueur de point est réglée

entre "0" et "1", les points sont très

rapprochés et forment ainsi une "couture

chenille". Le point satin est utilisé pour

la couture des boutonnières et points

décoratifs.

Zickzackstich Zigzagsteek

Steekbreedteknop-functie

De maximale steekbreedte voor de

zigzagsteek is "5". De breedte kan

echter bij elke steek worden verminderd.

De breedte wordt vergroot door de

steekbreedteknop van "0" - "5" te draaien.

Stel de breedte bijhet naaien met de

tweelingnaald nooit groterdan "2,5" in.

Steeklengteknop-functie bij de

zigzagsteek

Naarmate de steeklengte dichter bij "0"

wordt ingesteld, wordt de dichtheid van

de zigzagsteken verhoogd. De mooiste

zigzagsteken ontstaan gewoonlijk bij "2,5"

of bij een lagere instelling.

Kordonnaad

Als de steeklengte tussen "0" - "1" is

ingesteld, liggen de steken heel dicht tegen

elkaar en vormen zo een "kordonnaad".

Deze wordt gebruikt voor knoopsgaten of

als siernaad.

Point zigzag

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

Für Säume, Vorhänge, Hosen, Röcke, etc.

indsaum/Lingerie für feste Stoffe.

Blindsaum für Stretchstoffe.

Hinweis:

Es braucht Übung, bis das

Blindsaumnähen gelingt. Immer zuerst

eine Nähprobe machen.

Stoff wie abgebildet mit Rückseite oben

umlegen. (1)

Stoff unter den Nähfuss legen. Das

Handrad von Hand nach vorne drehen,

bis sich die Nadel ganz links bendet. Sie

sollte die Stofffalte nur wenig anstechen.

Ansonsten die Stichbreite entsprechend

anpassen. (2) Führungslineal (3) durch

drehen des Knopfes (4) so anpassen,

dass es an der Stofffalte liegt. Mit

leichtem Druck auf den Fussanlasser

langsam nähen und den Stoff der Kante

des Führungslineals entlang führen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pied-de-biche en option.

Pour les ourlets, les rideaux, pantalons,

jupes, etc.

urlet à jour/ lingerie sur tissus

rigides.

rlet à jour sur tissus stretch.

Régler la machine comme illustré.

Remarque:

La réalisation d'un joli ourlet à jour

demande un peu d'expérience et de

doigté. Effectuer toujours une couture

d'essai.

Plier le tissu (envers dessus) comme

illustré. (1)

Glisser le tissu sous le pied. Tourner le

volant à la main jusqu'à ce que l'aiguille

setrouve tout à gauche. Elle ne doit piquer

que la pointe du tissu plié. Si nécessaire,

régler et adapter la largeur de point.

Régler le guide (2) en tournant le bouton

(4) jusqu'à ce qu'il repose sur le rebord du

tissu. Appuyer légèrement sur la pédale

pour commencer la couture et guider le

tissu le long du rebord du guide.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Blindsaum / Lingeriestich

Blindzoom / Lingeriesteek

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

Voor zomen, gordijnen, broeken, rokken,

enz.

Blindzoom voor stevige stoffen

Blindzoom voor stretchstoffen

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Attentie:

Het vereist enige oefening voordat het

naaien van een blindzoom exact lukt.

Maak altijd eerst een proeapje.

Vouw de stof zoals afgebeeld zodat deze

met de achterkant naar boven ligt (1).

Leg de stof onder de naaivoet. Draai het

handwiel met de hand naar voren tot de

naald geheel links staat. De naald mag

maar net in de stofvouw steken. Pas

anders de steekbreedte overeenkomstig

aan (2). Pas de randgeleider (3) m.b.v. de

knop (4) aan, zodat hij tegen de stofvouw

ligt. Druk zachtjes op het pedaal en

naai langzaam. Laat de stof langs de

randgeleider lopen.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Ourlet à jour/ point de

lingerie

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

Für Nähte, Versäubern von Kanten,

Sichtsaum.

Stichlängenknopf auf "S" stellen.

Stichbreite zwischen "3" - "5" einstellen.

(model 15)

Die Stichbreite kann dem Stoff angepasst

werden.

Stretch-Overlock:

Für feine Strickstoffe, Jerseys, Hals,

Bördchen. (1)

Doppel-Overlock:

Für feine Strickstoffe, Handstricksachen,

Nähte. (2)

Alle Overlockstiche eignen sich zum

Nähen und Versäubern von Kanten und

Sichtsäumen in einem Arbeitsgang.

Beim Versäubern von Kanten sollte die

Stoffkante von der Nadel knapp übernäht

werden.

Achtung:

Neue Nadeln, Kugelspitznadeln oder

Stretchnadeln verwenden!

Pied-de-biche en option.

Pour les coutures, le surlage de rebords,

les ourlets visibles.

Régler le bouton de réglage de la

longueur de point sur "S".

Régler la largeur de point entre "3" et "5"

(modèle 15).

La largeur de point peut être adaptée au

tissu.

Surjet stretch:

Pour les lainages ns, jerseys, bordures

d'encolure, etc. (1)

Surjet double:

Pour les lainages ns, tricots fait main,

coutures. (2)

Tous les points surjet peuvent être utilisés

pour la couture et le surlage de rebords

et la couture d'ourlets en une seule étape

de travail. Pour le surlage d’un rebord,

l'aiguille doit à peine piquer sur celui-ci.

Attention:

Utiliser une nouvelle aiguille, aiguille à

pointe arrondie ou stretch!

Overlockstich Overlocksteek

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

Voor naden, afwerken van randen,

zichtbare zoom.

Zet de steeklengteknop op "S".

Zet de steekbreedte tussen "3" - "5".

(model 15)

De steekbreedte kan aan de stof worden

aangepast.

Stretch-overlock:

Voor dunne rekbare stoffen, jersey, hals-

en mouwboordjes (1).

Dubbele overlock:

Voor dunne rekbare stoffen, handgebreide

stoffen, naden (2).

Alle overlocksteken zijn geschikt voor het

naaien en afwerken van randen, resp.

het naaien van zichtbare zomen in één

handeling. Bij het afwerken van randen

mag de naald maar net in de rand van de

stof steken.

Attentie:

Gebruik nieuwe naalden, naalden met een

ronde punt (ballpoint) of stretchnaalden!

Surjet

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Stopfplatte einsetzen. (1)

Nähfuss mit Knopfannähfuss

austauschen. Stichlängenknopf auf "0"

stellen.

Näharbeit unter den Fuss legen. Knopf an

die gewünschte Stelle legen und Nähfuss

senken.

Stichwahlknopf auf " " oder auf " "

stellen und einige Vernähstiche nähen.

Stichbreite je nach Abstand zwischen den

beiden Löchern des Knopfes einstellen.

Das Handrad drehen um zu prüfen, ob die

Nadel rechts und links exakt in die Löcher

des Knopfes einsticht. Knopf langsam mit

ca. 10 Stichen annähen. Stichwahlknopf

auf " " stellen und einige Vernähstiche

nähen.

Wenn ein Hals erforderlich ist, eine

Stopfnadel auf den Knopf legen und

nähen. (3) Bei Knöpfen mit vier Löchern

zuerst die vorderen zwei Löcher nähen (2),

die Näharbeit nach vorne schieben und

dann die hinteren zwei Löcher nähen. (3)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Fixer la plaque de reprisage. (1)

Remplacer le pied-de-biche avec celui

pour la couture de boutons. Régler le

bouton de réglage de la longueur de point

sur "0".

Glisser l'ouvrage sous le pied. Poser le

bouton sur l'endroit souhaité et abaisser

le pied.

Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou sur " " et coudre quelques

points d'arrêt. Régler la largeur de point

selon l'écart entre les trous du bouton.

Tourner le volant à la main pour vérier si

l'aiguille pique exactement dans les trous

du bouton. Coudre lentement le bouton

avec 10 points. Régler le bouton sélecteur

de point sur " " et coudre quelques points

d'arrêt.

Glisser une aiguille à repriser sur le

bouton pour former une tige. (3) Pour les

boutons à quatre trous, on coudra tout

d'abord les deux premiers trous (2), tirer

ensuite l'ouvrage vers soi et coudre les

deux trous suivants (3).

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Knöpfe annähen

Bevestig de stopplaat. (1)

Vervang de naaivoet door de knoop-

aanzetvoet. Zet de steeklengteknop op

"0".

Leg het naaiwerk onder de naaivoet. Leg

de knoop op de gewenste plaats en zet de

naaivoet omlaag.

Zet de steekkeuzeknop op " " of op " "

en naai enkele afhechtsteken.

Stel de

steekbreedte afhankelijk van de afstand

tussen de beide gaatjes van de knoop in.

Draai aan het handwiel om te controleren

of de naald rechts en links exact in de

gaatjes van de knoop steekt. Naai de

knoop langzaam met ong. 10 steken vast.

Zet de steekkeuzeknop op " " en naai

enkele afhechtsteken.

Als een "steel" noodzakelijk is, moet een

stopnaald op de knoop worden gelegd

voordat deze wordt vastgenaaid (1). Bij

knopen met vier gaatjes moeten eerst de

voorste twee gaatjes worden genaaid (2).

Schuif het naaiwerk naar voren en naai

daarna de achterste twee gaatjes (3).

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Knopen aanzetten Couture de boutons

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Hebel für Transporteur nach rechts

schieben, um Transporteur zu versenken.

(1)

Nähfuss mit Knopfannähfuss

austauschen. Stichlängenknopf auf "0"

stellen.

Näharbeit unter den Fuss legen. Knopf an

die gewünschte Stelle legen und Nähfuss

senken. Stichwahlknopf auf Zickzack

stellen. Stichbreite zwischen "3" - "5"

einstellen je nach Abstand zwischen

den beiden Löchern des Knopfes. Das

Handrad drehen um zu prüfen, ob die

Nadel rechts und links exakt in die Löcher

des Knopfes einsticht. Stichwahlknopf

auf Geradstich stellen und einige

Vernähstiche nähen. Stichwahlknopf

auf Zickzack stellen und den Knopf

langsam mit ca. 10 Stichen annähen.

Stichwahlknopf auf Geradstich stellen und

einige Vernähstiche nähen.

Wenn ein Hals erforderlich ist, eine

Stopfnadel auf den Knopf legen und

nähen. (3) Bei Knöpfen mit vier Löchern

zuerst die vorderen zwei Löcher nähen (2),

die Näharbeit nach vorne schieben und

dann die hinteren zwei Löcher nähen (3).

Hebel für Transporteur für normalen

Gebrauch nach links schieben.

Pour abaisser la griffe, déplacer vers la

droite le levier de la griffe d'entraînement.

(1)

Fixer le pied pour bouton. Régler le

bouton de réglage de la longueur de point

sur "0".

Glisser l'ouvrage sous le pied. Poser le

bouton sur l'endroit souhaité et abaisser le

pied. Régler la largeur de point entre "3" -

"5" suivant l'écart entre les deux trousdu

bouton. Tourner le volant à la main pour

vérier si l'aiguille pique exactement dans

les trous du bouton. Régler le bouton

sélecteur de point sur point droit et coudre

quelques points d'arrêt. Régler le bouton

sélecteur de point sur zigzag et coudre

lentement le bouton (env. 10 points).

Régler le bouton sélecteur de point sur

point droit et coudre quelques points

d'arrêt.

Glisser une aiguille à repriser sur le

bouton pour former une tige. (3) Pour les

boutonsà quatre trous, on coudra tout

d'abord les deux premiers trous avants (2),

tirer ensuite l'ouvrage vers soi et coudre

les deux trous suivants (3).

Déplacer vers la gauche le levier de la

griffe d'entraînement.

Knöpfe annähen Knopen aanzetten

Schuif de transporteurhendel naar rechts

om de transporteur naar beneden te zetten

(1).

Vervang de naaivoet door de knoop-

aanzetvoet. Zet de steeklengteknop op "0".

Leg het naaiwerk onder de naaivoet. Leg

de knoop op de gewenste plaats en zet de

naaivoet omlaag. Zet de steekkeuzeknop

opzigzag. Stel de steekbreedte tussen "3" -

"5" afhankelijk van de afstand tussen de

beide knoopgaatjes. Draai aan het handwiel

om te controleren of de naald rechts en

links precies in de gaatjes van de knoop

steekt. Zet de steekkeuzeknop op derechte

steek en naai enkele afhechtsteken. Zet

de steekkeuzeknop op zigzag en naai de

knoop langzaam met ong. 10 steken vast.

Zet de steekkeuzeknop op de rechte steek

en naai enkele afhechtsteken.

Als een steel nodig is, moet er een

stopnaald op de knoop worden gelegd.

Naai over de stopnaald (3). Naai bij knopen

met vier gaatjes eerst de voorste twee

gaatjes (2), schuif het naaiwerk dan naar

voren en naai dan de achterste twee

gaatjes (3).

Schuif de transporteurhendel voor normaal

naaiwerk naar links.

Couture de boutons

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Vorbereitung

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Allzweckfuss entfernen und Knopochfuss

einsetzen.

Durchmesser und Dicke des Knopfs messen

plus 0,3 cm für Riegel und Knopochgrösse

auf Stoff markieren.

Stoff so unter Nähfuss legen, dass

Markierung auf dem Knopochfuss mit der

Markierung auf dem Stoff übereinstimmen.

Nä

hfuss so senken, dass Mittellinie des

Knopochs im Stoff mit der Mitte der

Fussaussparung übereinstimmen.

Stichlängenknopf zwischen "0.5-1" stellen, um

Stichdichte einzustellen.

Hinweis:

Die Stichdichte ist je nach Stoff

verschieden. Immer ein Probeknopoch nähen.

Den vier Nähstufen folgen und mit dem

Stichwahlknopf von einer Stufe zur andern

wechseln. Darauf achten, dass nicht zu viele

Stiche in Stufe 1 und 3 genäht werden. Knopoch

mit dem Pfeiltrenner von beiden Enden zur Mitte

hin aufschneiden.

Tipp:

eicht reduzierte Oberfadenspannung ergibt

bessere Ergebnisse.

- E

inlage für dünne oder dehnbare Stoffe

verwenden.

- B

ei dehnbaren oder Strickstoffen starken

Faden oder Garneinlage verwenden.

- Z

ickzack sollte über starken Faden oder

Garneinlage nähen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Préparation:

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Fixer le pied pour boutonnière.

2. Mesurer le diamètre et l'épaisseur du

bouton et rajouter 0.3 cm pour la bride,

dessiner la boutonnière sur le tissu.

Glisser le tissu sous le pied, le repère situé

sur le pied doit coïncider avec celui du tissu.

Abaisser le pied, la ligne du milieu de la

boutonnière doit coïncider avec celle du

pied.

Régler la densité de point entre "0.5 et 1" avec

le bouton de réglage de la longueur de point.

Remarque:

la densité du point différera selon le tissu.

Effectuer toujours une boutonnière d'essai.

Suivre les quatre étapes de couture et passer

d'une à l'autre avec le bouton sélecteur de

point. Ne pas trop coudre de points durant

les étapes 1et 3. Ouvrir la boutonnière avec

le découd-vite en partant des extrémités en

direction du centre.

Astuces:

Un meilleur résultat sera obtenu en relâchant

légèrement la tension du l supérieur.

- G

lisser un non tissé sous les tissus ns et

élastiques.

- G

lisser un non tissé ou une garniture sous

les tissus élastiques et tricotés et utiliser un

l solide.

- Coudre le point zigzag sur un l solide ou la

garniture.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée

sur le bouton de réglage de la longueur du point.

Knopöcher nähen Knoopsgaten naaien

Voorbereiding

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Verwijder de universele naaivoet en bevestig

de knoopsgatvoet.

Meet de diameter en dikte van de knoop

plus 0,3 cm voor de trens en markeer de

knoopsgatgrootte op de stof.

3. Leg de stof onder de naaivoet, zodat de

markering op de knoopsgatvoet met de

markering op de stof overeenkomt. Zet

de naaivoet omlaag. Let erop, dat de

middellijn van het knoopsgat op de stof en

het midden van de opening in de naaivoet

overeenstemmen.

Stel de steeklengte tussen "0,5 - 1" in

(= steekdichtheid).

Attentie:

De steekdichtheid varieert afhankelijk van de

stof. Maak altijd een proefknoopsgat.

Volg de vier stappen (zie afbeelding) en wissel

m.b.v. de steekkeuzeknop van één stap naar

de andere. Let erop, dat in stap 1 en 3 niet te

veel steken worden genaaid. Snij het knoopsgat

m.b.v. het tornmesje vanaf beide kanten naar het

midden toe open.

Tip:

tel de bovendraadspanning iets lager in voor

een beter resultaat.

- G

ebruik bij dunne of rekbare stoffen vlieseline.

- Naai bij rekbare of gebreide stoffen een stevige

draad of vuldraad in het knoopsgat.

- D

e zigzagsteek moet over de vuldraad vallen.

Attentie!

Bij het model 10 staat op de steeklengteknop

en positie "S".

Couture de boutonnières

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Knopöcher nähen ist ein einfacher

Vorgang mit verlässlichen Ergebnissen.

Knopoch nähen

1. Die Position des Knopochs mit

Schneiderkreide auf dem Stoff markieren.

Nähfuss montieren und Stichwahlknopf auf

" " stellen.

3. Nähfuss senken und Markierung

des Fusses mit Markierung auf Stoff

übereinstimmen, wie in Abbildung (A)

gezeigt. (Zuerst wird der vordere Riegel

genäht.)

Knopochplatte öffnen und Knopf einlegen.

(Abb. B)

Knopochhebel senken und leicht nach

hinten schieben, wie in Abbildung (C).

Während der Oberfaden locker gehalten

wird, die Maschine starten.

Knopoch wird in der Reihenfolge genäht,

wie in Abbildung (D) gezeigt.

8. M

aschine anhalten, wenn das Knopoch

genäht ist.

Knopoch auf Stretchstoffen nähen (Abb.E)

Beim Nähen von Knopöchern auf

Stretchstoffen eine Garneinlage unter die

Knopochfuss legen.

Die Position des Knopochs mit

Schneiderkreide auf dem Stoff markieren,

Nähfuss montieren und Stichwahlknopf auf

" " stellen.

2. Die Garneinlage um das hintere Ende des

Knopochfusses legen, dann die zwei

Enden der Garneinlage nach vorne führen,

in die Nuten stecken und sie dort temporär

verknoten.

. Nähfuss senken und zu nähen beginnen.

* Stichbreite der Dicke der Garneinlage

anpassen.

4. Nach dem Nähen die Garneinlage leicht

ziehen, xieren, den Rest abschneiden.

La couture d'une boutonnière est plus

simplequ'on l'imagine.

Coudre la boutonnière

Placer un repère avec la craie de couturière

pour déterminer la position de la boutonnière.

Fixer le pied et régler le bouton sélecteur de

point sur " ".

Abaisser le pied et faire coïncider le repère

du pied avec celui du tissu comme illustré

(A). (Coudre tout d'abord la première bride).

4. Ouvrir la plaquette et glisser le bouton (B).

5. Abaisser le levier et le faire légèrement

glisser vers l'arrière comme illustré (C).

6. Commencer la couture en tenant légèrement

le l supérieur.

Coudre la boutonnière dans l'ordre illustré (D).

8. Arrêter la machine quand la boutonnière est

cousue.

Couture d'une boutonnière sur un tissu

stretch (E)

Glisser une ganse sous le pied pour la couture

de boutonnières sur des tissus élastiques.

Placer un repère avec la craie de couturière

pour déterminer la position de la boutonnière,

xer le pied et régler le bouton sélecteur de

point sur " ".

Accrocher la ganse derrière le pied puis

ramener les deux extrémités vers l'avant,

les faire ensuite glisser dans les rainures et

nouer temporairement.

Abaisser le pied et commencer la couture.

* Adapter la largeur de point à l'épaisseur

de la ganse.

4. Après la couture, tirer délicatement la

ganse, xer et couper les extrémités qui

dépassent.

Knopöcher nähen

Knoopsgaten naaien is gemakkelijk. Als de

aanwijzingen nauwkeurig worden gevolgd,

zal het resultaat niets te wensen overlaten.

Knoopsgat naaien

Markeer de plaats van het knoopsgat met

kleermakerskrijt op de stof.

Monteer de naaivoet en zet de

steekkeuzeknop op " ".

Zet de naaivoet omlaag en positioneer de

markering op de naaivoet overeenkomstig

demarkering op de stof (afb. A). (Eerst wordt

de voorste trens genaaid.)

Open het knoopsgatplaatje en leg de knoop

in de opening (afb. B).

Zet de knoopsgathendel omlaag en schuif

hem iets naar achteren, zoals in afb. (C).

Start de naaimachine en houd de

bovendraad losjes vast.

Het knoopsgat wordt in de volgorde zoals

op afbeelding (D) weergegeven genaaid.

Stop de naaimachine als het knoopsgat af

is.

Knoopsgat in stretchstof naaien (afb. E)

Leg bij het naaien van knoopsgaten in stretch-

stoffen een vuldraad onder de knoopsgatvoet.

1. Markeer de plaats van het knoopsgat

metkleermakerskrijt op de stof, monteer de

naaivoet en zet de steekkeuzeknop op " ".

2. Leg de vuldraad om de achterkant van

de knoopsgatvoet, trek de twee uiteinden

van de vuldraad naar voren, zet deze in de

klemgleuven vast en knoop ze tijdelijk vast.

Zet de naaivoet omlaag en begin met

naaien.

as de steekbreedte aan de dikte van de

vuldraad aan.

Trek na het naaien zachtjes aan de

vuldraad, zet hem vast en knip de overtollige

uiteinden af.

Knoopsgaten naaien Couture de boutonnières

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Stichlänge zwischen "2.5"- "4" einstellen

(je nach Stoffdicke).

Stichbreite auf "0" stellen. (Modell 15)

Der Reissverschlussfuss kann links oder

rechts eingesetzt werden, je nachdem,

auf welcher Seite des Nähfusses genäht

wird. (1)

Um am Schieber vorbei zu nähen, Nadel

in Stoff einstechen, Nähfuss heben und

Schieber hinter den Nähfuss schieben.

Nähfuss senken und weiternähen.

Es ist auch möglich, eine Kordel in einen

Schrägstreifen einzunähen, um Biesen zu

formen. (2)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

Régler la longueur de point entre "2.5" et

"4" (selon l’épaisseur du tissu).

Régler la largeur de point sur "0". (modèle

15)

La fermeture à glissière peut être placée

à droite ou à gauche selon la position du

pied. (1)

Pour ne pas coudre sur la coulisse, piquer

l’aiguille dans le tissu, relever le pied et

faire glisser la coulisse derrière le pied.

Abaisser le pied et continuer la couture.

Il est également possible de glisser un l

dans un biais pour former une nervure. (2)

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Reissverschluss und Biesen

nähen

Rits inzetten en biezen

naaien

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in

(afhankelijk van de stofdikte).

Zet de steekbreedte op "0". (Model 15)

De ritsvoet kan links of rechts worden

bevestigd, afhankelijk daarvan aan welke

kant van de naaivoet wordt genaaid (1).

Om langs het lipje van de rits te kunnen

naaien, moet de naald in de stof worden

gezet, de naaivoet omhoog worden gezet

en het lipje achter de naaivoet worden

geschoven. Zet de naaivoet omlaag en

naai verder.

Het is ook mogelijk een koord in een

schuine strook stof of biaisband te naaien

om biezen te maken (2).

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Couture de fermetures à

glissière et de nervures

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör

Für Saum bei feinen Stoffen oder Voile.

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Stichlängenknopf zwischen "2.5" - "4"

einstellen.

Stichbreitenknopf auf "0" stellen. (Modell

15)

Stoffkanten versäubern. Am Saumanfang

Stoffkante zweimal 3 mm falten und mit

4-5 Stichen vernähen. Faden leicht nach

hinten ziehen. Nadel in Stoff einstechen,

Nähfuss heben und die Falte in die

Schnecke am Fuss einführen. (1)

Stoffkante leicht zu sich ziehen und

Nähfuss senken. Zu nähen beginnen,

dabei Stoff in die Schnecke einführen,

indem er nach oben und leicht nach links

gehalten wird. (2)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pied-de-biche en option.

Pour ourler des tissus ns ou des voilages.

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

Régler le bouton de réglage de la

longueurde point entre "2.5" et "4".

Régler le bouton de réglage de la largeur

depoint sur "0". (modèle 15)

Surler le rebord du tissu. Replier le

rebord(deux fois 3 mm) et arrêter avec

4 à 5points. Tirer légèrement le l vers

l’arrière.Piquer l’aiguille dans le tissu,

relever le piedet glisser la pliure dans l’

ergot du pied (1).Tirer légèrement le

rebord du tissu vers soiet abaisser le

pied. Pour commencer lacouture, glisser

le tissu dans l’ergot (il doitêtre légèrement

tenu en haut et vers lagauche) (2).

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Säumerfuss Zoomvoet

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

Voor zomen in dunne stoffen of voile.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in.

Zet de steekbreedteknop op "0". (Model

15)

Werk de stofrand af. Vouw de stofrand bij

zoombegin twee keer 3 mm om en hecht

hem met 4-5 steken af. Trek de draad iets

naar achteren. Zet de naald in de stof, zet

de naaivoet omhoog en leg de stofvouw in

dezoomvormer (1).

Trek de stofrand iets naar u toe en zet

de naaivoet omlaag. Begin met naaien

en geleid de stof in de zoomvormer door

deze naar boven en iets naar links te

houden (2).

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Ourleur

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Spitzen einnähen und Gummiband

aufnähen, stopfen, ausbessern, Kanten

verstärken.

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Stichlängenknopf zwischen "1" - "2"

einstellen.

Stichbreitenknopf zwischen "3" - "5"

einstellen. (Modell 15)

Flicken platzieren. Die Stichlänge kann

verkürzt werden, um sehr dichte Stiche zu

erzeugen. (1)

Beim Ausbessern von Rissen ist es

ratsam, ein Stück Stoff zum Verstärken

zu unterlegen. Die Stichdichte kann

durch Einstellen der Stichlänge verändert

werden.

Zuerst über die Mitte nähen, dann

beidseitig knapp überdecken. Je nach

Art des Stoffes und der Beschädigung

zwischen 3-5 Reihen nähen. (2)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pour la couture de dentelles et rubans

élastiques, le reprisage, le raccommodage,

pour renforcer des rebords.

Régler la machine comme illustré. Régler

lebouton sélecteur de point sur " ".

Régler le bouton de réglage de la

longueur de point entre "1" et "2".

Régler la largeur de point entre "3" - "5"

(modèle 15).

Placer une pièce. La longueur de point

peut être réduite pour former des points

très denses. (1)

Il est conseillé pour la réparation de

déchirures de glisser une garniture de

renforcement sous le tissu abîmé. La

densité des points peut être modiée en

changeant la longueur de point. Coudre

tout d’abord en partant du milieu et en se

dirigeant ensuite vers le bord. Coudre de

3 à 5 lignes selon le genre du tissu et

l’importance du dommage. (2)

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Dreifach-Zickzackstich Drievoudige zigzagsteek

Voor kant aanzetten en elastiek

vastnaaien, stoppen, verstellen, randen

verstevigen.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Zetde steekkeuzeknop op " ".

Stel de steeklengte tussen "1" - "2" in.

Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in

(model 15)

Leg een lapje op het versleten gedeelte.

Als de steken dicht op elkaar moeten

liggen, kan de steeklengte worden

verminderd (1).

Bij het verstellen van scheuren is het

raadzaam een lapje als versteviging

onder de stof te leggen. De steekdichtheid

kan door het instellen van de steeklengte

worden veranderd. Naai eerst over

hetmidden, naai daarna aan beide kanten

net over de rand van de eerste rij steken.

Naai, afhankelijk van de stof en de

beschadiging, 3-5 rijen (2).

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Point zigzag triple

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Dreifach-Geradstich: (1)

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Für strapazierte Nähte.

Stichlängenknopf auf "S" stellen.

Stichbreitenknopf auf "0" stellen.

Maschine näht zwei Stiche vorwärts und

einen Stich zurück.

Dies ergibt eine dreifache Verstärkung.

Dreifach-Zickzack: (2)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für strapazierte Nähte, Säume und

Ziersäume.

Stichlängenknopf auf "S" stellen und

Stichbreitenknopf zwischen "3" und "5"

einstellen. (Modell 15)

Dreifach-Zickzack eignet sich für feste

Stoffe wie Jeansstoff, Kordsamt, etc.

int droit triple: (1)

Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

Pour les coutures très sollicitées.

Régler le bouton de réglage de la longueur

de point sur "S".

Régler le bouton de réglage de la la rgeurde

point sur "0".

La machine coud deux points en avant et

un en arrière.

Ce point est ainsi renforcé trois fois.

int zigzag triple: (2)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour les coutures fortement sollicitées,

les ourlets et les ourlets décoratifs.

Régler le bouton de réglage de la longueur

de point sur "S".

Régler la largeur de point entre "3" et "5"

(modèle 15).

Le zigzag triple est recommandé pour les

tissus épais tels que les jeans, le velours

côtelé, etc.

Stichwahl

Steekkeuze

Drievoudige rechte steek (1):

Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

Voor naden, die zeer duurzaam moeten

zijn.

Stel de steeklengte op "S" in.

Zet de steekbreedteknop op "0".

De naaimachine naait twee steken vooruit

en één steek achteruit. Zo ontstaat een

drievoudige versteviging.

ievoudige zigzag (2):

Voor naden die zeer duurzaam moeten

zijn, zomen en decoratieve zomen.

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Stel de steeklengte op "S" en de

steekbreedte tussen "3" en "5". (Model

15).

De drievoudige zigzag is geschikt voor

stevige stoffen zoals denim, ribuweel,

enz.

Sélection des points

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Nähte, Säume, T-Shirts, Unterwäsche,

etc.

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Stichlängenknopf auf "S" stellen.

Stichbreitenknopf zwischen "4" - "5"

einstellen. (Modell 15)

Dieser Stich kann für verschiedene

Jersey-Arten sowie für Webstoffe

verwendet werden. (1)

1 cm tief von der Stoffkante nähen und

restlichen Stoff abschneiden. (2)

Coutures, ourlets, t-shirts, lingerie, etc.

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Régler le bouton de réglage de la

longueurde point sur "S".

Régler la largeur de point entre "4" et "5"

(modèle 15).

Ce point sera utilisé sur les tissus en

jersey ainsi que ceux tissés. (1)

Coudre à 1 cm du rebord du tissu et

découper ensuite le tissu qui dépasse. (2)

Wabenstich

Wafelsteek

Voor naden, zomen, T-shirts, ondergoed,

enz.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Stel de steeklengte op "S" in.

Stel de steekbreedte tussen "4" - "5" in.

(model 15)

Deze steek kan voor verschillende

soorten jersey en voor geweven stoffen

worden gebruikt (1).

Naai 1 cm langs de stofrand en snij de

resterende stof af (2).

Point nid d'abeille

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör

Ziereffekte, Kissen, Tischdecken, etc.

Maschine wie abgebildet einstellen.

Verschiedene Stiche eignen sich zum

Einnähen von Kordel, z.B. Zickzack,

Dreifach-Zickzack, Dekorstiche.

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Stichlängenknopf zwischen "1" - "4"

einstellen.

Stichbreitenknopf zwischen "3" - "5"

einstellen. (Modell 15)

Die Kordel unter die Feder des

Kordelfusses führen. Die Kordel sollte in

der Rille laufen.

Eine, zwei oder drei Kordeln können

eingenäht werden. Die Stichbreite je

nach der Anzahl der Kordeln und dem

gewählten Stich einstellen. (1/2)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pied-de-biche en option.

Effets décoratifs, coussins, nappes, etc.

Régler la machine comme illustré. Certains

points comme le zigzag, zigzag triple, les

points décoratifs, se prêtent particulièrement

à la couture de ls et cordonnets.

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Régler bouton de réglage de la longueur

de point entre "1" et "4".

Régler la largeur de point entre "3" et "5"

(modèle 15).

Guider le l sous la tige du pied pour

cordon. Le l doit être glissé dans la

rainure. Coudre un, deux ou trois ls.

Régler la largeur de point selon le nombre

de ls et le point choisi. (1/2)

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Kordelfuss Koordvoet

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

Voor decoratieve effecten, kussens,

tafellakens, enz.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Verschillende steken zijn geschikt om

een koord in te naaien, bijv. zigzag,

drievoudige zigzag, decoratieve steken.

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Stel de steeklengte tussen "1" - "4" in.

Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in.

(model 15)

Leg het koord onder de veer van de

koordvoet. Het koord moet in de gleuf

lopen. Er kunnen één, twee of drie

koorden worden vastgenaaid. Stel de

steekbreedte overeenkomstig het aantal

koorden en de gekozen steek in (afb. 1/2).

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Pied pour cordon

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stopfplatte einsetzen. (1)

Nähfusshalter entfernen. (2) (siehe S. 27)

Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

Stichlängenknopf auf "0" stellen.

Stopffuss an der Nähfussstange

befestigen. Der Hebel (A) soll sich hinter

der Nadelhalterschraube benden (B).

Stopffuss mit dem Zeigenger kräftig

von hinten andrücken und Schraube (C)

festziehen. (3)

Zuerst das Loch am Rand umnähen (um

Fäden zu sichern). (4) Erste Reihe: Immer

von links nach rechts arbeiten. Arbeit ein

Viertel drehen und übernähen.

Ein Stopfrahmen für leichteres Nähen und

besseres Ergebnis wird empfohlen.

Für Normales Nähen Stopfplatte

entfernen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pied-de-biche en option.

Régler la machine comme illustré.

Placer la plaque de reprisage. (1)

Retirer le pied (2). (voir page 27)

Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

Régler le bouton de réglage de la longueur

de point sur "0".

Fixer le pied pour reprisage sur la tige.

Le levier (A) doit se trouver derrière la vis

du support d'aiguille (B). Pousser depuis

l'arrière le pied avec l'index et visser (C).

(3)

Coudre tout d'abord le tour du trou

(pour arrêter les ls). (4) Première ligne:

travailler toujours de gauche à droite.

Tourner l'ouvrage d'un quart et coudre

par-dessus.

Il est recommandé d'utiliser un cadre

pour reprisage qui permettra d'obtenir de

meilleurs résultats.

Retirer la plaque de reprisage pour les

travaux de couture courants.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Freihandstopfen Stoppen uit de vrije hand

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld. (1)

Verwijder de naaivoethouder (2). (zie blz. 27)

Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

Stel de steeklengte op "0" in.

Bevestig de stopvoet aan de naaivoetstang.

De hendel (A) moet achter de

naaldhouderschroef zitten (B). Druk de

stopvoet met de wijsvinger van achteren

goed aan en draai de schroef (C) vast (3).

Naai eerst om de rand van het gat (om de

draden af te hechten) (4). Eerste rij: werk

altijd van links naar rechts. Draai het werk

1/4 slag en naai nogmaals over het gat.

Het is raadzaam een stopring te gebruiken.

Dit vergemakkelijkt het naaiwerk en zorgt

voor een mooier resultaat.

Verwijder de stopplaat bij normale

naaiwerk zaamheden.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Reprisage à mains libres

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör

Maschine wie abgebildet einstellen.

Hebel für Transporteur nach rechts

schieben, um Transporteur zu versenken. (1)

Nähfusshalter entfernen. (2) (siehe S. 27)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Stichlängenknopf auf "0" stellen.

Stichbreitenknopf auf "0" stellen.

Stopffuss an der Nähfussstange befestigen.

Der Hebel (A) soll sich hinter der

Nadelhalterschraube benden (B). Stopffuss

mit dem Zeigenger kräftig von hinten

andrücken und Schraube (C) festziehen. (3)

Zuerst das Loch am Rand umnähen (um

Fäden zu sichern). (4) Erste Reihe: Immer

von links nach rechts arbeiten. Arbeit ein

Viertel drehen und übernähen.

Ein Stopfrahmen für leichteres Nähen und

besseres Ergebnis wird empfohlen.

Hebel für Transporteur für normalen

Gebrauch nach links schieben.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Pied-de-biche en option.

Régler la machine comme illustré.

Déplacer vers la droite le levier de la griffe

d'entraînement pour abaisser la griffe. (1)

Retirer le pied. (2) (voir page 27)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Régler le bouton de réglage de la longueur

de point sur "0".

Régler le bouton de réglage de la largeur

de point sur "0".

Fixer le pied pour reprisage sur la tige.

Le levier (A) doit se trouver derrière la vis

du support d'aiguille (B). Pousser depuis

l'arrière le pied avec l'index et visser (C). (3)

Coudre tout d'abord le tour du trou

(pour arrêter les ls). (4) Première ligne:

travailler toujours de gauche à droite.

Tourner l'ouvrage d'un quart et coudre

par-dessus.

Il est recommandé d'utiliser un cadre

pour reprisage qui permettra d'obtenir de

meilleurs résultats.

Déplacer vers la gauche le levier de la

griffed'entraînement.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

longueur du point.

Freihandstopfen

Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Schuif de transporteurhendel naar rechts om

de transporteur omlaag te zetten (1).

Verwijder de naaivoethouder (2). (zie blz.27)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Stel de steeklengte op "0" in.

Stel de steekbreedte op "0" in.

Bevestig de stopvoet aan de naaivoetstang.

De hendel (A) moet achter de

naaldhouderschroef zitten (B). Druk de

stopvoet met de wijsvinger van achteren goed

aan en draai de schroef (C) vast (3).

Naai eerst om de rand van het gat (om de

draden af te hechten) (4). Eerste rij: werk altijd

van links naar rechts. Draai het werk 1/4 slag

en naai nogmaals over het gat.

Het is raadzaam een stopring te gebruiken.

Dit vergemakkelijkt het naaiwerk en zorgt

voor een mooier resultaat.

Schuif de transporteurhendel voor normaal

naaiwerk naar links.

Attentie!

Bij het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Stoppen uit de vrije hand

Reprisage à mains libres

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf je

nach Stoff einstellen.

Stichlängenknopf zwischen "1" – "2"

einstellen.

Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5"

einstellen. (Modell 15)

schelsaum (1)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Zierkanten.

Geeignet für Kanten von Voile, feinen und

elastischen Stoffen. Der grössere Stich sollte

knapp ausserhalb der Stoffkante einstechen,

um den Muscheleffekt zu erhalten.

räuselstich (2)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für ache Verbindungsnähte, Gummiband

annähen, Sichtsäume.

Dieser Stich kann für feste und dicke Stoffe

verwendet werden.

iversalstich (3)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für Nähte, Tischsets, Tichtücher.

Dekorative Verbindungsnähte für einen

gebündelten Effekt. Garn oder Gummifaden

einziehen.

stonstich (4)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Als zierlicher Kantenabschluss entlang der

Stoffkante

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton de réglage de la largeur

et de la longueur de point selon le genre du

tissu.

Régler bouton de réglage de la longueur de

point entre "1" et "2".

Régler la largeur de point entre "3" et "5"

(modèle 15).

rlet coquille (1)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Rebords décoratifs.

Pour les rebords de voilages, tissus ns

et élastiques. Le point allongé doit piquer

à peine hors du rebord pour obtenir l'effet

coquille recherché.

Point de fronce (2)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour des coutures de rapport plates, la

couture de rubans élastiques, les ourlets.

Ce point peut être utilisé sur les tissus épais

et rigides.

Point universel (3)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour les coutures, les sets de table, les nappes.

Couture de rapport décorative. Pour de jolis

effets ajouter encore un l, une ganse ou un

l élastique.

Point de feston (4)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour tous les rebords décoratifs le long d'un

rebord de tissu.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

longueur du point.

Nutzstiche

Nuttige steken

Stel de naaimachine zoals afgebeeld in.

Stel de steekbreedte en steeklengte

afhankelijk van de stof in.

Stel de steeklengte tussen "1" - "2" in.

Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in.

(model 15)

Schelpsteek (1)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Sierranden:

Geschikt voor randen aan voile, jne en

rekbare stoffen. De grootste steek moet

net buiten de stofrand vallen, zodat het

schelp-effect ontstaat.

Rimpelsteek (2)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor platte verbindingsnaden, elastiek

aanzetten, zichtbare zomen.

Deze steek kan voor stevige en dikke

stoffen worden gebruikt.

Universele steek (3)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor naden, placemats, tafellakens.

Decoratieve verbindingsnaad voor een

compact effect. Naai een koordje of

elastiek mee.

Festonsteek (4)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Als jne, decoratieve afwerking van een

rand.

Attentie!

Bij het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Points utilitaires

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Dekorstiche

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf

je nach Stoff einstellen.

Stichlängenknopf zwischen "0.5" – "1"

einstellen..

Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5"

einstellen.

Für Randabschlüsse, Tischtücher,

Leintücher, Manschetten, Zierstiche. Für

einen schönen, dekorativen Effekt stellt

man die Stichbreite auf Maximum. Die

Verwendung von Stickfaden verschönert

das Ergebnis.

ereckstich (1)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für alle Stoffe und Arbeiten.

Dekorstiche (2)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für alle Stoffe und Arbeiten.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld

in. Stel de steekbreedte en steeklengte

afhankelijk van de stof in.

Stel de steeklengte tussen "0.5" - "1" in.

Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in.

Voor randafwerking, lakens, manchetten,

decoratieve steken. Als de maximale

steekbreedte wordt ingesteld, krijgt u een

mooi, decoratief resultaat. Borduurgaren

geeft het geheel ook een bijzonder

decoratief effect.

oksteek (1)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor alle stoffen en werkzaamheden.

coratieve steken (2)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor alle stoffen en werkzaamheden.

Decoratieve steken

Points décoratifs

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton de réglage de la largeur

et de la longueur de point selon le genre

du tissu.

Régler le bouton de la longueur de

pointentre "0.5" et "1".

Régler la largeur de point entre "3" et "5".

Pour des nitions de bordures, torchons,

nappes et serviettes en lin, manchettes,

points décoratifs.

On augmentera au maximum la largeur

de point et on utilisera des ls décoratifs

pour obtenir un plus joli effet.

int carré (1)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour tous les tissus et travaux

Points décoratifs (2)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour tous les tissus et travaux

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

101

- Stichlängenknopf auf gewünschte

Länge einstellen.

- Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

- Mittlere Nadelposition.

- Den zu stopfenden Stoff zusammen mit

dem Unterlagenstoff unter den Nähfuss

legen.

- Nähfuss senken und

abwechslungsweise vor- oder rückwärts

nähen, dabei die Rückwertsnähtaste

verwenden.

- D

iese Bewegungen wiederholen, bis

die zu stopfende Fläche mit Stichreihen

gefüllt ist.

Rückwärtsnähen siehe Seite 43, Abb. "A".

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S"

Stopfen

Stoppen

- Stel de steeklengte op de gewenste

lengte in.

- Z

et de steekkeuzeknop op " " of " ".

Kies de middelste naaldstand.

- Leg de stof die gestopt moet worden

samen met de onderlaag onder de

naaivoet.

et de naaivoet omlaag en naai

afwisselend vooruit en achteruit, gebruik

hierbij de achteruitnaaitoets.

- H

erhaal deze bewegingen tot het

gedeelte dat gestopt moet worden met

rijen van steken is bedekt.

Achteruitnaaien zie blz. 43, afb. "A".

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

- Régler le bouton de réglage de la

longueur de point à la longueur voulue.

- Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

- Glisser sous le pied le tissu à repriser

avecl a garniture de renfort.

- Abaisser le pied et coudre d'avant en

arrière (utiliser la touche de marche

arrière).

- Répéter ces mouvements jusqu'à

ce que la surface endommagée soit

remplie.

Touche de marche arrière, consultez la

page 43, ill. A.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

Reprisage

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

103

- Régler le bouton de réglage de la

longueur de point à la longueur voulue.

- Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

- Plier le rebord (env. 6 mm).

- Poser la dentelle sous le rebord replié,

elle doit légèrement reposer sous le

tissu ou lacouture décorative.

- Coudre sur le rebord du tissu.

- Pour obtenir un effet encore plus

décoratif, coudre cette dentelle au point

satin.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

- Stichlängenknopf auf gewünschte

Länge einstellen.

- S

tichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

- Mittlere Nadelposition.

- Stoffkante falten (ca. 6 mm).

- Spitze so unter die gefaltete

Stoffkantelegen, dass sie ein wenig

unter den Stoff zu liegen kommt, je nach

Bedarf des Spitzenmusters.

- Auf der Stoffkante nähen.

- Als zusätzlicher Ziereffekt kann eine

Raupennaht zum Einnähen der Spitze

verwendet werden.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

- S

tel de steeklengte op de gewenste

lengte in.

- Z

et de steekkeuzeknop op " " of " ".

Kies de middelste naaldstand.

- Vouw de stofrand om (ca. 6 mm).

- Leg het kant onder de omgevouwen

stofrand, zodat dit een stukje onder de

stof komt te liggen, afhankelijk van het

motief in het kant.

- N

aai over de rand van de stof.

- Als extra decoratief effect kan het

kant met een kordonnaad worden

vastgenaaid.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Spitze einnähen

Kant aanzetten

Couture de dentelles

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

105

- Régler le bouton de réglage de la

longueur de point à la longueur voulue.

- Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

- Plier le rebord (env. 6 mm).

- Poser la dentelle sous le rebord replié,

elle doit légèrement reposer sous le

tissu ou lacouture décorative.

- Coudre sur le rebord du tissu.

- Pour obtenir un effet encore plus

décoratif, coudre cette dentelle au point

satin.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ngueur du point.

- Stichlängenknopf auf gewünschte

Länge einstellen.

- Stichwahlknopf auf " " oder " "

stellen.

- Applikationsmotiv ausschneiden und auf

den Stoff heften.

- Langsam die Kanten des Motivs

übernähen.

- Überschüssigen Stoff ausserhalb der

Stiche abschneiden. Darauf achten,

dass in keine Stiche geschnitten wird.

- Heftfaden entfernen.

- Ober- und Unterfaden unter der

Applikation verknoten, um das

Auftrennen zu verhindern.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Applikation Appliqueren

- Stel de steeklengte op de gewenste

lengte in.

- Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

- Stel de steekbreedte klein in.

- Knip het applicatiemotief uit en rijg het

op de stof.

- Naai langzaam over de randen van het

motief.

- Knip de overtollige stof langs de steken

af. Let erop, dat u niet in de steken knipt.

- Verwijder de rijgdraden.

- Knoop de boven- en onderdraad onder

de applicatie aan elkaar, zodat het

naaiwerk is afgehecht.

Attentie!

Bij het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Appliqué

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

NL FR

107

- Stichlängenknopf auf gewünschte Länge

einstellen.

tichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

- Mittlere Nadelposition.

- Darauf achten, dass die beiden für die

Zwillingsnadel verwendeten Fäden die

gleiche Dicke aufweisen. Eine oder zwei

Farben können verwendet werden.

Die Zwillingsnadel wie eine normale Nadel

einsetzen. Die ache Kolbenseite muss

hinten sein.

er Anweisung für das Einfädeln einer

normalen Nadel folgen. Jede Nadel

separat einfädeln.

Bitte beachten:

Beim Nähen mit der Zwillingsnadel immer

langsam nähen und darauf achten, dass die

langsame Geschwindigkeit beibehalten wird,

um die Stichqualität zu gewährleisten.

Beim Einsatz der Zwillingsnadel für

Zickzackstiche darauf achten, dass der

Stichbreitenknopf zwischen "0" und "2.5"

eingestellt ist. Die Zwillingsnadel bei

Einstellungen über "2.5" nicht verwenden.

(Modell 15)

Nur Zwillingsnadeln mit max. 2 mm

Zwischennadelabstand verwenden.

(d.h. bernette - Artikelnummer 502020.62.91)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

a. Modell 10/12

b. Modell 15

Zwillingsnadel

Tweelingnaald

- Stel de steeklengte op de gewenste lengte

in.

- Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

Kies de middelste naaldstand.

- Let erop, dat de beide draden, die voor de

tweelingnaald worden gebruikt, even dik

zijn. U kunt één of twee kleuren gebruiken.

- Z

et de tweelingnaald net als een normale

naald in de naaimachine. De platte kant

moet naar achteren wijzen.

- Volg de aanwijzingen voor het inrijgen van

een normale naald. Rijg elke naald apart

in.

Attentie:

Naai bij het gebruik van een tweelingnaald

altijd langzaam en let erop, dat deze snelheid

onveranderd blijft, zodat de steekkwaliteit

optimaal is.

Let er bij het gebruik van een tweelingnaald

voor de zigzagsteek op, dat de steekbreedte

tussen "0" en "2,5" is ingesteld. Gebruik de

tweelingnaald niet als de instelling groter

dan "2,5" is. (Model 15)

Gebruik alleen tweelingnaalden met een

maximale afstand van 2 mm tussen de

naalden (d.w.z. bernette - artikelnummer

502020.62.91).

Attentie!

Bij het model 10 staat op de steeklengteknop

geen positie "S".

a. Model 10/12

b. Model 15

Aiguille jumelée

- Régler le bouton de réglage de la longueur

de point à la longueur voulue.

égler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

- Employer deux ls identiques mais, si

souhaité, de couleur différente.

ixer l'aiguille jumelée comme une aiguille

courante. Le côté plat est tourné vers

l'arrière.

uivre les directives d'enlage pour une

aiguille courante. Enler chaque aiguille

séparément.

Remarque:

Réduire la vitesse de couture quand vous

utilisez une aiguille jumelée. Maintenir cette

tesse pendant toute la durée du travail

pour garantir un résultat parfait et une belle

qualité de point. Régler le bouton de réglage

de la largeur de point entre "0" et "2.5"

(aiguille jumelée et point zigzag). Ne jamais

iliser une aiguille jumelée avecun réglage

qui dépasse "2.5". (Modèle 15)

Utilisez exclusivement des aiguilles double

avec un intervalle de 2 mm maximale.

(

a veut dire: accessoire opcional número

502020.62.91)

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ongueur du point.

a. Modèles 10/12

b. Modèle 15

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

109

Stickrahmen erhältlich als Spezialzubehör

- Maschine wie abgebildet einstellen.

- Stichwahlknopf auf " " oder " "

stellen.

- Nähfuss und Nähfusshalter entfernen.

- Stopfplatte einsetzen. (1) (Modell 10/12)

- Hebel für Transporteur nach rechts

schieben, um Transporteur zu versenken.

(2) (Modell 15)

ähfusshebel vor dem Nähbeginn senken.

- Stichlängenknopf auf "0" stellen.

- Stichbreite gemäss der Grösse der

Buchstaben oder Muster einstellen.

Vorbereitung für Monogramm und

Sticken

ewünschte Buchstaben oder Muster auf

die Oberseite des Stoffes zeichnen.

- Stoff im Stickrahmen so straff wie möglich

einspannen.

- Stoff unter die Nadel legen. Darauf achten,

dass Nähfusstange in niedrigster Position

ist.

andrad nach vorne drehen, um den

Unterfaden durch den Stoff heraufzuholen.

Einige Vernähstiche am Anfangspunkt

nähen.

Rahmen mit beiden Händen halten und

führen.

- Für Normales Nähen Stopfplatte

entfernen. (Modell 10/12)

- Hebel für Transporteur für normalen

Gebrauch nach links schieben. (Modell 15)

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Monogramm und Sticken

mit Stickrahmen

Monogram / borduren met

het borduurraam

borduurraam als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

tel de naaimachine zoals afgebeeld in.

- Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

- Verwijder de naaivoet en naaivoethouder.

- Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld. (1)

(Model 10/12)

- S

chuif de transporteurhendel naar rechts

om de transporteur omlaag te zetten. (2)

(Model 15)

et de naaivoethendel voor naaibegin

omlaag.

- Stel de steeklengte op "0" in.

- Stel de steekbreedte overeenkomstig de

grootte van de letters of het motief in.

Voorbereiding voor monogrammen en

borduren

- Teken de gewenste letter of het motief op

de bovenkant van de stof.

- Span de stof zo strak mogelijk in het

borduurraam.

- Leg de stof onder de naald. Let erop, dat

de naaivoetstang in de laagste stand staat.

- Draai het handwiel naar voren om de

onderdraad door de stof naar boven te

halen. Naai enkele afhechtsteken bijhet

begin.

Houd het borduurraam met beide handen

vast en geleid het eveneens met beide

handen.

etirer la plaque de reprisage pour les

travaux de couture courants. (Model 10/12)

- Schuif de transporteurhendel voor normaal

naaiwerk naar links. (Model 15)

Attentie!

Bij het model 10 staat op de steeklengteknop

en positie "S".

Cadre de broderie en option·

- Régler le bouton sélecteur de point sur

" " ou " ".

- Régler la machine comme illustré.

- Retirer le pied et le support du pied-de-

biche.

- Fixer la plaque de reprisage. (1) (modèles

10/12)

- Déplacer vers la droite le levier de la griffe

d'entraînement pour abaisser la griffe. (2)

(modèle 15).

baisser le levier du pied avant de

commencer la couture.

- R

égler le bouton de réglage de la longueur

de point sur "0".

- Régler la largeur du point selon la taille de

la lettre ou du motif.

Préparation du monogramme et de

labroderie

essiner les lettres ou motifs sur l'endroit

du tissu.

- Tendre le tissu dans le cadre de broderie.

- Glisser le tissu sous l'aiguille. La barre du

pied doit se trouver dans sa position laplus

basse.

- T

ourner le volant vers soi pour aller

chercher le l de canette et le ramener àla

surface du tissu. Coudre quelquespoints

d'arrêt.

enir le cadre à deux mains et guider le

travail.

- Retirer la plaque de reprisage pour les

travaux de couture courants. (modèles

10/12).

éplacer vers la gauche le levier de la

griffe d'entraînement. (modèle 15).

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

ongueur du point.

Monogrammes et broderie

avec un cadre de broderie

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

DE NL FR

111

Maschine wie abgebildet einstellen.

Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf

je nach Stoff einstellen.

Stichlängenknopf auf 4 stellen.

Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5"

einstellen.

Quiltstich (1)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für alle Stoffe und Arbeiten.

Quiltstich (2)

Stichwahlknopf auf " " stellen.

Für alle Stoffe und Arbeiten.

Der Spulenfaden muss auf die rechte

Seite gezogen werden. Oberfaden je nach

Stoff erhöhen. Monolfaden verwenden

= Handsticheffekt. (Oberfaden) Balance,

wenn nötig einstellen.

Régler la machine comme illustré.

Régler le bouton de réglage de la largeur

et de la longueur de point selon le genre

dutissu.

Régler le bouton de réglage de la

longueurde point sur "4".

Régler la largeur de point entre "3" et "5".

Point quilt (1)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour tous les tissus et travaux.

int quilt (2)

Régler le bouton sélecteur de point sur " ".

Pour tous les tissus et travaux.

Le l de canette doit être ramené sur

l'endroit du tissu. Selon le tissu, augmenter

la tension du l supérieur. Utiliser un

monol pour obtenir un effet broderie à

lamain (l supérieur). Si nécessaire, régler

l'équilibrage.

Stel de naaimachine zoals afgebeeld

in. Stel de steekbreedte en steeklengte

afhankelijk van de stof in.

Stel de steeklengte op "4" in.

Stel de steekbreedte tussen "3" - "5".

iltsteek (1)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor alle stoffen en werkzaamheden

iltsteek (2)

Zet de steekkeuzeknop op " ".

Voor alle stoffen en werkzaamheden

De onderdraad moet naar de goede kant

van de stof worden getrokken. Verhoog

de bovendraadspanning afhankelijk

van de stof. Gebruik monolgaren =

“handgemaakt“ effect (bovendraad). Pas

de balans, indien nodig, aan.

Quiltstich Quiltsteek

Point quilt

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

DE NL FR

113

1/4" Quiltfuss erhältlich als Spezialzubehör.

- Stichlängenknopf zwischen "2" – "4"

einstellen.

- Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

- Mittlere Nadelposition.

Arbeitsweise:

Nähtiefe 1/4 inch (6 mm)

Nähgut so unter den Nähfuss legen, dass

die Stoffkanten an den Kantenanschlag

stossen. Nähte nähen, dabei den Stoff

genau entlang des Anschlags führen, damit

eine exakte Nahttiefe von 1/4 inch entsteht.

Nähtiefe 1/8 inch (3 mm)

Das Nähgut so unter den Fuss legen,

dass die Stoffkante der rechten Fuss-

Aussenkante entlang geführt wird (siehe

Pfeil). Dadurch misst die Nahttiefe genau 1/8

inch.

Die Kerben am Fussrand sind in einem

Abstand von 1/4 inch vor und hinter der

Nadel angeordnet.

Die mittlere Kerbe bendet sich auf der Höhe

der Nadeleinstichstelle. Die Markierungen

sind hilfreich, wenn Patchworknähte genau

1/4 inch innerhalb der Stoffkante beginnen

oder enden sollen.

Achtung:

Dieser Fuss darf nur mit Geradstich in der

Nadel-Mitte-Position verwendet werden.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

De quiltvoet 1/4" is als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

- Stel de steeklengte tussen "2" - "4" in.

- Zet de steekkeuzeknop op " " of " ".

- Middelste naaldstand.

Werkwijze:

Naadbreedte 1/4 inch (6 mm)

Leg het naaiwerk onder de naaivoet, zodat

de rand van de stof tegen de randgeleider

ligt. Naai de naad, laat de stof langs de

randgeleider lopen, zodat de naad precies

1/4 inch breed is.

Naadbreedte 1/8 inch (3 mm)

Leg het naaiwerk onder de naaivoet, zodat

de rechter buitenrand van de naaivoet

precies op de rand van de stof ligt (zie pijl).

De naadis dan precies 1/8 inch breed.

De inkepingen aan de rand van de naaivoet

zijn op een afstand van 1/4 inch voor en

achter de naald aangebracht. De middelste

inkeping bevindt zich daar waar de naald in

de stof steekt. De markeringen zijn een hulp

als patchworknaden exact 1/4 inch van de

stofrand moeten beginnen of eindigen.

Attentie:

Deze naaivoet mag alleen met de

rechtesteek bij de middelste naaldstand

wordengebruikt.

Attentie!

Bij het model 10 staat op de steeklengteknop

en positie "S".

Quilten

Quilten Quilt

Pied-de-biche 1/4" en option.

- Régler le bouton de réglage de la

longueurde point entre "2" et "4".

- Régler le bouton sélecteur de point sur " "

ou " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

Directives:

Profondeur de couture 1/4 de inch (6 mm)

Glisser l'ouvrage sous le pied, le rebord du

tissu doit toucher le rebord de la butée.

Coudre en guidant avec soin le tissu le long

de la butée pour obtenir une profondeur

exacte de 1/4 de inch (6 mm).

Profondeur de couture 1/8 de inch (3 mm)

Glisser l'ouvrage sous le pied, le rebord du

tissu doit toucher le rebord extérieur droitdu

pied (voir la èche). On obtiendra ainsi une

profondeur exacte de couture de 1/8 de inch (3

mm).

Les rainures gravées sur le rebord du

piedprésentent un écart de 1/4 de inch devant

et derrière l'aiguille.

La rainure du centre se situe à la hauteur de

l'emplacement de piquage de l'aiguille.

Ces repères représentent une aide précieuse

pour les coutures de patchwork qui doivent

présenter une profondeur précise de 1/4 de

inch (6 mm) au début et à la n du rebord.

Attention:

Ce pied ne doit être utilisé qu'avec le point

oit et la position de l'aiguille au milieu.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

longueur du point.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

115

Nathverdeckter

Reissverschlussfuss

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

Der Nähfuss wird für nahtverdeckte

Reissverschlüsse verwendet, die nach

dem Einnähen so durch die Naht verdeckt

werden, dass sie unsichtbar sind. Den

verdeckten Reissverschlussfuss an der

Maschine anbringen, Nadelmitte-Position

und Geradstich einstellen. Transportlänge

abhängig vom Material 1,0 - 3,0 mm. Den

geöffneten Reissverschluss verkehrt auf

der rechten Stoffseite (Bild 1) plazieren.

Die Stoffkante an der 5/8 inch Markierung

anlegen. Den Reissverschluss so

plazieren, dass die Spiralreihe unter dem

rechten Nähfussausschnitt liegt und der

Reissverschluss 1/4 inch von der oberen

Stoffkante entfernt plaziert ist.

Den Reissverschluss bis Anschlag des

Ziehers einnähen. Nähgut von der Maschine

entfernen.

Um die zweite Hälfte des Reissverschlusses

einzunähen die Stoffkante (Bild 2) an

der 5/8 inch Markierung der Stichplatte

plazieren. Die Spiralreihe unter dem linken

Nähfussausschnitt plazieren und den

Reissverschluss bis Anschlag des Ziehers

einnähen. Nähgut von der Maschine

entfernen. Den Reissverschluss schließen.

Den Stoff so falten, dass das Ende des

Reissverschlusses (Bild 2) nach rechts

absteht. Mit einer Sicherheitsnadel xieren.

Den Reissverschlussfuss durch den Normal-

Nähfuss ersetzen und so nah wie möglich

mit einem Geradstich an den Reisverschluss

herannähen und abschließend vernähen.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Ritsvoet voor onzichtbare

ritssluitingen

Deze naaivoet is als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

De naaivoet wordt voor het onzichtbaar

inzetten van ritssluitingen gebruikt. De

ritssluiting ligt onder de naad, zodat

deze onzichtbaar is. Bevestig de ritsvoet

aan de naaimachine, zet de naald in de

middelste stand en stel de rechte steek in.

De transportlengte is afhankelijk van het

materiaal 1,0 - 3,0 mm. Leg de geopende

ritssluiting verkeerd op de goede kant vande

stof (afb. 1). Leg de stofrand op de markering

5/8 inch. Leg de ritssluiting op de stof, zodat

de tandjes onder de rechter inkeping van de

ritsvoet liggen en deritssluiting 1/4 inch van

de bovenkant vande stof af ligt. Naai de rits

tot waar het lipje wordt vastgezet in de stof.

Neem het naaiwerk weg.

Om de andere kant van de rits in te zetten,

moet de stofrand (afb. 2) op de 5/8 inch

markering van de steekplaat worden gelegd.

Plaats de tandjes onder de linker inkeping

van de ritsvoet en naai de rits tot waar het

lipje wordt vastgezet in de stof. Neem het

naaiwerk weg.

Sluit de rits. Vouw de stof, zodat het einde

van de rits (afb. 2) naar rechts ligt. Fixeer het

einde met een veiligheidsspeld. Vervang de

ritsvoet door de normale naaivoet en naai

met een rechte steek zo dicht mogelijk langs

de rits. Afhechten.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Pied pour fermeture à

glissière cachée

Pied-de-biche en option.

Ce pied s'utilise pour la couture de

fermetures à glissière cachées. Fixer le pied

à la machine. Régler la position de l'aiguille

au milieu et sélectionner le point droit. La

longueur d'avancement dépendra du tissu

(de 1.0 à 3.0 mm). Placer la fermeture à

glissière ouverte retournée sur l'endroit

dutissu (ill. 1). Glisser le rebord du tissu près

du repère 5/8 de inch. La ligne dentée de

la fermeture à glissière doit reposer sous le

renfoncement droit du pied. La fermeture

doit être placée à 1/4 de inch du rebord

supérieur du tissu. Coudre la fermeture à

glissière jusqu'à la butée du coulisseau.

Retirer l'ouvrage de la machine.

Coudre la deuxième moitié de la fermeture

à glissière en plaçant le rebord du tissu

sur le repère 5/8 de inch de la plaque à

aiguille (ill. 2). Glisser la ligne dentée sous le

renfoncement gauche du pied et coudre la

fermeture jusqu'à la butée du coulisseau.

Retirer l'ouvrage de la machine. Fermer

la fermeture à glissière. Plier le tissu,

l'extrémité de la fermeture à glissière (ill.2)

doit dépasser sur la droite. Fixer avec une

épingle de sûreté. Remplacer le pied avec

un pied courant et suivre les rebords de la

fermeture à glissière au point droit. Bien

arrêter.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

long

ur du point.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

117

Kräuseln

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

- Kräuselfuss montieren.

- Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen.

- Mittlere Nadelposition.

- Stichlängenknopf zwischen "2.5" - "4"

einstellen.

- E

ine oder mehrere Steppnähte nähen.

- Für ein stärkeres Kräuseln den

Oberfaden lockern (auf ca. 2), so

dass der Unterfaden auf der unteren

Stoffseite liegt.

- U

nterfaden ziehen, um den Stoff zu

kräuseln.

Bitte beachten!

Beim Modell 10 bendet sich am

Stichlängenknopf keine Position "S".

Rimpelen

Naaivoet als speciaal accessoire

verkrijgbaar.

- B

evestig de rimpelvoet. Zet de

steekkeuzeknop op " " of " ".

- K

ies de middelste naaldstand.

- Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in.

- Stik één of verschillende naden van

rechte steken.

- A

ls de stof sterker moet worden

gerimpeld, moet de

vendraadspanning worden

verminderd (op ca. 2), zodat de

onderdraad aan de onderkant van de

stof ligt.

rek aan de onderdraad om de stof te

rimpelen.

Attentie!

j het model 10 staat op de

steeklengteknop geen positie "S".

Fronces

Pied-de-biche en option

- Fixer le pied fronceur.

- Régler le bouton sélecteur de point sur

" " óu " ".

- Positionner l'aiguille au milieu.

- Régler bouton de réglage de la longueur

de point entre "2.5" et "4".

- C

oudre une ou plusieurs lignes de

piqûre.

- Re

lâcher la tension du l supérieur

(surenv. 2) pour obtenir des fronces

importantes et ne pas faire apparaître le

l de canette sur l'endroit de l'ouvrage.

- T

irer ensuite le l inférieur pour froncer.

Attention:

Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S"

marquée sur le bouton de réglage de la

longueur du point.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

119

Obertransportfuss

Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör.

Immer zuerst versuchen, ohne

Obertransportfuss zu nähen und nur

wenn nötig verwenden.

Der als Zubehör erhältliche Obertransportfuss

gleicht den Transport des Ober- und

Unterstoffes aus und verbessert die

Abstimmung von Plaid, Streifen und Mustern.

Dieser Fuss verhindert einen

ungleichmässigen Transport bei sehr

problematischen Stoffen.

Nähfussstange heben.

2. Nähfusshalter entfernen, indem die

Schraube geöffnet wird (siehe S. 27).

Obertranportfuss wie folgt in die Maschine

einsetzen:

Nadelbefestigungsschraube muss

zwischen der Gabel sitzen. (2)

) Plastik-Befestigungskopf von links nach

rechts schieben, so dass er an der

Nähfussstange sitzt.

i) Nähfussstange senken

iv) Befestigungsschraube anziehen.

4. Darauf achten, dass Nadelbefestigungssc

hraube und Nähfussbefestigungsschraube

fest angezogen sind.

Unterfaden heraufholen und beide Fäden

hinter, unter den Obertransportfuss legen.

a G

abel

b Befestigungskopf

c Nadelstange

d Nadelbefestigungsschraube & Halter

e Nähfussbefestigungsschraube

f Nähfussstange

Boventransportvoet

Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar.

Probeer altijd eerst zonder de

boventransportvoet te naaien en gebruik

deze alleen indien dit noodzakelijk is.

De boventransportvoet is als speciaal

accessoire verkrijgbaar. Dit accessoire brengt

het transport van de boven- en onderlaag

in evenwicht en verhindert, dat moeilijk te

verwerken stoffen onregelmatig worden

getransporteerd. Met deze naaivoet kunnen

bovendien strepen, ruiten en motieven exact op

elkaar worden afgestemd.

Zet de naaivoetstang omhoog.

2. Verwijder de naaivoethouder door de

schroef (3) los te draaien (zie blz. 27).

Bevestig de boventransportvoet als volgt op

de naaimachine:

De naaldbevestigingsschroef moet onder

de vork zitten (2).

) Schuif de plastic bevestigingskop van

links naar rechts, zodat hij tegen de

naaivoetstang zit.

i) Zet de naaivoetstang naar beneden.

iv) Draai de bevestigingsschroef vast.

Let erop, dat de naaldbevestigingsschroef

en naaivoetbevestigingsschroef goed zijn

vastgedraaid.

5. Haal de onderdraad omhoog en leg beide

draden onder de boventransportvoet naar

achteren.

a Vork

b Bevestigingskap

c Naaldstang

d Naaldbevestigingsschroef en houder

e Naaivoetbevestigingsschroef

f Naaivoetstang

Pied de transport supérieur

Pied-de-biche en option.

Toujours faire une couture d'essai sans ce

pied et ne l'utiliser qu'en cas de besoin.

Ce pied de transport supérieur égalise

l'avancement du tissu supérieur et inférieur

et améliore le rapport de plaids, rayures et

motifs. Ce pied favorise l'avancement régulier

sur des tissus difciles.

Relever la barre du pied.

2. Retirer le support du pied en dévissant la

vis (3) (consulter la page 27).

Fixer le pied de transport supérieur

comme illustré:

i) La vis de xation doit se trouver

entreles branches. (2)

) Glisser de gauche à droite la tête

de xation en plastique qui doit

parfaitement se placer sur la barre du

pied.

i) Abaisser la barre du pied.

iv) Visser la vis de xation.

4. Veiller à ce que la vis de xation et celle

du pied soient parfaitement vissées.

Ramener le l de canette sur l'endroit et

diriger les deux ls vers l'arrière sous le

pied.

a B

ranche

b Bouton de xation

c Plaque à aiguille

d Vis de xation et support d'aiguille

e Vis de xation du pied

f Barre du pied

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

121

Unterhalt

Achtung:

Hauptschalter auf "O" stellen. Maschine

durch Ausziehen des Steckers vom Netz

trennen, bevor Teile montiert oder entfernt

werden oder vor dem Reinigen.

Reinigen

Stichplatte entfernen:

Nadel in höchste Position bringen. Nähtisch

entfernen und Klappdeckel vorne am Freiarm

öffnen. Beide Schrauben lösen, dann

Stichplatte entfernen. (1)

Reinigen und Ölen des Greifers:

Spulenkapsel entfernen, an geöffneter

Klappe herausziehen und sie aus dem Greifer

herausziehen. (3) Beide Greiferarmhalter (a)

nach aussen klappen. Greiferbahndeckel (b)

und Greifer (c) entfernen. Zuerst Transporteur

mit Pinsel (2) reinigen, danach mit einem

weichen Tuch Greifer (c), Greiferbahn (d)

und Greiferbahndeckel (b) reinigen. Bei

den Punkten (d) mit Nähmaschinenöl ölen

(1-2 Tropfen). Handrad drehen, bis Treiber

(e) in der linken Position ist. Greifer (c) und

Greiferbahndeckel (b) wieder einsetzen und

beide Greiferarmhalter (a) zurückklappen.

Spule, Spulenkapsel und Stichplatte wieder

einsetzen.

Hinweis:

Ist die Nadel unten, kann der Greifer nicht

erausgenommen werden.

Wichtig:

Stoff- und Fadenreste müssen regelmässig

entfernt werden. Ihre Maschine sollte

in regelmässigen Abständen von Ihrem

Fachhändler gewartet werden.

Onderhoud Maintenance

Attention:

Mettre toujours le commutateur principalsur

"O". Retirer la che d'alimentation de la

prise de courant avant de monter ouretirer

une pièce ou d'effectuer un nettoyage.

Nettoyage

Retirer la plaque à aiguille:

Relever l'aiguille dans sa position la plus

haute. Retirer la table rallonge et ouvrir le

couvercle du bras libre. Dévisser les deux

vis et retirer la plaque à aiguille. (1)

Nettoyer et lubrier le crochet:

Retirer le boîtier de canette en le sortant de

la coursière (3) et rabattre vers l'extérieur les

deux pattes de blocage (a). Retirer l'anneau

(b) et la coursière (c). Nettoyer tout d'abord

la griffe d'entraînement avec le pinceau (2),

ensuite la coursière avec un chiffon doux

(c), le crochet (d) et l'anneau (b). Lubrier

les points (d) avec de l'huile spéciale pour

machine (1 à 2 gouttes). Tourner le volant

jusqu'à ce que l'entraînement (e) se trouve à

gauche. Replacer la coursière (c) et l'anneau

(b) et rabattre les deux pattes de blocage (a).

Replacer la canette, le boîtier de canette et

la plaque à aiguille.

Remarque :

Si l'aiguille se trouve en bas, le crochet ne

peut pas être retiré.

Important:

les restes de ls et peluches de tissu doivent

être régulièrement éliminés. Votre machine

devrait également êtreré gulièrement

ntrôlée par le technicien de votre magasin

spécialisé.

Attentie:

Zet de hoofdschakelaar op "O". Trek

de stekker van de naaimachine uit het

stopcontact van het elektriciteitsnet voordat

onderdelen worden bevestigd of verwijderd

of voordat de naaimachinewordt gereinigd.

ReinigenSteekplaat verwijderen:

Zet de naald in de hoogste stand. Verwijder

het werkblad en open het klapdeksel

aan de voorkant van de vrije arm. Draai

beide schroeven los, verwijder daarna de

steekplaat (1).

Reinigen en oliën van de grijper:

Verwijder de spoelhuls door deze aan het

geopende klepje uit de grijper te trekken

(3). Klap beide grijperarmhouders (a) naar

buiten.Verwijder het grijperbaandeksel (b) en

degrijper (c). Reinig eerst de transporteur met

een kwastje (2), reinig daarna de grijper (c),

de grijperbaan (d) en het grijperbaandeksel

(b) met een zachte doek. Breng op de plaats

(d) 1-2 druppels naaimachineolie aan. Draai

aan het handwiel, tot de drijver (e) in de

linkerstand staat. Zet de grijper (c) en het

grijperbaandeksel (b) weer in de naaimachine

en klap beide grijperarmhouders (a) terug.

Bevestig spoel, spoelhuls en steekplaat.

Attentie:

Als de naald omlaagstaat, kan de grijper niet

rden verwijderd.

Belangrijk:

Stof- en draadresten moeten

regelmatigworden verwijderd. Uw

naaimachine moetregelmatig door uw

BERNINA dealerworden gecontroleerd.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

123

Unterhalt

Glühlampe wechseln

Achtung:

Hauptschalter auf "O" stellen.

Maschine durch herausziehen des

Netzstecker elektrisch vom Stromnetz

trennen. Zuerst Glühlampe herunterkühlen

lassen.

Die Abdeckung entfernen, Schraube (a)

lösen, Kopfdeckel (b) entfernen. (1)

Zum Ersetzen die Glühbirne nach unten

ziehen.

Glühbirnen nur max. 12 Volt, 5 Watt

verwenden.

Glühlampen sind im Fachgeschäft erhältlich.

Kopfdeckel montieren, Schraube festziehen.

(2)

Onderhoud

Gloeilamp verwisselen

Attentie:

Zet de hoofdschakelaar op "O".

Trek de stekker van de naaimachine uit

het stopcontact van het elektriciteitsnet.

Verwijder de afdekking (c), draai de

schroef (a) los en verwijder de bovenkap

(b) (1).

Attentie:

Laat de gloeilamp eerst afkoelen,

vervang daarna pas de gloeilamp. Om de

gloeilamp te verwijderen, moet deze naar

beneden worden getrokken (2).

Gebruik alleen gloeilampen van 12V/ 5W.

Gloeilampen zijn bij de vakhandel

verkrijgbaar. Bevestig de bovenkap, draai

de schroef vast, bevestig de afdekking.

Maintenance

Remplacement de l'ampoule

Attention:

régler le commutateur principalsur "O".

Retirer la che d'alimentation de la prise

de courant.

Retirer le couvercle, dévisser la vis (a) et

retirer le couvercle frontal (b). (1)

Attention:

laisser tout d'abord refroidir l'ampoule

ant de la retirer et de la remplacer. Tirer

l'ampoule vers le bas. (2)

N'utiliser qu'une ampoule de max. 12

volts, 5 watts.

Ces ampoules sont en vente dans les

magasins spécialisés. Monter le couvercle

frontal, visser la vis, glisser le couvercle

dans sa place habituelle.

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Storingen opheffen

Storing

Bovendraad

breekt

Steekfouten

Naaldbreuk

Losse steken

De nadentrekken

of destof rimpeltt

Steken en

transport zijn

onregelmatig

Naaimachine is

te luidruchtig

Naaimachine is

geblokkeerd

De naaimachine

naait achteruit

Oorzaak

. De naaimachine is niet correct ingeregen

2. De draadspanning is te hoog

3. Het garen is te dik voor de naald

4. De naald is niet correct ingezet

5. Het garen is om de garenklospen gewikkeld

6. De naald is beschadigd

1. De naald is niet correct ingezet

2. De naald is beschadigd

3. Er werd een verkeerde naalddikte gebruikt

4. De naaivoet is niet correct bevestigd

1. De naald is beschadigd

2. De naaivoet is niet correct bevestigd

3. Verkeerde naalddikte voor de stof

4. Verkeerde naaivoet bevestigd

1. De naaimachine is niet correct ingeregen

2. De spoelhuls is niet correct ingeregen

3. Verhouding naald/garen/stof onjuist

4. Verkeerde draadspanning

1. De naald is te dik voor de stof

2. De steeklengte is verkeerd ingesteld

3. De draadspanning is te hoog

1. Slechte garenkwaliteit

2. De spoelhuls is verkeerd ingeregen

3. Er werd aan de stof getrokken

1. De naaimachine moet worden geolied

2. Stof of olie aan de grijper of naaldstang

3. Olie is van slechte kwaliteit

4. De naald is beschadigd

1. Garen zit klem in de grijper

1. De naaimachine naait achteruit

Oplossing

1. Rijg de naaimachine opnieuw in

2. Verminder de draadspanning (kleiner getal)

3. Gebruik een dikkere naald

4. Verwijder de naald en zet hem opnieuw in (platte kant naar achteren)

5. Verwijder het garen en wikkel dit op een spoel

6. Vervang de naald

1. Verwijder de naald en zet hem opnieuw in (platte kant naar achteren)

2. Zet een nieuwe naald in

3. Pas de naald aan het garen en de stof aan

4. Controleer de naaivoet en bevestig hem opnieuw

1. Zet een nieuwe naald in

2. Zet de naald correct in (platte kant naar achteren)

3. Pas de naald aan het garen en de stof aan

4. Kies de juiste naaivoet

1. Controleer het inrijgverloop

2. Rijg de spoelhuls zoals afgebeeld in

3. De naald moet aan de stof en het garen worden aangepast

4. Corrigeer de draadspanning

1. Gebruik een dunnere naald

2. Stel de steeklengte opnieuw in

3. Verminder de draadspanning

1. Gebruik een betere kwaliteit garen

2. Verwijder de spoelhuls, rijg hem opnieuw in en bevestig hem opnieuw

3. Trek tijdens het naaien nooit aan de stof, maar laat deze door de

naaimachine transporteren

Olie de naaimachine zoals beschreven

2. Reinig de grijper en transporteur zoals beschreven

3. Gebruik uitsluitend naaimachineolie van uitstekende kwaliteit

4. Vervang de naald

1. Verwijder de bovendraad en spoelhuls, draai het handwiel met de handnaar

achteren en naar voren en verwijder de draadresten. Olie de naaimachine

zoals beschreven.

1. Draai de steekkeuzeknop tot het volgende arrêteerpunt.

126

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

130

Stoppen uit de vrije

hand 93, 95

Stopplaat 45

Storingen opheffen 126

Steekoverzicht

Transporteur

laagzetten 47

Tweelingnaald 107

Tweetraps-

aivoethendel 25

felsteek 89

Zigzagsteek 65, 67

Zoomvoet 83

Trefwoordenregister

Onderdraad inrijgen 39

Onderdraad

hooghalen 41

Onderdraad opspoelen 29

Onderhoud 121, 123

Overlocksteek 71

Overzicht 15

ilten 113

Quiltsteek 111

Rechte steek en

aldpositie 61, 63

Rimpelen 117

Rits inzetten en

ezen naaien 81

Ritsvoet voor onzichtbare

tssluitingen 115

elheidsbeperking 55

Spoel inzetten 31

Start-stop-toets 55

Steekbalans instellen 49

Steekkeuze 55, 87

Stoppen 101

nschuifwerkblad 21

Accessoires 17, 19

Appliqueren 105

Automatische

aldinrijger 37

Belangrijke

iligheidsvoorschriften 5, 6

Blindzoom/Lingeriesteek 69

Bovendraad inrijgen 35

Bovendraadspanning 39

Boventransportvoet 119

coratieve steken 99

Drievoudige zigzagsteek 85

rtelijk gefeliciteerd 12

Kant aanzetten 103

Knoopsgaten naaien 77, 79

Knopen aanzetten 73, 75

Koordvoet 91

La m

et korte handleiding 25

Monogram/borduren

t het borduurraam 109

Naaimachine op het

elektriciteitsnet

nsluiten 23

Naaivoetdruk instellen 25

Naaivoethouder

vestigen 27

Naald boven/onder 55

Naald inzetten 43

Naald-, stof- en

rentabel 52

Naden xeren 43

Nuttige steken 97

502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR

Pagina laadt ...

Documenttranscriptie

DE NL Aanwijzing: Deze handleiding beschrijft drie verschillende bernette modellen. Linksboven op elke bladzijde staat het model aangegeven waarop de betreffende bladzijde betrekking heeft. Attentie: Deze naaimachine is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd. Indien de naaimachine zeer intenstief of voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, dient deze zeer regelmatig en zorgvuldig gereinigd en onderhouden te worden. Slijtageverschijnselen door intensief of commercieel gebruik zijn, ook als de garantie nog niet is verlopen, niet automatisch in de garantieregeling ingesloten. Dit beslist per geval een geautoriseerde BERNINA dealer. DE FR Remarque: Ces directives englobent un descriptif des trois modèles "bernette". Le modèle évoqué ressort en haut à gauche. Attention: Cette machine à coudre est destinée exclusivement à l'usage domestique. Un usage industriel ou intensif exige des soins particuliers et un nettoyage fréquent. Les signes d'usure provoqués par un usage industriel ou intensif ne sont pas automatiquement couverts même durant la période de garantie. Cette décision sera prise par le service sur site après observation. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR NL BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DE GEVAAR - Om het risico van een elektrische schok tevermijden: 1. Laat de naaimachine nooit onbeheerd staan, zolang deze nog op het elektriciteitsnet is aangesloten. 2. Trek na gebruik en voordat u de naaimachine reinigt altijd de stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet. 3. Trek voor het verwisselen van het gloeilampje altijd de stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet. Gebruik alleen gloeilampjes van hetzelfde type, d.w.z. 12V/ 5Watt (bij 220-240V). WAARSCHUWING - Om het risico van verbrandingen, brand, elektrische schok of verwondingen vanpersonen te vermijden: 1. Personen (inclusief kinderen) die naar aanleiding van hun physische, sensorische of psychische bekwaamheid, onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn de naaimachine veilig te gebruiken, mogen deze niet zonder toezicht of anders alleen onder aanwijzing van een verantwoordelijke persoon bedienen. 2. Laat niet toe, dat de naaimachine als speelgoed wordtgebruikt. Voorzichtigheid is vooral vereist, wanneer de naaimachine door of in de nabijheid van kinderen wordt gebruikt. 3. Gebruik de naaimachine alleen voor de in de handleiding beschreven doeleinden. Gebruik alleen toebehoren, dat doorde producent wordt aanbevolen. 4. Laat de naaimachine nooit onbeheerd in de buurt van kinderen staan. Laat niet toe, dat kinderen de naaimachine als speelgoed gebruiken. 5. Gebruik de naaimachine niet als de kabel of stekker is beschadigd, als de naaimachine niet storingvrij naait, als deze gevallen of beschadigd is, als deze met water in aanraking is gekomen. Laat uw naaimachine in dit geval door een geautoriseerde specialist controleren, repareren of opnieuw instellen (elektrisch of mechanisch). 6. Let erop, dat de ventilatie-openingen tijdens het gebruik van de naaimachine en het pedaal nooit geblokkeerd zijn. Verwijder pluisjes, stof- en draadresten regelmatig uit de openingen. 7. Houd uw vingers op voldoende afstand van alle bewegende delen. Let vooral op de naald. 8. Gebruik altijd originele steekplaten. Een verkeerde steekplaat kan veroorzaken, dat de naald breekt. 9. Gebruik geen kromme naalden. 10. Duw niet tegen en trek nooit aan de stof tijdens het naaien. Dit kan veroorzaken, dat de naald breekt. 11. Zet voor alle handelingen binnen het bereik van de naald, bijv. inrijgen, vervangen van de naald, onderdraad inrijgen of naaivoet verwisselen, de hoofdschakelaar altijd op "O". 12. Trek de netstekker altijd uit het stopcontact als de kap van de naaimachine wordt verwijderd, als de naaimachine word tgeolied of bij andere in de handleiding vermelde onderhoudswerkzaamheden. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dienen de gebruike lijkeen navolgende veiligheidsvoorschriften altijd in acht te worden genomen. Lees voor het gebruik van deze naaimachine alle veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door. Bewaar de handleiding op een geschikte plaats in de buurt van het apparaat. Indien u dit apparaat aan derden overhandigd, gelieve de handleiding eveneens bij te sluiten. NL 13. Steek geen voorwerpen in de openingen van de naaimachine en zorg ervoor, dat er geen voorwerpen in de openingen vallen. 14. Gebruik de naaimachine nooit buiten. 15. Gebruik de naaimachine niet in ruimtes waar aërosolproducten (sprays) worden gebruikt. 16. Schakel de naaimachine uit door de hoofdschakelaar op "O" te zetten en de stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet te trekken. 17. Trek bij het uitschakelen altijd aan de stekker, nooit aan dekabel. 18. Als de kabel is beschadigd, moet deze door uw BERNINA dealer worden vervangen om schade te vermijden. 19. Zet nooit iets op het pedaal. 20. Deze naaimachine is dubbel geïsoleerd. Gebruik a.u.b. alleen originele onderdelen. Raadpleeg altijd de aanwijzingen voor het onderhoud van dubbel geïsoleerde producten. ONDERHOUD DUBBELGEISOLEERDE PRODUCTEN BEWAAR DEZE HANDLEIDING ZORGVULDIG Deze naaimachine is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Milieubescherming BERNINA streeft ernaar de beste voorzieningen ter bescherming van het milieu te treffen en de schade aan het betrekking tot onze producten zo gering nnmogelijk te houden. Wij dragen derhave uiterste zorg voor het verbeteren en veraardigen van producten onder dit aspect. Gooi elektrische apparaten nooit met het normale huishoudafval weg, maar breng deze naar een officieel afvaldepot van uw gemeente. Uw gemeente geeft u informatie waar zich dergelijke afvaldepots bevinden. Indien elektrische apparaten ongecontroleerd worden weggegooid, kunnen tijdens de verwering gevaarlijke stoffen in het grondwater en zodoende ook in de voedselketen geraken, waardoor de flora en fauna eventueel gedurende vele jaren worden vergiftigd. Als u uw naaimachine door een nieuw apparaat vervangt, is de verkoper wettelijk verplicht, de oude naaimachine gratis terug te nemen en deze bij een officieel afvaldepot af te geven. Het onderhoud van een dubbel geïsoleerd product vereist grote zorgvuldigheid en bekwaamheid en mag daarom alleen door een gekwalificeerde monteur worden uitgevoerd. Een dubbel geïsoleerd product is van twee isoleereenheden, i.p.v. een aarding, voorzien. Een dubbel geïsoleerd product bevat geen aardingsmiddel. Dit middel dient ook niet te worden gebruikt. Het onderhoud van een dubbel geïsoleerd product vereist grote zorgvuldigheid en een uitstekende kennis van het systeem en dient derhalve alleen door vakkundig personeel te worden uitgevoerd. Voor service en reparaties mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt. Een dubbel geïsoleerd product is op de volgende wijze gekenmerkt: "dubbele isolatie" of "dubbel geïsoleerd". Het symbool kan eveneens aangeven, dat een product dubbel geïsoleerd is. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR All rights reserved For technical and product improvement reasons, the sewing computer's features, parts and accessory are subject to unannounced changes and alterations at any time. The accessory included can differ from country to country. DE DE Alle Rechte vorbehalten Aus technischen Gründen, zwecks Verbesserung des Produktes können Änderungen bezüglich der Ausstattung des Nähcomputers oder des Zubehörs ohne Vorankündigung jederzeit vorgenommen werden. Das Zubehör kann ebenso länderspezifisch verändert sein. DE NL Alle rechten voorbehouden Om technische redenen en ten behoeve van verbeteringen aan het product kunnen wijzigingen m.b.t. de uitrusting van de naaicomputer of van de accessoires te allen tijde zonder vooraankondiging worden aangebracht. De accessoires kunnen eveneens, afhankelijk van het land, variëren. DE FR Sous réserve légale Afin de servir notre clientèle au mieux de nos compétences, nous nous réservons le droit d'apporter des améliorations au produit, à son équipement et ses accessoires sans avertissement préalable. Les accessoires peuvent être modifiés selon les pays. DE EN 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR EN Congratulations As the owner of a new sewing machine, you will enjoy precision quality stitching on all types of fabrics, from multiple layers of denim to delicate silks. Your sewing machine offers the ultimate in simplicity and ease of operation. For your safety and to fully enjoy the many advantages and ease of operation of your sewing machine, we recommend that you read all the important safeguards and use and care instructions in this instruction book. 12 May we suggest that before you start to use your sewing machine, you discover the many features and advantages by going through this instruction book, step by step, while seated at your sewing machine. DE Herzliche Gratulation Als BesitzerIn einer neuen Nähmaschine werden Sie am Nähen mit Präzisionsqualität von verschiedenartigen Stoffen Freude haben - von mehr -lagigem Jeansstoff bis zu kostbaren Seidenstoffen. Ihre Nähmaschine bietet das Höchste an Einfachheit und einfacher Anwendung. Zu Ihrer Sicherheit und um an den vielen Vorteilen und der leichten Anwendung Ihrer Nähmaschine die grösste Freude zu haben, empfehlen wir Ihnen, alle wichtigen Sicherheitshinweise, Anwendungen und Wartung in dieser Bedienungsanleitung zu lesen. Dürfen wir vorschlagen, dass Sie vor dem ersten Anwenden Ihrer Nähmaschine die vielen Eigenschaften und Vorteile entdecken. Dabei gehen Sie diese Bedienungsanleitung Schritt um Schritt durch, während Sie an Ihrer Nähmaschine sitzen. NL Hartelijk gefeliciteerd Precisie en een uitstekende kwaliteit zijn de kenmerken van uw nieuwe naaimachine.Het verwerken van verschillende lagen denim of kostbare zijde zal een puur genoegen zijn. Uw naaimachine is eenvoudig te bedienen. Voor uw persoonlijke veiligheid en om de vele voordelen en het gemakkelijke gebruik van uw naaimachine te leren kennen, adviseren wij, alle in deze handleiding beschreven belangrijke veiligheidsvoorschriften, aanwendingsmogelijkheden en onderhoudsinstructies zorgvuldig door te lezen. Verder is het raadzaam om, voordat u met uw eerste naaiproject begint, de vele eigenschappen en mogelijkheden van uw naaimachine te ontdekken. Hiervoor werkt u de handleiding het beste stap voor stap samen met uw naaimachine door. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR FR Félicitations! Vous venez d'acquérir une machine à coudre de grande classe dans la fameuse qualité et précision de point de BERNINA! Des tissus fins et fragiles comme la soie aux tissus robustes tels que les jeans ou la toile de voile, elle relève tous les défis! Conviviale, votre machine vous accompagnera fidèlement dans tous vos travaux de couture. Pour votre sécurité, nous vous conseillons de lire attentivement les prescriptions de sécurité avant de commencer votre travail. Lisez également scrupuleusement les directivesd'emp loi et de maintenance pour profiter pleinement de tous les avantages de votre machine. Découvrez progressivement toutes les applications et caractéristiques de votre nouvelle machine. Asseyezvous devant votre machine et suivez pas à pas les directives d'emploi. NL 1. Oberfadenführung 2. Nähfussdruck 3. Vorspannung 4. Fadenhebel 5. Fadenspannungs-Verstellknopf 6. Rückwärtsnähtaste 7. Fadenabschneider 8. Nähfuss 9. Stichplatte 10. Nähtisch und Zubehörbox 11. Garnrollenstift 12. Loch für zweiten Garnrollenstift 13. Spuler 14. Spulenstopper 15. Stichlängenknopf 16. Stichbreitenknopf (nur Modell 15) 17. Stichanzeige 18. Nadeleinfädler 19. Handrad 20. Stichwahlknopf 21. Stichmuster-Balance (nur Modell 15) 22. Hauptschalter 23. Anschluss für Netzkabel 24. Traggriff 25. Nähfusshebel Overzicht 1. Bovendraadgeleiding 2. Naaivoetdruk 3. Voorspanning 4. Draadhendel 5. Draadspanningsknop 6. Achteruitnaaitoets 7. Draadafsnijder 8. Naaivoet 9. Steekplaat 10. Naaitafel en accessoirebox 11. Garenklospen 12. Opening voor tweede garenklospen 13. Garenwinder 14. Spoelstopper 15. Steeklengteknop 16. Steekbreedteknop (model 15) 17. Motiefdisplay 18. Naaldinrijger 19. Handwiel 20. Steekkeuzeknop 21. Steekbalans (model 15) 22. Hoofdschakelaar 23. Stopcontact voor netkabel 24. Handvat 25. Naaivoethendel FR Aperçu 1. Guide fil 2. Pression du pied-de-biche 3. Prétension de la canette 4. Levier du fil 5. Bouton sélecteur de tension du fil 6. Bouton de couture en marche arrière 7. Enfile aiguille 8. Pied-de-biche 9. Plaque à aiguille 10. Table rallonge et coffret d'accessoires 11. Tige support de bobine 12. Fente pour une deuxième tige support de bobine 13. Arrêt de la bobine 14. Dévidoir 15. Bouton de réglage de la longueur du point 16. Bouton de réglage de la largeur du point (seulement modèle 15) 17. Fenêtre d'affichage du motif 18. Enfile-aiguille 19. Volant à main 20. Bouton sélecteur des points 21. Equilibrage du motif du point (seulement modèle 15) 22. Commutateur principal 23. Raccordement du câble 24. Poignée 25. Levier de pied-de-biche 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 15 DE Übersicht NL Accessoires FR Accessoires Standaardaccessoires 1. Universele naaivoet (J) 2. Ritsvoet (I)** 3. Knoop-aanzetvoet 4. Knoopsgatvoet (B) 5. Naaldenset (3x) 6. L-schroevendraaier 7. Oliespuitje 8. Tornmesje / kwastje 9. Spoeltjes (3x) 10. Randgeleider 11. Tweede garenkloshouder 12. Garenkloshouder 13. Plaatje van vilt voor garenkloshouder 14. Stopplaat Accessoires standards 1. Pied universel (J) 2. Pied pour fermeture à glissière (I)** 3. Pied pour boutons 4. Pied pour boutonnière (B) 5. Jeu d'aiguilles (3x) 6. Tournevis en L 7. Flacon d'huile pour lubrification 8. Découd-vite et pinceau 9. Canettes (3x) 10. Guide 11. Deuxième tige support de bobine 12. Support de bobine 13. Deuxième tige support de bobine 14. Plaque de reprisage Sonderzubehör * 15. Stickfuss 16. Overlockfuss (G) 17. Säumerfuss 18. Blindstichfuss (L) 19. Kordelfuss 20. Verdeckter Reissverschlussfuss 21. ¼" Quiltfuss 22. Stopf- / Stickfuss 23. Obertransportfuss 24. Zwillingsnadel 25. Stickfuss (transparent) Speciale accessoires * 15. Borduurvoet 16. Overlockvoet (G) 17. Zoomvoet 18. Blindzoomvoet (L) 19. Koordvoet 20. Ritsvoet voor onzichtbare ritssluitingen 21. Quiltvoet 1/4” 22. Stop-/borduurvoet 23. Boventransportvoet 24. Tweelingnaald 25. Borduurvoet (transparant) Accessoires spéciaux * 15. Pied pour la broderie 16. Pied pour surjet (G) 17. Pied ourleur 18. Pied pour points invisibles (L) 19. Pied pour cordon 20. Pied pour fermeture à glissière cachée 21. Pied pour quilt ¼" 22. Pied pour reprisage / broderie 23. Pied de transport supérieur 24. Aiguille jumelée 25. Pied pour la broderie (transparent) * Sonderzubehör wird nicht mit der Maschine mitgeliert, sondern muss separat gekauft werden. ** Sonderzubehör für bernette 10 * Speciale accessoires worden niet standaard bij de naaimachine geleverd, maar kunnen apart tegen meerprijs worden gekocht. ** Speciale accessoires voor de bernette 10 * Les accessoires spéciaux ne sont pas livrés avec la machine et doivent être achetés séparément. ** Accessories spécifiques pour la bernette 10 Standardzubehör 1. Allzweckfuss (J) 2. Reissverschlussfuss (I)** 3. Knopfannähfuss 4. Knopflochfuss (B) 5. Nadelsatz (3x) 6. L-Schraubenzieher 7. Ölkännchen 8. Pfeiltrenner / Pinsel 9. Spulen (3x) 10. Kantenlineal 11. Zweiter Garnrollenstift 12. Garnrollenhalter 13. Garnrollenunterlagsfilz 14. Stopfplatte 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 17 DE Zubehör NL Accessoires FR Accessoires Standardzubehör 1. Allzweckfuss (J) 2. Reissverschlussfuss (I) 3. Knopfannähfuss 4. Knopflochfuss (B) 5. Stickfuss 6. Overlockfuss (G) 7. Nadelsatz (3x) 8. L-Schraubenzieher 9. Ölkännchen 10. Pfeiltrenner / Pinsel 11. Spulen (3x) 12. Kantenlineal 13. Zweiter Garnrollenstift 14. Garnrollenhalter 15. Garnrollenunterlagsfilz Standaardaccessoires 1. Universele naaivoet (J) 2. Ritsvoet (I) 3. Knoop-aanzetvoet 4. Knoopsgatvoet (B) 5. Borduurvoet 6. Overlockvoet (G) 7. Naaldenset (3x) 8. L-schroevendraaier 9. Oliespuitje 10. Tornmesje / kwastje 11. Spoeltjes (3x) 12. Randgeleider 13. Tweede garenkloshouder 14. Garenkloshouder 15. Plaatje van vilt voor garenkloshouder Accessoires standards 1. Pied universel (J) 2. Pied pour fermeture à glissière (I) 3. Pied pour boutons 4. Pied pour boutonnière (B) 5. Pied pour la broderie 6. Pied pour surjet (G) 7. Jeu d'aiguilles (3x) 8. Tournevis en L 9. Flacon d'huile pour lubrification 10. Découd-vite et pinceau 11. Canettes (3x) 12. Guide 13. Deuxième tige support de bobine 14. Support de bobine 15. Deuxième tige support de bobine Sonderzubehör * 16. Säumerfuss 17. Blindstichfuss (L) 18. Kordelfuss 19. Verdeckter Reissverschlussfuss 20. ¼" Quiltfuss 21. Kräuselfuss 22. Stopf- / Stickfuss 23. Obertransportfuss 24. Zwillingsnadel Speciale accessoires * 16. Zoomvoet 17. Blindzoomvoet (L) 18. Koordvoet 19. Ritsvoet voor onzichtbare ritssluitingen 20. Quiltvoet 1/4” 21. Rimpelvoet 22. Stop-/borduurvoet 23. Boventransportvoet 24. Tweelingnaald * Speciale accessoires worden niet standaard bij de naaimachine geleverd, maar kunnen apart tegen meerprijs worden gekocht. Accessoires spéciaux * 16. Pied ourleur 17. Pied pour points invisibles (L) 18. Pied pour cordon 19. Pied pour fermeture à glissière cachée 20. Pied pour quilt ¼" 21. Pied pour Fronceur 22. Pied pour reprisage/ broderie 23. Pied de transport supérieur 24. Aiguille jumelée * Sonderzubehör wird nicht mit der Maschine mitgeliert, sondern muss separat gekauft werden. * les accessoires spéciaux ne sont pas livrés avec la machine et doivent être achetés séparément. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 19 DE Zubehör DE Nähtisch NL Den Nähtisch zum Einschnappen horizontal halten und in Pfeilrichtung drücken. (1) Aanschuifwerkblad Houd het aanschuifwerkblad voor het bevestigen horizontaal en druk het in de richting van de pijl vast (1). FR Table rallonge Maintenir la table rallonge à l'horizontale et encliqueter dans le sens de la flèche. (1) Het binnengedeelte van het aanschuifwerkblad kan als accessoirebox worden gebruikt. Open het deksel door dit naar beneden te klappen (2). L'intérieur de la table sert de coffret d'accessoires. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 21 Das Innere des Nähtisches kann als Zubehörbox verwendet werden. op het NL Naaimachine elektriciteitsnet aansluiten Schliessen Sie die Maschine wie abgebildet ans Stromnetz an. Sluit de naaimachine zoals afgebeeld op het elektriciteitsnet aan. Achtung: Trennen Sie die Maschine vom Netz, wenn sie nicht in Betrieb ist. Attentie: Trek de stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet als de naaimachine niet in gebruik is. Nählicht Den Hauptschalter drücken, um die Stromversorgung und das Nählicht einzuschalten. (1) Naailicht Druk op de hoofdschakelaar om de stroomvoorziening en het naailicht in te schakelen (1). Position 0 – Maschine ist ausgeschaltet. Position I – Maschine ist eingeschaltet. Das Nählicht brennt. Positie 0 – de naaimachine is uitgeschakeld. Positie I – de naaimachine is ingeschakeld. Het naailicht is geactiveerd Fussanlasser Der Fussanlasser reguliert die Nähgeschwindigkeit. (2) Pedaal De naaisnelheid wordt m.b.v. het pedaal geregeld (2). Achtung: Wenden Sie sich an einen qualifizierten Elektriker, wenn es beim Anschliessen der Maschine ans Stromnetz Zweifel gibt. Trennen Sie die Maschine vom Netz, wenn sie nicht in Betrieb ist. Das Gerät muss mit Fussanlasser KD-1902 (bei 100-120V) / KD-2902 (bei 220-240V) verwendet werden, die von ZHEJIANG FOUNDER MOTOR Co., Ltd. (China) hergestellt sind. Attentie: Bij twijfels m.b.t. het aansluiten op het elektriciteitsnet dient u zich tot een geautoriseerde electricien te wenden. Trek de stekker uit het stopcontact van het elektriciteitsnet als de naaimachine niet in gebruik is. De naaimachine mag alleen met pedaal KD-1902 (bij 100-120V) / KD-2902 (bij220/240V) worden gebruikt. Deze wordendoor ZHEJIANG FOUNDER MOTOR Co., Ltd. (China) vervaardigd. WICHTIG Die optimale Außentemperatur für den störungsfreien Betrieb der Nähmaschine liegt bei 20°C +/- 10°C. Belangrijk: De optimale buitentemperatuur voor een storingvrij gebruik van de naaimachine is 20°C +/- 10°C. FR Raccordement de lamachine Raccorder la machine comme illustré. Attention: Débranchez la machine quand vous ne l'utilisez pas. Eclairage Appuyer sur le commutateur principal pour alimenter la machine en courant et activer l'éclairage. (1) Position 0 – la machine est débranchée. Position I – la machine est branchée. L'éclairage est actif. Pédale La pédale règle la vitesse de couture. (2) Attention: Adressez-vous à un électricien qualifié si vous rencontrez un problème lors du raccordement de la machine au secteur. Débranchez la machine quand vous ne l'utilisez pas. Votre machine doit être accompagnée de la pédale KD-1902 (pour 100-120 volts) / KD-2902 (pour 220/240volts) fabriquée par ZHEJIANG FOUNDERMOTOR Co., Ltd. (China). Important: Les températures extérieures optimales pour le bon fonctionnement de la machine se situent entre +20°C / -10°C. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 23 ans Stromnetz DE Maschine anschliessen Beim Nähen von mehreren Lagen oder dicken Stoffen kann der Nähfuss um eine zweite Stufe angehoben werden, um die Näharbeit leichter zu platzieren. DE Nähfussdruck einstellen NL Tweetraps-naaivoethendel Voor het naaien over dikke of verschillende lagen stof kan de naaivoet nog een stap hoger worden gezet, zodat het naaiwerk gemakkelijker onder de naaivoet kan worden gelegd. NL Naaivoetdruk instellen FR Levier de pied-de-biche à 2 niveaux Le pied-de-biche est équipé d'un dispositif à deux niveaux qui peut être relevé dans sa position la plus haute pour faciliter le passage des tissus épais ou des ouvrages formés de plusieurs couches de tissus. FR Réglage de la pression du pied-de-biche Der Nähfussdruck ist auf Normal eingestellt und bedarf keiner besonderen Einstellung für normales Nähen. De naaivoetdruk is op de normale stand ingesteld. Bij normaal naaiwerk hoeft de instelling niet te worden veranderd. Der Nähfussdruck kann nach Bedarf eingestellt werden. De naaivoetdruk kan indien nodig worden aangepast. Für das Nähen von sehr dünnen Stoffen den Druck durch Drehen der Stellschraube gegen den Uhrzeigersinn lösen und von dicken Stoffen durch Drehen der Stellschraube im Uhrzeigersinn verstärken. Bij zeer dunne stoffen kan de naaivoetdruk worden verminderd door de schroef tegen de wijzers van de klok in te draaien. Bij dikke stoffen kan de naaivoetdruk worden verhoogd door de schroef met de wijzers van de klok mee te draaien. Pour les tissus fins, tournez la vis de réglage dans le sens contraire des aiguilles d'une montre et pour les tissus épais dansle sens des aiguilles d'une montre. Hinweis: Nähfussdruck Normal ist, wenn die Oberkante des Knopfes auf gleicher Höhe wie die Abdeckplatte ist. Aanwijzing: De naaivoetdruk is normaal, als de bovenrand van de knop gelijk staat met de afdekplaat. Remarque: La pression du pied-de-biche est normale quand le rebord supérieur du bouton se trouve à la même hauteur que la plaque de recouvrement. Le réglage de la pression du pied-debiche est standardisé et ne doit pas être modifié pour les travaux de couture courants. La pression du pied-de-biche peut être réglée selon les besoins. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 25 DE Zweistufen-Nähfusshebe NL Naaivoethouder bevestigen FR Montage du support du pied-de-biche Achtung: Bei allen nachstehend aufgeführten Umrüstungen Hauptschalter auf "O" stellen. Attentie: Voor het uitvoeren van de onderstaande handelingen moet de hoofdschakelaar altijdop "O" worden gezet. Attention: Mettre toujours le commutateur principal sur "O" avant d'entreprendre les manipulations ci-dessous. Nadel in die höchste Position bringen und den Nähfusshebel heben. Den Nähfusshalter (b) an der Nähfussstange (a) montieren. (1) Schraube (A) anziehen. Zet de naald in de hoogste stand en denaaivoethendel omhoog. Bevestig de naaivoethouder (b) aan de naaivoetstang (a) (1). Draai de schroef (A) vast. Relever l'aiguille dans sa position la plus haute et relever le levier du pied-de-biche. Fixer le levier (b) à la tige du pied (a). Visser(1) (A). Nähfuss montieren: Nähfusshalter senken (b) bis die Rille (c) direkt oberhalb des Stifts (d) ist. (2) Nähfusshalter senken (b) und Nähfuss (f) rastet automatisch ein. Naaivoet monteren: Laat de naaivoethouder (b) zakken. Let erop, dat de groef (c) precies boven de pin (d) ligt (2). Zet de naaivoethouder (b) omlaag en de naaivoet (f) zit automatisch vast. Montage du pied-de-biche: Abaisser le support du pied (b) jusqu'à ce que la rainure (c) se trouver directement au-dessus de la tige (d). (2) Abaisser le support du pied (b), le piedde-biche s'encliquette automatiquement. Nähfuss entfernen: Nähfuss hochstellen. Nähfuss durch Hochheben des Hebels (e), an der Rückseite des Nähfusshalters lösen. (3) Kantenlineal einsetzen: Kantenlineal (g) wie abgebildet in den Schlitz einschieben. Abstand wunschgemäss für Säume, Falten, etc. anpassen. (4) Naaivoet wegnemen: Zet de naaivoet omhoog. Maak de naaivoet los door de hendel (e) aan de achterkant van de naaivoethouder omhoog te duwen (3). Randgeleider bevestigen: Schuif de randgeleider (g) zoals afgebeeld in de gleuf. Pas de afstand overeenkomstig de zoom, plooi, enz. aan (4). Retirer le pied-de-biche: Relever le pied-de-biche. Relever le levier (e) et retirer le pied en le faisant glisser vers l'arrière du support. (3) Fixer le guide: Glisser le guide (g) dans le fente comme illustré. Adapter (4) l'écart pour les ourlets, plis, etc. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 27 DE Montieren des Nähfusshalters NL 1. Leere Spule auf Spulerachse stecken. 2. Faden nach links und durch die Fadenspannung führen. Faden nach rechts bis zur Spule führen. 3. Faden einige Male von Hand im Uhrzeigersinn um die leere Spule wickeln oder Faden durch eines der Löcher in der Spule ziehen und Faden festhalten. Spule nach rechts in die Spulposition drücken. Fussanlasser leicht drücken. Spulvorgang stoppt, wenn die Spule voll ist. Spule nach links in Nähposition drücken und entfernen. Vor dem Einsetzen der Spule in den Greifer, den Restfaden am Loch der Spule abschneiden. Hinweis: Wenn sich die Spulerachse in Spulerposition befindet, können die Maschine und das Handrad nicht betätigt werden. Zum Nähen die Spulerachse nach links drücken (Nähposition). Onderdraad opspoelen 1. Zet een leeg spoeltje op degarenwinderas. FR Remplissage de la canette 1. Encliqueter la canette vide sur l'axe. 2. Trek de draad naar links om de voorspanning. Trek de draad naar rechts tot aan het spoeltje. 2. Guider le fil vers la gauche et au travers du disque de tension du fil. Diriger le fil vers la droite en direction de la bobine. 3. Wind de draad een paar keer met de hand met de wijzers van de klok mee om het lege spoeltje. Of trek de draad door één van de gaatjes in het spoeltje en houd het garen vast. Duw de spoel naar rechts in de opspoelpositie. Druk zachtjes op het pedaal. Het spoelen stopt als de spoel vol is. Duw de spoel naar links in de naaipositie en neem hem weg. 3. Entourer plusieurs fois le fil dans la canette vide dans le sens des aiguilles d'une montre ou enfiler le fil dans letrou de la canette et maintenir son extrémité. Repousser la canette vers la droite dans la position d'embobinage. Appuyer légèrement sur la pédale. Le processus s'arrête dès que la canette est pleine. Repousser la canette vers lagauche et retirer. Voordat het spoeltje in de grijper wordt ingezet, moet het resterende garen bij het gaatje van de spoel worden afgeknipt. Coupez le fil restant au trou de la canette avant de la posicioner dans le crochet. Attentie: Als de garenwinderas in de opspoelpositie staat, lopen de naaimachine en het handwiel niet. Druk voor het naaien de garenwinderas naar links (naaipositie). Remarque: Quand l'axe se trouve en positiond'embobinage, la machine et le volant sontbloqués et ne peuvent pas être actionnés.Pour coudre, repousser l'axe vers la gauche(position de couture). 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 29 DE Unterfaden spulen NL Spoel inzetten FR Mise en place de la canette Beim Einsetzen und Herausnehmen der Spule muss die Nadel in der höchsten Position sein. Bij het inzetten en verwijderen van de spoel moet de naald in de hoogste stand staan. Placer l'aiguille dans sa position la plus haute et insérer ou retirer ensuite la canette. - Klappdeckel öffnen (1). - Open het klapdeksel (1). - Spulenkapsel entfernen, an geöffneter Klappe herausziehen und sie aus dem Greifer nehmen. - Verwijder de spoelhuls door deze aan het klepje vast te houden en uit de grijper te nemen. - Spulenkapsel mit einer Hand halten. Spule so einlegen, dass der Faden im Uhrzeigersinn aufgespult ist (Pfeil) (2). - Houd de spoelhuls met één hand vast. Zet de spoel zó in de spoelhuls, dat de draad met de wijzers van de klok mee is opgespoeld (pijl) (2). - Ouvrir le couvercle (1). - Retirer le boîtier de canette et sortir la canette. - Tenir le boîtier de canette d'une main. Placer la canette, le fil doit se dérouler dans le sens des aiguilles d'une montre (flèche) (2). - Tirer le fil dans la rainure et le faire glisser sous le ressort (3). - Tenir le boîtier de canette par sa languette. - Placer dans le crochet (5). La tige du boîtier de canette doit être dirigée vers le haut et être parfaitement positionnée dans la rainure du crochet. (6) - Faden in den Schlitz und unter die Feder ziehen (3). - Spulenkapsel an der Klappe halten (4). - In den Greifer einsetzen (5). Darauf achten, dass der Spulenkapselfinger in der Kerbe oben an der Greiferbahn sitzt. (6) Achtung: Vor dem Einsetzen oder Herausnehmen der Spule Hauptschalter auf "O" stellen. - Trek de draad in de gleuf en onder de veer (3). - Houd de spoelhuls aan het klepje vast (4). - Zet de spoelhuls in de grijper (5). Let erop, dat de vinger van de spoelhuls in de kerf boven in de grijperbaan zit (6). Attention: Mettre toujours le commutateur principal sur "O" avant de retirer ou placer la canette. Attentie: Zet de hoofdschakelaar voor het inzetten ofverwijderen van de spoel op "O". 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 31 DE Spule einlegen NL Naald inzetten FR Placer l'aiguille Achtung: Vor dem Einsetzen oder Entfernen der Nadel Hauptschalter auf "O" stellen. Attentie: Zet de hoofdschakelaar voor het inzetten of verwijderen van de naald op "O". Attention: Mettre toujours le commutateur principal sur "O" avant de retirer ou placer l'aiguille. Nadel regelmässig ersetzen, vor allem bei Anzeichen von Abnützung und Nähschwierigkeiten. Vervang de naald regelmatig, vooral bij slijtageverschijnselen of problemen bij het naaiwerk. Changer régulièrement l'aiguille dès qu'elle semble usée ou abîmée et que la couture devient difficile. Die Nadel wie abgebildet einsetzen: Zet de naald zoals afgebeeld in: Placer l'aiguille comme illustré : A. Nadelbefestigungsschraube lösen und nach dem Einsetzen der neuen Nadel wieder festschrauben. (1) B. Flache Seite des Kolbens muss hinten sein. C/D.Nadel bis zum Anschlag nach oben schieben. A. Draai de naaldbevestigsschroef los en na het inzetten van de nieuwe naaldweer vast (1). B. De platte kant van de naald moet naar achteren wijzen. C/D.Schuif de naald naar boven tot hij niet verder kan. A. Dévisser la vis, retirer l'aiguille et revisser dès que l'aiguille est en place. (1) B. Le côté plat doit toujours être dirigé vers l'arrière. C/D.Repousser l'aiguille vers le haut jusqu'à la butée. Nadeln müssen einwandfrei sein. (2) Nähschwierigkeiten entstehen bei: A. Krummen Nadeln B. Stumpfen Nadeln C. Beschädigten Nadelspitzen Naalden moeten altijd in onberispelijke staat zijn (2). Problemen bij het naaiwerk ontstaan door: A. kromme naalden B. botte naalden C. een beschadigde naaldpunt L'aiguille doit être neuve et ne présenter aucun défaut. (2) La couture ne sera pas parfaite si: A. L'aiguille est tordue B. L'aiguille est émoussée C. La pointe de l'aiguille est abîmée 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 33 DE Nadel einsetzen Achtung: - Vor dem Ein- oder Ausfädeln der Maschine ist der Hauptschalter auf "O" zu stellen. - Um die Oberfadenspannung auszulösen ist der Nähfusshebel anzuheben. - Beim Einfädeln der Maschine muss der Fadenhebel in der höchsten Position sein. 1. Nähfaden mit passender Ablaufscheibe auf Garnrollenstift stecken (Fadenabzug Im Uhrzeiger sinn) Faden festhalten in die hintere Fadenumlenkung (A) und nach vorne durch den Schlitz in die Oberfadenspannung ziehen. 2. Faden rechts an der Abdeckung entlang nach unten um den Punkt (B) ziehen 3. Faden links an der Abdeckung entlang nach oben und in Fadenhebel (C) einziehen. 4. Faden nach unten in die Fadenöse (D) ziehen. Faden durch das Nadelöhr von vorne nach hinten einfädeln. (siehe S. 36) 5. Etwa 10 cm. Faden hinten aus der Nadel heraushängen lassen oder überschüssigen Faden beim Fadenabschneider (E) abschneiden. NL Bovendraad inrijgen Attentie: - Zet de hoofdschakelaar voor het in- of uitrijgen van de machine op "O". - Zet de naaivoethevel omhoog om de bovendraadspanning uit te schakelen. - Bij het inrijgen van de machine moet de draadhevel in de hoogste stand staan. 1. Zet het naaigaren met de passende garengeleidingsschijf op de garenkloshouder (draad moet met de wijzer van de klok mee van de klos lopen). Houd de draad vast en trek deze in de achterste draadgeleiding (A) en naar voren door de gleuf in de bovendraadspanning. 2. Trek de draad rechts langs de afdekking naar beneden om punt (B). 3. Trek de draad links langs de afdekking naar boven in draadhevel (C). 4. Trek de draad naar beneden in de draadgeleiding (D). Rijg de draad van voor naar achter door het oog van de naald (naaldinrijger blz. 36). 5. Laat ong. 10 cm draad achter de naald hangen of snijd het overtollige garen met behulp van draadafsnijder (E) af. FR Enfilage du fil supérieur Attention: - Régler toujours l'interrupteur principal sur "O" avant d'effectuer un enfilage ou tout autre travail avec les aiguilles. - Relever le levier du pied-de-biche pour dégager la tension du fil supérieur. - Relever complètement le levier de fil avant l'enfilage de la machine. 1. Enficher le fil accompagné du disque correspondant sur le support de bobine (le fil se déroule dans le sens des aiguilles d'une montre), tenir fermement le fil dans le coude (A) et tirer vers l'avant au travers de la fente dans la tension du fil supérieur. 2. Guider le fil vers le bas le long et à la droite du recouvrement du levier de fil autour du point (B). 3. Guider le fil vers le haut le long et à la gauche du recouvrement du levier de fil et tirer dans le levier de fil (C). 4. Tirer le fil vers le bas dans l'oeillet du fil (D). Enfiler le fil d'avant en arrière dans le chas de l'aiguille. (Enfilage de l'aiguille, voir page 36) 5. Laisser dépasser env. 10 cm de fil vers l'arrière ou découper le surplus de fil à l'aide du coupe fil (E). 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 35 DE Oberfaden einfädeln NL - Nadel in die höchste Position bringen. - Hebel (A) ganz nach unten drücken. - Einfädler schwenkt automatisch in die Einfädlerposition (B). - Faden um den Haken (C) legen. - Faden so vor die Nadel führen, dass er von unten nach oben in den Haken (D) zu liegen kommt. - Hebel (A) loslassen. - Faden durch das Nadelöhr ziehen. Achtung: Hauptschalter auf "O" stellen! Automatische naaldinrijger - Zet de naald in de hoogste stand. - Duw de hendel (A) helemaal naar beneden. - De inrijger draait automatisch in de inrijgpositie (B). - Leg de draad om het haakje (C). - Leg de draad zó voor de naald, dat hij van beneden naar boven in het haakje (D) komt te liggen. - Laat de hendel (A) los. - Trek de draad door het oog van denaald. Attentie: Zet de hoofdschakelaar op "O"! FR Enfilage automatique - Relever l'aiguille dans sa position la plus haute. - Abaisser complètement le levier (A). - L'enfile aiguille se place automatiquement dans la bonne position (B). - Placer le fil autour du crochet (C). - Guider le fil devant l'aiguille, il doit reposer sur le levier (D) de bas en haut. - Relâcher le levier (A). - Tirer le fil au travers du chas. Attention: Mettre toujours le commutateur principal sur "O". 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 37 DE Nadeleinfädler Grundeinstellung der Fadenspannung: "4". Um die Fadenspannung zu verstärken, den Verstellknopf auf die nächst grössere Zahl drehen. Um die Fadenspannung zu lösen, den Verstellknopf auf die nächst kleinere Zahl drehen. A. Oberfadenspannung normal (A1). B. Oberfadenspannung zu schwach Wert erhöhen (C1). C. Oberfadenspannung zu stark Wert verringern (B1). Hinweis: In der Fabrik wird die Fadenspannung optimal eingestellt. Dafür werden sowohl in der Spule wie auch als Oberfaden Polyesterfäden der Stärke 100/2 eingesetzt. Beim Verwenden von anderen oder verschiedenen Nähfäden können Abweichungen in der optimalen Fadenspannung entstehen. Deshalb ist es notwendig, die Fadenspannung dem Nähgut und dem gewünschten Stichmuster anpassen zu können. NL Bovendraadspanning Basisinstelling van de draadspanning: "4". Draai de instelknop naar het volgende, grotere getal om de draadspanning te vergroten. Draai de instelknop naar het voorafgaande, kleinere getal om de draadspanning te verminderen. A. Bovendraadspanning normaal (A1) B. Bovendraadspanning te laag instelling verhogen (C1) C. Bovendraadspanning te hoog instelling verlagen (B1) Attentie: In de fabriek werd de draadspanning optimaal ingesteld. Hiervoor werd zowel in de spoel als ook voor de bovendraad speciaal naaigaren (Metrosene 100/2) gebruikt. Bij het gebruik van ander of verschillende garens kunnen afwijkingen op de optimale draadspanning ontstaan. Derhalve is het noodzakelijk, de draadspanning aan het naaiwerk en de gewenste steek te kunnen aanpassen. FR Tension du fil supérieur Réglage de base de la tension du fil: "4". Tourner le disque (chiffre supérieur) pour augmenter la tension du fil. Tourner le disque (chiffre inférieur) pour réduire la tension du fil. A. Tension du fil supérieur - normal (A1). B. Tension du fil supérieur - trop faible, augmenter la valeur (C1). C. Tension du fil supérieur - trop importante, réduire la valeur (B1). Remarque: La tension a été parfaitement réglée en fabrique avec des fils Metrosene 100/2 dans la canette et pour le fil supérieur. Pour obtenir un bon résultat avec d'autres fils, il est éventuellement nécessaire de modifier les réglages de la tension du fil. Il est donc essentiel de toujours effectuer une couture d'essai pour adapte la tension du fil au tissu, motif de point et fil utilisés. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 39 DE Oberfadenspannung NL Onderdraad omhooghalen FR Remonter le fil de canette Oberfaden mit der linken Hand halten. Handrad eine Umdrehung nach vorne drehen, bis die Nadel wieder hochgestellt ist. (1) Houd de bovendraad met de linkerhand vast. Draai het handwiel naar voren, tot de naald weer omhoogstaat (1). Tenir le fil supérieur de la main gauche. Tourner le volant vers l'avant jusqu'à ce que l'aiguille se trouve dans sa position la plus haute. (1) Am Oberfaden ziehen, um den Unterfaden durch das Stichloch heraufzuholen. Beide Fäden straff unter dem Nähfuss nach hinten legen. (2) Trek aan de bovendraad om de onderdraad door het steekgat omhoog te halen. Leg beide draden onder de naaivoet naar achteren (2). Tirer le fil supérieur et faire remonter le fil de canette au travers du trou. Glisser les deux fils vers l'arrière sous le pied. (2) Hinweis: Wenn überschüssiger Unterfaden abgeschnitten wurde kann der Faden heraufgeholt werden, muss aber nicht. Attentie: Als de overtollige onderdraad werd afgesneden, kan de draad naar boven worden gehaald, dit is echter niet noodzakelijk. Remarque: Dès que le fil qui dépasse a été coupé, on peut, seulement si souhaité, faire remonter le fil de canette. Achtung: Bei Nähbeginn darf an den straff unter dem Nähfuss liegenden Fäden nicht gezogen werden. Attentie: Bij naaibegin mag er niet aan de strak onder de naaivoet liggende draad worden getrokken. Attention: Ne pas tirer le fil qui repose sous le pied en commençant la couture. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 41 DE Unterfaden heraufholen NL Naden fixeren FR Arrêter une couture Anfang der Naht Nähgut ca. 1cm innerhalb der Stoffkante unter den Nähfuss legen. Rückwärtsnähtaste (A) gedrückt halten und langsam zum Stoffrand nähen. Rückwärtsnähtaste loslassen und vorwärts die gewünschte Naht erstellen. Naadbegin Leg het naaiwerk ca. 1 cm vanaf de stofrand onder de naaivoet. Houd de achteruitnaaitoets (A) ingedrukt en naai langzaam naar de stofrand. Laat de achteruitnaaitoets los en naai de gewenste naad vooruit. Début de la couture Glisser l'ouvrage sous le pied-de-biche à env. 1 cm en retrait du rebord inférieur du tissu. Appuyer sur la touche de marche arrière (A), maintenir et coudre lentement. Relâcher la touche et continuer la couture en avant. Nahtende (1) Am Ende der Naht Rückwärtsnähtaste (A) nach unten drücken. Einige Stiche rückwärts nähen. Taste loslassen und die Maschine näht wieder vorwärts. Naadeinde (1) Druk de achteruitnaaitoets (A) bij naadeinde naar beneden. Naai enkele steken achteruit. Laat de toets los en de machine naait weer vooruit. Fin de couture (1) A la fin d'une couture, abaisser la touche de couture en marche arrière (A). Coudre quelques points en arrière. Relâcher la touche et continuer la couture en avant. Nähgut entfernen (2) Handrad nach vorne drehen, um den Fadenhebel in die höchste Position zu bringen. Nähfuss anheben und Nähgut nach hinten ziehen. Naaiwerk wegnemen (2) Draai het handwiel naar voren om de draadhevel in de hoogste stand te zetten. Zet de naaivoet omhoog en trek het naaiwerk voorzichtig naar achteren. Bij het kan de draadhevel met behulp van de naaldtoets boven/onder automatisch in de juiste stand worden gezet. Retirer l'ouvrage (2) Tourner le volant vers l'avant pour amener le levier de fil dans sa position la plus haute. Relever le pied-de-biche et retirer l'ouvrage en le tirant vers l'arrière. Faden abscheiden (3) Beide Fäden mit dem Fadenabschneider am Kopfdeckel abschneiden. Draad afsnijden (3) Snijd beide draden met behulp van de draadafsnijder aan het frame af. Couper le fil (3) Couper les deux fils avec le coupe fil disposé sur le capot. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 43 DE Näte fixieren NL Stopplaat Bei Freihandsticken oder Stopfen muss die Stopfplatte verwendet werden. Bij borduren uit de vrije hand of stoppen moet de stopplaat worden gebruikt. Stopfplatte wie abgebildet einsetzen. Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld. Für normales Nähen Stopfplatte entfernen. Verwijder de stopplaat bij normale naaiwerkzaamheden. FR Plaque de reprisage Cette plaque doit être mise en place pour les travaux de broderie à mains libres ou de reprisage. Placer la plaque de reprisage comme illustré. Retirer la plaque de reprisage pour les travaux de couture courants. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 45 DE Stopfplatte Für normales Nähen bleibt der Transporteur oben. Bei Freihandsticken, Knöpfe annähen und Stopfen den Transporteur versenken. Transporteur hochstellen (a) und versenken (b). NL Transporteur omlaagzetten Bij normaal naaiwerk staat de transporteur omhoog. Zet de transporteur bij borduren uit de vrije hand, knopen aanzetten en stoppen omlaag. Transporteur omhoogzetten (a) en omlaagzetten (b). FR Abaissement de la griffe d'entraînement La griffe d'entraînement est relevée pour les travaux de couture courants. La griffe d'entraînement est abaissée pour la broderie à mains libres, la couture de boutons et les travaux de reprisage. Relever la griffe d'entraînement (a) et l'abaisser (b). 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 47 DE Transporteur versenken NL Steekbalans instellen Wenn Dekorstichmuster und Knopflöcher beim Nähen von speziellen Stoffen ungleich sind, den Balance-Knopf* zum Einstellen mit einem Schraubenzieher drehen. Als decoratieve steken en knoopsgaten er op speciale stoffen niet regelmatig uitzien, moet de balansknop m.b.v. een muntje of schroevendraaier anders worden ingesteld. * Dieser Knopf sollte in Normalstellung (waagerecht) sein. (1) * Deze knop moet gewoonlijk in de normale stand staan (1). Verzogene Stretch-Stichmuster anpassen Wenn das Stichmuster zu weit ist, Knopf gegen den Uhrzeigersinn drehen. (2) "-" Vervormde stretchsteken aanpassen Draai de knop naar links "-" als de steken te ver uit elkaar liggen (2). Wenn das Stichmuster zu eng ist, Knopf im Uhrzeigersinn drehen. (2) "+" Stichdichte bei Knopflöchern anpassen Wenn die Stiche auf der rechten Seite des Kopflochs zu weit sind, gegen den Uhrzeigersinn drehen. (3) "-" Wenn die Stiche auf der rechten Seite des Kopflochs zu eng sind, Knopf im Uhrzeigersinn drehen. (3) "+" Draai de knop naar rechts "+" als de steken te dicht op elkaar liggen (2). Steekdichtheid bij knoopsgaten aanpassen Draai de knop naar links "-" als de steken aan de rechterkant van het knoopsgat tedicht op elkaar liggen (3). Draai de knop naar rechts "+" als de steken aan de rechterkant van het knoopsgat te ver uit elkaar liggen (3). FR Réglage de l'équilibrage des motifs de points Quand les motifs de points décoratifs et les boutonnières sont cousus irrégulièrement sur le tissu choisi, régler la vis d'équilibrage avec un tournevis. * Cette vis est normalement réglée danssa position courante. (1) Adapter des motifs de points stretch décalés Si le motif est trop écarté, tourner la vis en sens antihoraire. (2) "-" Si le motif est trop étroit, tourner la vers dans le sens horaire. (2) "+" Adapter la densité des points des boutonnières Si les points sont trop larges sur le côté droit de la boutonnière, tourner la vis en sens antihoraire. (3) "-" Si les points sont trop étroits sur le côté droit de la boutonnière, tourner la vis dans le sens horaire. (3) "+" 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 49 der DE Einstellung Stichmuster-Balance DE NL NAALD-, STOF- EN GARENTABEL BELANGRIJK: Het garen wordt overeenkomstig de werkzaamheid gekozen. Voor een perfect resultaat speelt ook kwaliteit en materiaal een belangrijke rol. Het is raadzaam om kwaliteitsgaren van een goed merk te gebruiken. Naald en garen moeten zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. De juiste naalddikte hangt zowel van het gekozen garen als ook van de stof die hiermee wordt verwerkt af. Hierbij bepaalt het stofgewicht en de stofsoort de dikte van het garen en van de naald en de vorm van de naaldpunt. STOF Dunne stoffen: fijne katoen, voile, serge, zijde, mousseline, Qiana, interlock, katoenen rekbare stoffen, tricot, jersey, crêpe, geweven polyester. GAREN Dunne katoen, nylon of polyester. 12 (80) Middelzware stoffen: katoen, satijn, zeildoek, dubbelgebreide stoffen, fijne wollen stoffen. 14 (90) Middelzware stoffen: zeildoek van katoen, grof gebreide wollen stoffen, badstof, denim. 16 (100) De meeste garens zijn van middelzware kwaliteit en voor deze stoffen en naalddiktes geschikt. Gebruik voor een optimaal resultaat polyester garen voor sythetische stoffen en katoenen garen voor natuurlijke geweven stoffen. Gebruik voor de boven- en onderdraad altijd hetzelfde garen. Zware stoffen: linnen, wollen stoffen, canvas, denim, bekledingsmateriaal (fijn tot middelzwaar). 18(110) Dikke wollen stoffen, mantelstof, bekledingsmateriaal, enkele soorten leer en vinyl. NAALDDIKTE 9-11 (65-75) Dik garen, tapijtgaren. (Stel de naaivoetdruk hoger in-hoger getal.) NAALD- en STOFKEUZE NAALDEN HA×1 15×1 BESCHRIJVING Scherpe standaardnaald. Naalddikte van dun tot dik. 9 (65) tot 18 (110) SOORT STOF Natuurlijke geweven stoffen: wol, katoen, zijde, enz. Qiana. Niet voor dubbelgebreide stoffen. 15×1/ 130/705H Halfronde punt (universeel). 9 (65) tot 18 (110) Natuurlijke geweven en synthetische stoffen, mengweefsels van polyester, ekbare polyesterstoffen, interlock, tricot, eenvoudige en dubbelgebreide stoffen. 15×1/ 130/705H (SUK) Ronde punt (ballpoint). 9 (65) tot 18 (110) Gebreide stoffen voor truien, lycra, rekbare stoffen. 130 PCL/ 130/705H-LR/LL Leernaald. 12 (80) tot 18 (110) Leer, vinyl, bekledingsmateriaal. 52 Attentie: 1. Er zijn tweelingnaalden voor nuttige en decoratieve steken verkrijgbaar. 2. Bij het naaien met de tweelingnaald mag de steekbreedte niet groter dan "2,5". (Model 15) 3. Europese naalddiktes zijn 65, 70, 80, enz. Amerikaanse en Japanse naalddiktes zijn 9, 11, 12, enz. 4. Vervang de naald regelmatig (ong. om het andere naaiproject) en/of bij de eerste draa 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR NL Steekkeuze Geradstich mit dem Stichwahlknopf " " oder " " wählen. Stichlänge mit dem Stichlängenknopf einstellen. Kies de rechte steek met de steekkeuzeknop " " of " ". Stel de steeklengte met behulp van de steeklengteknop in. Zickzack Stich mit dem Stichwahlknopf " " oder " " wählen. Stichlänge und Stichbreite je nach Stoffart einstellen. Kies de zigzagsteek met de steekkeuzeknop " " of " ". Stel de steeklengte en steekbreedte afhankelijk van het materiaal in. Die anderen Stichmuster der oberen Reihe der Stichwahltafel werden mit dem Stichwahlknopf angewählt. Stichlänge und Stichbreite mittels der Verstellknöpfe je nach gewünschtem Ergebnis einstellen. Für die Stichmuster der zweiten Reihe den Stichlängenknopf auf "S" drehen, das gewünschte Stichmuster mit dem Stichwahlknopf wählen und die Stichbreite mit dem Stichbreitenknopf einstellen. "Die Position "S" wird erreicht, indem am Stichlängenknopf die Stichlänge bis auf 0 reduziert und der Knopf noch weiter in die selbe Richtung gedreht wird. Hinweis: Zwischen "0" und "S" muss ein kleiner mechanischer Widerstand überwunden werden." Bei in grün dargestellten Stichmustern ist die Stichlänge vorgegeben und nicht verstellbar. (Modell 12/15) De andere steken in de bovenste rij van de steektabel worden m.b.v. de steekkeuzeknop gekozen. Stel de steeklengte en steekbreedte d.m.v. de instelknoppen afhankelijk van het gewenste resultaat in. Draai voor de steken in de tweede rij de steeklengteknop op "S", kies de gewenste steek m.b.v. de steekkeuzeknop en stel de steekbreedte met de steekbreedteknop in. De Positie "S" wordt ingesteld door de steeklengte m.b.v. de steeklengteknop op 0 te reduceren en de knop nog verder in dezelfde richting te draaien. Attentie: Tussen "0" en "S" moet een kleine mechanische weerstand worden overwonnen. Bij de groene afgebeelde steken is de steeklengte vastgelegd. Deze kan niet worden veranderd. (Model 12/15) FR Sélection des points Sélectionner le point droit avec le bouton " " ou " ". Régler la longueur du point avec le bouton de réglage de la longueur. Sélectionner le point zigzag avec le bouton For zigzag stitch, select pattern " " ou " ". Régler la longueur et la largeur du point selon le tissu choisi. Sélectionner les motifs de points de la rangée supérieure du tableau avec le bouton sélecteur de points. Régler et modifier la longueur et la largeur du point avec le bouton de réglage. Sélectionner les motifs de points de la deuxième rangée en tournant le bouton deréglage de la longueur de point sur "S", choisir ensuite le motif avec le bouton sélecteur et la largeur avec le bouton de réglage de la largeur de point. Réduire la longueur de point sur 0 avec le bouton de réglage de la longueur de point pour obtenir la position "S" et continuer à tourner le bouton dans le même sens. Remarque: une petite résistance mécanique doit sefaire sentir entre "0" et "S". Il n’est pas posible de modifier le longeur des points de motifs des números marqués en vert. (Modèle 12/15) 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 55 DE Stichwahl DE NL Steekoverzicht Steek Steek Rechte steek Rechte steek Zigzagsteek Zigzagsteek 3-fase-zigzag 3-fase-zigzag Stretch-blindzoom Stretch-blindzoom Overlock Blindzoom Blindzoom Overlock Schelpsteek Universele steek 4-fase-knoopsgat Steek 1-fase-knoopsgat Rechte steek Zigzagsteek 3-fase-zigzag Overlock Universele steek Stretch-blindzoom Rimpelsteek Universele steek Rimpelsteek Trapeziumsteek Point coquillage Vierkanten Schelpsteek 4-fase-knoopsga Blindzoom Eenvoudige overlock Drievoudige rechte steek Drievoudige zigzag Wafelsteek Superstretch (festonsteek) Standaardoverlock Stretchoverlock Dubbele overlock Festonsteek (Applikacatiesteek) Stretchsteek Drievoudige rechte steek Drievoudige zigzag Wafelsteek Stretchoverlock Dubbele overlock Superstretch (festonsteek) Veersteek Versteeke Fagotsteek Decoratieve steek Decoratieve steek Kruissteek Decoratieve steek 58 Standaardoverlock 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR NL Rechte steek en naaldpositie FR Point droit et position de l'aiguille Stichlängenknopf-Funktion für Geradstich Steeklengteknop-functie voor de rechte steek Bouton de réglage de la longueur de point pour point droit Stichwahlknopf auf " " oder " Zet de steekkeuzeknop op " Régler le bouton sélecteur de point sur " ou " ". " stellen. Die Stichlänge wird mit dem Stichlängenknopf eingestellt. Die geeignete Stichlänge für normalen Gebrauch liegt bei "2" - "3" auf dem Knopf. Allgemein gilt: je leichter der Stoff, desto dünner der Faden und kürzer die Stichlänge; je schwerer der Stoff, desto dicker der Faden und länger die Stichlänge. Bei Stichlänge "0" wird sich der Stoff nicht bewegen und die Nadel wird immer wieder am gleichen Punkt einstechen. " of op " ". De steeklengte wordt met de steeklengteknop ingesteld. De juiste steeklengte voor het gebruikelijke naaiwerk ligt tussen "2" - "3" (op de knop weergegeven). La longueur de point se règle avec le bouton de réglage de la longueur de point. Longueur de point standard recommandée "2" - "3". Gewoonlijk geldt: hoe lichter de stof, des te dunner het garen en korter de steeklengte; hoe zwaarder de stof, des te dikker het garen en langer de steeklengte. Généralités: plus le tissu est fin, plus le fil doit être fin et la longueur de pointréduite, plus le tissu est épais, plus le fil doit être épais et la longueur de point augmentée. Kies de naaldstand (midden tot links) met behulp van de steekbreedteknop. Si la longueur de point se trouve sur "0", le tissu n'avance pas et l'aiguille pique toujours au même endroit. Bij steeklengte "0" wordt de stof niet getransporteerd en de naald steekt steeds op dezelfde plaats in de stof. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". " Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 61 Geradstich und DE Nadelposition NL Rechte steek en naaldpositie FR Point droit et position de l'aiguille Stichlängenknopf-Funktion für Geradstich Steeklengteknop-functie voor de rechte steek Bouton de réglage de la longueur de point pour point droit Stichwahlknopf auf " " oder " Zet de steekkeuzeknop op " Régler le bouton sélecteur de point sur " ou " ". " stellen. Die Stichlänge wird mit dem Stichlängenknopf eingestellt. Die geeignete Stichlänge für normalen Gebrauch liegt bei "2" - "3" auf dem Knopf. Allgemein gilt: je leichter der Stoff, desto dünner der Faden und kürzer die Stichlänge; je schwerer der Stoff, desto dicker der Faden und länger die Stichlänge. Bei Stichlänge "0" wird sich der Stoff nicht bewegen und die Nadel wird immer wieder am gleichen Punkt einstechen. Nadelposition von der Mitte bis links mit dem Stichbreitenknopf wählen. " of op " ". De steeklengte wordt met de steeklengteknop ingesteld. De juiste steeklengte voor het gebruikelijke naaiwerk ligt tussen "2" - "3" (op de knop weergegeven). Gewoonlijk geldt: hoe lichter de stof, des te dunner het garen en korter de steeklengte; hoe zwaarder de stof, des te dikker het garen en langer de steeklengte. Bij steeklengte "0" wordt de stof niet getransporteerd en de naald steekt steeds op dezelfde plaats in de stof. Kies de naaldstand (midden tot links) met behulp van de steekbreedteknop. " La longueur de point se règle avec le bouton de réglage de la longueur de point. Longueur de point standard recommandée "2" - "3". Généralités: plus le tissu est fin, plus le fil doit être fin et la longueur de point réduite, plus le tissu est épais, plus le fil doit être épais et la longueur de point augmentée. Si la longueur de point se trouve sur "0", le tissu n'avance pas et l'aiguille pique toujours au même endroit. Sélectionner la position de l'aiguille du centre vers le gauche avec le bouton de réglage de la largeur de point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 63 und DE Geradstich Nadelposition Stichwahlknopf auf " NL " oder " " stellen. Stichlängenknopf-Funktion Die Dichte der Zickzackstiche erhöht sich, je näher die Einstellung des Stichlängenknopfes an "0" kommt. Saubere Zickzackstiche werden in der Regel bei "2.5" oder tiefer erreicht. Raupennaht Wenn die Stichlänge zwischen "0" - "1" eingestellt ist, liegen die Stiche sehr nahe aneinander und bilden so die "Raupennaht". Diese wird verwendet, um Knopflöcher und Dekorstiche zu erstellen. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Zigzagsteek Zet de steekkeuzeknop op " FR " of op " ". Steeklengteknop-functie bij de zigzagsteek Naarmate de steeklengte dichter bij "0" wordt ingesteld, wordt de dichtheid van de zigzagsteken verhoogd. De mooiste zigzagsteken ontstaan gewoonlijk bij "2,5" of bij een lagere instelling. Kordonnaad Als de steeklengte tussen "0" - "1" is ingesteld, liggen de steken heel dicht tegen elkaar en vormen zo een "kordonnaad". Deze wordt gebruikt voor knoopsgaten of als siernaad. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Point zigzag Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". Bouton de réglage de la longueur de point pour le zigzag Plus le bouton de réglage de la longueur de point se trouve proche du "0" plus la densité du point zigzag augmente. Sélectionner de préférence le point zigzag sur "2.5" ou moins. Couture chenille (point satin) Quand la longueur de point est réglée entre "0" et "1", les points sont très rapprochés et forment ainsi une "couturechenille". Le point satin est utilisé pour la couture des boutonnières et points décoratifs. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 65 DE Zickzackstich NL Stichbreitenknopf-Funktion Die max. Zickzack-Stichbreite beim Zickzack Nähen ist "5". Die Breite kann jedoch bei jedem Stichmuster verkleinert werden. Die Breite vergrössert sich beim Drehen des Zickzackknopfes von "0" "5". Beim Nähen mit Zwillingsnadeln die Breite nie über "2.5" einstellen. Stichlängenknopf-Funktion beim Zickzacken Die Dichte der Zickzackstiche erhöht sich, je näher die Einstellung des Stichlängenknopfes an "0" kommt. Saubere Zickzackstiche werden in der Regel bei "2.5" oder tiefer erreicht. Raupennaht Wenn die Stichlänge zwischen "0" - "1" eingestellt ist, liegen die Stiche sehr nahe aneinander und bilden so die "Raupennaht". Diese wird verwendet, um Knopflöcher und Dekorstiche zu erstellen. Zigzagsteek Steekbreedteknop-functie De maximale steekbreedte voor de zigzagsteek is "5". De breedte kan echter bij elke steek worden verminderd. De breedte wordt vergroot door de steekbreedteknop van "0" - "5" te draaien. Stel de breedte bijhet naaien met de tweelingnaald nooit groterdan "2,5" in. Steeklengteknop-functie bij de zigzagsteek Naarmate de steeklengte dichter bij "0" wordt ingesteld, wordt de dichtheid van de zigzagsteken verhoogd. De mooiste zigzagsteken ontstaan gewoonlijk bij "2,5" of bij een lagere instelling. Kordonnaad Als de steeklengte tussen "0" - "1" is ingesteld, liggen de steken heel dicht tegen elkaar en vormen zo een "kordonnaad". Deze wordt gebruikt voor knoopsgaten of als siernaad. FR Point zigzag Bouton de réglage de la largeur de point La largeur max. du point zigzag est "5". Augmenter ou réduire la largeur en tournant le bouton zigzag de "0" à "5". Ne jamais régler la largeur sur plus de "2.5" avec une aiguille jumelée. Bouton de réglage de la largeur du point zigzag Plus le bouton se rapproche du "0" plus la densité du point zigzag augmente. En règle générale, le point zigzag sera réglé sur "2.5" ou moins. Couture chenille (point satin) Quand la longueur de point est réglée entre "0" et "1", les points sont très rapprochés et forment ainsi une "couture chenille". Le point satin est utilisé pour la couture des boutonnières et points décoratifs. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 67 DE Zickzackstich Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. Für Säume, Vorhänge, Hosen, Röcke, etc. Blindsaum/Lingerie für feste Stoffe. Blindsaum für Stretchstoffe. Hinweis: Es braucht Übung, bis das Blindsaumnähen gelingt. Immer zuerst eine Nähprobe machen. Stoff wie abgebildet mit Rückseite oben umlegen. (1) Stoff unter den Nähfuss legen. Das Handrad von Hand nach vorne drehen, bis sich die Nadel ganz links befindet. Sie sollte die Stofffalte nur wenig anstechen. Ansonsten die Stichbreite entsprechend anpassen. (2) Führungslineal (3) durch drehen des Knopfes (4) so anpassen, dass es an der Stofffalte liegt. Mit leichtem Druck auf den Fussanlasser langsam nähen und den Stoff der Kante des Führungslineals entlang führen. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". NL Blindzoom / Lingeriesteek Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Voor zomen, gordijnen, broeken, rokken, enz. Blindzoom voor stevige stoffen Blindzoom voor stretchstoffen Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Attentie: Het vereist enige oefening voordat het naaien van een blindzoom exact lukt. Maak altijd eerst een proeflapje. Vouw de stof zoals afgebeeld zodat deze met de achterkant naar boven ligt (1). Leg de stof onder de naaivoet. Draai het handwiel met de hand naar voren tot de naald geheel links staat. De naald mag maar net in de stofvouw steken. Pas anders de steekbreedte overeenkomstig aan (2). Pas de randgeleider (3) m.b.v. de knop (4) aan, zodat hij tegen de stofvouw ligt. Druk zachtjes op het pedaal en naai langzaam. Laat de stof langs de randgeleider lopen. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Ourlet à jour/ point de lingerie Pied-de-biche en option. Pour les ourlets, les rideaux, pantalons, jupes, etc. Ourlet à jour/ lingerie sur tissus rigides. Ourlet à jour sur tissus stretch. Régler la machine comme illustré. Remarque: La réalisation d'un joli ourlet à jour demande un peu d'expérience et de doigté. Effectuer toujours une couture d'essai. Plier le tissu (envers dessus) comme illustré. (1) Glisser le tissu sous le pied. Tourner le volant à la main jusqu'à ce que l'aiguille setrouve tout à gauche. Elle ne doit piquer que la pointe du tissu plié. Si nécessaire, régler et adapter la largeur de point. Régler le guide (2) en tournant le bouton (4) jusqu'à ce qu'il repose sur le rebord du tissu. Appuyer légèrement sur la pédale pour commencer la couture et guider le tissu le long du rebord du guide. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 69 DE Blindsaum / Lingeriestich NL Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. Für Nähte, Versäubern von Kanten, Sichtsaum. Overlocksteek Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. FR Surjet Pied-de-biche en option. Pour les coutures, le surfilage de rebords, les ourlets visibles. Stichlängenknopf auf "S" stellen. Stichbreite zwischen "3" - "5" einstellen. (model 15) Die Stichbreite kann dem Stoff angepasst werden. Voor naden, afwerken van randen, zichtbare zoom. Zet de steeklengteknop op "S". Zet de steekbreedte tussen "3" - "5". (model 15) De steekbreedte kan aan de stof worden aangepast. Stretch-Overlock: Für feine Strickstoffe, Jerseys, Hals, Bördchen. (1) Stretch-overlock: Voor dunne rekbare stoffen, jersey, halsen mouwboordjes (1). Doppel-Overlock: Für feine Strickstoffe, Handstricksachen, Nähte. (2) Dubbele overlock: Voor dunne rekbare stoffen, handgebreide stoffen, naden (2). Alle Overlockstiche eignen sich zum Nähen und Versäubern von Kanten und Sichtsäumen in einem Arbeitsgang. Beim Versäubern von Kanten sollte die Stoffkante von der Nadel knapp übernäht werden. Alle overlocksteken zijn geschikt voor het naaien en afwerken van randen, resp. het naaien van zichtbare zomen in één handeling. Bij het afwerken van randen mag de naald maar net in de rand van de stof steken. Tous les points surjet peuvent être utilisés pour la couture et le surfilage de rebords et la couture d'ourlets en une seule étape de travail. Pour le surfilage d’un rebord, l'aiguille doit à peine piquer sur celui-ci. Achtung: Neue Nadeln, Kugelspitznadeln oder Stretchnadeln verwenden! Attentie: Gebruik nieuwe naalden, naalden met een ronde punt (ballpoint) of stretchnaalden! Attention: Utiliser une nouvelle aiguille, aiguille à pointe arrondie ou stretch! Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "S". Régler la largeur de point entre "3" et "5" (modèle 15). La largeur de point peut être adaptée au tissu. Surjet stretch: Pour les lainages fins, jerseys, bordures d'encolure, etc. (1) Surjet double: Pour les lainages fins, tricots fait main, coutures. (2) 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 71 DE Overlockstich NL Knopen aanzetten FR Couture de boutons Stopfplatte einsetzen. (1) Bevestig de stopplaat. (1) Fixer la plaque de reprisage. (1) Nähfuss mit Knopfannähfuss austauschen. Stichlängenknopf auf "0" stellen. Vervang de naaivoet door de knoopaanzetvoet. Zet de steeklengteknop op "0". Näharbeit unter den Fuss legen. Knopf an die gewünschte Stelle legen und Nähfuss senken. Stichwahlknopf auf " " oder auf " " stellen und einige Vernähstiche nähen. Stichbreite je nach Abstand zwischen den beiden Löchern des Knopfes einstellen. Das Handrad drehen um zu prüfen, ob die Nadel rechts und links exakt in die Löcher des Knopfes einsticht. Knopf langsam mit ca. 10 Stichen annähen. Stichwahlknopf auf " " stellen und einige Vernähstiche nähen. Leg het naaiwerk onder de naaivoet. Leg de knoop op de gewenste plaats en zet de naaivoet omlaag. Remplacer le pied-de-biche avec celui pour la couture de boutons. Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "0". Zet de steekkeuzeknop op " " of op " " en naai enkele afhechtsteken. Stel de steekbreedte afhankelijk van de afstand tussen de beide gaatjes van de knoop in. Draai aan het handwiel om te controleren of de naald rechts en links exact in de gaatjes van de knoop steekt. Naai de knoop langzaam met ong. 10 steken vast. Zet de steekkeuzeknop op " " en naai enkele afhechtsteken. Wenn ein Hals erforderlich ist, eine Stopfnadel auf den Knopf legen und nähen. (3) Bei Knöpfen mit vier Löchern zuerst die vorderen zwei Löcher nähen (2), die Näharbeit nach vorne schieben und dann die hinteren zwei Löcher nähen. (3) Als een "steel" noodzakelijk is, moet een stopnaald op de knoop worden gelegd voordat deze wordt vastgenaaid (1). Bij knopen met vier gaatjes moeten eerst de voorste twee gaatjes worden genaaid (2). Schuif het naaiwerk naar voren en naai daarna de achterste twee gaatjes (3). Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Glisser l'ouvrage sous le pied. Poser le bouton sur l'endroit souhaité et abaisser le pied. Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou sur " " et coudre quelques points d'arrêt. Régler la largeur de point selon l'écart entre les trous du bouton. Tourner le volant à la main pour vérifier si l'aiguille pique exactement dans les trous du bouton. Coudre lentement le bouton avec 10 points. Régler le bouton sélecteur de point sur " " et coudre quelques points d'arrêt. Glisser une aiguille à repriser sur le bouton pour former une tige. (3) Pour les boutons à quatre trous, on coudra tout d'abord les deux premiers trous (2), tirer ensuite l'ouvrage vers soi et coudre les deux trous suivants (3). Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 73 DE Knöpfe annähen NL Knopen aanzetten FR Couture de boutons Hebel für Transporteur nach rechts schieben, um Transporteur zu versenken. (1) Schuif de transporteurhendel naar rechts om de transporteur naar beneden te zetten (1). Pour abaisser la griffe, déplacer vers la droite le levier de la griffe d'entraînement. (1) Nähfuss mit Knopfannähfuss austauschen. Stichlängenknopf auf "0" stellen. Vervang de naaivoet door de knoopaanzetvoet. Zet de steeklengteknop op "0". Fixer le pied pour bouton. Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "0". Näharbeit unter den Fuss legen. Knopf an die gewünschte Stelle legen und Nähfuss senken. Stichwahlknopf auf Zickzack stellen. Stichbreite zwischen "3" - "5" einstellen je nach Abstand zwischen den beiden Löchern des Knopfes. Das Handrad drehen um zu prüfen, ob die Nadel rechts und links exakt in die Löcher des Knopfes einsticht. Stichwahlknopf auf Geradstich stellen und einige Vernähstiche nähen. Stichwahlknopf auf Zickzack stellen und den Knopf langsam mit ca. 10 Stichen annähen. Stichwahlknopf auf Geradstich stellen und einige Vernähstiche nähen. Leg het naaiwerk onder de naaivoet. Leg de knoop op de gewenste plaats en zet de naaivoet omlaag. Zet de steekkeuzeknop opzigzag. Stel de steekbreedte tussen "3" "5" afhankelijk van de afstand tussen de beide knoopgaatjes. Draai aan het handwiel om te controleren of de naald rechts en links precies in de gaatjes van de knoop steekt. Zet de steekkeuzeknop op derechte steek en naai enkele afhechtsteken. Zet de steekkeuzeknop op zigzag en naai de knoop langzaam met ong. 10 steken vast. Zet de steekkeuzeknop op de rechte steek en naai enkele afhechtsteken. Wenn ein Hals erforderlich ist, eine Stopfnadel auf den Knopf legen und nähen. (3) Bei Knöpfen mit vier Löchern zuerst die vorderen zwei Löcher nähen (2), die Näharbeit nach vorne schieben und dann die hinteren zwei Löcher nähen (3). Als een steel nodig is, moet er een stopnaald op de knoop worden gelegd. Naai over de stopnaald (3). Naai bij knopen met vier gaatjes eerst de voorste twee gaatjes (2), schuif het naaiwerk dan naar voren en naai dan de achterste twee gaatjes (3). Hebel für Transporteur für normalen Gebrauch nach links schieben. Schuif de transporteurhendel voor normaal naaiwerk naar links. Glisser l'ouvrage sous le pied. Poser le bouton sur l'endroit souhaité et abaisser le pied. Régler la largeur de point entre "3" "5" suivant l'écart entre les deux trousdu bouton. Tourner le volant à la main pour vérifier si l'aiguille pique exactement dans les trous du bouton. Régler le bouton sélecteur de point sur point droit et coudre quelques points d'arrêt. Régler le bouton sélecteur de point sur zigzag et coudre lentement le bouton (env. 10 points). Régler le bouton sélecteur de point sur point droit et coudre quelques points d'arrêt. Glisser une aiguille à repriser sur le bouton pour former une tige. (3) Pour les boutonsà quatre trous, on coudra tout d'abord les deux premiers trous avants (2), tirer ensuite l'ouvrage vers soi et coudre les deux trous suivants (3). Déplacer vers la gauche le levier de la griffe d'entraînement. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 75 DE Knöpfe annähen NL Vorbereitung Stichwahlknopf auf " " stellen. 1. Allzweckfuss entfernen und Knopflochfuss einsetzen. 2. Durchmesser und Dicke des Knopfs messen plus 0,3 cm für Riegel und Knopflochgrösse auf Stoff markieren. 3. Stoff so unter Nähfuss legen, dass Markierung auf dem Knopflochfuss mit der Markierung auf dem Stoff übereinstimmen. Nähfuss so senken, dass Mittellinie des Knopflochs im Stoff mit der Mitte der Fussaussparung übereinstimmen. Stichlängenknopf zwischen "0.5-1" stellen, um Stichdichte einzustellen. Hinweis: Die Stichdichte ist je nach Stoff verschieden. Immer ein Probeknopfloch nähen. Den vier Nähstufen folgen und mit dem Stichwahlknopf von einer Stufe zur andern wechseln. Darauf achten, dass nicht zu viele Stiche in Stufe 1 und 3 genäht werden. Knopfloch mit dem Pfeiltrenner von beiden Enden zur Mitte hin aufschneiden. Tipp: - Leicht reduzierte Oberfadenspannung ergibt bessere Ergebnisse. - Einlage für dünne oder dehnbare Stoffe verwenden. - Bei dehnbaren oder Strickstoffen starken Faden oder Garneinlage verwenden. - Zickzack sollte über starken Faden oder Garneinlage nähen. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Knoopsgaten naaien Voorbereiding Zet de steekkeuzeknop op " ". 1. Verwijder de universele naaivoet en bevestig de knoopsgatvoet. 2. Meet de diameter en dikte van de knoop plus 0,3 cm voor de trens en markeer de knoopsgatgrootte op de stof. 3. Leg de stof onder de naaivoet, zodat de markering op de knoopsgatvoet met de markering op de stof overeenkomt. Zet de naaivoet omlaag. Let erop, dat de middellijn van het knoopsgat op de stof en het midden van de opening in de naaivoet overeenstemmen. Stel de steeklengte tussen "0,5 - 1" in (= steekdichtheid). Attentie: De steekdichtheid varieert afhankelijk van de stof. Maak altijd een proefknoopsgat. Volg de vier stappen (zie afbeelding) en wissel m.b.v. de steekkeuzeknop van één stap naar de andere. Let erop, dat in stap 1 en 3 niet te veel steken worden genaaid. Snij het knoopsgat m.b.v. het tornmesje vanaf beide kanten naar het midden toe open. FR Couture de boutonnières Préparation: Régler le bouton sélecteur de point sur " ". 1. Fixer le pied pour boutonnière. 2. Mesurer le diamètre et l'épaisseur du bouton et rajouter 0.3 cm pour la bride, dessiner la boutonnière sur le tissu. 3. Glisser le tissu sous le pied, le repère situé sur le pied doit coïncider avec celui du tissu. Abaisser le pied, la ligne du milieu de la boutonnière doit coïncider avec celle du pied. Régler la densité de point entre "0.5 et 1" avec le bouton de réglage de la longueur de point. Remarque: la densité du point différera selon le tissu. Effectuer toujours une boutonnière d'essai. Suivre les quatre étapes de couture et passer d'une à l'autre avec le bouton sélecteur de point. Ne pas trop coudre de points durant les étapes 1et 3. Ouvrir la boutonnière avec le découd-vite en partant des extrémités en direction du centre. Tip: - Stel de bovendraadspanning iets lager in voor een beter resultaat. - Gebruik bij dunne of rekbare stoffen vlieseline. - Naai bij rekbare of gebreide stoffen een stevige draad of vuldraad in het knoopsgat. - De zigzagsteek moet over de vuldraad vallen. Astuces: - Un meilleur résultat sera obtenu en relâchant légèrement la tension du fil supérieur. - Glisser un non tissé sous les tissus fins et élastiques. - Glisser un non tissé ou une garniture sous les tissus élastiques et tricotés et utiliser un fil solide. - Coudre le point zigzag sur un fil solide ou la garniture. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 77 DE Knopflöcher nähen NL Knopflöcher nähen ist ein einfacher Vorgang mit verlässlichen Ergebnissen. Knopfloch nähen 1. Die Position des Knopflochs mit Schneiderkreide auf dem Stoff markieren. 2. Nähfuss montieren und Stichwahlknopf auf " " stellen. 3. Nähfuss senken und Markierung des Fusses mit Markierung auf Stoff übereinstimmen, wie in Abbildung (A) gezeigt. (Zuerst wird der vordere Riegel genäht.) 4. Knopflochplatte öffnen und Knopf einlegen. (Abb. B) 5. Knopflochhebel senken und leicht nach hinten schieben, wie in Abbildung (C). 6. Während der Oberfaden locker gehalten wird, die Maschine starten. 7. Knopfloch wird in der Reihenfolge genäht, wie in Abbildung (D) gezeigt. 8. Maschine anhalten, wenn das Knopfloch genäht ist. Knopfloch auf Stretchstoffen nähen (Abb.E) Beim Nähen von Knopflöchern auf Stretchstoffen eine Garneinlage unter die Knopflochfuss legen. 1. Die Position des Knopflochs mit Schneiderkreide auf dem Stoff markieren, Nähfuss montieren und Stichwahlknopf auf " " stellen. 2. Die Garneinlage um das hintere Ende des Knopflochfusses legen, dann die zwei Enden der Garneinlage nach vorne führen, in die Nuten stecken und sie dort temporär verknoten. 3. Nähfuss senken und zu nähen beginnen. * Stichbreite der Dicke der Garneinlage anpassen. 4. Nach dem Nähen die Garneinlage leicht ziehen, fixieren, den Rest abschneiden. Knoopsgaten naaien Knoopsgaten naaien is gemakkelijk. Als de aanwijzingen nauwkeurig worden gevolgd, zal het resultaat niets te wensen overlaten. Knoopsgat naaien 1. Markeer de plaats van het knoopsgat met kleermakerskrijt op de stof. 2. Monteer de naaivoet en zet de steekkeuzeknop op " ". 3. Zet de naaivoet omlaag en positioneer de markering op de naaivoet overeenkomstig demarkering op de stof (afb. A). (Eerst wordt de voorste trens genaaid.) 4. Open het knoopsgatplaatje en leg de knoop in de opening (afb. B). 5. Zet de knoopsgathendel omlaag en schuif hem iets naar achteren, zoals in afb. (C). 6. Start de naaimachine en houd de bovendraad losjes vast. 7. Het knoopsgat wordt in de volgorde zoals op afbeelding (D) weergegeven genaaid. 8. Stop de naaimachine als het knoopsgat af is. Knoopsgat in stretchstof naaien (afb. E) Leg bij het naaien van knoopsgaten in stretchstoffen een vuldraad onder de knoopsgatvoet. 1. Markeer de plaats van het knoopsgat metkleermakerskrijt op de stof, monteer de naaivoet en zet de steekkeuzeknop op " ". 2. Leg de vuldraad om de achterkant van de knoopsgatvoet, trek de twee uiteinden van de vuldraad naar voren, zet deze in de klemgleuven vast en knoop ze tijdelijk vast. 3. Zet de naaivoet omlaag en begin met naaien. *Pas de steekbreedte aan de dikte van de vuldraad aan. 4. Trek na het naaien zachtjes aan de vuldraad, zet hem vast en knip de overtollige uiteinden af. FR Couture de boutonnières La couture d'une boutonnière est plus simplequ'on l'imagine. Coudre la boutonnière 1. Placer un repère avec la craie de couturière pour déterminer la position de la boutonnière. 2. Fixer le pied et régler le bouton sélecteur de point sur " ". 3. Abaisser le pied et faire coïncider le repère du pied avec celui du tissu comme illustré (A). (Coudre tout d'abord la première bride). 4. Ouvrir la plaquette et glisser le bouton (B). 5. Abaisser le levier et le faire légèrement glisser vers l'arrière comme illustré (C). 6. Commencer la couture en tenant légèrement le fil supérieur. 7. Coudre la boutonnière dans l'ordre illustré (D). 8. Arrêter la machine quand la boutonnière est cousue. Couture d'une boutonnière sur un tissu stretch (E) Glisser une ganse sous le pied pour la couture de boutonnières sur des tissus élastiques. 1. Placer un repère avec la craie de couturière pour déterminer la position de la boutonnière, fixer le pied et régler le bouton sélecteur de point sur " ". 2. Accrocher la ganse derrière le pied puis ramener les deux extrémités vers l'avant, les faire ensuite glisser dans les rainures et nouer temporairement. 3. Abaisser le pied et commencer la couture. * Adapter la largeur de point à l'épaisseur de la ganse. 4. Après la couture, tirer délicatement la ganse, fixer et couper les extrémités qui dépassent. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 79 DE Knopflöcher nähen NL Rits inzetten en biezen naaien Maschine wie abgebildet einstellen. Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Stichlänge zwischen "2.5"- "4" einstellen (je nach Stoffdicke). Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in (afhankelijk van de stofdikte). Zet de steekbreedte op "0". (Model 15) Stichbreite auf "0" stellen. (Modell 15) Der Reissverschlussfuss kann links oder rechts eingesetzt werden, je nachdem, auf welcher Seite des Nähfusses genäht wird. (1) Um am Schieber vorbei zu nähen, Nadel in Stoff einstechen, Nähfuss heben und Schieber hinter den Nähfuss schieben. Nähfuss senken und weiternähen. Es ist auch möglich, eine Kordel in einen Schrägstreifen einzunähen, um Biesen zu formen. (2) Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". De ritsvoet kan links of rechts worden bevestigd, afhankelijk daarvan aan welke kant van de naaivoet wordt genaaid (1). Om langs het lipje van de rits te kunnen naaien, moet de naald in de stof worden gezet, de naaivoet omhoog worden gezet en het lipje achter de naaivoet worden geschoven. Zet de naaivoet omlaag en naai verder. Het is ook mogelijk een koord in een schuine strook stof of biaisband te naaien om biezen te maken (2). Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Couture de fermetures à glissière et de nervures Régler la machine comme illustré. Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". Régler la longueur de point entre "2.5" et "4" (selon l’épaisseur du tissu). Régler la largeur de point sur "0". (modèle 15) La fermeture à glissière peut être placée à droite ou à gauche selon la position du pied. (1) Pour ne pas coudre sur la coulisse, piquer l’aiguille dans le tissu, relever le pied et faire glisser la coulisse derrière le pied. Abaisser le pied et continuer la couture. Il est également possible de glisser un fil dans un biais pour former une nervure. (2) Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 81 DE Reissverschluss und Biesen nähen NL Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör Für Saum bei feinen Stoffen oder Voile. Maschine wie abgebildet einstellen. Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. Stichlängenknopf zwischen "2.5" - "4" einstellen. Stichbreitenknopf auf "0" stellen. (Modell 15) Zoomvoet Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Voor zomen in dunne stoffen of voile. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in. Zet de steekbreedteknop op "0". (Model 15) Stoffkanten versäubern. Am Saumanfang Stoffkante zweimal 3 mm falten und mit 4-5 Stichen vernähen. Faden leicht nach hinten ziehen. Nadel in Stoff einstechen, Nähfuss heben und die Falte in die Schnecke am Fuss einführen. (1) Werk de stofrand af. Vouw de stofrand bij zoombegin twee keer 3 mm om en hecht hem met 4-5 steken af. Trek de draad iets naar achteren. Zet de naald in de stof, zet de naaivoet omhoog en leg de stofvouw in dezoomvormer (1). Stoffkante leicht zu sich ziehen und Nähfuss senken. Zu nähen beginnen, dabei Stoff in die Schnecke einführen, indem er nach oben und leicht nach links gehalten wird. (2) Trek de stofrand iets naar u toe en zet de naaivoet omlaag. Begin met naaien en geleid de stof in de zoomvormer door deze naar boven en iets naar links te houden (2). Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Ourleur Pied-de-biche en option. Pour ourler des tissus fins ou des voilages. Régler la machine comme illustré. Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". Régler le bouton de réglage de la longueurde point entre "2.5" et "4". Régler le bouton de réglage de la largeur depoint sur "0". (modèle 15) Surfiler le rebord du tissu. Replier le rebord(deux fois 3 mm) et arrêter avec 4 à 5points. Tirer légèrement le fil vers l’arrière.Piquer l’aiguille dans le tissu, relever le piedet glisser la pliure dans l’ ergot du pied (1).Tirer légèrement le rebord du tissu vers soiet abaisser le pied. Pour commencer lacouture, glisser le tissu dans l’ergot (il doitêtre légèrement tenu en haut et vers lagauche) (2). Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 83 DE Säumerfuss NL Drievoudige zigzagsteek FR Point zigzag triple Spitzen einnähen und Gummiband aufnähen, stopfen, ausbessern, Kanten verstärken. Voor kant aanzetten en elastiek vastnaaien, stoppen, verstellen, randen verstevigen. Pour la couture de dentelles et rubans élastiques, le reprisage, le raccommodage, pour renforcer des rebords. Maschine wie abgebildet einstellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Zetde steekkeuzeknop op " ". Régler la machine comme illustré. Régler lebouton sélecteur de point sur " ". Stel de steeklengte tussen "1" - "2" in. Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in (model 15) Régler le bouton de réglage de la longueur de point entre "1" et "2". Régler la largeur de point entre "3" - "5" (modèle 15). Flicken platzieren. Die Stichlänge kann verkürzt werden, um sehr dichte Stiche zu erzeugen. (1) Leg een lapje op het versleten gedeelte. Als de steken dicht op elkaar moeten liggen, kan de steeklengte worden verminderd (1). Placer une pièce. La longueur de point peut être réduite pour former des points très denses. (1) Beim Ausbessern von Rissen ist es ratsam, ein Stück Stoff zum Verstärken zu unterlegen. Die Stichdichte kann durch Einstellen der Stichlänge verändert werden. Zuerst über die Mitte nähen, dann beidseitig knapp überdecken. Je nach Art des Stoffes und der Beschädigung zwischen 3-5 Reihen nähen. (2) Bij het verstellen van scheuren is het raadzaam een lapje als versteviging onder de stof te leggen. De steekdichtheid kan door het instellen van de steeklengte worden veranderd. Naai eerst over hetmidden, naai daarna aan beide kanten net over de rand van de eerste rij steken. Naai, afhankelijk van de stof en de beschadiging, 3-5 rijen (2). Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Stichwahlknopf auf " " stellen. Stichlängenknopf zwischen "1" - "2" einstellen. Stichbreitenknopf zwischen "3" - "5" einstellen. (Modell 15) Il est conseillé pour la réparation de déchirures de glisser une garniture de renforcement sous le tissu abîmé. La densité des points peut être modifiée en changeant la longueur de point. Coudre tout d’abord en partant du milieu et en se dirigeant ensuite vers le bord. Coudre de 3 à 5 lignes selon le genre du tissu et l’importance du dommage. (2) Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 85 DE Dreifach-Zickzackstich NL Dreifach-Geradstich: (1) Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. Für strapazierte Nähte. Stichlängenknopf auf "S" stellen. Stichbreitenknopf auf "0" stellen. Maschine näht zwei Stiche vorwärts und einen Stich zurück. Dies ergibt eine dreifache Verstärkung. Dreifach-Zickzack: (2) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für strapazierte Nähte, Säume und Ziersäume. Stichlängenknopf auf "S" stellen und Stichbreitenknopf zwischen "3" und "5" einstellen. (Modell 15) Dreifach-Zickzack eignet sich für feste Stoffe wie Jeansstoff, Kordsamt, etc. Steekkeuze Drievoudige rechte steek (1): Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Voor naden, die zeer duurzaam moeten zijn. Stel de steeklengte op "S" in. Zet de steekbreedteknop op "0". De naaimachine naait twee steken vooruit en één steek achteruit. Zo ontstaat een drievoudige versteviging. Drievoudige zigzag (2): Voor naden die zeer duurzaam moeten zijn, zomen en decoratieve zomen. Zet de steekkeuzeknop op " ". Stel de steeklengte op "S" en de steekbreedte tussen "3" en "5". (Model 15). De drievoudige zigzag is geschikt voor stevige stoffen zoals denim, ribfluweel, enz. FR Sélection des points Point droit triple: (1) Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". Pour les coutures très sollicitées. Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "S". Régler le bouton de réglage de la la rgeurde point sur "0". La machine coud deux points en avant et un en arrière. Ce point est ainsi renforcé trois fois. Point zigzag triple: (2) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour les coutures fortement sollicitées, les ourlets et les ourlets décoratifs. Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "S". Régler la largeur de point entre "3" et "5" (modèle 15). Le zigzag triple est recommandé pour les tissus épais tels que les jeans, le velours côtelé, etc. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 87 DE Stichwahl NL Wafelsteek FR Nähte, Säume, T-Shirts, Unterwäsche, etc. Voor naden, zomen, T-shirts, ondergoed, enz. Maschine wie abgebildet einstellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Stichwahlknopf auf " " stellen. Zet de steekkeuzeknop op " Stichlängenknopf auf "S" stellen. Stichbreitenknopf zwischen "4" - "5" einstellen. (Modell 15) Dieser Stich kann für verschiedene Jersey-Arten sowie für Webstoffe verwendet werden. (1) 1 cm tief von der Stoffkante nähen und restlichen Stoff abschneiden. (2) ". Stel de steeklengte op "S" in. Stel de steekbreedte tussen "4" - "5" in. (model 15) Deze steek kan voor verschillende soorten jersey en voor geweven stoffen worden gebruikt (1). Naai 1 cm langs de stofrand en snij de resterende stof af (2). Point nid d'abeille Coutures, ourlets, t-shirts, lingerie, etc. Régler la machine comme illustré. Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Régler le bouton de réglage de la longueurde point sur "S". Régler la largeur de point entre "4" et "5" (modèle 15). Ce point sera utilisé sur les tissus en jersey ainsi que ceux tissés. (1) Coudre à 1 cm du rebord du tissu et découper ensuite le tissu qui dépasse. (2) 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 89 DE Wabenstich NL Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör Ziereffekte, Kissen, Tischdecken, etc. Maschine wie abgebildet einstellen. Verschiedene Stiche eignen sich zum Einnähen von Kordel, z.B. Zickzack, Dreifach-Zickzack, Dekorstiche. Stichwahlknopf auf " " stellen. Stichlängenknopf zwischen "1" - "4" einstellen. Stichbreitenknopf zwischen "3" - "5" einstellen. (Modell 15) Koordvoet FR Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Voor decoratieve effecten, kussens, tafellakens, enz. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Verschillende steken zijn geschikt om een koord in te naaien, bijv. zigzag, drievoudige zigzag, decoratieve steken. Zet de steekkeuzeknop op " ". Stel de steeklengte tussen "1" - "4" in. Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in. (model 15) Die Kordel unter die Feder des Kordelfusses führen. Die Kordel sollte in der Rille laufen. Eine, zwei oder drei Kordeln können eingenäht werden. Die Stichbreite je nach der Anzahl der Kordeln und dem gewählten Stich einstellen. (1/2) Leg het koord onder de veer van de koordvoet. Het koord moet in de gleuf lopen. Er kunnen één, twee of drie koorden worden vastgenaaid. Stel de steekbreedte overeenkomstig het aantal koorden en de gekozen steek in (afb. 1/2). Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Pied pour cordon Pied-de-biche en option. Effets décoratifs, coussins, nappes, etc. Régler la machine comme illustré. Certains points comme le zigzag, zigzag triple, les points décoratifs, se prêtent particulièrement à la couture de fils et cordonnets. Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Régler bouton de réglage de la longueur de point entre "1" et "4". Régler la largeur de point entre "3" et "5" (modèle 15). Guider le fil sous la tige du pied pour cordon. Le fil doit être glissé dans la rainure. Coudre un, deux ou trois fils. Régler la largeur de point selon le nombre de fils et le point choisi. (1/2) Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 91 DE Kordelfuss NL Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. Stoppen uit de vrije hand FR Reprisage à mains libres Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Pied-de-biche en option. Stopfplatte einsetzen. (1) Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld. (1) Placer la plaque de reprisage. (1) Nähfusshalter entfernen. (2) (siehe S. 27) Verwijder de naaivoethouder (2). (zie blz. 27) Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. Zet de steekkeuzeknop op " Stichlängenknopf auf "0" stellen. Stel de steeklengte op "0" in. Stopffuss an der Nähfussstange befestigen. Der Hebel (A) soll sich hinter der Nadelhalterschraube befinden (B). Stopffuss mit dem Zeigefinger kräftig von hinten andrücken und Schraube (C) festziehen. (3) Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "0". Bevestig de stopvoet aan de naaivoetstang. De hendel (A) moet achter de naaldhouderschroef zitten (B). Druk de stopvoet met de wijsvinger van achteren goed aan en draai de schroef (C) vast (3). Fixer le pied pour reprisage sur la tige. Le levier (A) doit se trouver derrière la vis du support d'aiguille (B). Pousser depuis l'arrière le pied avec l'index et visser (C). (3) Naai eerst om de rand van het gat (om de draden af te hechten) (4). Eerste rij: werk altijd van links naar rechts. Draai het werk 1/4 slag en naai nogmaals over het gat. Coudre tout d'abord le tour du trou (pour arrêter les fils). (4) Première ligne: travailler toujours de gauche à droite. Tourner l'ouvrage d'un quart et coudre par-dessus. Ein Stopfrahmen für leichteres Nähen und besseres Ergebnis wird empfohlen. Het is raadzaam een stopring te gebruiken. Dit vergemakkelijkt het naaiwerk en zorgt voor een mooier resultaat. Il est recommandé d'utiliser un cadre pour reprisage qui permettra d'obtenir de meilleurs résultats. Für Normales Nähen Stopfplatte entfernen. Verwijder de stopplaat bij normale naaiwerk zaamheden. Retirer la plaque de reprisage pour les travaux de couture courants. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. Maschine wie abgebildet einstellen. Zuerst das Loch am Rand umnähen (um Fäden zu sichern). (4) Erste Reihe: Immer von links nach rechts arbeiten. Arbeit ein Viertel drehen und übernähen. " of " Régler la machine comme illustré. ". Retirer le pied (2). (voir page 27) Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 93 DE Freihandstopfen FR Reprisage à mains libres Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Pied-de-biche en option. Maschine wie abgebildet einstellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Schuif de transporteurhendel naar rechts om de transporteur omlaag te zetten (1). Régler la machine comme illustré. Verwijder de naaivoethouder (2). (zie blz.27) Retirer le pied. (2) (voir page 27) Zet de steekkeuzeknop op " Régler le bouton sélecteur de point sur " Hebel für Transporteur nach rechts schieben, um Transporteur zu versenken. (1) Nähfusshalter entfernen. (2) (siehe S. 27) Stichwahlknopf auf " " stellen. ". Stel de steeklengte op "0" in. Stel de steekbreedte op "0" in. Stichlängenknopf auf "0" stellen. Stichbreitenknopf auf "0" stellen. Stopffuss an der Nähfussstange befestigen. Der Hebel (A) soll sich hinter der Nadelhalterschraube befinden (B). Stopffuss mit dem Zeigefinger kräftig von hinten andrücken und Schraube (C) festziehen. (3) Bevestig de stopvoet aan de naaivoetstang. De hendel (A) moet achter de naaldhouderschroef zitten (B). Druk de stopvoet met de wijsvinger van achteren goed aan en draai de schroef (C) vast (3). Déplacer vers la droite le levier de la griffe d'entraînement pour abaisser la griffe. (1) ". Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "0". Régler le bouton de réglage de la largeur de point sur "0". Fixer le pied pour reprisage sur la tige. Le levier (A) doit se trouver derrière la vis du support d'aiguille (B). Pousser depuis l'arrière le pied avec l'index et visser (C). (3) Naai eerst om de rand van het gat (om de draden af te hechten) (4). Eerste rij: werk altijd van links naar rechts. Draai het werk 1/4 slag en naai nogmaals over het gat. Coudre tout d'abord le tour du trou (pour arrêter les fils). (4) Première ligne: travailler toujours de gauche à droite. Tourner l'ouvrage d'un quart et coudre par-dessus. Ein Stopfrahmen für leichteres Nähen und besseres Ergebnis wird empfohlen. Het is raadzaam een stopring te gebruiken. Dit vergemakkelijkt het naaiwerk en zorgt voor een mooier resultaat. Il est recommandé d'utiliser un cadre pour reprisage qui permettra d'obtenir de meilleurs résultats. Hebel für Transporteur für normalen Gebrauch nach links schieben. Schuif de transporteurhendel voor normaal naaiwerk naar links. Déplacer vers la gauche le levier de la griffed'entraînement. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. Zuerst das Loch am Rand umnähen (um Fäden zu sichern). (4) Erste Reihe: Immer von links nach rechts arbeiten. Arbeit ein Viertel drehen und übernähen. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 95 NL Stoppen uit de vrije hand DE Freihandstopfen NL Nuttige steken Maschine wie abgebildet einstellen. Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf je nach Stoff einstellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Stel de steekbreedte en steeklengte afhankelijk van de stof in. Stichlängenknopf zwischen "1" – "2" einstellen. Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5" einstellen. (Modell 15) Stel de steeklengte tussen "1" - "2" in. Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in. (model 15) Muschelsaum (1) Stichwahlknopf auf " " stellen. Zierkanten. Geeignet für Kanten von Voile, feinen und elastischen Stoffen. Der grössere Stich sollte knapp ausserhalb der Stoffkante einstechen, um den Muscheleffekt zu erhalten. Kräuselstich (2) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für flache Verbindungsnähte, Gummiband annähen, Sichtsäume. Dieser Stich kann für feste und dicke Stoffe verwendet werden. Universalstich (3) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für Nähte, Tischsets, Tichtücher. Dekorative Verbindungsnähte für einen gebündelten Effekt. Garn oder Gummifaden einziehen. Festonstich (4) Stichwahlknopf auf " " stellen. Als zierlicher Kantenabschluss entlang der Stoffkante Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Schelpsteek (1) Zet de steekkeuzeknop op " ". Sierranden: Geschikt voor randen aan voile, fijne en rekbare stoffen. De grootste steek moet net buiten de stofrand vallen, zodat het schelp-effect ontstaat. Rimpelsteek (2) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor platte verbindingsnaden, elastiek aanzetten, zichtbare zomen. Deze steek kan voor stevige en dikke stoffen worden gebruikt. FR Points utilitaires Régler la machine comme illustré. Régler le bouton de réglage de la largeur et de la longueur de point selon le genre du tissu. Régler bouton de réglage de la longueur de point entre "1" et "2". Régler la largeur de point entre "3" et "5" (modèle 15). Ourlet coquille (1) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Rebords décoratifs. Pour les rebords de voilages, tissus fins et élastiques. Le point allongé doit piquer à peine hors du rebord pour obtenir l'effet coquille recherché. Point de fronce (2) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour des coutures de rapport plates, la couture de rubans élastiques, les ourlets. Ce point peut être utilisé sur les tissus épais et rigides. Universele steek (3) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor naden, placemats, tafellakens. Decoratieve verbindingsnaad voor een compact effect. Naai een koordje of elastiek mee. Point universel (3) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour les coutures, les sets de table, les nappes. Couture de rapport décorative. Pour de jolis effets ajouter encore un fil, une ganse ou un fil élastique. Festonsteek (4) Zet de steekkeuzeknop op " ". Als fijne, decoratieve afwerking van een rand. Point de feston (4) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour tous les rebords décoratifs le long d'un rebord de tissu. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 97 DE Nutzstiche NL Maschine wie abgebildet einstellen. Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf je nach Stoff einstellen. Stichlängenknopf zwischen "0.5" – "1" einstellen.. Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5" einstellen. Für Randabschlüsse, Tischtücher, Leintücher, Manschetten, Zierstiche. Für einen schönen, dekorativen Effekt stellt man die Stichbreite auf Maximum. Die Verwendung von Stickfaden verschönert das Ergebnis. Viereckstich (1) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für alle Stoffe und Arbeiten. Dekorstiche (2) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für alle Stoffe und Arbeiten. Decoratieve steken Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Stel de steekbreedte en steeklengte afhankelijk van de stof in. Stel de steeklengte tussen "0.5" - "1" in. Stel de steekbreedte tussen "3" - "5" in. Voor randafwerking, lakens, manchetten, decoratieve steken. Als de maximale steekbreedte wordt ingesteld, krijgt u een mooi, decoratief resultaat. Borduurgaren geeft het geheel ook een bijzonder decoratief effect. Bloksteek (1) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor alle stoffen en werkzaamheden. Decoratieve steken (2) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor alle stoffen en werkzaamheden. FR Points décoratifs Régler la machine comme illustré. Régler le bouton de réglage de la largeur et de la longueur de point selon le genre du tissu. Régler le bouton de la longueur de pointentre "0.5" et "1". Régler la largeur de point entre "3" et "5". Pour des finitions de bordures, torchons, nappes et serviettes en lin, manchettes, points décoratifs. On augmentera au maximum la largeur de point et on utilisera des fils décoratifs pour obtenir un plus joli effet. Point carré (1) Régler le bouton sélecteur de point sur " Pour tous les tissus et travaux ". Points décoratifs (2) Régler le bouton sélecteur de point sur " Pour tous les tissus et travaux ". 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 99 DE Dekorstiche NL - Stichlängenknopf auf gewünschte Länge einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Mittlere Nadelposition. - Den zu stopfenden Stoff zusammen mit dem Unterlagenstoff unter den Nähfuss legen. - Nähfuss senken und abwechslungsweise vor- oder rückwärts nähen, dabei die Rückwertsnähtaste verwenden. - Diese Bewegungen wiederholen, bis die zu stopfende Fläche mit Stichreihen gefüllt ist. Stoppen - Stel de steeklengte op de gewenste lengte in. - Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Kies de middelste naaldstand. - Leg de stof die gestopt moet worden samen met de onderlaag onder de naaivoet. - Zet de naaivoet omlaag en naai afwisselend vooruit en achteruit, gebruik hierbij de achteruitnaaitoets. - Herhaal deze bewegingen tot het gedeelte dat gestopt moet worden met rijen van steken is bedekt. Achteruitnaaien zie blz. 43, afb. "A". Rückwärtsnähen siehe Seite 43, Abb. "A". Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S" Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Reprisage - Régler le bouton de réglage de la longueur de point à la longueur voulue. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Positionner l'aiguille au milieu. - Glisser sous le pied le tissu à repriser avecl a garniture de renfort. - Abaisser le pied et coudre d'avant en arrière (utiliser la touche de marche arrière). - Répéter ces mouvements jusqu'à ce que la surface endommagée soit remplie. Touche de marche arrière, consultez la page 43, ill. A. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 101 DE Stopfen NL Kant aanzetten FR Couture de dentelles - Stichlängenknopf auf gewünschte Länge einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Mittlere Nadelposition. - Stoffkante falten (ca. 6 mm). - Spitze so unter die gefaltete Stoffkantelegen, dass sie ein wenig unter den Stoff zu liegen kommt, je nach Bedarf des Spitzenmusters. - Auf der Stoffkante nähen. - Als zusätzlicher Ziereffekt kann eine Raupennaht zum Einnähen der Spitze verwendet werden. - Stel de steeklengte op de gewenste lengte in. - Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Kies de middelste naaldstand. - Vouw de stofrand om (ca. 6 mm). - Leg het kant onder de omgevouwen stofrand, zodat dit een stukje onder de stof komt te liggen, afhankelijk van het motief in het kant. - Naai over de rand van de stof. - Als extra decoratief effect kan het kant met een kordonnaad worden vastgenaaid. - Régler le bouton de réglage de la longueur de point à la longueur voulue. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Positionner l'aiguille au milieu. - Plier le rebord (env. 6 mm). - Poser la dentelle sous le rebord replié, elle doit légèrement reposer sous le tissu ou lacouture décorative. - Coudre sur le rebord du tissu. - Pour obtenir un effet encore plus décoratif, coudre cette dentelle au point satin. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 103 DE Spitze einnähen NL Appliqueren - Stichlängenknopf auf gewünschte Länge einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Applikationsmotiv ausschneiden und auf den Stoff heften. - Langsam die Kanten des Motivs übernähen. - Überschüssigen Stoff ausserhalb der Stiche abschneiden. Darauf achten, dass in keine Stiche geschnitten wird. - Heftfaden entfernen. - Ober- und Unterfaden unter der Applikation verknoten, um das Auftrennen zu verhindern. - Stel de steeklengte op de gewenste lengte in. - Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". - Stel de steekbreedte klein in. - Knip het applicatiemotief uit en rijg het op de stof. - Naai langzaam over de randen van het motief. - Knip de overtollige stof langs de steken af. Let erop, dat u niet in de steken knipt. - Verwijder de rijgdraden. - Knoop de boven- en onderdraad onder de applicatie aan elkaar, zodat het naaiwerk is afgehecht. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Appliqué - Régler le bouton de réglage de la longueur de point à la longueur voulue. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Positionner l'aiguille au milieu. - Plier le rebord (env. 6 mm). - Poser la dentelle sous le rebord replié, elle doit légèrement reposer sous le tissu ou lacouture décorative. - Coudre sur le rebord du tissu. - Pour obtenir un effet encore plus décoratif, coudre cette dentelle au point satin. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 105 DE Applikation NL Tweelingnaald FR Aiguille jumelée - Stichlängenknopf auf gewünschte Länge einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Mittlere Nadelposition. - Darauf achten, dass die beiden für die Zwillingsnadel verwendeten Fäden die gleiche Dicke aufweisen. Eine oder zwei Farben können verwendet werden. - Die Zwillingsnadel wie eine normale Nadel einsetzen. Die flache Kolbenseite muss hinten sein. - Der Anweisung für das Einfädeln einer normalen Nadel folgen. Jede Nadel separat einfädeln. - Stel de steeklengte op de gewenste lengte in. - Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". Kies de middelste naaldstand. - Let erop, dat de beide draden, die voor de tweelingnaald worden gebruikt, even dik zijn. U kunt één of twee kleuren gebruiken. - Zet de tweelingnaald net als een normale naald in de naaimachine. De platte kant moet naar achteren wijzen. - Volg de aanwijzingen voor het inrijgen van een normale naald. Rijg elke naald apart in. - Régler le bouton de réglage de la longueur de point à la longueur voulue. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Positionner l'aiguille au milieu. - Employer deux fils identiques mais, si souhaité, de couleur différente. - Fixer l'aiguille jumelée comme une aiguille courante. Le côté plat est tourné vers l'arrière. - Suivre les directives d'enfilage pour une aiguille courante. Enfiler chaque aiguille séparément. Bitte beachten: Beim Nähen mit der Zwillingsnadel immer langsam nähen und darauf achten, dass die langsame Geschwindigkeit beibehalten wird, um die Stichqualität zu gewährleisten. Beim Einsatz der Zwillingsnadel für Zickzackstiche darauf achten, dass der Stichbreitenknopf zwischen "0" und "2.5" eingestellt ist. Die Zwillingsnadel bei Einstellungen über "2.5" nicht verwenden. (Modell 15) Attentie: Naai bij het gebruik van een tweelingnaald altijd langzaam en let erop, dat deze snelheid onveranderd blijft, zodat de steekkwaliteit optimaal is. Let er bij het gebruik van een tweelingnaald voor de zigzagsteek op, dat de steekbreedte tussen "0" en "2,5" is ingesteld. Gebruik de tweelingnaald niet als de instelling groter dan "2,5" is. (Model 15) Nur Zwillingsnadeln mit max. 2 mm Zwischennadelabstand verwenden. (d.h. bernette - Artikelnummer 502020.62.91) Gebruik alleen tweelingnaalden met een maximale afstand van 2 mm tussen de naalden (d.w.z. bernette - artikelnummer 502020.62.91). Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. a. Modell 10/12 b. Modell 15 a. Model 10/12 b. Model 15 a. Modèles 10/12 b. Modèle 15 Remarque: Réduire la vitesse de couture quand vous utilisez une aiguille jumelée. Maintenir cette vitesse pendant toute la durée du travail pour garantir un résultat parfait et une belle qualité de point. Régler le bouton de réglage de la largeur de point entre "0" et "2.5" (aiguille jumelée et point zigzag). Ne jamais utiliser une aiguille jumelée avecun réglage qui dépasse "2.5". (Modèle 15) Utilisez exclusivement des aiguilles double avec un intervalle de 2 mm maximale. (ça veut dire: accessoire opcional número 502020.62.91) 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 107 DE Zwillingsnadel Stickrahmen erhältlich als Spezialzubehör - Maschine wie abgebildet einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Nähfuss und Nähfusshalter entfernen. - Stopfplatte einsetzen. (1) (Modell 10/12) - Hebel für Transporteur nach rechts schieben, um Transporteur zu versenken. (2) (Modell 15) - Nähfusshebel vor dem Nähbeginn senken. - Stichlängenknopf auf "0" stellen. - Stichbreite gemäss der Grösse der Buchstaben oder Muster einstellen. Vorbereitung für Monogramm und Sticken - Gewünschte Buchstaben oder Muster auf die Oberseite des Stoffes zeichnen. - Stoff im Stickrahmen so straff wie möglich einspannen. - Stoff unter die Nadel legen. Darauf achten, dass Nähfusstange in niedrigster Position ist. - Handrad nach vorne drehen, um den Unterfaden durch den Stoff heraufzuholen. Einige Vernähstiche am Anfangspunkt nähen. - Rahmen mit beiden Händen halten und führen. - Für Normales Nähen Stopfplatte entfernen. (Modell 10/12) - Hebel für Transporteur für normalen Gebrauch nach links schieben. (Modell 15) Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". / borduren met NL Monogram het borduurraam borduurraam als speciaal accessoire verkrijgbaar. - Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. - Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". - Verwijder de naaivoet en naaivoethouder. - Bevestig de stopplaat zoals afgebeeld. (1) (Model 10/12) - Schuif de transporteurhendel naar rechts om de transporteur omlaag te zetten. (2) (Model 15) - Zet de naaivoethendel voor naaibegin omlaag. - Stel de steeklengte op "0" in. - Stel de steekbreedte overeenkomstig de grootte van de letters of het motief in. Voorbereiding voor monogrammen en borduren - Teken de gewenste letter of het motief op de bovenkant van de stof. - Span de stof zo strak mogelijk in het borduurraam. - Leg de stof onder de naald. Let erop, dat de naaivoetstang in de laagste stand staat. - Draai het handwiel naar voren om de onderdraad door de stof naar boven te halen. Naai enkele afhechtsteken bijhet begin. - Houd het borduurraam met beide handen vast en geleid het eveneens met beide handen. - Retirer la plaque de reprisage pour les travaux de couture courants. (Model 10/12) - Schuif de transporteurhendel voor normaal naaiwerk naar links. (Model 15) Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Monogrammes et broderie avec un cadre de broderie Cadre de broderie en option· - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Régler la machine comme illustré. - Retirer le pied et le support du pied-debiche. - Fixer la plaque de reprisage. (1) (modèles 10/12) - Déplacer vers la droite le levier de la griffe d'entraînement pour abaisser la griffe. (2) (modèle 15). - Abaisser le levier du pied avant de commencer la couture. - Régler le bouton de réglage de la longueur de point sur "0". - Régler la largeur du point selon la taille de la lettre ou du motif. Préparation du monogramme et de labroderie - Dessiner les lettres ou motifs sur l'endroit du tissu. - Tendre le tissu dans le cadre de broderie. - Glisser le tissu sous l'aiguille. La barre du pied doit se trouver dans sa position laplus basse. - Tourner le volant vers soi pour aller chercher le fil de canette et le ramener àla surface du tissu. Coudre quelquespoints d'arrêt. - Tenir le cadre à deux mains et guider le travail. - Retirer la plaque de reprisage pour les travaux de couture courants. (modèles 10/12). - Déplacer vers la gauche le levier de la griffe d'entraînement. (modèle 15). Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 109 und Sticken DE Monogramm mit Stickrahmen NL Quiltsteek Maschine wie abgebildet einstellen. Stichbreitenknopf und Stichlängenknopf je nach Stoff einstellen. Stel de naaimachine zoals afgebeeld in. Stel de steekbreedte en steeklengte afhankelijk van de stof in. Stichlängenknopf auf 4 stellen. Stichbreitenknopf zwischen "3" – "5" einstellen. Stel de steeklengte op "4" in. Stel de steekbreedte tussen "3" - "5". Quiltstich (1) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für alle Stoffe und Arbeiten. Quiltsteek (1) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor alle stoffen en werkzaamheden Quiltsteek (2) Zet de steekkeuzeknop op " ". Voor alle stoffen en werkzaamheden Quiltstich (2) Stichwahlknopf auf " " stellen. Für alle Stoffe und Arbeiten. Der Spulenfaden muss auf die rechte Seite gezogen werden. Oberfaden je nach Stoff erhöhen. Monofilfaden verwenden = Handsticheffekt. (Oberfaden) Balance, wenn nötig einstellen. De onderdraad moet naar de goede kant van de stof worden getrokken. Verhoog de bovendraadspanning afhankelijk van de stof. Gebruik monofilgaren = “handgemaakt“ effect (bovendraad). Pas de balans, indien nodig, aan. FR Point quilt Régler la machine comme illustré. Régler le bouton de réglage de la largeur et de la longueur de point selon le genre dutissu. Régler le bouton de réglage de la longueurde point sur "4". Régler la largeur de point entre "3" et "5". Point quilt (1) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour tous les tissus et travaux. Point quilt (2) Régler le bouton sélecteur de point sur " ". Pour tous les tissus et travaux. Le fil de canette doit être ramené sur l'endroit du tissu. Selon le tissu, augmenter la tension du fil supérieur. Utiliser un monofil pour obtenir un effet broderie à lamain (fil supérieur). Si nécessaire, régler l'équilibrage. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 111 DE Quiltstich NL 1/4" Quiltfuss erhältlich als Spezialzubehör. - Stichlängenknopf zwischen "2" – "4" einstellen. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. - Mittlere Nadelposition. Arbeitsweise: Nähtiefe 1/4 inch (6 mm) Nähgut so unter den Nähfuss legen, dass die Stoffkanten an den Kantenanschlag stossen. Nähte nähen, dabei den Stoff genau entlang des Anschlags führen, damit eine exakte Nahttiefe von 1/4 inch entsteht. Nähtiefe 1/8 inch (3 mm) Das Nähgut so unter den Fuss legen, dass die Stoffkante der rechten FussAussenkante entlang geführt wird (siehe Pfeil). Dadurch misst die Nahttiefe genau 1/8 inch. Die Kerben am Fussrand sind in einem Abstand von 1/4 inch vor und hinter der Nadel angeordnet. Die mittlere Kerbe befindet sich auf der Höhe der Nadeleinstichstelle. Die Markierungen sind hilfreich, wenn Patchworknähte genau 1/4 inch innerhalb der Stoffkante beginnen oder enden sollen. Achtung: Dieser Fuss darf nur mit Geradstich in der Nadel-Mitte-Position verwendet werden. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". Quilten FR De quiltvoet 1/4" is als speciaal accessoire verkrijgbaar. Quilt Pied-de-biche 1/4" en option. - Stel de steeklengte tussen "2" - "4" in. - Régler le bouton de réglage de la longueurde point entre "2" et "4". - Zet de steekkeuzeknop op " - Middelste naaldstand. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " ou " ". - Positionner l'aiguille au milieu. " of " ". Werkwijze: Naadbreedte 1/4 inch (6 mm) Leg het naaiwerk onder de naaivoet, zodat de rand van de stof tegen de randgeleider ligt. Naai de naad, laat de stof langs de randgeleider lopen, zodat de naad precies 1/4 inch breed is. Naadbreedte 1/8 inch (3 mm) Leg het naaiwerk onder de naaivoet, zodat de rechter buitenrand van de naaivoet precies op de rand van de stof ligt (zie pijl). De naadis dan precies 1/8 inch breed. De inkepingen aan de rand van de naaivoet zijn op een afstand van 1/4 inch voor en achter de naald aangebracht. De middelste inkeping bevindt zich daar waar de naald in de stof steekt. De markeringen zijn een hulp als patchworknaden exact 1/4 inch van de stofrand moeten beginnen of eindigen. Attentie: Deze naaivoet mag alleen met de rechtesteek bij de middelste naaldstand wordengebruikt. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". Directives: Profondeur de couture 1/4 de inch (6 mm) Glisser l'ouvrage sous le pied, le rebord du tissu doit toucher le rebord de la butée. Coudre en guidant avec soin le tissu le long de la butée pour obtenir une profondeur exacte de 1/4 de inch (6 mm). Profondeur de couture 1/8 de inch (3 mm) Glisser l'ouvrage sous le pied, le rebord du tissu doit toucher le rebord extérieur droitdu pied (voir la flèche). On obtiendra ainsi une profondeur exacte de couture de 1/8 de inch (3 mm). Les rainures gravées sur le rebord du piedprésentent un écart de 1/4 de inch devant et derrière l'aiguille. La rainure du centre se situe à la hauteur de l'emplacement de piquage de l'aiguille. Ces repères représentent une aide précieuse pour les coutures de patchwork qui doivent présenter une profondeur précise de 1/4 de inch (6 mm) au début et à la fin du rebord. Attention: Ce pied ne doit être utilisé qu'avec le point droit et la position de l'aiguille au milieu. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 113 DE Quilten Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. Der Nähfuss wird für nahtverdeckte Reissverschlüsse verwendet, die nach dem Einnähen so durch die Naht verdeckt werden, dass sie unsichtbar sind. Den verdeckten Reissverschlussfuss an der Maschine anbringen, Nadelmitte-Position und Geradstich einstellen. Transportlänge abhängig vom Material 1,0 - 3,0 mm. Den geöffneten Reissverschluss verkehrt auf der rechten Stoffseite (Bild 1) plazieren. Die Stoffkante an der 5/8 inch Markierung anlegen. Den Reissverschluss so plazieren, dass die Spiralreihe unter dem rechten Nähfussausschnitt liegt und der Reissverschluss 1/4 inch von der oberen Stoffkante entfernt plaziert ist. Den Reissverschluss bis Anschlag des Ziehers einnähen. Nähgut von der Maschine entfernen. Um die zweite Hälfte des Reissverschlusses einzunähen die Stoffkante (Bild 2) an der 5/8 inch Markierung der Stichplatte plazieren. Die Spiralreihe unter dem linken Nähfussausschnitt plazieren und den Reissverschluss bis Anschlag des Ziehers einnähen. Nähgut von der Maschine entfernen. Den Reissverschluss schließen. Den Stoff so falten, dass das Ende des Reissverschlusses (Bild 2) nach rechts absteht. Mit einer Sicherheitsnadel fixieren. Den Reissverschlussfuss durch den NormalNähfuss ersetzen und so nah wie möglich mit einem Geradstich an den Reisverschluss herannähen und abschließend vernähen. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". NL Ritsvoet voor onzichtbare ritssluitingen Deze naaivoet is als speciaal accessoire verkrijgbaar. De naaivoet wordt voor het onzichtbaar inzetten van ritssluitingen gebruikt. De ritssluiting ligt onder de naad, zodat deze onzichtbaar is. Bevestig de ritsvoet aan de naaimachine, zet de naald in de middelste stand en stel de rechte steek in. De transportlengte is afhankelijk van het materiaal 1,0 - 3,0 mm. Leg de geopende ritssluiting verkeerd op de goede kant vande stof (afb. 1). Leg de stofrand op de markering 5/8 inch. Leg de ritssluiting op de stof, zodat de tandjes onder de rechter inkeping van de ritsvoet liggen en deritssluiting 1/4 inch van de bovenkant vande stof af ligt. Naai de rits tot waar het lipje wordt vastgezet in de stof. Neem het naaiwerk weg. Om de andere kant van de rits in te zetten, moet de stofrand (afb. 2) op de 5/8 inch markering van de steekplaat worden gelegd. Plaats de tandjes onder de linker inkeping van de ritsvoet en naai de rits tot waar het lipje wordt vastgezet in de stof. Neem het naaiwerk weg. Sluit de rits. Vouw de stof, zodat het einde van de rits (afb. 2) naar rechts ligt. Fixeer het einde met een veiligheidsspeld. Vervang de ritsvoet door de normale naaivoet en naai met een rechte steek zo dicht mogelijk langs de rits. Afhechten. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Pied pour fermeture à glissière cachée Pied-de-biche en option. Ce pied s'utilise pour la couture de fermetures à glissière cachées. Fixer le pied à la machine. Régler la position de l'aiguille au milieu et sélectionner le point droit. La longueur d'avancement dépendra du tissu (de 1.0 à 3.0 mm). Placer la fermeture à glissière ouverte retournée sur l'endroit dutissu (ill. 1). Glisser le rebord du tissu près du repère 5/8 de inch. La ligne dentée de la fermeture à glissière doit reposer sous le renfoncement droit du pied. La fermeture doit être placée à 1/4 de inch du rebord supérieur du tissu. Coudre la fermeture à glissière jusqu'à la butée du coulisseau. Retirer l'ouvrage de la machine. Coudre la deuxième moitié de la fermeture à glissière en plaçant le rebord du tissu sur le repère 5/8 de inch de la plaque à aiguille (ill. 2). Glisser la ligne dentée sous le renfoncement gauche du pied et coudre la fermeture jusqu'à la butée du coulisseau. Retirer l'ouvrage de la machine. Fermer la fermeture à glissière. Plier le tissu, l'extrémité de la fermeture à glissière (ill.2) doit dépasser sur la droite. Fixer avec une épingle de sûreté. Remplacer le pied avec un pied courant et suivre les rebords de la fermeture à glissière au point droit. Bien arrêter. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 115 DE Nathverdeckter Reissverschlussfuss NL Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. - Kräuselfuss montieren. - Stichwahlknopf auf " " oder " " stellen. Rimpelen Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. - Bevestig de rimpelvoet. Zet de steekkeuzeknop op " " of " ". - Mittlere Nadelposition. - Kies de middelste naaldstand. - Stichlängenknopf zwischen "2.5" - "4" einstellen. - Stel de steeklengte tussen "2.5" - "4" in. - Eine oder mehrere Steppnähte nähen. - Für ein stärkeres Kräuseln den Oberfaden lockern (auf ca. 2), so dass der Unterfaden auf der unteren Stoffseite liegt. - Unterfaden ziehen, um den Stoff zu kräuseln. Bitte beachten! Beim Modell 10 befindet sich am Stichlängenknopf keine Position "S". - Stik één of verschillende naden van rechte steken. - Als de stof sterker moet worden gerimpeld, moet de bovendraadspanning worden verminderd (op ca. 2), zodat de onderdraad aan de onderkant van de stof ligt. - Trek aan de onderdraad om de stof te rimpelen. Attentie! Bij het model 10 staat op de steeklengteknop geen positie "S". FR Fronces Pied-de-biche en option - Fixer le pied fronceur. - Régler le bouton sélecteur de point sur " " óu " ". - Positionner l'aiguille au milieu. - Régler bouton de réglage de la longueur de point entre "2.5" et "4". - Coudre une ou plusieurs lignes de piqûre. - Relâcher la tension du fil supérieur (surenv. 2) pour obtenir des fronces importantes et ne pas faire apparaître le fil de canette sur l'endroit de l'ouvrage. - Tirer ensuite le fil inférieur pour froncer. Attention: Dans le modèle 10 il n’y a pas de "S" marquée sur le bouton de réglage de la longueur du point. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 117 DE Kräuseln NL Boventransportvoet FR Pied de transport supérieur Nähfuss erhältlich als Spezialzubehör. Naaivoet als speciaal accessoire verkrijgbaar. Pied-de-biche en option. Immer zuerst versuchen, ohne Obertransportfuss zu nähen und nur wenn nötig verwenden. Probeer altijd eerst zonder de boventransportvoet te naaien en gebruik deze alleen indien dit noodzakelijk is. Toujours faire une couture d'essai sans ce pied et ne l'utiliser qu'en cas de besoin. Der als Zubehör erhältliche Obertransportfuss gleicht den Transport des Ober- und Unterstoffes aus und verbessert die Abstimmung von Plaid, Streifen und Mustern. Dieser Fuss verhindert einen ungleichmässigen Transport bei sehr problematischen Stoffen. De boventransportvoet is als speciaal accessoire verkrijgbaar. Dit accessoire brengt het transport van de boven- en onderlaag in evenwicht en verhindert, dat moeilijk te verwerken stoffen onregelmatig worden getransporteerd. Met deze naaivoet kunnen bovendien strepen, ruiten en motieven exact op elkaar worden afgestemd. 1. Nähfussstange heben. 2. Nähfusshalter entfernen, indem die Schraube geöffnet wird (siehe S. 27). 3. Obertranportfuss wie folgt in die Maschine einsetzen: i) Nadelbefestigungsschraube muss zwischen der Gabel sitzen. (2) ii) Plastik-Befestigungskopf von links nach rechts schieben, so dass er an der Nähfussstange sitzt. iii) Nähfussstange senken iv) Befestigungsschraube anziehen. 4. Darauf achten, dass Nadelbefestigungssc hraube und Nähfussbefestigungsschraube fest angezogen sind. 5. Unterfaden heraufholen und beide Fäden hinter, unter den Obertransportfuss legen. a b c d e f Gabel Befestigungskopf Nadelstange Nadelbefestigungsschraube & Halter Nähfussbefestigungsschraube Nähfussstange 1. Zet de naaivoetstang omhoog. 2. Verwijder de naaivoethouder door de schroef (3) los te draaien (zie blz. 27). 3. Bevestig de boventransportvoet als volgt op de naaimachine: i) De naaldbevestigingsschroef moet onder de vork zitten (2). ii) Schuif de plastic bevestigingskop van links naar rechts, zodat hij tegen de naaivoetstang zit. iii) Zet de naaivoetstang naar beneden. iv) Draai de bevestigingsschroef vast. 4. Let erop, dat de naaldbevestigingsschroef en naaivoetbevestigingsschroef goed zijn vastgedraaid. 5. Haal de onderdraad omhoog en leg beide draden onder de boventransportvoet naar achteren. a b c d e f Vork Bevestigingskap Naaldstang Naaldbevestigingsschroef en houder Naaivoetbevestigingsschroef Naaivoetstang Ce pied de transport supérieur égalise l'avancement du tissu supérieur et inférieur et améliore le rapport de plaids, rayures et motifs. Ce pied favorise l'avancement régulier sur des tissus difficiles. 1. Relever la barre du pied. 2. Retirer le support du pied en dévissant la vis (3) (consulter la page 27). 3. Fixer le pied de transport supérieur comme illustré: i) La vis de fixation doit se trouver entreles branches. (2) ii) Glisser de gauche à droite la tête de fixation en plastique qui doit parfaitement se placer sur la barre du pied. iii) Abaisser la barre du pied. iv) Visser la vis de fixation. 4. Veiller à ce que la vis de fixation et celle du pied soient parfaitement vissées. 5. Ramener le fil de canette sur l'endroit et diriger les deux fils vers l'arrière sous le pied. a b c d e f Branche Bouton de fixation Plaque à aiguille Vis de fixation et support d'aiguille Vis de fixation du pied Barre du pied 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 119 DE Obertransportfuss NL Achtung: Hauptschalter auf "O" stellen. Maschine durch Ausziehen des Steckers vom Netz trennen, bevor Teile montiert oder entfernt werden oder vor dem Reinigen. Reinigen Onderhoud Attentie: Zet de hoofdschakelaar op "O". Trek de stekker van de naaimachine uit het stopcontact van het elektriciteitsnet voordat onderdelen worden bevestigd of verwijderd of voordat de naaimachinewordt gereinigd. Stichplatte entfernen: Nadel in höchste Position bringen. Nähtisch entfernen und Klappdeckel vorne am Freiarm öffnen. Beide Schrauben lösen, dann Stichplatte entfernen. (1) ReinigenSteekplaat verwijderen: Zet de naald in de hoogste stand. Verwijder het werkblad en open het klapdeksel aan de voorkant van de vrije arm. Draai beide schroeven los, verwijder daarna de steekplaat (1). Reinigen und Ölen des Greifers: Spulenkapsel entfernen, an geöffneter Klappe herausziehen und sie aus dem Greifer herausziehen. (3) Beide Greiferarmhalter (a) nach aussen klappen. Greiferbahndeckel (b) und Greifer (c) entfernen. Zuerst Transporteur mit Pinsel (2) reinigen, danach mit einem weichen Tuch Greifer (c), Greiferbahn (d) und Greiferbahndeckel (b) reinigen. Bei den Punkten (d) mit Nähmaschinenöl ölen (1-2 Tropfen). Handrad drehen, bis Treiber (e) in der linken Position ist. Greifer (c) und Greiferbahndeckel (b) wieder einsetzen und beide Greiferarmhalter (a) zurückklappen. Spule, Spulenkapsel und Stichplatte wieder einsetzen. Reinigen en oliën van de grijper: Verwijder de spoelhuls door deze aan het geopende klepje uit de grijper te trekken (3). Klap beide grijperarmhouders (a) naar buiten.Verwijder het grijperbaandeksel (b) en degrijper (c). Reinig eerst de transporteur met een kwastje (2), reinig daarna de grijper (c), de grijperbaan (d) en het grijperbaandeksel (b) met een zachte doek. Breng op de plaats (d) 1-2 druppels naaimachineolie aan. Draai aan het handwiel, tot de drijver (e) in de linkerstand staat. Zet de grijper (c) en het grijperbaandeksel (b) weer in de naaimachine en klap beide grijperarmhouders (a) terug. Bevestig spoel, spoelhuls en steekplaat. Hinweis: Ist die Nadel unten, kann der Greifer nicht herausgenommen werden. Attentie: Als de naald omlaagstaat, kan de grijper niet worden verwijderd. Wichtig: Stoff- und Fadenreste müssen regelmässig entfernt werden. Ihre Maschine sollte in regelmässigen Abständen von Ihrem Fachhändler gewartet werden. Belangrijk: Stof- en draadresten moeten regelmatigworden verwijderd. Uw naaimachine moetregelmatig door uw BERNINA dealerworden gecontroleerd. FR Maintenance Attention: Mettre toujours le commutateur principalsur "O". Retirer la fiche d'alimentation de la prise de courant avant de monter ouretirer une pièce ou d'effectuer un nettoyage. Nettoyage Retirer la plaque à aiguille: Relever l'aiguille dans sa position la plus haute. Retirer la table rallonge et ouvrir le couvercle du bras libre. Dévisser les deux vis et retirer la plaque à aiguille. (1) Nettoyer et lubrifier le crochet: Retirer le boîtier de canette en le sortant de la coursière (3) et rabattre vers l'extérieur les deux pattes de blocage (a). Retirer l'anneau (b) et la coursière (c). Nettoyer tout d'abord la griffe d'entraînement avec le pinceau (2), ensuite la coursière avec un chiffon doux (c), le crochet (d) et l'anneau (b). Lubrifier les points (d) avec de l'huile spéciale pour machine (1 à 2 gouttes). Tourner le volant jusqu'à ce que l'entraînement (e) se trouve à gauche. Replacer la coursière (c) et l'anneau (b) et rabattre les deux pattes de blocage (a). Replacer la canette, le boîtier de canette et la plaque à aiguille. Remarque : Si l'aiguille se trouve en bas, le crochet ne peut pas être retiré. Important: les restes de fils et peluches de tissu doivent être régulièrement éliminés. Votre machine devrait également êtreré gulièrement contrôlée par le technicien de votre magasin spécialisé. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 121 DE Unterhalt NL Onderhoud Maintenance Glühlampe wechseln Gloeilamp verwisselen Remplacement de l'ampoule Achtung: Hauptschalter auf "O" stellen. Maschine durch herausziehen des Netzstecker elektrisch vom Stromnetz trennen. Zuerst Glühlampe herunterkühlen lassen. Attentie: Zet de hoofdschakelaar op "O". Trek de stekker van de naaimachine uit het stopcontact van het elektriciteitsnet. Attention: régler le commutateur principalsur "O". Retirer la fiche d'alimentation de la prise de courant. Verwijder de afdekking (c), draai de schroef (a) los en verwijder de bovenkap (b) (1). Retirer le couvercle, dévisser la vis (a) et retirer le couvercle frontal (b). (1) Die Abdeckung entfernen, Schraube (a) lösen, Kopfdeckel (b) entfernen. (1) Zum Ersetzen die Glühbirne nach unten ziehen. Glühbirnen nur max. 12 Volt, 5 Watt verwenden. Glühlampen sind im Fachgeschäft erhältlich. Kopfdeckel montieren, Schraube festziehen. (2) Attentie: Laat de gloeilamp eerst afkoelen, vervang daarna pas de gloeilamp. Om de gloeilamp te verwijderen, moet deze naar beneden worden getrokken (2). Gebruik alleen gloeilampen van 12V/ 5W. Gloeilampen zijn bij de vakhandel verkrijgbaar. Bevestig de bovenkap, draai de schroef vast, bevestig de afdekking. Attention: laisser tout d'abord refroidir l'ampoule avant de la retirer et de la remplacer. Tirer l'ampoule vers le bas. (2) N'utiliser qu'une ampoule de max. 12 volts, 5 watts. Ces ampoules sont en vente dans les magasins spécialisés. Monter le couvercle frontal, visser la vis, glisser le couvercle dans sa place habituelle. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR 123 DE Unterhalt 126 DE NL Storingen opheffen Storing Bovendraad breekt Oorzaak 1. De naaimachine is niet correct ingeregen 2. De draadspanning is te hoog 3. Het garen is te dik voor de naald 4. De naald is niet correct ingezet 5. Het garen is om de garenklospen gewikkeld 6. De naald is beschadigd Oplossing 1. Rijg de naaimachine opnieuw in 2. Verminder de draadspanning (kleiner getal) 3. Gebruik een dikkere naald 4. Verwijder de naald en zet hem opnieuw in (platte kant naar achteren) 5. Verwijder het garen en wikkel dit op een spoel 6. Vervang de naald Steekfouten 1. De naald is niet correct ingezet 2. De naald is beschadigd 3. Er werd een verkeerde naalddikte gebruikt 4. De naaivoet is niet correct bevestigd 1. Verwijder de naald en zet hem opnieuw in (platte kant naar achteren) 2. Zet een nieuwe naald in 3. Pas de naald aan het garen en de stof aan 4. Controleer de naaivoet en bevestig hem opnieuw Naaldbreuk 1. De naald is beschadigd 2. De naaivoet is niet correct bevestigd 3. Verkeerde naalddikte voor de stof 4. Verkeerde naaivoet bevestigd 1. Zet een nieuwe naald in 2. Zet de naald correct in (platte kant naar achteren) 3. Pas de naald aan het garen en de stof aan 4. Kies de juiste naaivoet Losse steken 1. De naaimachine is niet correct ingeregen 2. De spoelhuls is niet correct ingeregen 3. Verhouding naald/garen/stof onjuist 4. Verkeerde draadspanning 1. Controleer het inrijgverloop 2. Rijg de spoelhuls zoals afgebeeld in 3. De naald moet aan de stof en het garen worden aangepast 4. Corrigeer de draadspanning De nadentrekken of destof rimpeltt 1. De naald is te dik voor de stof 2. De steeklengte is verkeerd ingesteld 3. De draadspanning is te hoog 1. Gebruik een dunnere naald 2. Stel de steeklengte opnieuw in 3. Verminder de draadspanning Steken en transport zijn onregelmatig 1. Slechte garenkwaliteit 2. De spoelhuls is verkeerd ingeregen 3. Er werd aan de stof getrokken 1. Gebruik een betere kwaliteit garen 2. Verwijder de spoelhuls, rijg hem opnieuw in en bevestig hem opnieuw 3. Trek tijdens het naaien nooit aan de stof, maar laat deze door de naaimachine transporteren Naaimachine is te luidruchtig 1. De naaimachine moet worden geolied 2. Stof of olie aan de grijper of naaldstang 3. Olie is van slechte kwaliteit 4. De naald is beschadigd 1. Olie de naaimachine zoals beschreven 2. Reinig de grijper en transporteur zoals beschreven 3. Gebruik uitsluitend naaimachineolie van uitstekende kwaliteit 4. Vervang de naald Naaimachine is geblokkeerd 1. Garen zit klem in de grijper 1. Verwijder de bovendraad en spoelhuls, draai het handwiel met de handnaar achteren en naar voren en verwijder de draadresten. Olie de naaimachine zoals beschreven. De naaimachine naait achteruit 1. De naaimachine naait achteruit 1. Draai de steekkeuzeknop tot het volgende arrêteerpunt. 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR DE NL Trefwoordenregister A Aanschuifwerkblad Accessoires Appliqueren Automatische naaldinrijger 21 17, 19 105 37 B Belangrijke veiligheidsvoorschriften 5, 6 Blindzoom/Lingeriesteek 69 Bovendraad inrijgen 35 Bovendraadspanning 39 Boventransportvoet 119 99 Decoratieve steken Drievoudige zigzagsteek 85 H 130 O Kant aanzetten 103 Knoopsgaten naaien 77, 79 Knopen aanzetten 73, 75 Koordvoet 91 Onderdraad inrijgen 39 Onderdraad 41 omhooghalen Onderdraad opspoelen 29 Onderhoud 121, 123 Overlocksteek 71 Overzicht 15 L La met korte handleiding 25 M Monogram/borduren met het borduurraam 109 N D Hartelijk gefeliciteerd K 12 Naaimachine op het elektriciteitsnet aansluiten Naaivoetdruk instellen Naaivoethouder bevestigen Naald boven/onder Naald inzetten Naald-, stof- en garentabel Naden fixeren Nuttige steken 23 25 27 55 43 52 43 97 Q Quilten Quiltsteek 113 111 R Rechte steek en naaldpositie 61, 63 Rimpelen 117 Rits inzetten en 81 biezen naaien Ritsvoet voor onzichtbare ritssluitingen 115 S 55 Snelheidsbeperking Spoel inzetten 31 Start-stop-toets 55 Steekbalans instellen 49 Steekkeuze 55, 87 Stoppen 101 502020.75.24_021V4D0101_1010_IM_bernette 10 12 15_EN_DE_NL_FR Stoppen uit de vrije hand Stopplaat Storingen opheffen Steekoverzicht 93, 95 45 126 58 T Transporteur omlaagzetten Tweelingnaald Tweetrapsnaaivoethendel 47 107 25 W Wafelsteek 89 Z Zigzagsteek Zoomvoet 65, 67 83